Sannes langste dag (5)

Met een rotgevoel zit ze even later in de eetzaal. Alles doet nu weer pijn en ze moet nog naar de directeur. Ze wordt een beetje misselijk als ze eraan denkt. Dat ze voor de tweede dag op rij chili geserveerd krijgt, helpt ook niet. Na een paar happen stopt ze met eten. Hoe moet het nu verder? Het is haar duidelijk niet gelukt om er beter vanaf te komen dan gisteren. Misschien zal het gesprek bij de directeur beter gaan dan gisteren, aan de andere kant had ze nu niemand om mee te praten en ook geen crème om voor verlichting te zorgen.

Zou ze morgen weer dezelfde dag beleven? Zo ja, wanneer houdt die cyclus dan op? Ze heeft al een manier gevonden om haar zaakjes beter te regelen, maar ze is ook al twee keer geslagen en daar komt nog een keer bij. Misschien is het ook de bedoeling, van wat het ook is dat ervoor zorgt dat ze deze dag herhaalt, dat ze de perfecte dag beleeft, een dag waarop ze niet gestraft wordt en al haar zaakjes beter weet te regelen. Ze kan natuurlijk ’s ochtends direct op de bewaker afstappen en haar excuses aanbieden. Dan zou hij haar vast wel sparen. De gymles dan, hmm, die wordt nog lastig. Klikken is in elk geval geen goed idee gebleken. En elke dag hetzelfde gesprek voeren is niet alles, maar gisteren was het gezelliger met Nadine aan de eettafel dan vandaag alleen.

In gedachten verzonken staat ze op. Ze loopt naar de rekken om haar bord vol eten op te ruimen. Het volgende moment ligt ze languit op de grond. Het is ineens doodstil. Voorzichtig kijkt ze omhoog, en staart dan recht in de ogen van een van de bewakers. Zijn broek zit onder de chili en hij kijkt allesbehalve blij. “Handen tegen de muur,” zegt hij kortaf. “Het ging per ongeluk, ik, ik struikelde alleen!” zegt ze in paniek. De bewaker zwijgt alleen en wijst met uitgestrekte arm naar de muur. Verslagen loopt ze naar de aangewezen plek en neemt haar positie aan. Binnen een paar tellen is ze weer ontbloot en gaat de bewaker aan de slag. De leren paddle die hij hanteert brandt enorm en ze schreeuwt het uit. Wanhopig probeert ze haar billen te beschermen. Ze danst opzij en plaatst haar handen voor het doelwit. Smekend kijkt ze naar de bewaker. Die zucht alleen en wenkt een van zijn collega’s, een enorme kerel. “Even meewerken,” zegt hij met een gemeen lachje. Haar handen worden tegen de muur gedrukt, zodat ze haar bovenlichaam niet meer kan bewegen. Alleen het schreeuwen biedt nu nog verlichting tegen de klappen.

Met mistige ogen steekt ze het plein over op weg naar de directeur. Het is allemaal zo oneerlijk! Aan dat laatste pak slaag kon ze helemaal niets doen en bij de gymles was ze te grazen genomen omdat ze wilde voorkomen dat ze een onterechte straf kreeg. Toegegeven, hoe ze Jamie manipuleerde om haar fruit te geven was niet heel fraai en misschien is dat nog wel een terechte straf, maar dat was er dus slechts een van de drie. Het doet zo’n pijn allemaal en het zal nog veel erger worden. Gelukkig handelt ze deze keer met voorkennis. Geheel ontkennen heeft geen zin, dat weet ze alvast.

Het gesprek ontvouwt zich net als de dag ervoor. Deze keer besluit ze echter niet te ontkennen wanneer de vraag komt wat ze in het dorp uitspookt. “Ik bied de bewoners van het dorp contracten aan, geen hele goeie contracten…” De directeur is even uit het veld geslagen door deze onverwachte bekentenis. “Eum, ja, dat, dat hadden wij ook ontdekt. Je licht mensen op, in feite!” herstelt hij zich. Sanne knikt. “Ja, maar ik ga er mee stoppen!” De directeur briest. “Dat lijkt me wel het minste! Het is heel goed dat je nu tot inkeer komt, maar je hebt wel al weken gedaan alsof je je leven ahad gebeterd, terwijl je al die tijd onschuldige mensen aan het oplichten was, met je vlotte praatjes en je onschuldige blik. Ik ga ervoor zorgen dat jij je ook aan je voornemen houdt om te stoppen met dit malafide gedrag. Je zult leren hoe het is om op een juiste manier met je medemensen om te gaan, en dat leerproces begint nu.”

Ze ziet hoe hij vandaag de middelste paddle van de muur afhaalt. Stiekem is ze een beetje opgelucht, want hoeveel pijn deze paddle ook gaat doen, het is al beter dan gisteren. “Naar de andere kant van het bureau en er overheen buigen,” commandeert hij. Heel even komt er een gekke gedachte in haar op: Zzu hij nu precies hetzelfde zeggen, omdat de dag zich herhaalt of heeft hij gewoon maar een beperkt arsenaal aan standjes en commando’s? Een duidelijk “Nu!” brengt haar terug in de realiteit. Als ze voorover staat, merkt ze dat de stof van deze jurk beter blijft liggen. Even later staat ze in dezelfde positie als 24 uur geleden. “Negen klappen,” krijgt ze te horen. Toch een soort van winst. Dat positieve gevoel is na één klap verdwenen. God, wat doet het pijn! Het is gewoon niet voor te stellen en niet te onthouden hoe het voelt. Gelukkig heeft ze zich wel beter voor weten te bereiden en kan ze de rand van het bureau nu wel vasthouden.

Het patroon van gisteren herhaalt zich. Ze wordt een keer alleen op haar linkerbil geslagen en er volgt weer een klap van onder naar boven, zodat ze geplet wordt tegen het bureau. In haar hoofd telt ze weer af. Bij de op een na laatste klap voelt ze een nieuwe pijn: hij heeft bijna onder haar billen en op haar benen geslagen. Totaal verrast door deze nieuwe strategie schreeuwt ze het uit. “Au, kut, dat is gemeen!” Ze draait zich om en kijkt de directeur aan, die stoïcijns terugkijkt. “Dat is dus vloeken, die gaat opnieuw.” Sanne ontploft: hij deed het er gewoon om. “Dat is niet eerlijk, je sloeg veel te laag.” De directeur verheft zijn stem. “Luister dame, zo praat je niet tegen mij. Dat je zo reageert, geeft wel aan dat je ik nog niet klaar met jou ben. Je krijgt er twee extra, en als je niet heel snel gehoorzaamt, komt daar nog wel wat bij.” Even staart ze hem aan, maar dan wendt ze haar ogen af en draait ze zich om. Wat een eikel. Maar ze kan niets doen. Nog vier klappen, net als gisteren. Even volhouden, niet boos worden, dit kan ze.

De volgende klap landt, en de brand laait weer op. Voordat ze het goed en wel doorheeft, landt de volgende. Het effect van de twee tikken vlak na elkaar is overweldigend. De derde tik in drie seconden zorgt voor kortsluiting in haar hoofd en als de vierde direct daarna volgt gaan de sluizen open. Weer ligt ze snikkend op het bureau, weer heeft de directeur van haar gewonnen. Alles wat daarna komt, is slechts een waas. Morgen niet weer, is het enige waar ze aan kan denken.

Terug op haar kamer bekijkt ze de schade. Het ziet er net zo uit als haar mentale foto van de dag ervoor. Het voelt ook net zo ellendig. Ze besluit er maar twee koude natte washandjes op te leggen. Morgen moet alles anders. Ze moet voorkomen dat ze nog eens straf krijgt. Hoe, dat weet ze nog niet, maar dit is verschrikkelijk. Gedachten malen door haar hoofd, plannen worden afgewogen en beoordeeld. Langzaam komen de vermoeidheid van deze nieuwe zware dag en het herstellen van alle schade aan haar lijf samen. Ze drijft weg en valt in een diepe slaap.

Sannes langste dag (4)

De volgende dag schrikt Sanne wakker van haar wekker. Met een diepe zucht rolt ze van haar buik op haar rug. Dan komen de eerste gedachten aan gisteren binnen en van schrik duwt ze zich met haar handen een klein stukje van het bed. Geen druk op haar billen, dat is vast nog heel gevoelig! Opeens beseft ze dat ze helemaal geen pijn voelt. Voorzichtig glijdt ze met haar vingers onder haar achterwerk. Het lijkt niet meer zo gevoelig te zijn. Behoedzaam gaat ze op haar zij liggen en kijkt ze achter zich. Het ziet er ook niet rood uit, in feite heel normaal eigenlijk. Ze waagt het erop en gaat rechtop zitten. Huh, dat voelt beter dan ze had verwacht. Ze staat op en drukt haar wekker uit. Vanavond moet ze even op zoek naar een andere zender, want dit stokoude nummer draaiden ze gisteren ook al. In de spiegel bekijkt ze haar achterkant. Het ziet er eigenlijk wel goed uit! Wat een wonderspul is die sheaboter, dit had ze al veel eerder moeten weten! Ze gaat op zoek naar het bakje waar misschien nog wat restjes inzitten. Nergens te bekennen. Nou ja, ze weet ook niet meer precies wat ze gisteren allemaal nog gedaan heeft voor het slapengaan. Ze kan het Nadine wel even vragen, voor de volgende keer die er natuurlijk niet zal komen als het aan haar ligt.

Ze pakt een rood jurkje uit de kast en kleedt zich aan. Vervolgens kamt ze haar haar en loopt ze naar de eetzaal. ‘Dinsdag: Chili con carne’ leest ze op het bord. Blijkbaar is het te veel moeite om netjes de dag van vandaag en het nieuwe dagmenu op te schrijven. Ach ja, wanneer je minimaal betaalde en minimaal gekwalificeerde krachten inzet, kun je ook niet meer verwachten, relativeert ze. Met de ingrediënten voor haar bakje yoghurt en haar glas jus op het dienblad rekent ze weer woordeloos af. Vandaag moet ze dus alle mensen in het dorp met een abonnement dat met haar is afgesloten langs om excuses aan te bieden. Ze houdt er helemaal niet van om excuses aan te bieden. Ja, het komt er makkelijk uit als het nodig is om ergens onderuit te komen. Dat is hier niet het geval. Ze heeft wel spijt, maar dan met name dat ze betrapt is. Ze moet het gewoon iets slimmer aanpakken, allemaal. Het computersysteem in de bibliotheek kunnen ze vast monitoren, of ze doen het via de wifi in het kamp. Het is vast allemaal niet legaal onder de datawetgeving, maar bij de rechter heb je vast geen sterke zaak als je aangeeft dat je administratie van de wurgcontracten op illegale wijze is gelekt in de gevangenis waar je vastzat voor eerdere, soortgelijke vergrijpen. Hoe ze dat slimmer aanpakken gaat doen, is voor later. Vandaag volgt eerst haar gang naar Canossa.

Ze zet haar dienblad weer in het rek en ziet dat, net als gisteren, een gevangene met zijn handen tegen de muur wordt gezet nadat hij met een dienblad gegooid heeft. Sterker, het lijkt wel dezelfde gevangene als gisteren! Hoe dom kun je zijn zeg? Als je er gisteren niet mee wegkwam, waarom zou het dan vandaag wel lukken? En wat schiet je er überhaupt mee op? Ze krimpt wel even in elkaar als ze de eerste klappen ziet neerkomen. De herinneringen aan gisteren zijn nog vers, ook al voelt ze er niets meer van. Ze loopt naar buiten en bedenkt dan dat ze geen fruit heeft. Met een zucht draait ze zich om en haalt nog even twee appels, die ze keurig afrekent.

Op weg naar de poort van het kamp komt ze weer langs de moestuin waar ze tot gisteren nog een gratis tussendoortje wist te scoren. Plots komt Jamie op haar af gestapt. “Sanne, ik heb wat aardbeien voor je apart gehouden” zegt hij enthousiast. Ze geloof haar oren niet. “Sst, gek, wat doe jij nou, je hebt toch gezien dat ik daar gisteren voor gestraft ben!” bijt ze hem toe. Hij kijkt haar met een niet-begrijpende blik aan. Ongelofelijk, wat is die gast dom. Opeens voelt ze een hand op haar schouder. “Dus jij zorgt ervoor dat hier elke dag de aardbeien verdwijnen met je smoesjes over daklozen, kleine dievegge!” Ze draait zich om en kijkt recht in de ogen van de bewaker die haar gisteren ook al gestraft heeft.

Ze weet even niet wat ze moet zeggen. Wat gebeurt hier precies? Waarom doen Jamie en deze bewaker zo raar? “Je hebt niks te zeggen he? Blijf staan!” beveelt de bewaker. Ze ziet hoe hij weer een tak afbreekt en van blaadjes ontdoet. “Voorover,” beveelt hij als hij terugkomt, maar Sanne weet nog niet hoe ze moet reageren. Ze staat compleet verstijfd, verbijsterd over wat er precies aan de hand is. Pas als hij haar bij haar arm vastpakt, komt ze weer terug op aarde. “Maar je hebt me gisteren al gestraft, ik wil dit fruit niet meer, Jamie kwam het gewoon naar me brengen.” De bewaker kijkt haar geïrriteerd aan. “Ik weet niet wat voor rare smoesjes jij hebt, maar als ik je gisteren al gestraft zou hebben, zou ik dat wel weten. Nu voorover, voor ik je naar de directeur begeleid.”

Al met al snapt ze er nog steeds niets van, maar de directeur wil ze vandaag even niet zien en zeker niet met de mededeling dat ze geweigerd heeft een pak slaag van een van de bewakers te ondergaan. Dat is bij voorbaat al volslagen kansloos, zelfs al was de oorspronkelijke straf nog zo onterecht. Ze geeft zich over en buigt voorover. Alweer voelt ze dat haar jurk op haar rug gevouwen wordt en haar ondergoed wordt strakgetrokken tussen haar billen. Dan komt het verschrikkelijke zwiepen tegen haar billen, haar zitvlak en haar benen. Ze is heel blij dat ze zo goed genezen is na gisteren, want dit doet op zichzelf al weer pijn genoeg! Het lijkt zelfs wel of hij nog langer en harder slaat dan gisteren. Wanneer het eindelijk voorbij is, wrijft ze weer over haar pijnlijke kont en bedankt de bewaker. Wie weet wat er nog gebeurt als ze dat vergeet…

Als de bewaker weg is, loopt ze in gedachten verzonken naar buiten. Ze baalt enorm dat het weer niet gelukt is om zonder straf de dag door te komen. Alleen, hoe komt dat nu eigenlijk? Jamie en die bewaker reageerden echt enorm vreemd, alsof ze gisteren helemaal vergeten waren. In de eetzaal was het bord niet aangepast met het menu van vandaag. En die jongen die zijn dienblad gooide, dat was ook dezelfde jongen als een dag ervoor. Ze loopt door de poort en loopt langs de krantenkiosk. Haar oog valt op de kranten in de etalage. Dinsdag 23 juli staat er, niet alleen op de eerste krant maar op alle kranten. Verward loopt ze naar binnen. “Excuus, welke dag is het vandaag?” vraagt ze de verkoper. “Het is vandaag dinsdag. Zeg, gaat het wel goed meisje?” “Ja, prima,” mompelt Sanne en ze loopt weer naar buiten. Dit kan helemaal niet! Hoe kan het nu dezelfde dag als gisteren zijn? Toch lijkt alles erop te wijzen dat het zo is. Ze lijkt de enige te zijn die weet dat deze dag al een keer geweest is.

Ze besluit de proef op de som te nemen en de huizen af te gaan die ze gisteren heeft bezocht. Als ze fout zit, zal ze er toch langs moeten om excuses aan te bieden en de contracten te ontbinden. Na bij de eerste vier huizen gevraagd te hebben of ze haar herkennen, weet ze het zeker; het is voor de tweede keer dinsdag 23 juli en zij lijkt de enige te zijn die dat weet. Dit levert echter direct weer een hoop nieuwe vragen op. Waarom is dit gebeurd? Is er een bepaalde reden voor? Waarom is zij als enige op de hoogte dat deze dag al is gebeurd? Last but not least: wat nu? Hoe langer ze erover nadenkt, hoe meer ze inziet dat het in elk geval een kans is om het slimmer aan te pakken dan gisteren. Tegelijk weet ze dat ze zich hoe dan ook bij de directeur zal moeten melden. Dat bewijs was al verzameld. Onwillekeurig gaan haar handen naar haar billen, die de gevolgen weer zullen moeten dragen.

Contracten afsluiten gaat niet meer, dan laat ze sowieso een digitaal spoor na. Ze besluit naar de kiosk te gaan en zich een kladblok en een pen aan te schaffen. Daarna belt ze aan bij een van de huizen waar ze gisteren, of ja, vandaag, ook al succes had. Ze weet de man des huizes met wat gedraai en knipperen met haar wimpers te verleiden. Deze keer zorgt ze niet voor een afgesloten contract, maar maakt ze een afspraak voor een sponsorloop. Ze kriebelt wat onzinnige gegevens op haar kladblok, terwijl de man zijn portemonnee trekt en haar een flink bedrag aan contant geld uithaalt. Natuurlijk is dit niets vergeleken met de bedragen die ze hier kan verdienen met een goed contract, maar het is nog altijd ruim voldoende om goed van te kunnen leven in dit dorp.

Rond 12 uur stapt ze weer vermoeid het eetcafé van het dorp binnen. Ze bestelt weer een omelet en gaat zitten. Ze kijkt opzij en ziet weer een jongen zitten. Shit, Daan, helemaal vergeten. Ze heeft onmiddellijk door dat het oogcontact voor hem weer een uitnodiging is om bij haar aan te sluiten. Ditmaal besluit ze het gesprek maar uit te zingen. Semi-beleefd antwoordt ze op al zijn vragen, maar ze luistert niet echt naar wat hij te zeggen heeft. Als haar omelet op is, excuseert ze zich. Dat lukt niet zonder een belofte hem de volgende dag weer voor de lunch te ontmoeten. Nou ja, niet erg denkt ze. Als het morgen woensdag is, wimpel ik hem dan wel af. Als het dinsdag is, ben je dit gesprek weer vergeten. Ze lacht van binnen.

Ze besluit niet terug naar de bibliotheek te gaan, maar nog een extra ronde door het dorp te maken om nog wat extra geld binnen te harken. Met zakken die bulken van het briefgeld gaat ze een paar uur later op weg naar haar sportles. In de zaal ziet ze Nadine zitten. Gisteren, of vandaag misschien, hadden ze een hartstikke leuk gesprek gehad, maar nu kent ze haar natuurlijk niet. Tijdens het omkleden merkt ze dat ze ook niet aangesproken wordt. Terugdenkend aan het gesprek van gisteren, beseft ze dat haar billen er nu niet zo erg uitzien omdat ze dat tweede pak slaag heeft weten te voorkomen. Ze probeert nog zelf het gesprek te openen met een halfhartig “Hoi”, maar Nadine zegt alleen hoi terug terwijl ze naar haar schoenen blijft staren.

Tijdens de gymles denkt ze na over wat er gisteren gebeurde. Iemand gooide die bal, al dan niet toevallig precies wanneer zij haar worp plaatste tijdens de eindfase van het trefbal. Ze besluit om het potje weer serieus te spelen, maar dan anders te reageren. Net als ze haar worp wil plaatsen, houdt ze in en plaatst ze een schijnbeweging. Ze kijkt opzij en ziet Nadine een bal recht naar de twee leraren gooien, waarbij de voorste vol in zijn gezicht geraakt wordt. “Jij! Waarom gooide jij die bal naar mijn hoofd!” schreeuwt de leraar terwijl hij met een priemende vinger naar haar wijst. “Ik was het niet!” brengt ze uit. “Ik had deze bal al die tijd vast. Het was Nadine,” zegt ze, en ze wijst naar haar klasgenote. De leraar draait onmiddellijk richting Nadine. “Jij, handen tegen de muur!” schreeuwt hij naar haar. Daarna dient hij de 25 klappen toe die ze zelf eerder heeft gehad.

Na afloop van de les kleedt ze zich uit. Ze ziet af en toe dat Nadine met een blik die kan doden naar haar staart. Ze probeert weg te kijken en stapt onder de douche. Plots ziet ze hoe de andere dames die staan te douchen verdwijnen. Ze probeert om de hoek te kijken waar ze zo snel naartoe gaan, en kijkt dan recht in de ogen van een withete Nadine die dreigend op haar af komt. Ze probeert te vluchten, maar ze kan geen kant op. “Omdraaien en met je handen tegen de muur,” zegt Nadine, terwijl ze met haar gymschoen in de ene hand zachtjes tegen haar andere hand tikt. “Jij gaat merken wat er gebeurt met klikspanen.” Wanhopig probeert Sanne haar situatie nog uit te leggen. “Ik moest wel wat zeggen, anders kreeg ik de schuld!” roept ze uit. “Niks mee te maken, je verlinkt elkaar niet,” gromt Nadine terug. “Nu zet je je handen tegen de muur en accepteer je je straf, anders maak ik je verblijf hier een hel. Ik kan ervoor zorgen dat de directeur je elke dag onder handen neemt. Zeg ‘t maar.”

Sanne ziet geen verdere opties meer en doet wat haar gezegd is. Ze zet haar handen tegen de muur en wacht op de eerste klap. Wanneer die komt, is ze verbaasd over hoeveel pijn het doet. Ze heeft wel eens gehoord dat het meer pijn doet als de billen nat zijn en dat lijkt geen leugen. Verder slaat Nadine met alle kracht en agressie die ze in zich heeft. Haar achterste wordt heter en heter. “Het spijt me, het spijt me, het spijt me,” schreeuwt Sanne uit, tot Nadine eindelijk stopt. “Laat dat een les voor je zijn, niet meer klikken!” zegt ze hijgend. Daarna laat ze Sanne alleen achter in de douche.

Sannes langste dag (3)

Het is nog lekker zwoel buiten als Sanne het plein oversteekt naar het kantoor van de directeur. Ze is bijna vergeten wat voor een rotdag dit was. Eenmaal binnen klopt ze op de deur. “Binnen,” klinkt het direct. Ze opent de deur en stapt naar binnen. Daar zit de grote baas van dit circus. Een lange man, met een natuurlijke uitstraling van zowel rust als overwicht. Hij kan goed luisteren, had ze gemerkt, maar ook gemeen hard slaan. “Sanne, ga zitten,” zegt hij, zonder op te kijken van zijn papieren. Sanne neemt plaats in een plastic stoel voor zijn grote houten bureau. Zijn bureaustoel staat net 20 cm hoger, had ze bij eerdere bezoeken al gemerkt, zodat hij altijd op je neerkijkt. Een slim trucje, zeker bij de wat agressievere jongens en meisjes in dit kamp.

“Sanne, vertel eens over afgelopen week,” trapt hij af. Sanne begint te vertellen over haar week, de lessen die ze gevolgd heeft en de dingen die ze geleerd heeft, of zou hebben. Met enige aarzeling vertelt ze ook dat vandaag niet zo goed was gegaan. Waarschijnlijk heeft hij nog niet alles gehoord, maar anders kon het gesprek van de week erop wel eens lastig worden. “Hmm, nou dat klinkt alsof het goed gaat, he,” valt de directeur haar op het eind in de rede. Sanne knikt. “Toch is er iets waar ik het met je over wil hebben. Vanuit het dorp hoorde ik klachten dat je abonnementen voor telefoons aan het verkopen was. Klopt dat verhaal?”

Ze denkt razendsnel na. Gaat ze voor ontkennen? Zegt ze dat ze onder druk stond om dit te doen? Biecht ze alles op? Ze besluit voor de eerste optie te gaan. “Hè, nee, dat was ik niet. Ik ga wel elke dag het dorp in hoor, maar ik ga langs bij de ouderen. Ze zijn soms zo eenzaam he.” Ze ziet hoe de directeur opgelucht ademhaalt. “Nou, dat is fijn om te horen, ik was even bang dat je niet zo snel vooruit was gegaan als dat ik gehoopt had. Dan zijn we hier wel klaar denk ik voor deze week.” Sanne staat op. Daar is ze nog goed vanaf gekomen! Ze draait zich om en hoort de directeur weer. “Wacht, nog een klein dingetje. Wil je even met me meekijken op het scherm?” Ze loopt om het bureau en kijkt mee. Ze ziet een hoop schermen openstaan, met Excelformulieren. “Misschien kun jij zeggen wat hier aan de hand is,” vraagt de directeur haar. “Waar kijk ik naar, klopt een van de formules niet?” Dan wordt ze plotseling lijkbleek. Dit zijn haar formulieren! Hij heeft haar complete administratie, van alle wurgcontracten die ze de afgelopen weken heeft afgesloten! Met een bang gezicht kijkt ze opzij, recht in het nu wel heel strenge gezicht van de directeur. Die staat op en torent een flink stuk boven haar uit. Als een hertje in de koplampen blijft Sanne stokstijf staan.

“De afgelopen weken heb jij mooi weer gespeeld en gedaan alsof je herboren bent, maar al die tijd heb jij besteed aan het oplichten van onschuldige mensen, met je vlotte praatjes en je onschuldige blik. Maar ik heb je door, dame! Er zal iets serieus bij jou moeten veranderen wil jij nog op een nuttige manier bijdragen aan deze maatschappij. Mijn taak is om voor die verandering te zorgen. Meiden zoals jij zijn mijn specialiteit. Alle gedachten dat je mij kunt inpalmen of kunt bedwingen kun je wel vergeten. Je kunt buigen, of ik zal je breken. Hoe dan ook ga je niet zo verder. Je zult leren hoe het is om op een juiste manier met je medemensen om te gaan, en dat leerproces begint nu.” Met die woorden draait hij zich om naar de muur. Daaraan hangen drie houten paddles. Hij kiest de grootste en haalt deze van het haakje.

“Naar de andere kant van het bureau en er overheen buigen,” commandeert hij. Met lood in haar schoenen volgt ze het commando op. Ze voelt hoe haar jurk weer op rug gelegd wordt. Deze keer glijdt de stof direct naar beneden. “Dat wordt niks, uittrekken!” Heel langzaam trekt Sanne haar jurk uit en legt deze over de plastic stoel. Dan buigt ze weer voorover. Ze voelt hoe haar onderbroek tot op haar enkels getrokken wordt. “Je benen een stap uit elkaar en handen aan de rand van het bureau. Je krijgt twaalf klappen. Als je loslaat, telt de klap niet mee. Als je vloekt, telt de klap niet mee. Heb je dat begrepen?” “Ja meneer,” zegt ze heel zachtjes. Ze voelt zich heel klein, veel kleiner dan de vorige keren dat ze hier was en kleiner dan toen ze werd veroordeeld. Ze voelt het hout zachtjes op haar billen rusten. Dan wordt de paddle opgetild, met een zoef terug naar beneden gebracht en voelt ze een explosie in haar zitvlak, erger dan ze ooit heeft gevoeld. Direct springt ze met een schreeuw overeind en begint als een bezetene te wrijven. De directeur kijkt haar onbewogen aan. “Ik meende wat ik zei. Ik ga jou niet de show laten runnen. Voorover, bureau vasthouden, we zijn nog bij nul.”

Heel langzaam buigt Sanne weer in positie. Eigenlijk is nog niets van de pijn verdwenen, wanneer het ritueel van de eerste slag weer van voor af aan begint. Bij de tweede slag weet ze met veel moeite het bureau vast te houden. Met een plof laat ze haar adem ontsnappen. “Dat was dus een,” stelt de directeur koeltjes vast. Ook bij de volgende klappen gebruikt ze haar ademhaling om de pijn op te vangen. Tussendoor hijgt ze en schudt ze met haar billen heen en weer, voor zover haar positie dat toelaat, in een poging het hellevuur uit te bannen. Ze merkt dat haar rechterbil zo mogelijk nog meer pijn doet dan de linker. Blijkbaar is ze niet de enige die dat in de gaten heeft, want nummer zes en zeven landen alleen op haar linkerhelft. Daarna is de pijn gelijkmatiger verdeeld, hoewel dat geen enkele troost biedt. Nummer acht, flits, pijn. Alleen het gevoel in haar billen bestaat nog, voor de rest is er niets. Dan komt ze weer langzaam terug op aarde, tot de volgende slag landt en alles weer pijn is.

Nog vier klappen bedenkt Sanne. Nog vier, nog een dan nog maar drie, nog twee en dan zijn we op de helft van dit stukje, nog drie en ik hoef er nog maar een. Dan landt de volgende. Deze is anders dan de vorige, deze komt van onder en raakt haar hard onder beide billen, zodat ze omhoog en naar voren wordt gedrukt tegen de rand van het bureau. Ze staat op haar tenen en komt dan hard op haar hakken naar beneden. “Fuck fuck fuck!” schreeuwt ze uit. “Die doen we opnieuw,” klinkt het laconiek. Nu springen de tranen in haar ogen. De pijn is alleen maar erger geworden en ze is niks dichterbij gekomen. Bij de volgende klap is haar verzet gebroken. Haar bovenlichaam ontspant en ze ligt verslagen over het bureau. De tranen stromen over haar wangen. De laatste drie klappen zijn hard, maar ze reageert nauwelijks meer. Ze hoort ook niet hoe de paddle op het bureau wordt gelegd. “Overeind komen en aankleden,” registreert ze wel achter in haar hoofd, maar het duurt even voor ze reageert. Dan trekt ze haar onderbroek op over haar opgezette billen en trekt ze haar jurk weer aan.

“Ik hoop dat je hier van leert, jongedame. In elk geval ga je vanaf morgen alle mensen langs om de contracten te laten ontbinden en je excuses aan te bieden, is dat duidelijk?” Sanne knikt, praten lukt nog niet. “Verder wil ik jou morgen weer zien, en dan gaan we samen kijken hoe het hier verder moet. Volgens mij ben je een slimme dame, en is het zonde dat je je tijd met dit soort zaken verdoet. Ook helder?” Opnieuw knikt ze. “Dan is het voor jou tijd om naar je kamer te gaan en te gaan slapen, over een half uur gaan de deuren dicht. Ik zie je morgen.” Woordeloos loopt Sanne het kantoor uit, op weg naar haar kamer. Ze loopt stijfjes en ze grijpt aan de zijkant de stof van haar jurk vast om zoveel mogelijk het contact met haar billen te voorkomen. Op haar kamer aangekomen trekt ze direct haar kleren uit. In de spiegel ziet ze het slagveld. De streepjes van vanmorgen zijn zo goed als verdwenen, maar daar vallen haar ogen niet op. Enorme dieprode vlekken staan op beide billen, met een grote ovale, bijna grijze plek aan de rechterkant en een kleinere, soortgelijke vlek op de linkerbil. Voorzichtig voelt ze eraan. Het is heel gevoelig en ze krimpt ineen. Nogmaals legt ze haar hand erop, nu nog iets voorzichtiger. Het is bijna alsof ze haar hartslag in haar achterste kan voelen.

Dan denkt ze aan Nadine en haar tip van vanmiddag. Ze grijpt in de zak van haar jurk en haalt het bakje met boter tevoorschijn. Voorzichtig gaat ze op bed liggen en trekt haar knieën naar haar borst. Met haar vrije hand doopt ze haar vingers in de boter en begint langzaam te smeren. Hoewel de pijn intens blijft, vindt er wel een zekere koeling plaats, waardoor het gevoel langzaam wat draagbaarder wordt. Tenminste, zolang ze geen druk uitoefent, merkt ze als ze op haar andere zij gaat liggen. Ook deze kant smeert ze zorgvuldig in, met een extra laag over de pijnlijke plekken waar ze zit. Langzaam maar zeker verandert de pijn in een gloed, die op zekere hoogte te hebben is. Ze is uitgeput, merkt ze. Langzaam valt ze in slaap.

Sannes langste dag (2)

Chagrijnig loopt Sanne door de poort naar buiten. Ze loopt langs de krantenkiosk de wijk in. Ze heeft ‘t gevoel dat iedereen haar nastaart, vooral de mannen, en dat iedereen de streepjes op haar benen kan zien. Stom ook, ze had voorzichtiger moeten zijn, dan had ze nu nog fruit gehad en niet dat akelige gevoel van achteren. Haar humeur heeft ook effect op haar zaken. Het sexy, onschuldige meisje uithangen zit er niet helemaal in en ook haar babbel is niet zo vlot als die kan zijn. Er zijn wel een paar mensen die zich laten verleiden tot een onnodig en uiteindelijk duur abonnement, maar ook wel heel veel afwijzingen. Vermoeid van alle afwijzingen, het vele lopen en het verwerken van haar pak slaag besluit ze om 12 uur in het dorp te gaan lunchen.

In een klein eetcafé bestelt ze een omelet. Ze gaat op een bankje zitten in een hoekje van het café, ver van de andere eters. Ze merkt dat een jongen van haar leeftijd naar haar kijkt. Als ze terugkijkt, zwaait hij naar haar Op zich ziet hij er wel leuk uit, met zijn zwarte haar en zo te zien lange en gespierde lichaam, maar hij ziet er ook wel sullig uit. Sowieso zijn al die dorpelingen echt een beetje achterlijk. Snel pakt ze het menu en begint alles uiterst aandachtig door te lezen. Helaas laat de jongen zich niet ontmoedigen door het gebrek aan aandacht. Hij gaat zelfs op de bank tegenover haar zitten. “Hoi, ik ben Daan,” zegt hij enthousiast en hij steekt zijn hand uit. “Sanne,” zegt ze beleefd, maar enigszins kortaf als ze de hand aanneemt. “Leuk je te ontmoeten, Sanne. Ik zie je wel eens door het dorp lopen. Je verblijft in het kamp toch? Mag ik vragen hoe je daar terecht gekomen bent?” Eigenlijk niet, denkt ze, maar ze geeft hem antwoord. Daarna begint hij allerlei vragen te stellen, over hoe ze de handel precies aanpakte, of ze geen spijt heeft, bla bla.

Normaal gesproken was het geen probleem geweest om hier goed mee om te gaan, maar de waardeloze ochtend die ze had gehad en het branderige gevoel in haar billen en benen, zelfs op deze zachte bankjes, zorgden ervoor dat ze heftiger reageert dan ze wil. “Daan, Daan was het toch he? Ik zou het heel erg op prijs stellen als je weg zou gaan zodat ik in rust mijn omelet op kon eten. Zou je weg willen gaan?” Enigszins beledigd kijkt hij terug. “Ik stel teveel vragen he?” probeert hij nog. Sanne houdt zich niet meer in. “Nee, ik vind je gewoon een beetje een creep, net als die gekke dorpsgenoten van je. Laat me met rust!”

“Sanne Jacobs!” hoort ze van een tafel rechts naast haar. Ze kijkt opzij. Nee! Ze heeft weer niet opgelet en nu blijkt er een undercover bewaker uit het kamp naast haar te zitten. Hij staat op en slaat zijn armen over elkaar. “Volgens mij zijn er afspraken over hoe we ons gedragen als we het dorp ingaan, en deze toon staat duidelijk niet in die afspraken. Meekomen jij.” Met één beweging trekt hij haar aan haar bovenarm omhoog en door de zaal. Spottend wordt ze door de andere gasten nagekeken tot ze in de keuken aankomt. “Handen op het aanrecht en bukken,” beveelt de bewaker. In een ooghoek ziet ze hoe hij een flinke pollepel van de muur haalt. Achter hem doet een aantal koks alsof ze hard aan het werk zijn, terwijl ze stiekem naar het beginnende spektakel proberen te kijken. Weer wordt haar jurk omhoog geslagen. “Zo zo, niet de eerste keer vandaag zo te zien. In dat geval…” Met die woorden trekt hij haar ondergoed tot haar knieën naar beneden. Dan begint hij te slaan. Ze voelt direct de harde klappen op haar billen, in een moordend tempo aangebracht. Ze draait met haar heupen en gaat op een been staan om aan de pijn te ontsnappen. “Niks ervan!” zegt de bewaker en hij pakt haar vast in haar zij. Ze gilt het uit van de pijn. “Ga je je gedragen?!” vraagt de bewaker “Ja, ja, het spijt me, au, stop!” gilt ze terug. “Niks van, ik wil zeker weten dat dit de laatste keer is.” Met die woorden haalt hij nog een paar keer hard uit. Sanne haalt de hoogste noten in een poging de pijn weg te schreeuwen. Dan is ‘t gelukkig klaar. “En nu je excuses maken tegen die jongen!” hoort ze, terwijl ze nog staat uit te hijgen. Ze trekt haar ondergoed weer op, waarbij ze voelt dat haar billen een stuk gezwollen zijn. Met tranen in haar ogen loopt ze het café weer binnen. Ze kijkt zoveel mogelijk naar de grond, maar ze weer zeker dat iedereen naar haar staart. “Het spijt me Daan, ik had niet zo lullig mogen doen,” mompelt ze. “Nou, matig geluidsniveau maar het kan ermee door,” zegt de bewaker. “Kom maar met mij mee, dan gaan we terug naar het kamp.”

Zwijgend zit ze in het busje. Bij elke drempel voelt ze de pijn in haar billen weer hevig terugkomen. Ze heeft ‘t idee dat hij er expres zo hard overheen rijdt, maar ze besluit niks te zeggen. Wie weet wat die engerd dan nog met haar gaat doen! Gelukkig is het ritje naar het kamp niet heel lang. Nadat ze is uitgestapt, staart ze het busje nog boos na. Met een zucht besluit ze maar naar de bibliotheek te gaan. Daar zijn computers waarop ze haar illegale praktijken kan bijhouden. In lange spreadsheets noteert ze waar ze geweest is, welke huizen nog een keer bezocht kunnen worden omdat er niemand thuis was, en wat de reacties waren bij de huizen waar iemand had opengedaan. Ze noteert de geschatte leeftijd, het geslacht, haar inschatting van het etnisch profiel, allemaal om een schets te krijgen van het ideale slachtoffer.

Met een enigszins hersteld humeur slaat ze haar bestand op en sluit de computer af. Het is tijd om naar haar verplichte sporttijd te gaan. Alle jongens en meisjes waren ingedeeld in groepen met een vaste tijd op de dag. Daar kregen ze nog ouderwets sportles van een leraar met een fluitje, een iets te korte broek en een veel te strak shirt voor het lichaam dat misschien ooit strak was geweest, maar nu vooral moest zwoegen onder de extra kilo’s die komen bij het bereiken van de middelbare leeftijd. De gymles is bedoeld om saamhorigheid en discipline bij te brengen, en te zorgen voor een gezonde geest in een gezond lichaam. Verder lijkt het voor enkele leraren ook een uitstekende kans om naar mooie vrouwenlichamen te kijken en excuses te zoeken om onderdelen daarvan ook hardhandig te bewerken, maar Sanne is tot nu toe altijd ontsnapt aan die aandacht. Dat heeft er vast mee te maken dat ze hier niet op de achtergrond blijft, maar vrij fanatiek is. De meisjes die achteraan lopen, krijgen er regelmatig van langs, maar zij die hun best doen worden nog aardig gespaard.

Sanne kleedt zich om, zonder te praten met de andere dames in de kleedkamer. Ze vouwt haar jurk op en legt deze in de locker. “Wow, jou hebben ze goed te pakken gehad!” hoort ze achter zich. Ze draait zich half om en ziet een medegevangene naar haar kont staren. Ze kijkt naar beneden en ziet een stukje van de rode contouren en de dunne vage streepjes op haar been. Ze haalt haar schouders op. “Mwa, viel mee” zegt ze stoer. “Bij mij zie je het niet zo snel” lacht het meisje. Ze draait zich om, trekt haar ondergoed een stukje naar beneden en laat haar billen zien. Op die donkere huid zie je inderdaad niet zoveel rood, maar wel enkele donkergekleurde strepen. “Nee, maar je voelt ‘t vast wel!” zegt Sanne. Het meisje pruilt even en begint dan te lachen. “Helaas wel. Dit was voor het uitschelden van een van de bewakers. Wat heb jij gedaan?” Sanne denkt even na en besluit min of meer eerlijk te zijn. “Ik wilde wat fruit en dat mocht niet, en ik mocht ook geen lastige dorpelingen afwijzen, blijkbaar.” “Blijkbaar,” beaamt het meisje. “Nadine,” stelt ze zich voor. “Sanne,” antwoordt Sanne. Ze kleden zich verder aan en lopen samen de sportzaal in.

Na het inlopen staan er al twee lotgenoten tegen de muur voor een portie met de slipper. Sanne niet, want die weet wel dat ze voorop moet blijven lopen. Tijdens de turnoefeningen ziet ze hoe drie meisjes in handstand tegen de muur worden gezet en worden geslagen omdat ze teveel met elkaar aan het giechelen waren. Op het eind wordt er trefbal gespeeld. Stiekem vindt ze dat wel leuk. Hier kan ze haar agressie kwijt zonder dat het problemen oplevert. Tijdens het spel gooit ze de ene na de andere tegenstander uit. Er zijn nog maar twee dames over aan de overkant, maar zij is alleen. Met een katachtige sprong weet ze een bal te vangen. In een beweging stapt ze door en gooit de bal hard tegen een van haar tegenstanders. Een tegen een! Ze ziet hoe de bal naar de zijkant rolt, naar een paar leraren die met elkaar aan het kletsen zijn. Ze kijkt de bal na en ziet tot haar schrik dat er een andere bal keihard tegen het hoofd van de dikste leraar wordt gegooid. Ze kijkt verschrikt terwijl de leraar zich naar haar omdraait.

“Jij! Waarom gooide jij die bal naar mijn hoofd!” schreeuwt de leraar terwijl hij met een priemende vinger naar haar wijst. “Ik, ik was het niet,” stamelt ze. “Smoesjes jongedame, en aan je benen te zien misdraag je je wel vaker. Misschien dat ik wel voor beter gedrag kan zorgen. Naar de kant, handen tegen de muur!” Ze probeert het nog een keer. “Ik was het echt niet, ik gooide de bal tegen haar aan!” Ze wijst naar haar tegenstandster. “Ik heb genoeg van jouw gesputter, meewerken of je kunt je melden bij de directeur,” dreunt de leraar. Met een misselijk gevoel loopt ze naar de kant. Drie keer op een dag! En deze keer kon ze er echt niets aan doen. Ze neemt de positie aan die haar is opgedragen. De leraar gaat achter haar staan en trekt met een lompe beweging haar sportbroekje en ondergoed tot halverwege haar dijen. Dan slaat hij haar hard met de gymschoen die speciaal voor dit doeleinde wordt gehanteerd door de leraren. Het nare gevoel in haar billen, dat langzaam was gaan liggen na haar aanvaring bij de lunch, komt onmiddellijk weer terug. Ze probeert nog stil te blijven, maar de afgemeten klappen die op volle kracht worden uitgedeeld maken dat onmogelijk. Ze schreeuwt het uit van de pijn. Alles voelt witheet en ze knijpt haar ogen hard dicht in een poging aan de werkelijkheid te ontsnappen. Na 25 klappen is het eindelijk voorbij. Gelukkig is dit ook het einde van de les, zodat niet met haar beurse billen nog verder moet sporten.

Onder de douche na de les voelt ze hoe de hoe de warme druppels over haar rug naar beneden lopen. Daar aangekomen voelen ze al gauw te heet. Snel smeert ze wat water onder haar oksels en zet de kraan koud. Ze draait zich zo dat haar billen recht onder de koude straal staan. Eindelijk wat verlichting. Het kan haar niet schelen wat de andere meiden denken. Gelukkig is ze zeker niet de enige die ervan langs heeft gekregen, en de rest heeft geleerd dat leedvermaak hier vaak maar heel even leuk blijft. Met tegenzin gaat ze na vijf minuten onder de douche vandaan. Als ze niet weg zijn voor de volgende groep arriveert, is dat een nieuwe reden voor straf. Als ze haastig haar kleren aantrekt, ziet ze dat Nadine nog bij de deurpost staat. “Heb je iemand om mee te eten?” vraagt ze. Sanne twijfelt even. Ze eet vaak alleen, maar ze kan nu wel wat afleiding van dat akelige gevoel gebruiken. Samen lopen ze richting de eetzaal.

Nadine begint direct te kletsen over haar verblijf tot nu toe, wat ze gedaan heeft om hier te komen en uiteraard, het favoriete onderwerp van alle gevangen, hoe verschrikkelijk het er is. Tot nu toe heeft Sanne nog niet veel contact gemaakt, maar het vrolijke gekletst van Nadine werkt aanstekelijk. Daarnaast is het wel fijn dat iemand even het gesprek maakt in plaats van dat ze alleen in een hoekje gaat zitten, omdat ze wel wat afleiding van haar zeurende achterwerk kan gebruiken na deze zware dag. Om 6 uur sluiten ze samen aan in de rij voor de chili. Met een grote lepel worden ze om de beurt opgediend. Daarna zitten ze met lange tanden aan hun eten. Chili is zeker niet de beste maaltijd die hier wordt geserveerd.

“Ik heb nog wel een gouden tip voor je,” zegt Nadine tijdens de vanillevla die ze als toetje hebben gekregen. “Dit kun je zeker wel gebruiken vandaag.” Ze haalt een potje met crème tevoorschijn. “Wat is dat?” vraag Sanne nieuwsgierig. “Dit is sheaboter. Het is enorm hydraterend en werkt tegen rimpels, maar daarvoor zijn we misschien nog wat jong. Belangrijker is dat als je dit op je billen smeert, ze lekker afkoelen en sneller herstellen. Volgens mij kun je dat na vandaag wel gebruiken,” zegt Nadine met een lachje. Sanne kan er inmiddels ook wel weer om lachen, een klein beetje. “Ja, vandaag was een dag om gauw te vergeten. Mag ik wat van je lenen?” “Tuurlijk!” zegt Nadine, en ze likt het bakje vla schoon om vervolgens er met haar vingers wat crème in te doen. Vervolgens vouwt ze de aluminiumfolie weer dicht. “Hopelijk kun je het zo goed bewaren, maar iets beters heb ik niet.”

Ze tafelen nog even na, tot Sanne aangeeft dat ze door moet. “Vanavond heb ik mijn wekelijkse afspraak met de directeur” kondigt ze aan. “Oei, moet je je zorgen maken na vandaag?” zegt Nadine verschrikt. “Neuh, dat zal wel meevallen. Over het algemeen heb ik me gedeisd gehouden en als ik me een beetje berouwvol opstel over vandaag, denk ik niet dat er nog straf bij gaat komen. Ik denk dat ik hem inmiddels wel redelijk heb overtuigd van mijn inzet om mijn leven te beteren.” Bij de laatste zin trekt ze een engelachtig gezicht en weet Nadine aan het lachen te maken. “Nou, veel succes dan en fijne avond. Misschien tot morgen?” “Ja, misschien wel, en fijne avond!”

Sannes langste dag (1)

Stipt om 7 uur ’s ochtends gaat Sannes wekker. Het ouderwetse ding dat ze gebruikt omdat haar telefoon is afgenomen, begint onmiddellijk een oud deuntje te spelen. Ze kent het wel ergens van. Ze gaat rechtop zitten, wrijft de slaap uit haar ogen en zingt mee met de paar regels refrein die ze kent. “I got you babe.” Dan stapt ze in haar slippers en loopt naar de oude, houten kleerkast. Ze bekijkt zich eens goed in de spiegel. Haar lange kastagnebruine haar zit behoorlijk in de war. Daar moet ze straks even met een borstel doorheen. Ze maakt de knoopjes van haar pyjama een voor een los. Daaronder komt een welgevormd lichaam tevoorschijn, niet slank maar ook niet dik. Ze pakt een bh die ze de vorige dag over de deur van de kledingkast heeft gehangen. Ze had geluk, vond ze zelf, dat ze al vroeg een mooi stel had gekregen. Belangrijker, ze wist ook hoe ze ze in kon zetten. Ze had menig man al het hoofd op hol weten te krijgen. Zo wist ze overal mee weg te komen. Nou ja, tot voor kort dan toch.

Ze trekt haar pyjamabroek uit en schopt deze aan de kant. Even draait ze met haar heupen voor de spiegel. Voor die paar mannen die niet overtuigd zijn wanneer ze even voorover buigt om ze een blik op haar decolleté te gunnen, is een kleine show met haar billen de druppel om hen naar haar pijpen te laten dansen. Ze heeft een mooie kont, met een flinke ronding boven een stel volle dijbenen. Om te stellen dat elke latina jaloers zou zijn, is misschien overdreven, maar klachten zouden ze niet hebben. Uit de kast pakt ze een vrij kort, zwart jurkje en trekt dit aan. Een panty hoeft ze niet aan. Het is veel te warm en bovendien zijn ze onmogelijk over haar enkelband te krijgen. Fluitend loopt ze naar haar nachtkastje en pakt haar haarborstel. Terwijl ze naar beneden loopt, begint ze haar lange haar te kammen.

Beneden loopt ze de eetzaal binnen. ‘Dinsdag: chili con carne’ staat op het krijtbord met het dagmenu. “Ugh, inspiratieloos” zegt ze binnensmonds. Ze pakt een dienblad van de stapel en begint haar ontbijt bij elkaar te pakken. Liefst eet ze elke dag hetzelfde. Een bakje yoghurt met wat druiven, walnoten en havervlokken met daarbij een glas sinaasappelsap. Bij de kassa wordt ze vrolijk gegroet door de dame die haar bediening aanslaat. De vrolijke “goedemorgen” wordt door Sanne niet beantwoordt. Zoals elke dag eigenlijk. Alleen maar irritant dat ze het überhaupt blijft proberen, denkt Sanne. Tenminste, als het dezelfde vrouw is. Ze heeft niet genoeg opgelet om daar zeker van te zijn. Ze houdt haar cliëntenpas voor de scanner en loopt zonder verder contact door. Met haar dienblad loopt ze naar een klein tafeltje in de hoek en begint haar ontbijt op te eten. Haar blik houdt alle andere jongeren in de ruimte op grote afstand.

Vrienden hoeft ze niet te maken. Liefst is ze hier zo snel mogelijk weg. Dat betekent lieftallig glimlachen naar de leiding en verder zo min mogelijk contact met leeftijdsgenoten. In principe kan ze hier dan binnen een paar maanden weer naar buiten wandelen en verdergaan met haar leven. Het was de bedoeling dat ze hier wat zou leren, had de rechter gezegd, maar dat had ze direct al gedaan: eenmaal buiten moest ze haar zaken gewoon wat beter verbergen, vooral voor haar ouders. Drie maanden terug woonde ze nog bij hen op zolder en wisten zij niets van de handel in illegale elektronica die ze runde. Het grootste deel was ook makkelijk te verbergen geweest. Door haar lichaam in te zetten wist ze genoeg domme mannen voor haar karretje te spannen om het zware werk te doen. Op een avond had ze echter haar administratie open laten staan toen ze naar school ging. Haar bemoeizuchtige moeder had tijdens het schoonmaken op haar computer lopen neuzen en toen ze thuiskwam, stonden haar ouders al met een medewerker van de plaatselijke rechtbank op haar te wachten. Met welgetimede huilbuien wist ze de straf te minimaliseren, maar het lukte haar niet om alles te laten verdwijnen. Daarom zat ze nu in deze minimum security-hel voor jongvolwassenen op het verkeerde pad.

Natuurlijk kan ze haar imperium niet zo lang negeren. Hier kan ze geen telefoons opslaan zonder op te vallen, maar in het dorp naast het kamp waar ze verblijft, wonen een hoop ouderen die goedgelovig genoeg zijn om fictieve abonnementen te nemen. Voor ze erachter komen dat de extra kosten de pan uit rijzen, is ze hier al lang vandaan. Daarnaast heeft ze de rol van dom, vrolijk meisje goed genoeg onder de knie om te zorgen dat niemand zou bedenken dat zij zelf de spin in het web is. Deze ochtend heeft ze ook weer tijd voor een rondje. In het dorp zijn ze gewend dat delinquenten aan de deur komen. Dat is onderdeel van het low-security-concept waar het kamp deel van uitmaakt. De gedachte is dat samenleven in de maatschappij een positief effect heeft op de rehabilitatie van de veroordeelden. Van dat vertrouwen weet ze goed misbruik te maken.

De andere helft van het concept is iets vervelender. Sinds enkele jaren mogen lijfstraffen namelijk weer ingezet worden. Anders gezegd: ze krijgt billenkoek als ze zich niet gedraagt. Gestraft als een klein meisje dat met een correctie op het rechte pad moet worden gebracht. De eerste dagen vond ze het moeilijk om niet uit haar vel te springen wanneer ze weer in een of andere zweverige les terecht was gekomen. Na een paar, achteraf gezien, kleinere botsingen met het kamppersoneel, werd ze gesommeerd zich bij de directeur van het kamp te melden. Hij deed zich voor als een vriendelijke man die het beste met haar voor heeft, maar de manier waarop hij haar zitvlak met een stuk hout had bewerkt nadat hij klaar was met zijn preek over oplichting buiten de muren en haar onveranderde gedrag daarbinnen, was alles behalve vriendelijk geweest. Sindsdien vloog ze onder de radar en had ze verdere straffen weten te vermijden. Maar schijn bedriegt: ze heeft niets geleerd, behalve dan misschien beter te verbergen wat ze doet.

Ze zet het dienblad met de lege bakjes en het gebruikte bestek in het rek. Een paar meter verderop ziet ze een medegevangene met zijn handen tegen de muur en zijn broek op zijn enkels. Met een leren paddle wordt duidelijk gemaakt dat gooien met het dienblad geen verstandige keus is. Sanne haalt haar neus op. Er zijn wel wat interessante, intelligente mannen, maar de meesten zijn slechts dommekrachten, bedoeld om het zware werk te doen en het nadenken aan anderen over te laten. Kijk nou, wat haalt zo’n kleine rebellie nu eigenlijk uit? Je kunt nergens heen, overal zijn wel gezagsdragers en je verliest altijd. Bizar dom, eigenlijk. Je moet gewoon zorgen dat je niet opvalt, dat is veel gemakkelijker.

Ze loopt de eetzaal uit en naar de uitgang van het kamp. Ze denkt na over hoe ze het dadelijk gaat aanpakken. Haar vlotte babbel heeft altijd wel veel succes, maar met haar haar draaien en op een lolly zuigen doet het ook altijd wel aardig. Alles hangt een beetje van de doelgroep af. Onderweg loopt ze naar het schuurtje bij de moestuin. Over haar schouder kijkend loopt ze naar de achterkant en lokt Jamie, die al naar haar toeloopt. “Alsjeblieft Sanne, ik heb weer aardbeien voor je klaargezet voor de daklozen in het dorp.” “Dankjewel!” Antwoordt ze met haar liefste glimlach. Dat ze zo elke dag gratis fruit heeft voor haar dag in het dorp, vertelt ze er niet bij. Ze pakt een aardbei en stopt deze in haar mond. Dan voelt ze plots een hand op haar schouder. “Dus jij zorgt ervoor dat hier elke dag de aardbeien verdwijnen met je smoesjes over daklozen, kleine dievegge!”

Ze draait zich om en kijkt recht in de ogen van een van de bewakers. Shit! Ok, damage control. “Het spijt me meneer, ik dacht dat het hier mocht.” Even ziet hij een blik van twijfel. Dan verharden zijn ogen. “Niks van! Je kunt die jongens wel om je vingers winden, maar mij niet. Blijf staan!” Ze ziet hoe hij wegloopt en met een heggenschaartje een tak afknipt. Met een paar handige bewegingen ontdoet hij de tak van blaadjes en zijtakjes. Hij zwiept een paar keer met de tak en kijkt tevreden naar de baan die het uiteinde beschrijft. “Voorover!” Commandeert hij, “Ik zal je leren misbruik te maken van onze jongens en om fruit te jatten.” Sanne gehoorzaamt. Dit is een verloren zaak. Haar streak van ongeschonden dagen komt ten einde. Hij voelt dat hij haar jurk dubbelvouwt op haar rug. Een klein beetje waardigheid blijft behouden, haar ondergoed wordt slechts strakgetrokken tussen haar billen. Ze voelt hoe hij de tak tegen haar billen houdt en dan neer laat zwiepen. Voordat ze de volledige, brandende pijn heeft geregistreerd, heeft hij nog eens geslagen. In een moordend tempo laat hij de tak op haar billen zwiepen. Ze wiebelt heen en weer en heeft moeite om te blijven staan. Langzaam gaat de pijn naar beneden, tot halverwege haar benen. Het schroeit verschrikkelijk en de tranen springen in haar ogen. Gelukkig is het voorbij nadat hij haar billen een tweede keer met een dozijn vlotte striemen heeft bezocht. Haar benen blijven deze keer gespaard. Ze mag weer overeind komen en begint als een bezetene haar billen te wrijven. Het helpt iets, maar niet zoveel als ze zou willen. “Bedankt meneer,” weet ze nog uit te brengen wanneer hij met zijn tweede preek klaar is, maar van binnen vervloekt ze deze bemoeial. Gelukkig is het buiten zonnig en is er nog genoeg tijd om van de dag te kunnen genieten.

Sannes langste dag

Sanne zit haar straf uit in een open gevangenis. Elke dag lijkt wel hetzelfde..

Inhoudsopgave

De dame in de bibliotheek

Daar staat ze, in de gang van de lokale bibliotheek; misschien wel de mooiste vrouw die ik ooit gezien heb. Een gebronsd gezicht, lange zwarte haren en volle rode lippen. Haar ogen zijn aangezet met mascara, maar haar make-up is niet overdreven. Ze draagt een kort, zwart jurkje, dat haar vormen zeer nauw volgt. Aan de bovenkant is de vorm diep uitgesneden. Haar volle borsten lijken bijna uit de stof te barsten. Dan buigt de jurk naar binnen, om haar middel en weer naar buiten over haar brede heupen. Nog voor de helft van haar volle bovenbenen houdt het jurkje op. Daaronder is alleen nog een stel hoge rode naaldhakken te zien. Ik kan deze observaties maken, omdat ze diep in gedachten verzonken in een boek staart. Plots kijkt ze op en richt haar blik op mij. Betrapt probeer ik mijn ogen af te wenden, maar ze stapt op me af.


Ik probeer een smoes te bedenken, maar er schiet me niet direct iets te binnen. Nu vluchten zou ook heel gek overkomen. Nu ze dichterbij komt, lijkt ze niet echt boos. Onbewust gaan mijn ogen toch een stukje naar beneden. Ze loopt niet gewoon deze kant op: ze wiegt heen en weer met haar heupen. Misschien komt het door de pumps, misschien omdat ze weet dat mannen naar haar staren als ze zo loopt. Ook haar borsten bewegen mee op de beat. Binnen de stof van de jurk gaan ze bij elke stap een klein stukje op en neer. Wat een prachtige vrouw! Dan slaat lichte paniek toe. Wat moet ik zeggen?! Voor ik het weet staat ze naast me. Ze brengt het boek dat ze vast had naar voren en wijst naar een van de pagina’s. “I’m new to country and I want to learn all words. What is this word?” vraagt ze me. Ze heeft ook nog een prachtige stem. Even ben ik afgeleid, daarna buig ik voorover om te zien waar ze naar wijst. Het lijkt erop dat ze een Nederlands woordenboek heeft gepakt. “Billenkoek” zeg ik. “Bielekoek?” probeert ze me te herhalen. “No, billenkoek” probeer ik nog eens. “Billenkoek!” zegt ze overtuigend, en ik feliciteer haar met haar snelle vooruitgang in de Nederlandse taal.

Ze begint te lachen. “What funny word! What does it mean, this ‘billenkoek’?” Ze lacht opnieuw om haar eigen uitspraak. “It means you get to lie over someone’s lap and get smacked on your behind,” probeer ik uit te leggen. Ze fronst naar me. “Do you know what a spanking is?” vraag ik, maar ze schudt haar hoofd. “I don’t understand, why would you get smacked?” zegt ze. “To punish someone, or for fun,” probeer ik. Dat lijkt niet te helpen. “How can same thing be punishment and fun?” Het lijkt zelfs wel of ze een beetje pruilt. “I really want to learn language!” klaagt ze.

Een duivels plan komt in me op. Het is een gewaagde vraag, maar hoe vaak krijg je nu een dergelijke mogelijkheid? De kans is vrij groot dat ze boos wordt, me in mijn gezicht slaat of direct naar de bibliothecaris stapt. Gelukkig spreekt ze geen fantastisch Engels, dus ik kan altijd nog claimen dat ik haar verkeerd begrepen heb. “I can help you, if you want? I can give you an example. Then you’ll understand what it means” Ze begint te stralen. “You do that for me? Thank you!” Een beetje verrast door haar bevestiging moet ik nu direct doorpakken. “Sure, I’m glad to help you master our language! It is a bit hard to explain in this library, though. Would you mind coming to my apartment so I can explain it?” Dat blijkt geen enkel probleem. “Yes, I will go with you. Thank you so much for helping me!”
Onderweg naar buiten zorg ik dat ik een halve stap achter haar komt te lopen door beleefd ruim baan te maken voor een man die ons tegemoet gelopen komt. Dat geeft me de kans om ook naar haar achterkant te staren. Zo mogelijk is dit uitzicht nog interessanter dan haar toch al imposante voorgevel. Haar volle billen spannen de zwarte stof stevig op en haar wiegende heupen doen de twee halve manen steeds opkomen en weer ondergaan bij elke stap. Ik ben nooit gelovig geweest, maar inmiddels vraag ik me af welke oneindige grootheid ik moet bedenken voor wat hij, of zij, vandaag op mijn pad gebracht heeft.

“I live close by, we can walk there,” leg ik uit en ze glimlacht naar me terug. “What is your name?” Een standaardvraag, maar als ze dadelijk over mijn knie ligt, zou het wel raar zijn als ik niet eens weet hoe ze heet. “Chiara” zegt ze. “And what name do you ‘ave?” “Robbert,” antwoord ik. Ze probeert mijn naam te herhalen. “RRRobbert,” rolt van haar tong en ik lach om het prachtige geluid. “You are from?” is mijn volgende opening. “Italy. I come here from Palermo, but not much work there. That is why I come to Holland. But, to be able to work, I need to speak Holland language.” “Dutch,” verbeter ik haar. Ze kijkt me verbaasd aan, dus ik verduidelijk mezelf. “The Holland language, it is called Dutch. We say ‘Nederlands’.” Weer herhaalt ze me. De uitspraak gaat haar niet slecht af.
Ik rommel wat met mijn sleutels en open dan de deur. Ze volgt me naar binnen. “Don’t mind the mess,” verontschuldig ik me, terwijl ik een stapel kleren aan de kant schop. Heel veel ruimte heb ik niet in mijn appartement. Eigenlijk is het ook een beetje een groot woord voor een studio van 35 vierkante meter. “It’s ok,” lacht ze naar me. Ik krijg het idee dat Chiara dingen al snel ok vindt. Gezien de ruimte die ik haar nu kan bieden, is dat niet erg. “Do you want something to drink, cappuccino?” vraag ik als een echte gastheer. “No, no coffee after eleven,” zegt met een blik van afgrijzen. “Do you have any wine, white?” Ik knik en loop naar het keukentje. Daar open ik een fles en schenk twee glazen in. Ik geef haar glas aan, dat ze dankbaar aanpakt. “Cheers!” zeg ik, en we klinken de glazen tegen elkaar. “Salute,” antwoordt ze en ze neemt een goeie slok.
Op de bank hebben we het verder over koetjes en kalfjes. Hoe ze hier gekomen is (met de trein), wat ze voor werk doet (ze is verpleegkundige), of ze nog familie heeft (2 oudere broers en een zusje). Dan drinkt ze haar glas leeg en herinnert me aan de reden voor haar komst. “So, RRRobbert, are you going to explain to me ‘billenkoek’?” Ik meen een ondeugende twinkeling in haar ogen op te merken, maar misschien zit dat alleen in mijn hoofd. “Certainly!” zeg ik enthousiast. Dan sta ik op van de bank en pak ik een stevige eetstoel. “I will sit here, and you can come and lay down over my lap.” Ik neem plaats, Chiara staat op en loopt naar me toe. Het getik van haar hakken op de laminaatvloer is het enige geluid dat in de studio nog te horen is. “Like this?” vraagt ze, terwijl ze in een vloeiende beweging over mijn schoot gaat liggen. Met de toppen van haar vingers steunt ze op de grond, terwijl ze met haar hoge hakken haar voeten op de juiste plaats houdt.
Wat een uitzicht! Een prachtig gevormd vrouwenlichaam, voor mijn neus op een presenteerblaadje met het absolute hoogtepunt, haar fraaie achterwerk, ook als hoogste punt voor mijn neus. Hoe heb ik dit zo kunnen verdienen! Mijn gemijmer wordt onderbroken door Chiara. “Is ok, no? I lie down so you can smack my behind?” Voor zover ik nog aanmoediging nodig had, draagt ze nog even haar steentje bij door met haar billen heen en weer te wiebelen. “Of course,” zeg ik met schorre stem, “Of course, yes perfect. I will start gently.” Met een afgemeten klap begin ik aan mijn uitleg van het begrip ‘billenkoek’. Terwijl ik mijn hand optil om de wederhelft te bedienen, merk ik dat de massa onder haar jurkje nog heel even natrilt. De andere kant kent precies zo’n effect en al gauw vind ik een mooi ritme, waarbij de ene bil geraakt wordt, precies op het moment dat de ander weer tot stilstand is gekomen.
Al snel volgen er kleine gilletjes uit de mond van de dame die over mijn schoot is gedrapeerd. “Ai, ie, ai,” klinkt het zachtjes, maar ze blijft verder stoïcijns liggen. Na een paar minuten stop ik en even heb ik mijn twijfels. Kan ik nog verder gaan? Expliciete toestemming lijkt me op dit punt toch de verstandigste weg. “We’ve just finished the first stage, do you want to continue or do you want to leave?” Ze hijgt een klein beetje als ze me antwoord geeft. “Please continue, I want to learn complete meaning.” Dat laat ik me geen twee keer zeggen. “Alright Chiara, just lift your hips for me please.” Ze volgt mijn aanwijzingen direct op. “Like this?” Dat is inderdaad uitstekend. Met beide handen grijp ik de zoom van haar jurkje, en trek deze met duim en wijsvinger langzaam omhoog. Onderaan haar billen aangekomen moet ik even iets harder trekken, voor haar billen met een schokje onder de stof vandaan schieten. “You can lie down again,” zeg ik, wanneer jurk stof tot boven haar stuitje geschoven is.
Een klein driehoekig stukje stof beschermt nu nog haar vrouwelijke charmes. Aan de randen is een lichtroze tint te zien, het resultaat van enkele minuten hard werken. “Time for round two!” zeg ik enthousiast. Al gauw zit ik in hetzelfde ritme. Gefascineerd kijk ik hoe haar achterste begint te bewegen onder de metronoom die mijn hand is. Na elke klap wordt de zojuist geraakte helft door een subtiele beweging met haar heupen iets naar boven gekanteld. Even later danst haar achterste vrolijk weer de andere kant op. De gilletjes blijven ook komen, alleen nu net een klein beetje luider. Verder blijft ze nog steeds onverstoord op mijn schoot liggen. Haar handen blijven aan de grond, en haar voeten blijven ook staan waar ze staan.
Aangezien ik toch al verder ben gekomen dan ik ooit had durven dromen, besluit ik vol goede moed verder te gaan. “That was round two. Time for a little break. But first, could you lift your hips again, please?” Gehoorzaam doet ze weer wat ik zeg, en ik pak haar onderbroekje aan beide kanten vast om ook dit kledingsstuk, uiterst langzaam, van het doelwit te verwijderen. Halverwege haar prachtige dijen laat ik het los. Mijn blik kleeft inmiddels aan haar achterwerk. Aan de bovenkant van haar bilpartij is een omgekeerde driehoek vanaf haar rug, en daarna een scherpe scheiding tussen de bolronde vormen aan elke kant van haar lichaam. Op die beide helften is inmiddels een donkerroze gloed te zien, egaal verdeeld over beide kanten. Zachtjes begin ik haar billen te kneden en even later hoor ik een nieuw geluid, als van een zachtjes spinnende kat.
Aan al het goede komt echter een eind, en ik heb een taak om deze naar wijsheid dorstende dame verder te onderwijzen. Al snel heb ik hetzelfde ritme weer gevonden. Op prachtige wijze dansen haar beide billen onder mijn hand. Het lijkt soms wel alsof ze naar boven komen, om mijn vingers te begroeten. De gilletjes en kreuntjes zijn nog wat harder en dat volume gaat verder omhoog wanneer ik wat harder ga slaan. Er verschijnen steeds afdrukken op haar billen, die onmiddellijk weer wegtrekken, maar wel overgaan in een steeds rodere gloed. Wanneer ik het pak slaag nog wat verder opvoer, begint haar lichaam meer te bewegen. Ze gooit haar lange haren van links naar rechts en even later begint ze te trappelen met haar benen. Na een flinke klap onderaan haar rechterbil vliegt een van de pumps met een fraaie boog door de kamer. Niet veel later volgt de andere helft van het paar. Gelukkig is er weinig van waarde dat geraakt kan worden.
Mijn gewillige slachtoffer hijgt, steunt, gilt en kreunt erop los, maar ze klinkt nog niet echt in paniek. Nu haar benen alle kanten opvliegen, een bewijs van haar lenigheid, heb ik ook een goed uitzicht op haar edele delen. Daar glinstert duidelijk wat vocht, een verdere bevestiging dat ze nog van haar les Nederlands kan genieten. Ik besluit te beginnen aan de grande finale. Het tempo gaat nog iets omhoog, de klappen worden nog wat harder. Ik voel het aan mijn hand, maar dat leed heb ik graag over voor deze ervaring. Dan buigt ze haar rug, strekt een hand naar achter en houdt deze voor haar bips. “Oeh, I think I understand now!” brengt ze uit. Ik besluit met enige spijt dat ze haar les zo geleerd heeft. Ik laat haar los en met een sierlijke beweging staat ze op. Met twee handen begint ze over haar achterste te wrijven. Haar ogen twinkelen ondeugend.

“You were right, that was fun! You enjoyed, that, no? I feel you, in my belly.” Ze wijst naar mijn broek en ik word me plots bewust van mijn parate geslachtsdeel. Ik bloos er een beetje van. “’ere, let me ‘elp you.” Achteloos laat ze haar slipje van haar benen glijden terwijl ze op me afstapt. Als versteend kijk ik toe hoe ze mijn knoop en rits losmaakt en mijn ondergoed aan de kant schuift, zodat mijn penis als een slang tevoorschijn schiet. Ze zakt op haar knieën, kijkt me even aan en neemt hem vervolgens in haar mond. Met diepe halen beweegt ze haar lippen over mijn schacht. Even denk ik dat ik gek word, of misschien droom. Ik knijp mezelf en weet dan zeker dat dit echt gebeurt. Dan pakt ze haar handen erbij en speelt daarmee met de onderkant van mijn penis, terwijl haar mond gestaag doorgaat. Ik voel mijn hoogtepunt naderen wanneer ze plots stopt.
Even twijfel ik. Moet ik zeggen dat ze door moet gaan, dat ze niet op dit moment kan stoppen? Die gedachte zet ik van me af en ik neem haar uitgestoken hand aan. Zo volg ik haar naar mijn bed aan het eind van de studio. Ze laat mijn hand los en gaat op haar rug op het bed liggen. Dan kijkt ze me verleidelijk aan. “I enjoyed your billenkoek, RRRobbert, I need you to help me too.” Ze spreidt haar benen, de hint is volkomen duidelijk. Mijn kleren vliegen door de kamer, in sneltreinvaart gaat een regenjasje aan en ik werp me op haar. Ze strekt haar benen in de lucht wanneer ik op haar lig en ik glijd soepel naar binnen. Haar billen voelen nog warm tegen mijn bovenbenen. Mijn ritmegevoel is nog niet verdwenen, maar nu werken we samen. Onze lichamen werken als een machine, steeds sneller, steeds harder, tot ik het niet meer houd. Ik kom klaar met een gevoel als een explosie en stort dan op haar lichaam ineen. Totaal vermoeid rol ik van haar af. Ik merk niet eens dat ik in slaap val.
Hoeveel later ik wakker word, weet ik niet. Het kan niet heel lang zijn, maar meer dan een paar minuten. In mijn ooghoek zie ik Chiara. Ze heeft haar kleren weer aangetrokken en ook haar haar weer gemodelleerd. Ze maakt zich klaar om te vertrekken. Even twijfel ik of ik haar niet wil stoppen, maar dan bedenk ik dat dit eigenlijk wel een prima einde van een prachtige middag is. Ze haalt nog wat uit haar tas. Eerst zie ik niet wat het is, maar wanneer ze het papier uitrolt, zie ik het wel: een landkaart. Een kaart vol met kruisjes, waar nu een kruisje door Nederland bijkomt. Dan ruimt ze haar spullen op. Net voor ze vertrekt kijkt ze nog even richting het bed. Ik knijp snel mijn ogen dicht, maar wanneer ik ze weer open, zie ik dat ze me aankijkt. Ze geeft me een knipoog. Ze draait zich om en loopt naar buiten.

Sanne in de Bioscoop

Even lekker een avondje niks, daar kijkt Sanne de hele week al naar uit. Zo’n handeltje in Chinese telefoons runt zichzelf niet en ze kan wel wat afleiding gebruiken. Daarom heeft ze vanavond een avondje bioscoop gepland met haar beste vriendin Evi. Die heeft een kaart waarmee je naar voorpremières kunt. Je weet nooit van tevoren wat je te zien krijgt. De ene week zit je te zwijmelen bij een Frans drama, de volgende week ligt de vloer al voor de reclames goed en wel afgelopen zijn bezaaid met lijken. Bij de plaatselijke bios hebben ze een mooie deal, waarbij je eens per maand iemand mee mag nemen. Daar maken de meisjes nu gebruik van.

“Ik haal even nog wat popcorn,” zegt Evi in de hal van de bios. “Ik wacht hier wel,” antwoordt Sanne. “Zorg je ook voor cola voor ons?” Evi knikt. Terwijl Evi in de rij staat, kijkt Sanne naar de grote schermen waarop trailers van hollywood-blockbusters draaien. Opzwepende dancemuziek klinkt door het hele gebouw. Er hangt een zoete geur van popcorn en snoepgoed met veel te veel suiker. Eigenlijk komt ze hier niet zo heel vaak. Haar leven bestaat vooral uit studeren overdag en geld verdienen in de avond en als niemand kijkt. Ze is nooit op een date geweest in een bioscoop, eigenlijk überhaupt niet vaak. Nu waren de meeste jongens van haar leeftijd ook niet echt de moeite waard. De meesten waren niet al te snugger of ze liepen als hondjes achter haar aan. Wie zat daar nu op te wachten?

“Zo, ik heb voor jou een beker cola, en een grote bak popcorn voor ons beide,” zegt Evi wanneer ze terugkomt. Sanne lacht even als teken van dankbaarheid. Dan lopen ze samen naar zaal 4, waar hun film die avond vertoond zal worden. “Zo dames, samen naar de film?” zegt de controleur wanneer Evi haar kaart laat zien. Met een blik op de jongen heeft Sanne haar oordeel geveld. Natuurlijk, zo’n lange blonde jongen, net wat ouder dan zij, is op het eerste gezicht best aantrekkelijk. Zij kijkt echter direct verder dan dat. Een jongen van 20 die nog in de bioscoop werkt, die gaat nergens heen met zijn leven. Daarnaast kijkt hij ook niet al te snugger. Ze keurt hem verder geen blik meer waardig. “Wacht even, klopt dit wel? Ben je deze maand niet al samen geweest?” vraagt hij wanneer hij de kaart onder ogen heeft. “Euh, nee?” antwoordt Evi met enige arrogantie. “Het is net december, de nieuwe maand is begonnen.” De jongen loopt rood aan. “Excuses, dat is ook zo. Veel plezier dames.” Evi en Sanne kijken elkaar aan en beginnen te proestend te lachen. Zonder groet lopen ze door.

“Wat zou het worden?” fluistert Sanne wanneer ze op hun plaatsen zitten. De reclames spelen inmiddels op de achtergrond. “Ik weet het niet, een romantische comedy met een van de Hemsworth-broertjes zie ik wel zitten” antwoordt Evi. Sanne zegt wel dat haar dat ook leuk lijkt, maar eigenlijk vindt ze dat ook maar een stel dommekrachten. “Zolang het maar niet die nieuwe Rocky-film is,” schampert ze. Evi laat haar lip slap naar beneden vallen en schreeuwt: “Aaaadriaaaan!” Naast haar draait iemand zich naar hen om en ze beginnen weer te proesten van het lachen.

De reclames gaan voorbij en ook de aankondigen zijn geweest. Het moment waar ze allemaal op zitten te wachten. Wordt het een romantische comedy? Wordt het een spannende film met een intelligente en charismatische geheim agent? Er klinkt spannende muziek, de titels springen in beeld, het wordt… Transformers? “Wat?!” brengt Sanne uit, op een toon die nauwelijks nog als fluisteren te beschrijven is. “Dit zuigt! Robots, een matig plot en ook nog de zoveelste keer? Dit wordt echt niks!” “Ssht, laten we eerst kijken,” probeert Evi. Met een diepe zucht probeert Sanne het flinterdunne verhaal te volgen. Dan ziet ze haar vriendin naast haar langzaam wegglijden in de stoel. “Brrraahh, bo-ring!” fluistert Evi. “Dit is echt zó slecht, laten we naar huis gaan.” Daar heeft Sanne geen zin in. “Nee, ik wil een avondje gezellig doen, laten we nog even blijven zitten. Misschien wordt het toch nog wat.” Het blijkt ijdele hoop. Enkele minuten later zit ze, net zo onderuitgezakt, te lurken aan haar cola, die aan het geluid te horen op lijkt te zijn. Ook dat nog.

Ze wiebelt met het rietje over de bodem van de beker terwijl ze er hard aan zuigt. Af en toe vindt ze nog een druppel, maar het grootste deel wordt er alleen lucht aangezogen. De luide slurpgeluiden zorgen ervoor dat de vrouw voor haar zich omdraait. “SSsst!” zegt ze met een boos gezicht en kijkt dan weer naar het scherm, zodat ze niet ziet dat Sanne met haar ogen naar haar rolt. “Wat een zeikerds hier,” begint ze het gesprek met Evi. “Ja, ik zag ‘t. Je mag hier niet eens wat drinken, blijkbaar,” antwoordt Evi. “Het zijn vast een beetje treurige mensen, dat ze deze film leuk vinden. Of ze doen heel goed alsof, dat kan natuurlijk ook,” zegt Sanne en ze lurkt nog een keer aan haar beker. “Dan moeten ze trouwens wel heel hard hun best doen. Die gesprekken gaan helemaal nergens over. “Hur-hur, ik ben een auto en een robot, hur-hur.” Evi schiet in de lach en neemt een van de andere rollen op zich. Zo synchroniseren ze de film na, tot een man schuin voor hen zich woedend omdraait: “Zouden jullie alsjeblíeft stil willen zijn? Ik probeer hier de film te volgen.”

Even zorgt de spanning ervoor dat ze zich beschaamd stilhouden, maar al gauw maakt de schaamte om dit standje plaats voor verontwaardiging. Waar bemoeit zo’n vent zich eigenlijk mee! Evi lijkt zich precies zo te voelen. Ze pakt een grote hand popcorn en gooit die tegen het achterhoofd van de man. Op dat moment maakt die man een fatale vergissing: hij hoopt dat het probleem zich oplost door het te negeren. Een spelletje is geboren. Om beurten gooien ze wat popcorn tegen de man en daarna wordt er flink gegiecheld. De kunst is om de tussenpozen precies zo lang te laten duren dat er een kleine hoop ontstaat dat ze eindelijk zullen stoppen met gooien, zonder dat e zich te lang hoeven te vervelen tussendoor. Hij probeert het nog een keer wanneer hij zich met een ruk omdraait. “Dames, nu is het afgelopen, begrepen?” De kracht van het eerste standje is er nu niet meer. De meiden kijken hem ondeugend aan en Sanne grijpt haar kans om een popcornkorrel in zijn gezicht te gooien. Boos staat de man op en loopt de zaal uit.

De popcorn is echter nog niet op en de film is nog niet eens bij de pauze. Al gauw wordt een nieuw spelletje bedacht. De popcorn wordt in grote bogen door de zaal gegooid, waarna er hard gelachen wordt als bezoekers zich omdraaien om te zien waar deze vliegende snacks vandaan komen. Plots voelt Sanne een scherpe pijn in haar oor. In haar ooghoek ziet ze de grimas van Evi en een oor dat tussen duimen en wijsvinger is vastgepakt. “Au, au, laat me los!” schreeuwt ze uit en ze klauwt naar de arm die ergens achter haar oor zou moeten zitten. Ze voelt hoe er steeds harder getrokken wordt en ze staat in een reflex op, om te ontkomen aan het gevoel dat haar oor eraf getrokken wordt. Naast haar doet Evi hetzelfde. Even kijken ze elkaar aan, een blik vol pijn en ongemak.

“Meekomen, dames,” klinkt het bevel. Niet dat het nodig is, met haar oor zo in de houdgreep. Met ongemakkelijke stappen wordt ze samen met haar vriendin meegevoerd, alle protesten ten spijt. Vanuit de zaal klinkt een applaus en luid gejoel. Ze worden meegesleurd over de balustrade – god weet hoeveel mensen vanuit de hal naar hen staren – en naar een slecht verlichte kamer gebracht. Daar worden de oren eindelijk losgelaten. Meteen schiet Sannes hand naar haar oor om de pijn een beetje weg te wrijven. Evi doet in spiegelbeeld hetzelfde. Dan herstelt ze zich en kijkt woedend naar de man die haar dit heeft aangedaan. Het is de jongen van de kaartjes! “Lompe eikel, wat denk je dat je aan het doen bent,” schreeuwt ze boos. De jongen blijft ijzig kalm. “Ik kreeg berichten van overlast, ben gaan kijken en heb toen met eigen ogen waargenomen dat jullie andere bezoekers lastigvielen. Daarop heb ik besloten om actie te ondernemen.” “Actie, ons mishandelen bedoel je! En nu heb je ons naar dit donkere hok gebracht om ons wie weet wat aan te doen. Laat ons los.” Ze is helemaal buiten adem na deze tirade.

“Al goed dames, jullie kunnen vertrekken,” opent de jongen de onderhandelingen. Even kijkt Sanne hem verbluft aan, maar wanneer ze weg wil lopen steekt hij waarschuwend zijn vinger op. “Alleen dan bel ik nu wel de politie voor huisvredebreuk.” Haar hart maakt een sprongetje. In aanraking komen met de politie is zeker geen goed idee! Voordat ze het weet, komen ze achter haar handel. “En anders?” vraagt ze voorzichtig. “Sanne, hoezo ‘en anders’, we hebben niks gedaan!” protesteert Evi. “Ik heb gewoon geen zin in politie, ok?” is het gespannen antwoord en ze kijkt de jongen weer aan. “Het alternatief is dat jullie hier beide een pak slaag van mij in ontvangst nemen en dan weer braaf plaatsnemen in de zaal. Als jullie je daar kunnen gedragen, mogen jullie je bioscoopkaart nog houden ook.”

“Dit is belachelijk, kom we gaan!” zegt Evi beslist. Ze wordt onmiddellijk door Sanne aan haar arm getrokken. “Volgens mij zei ik dat ik niets met de politie te maken wilde hebben. En volgens mij ben je vaak genoeg bij mij op bezoek geweest om ook niets met de politie te maken te willen hebben.” Ze staren elkaar even aan, tot Evi haar ogen neerslaat. “We kiezen voor de tweede optie,” zucht Sanne. De jongen lacht. “Prima, dan mag jij daar gaan staan en kijken wat je te wachten staat, en jij komt met mij mee.” Sanne loopt naar de zijmuur en ziet hoe de jongen op een stoel gaat zitten en Evi wenkt. Even kijkt Evi haar weer aan. Met haar ogen maakt ze duidelijk dat ze zijn aanwijzingen moet opvolgen. Zuchtend gaat Evi over zijn schoot liggen.

Sanne ziet hoe de jongen zijn hand in een stevig tempo laat neerkomen op de goedgevulde jeans van haar vriendin. Ze vindt het wel zielig dat ze zo geslagen wordt, maar het kan niet anders. Ze kan zelf geen risico lopen. Daarnaast, het is ook haar eigen schuld dat ze daar zo ligt. Ze had zelf ook genoeg popcorn gegooid. Binnen een minuut houdt het pak slaag al op. Pff, die loser heeft zeker niet meer in zich. “Hier voel je volgens mij niets van. Opstaan en broek naar beneden.” Weer protesteert Evi, maar een duidelijk “Eev!” van Sanne doet haar toch gehoorzamen. Meteen nadat ze weer over zijn schoot ligt, trekt hij haar ondergoed ook naar beneden. “Hey, viespeuk, laat los,” roept Evi, maar het heeft geen zin.

Dan kijkt de jongen opzij, naar Sanne. “Maak jij je billen ook maar vast bloot,” zegt hij geamuseerd. “Wat, ik ga hier niet in mijn blootje staan?” protesteert ze. “Prima, prima, ik zal de politie bellen, dat kan ook,” is zijn antwoord. Wat een eikel, hij maakt gewoon misbruik van de situatie. Alleen, ze weet dat hij alle macht in handen heeft. Ze kijkt hem boos aan, maar maakt dan uiterst langzaam de knoop van haar broek los en laat deze tot onder haar knieholte zakken. Na een volgende pauze volgt ook haar onderbroek. “Handen op je hoofd,” is het volgende sadistische bevel. Weer luistert ze met volle tegenzin. “Nu nog een rondje om te zien of je billen zo echt bloot zijn.” Ze heeft nog nooit zo boos gekeken, maar doet toch wat hij zegt. “Uitstekend,” is het commentaar.

Evi heeft het schouwspel met open mond gadegeslagen, maar nu gaat de aandacht weer naar haar achterste uit. Sanne ziet hoe de billen van haar vriendin langzaam rood geslagen worden. De paardenstaart aan de andere kant van de schoot wipt mee op het ritme van de slagen. Ze geeft echter geen kik, ook niet wanneer de jongen met een aantal harde klappen eindigt. “Goed, overeind en daar bij de muur. Jij, over mijn knie” beveelt hij met een priemende vinger naar Sanne. Met grote tegenzin volgt ze de aanwijzingen op. Ze schuifelt met haar broek rond haar enkels naar hem toe. Wanneer ze Evi passeert, geeft ze even een klein glimlachje en knijpt in haar hand. Daarna neemt ze de positie aan waarin haar vriendin net nog lag. Direct voelt ze de hand op haar billen en het begin van het pak slaag. Na de eerste schrik merkt ze dat het niet zozeer de klappen zelf zijn, als meer het niet aflatende ritme dat het zwaar maakt. Vastberaden houdt ze haar mond. Als Evi dit pak slaag stil kan ondergaan, kan zij het ook. Met een stevige bijt in haar lip voorkomt ze dat er geluid uit haar mond kan ontsnappen. Ooh, het begint nu wel zeer te doen. Nog even volhouden …

“Zo, overeind,” klinken de verlossende woorden. Sanne komt overeind, wrijft een keer over haar achterste en buigt door haar knieën om haar broek weer op te hijsen. “Ho, ho, wat denk je dat je aan het doen bent? Jullie denken toch niet dat je al klaar bent?” Wat een sadist! “We zijn echt wel klaar ja, je hebt je pleziertje gehad,” bitst Sanne. “Dames, dames, moet ik nu alsnog de politie bellen? Ik ben nog lang niet klaar met jullie, zeker niet na de manier waarop jullie mij behandeld hebben. Jullie zijn een verwaand snel onvolwassen meisjes, maar vanavond gaan jullie een toontje lager zingen.” Om zijn woorden kracht bij te zetten, gaat hij staan en haalt met een zoevend geluid de riem uit de lussen van zijn broek. “Ik wil dat jullie met de handen tegen de muur gaan staan, naast elkaar, voeten een pas uit elkaar en billen goed naar achter, zodat volkomen duidelijk is dat jullie je aan mij overgeven voor deze meer dan verdiende straf.”

Er ontstaat een vreemd schouwspel. Met hun onderkleding nog in een hoopje rond hun voeten beginnen Evi en Sanne een geanimeerd fluistergesprek. “Dit gaat te ver Sanne, die puistenkop heeft genoeg met zijn vette vingers aan ons gezeten. Laten we gaan, hij gaat nu echt niet meer de politie bellen. Dan moet hij dit ook allemaal uitleggen. We kunnen zelfs nog zeggen dat hij ons aangerand heeft, sterker, hij hééft ons aangerand!” Sanne kijkt nu een beetje wanhopig. “Ik wil het risico gewoon niet lopen! Als de politie achter mijn handel komt, dan ga ik naar zo’n opvoedingskamp, of misschien zelfs wel naar de gevangenis! Laten we nu maar doen wat hij zegt. Toe, ik heb je uit de brand weten te helpen met die creditcardschuld, help jij me nu uit de brand?” Ze woordgrap in haar hoofd over uit of in de brand helpen laat ze even zitten bij dit betoog.

Met een hele diepe zucht draait Evi een kwartslag en gaat vervolgens met de grootste stappen die ze nog kan maken richting de muur. Op een halve meter achterstand volgt Sanne haar. Zij aan zij staan ze nu te wachten, handen tegen de muur en voeten naast elkaar. “Billen naar achteren, zoals ik had gezegd,” zegt de jongen. Uiterst langzaam en met veel tegenzin duwen ze hun achterwerken hoog de lucht in, tot er eindelijk een tevreden geluid volgt. Dan volgt een luid zoevend geluid en Sanne knijpt haar ogen dicht. Nog een zoef, en nog een. Ze kijkt naar Evi, maar die kijkt alleen vragend terug. Grr, die eikel zit ons alleen angst aan te jagen. Weer een zoef, maar nu ziet ze de pijn op het gezicht van haar vriendin terwijl haar heupen naar voren bewegen. Direct daarna voelt ze de schok van de riem en de brandende streep die achterblijft. Haar goede voornemen om ook nu stil te blijven kan direct in de prullenbak. Meteen volgt er nog een klap, en weer kan ze een luide “aaah” niet inhouden. Dan is Evi weer aan de beurt, een, twee, drie keer achter elkaar. Dan is ze zelf weer aan de beurt. Met diepe ademteugen weet ze deze keer stil te blijven.

Het patroon van de klappen is onvoorspelbaar. Soms komen ze om en om, dan wordt een van de twee meiden tot wel zes keer na elkaar tot doelwit verklaard. Sanne probeert de klappen dapper op te vangen, maar als er enkele achter elkaar vallen, kan ze niet anders dan haar heupen draaien om zo haar billen uit de vuurlinie te krijgen. “Billen naar achteren en blijven staan,” wordt er gecommandeerd. Met een flinke inspanning volgt ze de aanwijzingen op. Net als het gevoel ontstaat dat ze nooit meer normaal kan zitten, hoort ze “Nog tien voor beide, en dan zijn we klaar.” Vreemd dat je dankbaar bent dat je nog ‘maar’ tien keer geslagen wordt, denkt ze wrang. Hij haalt op volle kracht uit naar Evi. Ze schreeuwt het uit en vliegt met haar handen naar haar billen. “Dit telt niet, terug in positie,” zegt de jongen streng. Een traan biggelt over Evi’s wang naar beneden. Sanne ziet hoe moeilijk haar vriendin het heeft en ze legt haar hand op Evi’s schouder. “Je kunt het lieverd, nog even en dan mag je hier weg.” Heel langzaam zakt ze terug in positie. Sanne legt zachtjes haar hand op die van haar vriendin om haar de kracht te geven door te zetten. Zachtjes jammerend doorstaat ze de laatste klappen.

Met de wetenschap dat ze nu zelf aan de beurt is, bouwt ze de weerstand op. Dat ettertje zal haar niet ook breken. Na de eerste klap twijfelt ze even. Wat doet dat zeer! Ze moet echter door, ze gaat zich hier niet overgeven. De tweede blijkt nog veel erger te zijn. Ze moet iets doen, anders gaat ze het niet redden. “Schiet je nog op? Dan kunnen we misschien de film nog zien!” roept ze brutaal. Haar opmerking mist zijn kracht niet. Plots komen de klappen in hoog tempo. Ze knijpt haar ogen dicht en blaast haar adem met volle kracht tegen de binnenkant van haar lippen. Nog heel even volhouden, nog heel even, god wat doet dit pijn, tien! Met een grote plof ontsnapt alle binnengehouden adem. Dan springt ze rechtop en draait zich om. Of het lukt om hem aan te kijken alsof het haar niks gedaan heeft, weet ze niet, maar zo voelt het wel. Een gevoel van overwinning.

“Nou dames, kleed je maar weer aan, dan gaan we terug naar de zaal.” Terwijl ze haar kleren weer schikt, werpt ze heel even een blik op de billen van haar vriendin. Wat een slagveld! Grote roden banen, met scherp afgebakende uiteinden aan de rechterkant en een grote boze donkerrode massa in het midden. Bij haar zal het er niet veel beter uitzien … Snel veegt Evi nog wat restjes mascara van haar gezicht. Dan valt ze in de uitgestoken armen van Sanne. Met een dikke knuffel wordt duidelijk dat de vriendschap in elk geval overeind is gebleven, al kan hetzelfde niet gezegd worden van hun waardigheid.

De jongen begeleidt de twee ondeugden terug naar de zaal. Ten afscheid drukt hij hen nog op het hart dat ze de hele film keurig moeten blijven zitten en zich moeten gedragen, anders volgt er nog een derde ronde. Daar wordt flink gegniffeld wanneer ze heel voorzichtig weer plaatsnemen in hun stoel. Gelukkig hebben de andere gasten al gauw weer alleen aandacht voor de film, die ook nu bijster saai blijkt te zijn. Na vijf minuten komt er wel enige verlichting: de pauze. “Zullen we even naar buiten gaan?” vraagt Sanne. “Ik weet niet of dat mag en ik kan echt niet nog meer straf verdragen,” antwoordt Evi zuur. Met een zucht besluit Sanne dat het misschien wel verstandig is om gewoon te blijven. Plots wordt het weer donker. “He, duurt de pauze maar zo kort?” vraagt Evi. Sanne weet het ook niet en kijkt verbaasd naar het scherm.

“Wij onderbreken de pauze voor een bijzondere vertoning,” klinkt de omroepstem. Hmm, dit maakt toch wel nieuwsgierig, denkt Sanne. Het is al gauw beter dan de film zelf. Dan gaat het scherm weer aan. De eerste beelden zijn een beetje onduidelijk, maar dan lijkt het alsof iemand een licht aanknipt. Het lijkt nu alsof het beelden zijn van een veiligheidscamera? Wat een rare beelden. Ze probeert te zien wat er gebeurt, maar kan de beelden nog niet goed ontwaren. Dan hoort ze naast haar Evi schrikken. Ze kijkt opzij en ziet dat zij met een lijkbleek gezicht naar het scherm kijkt. Ze staart weer naar het scherm. Dan ziet ze het. Het is een jongen, en twee meiden. Meiden die aan hun oren meegesleept worden. Ze staat op, klaar om naar de uitgang te rennen, maar in de deuropening staat de jongen hoofdschuddend te wachten met zijn armen over elkaar. Met een rode kop zakt ze diep weg in de stoel en wenst zich hier ver, ver vandaan.

De Barones (2)

Op deze specifieke ronde is er echter nog niets aan te merken geweest. De stallen waren helemaal spik en span. Het hooi was keurig opgestapeld, er was geen spatje modder te bekennen op de paarden, die ook nog eens allemaal een prachtig glanzende huid hadden. Met enige terughoudendheid moest ze haar staf complimenteren. Complimenten worden natuurlijk niet zomaar uitgedeeld, daarvan ga je te veel op je lauweren rusten. Soms zijn ze echter volledig verdiend, en dit was zo’n ochtend. In de keuken liep ook alles op rolletjes. De enige communicatie had te maken met het doorgeven van de gerechten, die vervolgens in een keurige looppas naar het volgende station werden gebracht. Elk spatje werd direct opgedoekt, elke gebruikte pan direct afgespoeld, elk bereid voedsel direct afgedekt en gecodeerd. Na ongeveer 15 minuten de gang van zaken te hebben geobserveerd, moest ze ook hier haar opperste waardering uitspreken.

Vele edele dames zouden dolgelukkig zijn met zo’n goedlopend huishouden. Hélène houdt er echter een knagend gevoel van irritatie aan over. Is ze haar scherpte soms verloren en zijn er allerlei verborgen gebreken die haar personeel handig voor haar verborgen hebben weten te houden? Is ze misschien te mild geworden en heeft ze te lage standaarden voor haar staf gezet? Dat zou verschrikkelijke gevolgen kunnen hebben! Vanmiddag zou niet alleen haar man terugkomen van een lange veldoefening en had ze haar vriendin de gravin uitgenodigd, er komt ook nog een hele delegatie aan hooggeboren vriendinnen van de gravin mee om te zien hoe haar huishouden reilt en zeilt. Ook hun echtgenoten zijn erbij, op wie ze een goede indruk moet achterlaten ter bevordering van de carrière van haar man. Ze hebben vast lovende verhalen gehoord over de gedisciplineerde samenwerking waardoor alles op rolletjes loopt. Als de gasten merken dat het eigenlijk een zooitje is, zullen ze haar zeker uitlachen en wordt ze nooit uitgenodigd voor het jaarlijkse soirée der gravinnen, een enorm opstapje voor een barones zoals zij. Hoe langer ze erover nadenkt, hoe zekerder ze wordt van haar zaak: ze is laks geweest, ze heeft haar oordeel laten vertroebelen en dat is de reden waarom ze nog niemand heeft bestraft deze ochtend. Maar zo kan het niet langer!

Als een roofdier op zoek naar een prooi beweegt ze zich door de slaapvertrekken. En warempel, bij de derde kinderkamer, als ze het niet dacht! Gerimpelde lakens in de hoek van het bed! Ze stormt de kamer uit en vindt tot haar geluk direct het verantwoordelijke kamermeisje, dat nog bezig is om de kar met vuil beddengoed in te laden. “Jij, kom eens kijken,” zegt ze streng. Het meisje schrikt op en loopt met lood in haar schoenen achter de barones aan. “Hier, kreukels, dat is onacceptabel, meisje! Over de knie met jou!” “Alstublieft mevrouw, het is maar een heel klein kreukje. Mag ik niet het bed opnieuw opmaken zodat u me niet hoeft te straffen?” smeekt het kamermeisje nog, maar de barones moet er niets van hebben. “Geen sprake van!” snuift ze, “er is maar 1 manier waarop jij leert. Vooruit, we hebben niet de hele dag!” Ze is intussen op een houten stoel gaan zitten en wenkt naar het meisje, dat aarzelend dichterbij komt. Binnen de reikwijdte van de armen van de barones gekomen wordt ze bij haar pols gepakt en met een klein gilletje ruw over de schoot getrokken. “Geen getreuzel had ik gezegd!” bijt de barones haar toe, terwijl ze de zwarte rok omhoog tilt en het ondergoed omlaag trekt. Twee blanke billen komen zo tevoorschijn. Door de jaren heen had ze heel wat achterwerken gezien en getuchtigd en had ze de vorm, kleur en zelfs consistentie ervan leren waarderen. Misschien was dit stel wat te mager naar de smaak van de barones, maar wel nog jong en soepel. Met haar linkerhand houdt ze het middel van het meisje vast, terwijl ze haar rechter hard op het zitvlak laat neerkomen. Dat proces herhaalt zich, waarbij elke klap een klein gilletje aan het kamermeisje ontlokt. Snel kleurt de nog weinig getrainde huid rood en niet veel later volgen de eerste traantjes. Wanneer ze een mooie, egaalrode kleur heeft bereikt is het genoeg geweest. Met een laatste reprimande herschikt ze de kleren en stuurt ze het meisje weg.

Het voldane gevoel over het herstel van de orde der dingen duurt niet lang en al snel begint het weer te kriebelen. Ze heeft een kamermeisje op haar plaats gezet, maar is dat voldoende voor de garantie op prestaties in het hele huishouden? Sterker, wie hebben straks het meest te maken met de gasten? De bedienden! Wil ze een succesvolle middag hebben, dan moet ze ervoor zorgen dat de bedienden in topvorm zijn. Ze sluipt door het huis in de hoop er een te vinden. Al snel vindt ze Kees, een ervaren bediende van midden de 20. Ze volgt hem een tijdje door het huis om te zien of er iets aan te merken is op zijn werk. Hoewel hij duidelijk zenuwachtig wordt van de stalkerige aandacht, valt er niets op zijn werk aan te merken. Teleurgesteld kan ze daar natuurlijk niet om zijn, dat is precies wat je wil op zo’n belangijke dag. Ze besluit op zoek te gaan naar Marijke, de jongste bediende met slechts 19 jaar. Ze heeft haar gisteren nog moeten bestraffen omdat ze belangrijke post van haar man niet met de juiste urgentie behandelde. Geheel logisch volgt er vandaag een controle of alles nu wel goed gaat.

Stilletjes loopt ze naar haar toe. Marijke lijkt geheel in gedachten verzonken bij het strijkwerk. Plots verstapt de barones zich, waardoor haar schoenen luid op de grond klakken. Verschrikt draait Marijke zich om en laat pardoes het gietijzeren strijkijzer op de grond vallen. “Marijke! Dat is een antieke houten vloer!” zegt de barones woedend. “Het spijt me mevrouw, u liet me schrikken,” verontschuldigt ze zich, maar Hélène wil er niets van weten. “Aan excuses heb ik niets. Vooruit, over de commode buigen!” beveelt ze. Marijke kijkt haar nog even smekend aan voor ze het bevel met neergeslagen ogen opvolgt. De barones tilt de rokken omhoog en pint deze vast op de rug met enkele spelden die ze speciaal voor dit doeleinde bij zich draagt. Daarna knoopt ze uiterst langzaam de directoire open, waarna een prachtig, welgevormd achterwerk wordt onthuld. Een achterwerk waar de strepen, rood en ook wat gelig aan de rechterkant, nog op staan na de bestraffing van gisteren. “Ik zal je sparen, Marijke, door aan de andere kant te gaan staan. Dan komt het verre eind van het leer op de minder geteisterde kant terecht.” “Dankuwel, mevrouw,” antwoordt Marijke met trillende stem.

Met een geoefende backhand knalt de barones de strap op de reeds gehavende huid. Al snel ontstaan ook op Marijkes linkerzijde een samenspel van gemene rode strepen. Hoewel ze zich kranig weert en zo stil mogelijk blijft staan, kan zij niet voorkomen dat enkele kreten aan haar lippen ontsnappen. Normaal gesproken stopt de barones wanneer de billen van top tot teen zijn bewerkt, maar ze besluit geen risico te nemen en een tweede ronde uit te voeren. Dan laat ze haar weer overeind komen. Tevreden kijkt ze hoe Marijke hevig over haar achterwerk wrijft in een poging de pijn uit te bannen. Tevergeefs natuurlijk, het zal wel even duren voor dit gevoel weg is.

Wanneer de lunch dichterbij komt, begint het toch weer te knagen. Wat als er iets niet goed gaat tijdens het diner? Dat zou een blamage zijn! Plots krijgt ze een idee. Ze beent naar het tableau en belt al haar personeel bij elkaar. Het is misschien niet verstandig om de keukenhulpen op dit punt te storen, maar dit is belangrijk en ze hoeft hen niet lang te s. “Dames en heren, ik stoor jullie maar even voordat jullie weer aan het werk mogen. Zoals jullie weten, is de lunchafspraak vanmiddag van het opperste gewicht voor mij. Ik verwacht jullie daarom allemaal in jullie beste doen. Fouten zullen niet worden getolereerd! Wanneer gasten niet met het juiste respect worden behandeld, wanneer het eten niet van de beste kwaliteit is, wanneer de paarden van de gasten niet de allerbeste zorg krijgen, kortom, wanneer er iets is, waarvan ik oordeel dat de kwaliteit beneden perfect ligt, zal de verantwoordelijke een publieke en uiterst pijnlijke correctie krijgen tijdens het middagappèl. Is dat duidelijk?” “Ja, mevrouw de barones!” klinkt het als uit één mond en tevreden stuurt ze haar personeel weer terug naar hun werk.

Anderhalf uur later arriveren de eerste gasten. Onder het scherpe toezicht van de barones worden ze met alle égards onthaalt. De baron komt even later ook aan en begroet zijn vrouw met een korte zoen. Terwijl ze vraagt naar het verloop van de oefening, houdt ze in haar ooghoeken iedereen rond haar heen in de gaten. Tot haar opluchting loopt alles op rolletjes, en langzaam kan ze de spanning een beetje loslaten. Tijdens het diner krijgt ze aan de lopende band complimenten over het lekkere eten en de uitmuntende bediening. Ze begint zowaar te stralen. “Wacht even Hélène, even iets vragen,” zegt haar man en hij draait zich naar de butler. “Antonie, zijn die papieren voor het ministerie van defensie nog de deur uitgegaan?” De butler denkt even na. “Ik zal het even nagaan, meneer.” Even later komt hij terug met een stapel papieren. “Ik vond deze nog meneer, zijn dat de papieren die u bedoelt? Ze lagen niet in het postvak.” De baron kijkt even snel door de stapel en knikt dan. “Ja dit zijn ze, die hadden al de deur uit moeten zijn,” zegt hij geïrriteerd. “Zou je daar alsnog voor willen zorgen?” De butler knikt en groet alvorens voor de papieren te zorgen.

De barones denkt even na. Aan de ene kant is ze echt heel tevreden over het verloop van de lunch. Er is een grote fout gemaakt, maar die heeft ook niet per se met vandaag te maken. Aan de andere kant ligt hier een grote kans om te laten zien hoe ze zorgt voor discipline in het huishouden. Terwijl het servies van de laatste gangen om haar heen wordt opgeruimd, neemt ze een besluit. “Kun je de gasten vragen te blijven zitten tijdens het middagappèl?” De baron kijkt haar argwanend aan. “Waarom wil je dat, lieverd?” Met een onschuldig gezicht legt ze uit dat er nog een disciplinaire zaak afgewerkt moet worden en dat het vreemd zou zijn als de gasten zonder bediening in de salon zouden moeten wachten. Haar man kijkt haar heel argwanend aan, maar geeft het verzoek toch door.

Wanneer alles opgeruimd is, staat de barones op en rinkelt de bel voor het appèl. Een voor een komen de personeelsleden met stevige passen naar binnen. Ze stellen zich keurig op in de rij en staren naar de andere kant van de zaal. “Geacht personeel, ik wil jullie de grootste complimenten geven voor vandaag. Ik denk dat ik voor iedereen hier spreek als ik zeg dat de lunch vandaag voorbeeldig voorbereid en verlopen is.” Een van de gravinnen heeft schijnbaar iets te diep in het glaasje gekeken en valt haar luidruchtig bij. “Voordat jullie echter kunnen inrukken is er nog een punt af te werken. Vanmorgen heb ik aangekondigd dat er een publiekelijke tuchtiging zou komen wanneer er iets zou zijn waarover ik niet geheel tevreden ben. Zojuist is mij ter ore gekomen dat belangrijke papieren voor mijn man niet op tijd verstuurd zijn. Dat is onacceptabel. Degene die hiervoor verantwoordelijk is, zal door hier en nu door mij gestraft worden. Wil deze persoon zich nu melden?”. Ondanks de uiterst heldere toon, gebeurt er niets, dus probeert ze het nog eens. “Kom, kom, ik heb niet de hele middag. Als iemand iets weet over de verantwoordelijke, wil ik dat die NU naar voren komt.” Deze keer heeft ze wel resultaat. Met een aarzelende pas stapt Marijke naar voren.

“Marijke, was jij het? Je stelt me weer teleur, meisje. Misschien blijft deze les je langer bij,” zegt de barones streng. “Nee, mevrouw, ik was het niet, maar ik weet wie het is.” Er volgt echter geen naam en de barones verliest haar geduld. “Nou, meisje, vertel op? Of moeten we hier de hele middag blijven staan?” Marijke aarzelt nog even, maar spreekt dan op. “U was het mevrouw.” Hélène ontploft! Hoe durft ze, een bediende die haar beschuldigt! “Wat een lage beschuldiging! Naar voren, ik ben nog niet klaar met jou!” Plots wordt ze onderbroken door de baron. “Hélène, wacht even, geef haar een kans om het uit te leggen.” Ze staren elkaar even aan, tot ze uiteindelijk moet inbinden. “Goed dan, meisje, wat is je verklaring?” Marijke kijkt naar de baron, dan naar de grond. “Gisteren heeft u me gestraft omdat ik de papieren voor de baron nog niet verwerkt had. Daarna heeft u de papier van me afgepakt en gezegd dat als u wilde dat iets goed ging, u het zelf moest doen.” Er valt een stilte, en de barones trekt wit weg wanneer ze zich het voorval herinnert. Ze had de papieren inderdaad aangenomen, maar weer weggelegd doen ze een van de kindermeisjes te streng met haar jongste dochter had zien omgaan. Daarna was ze de stapel papieren helemaal vergeten.

Langzaam herstelt ze zich. “Eum, goed, bedankt voor de uitleg, Marijke. In dat geval is het appèl ten einde en kunnen jullie verder met jullie taken. We nemen zo een drankje in de …” Het schrapen van de keel van de baron onderbreekt haar. “Volgens mij zijn we nog niet helemaal klaar,” kondigt hij op luide toon aan. Ze kijkt hem even in verwarring aan. Hij staat op en kijkt even naar de gasten in de zaal, dan weer naar zijn vrouw. “Jij hebt gezegd dat degene die niet goed voor mijn papieren voor het ministerie gezorgd heeft publiekelijk gestraft gaat worden. We weten nu om wie het gaat, maar er is nog geen bestraffing geweest.” De mond van Hélène valt open. “Dat kun je niet menen!” brengt ze uit. Het gezicht van haar man staat nu heel streng. “Als ik zie hoe je met ons personeel omgaat, ben ik duidelijk laks geweest. Het is te lang geleden dat ik je nog eens over de knie genomen heb.” Ze begint te blozen nu bij haar ondergeschikten bekend is dat ze zelf ook wel eens op ouderwetse wijze gestraft wordt. “Die onoplettendheid zullen we nu echter goedmaken.” Hij knikt naar de stalknechten en vraagt hen de bok naar binnen te rijden.

“Hélène, ik laat je de keuze. Je kunt of eerst over mijn knie zodat ik je zitvlak goed voorverwarm of we kunnen direct verder met de cane. Zeg het maar.” Ze staat voor een duivels dilemma. Het vooruitzicht om voor haar gasten als een kamermeisje billenkoek te krijgen staat haar niet bepaald aan. Aan de andere kant weet ze maar al te goed wat een verschil het is om stokslagen te krijgen op maagdelijke billen ten opzichte van op een achterste dat op een bestraffing is voorbereid. Ze hakt de knoop door en met een uiterst zacht stemmetje vraagt ze om de tweede optie. Gelukkig vraagt hij haar niet zich nog wat luider te herhalen, iets wat in een privévertrek zeker het geval zou zijn geweest. Zwijgend pakt hij een stoel met een stevige zitting en zet die zo neer dat ze nog een klein beetje privacy hebben. Ze kijkt hem nog even smekend aan, maar aan zijn gezicht te zien is het nog veel te vroeg voor enig medelijden. Dan gaat ze over zijn schoot liggen en sluit haar ogen.

Ze voelt hoe haar rokken en onderrokken worden opgetild. Er ontstaat kippenvel op de huid van haar achterwerk wanneer die wordt blootgesteld aan de tocht in de kamer. Met een korte waarschuwing begint het pak slaag. De eerste klappen doen nauwelijks pijn en het branderige gevoel dat ze langzaam begint te voelen was onder andere omstandigheden misschien niet eens zo onprettig geweest. De knoop in haar maag en de gedachten aan wat haar te wachten staan zorgen echter dat ze zich miserabel voelt. Met enkele harde klappen, die zorgen dat ze met haar voeten over elkaar schuurt om het gevoel op te vangen, wordt dit onderdeel beëindigd. Zodra de klappen stoppen wenst ze dat hij door zou gaan, hoe pijnlijk die laatste ook waren. Alles beter dan wat er nu volgt.

De baron slaat haar rokken terug, zonder de moeite te doen haar ondergoed weer dicht te knopen, en helpt haar overeind. Ze weet haar ogen van de gasten af te houden terwijl ze richting de bok gevoerd wordt. Nooit eerder heeft ze met zoveel angst naar het meubel gekeken. Ze smeekt nog een keer zachtjes bij haar man, maar die laat weten dat er geen ontsnappen mogelijk is. “Als jij vindt dat dit een goede manier is om met ons personeel om te gaan bij de kleinste foutjes, dan is het hoog tijd dat je erachter komt hoe dat voelt. Zoals het gezegde gaat: ‘wie haar billen brandt, moet op de blaren zitten’. Hopelijk ga je in de toekomst wat menselijker om met onze mensen”. Beschaamd wendt ze haar ogen weer af. Op bijna galante wijze helpt hij haar vervolgens over de bok. De houten spijlen voelen raar tegen haar buik. De stalknechten maken vervolgens de riempjes rond haar polsen en enkels vast. Even ziet ze een grijns over het gezicht van de voorste knecht glijden. Zelfs in deze miserabele positie kookt ze nog heel even van woede. Die zal de gevolgen van deze brutaliteit nog wel voelen! Dan is ze terug in de realiteit, wanneer ze voelt hoe de baron de rokken weer optilt en met de leren band over haar rug vastbindt. Ze probeert haar handen en voeten weg te trekken, en daarna haar middel te bewegen, maar het lukt niet. Ze kan geen kant op.

“Hélène, je hebt degene die vandaag een fout zou maken een ‘publieke en uiterst pijnlijke’ correctie beloofd. Aangezien je die fout zelf gemaakt heb, zal ik de straf toedienen. Ik weet wat voor strafmaatregelen je zelf toepast en zal dat als standaard gebruiken. Je krijgt van mij 24 slagen.” 24! Het duizelt even, dat zijn er zo veel! Stiekem weet ze, dat ze zelf waarschijnlijk ook tot dat getal zou zijn gekomen, maar dat is niet de belangrijkste gedachte op het moment dat je zo weerloos ligt. Integendeel, de paniek slaat toe wanneer ze eerst de cane hoort zwiepen en dan zachtjes tegen haar achterste voelt tikken. Ze knijpt haar ogen dicht wanneer de eerste slag valt, hoog op haar billen, om ze enkele seconden later weer te openen als de tweede golf aan pijn de eerste overspoelt. Zelfs met een warming up doet het verschrikkelijk zeer. Toch geeft ze geen kik, ze wil haar waardigheid behouden. “Één!” telt het personeel. Nog 23 te gaan.

Nummer twee landt net iets lager. Ze bijt op haar lip en maakt geen geluid, maar aan haar gebalde vuisten kun je zien dat het pijn doet. Zo gaat het ook bij de derde, de vierde, de vijfde. Ze concentreert zich op de grond, de pijn wegpuffend tot de volgende slag komt. Iedere keer als het personeel een getal noemt, telt ze in haar hoofd terug van 24. De zesde slag overlapt met een van de eerdere en in haar hoofd schreeuwt ze het uit. Ze trekt hard aan de leren riempjes, maar ze komt niet los. De volgende twee slagen raken het vlezigste gedeelte van haar zitvlak. Haar spieren spannen zich tegen de banden en langzaam komt er een beetje speling. Daar maakt ze meteen gebruik van als de volgende slag precies op de plek landt waar bil en been in elkaar overgaan. Daarna zijn haar bovenbenen aan de beurt. Ze zou de pijn wel willen wegwensen, of hard willen wegwrijven, maar het gaat niet. Met opperste concentratie vangt ze de volgende twee tikken op. Op de helft! Of dat iets is om te vrezen of om opgelucht over te zijn, daar is ze nog niet uit.

“Nou Henri, volgens mij ben je het verleerd, ik hoor nog geen geluidje uit haar mond!” Was dat nu Gravin van Stockhuyzen die ze hoort? Waar bemoeit dat mens zich mee! “Houd je mond, dronken tor!” roept ze uit, maar ze heeft onmiddellijk spijt. Wat moeten haar gasten wel niet denken, wat moet haar man wel niet denken? Dat laatste komt ze direct te weten. “Hélène! Wat een taalgebruik voor onze gasten. Ze wordt direct verrast met een nieuwe slag, midden op haar billen. Omdat ze zich niet schrap heeft gezet laat ze zich overvallen en kan daardoor een kreet van pijn niet onderdrukken. Ze hoort de graaf op strenge toon wat tegen zijn vrouw zeggen, maar ze kan niet goed onderscheiden wat er precies gezegd wordt. Haar man hoort ze echter wel, op diezelfde streng toon. “Dit lesje heeft duidelijk te lang op zich laten wachten. Je hebt er nog 12 te gaan, dame!”

Ze voelt het zachte tikken weer en zet zich opnieuw schrap. De uithaal landt weer precies tussen benen en billen, bovenop een van de eerdere strepen. “Ho!” roept ze uit. Dat moet ze niet nog eens laten gebeuren. Weer een slag, bovenaan dit keer. Nu is er stilte, behalve een licht kraken van het hout van de bok en het geluid van leren riemen die worden strakgetrokken door enkels en polsen die willen ontsnappen. Nummer 15 kan ze al puffend van zich af laten glijden, maar de opvolger, weer op haar bovenbenen, zorgt voor een traan in haar ooghoek en zachte geluidjes. Ze wil zo graag weg, zich beschermen, maar het lukt niet. Ze kan geen kant op, ze kan alleen de klappen opvangen en de pijn accepteren. Haar enige verweer is de stilte, en al die dingen worden steeds moeilijker om vol te houden.

“Laatste zes, Hélène, zet je schrap.” Even verwondert ze zich. Waarom zegt hij dat nu? Ze vreest een addertje onder het gras, maar op dit moment is ze niet in staat om helder na te denken. Haar gedachten bestaan vooral uit pijn, pijn en nog eens pijn. Haar man begint weer, en ze spant zich weer tegen de leren riempjes. Het gevoel is hetzelfde, een nieuwe, witte streep van pijn, die eerst wegtrekt, maar in de volgende seconden met dubbele intensiteit terugkomt, tot die na een seconde of 4 het hoogtepunt bereikt. Precies op dat moment is er weer het suizen van de cane en een nieuwe streep. In eerste instantie beseft ze nog niet goed dat er nu geen pauze van een halve minuut tussen de slagen is, maar dat er twee strepen tegelijk op volle intensiteit staan te gloeien. Daar komt al snel een derde bij en er ontstaat een gevoel van paniek. Alle weerstand valt weg en ze schreeuwt het uit. De vierde slag landt pal op de eerste van deze serie en die pijn is bijna onbeschrijfelijk. Als een gekooid dier werpt ze haar spieren in de strijd, maar ze komt nog geen centimeter uit positie. De laatste twee slagen landen op elkaar, net onderaan haar billen. Alle verzet stroomt weg uit haar lichaam. Ze zakt met haar borst op de ligging van de bok en begint te snikken. Met lange uithalen ligt ze daar, geen idee hoe lang. Alleen vaag is ze zich bewust hoe de riempjes worden losgemaakt. Wanneer ze weer een klein beetje terug op aarde komt, ziet ze hoe haar man een zakdoekje aanreikt. Met een dankbare blik, zonder een woord te zeggen, pakt ze de zakdoek en dept ze haar ogen.

Een van de bedienden knoopt haar ondergoed weer dicht. De stof schuurt over de gevoelige huid. Dat gevoel zal nog wel even aanhouden … Haar rokken vallen weer terug en ze komt uiterst langzaam overeind. Overal voelt ze de spierpijn, niet alleen in haar geteisterde achterste, maar ook in haar armen, benen en buik van al het worstelen tegen de leren riempjes. Wanneer ze staat, ziet ze voor het eerst sinds de bestraffing begon weer alle gasten zitten en een nieuw gevoel van schaamte spoelt over haar heen. Ze wordt nog roder wanneer haar man aankondigt dat ze nog wat te zeggen heeft tegen Marijke. Ze draait zich naar het meisje toe, maar durft haar niet aan te kijken. Tegelijkertijd staart ook Marijke naar de grond, niet in staat om haar bazin in de ogen te kijken. “Het spijt me dat ik je beschuldigd heb,” stamelt de barones op zachte toon. “Ik geloof niet dat ze je gehoord heeft, iets luider, Hélène!” zegt de baron streng. Het leek haast onmogelijk, maar ze wordt nog roder. Met een flinke inspanning herhaalt ze haar woorden en gelukkig is hij nu wel tevreden. Daarna mag ze terug naar haar stoel. Ze ziet de gezichten van de gasten. Enkelen kijken met een blik waaruit spreekt dat dit precies was wat ze had verdiend, de meesten kijken met een blik van medelijden. De gravin Van Stockhuyzen kijkt wat ellendig een andere kant op. Bij haar stoel aangekomen gaat de barones heel voorzichtig zitten. Op het moment dat haar billen de zitting raken en het gewicht van haar lichaam en kleding langzaam op haar zitvlak begint te drukken, knijpt ze haar ogen dicht. Voorzichtig wiebelt ze wat heen en weer, op haar tanden bijtend, tot ze een positie heeft gevonden die net iets minder pijnlijk is. “Gaat het?” vraagt haar vriendin, de gravin Van Vaart tot Vaart. Ze antwoordt met een flauw glimlachje. Dan merkt ze dat de oude hertogin van Knoetenburg haar pols heeft gepakt en er zachtjes over wrijft in een poging haar te troosten. Ondanks de pijn is de lunch niet op een totale mislukking uitgelopen.

Dan staat de graaf Van Stockhuyzen op. “Henri, een mooie vertoning, het is me duidelijk waarom hier alles op rolletjes verloopt. Dat is nog eens discipline van de oude stempel! Ik wil ook graag excuses maken voor het gedrag van mijn vrouw. We zullen ons daar te zijner tijd nog over verhouden, maar aangezien ze je beledigd heeft, hebben we afgesproken dat ze ook persoonlijk haar excuses aan je komt maken, he Beatrice?” Zijn vrouw zegt niets, maar na enige aansporing loopt ze, met een miserabele blik op haar gezicht, naar voren richting de baron. Daar aangekomen kijkt ze met zichtbare moeite in zijn ogen en spreekt met een brok in haar keel: “Het spijt me dat ik u en uw vermogens in uw huis beledigd hebt. Zou u mij alstublieft willen straffen?” De baron kijkt even naar de graaf, die een kort knikje teruggeeft. “Zeker mevrouw, gaat u liggen voor uw verdiende straf.” Zonder een woord neemt de gravin de plaats in waar ze net zelf nog lag. Ook nu worden de polsen en enkels weet met de leren riempjes vastgemaakt, waarna het door het zittende bestaan wat wijd uitgelopen achterwerk wordt ontbloot. “Six of the best, Henri, zorg dat ze ze voelt!” roept de graaf met bijna ongepast enthousiasme.

De baron laat er geen gras over groeien. Zijn spieren zijn nog warm en soepel van de eerste kastijding, dus proefslagen zijn overbodig. Hij houdt de stok tegen de billen van het aanstaande slachtoffer, heft deze hoog in de lucht om hem vervolgens met een ijzingwekkend suizen weer neer te laten komen. Of de gravin zich voorgenomen heeft om zich groot te houden, weet de barones niet, maar het is direct duidelijk dat het niet gaat lukken. Een luide stroom aan klinkers, misschien een octaafje boven de sopraan, komen uit de mond van de gravin. Bij de tweede slag worden de uitroepen luider, daarna beginnen de smeekbedes. De baron heeft besloten weer de tijd te nemen, wat de dame die zijn bestraffing ondergaat ruim de kans geeft tot het doen van allerlei beloftes als ze alsjeblieft hier weg kan. De barones weet echter dat het zinloos is. Als haar Henri ergens zijn zinnen op heeft gezet, gaat het ook gebeuren en een vermindering van een door hem uitgevoerde straf is al helemaal uitgesloten. Bij de vierde slag rukt de gravin hard aan de riempjes met haar benen. Ze heeft er net zoveel succes mee als de barones zelf had gehad. Hoewel ze niet goed kan zien hoe het pak slaag wordt uitgevoerd, ziet ze wel, met enige spijt, dat de hoek van de vijfde slag betekent dat er geen op de bovenbenen gaat landen. Haar man is namelijk ook een man van regelmaat en orde en de laatste slag is altijd op het gedeelte dat je het best voelt bij het zitten. Zodra de krachtige, laatste slag geland is, krimpt ze ineen van het luide gegil. Langzaam trekt het geluid weg en is alleen een zachtjes huilende dame nog te horen.

Een van de stalknechten loopt naar voren om de polsen los te maken, maar hij wordt onderbroken door de graaf. “Wacht even, beste man,” zegt hij en hij loopt richting de achterkant van de bok. Hij rijkt met zijn hand naar het gehavende zitvlak van zijn vrouw en voelt over de verse dubbele strepen. De gravin kreunt, van schaamte en van de pijn van zijn hardhandige aanraking. “Henri, echt vakwerk,“ analyseert de graaf, “en ik moet zeggen, de ontvangst die we hier hebben gehad is werkelijk voortreffelijk geweest.” Hij kijkt naar de personeelsleden, die nog altijd in de rij staan en brengt zijn complimenten over. “Bedankt voor de complimenten! Het is ook dankzij mijn vrouw dat alles zo goed loopt. Ze is misschien streng, maar e heeft een geweldig oog voor detail.” Met enige trots hoort ze het compliment aan. Voor een moment vergeet ze haar pijnlijke billen even. Dan wordt de gravin eindelijk uit haar beschamende positie bevrijd. Met rode ogen loopt ze terug naar haar plaats. Met enig medelijden staat de barones op, omhelst even haar medegestrafte en neemt vervolgens de rol van gastvrouw weer over. Met enkele scherpe commando’s beveelt ze haar staf de zitkamer in orde te brengen. Haar butler neemt ze terzijde en wanneer ze twee minuten later de kamer betreffen, staan er twee stoelen met extra kussens klaar. De gravin spreekt er geen woord over. De gesprekken zijn echter uiterst vriendelijk en tevreden concludeert de barones dat het al met al een geslaagde middag is geworden.