Het is nog lekker zwoel buiten als Sanne het plein oversteekt naar het kantoor van de directeur. Ze is bijna vergeten wat voor een rotdag dit was. Eenmaal binnen klopt ze op de deur. “Binnen,” klinkt het direct. Ze opent de deur en stapt naar binnen. Daar zit de grote baas van dit circus. Een lange man, met een natuurlijke uitstraling van zowel rust als overwicht. Hij kan goed luisteren, had ze gemerkt, maar ook gemeen hard slaan. “Sanne, ga zitten,” zegt hij, zonder op te kijken van zijn papieren. Sanne neemt plaats in een plastic stoel voor zijn grote houten bureau. Zijn bureaustoel staat net 20 cm hoger, had ze bij eerdere bezoeken al gemerkt, zodat hij altijd op je neerkijkt. Een slim trucje, zeker bij de wat agressievere jongens en meisjes in dit kamp.
“Sanne, vertel eens over afgelopen week,” trapt hij af. Sanne begint te vertellen over haar week, de lessen die ze gevolgd heeft en de dingen die ze geleerd heeft, of zou hebben. Met enige aarzeling vertelt ze ook dat vandaag niet zo goed was gegaan. Waarschijnlijk heeft hij nog niet alles gehoord, maar anders kon het gesprek van de week erop wel eens lastig worden. “Hmm, nou dat klinkt alsof het goed gaat, he,” valt de directeur haar op het eind in de rede. Sanne knikt. “Toch is er iets waar ik het met je over wil hebben. Vanuit het dorp hoorde ik klachten dat je abonnementen voor telefoons aan het verkopen was. Klopt dat verhaal?”
Ze denkt razendsnel na. Gaat ze voor ontkennen? Zegt ze dat ze onder druk stond om dit te doen? Biecht ze alles op? Ze besluit voor de eerste optie te gaan. “Hè, nee, dat was ik niet. Ik ga wel elke dag het dorp in hoor, maar ik ga langs bij de ouderen. Ze zijn soms zo eenzaam he.” Ze ziet hoe de directeur opgelucht ademhaalt. “Nou, dat is fijn om te horen, ik was even bang dat je niet zo snel vooruit was gegaan als dat ik gehoopt had. Dan zijn we hier wel klaar denk ik voor deze week.” Sanne staat op. Daar is ze nog goed vanaf gekomen! Ze draait zich om en hoort de directeur weer. “Wacht, nog een klein dingetje. Wil je even met me meekijken op het scherm?” Ze loopt om het bureau en kijkt mee. Ze ziet een hoop schermen openstaan, met Excelformulieren. “Misschien kun jij zeggen wat hier aan de hand is,” vraagt de directeur haar. “Waar kijk ik naar, klopt een van de formules niet?” Dan wordt ze plotseling lijkbleek. Dit zijn haar formulieren! Hij heeft haar complete administratie, van alle wurgcontracten die ze de afgelopen weken heeft afgesloten! Met een bang gezicht kijkt ze opzij, recht in het nu wel heel strenge gezicht van de directeur. Die staat op en torent een flink stuk boven haar uit. Als een hertje in de koplampen blijft Sanne stokstijf staan.
“De afgelopen weken heb jij mooi weer gespeeld en gedaan alsof je herboren bent, maar al die tijd heb jij besteed aan het oplichten van onschuldige mensen, met je vlotte praatjes en je onschuldige blik. Maar ik heb je door, dame! Er zal iets serieus bij jou moeten veranderen wil jij nog op een nuttige manier bijdragen aan deze maatschappij. Mijn taak is om voor die verandering te zorgen. Meiden zoals jij zijn mijn specialiteit. Alle gedachten dat je mij kunt inpalmen of kunt bedwingen kun je wel vergeten. Je kunt buigen, of ik zal je breken. Hoe dan ook ga je niet zo verder. Je zult leren hoe het is om op een juiste manier met je medemensen om te gaan, en dat leerproces begint nu.” Met die woorden draait hij zich om naar de muur. Daaraan hangen drie houten paddles. Hij kiest de grootste en haalt deze van het haakje.
“Naar de andere kant van het bureau en er overheen buigen,” commandeert hij. Met lood in haar schoenen volgt ze het commando op. Ze voelt hoe haar jurk weer op rug gelegd wordt. Deze keer glijdt de stof direct naar beneden. “Dat wordt niks, uittrekken!” Heel langzaam trekt Sanne haar jurk uit en legt deze over de plastic stoel. Dan buigt ze weer voorover. Ze voelt hoe haar onderbroek tot op haar enkels getrokken wordt. “Je benen een stap uit elkaar en handen aan de rand van het bureau. Je krijgt twaalf klappen. Als je loslaat, telt de klap niet mee. Als je vloekt, telt de klap niet mee. Heb je dat begrepen?” “Ja meneer,” zegt ze heel zachtjes. Ze voelt zich heel klein, veel kleiner dan de vorige keren dat ze hier was en kleiner dan toen ze werd veroordeeld. Ze voelt het hout zachtjes op haar billen rusten. Dan wordt de paddle opgetild, met een zoef terug naar beneden gebracht en voelt ze een explosie in haar zitvlak, erger dan ze ooit heeft gevoeld. Direct springt ze met een schreeuw overeind en begint als een bezetene te wrijven. De directeur kijkt haar onbewogen aan. “Ik meende wat ik zei. Ik ga jou niet de show laten runnen. Voorover, bureau vasthouden, we zijn nog bij nul.”
Heel langzaam buigt Sanne weer in positie. Eigenlijk is nog niets van de pijn verdwenen, wanneer het ritueel van de eerste slag weer van voor af aan begint. Bij de tweede slag weet ze met veel moeite het bureau vast te houden. Met een plof laat ze haar adem ontsnappen. “Dat was dus een,” stelt de directeur koeltjes vast. Ook bij de volgende klappen gebruikt ze haar ademhaling om de pijn op te vangen. Tussendoor hijgt ze en schudt ze met haar billen heen en weer, voor zover haar positie dat toelaat, in een poging het hellevuur uit te bannen. Ze merkt dat haar rechterbil zo mogelijk nog meer pijn doet dan de linker. Blijkbaar is ze niet de enige die dat in de gaten heeft, want nummer zes en zeven landen alleen op haar linkerhelft. Daarna is de pijn gelijkmatiger verdeeld, hoewel dat geen enkele troost biedt. Nummer acht, flits, pijn. Alleen het gevoel in haar billen bestaat nog, voor de rest is er niets. Dan komt ze weer langzaam terug op aarde, tot de volgende slag landt en alles weer pijn is.
Nog vier klappen bedenkt Sanne. Nog vier, nog een dan nog maar drie, nog twee en dan zijn we op de helft van dit stukje, nog drie en ik hoef er nog maar een. Dan landt de volgende. Deze is anders dan de vorige, deze komt van onder en raakt haar hard onder beide billen, zodat ze omhoog en naar voren wordt gedrukt tegen de rand van het bureau. Ze staat op haar tenen en komt dan hard op haar hakken naar beneden. “Fuck fuck fuck!” schreeuwt ze uit. “Die doen we opnieuw,” klinkt het laconiek. Nu springen de tranen in haar ogen. De pijn is alleen maar erger geworden en ze is niks dichterbij gekomen. Bij de volgende klap is haar verzet gebroken. Haar bovenlichaam ontspant en ze ligt verslagen over het bureau. De tranen stromen over haar wangen. De laatste drie klappen zijn hard, maar ze reageert nauwelijks meer. Ze hoort ook niet hoe de paddle op het bureau wordt gelegd. “Overeind komen en aankleden,” registreert ze wel achter in haar hoofd, maar het duurt even voor ze reageert. Dan trekt ze haar onderbroek op over haar opgezette billen en trekt ze haar jurk weer aan.
“Ik hoop dat je hier van leert, jongedame. In elk geval ga je vanaf morgen alle mensen langs om de contracten te laten ontbinden en je excuses aan te bieden, is dat duidelijk?” Sanne knikt, praten lukt nog niet. “Verder wil ik jou morgen weer zien, en dan gaan we samen kijken hoe het hier verder moet. Volgens mij ben je een slimme dame, en is het zonde dat je je tijd met dit soort zaken verdoet. Ook helder?” Opnieuw knikt ze. “Dan is het voor jou tijd om naar je kamer te gaan en te gaan slapen, over een half uur gaan de deuren dicht. Ik zie je morgen.” Woordeloos loopt Sanne het kantoor uit, op weg naar haar kamer. Ze loopt stijfjes en ze grijpt aan de zijkant de stof van haar jurk vast om zoveel mogelijk het contact met haar billen te voorkomen. Op haar kamer aangekomen trekt ze direct haar kleren uit. In de spiegel ziet ze het slagveld. De streepjes van vanmorgen zijn zo goed als verdwenen, maar daar vallen haar ogen niet op. Enorme dieprode vlekken staan op beide billen, met een grote ovale, bijna grijze plek aan de rechterkant en een kleinere, soortgelijke vlek op de linkerbil. Voorzichtig voelt ze eraan. Het is heel gevoelig en ze krimpt ineen. Nogmaals legt ze haar hand erop, nu nog iets voorzichtiger. Het is bijna alsof ze haar hartslag in haar achterste kan voelen.
Dan denkt ze aan Nadine en haar tip van vanmiddag. Ze grijpt in de zak van haar jurk en haalt het bakje met boter tevoorschijn. Voorzichtig gaat ze op bed liggen en trekt haar knieën naar haar borst. Met haar vrije hand doopt ze haar vingers in de boter en begint langzaam te smeren. Hoewel de pijn intens blijft, vindt er wel een zekere koeling plaats, waardoor het gevoel langzaam wat draagbaarder wordt. Tenminste, zolang ze geen druk uitoefent, merkt ze als ze op haar andere zij gaat liggen. Ook deze kant smeert ze zorgvuldig in, met een extra laag over de pijnlijke plekken waar ze zit. Langzaam maar zeker verandert de pijn in een gloed, die op zekere hoogte te hebben is. Ze is uitgeput, merkt ze. Langzaam valt ze in slaap.