Sanne wordt weer wakker met de vertrouwde muziek op de radio. Vastberaden stapt ze uit bed en kleedt ze zich aan voor weer een herhaling van de dag waarin ze nu al weken vastzit. Misschien is dit wel de laatste keer dat ze op deze dag wakker wordt, maar eigenlijk maakt dat niet uit. Het belangrijkste is dat ze alles goed aan gaat pakken, zodat ze tevreden kan zijn met zichzelf. Als dat niet lukt, heeft ze morgen nog om het daarna beter te doen. Ze heeft oneindig veel kansen gekregen, en die gaat ze gebruiken. Ze kijkt nog even hoe haar jurk valt in de spiegel en wrijft onwillekeurig de stof over haar billen glad. Die zullen er vandaag zeker slecht vanaf komen, al is dat niet geheel onverdiend.

In de kantine pakt ze weer de ingrediënten van haar dagelijkse bakje yoghurt bij elkaar en rekent af. De kassajuffrouw wordt vrolijk gegroet, een groot verschil met de eerste keer dat deze dag aanbrak. Ze wordt vrolijk teruggegroet. Deze keer gaat ze niet alleen zitten, maar schuift ze bij een van de andere jongens aan. Hij zit alleen aan een tafel van vier en staart boos voor zich uit. Ze lepelt de yoghurt in een hoog tempo naar binnen. Meestal neemt ze iets meer de tijd, maar ze heeft haast. Wanneer ze klaar is, ziet ze de jongen nog steeds boos kijken. Ze tikt met haar lepel tegen de rand van het bakje om zijn aandacht te trekken. Zodra ze die heeft, legt ze haar vinger op haar lippen. De jongen kijkt nieuwsgierig terug. Langzaam maakt ze bovenste knoopjes van haar jurk los. Geen BH. Ze buigt voorover om hem een goed uitzicht te geven, voor ze knipoogt en opstaat om haar dienblad weg te brengen. De jongen blijft verbouwereerd achter. Hopelijk is hij voldoende afgeleid van zijn dagelijkse sleur om zijn dienblad deze keer niet door de zaal te gooien.

Sanne gaat door naar de bibliotheek. Ze heeft nog wel een paar printjes te maken die ze mee moet nemen naar het dorp. Ze stelt een document op, print het uit en stopt het in haar tas. Zo, helemaal klaar voor een tocht door het dorp. Ze moet alleen nog even langs de moestuin. Deze keer stapt ze echter niet direct naar de bewaker, maar naar Jamie. Als slachtoffer van de situatie is ze hem een echt excuus verschuldigd, niet de variant waarmee ze zich dagelijks onder haar straf uit praat.

“Alsjeblieft Sanne, ik heb weer aardbeien voor je klaargezet voor de daklozen in het dorp,” groet Jamie haar. “Dat hoeft niet hoor, eigenlijk hoef je helemaal geen aardbeien meer voor me mee te brengen. Het spijt me heel erg, maar ik heb tegen je gelogen. Elke dag eet ik de aardbeien die je meebrengt zelf op. Ik heb je misbruikt en daarvoor wil ik heel graag mijn excuses aanbieden.” Jamie kijkt haar even niet-begrijpend aan, maar begint dan te glimlachen. “Het is niet erg, ik doe het graag voor je.” Sanne spreidt haar armen en geeft hem een knuffel. “Je bent een lieve jongen,” zegt ze, voor ze door wil lopen naar de poort. Dan hoort ze ineens een stem achter zich, een stem die ze inmiddels wel herkent.

“Wat zoet allemaal hier, heel mooi,” klinkt het sarcastische stemgeluid van de bewaker. Sanne draait zich om en ziet meteen hoe laat het is. Hij heeft al een tak geknipt met zijn mes en tikt dat zachtjes tegen zijn been. “Dus jij bent de dame die hier elke dag mijn aardbeien komt stelen.” “Klopt, ik kwam net mijn excuses aanbieden aan Jamie en ik wil ook heel graag mijn excuses aan u aanbieden,” zegt ze snel. “Excuses zijn te laat, meisje. Jij hebt gestolen van het kamp, en daarvoor ga je gestraft worden. Jurk omhoog en voorover buigen.” Ze aarzelt even, denkt na of ze nog snel aan kan bieden of in de moestuin te komen werken, maar een welgetimede “Nu!” maakt een eind aan deze gedachten. Met een zucht volgt ze zijn kledingadvies op en buigt ze voorover.

Direct wordt haar ondergoed goed opgetrokken en gaat de bewaker aan de slag. Hij laat de tak gemeen striemen, net als de eerste keer. Hoewel ze zich de ervaring kan herinneren, heb je nooit een goede herinnering van de pijn zelf. Daarom is ze toch weer overweldigd door de gemene pijn van de strepen die over haar billen en benen worden gezet. Wanneer ze opzij kijkt, ziet ze Jamie met open mond naar haar staren. Nou ja, misschien had die dit schouwspel wel verdiend. Wie weet wat voor dromen dit zou opleveren vanavond. Gelukkig weet ze hoeveel strepen en zwiepen er nog komen, zodat het net iets gemakkelijker is om vol te houden. Na het tweede rondje hoort ze dat ze haar kleren terug mag doen. Ze besluit nog even goed over haar billen te wrijven in de richting van Jamie, als extraatje. Dan doet ze haar kleren goed, kijkt nog een keer om en loopt richting de poort.

Eenmaal in het dorp aangekomen gaat Sanne langs alle deuren waar ze de afgelopen weken contracten heeft afgesloten. Bij elk adres laat ze een van de brieven achter die ze de avond ervoor heeft bedacht en die ochtend snel heeft uitgetikt en uitgeprint. In de brief maak ze haar excuses voor de afgesloten contracten, die ook per direct ongeldig worden verklaard. Ze gaat ervan uit dat ze nog flink wat boze reacties zal krijgen, maar ze heeft in de brief alvast een berekening gemaakt van de extra kosten die men ongeveer gemaakt heeft en een telefoonnummer voor betaalverzoeken. Voor een persoonlijke brief is er helaas geen tijd, net zomin als voor een persoonlijk excuus. Daarvoor zijn het te veel huizen en te veel mensen.

Voor een gesprek heeft ze echter wel tijd. Ze gaat even langs de oude man om met hem te kletsen en een kopje thee te drinken. Ze vraagt hem naar zijn vrouw en kinderen en helpt hem iets meer van zijn computer te begrijpen. Geduldig legt ze uit hoe hij zijn saldo kan zien en ze belooft om de volgende dag terug te komen voor zijn volgende les. Het gaat erg traag, maar is op een bepaalde manier ook wel bevredigend. Wanneer ze een half uur later naar buiten gaat en zich richting het eetcafé spoedt, komt ze een briesende dorpsbewoner tegen. Ze herkent hem vaag, ze heeft hem weken geleden een abonnement aangesmeerd. Nou ja, voor haar weken geleden, voor die man waarschijnlijk gisteren. Ze kijkt even snel naar links en naar rechts of ze hem nog kan ontlopen, maar het is te laat. De man staat al in haar gezicht te hijgen.

“Ik was al naar jou op zoek. Wat is dit voor brief!” schreeuwt de man terwijl hij die brief, die ze een uur geleden in de bus had gedaan, driftig in het rond zwaait. “Eum, mijn excuses en een beëindiging van het abonnement dat ik u had verkocht,” probeert ze zwakjes. “Excuses?! Dit vodje? Nadat je mij hebt opgelicht? Zo makkelijk kom je er niet mee weg, dame!” Hij pakt haar bij haar bovenarm en begint haar mee te sleuren. Sanne probeert zich los te rukken, maar de man is te sterk. Ze roept dat hij los moet laten, maar hij geeft geen gehoor. Daarboven is ze bang om te hard te roepen waardoor er mogelijk nog meer boze dorpsbewoners naar buiten zouden komen. Ze smeekt en belooft hem te betalen, maar ze kan geen kant op, ook niet als ze naar de achterdeur van de man zjin huis binnen wordt gesleept. “Ik zal alles terugbetalen, ik heb spijt van wat ik heb gedaan en daarom heb ik alle abonnementen ongeldig verklaard,” probeert ze nog. “Heel nobel,” zegt de man sarcastisch, “maar ik heb zo mijn eigen manier om rekeningen te vereffenen.” Hij loopt naar de salontafel en pakt een grote houten haarborstel. “Ik heb de rekenmethode gevolgd die je in de brief hebt geschetst en als ik het goed heb, krijg ik nog 82,73. Dat rond ik even af op 83. 83 klappen met deze borstel welteverstaan.” Hij tikt vervaarlijk met de borstel tegen de palm van zijn hand om zijn punt kracht bij te zetten.

Sanne denkt snel na en probeert de situatie te overzien. Ze kan vluchten, zeker nu hij haar niet meer vast heeft. De vraag is een beetje waarheen. In het dorp zal ze niet heel veel vrienden maken. Daan zou haar misschien te hulp komen, maar misschien ook niet. Hij kent haar natuurlijk nog helemaal niet. Ze kan terug naar het kamp rennen. De bewakers knijpen een oogje dicht bij jongens en meisjes die in het dorp een pak voor de broek krijgen, maar bewoners die het kamp binnenkomen om hun gram te halen, dat wordt niet getolereerd. Ze zou dan alleen nooit meer op tijd in het eetcafé zijn om met Daan te spreken. Dat zou weer betekenen dat ze hem niet zou ontmoeten en ze heeft het idee dat de dag zich zonder hem zeker weer zal herhalen. In dat geval moet de hele ochtend weer opnieuw en moet ze daarnaast ook nog een manier vinden om deze man te ontlopen. Nee, wegrennen leek geen goed alternatief.

Gelukkig heeft ze haar mond nog. “Meneer, het spijt me heel erg en ik beloof nooit meer mensen op te lichten. Echter, slaan gebeurt in het kamp, u krijgt gewoon uw geld terug. Als u het niet erg vindt, ga ik nu weer door.” Om haar woorden kracht bij te zetten draait ze zich om. De man is even uit het veld geslagen, maar loopt dan met grote passen om haar heen en gaat tussen haar en de deur staan. “Meneer, u houdt me tegen mijn zin vast. Ik wil dat u me laat gaan,” zegt ze op strenge toon. De man begint gemeen te lachen. “Jij zei dat je ging betalen, nou vooruit, op met dat geld!” Wat minder zeker van haar zaak zegt ze dat iedereen een betaalverzoek kan sturen, dat zo snel mogelijk verwerkt wordt. “Ja ja, dame, en hoe moet ik jou vertrouwen? Jij gaat nu betalen, handje contantje, anders bel ik de politie.” Dat kan ze niet gebruiken, dan mist ze hoe dan ook haar ontmoeting met Daan. Het wordt nu al krap aan. Ze zucht. “Als jij deze brief ondertekent en schrijft dat ik betaald hebt, dan handelen we ‘t af met jouw alternatieve betaalmethode.” Met een nog grotere grijns loopt de man naar de tafel, zet een paar krabbeltjes en geeft haar de brief terug.

De man zet een grote, houten stoel in het midden van de woonkamer en neemt plaats. Met een nieuwe zucht gaat ze over zijn schoot liggen. Het verbaast haar niets dat die viezerik haar jurkje optilt en haar ondergoed naar beneden trekt. Hij tikt een paar keer op haar billen en tilt de borstel dan op. Ze knijpt haar ogen dicht, maar er gebeurt niets. Dan volgen weer een paar tikjes en herhaalt het ritueel zich. Ze ontploft bijna! Deze eikel doet het er gewoon om. Met al haar kracht voorkomt ze dat ze zich laat kennen en uiteindelijk komt de eerste klap neer. En wat voor een: wat is zo’n kleine borstel toch gemeen! Veel tijd om na te denken heeft ze niet, want de klappen volgen elkaar al snel in een hoog tempo op. In haar hoofd probeert ze mee te tellen, terwijl de klappen zich nog steeds in een hoog tempo opvolgen. Haar billen staan al gauw in lichterlaaie. Ze bokt op en neer op zijn schoot en geeft gilletjes als de klappen op een plek komen die al goed geraakt is. Haar zitplekken worden extra onder vuur genomen, iets wat ze zeker zal merken tijdens de lunch. Ze telt af, nog 3, nog 2, nog 1 …

Zou ze verkeerd geteld hebben, denkt ze nog, als de man gewoon doorgaat. Een vergissing van een paar klappen kan nog, maar vijf is echt niet meer per ongeluk. “Stop, stop!” roept ze uit, maar de man stopt niet. Ze probeert haar hand naar achteren te brengen, maar de man pakt deze vast en zet hem vast op haar rug. Ze schudt haar heupen heen en weer, maar het baat niet. Ze is de tel volledig kwijt, en pas vele klappen later houdt hij eindelijk op en laat ze hem los. Woedend komt ze overeind. Ze trekt haar ondergoed op. “Dat was niet de afspraak: 83 hadden we gezegd!” De man kent geen medelijden. “Vervelend he, als je wordt opgelicht.” Hij trekt zijn portemonnee. “Ik weet het goed gemaakt, als compensatie voor die 120 klappen, hier heb je 10, 20, 40 euro, ruim voldoende voor het verschil.” Sanne kijkt hem nog een tijdje boos aan, grist dan het geld uit zijn handen en beent het huis uit. Al wrijvend over haar billen loopt ze door naar het café en langzaam komt haar goede humeur weer terug. Ze is net op tijd om Daan nog te treffen en ze kan zowaar haar lunch nog betalen ook!

Geef een reactie