Wintervertelling (4)

‘Nu al uitgegeten?’ Simon trok zijn wenkbrauw op. Hij had zijn bord alleen leeg, maar het bord van Marlies was nog nagenoeg onaangeroerd.

Marlies haalde haar schouders op. ‘Kan ik het niet opeten als je klaar bent daarmee?’, ze knikte in de richting van de haarborstel die op tafel lag.

‘Wat zullen we nou krijgen? Kriebels in je buik?’, glimlachte Simon droog. ‘Zie je nu wat je grote mond en je houding je oplevert? Je kunt niet eens van je kerstmaal genieten omdat je een pak slaag tegemoet ziet’.

‘Ik heb je al gezegd dat het me spijt’. Marlies kromp ineen toen ze de zeurende toon in haar eigen stem hoorde.

‘Je brengt me heus niet op andere gedachten door een klein kinderstemmetje op te zetten. En ook je ‘ik ga gebukt onder een schuldgevoel’ en ‘ik heb kriebels in mijn buik’ zullen je niet helpen. Als het om waarden en normen gaat hier in huis, doe ik geen water in de wijn’.

Simon was inmiddels voldoende ontdooit om te erkennen dat iemand die een flink pak slaag te wachten moeilijk een hap door de keel kon krijgen. ‘Zet je bord maar op de warmhoudplaat van het fornuis en ga de afwas maar doen. Wanneer je daarmee klaar bent trek je het nachthemd aan wat ik je gegeven heb en kom je je netjes melden. Ik zal je vervolgens geven wat ik je beloofd heb en dan kunnen we met een schone lei de avond in’.

Marlies deed haar best hem niet tegen te spreken. ‘Probeer nu voor het allereerst in je leven om zaken niet erger te maken’, sprak ze zichzelf toe. Met haar kaken stijf op elkaar geklemd stond Marlies op en bracht de pannen en borden naar de waterpomp.

‘Zorg ervoor dat je de botten en het niet afbreekbare afval in de afvalemmer in de bijkeuken doet’, zei Simon terwijl hij haar gade sloeg.

Marlies knikte, maar bleef met haar rug naar hem toe staan. ‘Wat denkt hij nu wel, dat ik een volslagen idioot ben die niet eens de afwas kan doen?’, pruttelde ze in zichzelf. ‘De bijna hardop uitgesproken woorden zorgde voor kippenvel op haar billen en een onaangenaam gekriebel in haar buik.

‘Gebruik het warme water uit de ketel en een klein beetje zeep. Dan de ketel opnieuw vullen en op het fornuis zetten’, instrueerde Simon toen Marlies de zwengel van de pomp omhoog duwde en water in het teiltje liet stromen.

‘Ik weet heus wel hoe het moet’, siste Marlies zachtjes. Ze kookte van binnen.

‘Niet als je alleen maar koud water uit de pomp gebruikt’. Het antwoord van Simon klonk als een waarschuwing.

‘Het water in de ketel is kokendheet. Er moet koud water bij, anders verbrand ik mijn handen. Jij mag dan van plan zijn iets in brand te zetten, ik ga dat heus niet bij mezelf teweeg brengen’. Marlies stampte met haar voeten en draaide zich om, om Simon een woedende blik toe te werpen.

‘Ik zou maar eens een beetje op mijn toontje letten als ik jou was, jongdame’, waarschuwde Simon. ‘Je zit al flink in de problemen’.

‘Laat me dan met rust als ik aan het afwassen ben’, snauwde Marlies en draaide zich weer om naar de afwas. Ze was zich bewust van de priemende blik in haar rug. Haar billen tintelden. Dit was voor het eerst in haar leven dat ze voor de tweede keer op een dag een pak op haar bips zou krijgen. De eerste was bovendien geen sinecure geweest. ‘Waarom ben ik zo roekeloos?’, vroeg ze zichzelf af.

‘Het heeft geen zin om je het hoe en waarom af te vragen’, zuchtte ze en deed er het verder het zwijgen toe. ‘Het is beter om in het hier en nu te blijven’.

Bij iedere beweging was ze zich er van bewust dat de stof van haar onderbroek langs haar billen streek, waardoor haar aandacht bij de haarborstel op de tafel bleef.

‘Dit is gekkenwerk’, hield ze zichzelf voor. ‘Hoe ben ik hier in vredesnaam terecht gekomen?’ De spanning zorgde ervoor dat haar voornemen in het hier en nu te blijven niet lang stand hield.

Ze trok een grimas, deed haar ogen dicht en liet haar gedachten met tegenzin terug gaan naar de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Vreemd genoeg kreeg ze er voor het eerst geen buikpijn van. In plaats daarvan voelde ze zich veilig en ontspannen. Voor het eerst in lange tijd realiseerde Marlies zich dat ze zich veilig voelde. Ook al stond ze nu met haar handen in warm water en wist dat haar bips over een poosje nog veel warmer zou zijn.

Simon was een nette man, ook al was hij streng en aan de norse kant. Dit was de veiligste plaats waar ze geweest was vanaf het moment dat haar moeder met dat monster getrouwd was. Marlies glimlachte. Ze had een dak boven haar hoofd voor de komende twee of drie maanden. ‘Het enige waar ik bang voor ben, zijn mijn eigen stemmingen’. Haar glimlach werd wrang bij die ware woorden. Haar temperament zat haar dikwijls in de weg.

‘Genoeg getreuzeld! Je kunt niet de hele avond met het afwaswater blijven spelen’, verbrak Simon de mijmering waar Marlies rust bij vond. Marlies beet op haar tong om niet een bijdehand antwoord te geven.

‘Ik ben klaar’, gromde ze en liep naar de kapstok om haar jas te pakken. ‘Nog even het water weggooien, ik ben zo terug’.

‘Laat maar! Je moet je eigen bord straks nog afwassen als ik met je klaar ben’, baste Simon. ‘Ga naar boven en doe je nachthemd aan. We zullen het niet langer uitstellen. Zorg ervoor dat je je onderbroek uitlaat’.

Een lichte paniek maakte zich van haar meester toen ze de ladder naar de zolder op klom. ‘Hoe is het mogelijk dat ik ook nog doe wat hij zegt en me klaar ga maken om als een klein kind op mijn billen te krijgen en naar bed gestuurd te worden!’

Haar vingers maakten trillend de knopen en strikjes los die de kleren die ze gekregen had, op hun plaats hielden. Niet veel later had Marlies zich tot haar hemd en onderbroek uitgekleed. De warmte van de haard en het fornuis was naar boven getrokken en bleef hangen onder de hanenbalken. En toch rilde ze.

‘Schiet eens een beetje op!’, bulderde de stem van Simon van beneden. De kriebels in haar buik namen verder toe.

‘Ik zoek om het nachthemd. Wacht even, wil je? Marlies kon zich met moeite bedwingen niet te gaan stampvoeten. ‘Jezus man! Ik ben geen krijgsgevangene of zoiets!’, mompelde ze terwijl ze onder haar kussen keek en vervolgens in de wieg. Waar had ze dat nachthemd  neergelegd?

‘Ik tel tot twintig en als je dan nog niet beneden bent, dan zal ik je laten voelen wat er in dit huis met vrouwen gebeurd die passief verzet plegen’.

‘Wacht nog even!’ Marlies kreeg een droge mond toen ze zich realiseerde dat de man niet kon wachten haar een flink pak slaag te geven en ondertussen steeds geïrriteerder werd.

‘Het is alleen maar een pak op je billen, niets meer dan dat!’, hield Marlies zichzelf voor terwijl ze probeerde de rust te hervinden. ‘Ja, maar weet je nog hoe zijn hand voelde?’, fluisterde tegen het nachthemd dat ze over haar hoofd trok. Ze had op dat moment helemaal geen oog voor de prachtige, zijdezachte stof.

‘Mag ik mijn sokken aanhouden?’ riep ze naar beneden en schoof nerveus haar onderbroek naar beneden.

‘Vijfentwintig!’, bulderde Simon. Houd je sokken aan en kom onmiddellijk naar beneden!”

Een golf kippenvel trok over haar billen toen Marlies zich omdraaide om te ladder af te dalen. Het nachthemd bedekte haar van top tot teen, maar de stof was dun en ze voelde zich weinig beschermd. ‘Ik begrijp niet dat ik hem dit vrijwillig met me laat doen!’, jammerde ze terwijl ze naar beneden klom. Het was niet de bedoeling dat Simon haar zou horen, maar hij liet haar onmiddellijk weten dat dit wel het geval was.

‘Je laat het met je doen zolang je je gedraagt als een onopgevoed meisje!”

‘Maar ik ken je niet eens’, flapte Marlies eruit voor ze het in de gaten had. ‘Je zou me op zijn minst de kans kunnen geven om je te leren kennen. Een meisje hoort de kans te krijgen te wennen en de regels van het huis te leren kennen voordat ze een pak slaag krijgt omdat ze deze overtreden heeft’.

‘Wat zeg je me daar van?’ Simon moest lachen, hij kon er niets aan doen. Het kleine blondje was al even bijdehand en opvliegerig als Christa.

‘Je weet heel goed wat ik bedoel’, zei Marlies en duwde haar kin omhoog. ‘Sommige mensen geven anderen de kans hen te leren kennen voordat ze met regels gaan strooien’.

‘Maar er zijn niet veel mensen die iemand wekenlang van hun eten beroven, zijn huis binnendringen wanneer hij weg is, zijn paard willen stelen en wanneer hij vervolgens zo vriendelijk is hen onderdak te verschaffen, dan zullen de meeste hem niet de rug toekeren en uitkafferen of hem op andere onwelvoeglijke manieren hun dankbaarheid te kennen geven’.

Marlies deed haar ogen dicht toen ze de kale feiten zo opgesomd hoorde worden. Ze had inderdaad een vreemde indruk achter gelaten en de man was inderdaad heel goed voor haar.

‘Daar had ik zo mijn reden voor’, was alles wat ze uit kon brengen.

‘Reden die ik maar aan de kant zou zetten als ik jou was of je zult iedere avond van je verblijf hier over de knie gelegd worden. Simon liep naar een van de hoge keukenstoelen en ging zitten. ‘Pak de haarborstel en kom hier staan’, droeg hij haar op en wees naar de vloer bij zijn rechtervoet.

Marlies volgde met haar ogen zijn bewegingen. Weer had ze de neiging de discussie aan te gaan. De spanning maakte dat haar blaas begon te protesteren. De onafwendbaarheid van het pak slaag deed haar maag omdraaien en haar buik onvrijwillig samentrekken.

Ze kon niet anders dan zijn instructies opvolgen. Als ze zich zou verzetten zou hij misschien geweld gebruiken en als ze moeilijk ging doen zou hij haar het huis uit zetten. Verlegen drukte ze haar armen tegen haar borst en lichaam.

‘Doe wat ik zeg, jongedame!’ Het geduld van Simon raakte op. Hij kon niet geloven hoe zijn leven in de afgelopen dagen op zijn kop gezet was. Na jarenlang alleen gewoond te hebben, stond hij nu op het punt een tegendraads meisje over de knie te leggen voor een flink pak op haar blote billen.

‘Goed! Ik zal het doen! Marlies kon er niets aan doen dat het zeurende toontje weer terug was in haar stem.

De haarborstel was zwaar en had een ovale achterkant en een lange steel. Het leed geen twijfel dan dat het zeer effectieve paddel was. Marlies had een vriendin gehad die eens gezegd had dat ene pak slaag met een haarborstel het ergste was wat ze meegemaakt had. Marlies had haar maar half geloofd. Nu zou ze het zelf gewaar worden.

‘Alsjeblieft meneer Koopmans’, zei Marlies nerveus toen ze de borstel aan Simon gaf. ‘Ik beloof dat ik me voortaan beter zal gedragen. Ik heb me gewoon laten gaan. Ik ben zolang op mezelf aangewezen geweest, dat ik verleerd ben me aan anderen aan te passen’.

‘Mooi dat je het zelf ziet’, knikte Simon en hij pakte de borstel van haar aan. ‘Dit zal er voor zorgen dat je je belofte niet snel zult vergeten. Kom over mijn knie liggen’.

Het hart klopte in haar keel toen ze naar zijn schoot keek. Toen ze ging liggen, was het niet alleen de angst voor de pijnlijke confrontatie met de borstel die ze voelde. Ze was bang voor de pijn, maar meer dan dat was ze bang te gaan huilen.

Ze had zolang in angst geleefd en nu ze zich eindelijk wat veilig begon te voelen, werd ze als een klein meisje gestraft door de man waar ze zich veilig bij voelde. Marlies vreesde dat alle emoties die ze al die tijd had weten te onderdrukken uit het drukvat zouden weten te ontsnappen.

‘Ben je er klaar voor?’ Simon liet de borstel op haar rechter bovenbeen rusten.

Marlies beet om haar lip om een snik niet te laten ontsnappen. Ze greep de stoelpoten van de stoel waar hij op zat stevig beet en knikte bevestigend.

‘Mooi!’ Simon begon haar nachthemd omhoog te trekken.

‘Oh!’, protesteerde Marlies en probeerde van zijn schoot overeind te komen. ‘Niet doen! Alsjeblieft!’

‘Wanneer je in dit huishouden een pak op je billen krijgt, dan gebeurt dit goed. Een pak slaag wordt gegeven dan gebeurd dat op de meest geëigende manier; op de blote bips! Misschien dat je je zult herinneren wat het effect van je blote billen is op je trots, als je je weer eens laat leiden door diezelfde trots’.

Simon verspilde verder geen tijd aan formaliteiten en Marlies kreeg de tijd niet om zich druk te maken over haar blote billen. Ze moest meteen het gevecht aangaan. Alle zorgen over dat ze zou kunnen gaan huilen maakten onmiddellijk plaats voor een intens brandende pijn.

‘AUW! AI!!’ Haar lichaam verstrakte toen de borstel voor de eerste keer neerkwam. ‘AUW! Oh alsjeblieft! Auw! Oh God! Auw!’Ze spartelde hevig onder de neerkomende klappen. De hand van Simon was heftig geweest, maar hij was niets vergeleken met wat ze nu ervoer.

Simon hield haar vrij eenvoudig onder controle en weidde zich met overgave aan zijn taak. Hij zou zorgen dat hij gezelschap had van een berouwvolle jongedame als hij met haat klaar was.

‘AUW! Oh God! Auw! Alsjeblieft!’ Haar gegil werd gedempt door haar pogingen om van de pijn weg te komen. Maar Simon hield haar stevig in zijn greep en trok zich niets van haar smeekbedes aan.

Marlies kon niet geloven hoe zeer de borstel deed. Wat ze ook probeerde, ze kon er niet aan ontkomen. Ze probeerde te trappelen, draaien en worstelen om weg te komen, maaien met haar armen en het optrekken van haar benen om haar billen te beschermen, maar Simon slaagde erin iedere poging te pareren. In korte tijd was niet alleen haar stem hees van het gillen en schreeuwen, maar zaten haar benen klem tussen de zijne, lagen haar armen gefixeerd op haar rug en staken haar billen nog verder omhoog. Zo kon Simon nog beter toeslaan.

Minutenlang kwam Marlies niet verder als vruchteloos verzet tegen de aanhoudende cadans van het genadeloze pak op haar bips. Haar enige gedachte, ontsnappen, was niet mogelijk.

‘AUUUUUWWW!!!’ Ze was dichtbij het breekpunt. Wanhopig probeerde ze hem op te laten ophouden met een laatste langgerekte gil.

Het maakte geen indruk. Simon bleef gewoon doorslaan.

‘Alsjeblieft! Je vermoord me!’ Het geluid wat Marlies produceerde veranderde tot een meelijwekkend gejammer. Hoewel ze wanhopig was, was ze toch in staat het roer om te gooien en een andere strategie te proberen.

‘Begin ik een beetje tot je door te dringen?’, vroeg Simon.

‘Ja’, jammerde Marlies. ‘Alsjeblieft! Het doet zeer!’

‘Dat wil ik best geloven’.  In plaats van het rustiger aan te doen, verhoogde Simon het tempo. ‘Het is de bedoeling van een pak op je billen is dat het zeer doet’.

‘Auw! Alsjeblieft!’ Marlies begon haar verzet los te laten en daardoor kwam de neiging om te gaan huilen terug.

‘Je moet je niet zo verzetten’, zei Simon precies op het juiste moment. Marlies brak en begon te huilen. Binnen een paar tellen lag haar lichaam onbedaarlijk te schokken onder de hartverscheurende snikken.

Simon merkte de verandering in haar spierspanning en verlaagde het tempo een beetje. ‘Zul je je voortaan een beetje beheersen en die grote mond achterwege laten?’, vroeg hij. Terwijl hij zijn vraag stelde liet hij zijn hand hard op haar billen neerdalen.

‘Ja, dat beloof ik’, zei Marlies met een verstikte stem.

‘Als je het nog eens in je hoofd haalt zo tegen me te keer te gaan zoals je vanmiddag in de schuur deed, dan weet je wat je te wachten staat. Is dat duidelijk?’. Simon was streng, hoewel de toon in zijn stem milder geworden was.

‘Ja!’, huilde Marlies. ‘Houd alsjeblieft op! Alsjeblieft!’

‘Nog niet!’ Simon begon opnieuw hard te slaan. ‘Dit krijg je van getreuzel en uitstelgedrag’.

Hij zette zijn woorden kracht bij met een stuk of dertig klappen.

‘Alsjeblieft!’, huilde Marlies. ‘Alsjeblieft, niet meer! Niet meer!’

‘Daar heb je niet van terug, is het wel?’, vroeg Simon toen hij opgehouden was met slaan.

Marlies antwoordde met hartverscheurend snikken en het schudden van haar hoofd, ‘nee!’

‘Onthoud dat dan maar goed voor een volgende keer’, zei Simon. ‘Als je een pak slaag verdiend hebt, onderga het dan, anders krijg je veel meer dan ik aanvankelijk in gedachten had. Snap je dat?’

Marlies kon niet mee doen dan knikken met haar hoofd knikken.

‘Mooi zo’. Simon trok haar overeind, liep naar de schommelstoel, ging zitten en nam haar op schoot.

Marlies wilde verhinderen dat hij haar tegen zich aantrok, maar al haar verzet was verdwenen. Toen hij zijn armen om haar heen sloeg, achterover ging zitten en haar langzaam heen en weer wiegde, verdween ook haar laatste weerstand. Ze smolt en liet haar tranen de vrije loop.

Simon had wel verwacht dat Marlies zou gaan huilen. Christa moest ook altijd huilen als ze een pak op haar bips gehad had nadat ze zich onmogelijk had gedragen. Het verbaasde hem dus niet hoe Marlies ontspande toen hij haar tegen zich aandrukte en heen en weer wiegde. Het werd hem bovendien duidelijk dat Marleis niet moest huilen van pijn of omdat haar ego een deuk gekregen had, maar vanwege de opgekropte stress die een uitweg gevonden had.

‘Wat is er aan de hand, meisje?”, vroeg hij zachtjes toen de tranen twintig minuten later nog steeds over haar gezicht stroomden. ‘Je hebt een pak op je bips gehad en alles is weer goed. Je hoeft niet meer verdrietig te zijn. Alles is vergeven en vergeten.

De lieve woorden van Simon en het geruststellende kneepje in haar arm, zorgden ervoor dat de tranen opnieuw begonnen te stromen. Christa had vroeger het reinigende effect van een flink pak op haar billen nodig om haar buien onder controle te houden. Hij wist altijd precies wat er gebeurde als het er weer op zat. Bij dit meisje wist hij echter nog niet precies hoe ze zou reageren.

Toen Marlies eenmaal begon te praten, wist ze van geen ophouden.

‘Ik ben niet een slecht meisje, geloof me alsjeblieft!’, de woorden kwam met horten en stoten tevoorschijn.

‘Dat weet ik ook wel. Zit daar maar niet over in. Je hebt een goed karakter en door pech ben je in de omstandigheden terecht gekomen’, zei Simon troostend. Zijn vriendelijke woorden namen alle remmingen bij haar weg.

‘Toen zij en de baby overleden en hij voor de keus stelde het bed met hem te delen of op te hoepelen of hij zou me wat aandoen, kon ik geen werk vinden. Niemand wou me hebben, behalve die man van die bar. Toen ik weigerde met een van de klanten naar bed te gaan, heeft hij me in elkaar geslagen en me ertoe gedwongen. Toen ik de kans kreeg heb ik wat geld gestolen en ben er vandoor gegaan. Maar ik verdwaalde en mijn paard ging dood. Toen ik hier aankwam heb ik voedsel van je gestolen omdat ik honger had en ten einde raad was. Ik had je paard niet willen houden, maar het leek me de beste oplossing. Maar het is nooit mijn bedoeling geweest! Het is nooit mijn bedoeling geweest!’

‘Wacht eens even’. Simon kneep in haar schouders. Hij liet zijn hand door haar haren glijden. ‘Begin eens helemaal aan het begin en laat niets achterwege, zodat ik je kan volgen’.

Marlies kon even niets zeggen. Ze was overmand door al het verdriet wat naar boven kwam. Ze had er geen controle meer over. Simon wiegde haar heen en weer en gaf haar alle tijd die ze nodig had.

Pas na een hele poos was Marlies in staat om alles te vertellen. Simon luisterde en troostte haar toen ze hem vertelde over de gebeurtenissen in haar leven in het afgelopen anderhalf jaar. Hij voelde de woede in de richting van de stiefvader die haar verraden had en richting de man die haar verkracht en ontmaagd had. Geen wonder dat ze zo’n kort lontje bezat. Zo onbegrijpelijk als ze eerst waren, haar gedrag en houding waren nu wel enigszins te begrijpen. Het was nu beter te begrijpen waar haar woede vandaan kwam. Simon wiegde haar heen en weer terwijl zij uitgeput in zijn armen lag.

Het was een lange dag en Simon had achtenveertig uur bijna niet geslapen. Hoewel hij liever een rustige kerst had gehad, besefte hij dat zijn huis en strenge hand een zegen waren voor de jonge vrouw die vredig in zijn armen lag.

Hij moest haar echter wakker maken.

‘het is tijd om te gaan slapen, Marlies’, zei hij en prikte zachtjes in haar zij. ‘We hebben morgen een drukke dag’.

Marlies was geroerd. Haar ademhaling ging met horten en stoten en met een langgerekte snikken, loste het laatste beetje verdriet op.

‘Den je dat je gaat redden daar boven?’ Simon tilde haar kin op zodat hij haar aan kon kijken.

Marlies glimlachte zwakjes en knikte.

‘Mooi’, glimlachte Simon. ‘Ik ben hard aan mijn bed toe. ‘Hij zette haar op haar benen en begeleidde haar naar de voet van de ladder.

‘Roep me maar als je iets nodig hebt. Ik kan je wel horen, goed?’ Hij gaf haar een tik op haar billen en duwde haar de sporten op.

Beiden stapten hun bed in en vielen in diepe slaap.

Christa kwam in de droom van beiden voor.

Wintervertelling (3)

Marlies zat in het warme water en overdacht de gebeurtenissen van de afgelopen ochtend, vervolgens die van de laatste weken en tot slot die van de afgelopen jaren. Het warme water had een kalmerend effect op haar. ‘Duurde deze winter maar voor altijd’, ze deed haar ogen dicht en voelde zich voor het eerst veilig in lange tijd. Ze moest flink boenen om al het vuil van de afgelopen weken van haar lijf te schrobben. De ene inzeepbeurt volgde de ander en tussendoor spoelde ze haar lijf af met het warme water. Het water begon al koud te worden toen ze haar handen tenslotte over haar schone huid liet glijden. Marlies trok een gezicht toen ze uit het bad stapte, zich omdraaide en al het vuil in het water zag drijven. Ze schaamde zich dat ze zo verschrikkelijk vuil geweest was. Ze gooide haar kleren in het water om te kunnen weken.

De schone kleren die Simon van de zolder gehaald had waren praktisch, schoon en heel vrouwelijk. Het hemd was duidelijk merkbaar gemaakt voor een vrouw die beter uitgerust was dan zij. Desalniettemin kon Marlies een glimlach niet onderdrukken toen ze haar hand over de zachte stof liet glijden. Ze was weer een omgetoverd in een vrouw!

‘Moet je deze onderbroek een zien!’, fluisterde ze, terwijl ze het volgende witte katoenen kledingstuk oppakte. Ze had in haar hele leven nog nooit zulk mooi ondergoed gezien. Ze was gemaakt voor vrouwen die wat forser gebouw waren dan haar, maar Marlies had er geen moeite mee, de band in de middel zo te strikken dat hij niet af zou zakken.

Het zachte wollen blouseje paste prachtig en toen Marlies de rok erover trok, probeerde ze zich voor te stellen hoe de kleren zouden staan bij een vrouw die ze zou passen. Die vrouw was niet Marlies, maar dat kwam misschien nog wel. Een extra knoop en een stuk elastiek zouden er wel voor zorgen dat de rok niet steeds af zou zakken.

Marlies huppelde glimlachend door de kamer. Ze voelde zich beeldschoon. Misschien mocht ze de kleren wel houden. Als ze ze ingenomen had zouden ze ook veel beter passen.

Toen ze aangekleed was, hield ze zich als eerste bezig met het afwassen van de ontbijtspullen. Daarna bekommerde ze zich om de lakens van het bed van Simon. Ze zette ze in de week in de grote pan waar Simon het water in gekookt had. Vervolgens hurkte ze neer bij de tobbe om te zien hoe haar eigen kleren ervoor stonden.

~ooo00ooo~

Clara werkte niet echt mee toen Simon de schuur instapte om de dagelijkse activiteiten te ondernemen. Tot twee keer toe trapte ze achteruit toen ze gemolken werd. Zijn geest werd afgeleid door de gedachten aan zijn ongenode gast en de gebeurtenissen van de afgelopen twee dagen, waardoor hij misschien wel wat harder kneep dan hij normaal gesproken deed. Hij was te moe om te bedenken wat hij het beste kon doen en wees iedere mogelijkheid die in hem opkwam af. ‘Wat moet ik in godsnaam aan met een half volwassen meid waar ik ge hele winter mee opgescheept zit, Christa?’, gromde hij toen hij een schop pakte en naar buiten liep om een breder pad naar het huis te maken. ‘Een katje om niet zonder handschoenen aan te pakken’, foeterde hij, ‘Ik ben veel te oud voor dit soort flauwekul!’

De rest van zijn woorden waaiden mee met de wind. Het sneeuwde nog steeds. Het leed geen twijfel dat hij voor het donker werd nog een keer moest sneeuwscheppen. Het was maar goed dat het niet meer zo hard waaide, hoewel zijn voeten bijna bevroren waren. Maar het werk was een goede afleiding voor alle gedachten die in zijn hoofd rondspookten.

Toen hij de zolder van de schuur opklom om de houten stokken en geweven leren strips te pakken die de afgelopen zes weken als sneeuwhek gediend hebben, bedacht Simon wat hij met het meisje aan zou moeten. Als ze onder zijn dak zou slapen en aan zijn tafel zou eten, dan zou ze ook wat moeten doen voor de kost. Hij vroeg zich af of ze zou kunnen koken en of hij haar bij het vee aan het werk kon zetten. Christa kon goed overweg met een hamer en een bijl en had ook vaak sneeuwgeschept. ‘Ja’, hield hij zichzelf voor, ‘dat opgewonden standje moet maar eens wat doen voor de kost’.

Toen het sneeuwhek in de volle lengte was neergezet door de langste houten stokken in de sneeuw te planten, rekte Simon zich uit om de stijfheid uit zijn spieren van zijn drieëndertig jaar oude lichaam te verjagen. Hij voelde zich op zijn minst 20 jaar ouder dan hij in werkelijkheid was, door een slaaptekort, een urenlange rit op de rug van een paard en een paar uur zwaar lichamelijk werk.

‘Het meisje moet maar gaan melken en de huishoudelijke klussen dien’, mompelde hij tegen de hamer toen hij deze teruglegde op de plank in de schuur. Hij pakte een strobaal en raapte de eieren voor hij terugkeerde naar het huis.

~ooo00ooo~

‘Ik dacht dat je er misschien weer vandoor gegaan was’, zei Marlies toen Simon binnen stapte en de sneeuw van zijn laarzen stampte.

Dat was niet echt zo, want ze had gehoord hoe hij met een hamer de stokken voor het sneeuwhek in de grond geslagen had en ze had hem door het raam gadegeslagen terwijl hij bezig was. Ze zei het eigenlijk alleen maar om het gesprek te aan te gaan.

Simon gaf geen antwoord. In plaats daarvan hield hij zijn adem in en staarde naar de slanke jonge vrouw met de blonde krullen die de kleding van Christa aan had. Even moest hij het beeld tot zich door laten dringen. Zijn gevoelens sprongen heen en weer van verdrietig naar bewondering. Toen keek hij de kamer rond. Hij zag dat ze flink aan de slag geweest was. De lakens en haar kleren hingen bij de haard te drogen. Hij rook gebakken koekjes en de hachee die hij gemaakt had voor hij weggegaan was.

‘Wat heb je met die tobbe gedaan en het water dat erin zat?’

Marlies kromp ineen toen de allereerste vraag in de richting van het enige waarvan ze niet zeker was of ze het wel goed gedaan had.

‘Ik heb hem met een emmer leeggeschept tot hij zo licht was dat ik hem kon dragen’, antwoordde ze. ‘Ik heb het water buiten op het grasveld neergegooid. De tobbe heb ik teruggebracht naar de zolder’.

Simon knikte en deed zijn jas uit. ‘Voortaan breng je het water naar de achterkant van het erf. Daar staan planten die het goed doen op het water en de mineralen die in de zeep zitten’.

Marlies knikte, blij dat hij niet boos was om haar oplossing. ‘Dat zal ik doen’.

‘Heb je koekjes gebakken?’ Simon boog zich voorover en opende de deur van de oven.

‘Mocht dat wel?” Marlies haalde haar schouders op en knikte.

‘Natuurlijk mag dat’. Ik ben blij te merken dat je goed uit de voeten kunt in de keuken, want dat zal een van je nieuwe taken worden zolang je hier bent. Simon negeerde de onzekere toon in haar stem.

‘Ik ben er niet erg goed in, maar ik zal mijn best doen’, zei Marlies op het verzoek waarvan ze aannam dat het een bevel was.

‘De was hang je vanaf nu ook in de schuur’, Simon wees naar de was die bij de haard hing. Door het druppende water gaat de vloer rotten’.

‘Oh’. Marlies kreeg weer een kleur. ‘Daar heb ik niet aan gedacht. Het spijt me’. Ze had niet echt een beste start gemaakt en hoopte het er in de toekomst beter vanaf te brengen.

‘Zorg er maar voor dat je er de volgende keer wel aan denkt’, maakte Simon nogmaals zijn punt.

Marlies haalde haar schouders op, knikte en ging voorzichtig in de schommelstoel zitten.

‘Je hoeft het je nog niet gemakkelijk te maken, jongedame’, Simon wenkte haar met zijn wijsvinger uit de stoel. ‘Boven staat een koffer met daarin schone lakens, dekens en een grote jutezak. Om te beginnen maak je mijn bed op, daarna maak je een matras voor jezelf van de jutezak en de baal stro die ik de hal gelegd heb.

Simon zag hoe ze aan het werk ging. Een pak op haar blote billen en een warm bad hadden wonderen gedaan. Hij had op meer weerstand gerekend. Hij was ervan overtuigd dat haar opstandige gedrag wel weer terug zou keren, maar hij was voor dit moment tevreden met de indringster die veranderd was in een volgzame meisje.

‘Je kunt boven een bed voor jezelf maken als je dat wilt’, knikte hij naar aanleiding van haar verzoek eerder op de ochtend. ‘Als het goed is, is het daar lekker warm’, voegde hij er met een glimlach aan toe.

Marlies klom weer naar de zolder en haalde de houten dozen van de kist waar Simon van gezegd had dat er lakens en dergelijke in lagen. De nieuwsgierigheid sloeg toe toen ze er zilveren lijstjes en snuisterijen in de ene doos zaten en zijden stoffen in de andere. ‘Later’, foeterde ze tegen zichzelf om de verleiding te weerstaan zich van haar werk af te laten leiden.

Eerst maakte ze het bed van Simon in een ommezien op en daarna zeulde ze het stro naar de zolder. Het was daar te donker om het goed te kunnen zien en ze kon niets vinden om een deken rond de jutezak te bevestigen.

‘Dat was snel’, zei Simon toen ze de ladder weer afklom’.

‘Ik ben nog niet klaar’, antwoordde Marlies, ‘maar ik kan het niet goed zien daar en ik heb draad en naald nodig’.

‘je kunt de lamp gebruiken die op tafel staat. Ik zal een naald voor je pakken. Verder moet je maar een draad uit het jute trekken, ik geloof niet dat ik ergens draad heb liggen’.

Simon legde het boek dat hij aan het lezen was neer en liep naar zijn slaapkamer om een naald te zoeken.

‘Schep maar wat hachee voor ons op’, riep hij vanuit de slaapkamer. ‘We kunnen net zo goed eerst wat gaan eten, dan hebben we straks alle tijd voor het werk wat gedaan moet worden’.

Marlies gehoorzaamde en zette het eten op tafel. Ze hoorde Simon rommelen en grommen in de kamer er naast. Toen viel er een lange stilte. Geschuif en meer gerommel, en tot slot weer gebrom. Toen Simon uiteindelijk tevoorschijn kwam keek hij nors. Hij hield een naald tussen zijn vingers maar leek met zijn gedachten heel ergens ander te zitten.

‘Je hebt in de dozen onder mijn bed gekeken’, hij keek haar op een manier aan die haar zere billen deden tintelen.

‘Ik heb geprobeerd te achterhalen wie je was zodat ik de spullen die ik mee zou nemen naar je terug zou kunnen sturen’. Marlies probeerde de prop in haar keel weg te slikken.

‘En heb je gevonden wat je nodig had?’, zei hij met een diepe bromstem.

‘Ja’, fluisterde Marlies.

‘Verder nog iets?’, hij wist het antwoord, maar hij zou niet aandringen. Dat was niet goed voor zijn hart.

‘Nee’, loog Marlies fluisterend. Simon wist dat ze loog.

‘Er ligt daar niets wat jou aangaat. Heb je dat begrepen?’ Zijn woorden lieten geen enkele ruimte voor discussie. Als je iets nodig hebt dan vraag je het me of je doet het zonder. Ik wil niet dat hier rondsnuffelt’.

‘Ja, Simon’. Marlies bloosde en liet haar handen op haar schoot zakken.

‘Ik wil het je horen zeggen, jongedame’, hield Simon aan. ‘Je komt niet meer aan de dozen niet onder mijn bed staan’.

‘Dat zal ik niet doen’, antwoordde Marlies met tegenzin. Christa lag onder dat bed, samen met haar levensverhaal samen met deze man.

‘Ik wil het je horen zeggen, Marlies’, waarschuwde Simon.

‘Ik zal niet aan de spullen onder je bed komen’, beloofde ze, wetend dat het een alweer een leugen was. Achter haar rug kruiste ze haar vingers om haar leugen te bezweren.

‘Goed’, zei Simon. ‘Zorg dat je je eraan houdt, anders zal ik je pak slaag geven waar die van vanmorgen bij verbleekt.

De twee zetten zich aan de restjes van de hachee. Beiden dachten aan Christa en de dagboeken die ze geschreven had.

~ooo00ooo~

Simon ging een dutje doen in de schommelstoel terwijl Marlies aan de slag ging met het stro, de dekens en de jutezak. ‘Zo moet het maar goed zijn’, zuchtte ze plofte neer op de matras. Ze konden de houten vloer onder haar heupen voelen, maar het lag een stuk aangenamer dan de vieze vloer in de schuur, zeker als er straks lakens op lagen en een met dons gevuld kussen dat de gastheer beneden onder zijn bed had liggen. Het was donker en het vuur in de haard en het fornuis was gereduceerd tot houtskool toen Marlies de ladder afklom en de kamer binnenstapte. Simon schrok van het kraken van de ladder toen ze naar beneden kwam. ‘Jezus!’, hijgde hij en kreunde. Iedere spier in zijn lichaam verzette zich tegen de plotselinge bewegingen van het wakker schrikken. ‘De halve dag naar de filistijnen’, bromde hij terwijl hij het zakhorloge uit zijn zak haalde en hem onder de lamp hield.

Maar Simon was de plannen over het verzorgen van de dieren niet vergeten.

‘Trek je jas aan’, baste hij terwijl hij zich moeizaam uit de schommelstoel omhoog hees.

‘Mijn jas? Waarom?’, vroeg Marlies. In haar stem klonk verwardheid, maar zelfs zij zelf hoorde er eveneens uitdaging in doorklinken.

‘Je hebt me wel gehoord. Er is werk aan de winkel, je zult je verblijf hier terug moeten verdienen’, antwoordde Simon. Zijn opgetrokken wenkbrauw maakte Marlies duidelijk dat ze niet door moest zeuren.

‘Je hoeft niet zo te commanderen, hoor’, pareerde Marlies. Ze pakte haar jas van het haakje. ‘Ik heb nooit gezegd dat ik niets wilde doen’.

‘Daag me niet uit, jongedame’, waarschuwde Simon.

‘Zo heet ik ook niet’, sprak Marlies tegen. ‘Ik ben geen kind meer en ik heet Marlies. Ik zou het prettig vinden als je die ook gebruikt’.

‘Simon trok zijn wenkbrauw omhoog. Hij keek nors. ‘Ik heb een grote houden borstel in mijn slaapkamer liggen. Wil je dat ik die ga gebruiken om die grote mond te laten verdwijnen?’

Marlies negeerde wat hij zei en draaide zich om naar de deur, terwijl ze haar armen in de mouwen van haar jas liet glijden. ‘Wat heb je voor me te doen?’

Simon slofte naar de deur en trok zijn jas aan. Ze spraken niet terwijl ze hun laarzen aantrokken. Toen Marlies haar laarzen aan had, nam Simon het woord.

‘Heb je wel eens eerder vee verzorgd en koeien gemolken?’ De vraag kwam er afgemeten uit.

‘Ik denk dat me dat best gaat lukken’, snauwde Marlies terug.

‘Haver, maïs en hooi voor de varkens. Drie scheppen haver, een schep maïs en twee vorken vol hooi. Clara krijgt hetzelfde. Verder strooi je twee handjes graan op de vloer voor de kippen. Je raapt de eieren en melkt de koe. De eieren en de melk berg je op in de voorraadkast die je de afgelopen week geplunderd hebt. Je ruimt de boel op en dan gaan we kijken of we iets te eten kunnen ritselen’.

‘En wat ga jij doen als ik daarmee bezig ben?’ Marlies had meer kortaf geklonken dan de bedoeling was.

‘heb je niks opgestoken van het lesje wat ik je vanmorgen gegeven heb? Moet je al zo snel weer op herhaling?’ Simon bleef even staan en nam haar in zich op.

‘Je hoeft niet zo tegen me te snauwen. Ik zal heus wel werken voor de kost’, bond Marlies in. Ze hoopte dat ze oprecht had geklonken.

‘Ik woon hier’, gromde Simon terwijl hij het pad afliep in de richting van de schuur. Er lag weer een flinke laag sneeuw. ‘Jij bent een brutaal meisje wat hier onuitgenodigd is komen aanwaaien. Onthoud dat goed. En nu aan het werk’. Hij zorgde ervoor dat hij zijn laatste woorden onverbiddelijk hadden geklonken.

Marlies slikte een paar scheldwoorden in die ze op voelde komen. ‘Wel verdomme! Ik zal hem laten zien hoe hard ik kan werken’.

In de schuur wees Simon het voer aan en keek toe hoe Marlies zich aan het werk zette. Toen pakte hij de schop om de verse sneeuw van het pad ruimen.

‘Zorg straks dat je je handen goed wast als je met het eten aan de slag gaat, duidelijk?’ er was geen enkele reden voor die laatste toevoeging, maar Simon wilde dat er geen misverstand bestond over wie de baas was.

Ze keek op en keek Simon na. Hij was met opzet bezig haar op te fokken. Ze keek hem aan met een dodelijke blik. Ze hield haar mond, ook al kostte haar dat alle moeite van de wereld.

Het voeren van de beesten stelde niets voor. Ze vond drie eieren maar had niets om ze in te doen terwijl ze koe aan het melken was, dus liet ze hen in het nest liggen terwijl ze zich om de koe kommerde.

‘Zo moeilijk zal het toch niet zijn’, dacht ze en pakte de emmer en het krukje om ging bij het beest zitten.

‘Jeetje Clara’, zei Marlies geschrokken en klopte het dier op haar flank, toen het begon te loeien en een stap opzij deed waardoor ze bijna omver geduwd werd. ‘Ik doe je geen pijn, meisje, ik wil je alleen maar melken. Goed?’ Ze klopte nog een paar keer. ‘Vind je het goed als ik dat doe?’, vroeg ze en klopte Clara wederom op haar flank.

Maar Clara was daar nog niet zo zeker van. Iedere keer als Marlies haar uier probeerde te pakken schoof ze onrustig heen en weer en stampte met haar hoeven.

‘Ben je bang dat ik je pijn ga doen?’, vroeg marlies en klopte nog een keer. ‘Dat zal ik niet doen, dat beloof ik. Laat me je nu maar melken. Daarna voel je je een stuk beter, toch?’

Clara loeide nogmaals. Uiteindelijk liet ze Marlies een van haar uiers pakken. Om het dier niet opnieuw af te schrikken, hield Marlies de uier een tijd lang alleen maar vast, zodat Clara aan de situatie kon wennen. ‘Wat moet ik nu doen?’, fluisterde ze nadat de koe gekalmeerd was.

‘Moet ik erin knijpen of er aan trekken?’ Ze probeerde beide. Zonder enig resultaat. Clara begon opnieuw te loeien en te bewegen, maar ze bleef door klungelen.

Na een poosje vruchteloos proberen, raakte Marlies langzaam geïrriteerd. Het laatste wat ze wilde was dat ze aan Simon Koopmans vertellen dat ze niet wist hoe ze een koe moest melken.

Kreunend vast koppige vastbeslotenheid, palpeerde Marlies de gezwollen spenen van de uier van Clara. Ze voelde de melk weer omhoog stromen toen ze deze eruit probeerde te persen. ‘Hoe moet ik nou doen?’, klaagde ze terwijl ze met haar hoofd tegen de flank van de koe leunde. Moe en op het punt het op te geven verslapte Marlies haar greep enigszins en bewoog langzaam masserend omlaag. Ze voelde hoe de speen zich achter haar hand met melk begon te vullen. In de hoop dat de speen open zou gaan opende ze haar hand. Er verscheen een druppeltje melk aan de speen.

‘Is dat alles, Clara?’, jammerde Marlies en probeerde het opnieuw.

Ze probeerde de masserende techniek nog een keer, maar weer verscheen er niet meer als een druppeltje. ‘Toe nou koe! Alsjeblieft?’

‘Waar denk je dat je mee bezig bent?’, baste Simon terwijl hij de schuur binnenliep en Marlies en Clara in ogenschouw nam. Clara schopte achteruit en Marlies gaf een gil van schrik en viel achterover van het krukje tegen de muur van de schuur.

‘Gloeiende gloeiende, van hier naar de hel en weer terug!’, krijste Marlies.

‘Wat vreet je in vredesnaam allemaal uit? Waar is de melk?’, vroeg Simon.

Marlies keek op, half boos, half verslagen. Zou ze hem vertellen dat ze niet wist hoe ze het moest doen of een of ander smoesje bedenken? Haar besluiteloosheid hield aan tot ze de geïrriteerde ongeduld in Simons ogen zag. Blinde woede maakte zich van haar meester.

‘Doe het zelf maar, miezerige boerenlul!’, siste ze en krabbelde overeind.

‘Zo iemand als jij heb ik nog nooit meegemaakt!’, bulderde Simon en pakte haar bij de kraag van haar jas. ‘Tot in de kern bedorven, of niet? Zo schaamteloos dat je een blokje om zou gaan als je jezelf tegenkwam. Je hebt kennelijk geen enkel respect voor de man wiens leven je binnengedrongen bent en op de kop gezet hebt’.

‘Dat is precies wat ik het liefst zou doen, jongedame! Je zo de koude, donkere nacht insturen!’ Simon trok haar dicht tegen zich aan. Wees maar blij dat ik enig fatsoen beschik en dat niet zal doen!’

‘Laat me los!’ Marlies worstelde om zich uit zijn greep te bevrijden.

‘Blijf staan en luister naar me! Simon greep haar met twee handen en schudde haar door elkaar. Het hielp. Ze hield op met zich te verzetten en bleef stil staan.

Simon draaide haar gezicht naar hem toe. ‘Ik zal je het voor eens en altijd duidelijk maken!’ Zijn blik was nors en vastberaden.

‘Oh ja? En dus?’Marlies blikte terug en voelde haar verzet toenemen.

‘En dus?’ Simon trok geïrriteerd zijn wenkbrauw op. ‘En dus zul je de komende tijd je maaltijden stand moeten nuttigen, als je niet oppast!’

‘Loop naar de hel!’ De ogen van Marlies spuwden vuur. Maar ook angst nam bezit van haar. Ze wist dat ze een flink pak slaag kon verwachten. Simons gezicht was rood van woede en de aderen in zijn slaap waren opgezwollen. Zo stonden ze bewegingsloos tegenover elkaar.

Simon was de eerste die bewoog. Hij ontspande zijn greep en liet vervolgens los. ‘Maak dat je in huis komt. Er liggen kalkoen en zoete aardappelen in de kast. Doe je best, anders zul je nog veel erger dan de haarborstel op je billen voelen voordat we naar bed gaan!’ Zijn stem klonk kalm, maar ijzig koud.

Marlies huiverde bij de gedachte waaraan ze net ontsnapt was en wat er later nog zou volgen. Om niet in tranen uit te barsten kon ze niet anders dan naar buiten, naar het huis te hollen. Er was geen excuus voor haar uitbarsting in de richting van de man. Het was niets anders dan haar misplaatste trots en dat kon ze moeilijk als excuus hanteren. Ze kon nu niet anders dan het wegslikken en met het eten aan de gang te gaan zoals haar opgedragen was. Wat zou ze doen als de tijd gekomen was voor het pak op haar billen dat haar aangezegd was? Zou ze het nog erger maken, of als een klein kind in tranen uitbarsten, zoals ze nu het liefst zou doen?

De blik in zijn ogen had haar beangstigd, maar ze had het liefst gehad dat hij haar in de schuur onmiddellijk over de knie had gelegd. Ze huiverde toen ze naar het toilethuisje liep, haar rok omhoog deed, de split in haar te grote onderbroek opentrok en op ging zitten. Het huisje was degelijk gebouwd maar bood weinig bescherming tegen de kou. Marlies huiverde opnieuw. Deze keer zorgde kippenvel voor een tintelend gevoel in haar billen. ‘Mijn stiefvader zou me ter plekke een pak slaag gegeven hebben’. Ze wrong haar handen ineen. Iedere man die ze in haar leven gekend had, zou haar ter plekke een pak op haar bips gegeven hebben.

‘Nee’, corrigeerde ze haar gedachte terwijl ze haar kleren in orde bracht. ‘Het zou hen niets kunnen schelen’.  Geen van de mannen zou de moeite genomen hebben haar over de knie te leggen. Ze zouden zich met hun vuisten op haar uitgeleefd hebben tot hun woede gezakt was’.

Deze man was anders. Marlies was verward door de mengeling van opluchting, spijt en boos verzet dat hij haar had laten voelen.

Haar hele leven was Marlies trots geweest ‘een koele kikker’ te zijn. Ze was altijd al een opgewonden standje geweest, maar tot afgelopen jaar was daar niet veel van te merken geweest. In de laatste weken was het haar echter gaan beheersen, alles kwam naar boven.

‘Hoe zou jij het aanpakken, Christa? Marlies keek in de richting van het graf waar de vrouw van Simon rustte. Er ontsnapte een traan uit haar ooghoek. ‘Waarom kon ik niet gewoon zeggen dat ik niet wist hoe het moest? Waarom deed ik zo raar?’

Een windvlaag woei om het huis toen Marlies de trap voor de deur opliep. Hij rammelde aan de kozijnen en woei een wolk sneeuw van het dak op de trap. De ergste sneeuwstorm leek wel voorbij. Marlies stapte het huis binnen.

~ooo00ooo~

Ze kon niet veel anders dan het eten klaarmaken, zoals haar gastheer haar opgedragen had, tenminste als haar billen haar lef waren. ‘Gedane zaken nemen geen keer’, hield ze zichzelf voor terwijl ze de etenswaren uit de kast pakte. ‘Zoete aardappelen en kalkoen had hij gezegd. Maar er liggen hier ook nog wortelen en maïs. En pasteitjes! Het was feest. Een echt kerstfeest!’ Marlies maakte het eten klaar en proefde overal wat van voor ze het in de oven schoof. Haar gedachten dwaalden af naar de man in de schuur en naar de dagboeken van Christa onder zijn bed. Zou hij het merken als ze hen een voor een mee zou nemen om te lezen? Ze wist nu in welke doos ze lagen. Ze kon ze pakken zonder alles van zijn plaats te halen.

‘Maar ik heb het beloofd’. Ze sloot haar ogen en balde haar vuisten. ‘Verdomme!’, zei ze tegen zichzelf. Er staat toch al heel wat te wachten. Erger kan het toch niet worden’.

Hoewel ze zich schuldig voelde over de belofte die ze brak en de privacy die ze schond, maar ze werd door een onverklaarbare drift gedreven. Marlies sloop de slaapkamer van Simon binnen, tastte bij het voeteneind van het bed in een doos. “Alsjeblieft Christa?’, fluisterde ze. De dagboeken lagen er nog precies zo als zij ze achtergelaten had, en degene die ze aan het lezen was, lag bovenop.

‘Oh, dank je wel!’, fluisterde Marlies. Haar benen waren bijna te slap om te ladder naar de zolder te kunnen beklimmen. Toen Simon binnenstapte stond ze braaf de tafel te dekken.

De blik in zijn ogen verried dat hij zijn boosheid weer aardig onder controle had, maar dat ze steeds een groot probleem had.

‘Zitten en eten’, gromde hij tegen haar terwijl hij zijn laarzen uitdeed. ‘Ik kom zo’.

Nadat hij zijn jas opgehangen had, liep Simon naar zijn slaapkamer. Het hart sloeg Marlies in de keel omdat ze dacht dat hij de dozen onder het bed ging controleren. Toen hij terug kwam had hij een zwarte ebbenhouten haarborstel bij zich, die hij naast zijn bord op tafel legde. Haar hart ging zo mogelijk nog harder te keer, hoewel ze tegelijkertijd opgelucht was dat haar andere misdaad niet opgemerkt was.

‘Eet!’, snauwde Simon. De aandacht van Marlies werd weer van de borstel afgeleid.

‘Waar is die voor?’ Marlies prikte nerveus in het eten op haar bord.

Simon moest bijna lachen. ‘Ik dacht dat je dat wel wist’, luidde zijn afgemeten antwoord. ‘Eet.’

Marlies bleef met haar vork in het eten prikken en slaagde erin een paar hapjes te nemen voor ze iets durfde zeggen. ‘En als ik nu zeg dat het me spijt?’

‘Misschien dat er dan een paar klappen komen te vervallen’, knikte Simon.

‘Kijk, ik wist niet hoe je een koe moest melken, OK? Ik kon het niet en schaamde me ervoor het toe te geven’, probeerde Marlies uit te leggen.

‘Dat had ik ook wel in de gaten, Marlies. Maar het is geen enkele rechtvaardiging voor je grote mond en je onuitstaanbare gedrag’, gaf Simon aan.

‘Maar jij liet me schrikken’, zei Marlies klagend.

Simon hield zijn hoofd scheef van vermaak. ‘Je bent een schaamteloos wezen, dat is wel duidelijk. Ik ben bang dat je de klappen nu weer terugverdiend hebt’.

Simon verlegde zijn aandacht naar zijn bord, terwijl Marlies haar opvliegerigheid in bedwang probeerde te houden.

‘Ik geloof dat ik een hekel aan je heb’, was het meest veilige wat ze kon bedenken.

Simon keek op en grinnikte. ‘Eet je bord leeg voor het koud is’.

Ze zetten hun maaltijd zwijgend voort.

Wintervertelling (2)

Marlies lag diep te slapen, nog dieper dan de nacht ervoor. Terwijl haar lichaam rustte in het geriefelijke en warme bed, droomde ze dat het een lieve lust had. In de dromen stonden de ontdekkingen die ze gedaan had ten aanzien van de eigenaar van het bed centraal.

In een van de dromen zat Marlies met een kop thee aan de keukentafel toen de heer des huizes thuiskwam. Ze moest uitleggen wie ze was en wat ze daar deed om vervolgens onder handen genomen te worden door haar gastheer. Een andere droom ging niet over wie ze was, omdat ze samen met Simon met paard en wagen onderweg was. De omgeving kwam haar bekend voor, de heuvels waren met sneeuw bedekt. In haar droom zag de woeste omgeving die ze de afgelopen tijd zo vervloekt had, er prachtig mooi uit.

Een plotselinge harde windvlaag blies de sneeuw tegen de blokhut en deed het raam boven Marlies hoofd trillen. Ze werd wakker van het geluid. Het was al licht! Ze ging rechtop zitten en keek de kamer rond. Opeens realiseerde ze zich waar ze was.

****************

Simon zette zijn paard op stal en gaf het te eten. Vervolgens nam hij de tijd om ook de andere dieren in de stal te voederen. Vervolgens maakte hij de zadeltassen leeg, pakte de zak met gebraden kip die hij van zijn vriend gekregen had, het pak wat hij achter de kist gevonden had en de schuldbekentenis en begon zich een weg te banen door de sneeuwduinen in de richting van het huis. De volle maan die zijn erf verlicht had toen hij de dieren aan het voeren was, was verdwenen. Het was weer begonnen te sneeuwen en de wind was weer aangetrokken. Het voelde nu een stuk kouder aan dan toen hij onderweg was. Simon was blij dat hij weer thuis was hoewel hij behoorlijk geïrriteerd was dat zijn reis voor niets geweest was. Hoewel het leuk was Koos en Lijanne weer te zien, ergerde hij zich aan de verloren dag, de ongemakkelijke reis en als klap op de vuurpijl aan de stelende indringer.

De schuldbekentenis verklaarde veel. De dief had in de afgelopen twee weken eieren en ander voedsel gestolen en zo te lezen was hij vervolgens van plan op zijn paard te stelen. Simon schudde zijn hoofd. Eten stelen was nog iets. Zoiets was misschien nog goed te praten. Maar het stelen van een paard was een misdaad waar gevangenisstraf op stond.

‘Simon dacht terug aan de afgelopen dagen. De spookachtige geur van gebakken eieren die verdwenen waren, de missende melk en de verdwenen room uit de voorraadkelder was nu opeens te verklaren.

Het idee dat hij gedwongen gezelschap had tot het weer op zou knappen, stond Simon niet aan, maar hij was ervan overtuigd dat de eigenaar van de achtergelaten spullen niet ver weg kon zijn. Nu het weer zo verschrikkelijk slecht was, zou zelfs een dief onderdak nodig hebben. ‘Het is beter dat ik hem kan zien dan dat ik me steeds af moet vragen of mijn paard er nog wel staat’, gromde hij en besloot zodra het licht was opzoek te gaan naar de dader.

Het huis was nog steeds warm. Het vuur gloeide nog steeds in het fornuis onder de kookpot.

‘Er is hier iemand geweest’, hield hij zichzelf voor en speurde de donkere kamer rond.

Er was echter geen teken van leven, behalve dat een vuur uit zichzelf geen twintig uur brandend blijft. Simon stak een olielamp aan en liep stilletjes naar de slaapkamer. Daar lag duidelijk waarneembaar een slanke gestalte tussen de lakens. Simon nam aan dat dit de dief moest zijn. Hij kon alleen de bovenkant van het hoofd van de jongen zien, de rest lag begraven onder de dekens. De blonde krullen van de jongen hadden een jonge uistraling.

‘Nu weet ik tenminste waar je uithangt’, zei Simon tegen de slapende gestalte. ‘Ik zou nog maar even van dat bed genieten, nu het nog kan’.

Hij liep de kamer weer in en ruimde het etenswaar op dat hij van zijn vrienden gekregen had op, samen met het voedsel wat hij in de schuur gevonden had. Simon schudde zijn hoofd toen hij de inhoud van het pak bekeek dat hij open gemaakt had. De jongen moet een flink gat hebben geslagen in zijn wintervoorraad. ‘Dit vraagt om een flinke aframmeling met de paardenzweep!’, fulmineerde hij toen hij eraan dacht de hele winter vast te zitten omdat de onverlaat er met zijn paard vandoor gegaan was. Als de jongen straks wakker wordt, heeft hij een serieus probleem.

Het stuk kip van Lijanne deed de woede van Simon enigszins temperen. ‘En nu nog een lekker vers bakkie koffie’.

Simon stapte naar buiten en baande zich een weg naar de voorraadkelder. Hij vulde een gamel met melk en eentje met de room die op de melk dreef. Hij zou die ochtend een koningsmaal klaarmaken. En misschien zou hij die kleine dief wel laten toekijken hoe hij alles op at.

Toen hij weer binnen was ging hij in de schommelstoel zit wachten tot de koffie klaar was en de kippenpoot lekker warm. Hij overwoog even de haard aan de andere kant van de kamer aan te steken, maar kwam tot de conclusie dat het warm genoeg was door de hitte die van het fornuis kwam. De lange rit op het paard en het late tijdstip begonnen hun tol te eisen. De stijve spieren van Simon begonnen te ontspannen en zijn ogen vielen dicht.

Het rijke aroma van de koffie drong langzaam zijn bewustzijn binnen, net op het moment dat hij dreigde in slaap te vallen. Het dutje was lang genoeg om weer wat fitter te zijn, maar tekort om het slaaptekort dat hij had niet meer te voelen. De koffie deed de rest. Het zou snel licht worden. Tijd om voor de dieren te zorgen, de koe te melken en het mispunt in zijn bed onder handen te nemen. Simon voelde zich weer energiek en dat was aan zijn houding te zien.

Het laatste uur voor zonsopgang had hij bij het licht van de olielamp zitten lezen over het leven van een jongeman op een boot. De onbekende schrijver Mark Twain begon aardig naam te maken en Simon snapte waarom. Het was een goed verhaal. Als hij de volgende keer in de stad zou zijn, zou hij kijken of er al nieuwe werken van de schrijver verkrijgbaar waren.

Het werd pas laat licht dankzij het zware wolkendek en het dikke sneeuwdek dat de wereld bedekte. De dief lag nog steeds vast te slapen in het bed, toen Simon besloot dat het de hoogste tijd was om de eieren te rapen en de koe te melken. Om te voorkomen dat hij zou ontsnappen als hij wakker zou worden, pakte hij de jas en de laarzen van de jongen die bij het bed lagen en zette een stoel met de rugleuning onder de deurknop. Hij sloot het slaapkamerraam goed af. Hij zou weliswaar nog door de ramen kunnen ontsnappen, maar zonder jas en laarzen zou hij niet ver komen.

Simon deed als laatste de deur van het huis op slot.

*********************

Marlies rook koffie en merkte dat de slaapkamerdeur dicht was. De man was thuis! Hij moet haar gezien hebben, waarom heft hij haar niet wakker gemaakt? Ze sloeg de dekens van zich af en klom uit bed. Ze zag onmiddellijk dat haar laarzen weg waren. Ze leip naar de deur, maar merkte dat deze niet openging. Ze kon wel aan de knop draaien, maar zelfs als ze haar volle gewicht tegen de deur zette, ging hij niet open. Ze zat opgesloten! Koortsachtig zocht ze naar een andere manier om naar buiten te gaan. Dat moest het raam zijn.

Ze ging op het bed staan en duwde tegen het raamkozijn. Ze keek naar buiten en zag hoe de sneeuwduinen meer dan een meter hoog geworden waren en hoorde hoe de wind om het huis huilde. ‘En ik heb niet eens laarzen’, jammerde ze. Ze keek de slaapkamer rond en constateerde dat ook haar jas verdwenen was.

Wat moest ze doen? Ze zat opgesloten en alleen een gek zou zonder jas en laarzen naar buiten gaan.

Ze koos ervoor om terug te lopen naar de deur. Ze klopte en smeekte om eruit gelaten te worden. ‘Alsjeblieft meneer! Ik kan het allemaal uitleggen! Mag ik er alsjeblieft uit?’

Er kwam geen antwoord. Ze hoorde zelfs helemaal geen geluid. ‘Was hij weer vertrokken?’, vroeg ze zich af.

Een lichte paniek overviel haar. ‘Laat me er alsjeblieft uit! Alsjeblieft!’. Marlies bonsde en rammelde aan de deur. ‘Ik moet heel nodig plassen! Dat kan ik niet hier doen!’

Ze keek opnieuw de slaapkamer rond en zag dat ze zich vergiste. Half verscholen onder het bed stond een porseleinen nachtspiegel. Er stond een prachtig blauw bloemetjesmotief op geschilderd. Nadere inspectie leerde dat hij schoon was en dat er zelfs een paar velletjes krantenpapier in lagen. Mocht Simon haar blijven negeren dan hoefde ze in ieder geval niet in haar broek te plassen.

Ze liep weer naar het raam en deed het open. Ze tuurde de hele omgeving af. Er was een pad in de sneeuw gemaakt tussen het huis en de schuur en erom heen stonden verse voetsporen in de sneeuw. De man kon niet ver weg zijn. Hij zou waarschijnlijk in de schuur bij het vee zijn, zoals iedere morgen het geval was.

‘HEE!’, schreeuwde ze zo hard als ze kon. ‘Laat me er verdomme uit! HEE! Kun je me horen?’

Ze wachtte even maar er kwam geen antwoord. Ze begon opnieuw te schreeuwen.

‘Wel verdomme! Laat me hier ONMIDDELLIJK uit!’

Weer kwam er geen antwoord. Er verstreken een paar seconden en Marlies voelde zich steeds bozer worden.

‘HEE! Jij verdomde, idiote kippenneuker! Laat me er uit!’

”***********

Simon kon het geschreeuw vanuit het huis horen. ‘Ik geloof dat er iemand wakker geworden is, Clara’, zei hij tegen de koe. ‘En hij gebruikt de naam van de Heer ook nog eens ijdel. Ik geloof dat ik die jongeman straks maar eens wat manieren bij moet brengen, meisje’.

‘Maar eerst moet het werk gedaan worden’, foeterde hij. ‘Ik me zal straks met jou bezighouden. Ga nog even door met vuilbekken en ik zal je mijn riem laten voelen’.

”**************

Marlies sprong opgewonden op en neer, toen ze na een paar minuten schreeuwen nog steeds geen enkele reactie kreeg. Ze dacht zelfs even dat de man misschien niet in de buurt zou zijn. Maar dacht tegelijkertijd dat het er helemaal niet toe deed of hij nu in de buurt was of niet, hij had het recht niet om haar zomaar op te sluiten en haar jas en laarzen weg te halen. ‘Hij heeft ze vast in de kamer hiernaast gelegd’, dacht ze. ‘Misschien kan ik naar buiten klimmen, om het huis heen lopen en door de voordeur weer naar binnengaan’.

Die gedachte spookte een poosje in haar om. ‘Maar wat als ze daar niet liggen?’, vroeg ze zichzelf af. ‘Wat maakt dat uit? Je bent dan in ieder gavel uit de slaapkamer vandaan, je kunt een kop koffie nemen en die boerenlul in zijn eigen woonkamer de waarheid vertellen’.

Dat idee stond haar wel aan, en dus besloot ze het zo te doen.

Haar dikke geitenwollen sokken boden maar zeer tijdelijk enige bescherming tegen de koude sneeuw. Ook al zat er hele plakkaat vuil onder de wollen zool, haar warme voeten deed de sneeuw smelten. Haar voeten werden nat en de natte voeten werden al snel ijskoud. Haar flanellen overhemd bood ook al weinig bescherming tegen de kou. Ze huiverde en voelde dat ze vergeten was te plassen. Haar blaas kneep zich sterk samen rond de warme vloeistof die eruit wilde.

Ze rende snel naar de voorkant van het huis en begon aan de deur te trekken. Hij zal op slot. ‘Wel verdomme!’, schreeuwde ze. ‘Oh, jij verdomde kippenneuker! Laat me erin!’ Marlies rammelde aan de deur en bonkte erop. De combinatie van honger, kou en het nodig moeten plassen maakte haar wanhopig.

Maar de deur ging niet open en ook in het raampje ernaast was geen beweging te krijgen. Ze kon zien dat hij aan de binnenkant op de grendel zat. De enige manier om binnen te komen was door een raampje in te slaan. Ze was boos genoeg om tot dergelijke middelen over te gaan, maar er was iets wat haar tegenhield. Ze draaide zich om en tuurde de omgeving af. De schuur stond een eind verderop. Ze overwoog om daarheen te gaan, ze zou er in ieder geval bescherming tegen de wind kunnen vinden. Haar voeten waren bijna gevoelloos geworden van de kou. Een andere mogelijkheid was om weer in de slaapkamer te klimmen.

Ze sprong op en neer en werd steeds wanhopiger. Marlies woog haar mogelijkheden. Ze besloot voor de slaapkamer te gaan en rende weer naar de achterkant van het huis. Ze had zich echter niet gerealiseerd hoe hoog het raamkozijn wel niet was. Ze kon er niet bij, zelfs niet als ze op haar tenen ging staan. Ze probeerde het met springen, maar het leek wel of ze ijskoude naalden in haar voetzolen staken iedere keer dat ze neerkwam. Terug bij de voordeur vocht Marlies tegen de tranen vanwege de onmogelijke positie waarin ze zichzelf gemanoeuvreerd had.

Ze stond te trillen en haar handen waren bijna even koud als haar voeten. Ze balde haar hand tot een vuist en verborg deze in de mouw van haar shirt. Vervolgens begon ze verwoed op het raam te slaan. Ze was echter niet sterk genoeg om door het dikke glas heen te slaan. Hete tranen liepen over haar koude wangen terwijl ze steeds opnieuw tegen het raam sloeg in een wanhopige poging het huis binnen te komen.

‘Wil je daar onmiddellijk mee ophouden’, bulderde de stem van Simon achter haar.

‘Jezus Christus!’, gilde Marlies, terwijl ze zich omdraaide en recht in het gezicht van de man keek die vlak achter haar stond. Bijna leegde haar blaas zich, maar ze boog zich met gekruiste benen voorover omdat te voorkomen.

‘Je hebt jezelf in een lastig parket gemanoeuvreerd, is het niet?’ Simon kon er niets aan doen, maar hij moest lachen.

Marlies kwam niet verder dan snikken.

‘Kom maar, Ga maar naar binnen’. Simon had geen medelijden door de tranen van de jongen. Zeker niet omdat hij de situatie waarin hij zich bevond helemaal aan zichzelf te danken had.

Marlies was niet meer in staat om helder te denken. Haar gedrag van het laatste half uur was de weerslag van de wijze waarop ze in de afgelopen periode de controle over haar leven was kwijtgeraakt. Ze wist dat de paniek straks wel weer zou wegebben, maar op dat moment zorgde de stekende kou in haar handen en voeten samen met haar overvolle blaas dat de tranen over haar wangen stroomden.

‘Laat me los’, gilde ze toen Simon haar bij haar arm pakte. Hij duwde haar in de richting van de deur die hij inmiddels van het slot gedaan had. Omdat ze er niet in slaagde haar arm los te rukken gaaf ze Simon een flinke trap tegen been. Toen haar bijna bevroren voet in aanraking kwam met zijn scheenbeen, ging er een bijna ondraaglijke pijnscheut door haar heen.

Simon trok even een pijnlijk gezicht. De trap was hard genoeg om voor een blauwe plek te zorgen, maar hij liet zich er niet door van de wijs brengen. Hij duwde de kleine verschijning over de drempel waar het op de grond neerviel. Hij sloot de deur achter zich en deed zijn jas uit.

‘Ik hou niet van jongens die grienen alsof ze meisjes zijn’, gromde Simon, toen ze een paar minuten later nog steeds niet overeind gekomen was. ‘Sta op en kijk me aan! Daarna zal ik je reden geven om te janken!’

Zijn bulderende stem brak door de misère van Marlies heen en ze keek hem verbluft aan. ‘Jongen?’, vroeg ze verward, maar toen drong zijn vergissing tot hem door. ‘Ik ben helemaal geen jongen!’ De verontwaardiging was precies wat ze nodig had om haar ellende naar de achtergrond te verdringen’.

De mond van Simon veel open, terwijl hij naar de persoon op de grond keek. Hij ging recht zitten om haar beter te kunnen bekijken.

‘Een meisje? Een meisje heeft hier de afgelopen periode gebivakkeerd en mijn etensvoorraad geplunderd? Wat kom je hier doen? Hoe ben je hierin in vredesnaam terecht gekomen? En waar dacht je in godsnaam met mijn paard naartoe te gaan? De minachting van Simon voor de huilebalk had plaatsgemaakt voor ongeloof.

‘Ik ben een volwassen vrouw en ik kan best voor mezelf zorgen!’, Marlies keek met een verdedigende blik naar de tierende man die voor haar zat. ‘Wat kunnen jullie mannen arrogant zijn! Wie zegt dat een vrouw niet voor zichzelf kan zorgen?’

Simon merkte dat hij een glimlach om zijn mond kreeg. Het vieze gezicht en de vette haarlokken even buiten beschouwing latend , was ze best knap vond hij. En ze had het zelfde temperament als Christa. ‘Je bent een brutaal meisje. Kom hier eens in het licht staan zodat ik je goed kan bekijken’, gromde hij.

‘Nee!’, Marlies sloeg haar armen over elkaar en weigerde aan zijn verzoek tegemoet te komen.

Simon liet haar echter geen keus. Hij liep naar haar toe en zei, ‘Maak me niet boos, meisje!’

‘HEE!’, hijgde Marlies toen ze voelde dat ze opgetild werd en kromp ineen toen haar zere tintelende voeten contact maakte met de harde planken van de vloer. ‘Auw! Oh! Ze zakte door haar knieën, maar Simon trok haar zo overeind, dat ze geen andere keus had dan op haar benen te blijven staan. ‘Alsjeblieft! Ik moet heel nodig plassen!’, smeekte ze.

Simon kon er niets aan doen. Haar woorden en de manier waarop ze eruit kwamen, was het grappigste wat hij in vele jaren meegemaakt had. Hij begon te lachen.

Marlies begon te blozen van schaamte en boosheid. ‘Het is niet grappig!’, siste ze. ‘Iedereen moet op zijn tijd plassen!’

Simon kon zich niet beheersen. Hij bleef maar lachen.

‘Je bent een klootzak!’, schold Marlies en draaide zich om naar de slaapkamer waar ze wist dat de po stond. Het was een kwestie van de stoel onder de deurknop vandaan halen en de deur open maken.

Simon stond tegen het aanrecht geleund en zag hoe ze de deur achter zich dicht deed. Hij deed al geen moeite meer zijn lachen in te houden.

‘Dit veranderd de zaak’, hield hij zichzelf voor terwijl Marlies buiten zijn gezichtveld haar behoefte deed. Hij vroeg zich af hoe oud ze was en hoe het in vredesnaam mogelijk was dat ze er moederziel alleen op uit getrokken was. Het leed geen twijfel dat hij daar achter zou komen en hij zou er voor zorgen dat ze weer heelhuids bij haar familie terug zou keren. Het leed geen twijfel of een bezorgde vader of jonge echtgenoot zou naar haar op zoek zijn.

Deze gedachte deed zijn lachbui als sneeuw voor de zon verdwijnen.

‘Het is maar goed dat ze de mijne niet is’. Simon hief zijn hand op in de richting van de gesloten deur. ‘De mijne of niet, ik zal je straks eens een lesje leren’. De irritatie van het ongemak dat ze hem bezorgd had en het idee dat ze van plan was er met zijn paard vandoor te gaan had plaats gemaakt voor boosheid dat een meisje zo dom kon zijn zichzelf in zo’n lastige positie te brengen, ver van huis, waar mensen waarschijnlijk doodongerust waren.

Hij ging met een grimmig gezicht het ontbijt klaar maken, vastbesloten wat hij straks zou gaan doen.

***********

Marlies kon maar amper de po bereiken toen haar blaas het begaf. Rillend van de kou ontspande ze haar lichaam. Het koude porselein van de po werd warm onder haar billen. Ze voelde zich weer wat gemakkelijker en dacht na over de situatie waarin ze zich bevond.

‘Hij kan tenminste lachen’, dacht ze bij zichzelf en bloosde opnieuw bij de gedachte aan haar schaamte van een paar minuten terug. ‘En dan te bedenken dat hij dacht dat ik een jongen was’, vroeg ze zich af. Ze had er bijna spijt van dat ze het hem gezegd had. Het was wel haar bedoeling toen ze haar lange haar had afgeknipt, dat mannen haar voor een jongen zouden houden. Maar die gedachte had ze laten varen toen ze in de spiegel in het kamertje in het bordeel had gekeken. Nu haar haren korter waren, gingen ze meer krullen en zag ze eruit als een jonger meisje dan ze was. Maar het was nu eenmaal gebeurd. Hij kende de waarheid en ze kon de tijd niet meer terugdraaien.

Het was nu zaak om weer naar binnen te gaan en het hem allemaal zo uit te leggen dat hij haar zou laten blijven tot het weer zodanig was dat ze weer zou kunnen reizen. De grote vraag zou zijn, zou hij haar verhaal wel geloven? Marlies was opgevoed met het idee dat fatsoenlijke mannen dat niet zouden doen, tenzij ze het idee zouden hebben dat ze serieuze problemen zou hebben. Om die reden besloot Marlies dat ze de waarheid beter kon verzwijgen. Als hij zou denken dat ze een weglopertje was, was ze waarschijnlijk beter af. Ze maakte zich verder zorgen dat als hij zou weten dat ze niet veel meer dan een hoer was, ontmaagd in een bordeel boven een ar, hij haar zou dwingen te vertrekken om zijn goede naam niet te grabbel te gooien. Ze wist niet wat erger was, opgescheept zitten met een man die haar zou misbruiken of sterven in de koude winter in zuid Limburg.

Ze wilde graag blijven. Al was het alleen maar om de rest van de dagboeken van Christa te lezen over haar leven met deze man.

Marlies verzamelde al haar moed en bracht haar kleren in orde. Haar voeten brandden en tintelden nog steeds, maar voelden al een stuk beter toen ze haar sokken uitgedaan had. Ze haalde diep adem en stapte de woonkamer binnen, waar Simon bezig was met een koekenpan vol met repen spek. De atmosfeer was een stuk warmer dan ze de afgelopen tijd thuis ervaren had nadat haar moeder overleden was.

‘Is het gelukt?’, vroeg Simon zonder op te kijken.

‘Ja. Wat doe ik met de po?’, antwoordde ze terwijl ze dichterbij kwam om te zien wat hij aan het doen was.

‘Laat eerst maar, je kunt hem straks buiten gaan legen. Ga nu eerst je handen maar wassen en ga zitten’, hij knikte eerst naar de waterpomp en vervolgens naar de tafel.

De volgende minuten gingen in stilte voorbij, alleen het gesis van het spek in de pan was hoorbaar. Simon schonk een mok koffie voor zichzelf in en een beker melk voor Marlies.

‘Ik heb liever koffie’. Ze hield haar hoofd een beetje scheef.

‘Hoe oud ben je eigenlijk?”, vroeg Simon  haar opmerking negerend.

‘Tweeëntwintig’, loog ze.

Er verscheen een wrange glimlach op zijn gezicht. Ze wist dat hij wel wist dat ze zat te liegen. ‘Dat klinkt erg waarschijnlijk, moet ik zeggen’, antwoordde hij en goot het laatste beetje melk uit de gamel in haar beker.

‘Alsjeblieft! Ik drink echt koffie. Dat doe ik al een hele poos, echt waar!’ Marlies keek met afschuw naar de grote beker met wit vocht.

‘Melk!’, gromde Simon. ‘Je drinkt melk’. Hij zette een bord met gebakken eieren en drie plakken spek voor haar neer en ging zelf achter een bord met een dubbele portie zitten.

Marlies haalde haar neus op in de richting van de melk, pakte haar vork en begon de eieren te verorberen.

Simon keek toe en at in een veel lager tempo. Het meisje at alsof ze uitgehongerd was en niet wist wanneer ze volgende maaltijd zou krijgen. ‘Eet eens een beetje rustig, straks ben je misselijk!’

Marlies keek op en realiseerde zich hoe ze eruit moest zien. Opnieuw bloosde ze. ‘Sjorry’, zei ze met een volle mond en ging vervolgens rechtop zitten.

‘Hoe heet je?’, vroeg Simon toen ze de volgende hap genomen had.

‘Maslie’, antwoordde ze opnieuw met volle mond. ‘Sorry, ik het Marlies’, corrigeerde ze toen ze de verbaasde blik op zijn gezicht zag.

‘Tja, Marlies, ik weet dat je in de afgelopen week best wel gegeten hebt, dus het zal wel een gebrek aan tafelmanieren zijn?’, zei Simon met een afgemeten glimlach.

Marlies gaf geen antwoord. Ze wachtte tot Simon nog wat zou zeggen en toen hij dat niet deed verlegde ze haar aandacht weer naar haar bord. Ze liet haar melk echter staan en keek jaloers naar Simon iedere keer als hij een slok van zijn koffie nam.

‘Ik zou daar een moord voor plegen’, zei ze toen hij zichzelf een nieuwe mok koffie inschonk.

Simon lachte in zichzelf en keek naar haar beker. ‘Drink dat eerst maar eens op’, antwoordde hij. ‘Koffie is niet goed voor kinderen’.

‘Maar ik ben volwassen!’, klaagde Marlies en schudde haar hoofd in de richting van de man tegenover haar.

‘Als je koffie wilt, drink je eerst je beker leeg’, zei Simon streng. De toon van zijn stem verraadde echter dat hij de humor van de situatie wel inzag. Christa deed precies zo wanneer hij haar dwong haar melk op te drinken. ‘Zal wel iets voor vrouwen zijn om hun neus op te halen voor iets wat zo gezond voor ze is?’, nam hij aan.

Marlies werkte echter beter mee dan Christa gedaan zou hebben. Hoewel ze het idee had dat ze wel over zou kunnen geven, dronk ze de beker in een teug leeg. ‘Bah!’, klaagde ze. Je hebt alle room eraf geschept!’

‘Room wordt hier alleen gebruikt bij het koken en in de koffie’, zei Simon. ‘Als ik je er nog eens op betrap dat je het opdrinkt, geef ik je een flink pak op je billen’.

‘Nog eens?’, Marlies keek verbaasd.

‘Ga me nu niet vertellen dat je niet van de room gesnoept hebt de afgelopen week!’, zei Simon waarschuwend.

Marlies kromp ineen onder zijn priemende ogen. ‘OK’, zei ze en liet haar blik zakken. Het was duidelijk dat deze man niet met zich liet spotten.

‘Ik neem aan dat je er suiker in wilt?’, vroeg Simon toen hij een mok hete koffie voor haar neerzette. Marlies keek op en knikte.

‘Alsjeblieft?”, antwoordde ze.

Simon zette de suikerpot midden op de tafel en gaf haar een lepel. ‘Niet teveel’, waarschuwde hij en ging weer tegenover haar zitten.

Marlies glimlachte en deed twee grote scheppen suiker en een flinke dot room in haar koffie. Simon vertrok zijn gezicht in afschuw.

‘Dat is de laatste keer dat je zo’n heerlijke kop koffie verkracht!’

Marlies keek op, bezorgd door de toon in zijn stem. ‘Wat?’, vroeg ze.

‘Niet meer dan een half schepje suiker de volgende keer en een heel klein beetje room’. Hij schoof zijn kop naar haar toe om haar te laten zien wat hij bedoelde.

Marlies deed net of ze zijn afgrijzen niet merkte. ‘Het is lekker zo, je zou het ook eens moeten proberen’, zei ze terwijl ze een slok nam.

‘Je gaat hier de boel niet verspillen omdat je zo’n zoetekauw bent!’, retireerde Simon toen hij besefte dat ze niet in de gaten had wat hij bedoelde.

Nu was het de beurt aan Marlies om te grommen. ‘Goed! Je hebt je punt gemaakt! Wie heeft er nu geen manieren?’

‘Wat doe je hier eigenlijk?’, informeerde Simon geïrriteerd door haar gedrag. Hij besloot de koe maar eens bij de hoorns te vatten.

Marlies keek op. Ze was zich ervan bewust dat zijn stem luider en serieuzer van toon geworden was. ‘Ik ben onderweg naar Rotterdam en daarna misschien wel naar Amsterdam’, antwoordde ze.

‘En waar woont je familie?’

‘Die heb ik niet. Mijn moeder is een paar maanden geleden overleden. Ik heb niemand meer’, antwoordde ze.

‘En je vader dan?’ Simon keek haar sceptisch aan.

‘Die is jaren geleden al overleden’, zei Marlies.

‘Geen broers of zusters of een stiefvader?’

‘Nee’. Marlies durfde hem niet aan te kijken bij deze halve leugen.

Simon wist dat ze zat te liegen, maar iets in haar zorgde ervoor dat hij zich inhiled. ‘Je hebt dus geen familie meer’, knikte hij.

‘Ik heb niemand meer waar ik naar toe kan’, antwoordde Marlies boos. Ze was geïrriteerd dat hij er zo gemakkelijk in slaagde haar geheimen bloot te leggen.

‘Nou ja, je zult in de winter Rotterdam nooit bereiken. Zelfs niet als je mijn paard mee zou nemen. Je zou onderweg omkomen! Simon werd al even boos als Marlies. Waarom heb je je zolang schuil gehouden en van me gestolen? Waarom heb je niet gewoon aangeklopt en om hulp gevraagd?’

Marlies dacht even na. ‘En hoe kon ik weten dat jij te vertrouwen was?’

‘Heel gevaarlijk om van mannen die niet vertrouwen zijn te stelen, zou ik zo zeggen. Wat als ik je op heterdaad betrapt had, toen je nog dacht dat ik niet te vertrouwen was?’, grijnsde Simon.

‘Nou, ik kon aan het graf buiten te zien dat je getrouwd geweest bent en dacht aan de jaartallen te kunnen zien dat het te lang geleden is om een struikrover te zijn of zoiets. Dus ik dacht dat ik veilig iets weg zou kunnen nemen’, legde Marlies uit.

‘Maar niet veilig genoeg om gewoon aan te kloppen en om hulp te vragen?’, herhaalde Simon zijn eerdere vraag.

Marlies gaf geen antwoord. Ze wist ook niet waarom ze geen antwoord had op zijn vraag. Wel wist ze dat als hij niet te vertrouwen zou zijn, ze van de regen in de drup zou raken.

‘Dus besloot je dat je beter kon stelen in plaats van een oude weduwnaar te vertrouwen?’

Als hij het zo stelde, voelde ze de schaamte opkomen, maar door de pijn die ze voelde kwam ze onverwacht fel uit de hoek.

‘Ik weet niet wat ik moest denken, achterlijke boerenlul! En vanaf nu beantwoord ik geen vragen meer!’, terwijl ze dat zei, sloeg ze met haar vuist op tafel.

Er viel een doodse stilte die eindeloos lang leek te duren. Marlies zag de aderen op zijn slapen opzwellen en de spieren van zijn kaken verstrakken.

‘Weet je meisje, toen ik nog dacht dat je een jongen was, was ik van plan je een pak slaag met de zweep te geven. Vervolgens had ik het plan je een flink pak slaag op je billen te geven omdat je je ouders ongerust gemaakt hebt en vanwege de overlast die je me bezorgd hebt door van me te stelen. Maar toen ik hoorde dat je geen ouders meer hebt – als ik je tenminste kan geloven – heb ik dat plan zo half laten varen. Nu ben ik er echter van overtuigd dat jij wel een lesje in goede manieren kunt gebruiken’.

Marlies keek hem aan om erachter te komen dat jij meende wat hij zei, maar ze kon geen twijfel in zijn ogen ontdekken.

‘Jij hoeft me verdomme helemaal geen lesje te leren’, antwoordde ze. Ze voelde zich door hem in een hoekje gedreven. ‘Je wist helemaal niet dat ik er was, dus hoe kan ik je dan overlast bezorgd hebben?’

‘Een lange reis van een dag in een sneeuwstorm om een paar nieuwe kippen te kopen omdat ik dacht dat de oude van de leg waren. Denk je dat er dan geen sprake is van overlast?’

Marlies hijgde en sperde haar ogen wijd open. Ze moest bijna lachen toen ze het belachelijke van de hele situatie begon in te zien. ‘Dus daar had je dat idiote paard voor nodig!’

‘Daarom ben ik er met het paard opuit getrokken. Het paard wat je van plan was te zetelen zoals in je schuldbekentenis te lezen was’, legde Simon uit.

‘Dan denk ik dat het maar goed is dat je die verdomde kippen bent gaan kopen. Op die manier kon ik het paard niet stelen omdat jij ermee weg was’.

‘Ik wil dat je onmiddellijk ophoudt met vloeken!’ Simon ging staan en boog zich over de tafel in de richting van Marlies.

Marlies keek terug. Een stemmetje in haar hoofd liet haar weten dat ze maar beter haar excuses kon aanbieden, maar haar opvliegerige karakter stond dat niet toe.

‘Nee!’, snauwde ze terug en keek hem brutaal aan.

Simon greep Marlies vlak onder haar kin bij haar shirt en trok haar daaraan uit haar stoel overeind en sleurde haar rond te tafel naar zich toe. ‘Je doet wat ik je zeg, anders ga je daar grote spijt van krijgen! LAAT – ME JE – DAT – WEL – VERTELLEN!’ Simon zette zijn laatste vier woorden kracht bij door haar hard op haar billen te slaan.

‘Niet doen!’, was alles wat Marlies uit kon brengen, voordat ze door de vastbesloten man over de knie werd gelegd.

‘Ik zal je leren wat je niet moet doen’, antwoordde Simon terwijl hij hard op haar bips bleef slaan. ‘Er wordt in dit huis niet gevloekt! En je moet me ook niet tegenspreken wanneer ik je vraag iets te doen!’

‘Auw! Hee! Houd daar me op. Dit kun je niet maken!’Marlies begon woest te schoppen. Simon had veel moeite haar onder controle te houden. Zijn antwoord bestond eruit dat hij zijn aandacht verlegde van haar billen naar de bovenkant van haar bovenbenen. Maar wat bij Christa wel werkte, het kalmeerde haar en zorgde ervoor dat ze zich over gaf aan haar pak slaag, dat had bij Marlies een tegengesteld effect. Ze gilde, schopte en worstelde als een bezetene.

‘Ophouden! Dit kun je niet doen!’, gilde ze.

‘Dat kan ik wel en ik zal het doen ook!’ Simon zette zijn woorden kracht bij door een nieuwe serie klappen op haar billen te laten neerdalen.

‘Jij boerenlul, zoon van Satan, groot stuk onbenul dat je er bent!’Marlies gilde. ‘Laat me los!’

Haar vuisten bewerkten de linkerscheen en de spieren van zijn kuit. Bovendien trok ze haar benen op om ze voor haar billen te houden.

‘Prima! Als je het zo wilt, kun je het zo krijgen’. In een mum van tijd lag Marlies met haar benen tussen de zijne en had zijn linkerhand haar armen op haar rug gefixeerd. Het kostte hem geen enkele moeite om haar broek naar beneden te schuiven. En ook al droeg ze een onderbroek, de klep aan de achterkant bood geen enkele belemmering voor zijn bedoelingen. Met een ruk vlogen de knopen door de kamer. Toen haar bips bloot lag, hervatte hij het pak slaag.

Marlies was buiten zinnen van woede. ‘Laat me los! Laat me los!’

Simon sloeg hard en trok zich niets van haar gejammer aan. Telkens als er onwelvoeglijke taal uit haar mond kwam, sloeg hij harder toe. Het gegil van Marlies verbaasde hem. Hij had wel enig verzet verwacht, wat gegil en een paar tranen, maar de furie die in haar loskwam en vocht alsof haar leven ervan afhing verbaasde hem. Haar een toontje lager laten zingen was een grotere opgave dan hij gedacht had.

‘Je kunt dit niet doen!’, gilde Marlies nadat hij haar minutenlang keihard op haar blote bips had geslagen.

‘En nu is het genoeg! Ik kan het wel en ik zal het doen ook! En nu houd je je gemak en gedraag je je!’

‘Ach houd je mond! Hersenloze boerenlul! Laat me los!’ De stem van Marlies was hees van het schreeuwen. Simon vroeg af of haar keel net zo veen pijn deed van het gillen als haar billen moesten doen.

‘Wat heb ik gezegd over vloeken in dit huis!’, hij liet zijn handen tegen beter weten in weer op haar bovenbenen neerkomen, in de hoop dat zou snappen dat hij haar daar zou slaan als hij het idee zou hebben dat de klappen op haar billen geen effect zouden hebben.

‘Hou daar mee op!’ Marlies begon opnieuw te worstelen. ‘Dat doet veel te veel pijn!’

‘Dat is precies wat ik wil horen!’, grijnsde Simon en sloeg opnieuw twee keer op haar benen.

‘Auw! Stop!’, huilde Marlies.

‘Als je wilt dat ik hiermee ophoud, dan moet je maar eens laten blijken dat ik tot je hersens doorgedrongen ben’. Simon bleef doorslaan.

De bips van Marlies was inmiddels egaal donkerrood van kleur. Blauwachtige vegen in de vorm van zijn vingers waren op de billen waarneembaar. Simon wist dat het behoorlijk zeer moest doen.

‘Je doet me pijn!’. Liet Marlies weten. ‘Laat me los!’

‘Wanneer ik ervan overtuigd ben dat je je lesje geleerd hebt’, grinnikte hij in zichzelf en bleef haar op haar billen slaan.

‘Je moet nu echt ophouden, ONMIDDELLIJK!’ Het gillen klonk nu anders als eerder. Haar driftige pogingen om het gevecht aan te gaan en de pogingen om los te komen, had haar aandacht afgeleid van haar zere billen. Maar nu ze uitgeput begon te raken, begon ze de pijn echt te voelen. Haar woorden drukten nog steeds verzet uit, maar haar trots begon langzaam terrein te verliezen.

‘Dan moet je jezelf maar eens gaan gedragen, ONMIDDELLIJK!’ Het pak slaag ging onverminderd door.

‘Auw! Alsjeblieft!’. Marlies probeerde haar tactiek en de toon in haar stem te veranderen. Ze probeerde medelijden op te wekken. ‘Het doet zeer! Alsjeblieft! Laat me los!’

‘Het is ook de bedoeling dat het zeer doet!’

‘Auw! Alsjeblieft!’. Marlies liet de spanning in haar spieren los en probeerde een houding aan te nemen, die aan moest geven dat ze zich overgaf. ‘Je vermoord me! Alsjeblieft! Laat me los!’

‘Zul je je dan aan mijn regels aanpassen?”, zei hij en liet ieder woord gepaard gaan met een harde klets op haar billen.

Marlies schokte met haar lichaam als gevolg van de harde klappen. ‘Auw! Stop!’, gilde ze boos.

‘Ik geloof het niet, hè?’ Simon zette het pak slaag voort.

Marlies liet haar boosheid weer gaan. ‘Ik zei dat je op moest houden. Jij grote boerenlul!’

Simon duwde haar bovenlichaam omlaag, waardoor haar bovenbenen bloot kwamen te liggen. Toen het witte vlees omhoog stak, begon Simon dat van een zelfde kleurtje te voorzien als haar bips. ‘Je bent een dom klein meisje, laat ik je dat zeggen! Een dom klein meisje met een hele grote mond. Je zult merken dat dat een hele pijnlijke combinatie zal blijken te zijn!’

Marlies probeerde zonder succes haar bovenlichaam omhoog te duwen zodat ze in een andere houding zou komen te liggen. Haar spieren voelden beroerd aan en Marlies merkte dat haar hele wezen zich over begon te geven. Haar gillen en schreeuwen ging langzaam over in een zachtjes geklaag.

Simon merkte het ook en verlegde de klappen weer naar haar billen. Maar hij bleef nog tenminste een volle minuut doorgaan.

‘Zul je nu doen wat ik je zeg”’, vroeg hij.

‘Ja’, snikte Marlies. ‘Laat me alsjeblieft los’.

‘Geen gevloek en gescheld meer?’

‘Nee’.

‘En wat met die grote mond?”

‘Ik zal het niet meer doen. Ik beloof het!’

‘Niet meer stelen?’

‘Nee! Alsjeblieft! Ik beloof het!’

‘Zo mag ik het horen’. Simon liet haar handen los. Marlies legde ze voor zich op de grond. Tranen en een lange snottebel vielen tussen haar handen van haar gezicht op de vloer. Ze probeerde haar gezicht af te vegen, maar haar ogen en neus bleven vocht produceren en een nieuwe lading viel op de vloer nog voor ze hen weg kon vegen.

Simon hield haar beet. Het was alsof hij wachtte tot ze iets zou zeggen. Marlies drukte zichzelf omhoog en probeerde van zijn schoot te komen.’Alsjeblieft! Ik zal het nooit meer doen!’ Haar smeekbedes kwamen deels uit angst dat hij haar weer zou gaan slaan nu ze obereind probeerde te komen.

‘Blijf daar nog maar even liggen, terwijl ik nadenk’. Simon legde de flap van haar onderbroek weer over haar bips. Het was een oude gewoonte zoals hij die bij Christa gewend was. Als haar straf erop zat hield hij haar lang genoeg vast om er zeker van te zijn dat alle boosheid en verzet weg was. Het duurde nooit langer dan een paar minuten en met dit opgewonden standje wilde hij het risico niet nemen dat haar boze bui nog niet over was.

Marlies lag daar te huilen. Klein en uitgeput.

Een ding was zeker, dacht Simon bij zichzelf. Hij was niet meer in de conditie die hij van zichzelf gewend was. Het was nu veel harder werken dan toen hij nog twintig was.

Na een paar minuten liet Simon haar van zijn schoot opstaan. Toen ze naast hem stond en haar broek omhoog deed zag hij dat ze prachtige blauwe ogen had. Voor het eerst nam hij de tijd om haar van top tot teen te bekijken. Ze was ongeveer 1 meter 60 en had geen grammetje teveel, hoewel er prachtige rondingen op de juiste plaatsen zaten. En ze was vies. De kleren die ze aanhad waren vuil en versleten. Het schoonste gedeelte was nog haar gezicht, op de zwarte vegen na die waren achtergebleven toen ze de tranen van haar gezicht geveegd had.

‘Het is tijd dat je eens een bad haat nemen en verder moet je de lakens gaan uitwassen die je vannacht bevuild hebt’, kondigde hij aan.

Marlies protesteerde. In haar beleving zou ze door de sneeuw naar de beek moeten lopen om zich daar te wassen met het ijskoude, stromende water. ‘Ik ga nu niet naar buiten om dood te vriezen bij een of ander beekje!’

‘Dat hoeft ook niet’, liet Simon haar weten. ‘Als je die ladder pakt en naar de zolder klimt, dan vind je daar een zinken tobbe. Neem deze mee naar beneden en vul voor de helft met water uit die pomp daar’.

‘Maar dat water is ook koud’, protesteerde Marlies.

‘Doe nou maar wat ik zeg’, hij had geen zin om ruzie te maken en zijn blik verried dat.

Marlies overwoog te weigeren wat hij zei, maar ze had geen zin om hem opnieuw kwaad te maken. Ze pakte de ladder en zette hem in tegen het luik in het plafond. Het was haar niet eens opgevallen dat deze daar zat. Toen ze de ladder opklom was ze zich bewust van haar brandende billen. Ze had vroeger wel eens eerder een pak op haar blote billen gekregen, maar deze keer was het veel harder dan ze ooit gevoeld had. ‘Voor zo’n aardige man heeft hij wel heel harde handen’, grinnikte ze in zichzelf.

Er stonden een aantal grote kisten en stapels opgevouwen linnengoed aan de ene kant van de zolder en een wieg en nog meer linnengoed aan de andere kant. In het midden stond de tobbe waar Simon het over had. Hij zag er zwaar uit, maar voelde verbazingwekkend licht aan. Voordat ze weer naar beneden klom treuzelde ze even om de andere dingen die daar stonden te bekijken. Ze was nieuwsgierig wat er in de kisten en dozen zou zitten en was gefascineerd door de prachtige stoffen die er netjes opgevouwen bovenop lagen. Er lagen bovendien extra lakens en dekens.

‘Schiet eens een beetje op!’, spoorde Simon haar na een paar minuten aan.

‘Mag ik hier boven slapen?’, vroeg Marlies terwijl ze de tobbe op zijn kant manoeuvreerde en hem langs de ladder naar beneden liet zakken.

‘Daar hebben we het later nog wel over. Vul dat ding nu eerst maar eens met water’. Simon had een arm vol hout in de haard gelegd en stak deze aan. Verder stond er een enorme pan met water op het fornuis te dampen. ‘Zet de tobbe maar op die stenen plaat voor de haard en gebruik een emmer om hem te vullen’.

Marlies glimlachte toen ze realiseerde dat haar bad niet met koud water gevuld zou zijn.

Terwijl ze met emmers water heen en weer liep, haalde Simon de lakens die ze bevuild had van het bed en legde ze op de vloer bij de tobbe. Vervolgens klom hij de zolder op en kwam terug met wat opgevouwen kleren en een dikke deken. Hij legde ze bij de haard. ‘Als je straks schoon bent, trek je deze maar aan’, zei hij op de kleren wijzend.

Het duurde nog wel een uur voor het water in de pan warm genoeg was, zodat Marlies een bad kon nemen. Toen ze zei dat ze dacht dat het nu wel warm genoeg was, controleerde Simon de temperatuur en knikte. Hij pakte de grote pan van het vuur en goot hem leeg in de tobbe.

‘Pak de zeep van het aanrecht en stap erin’, zei hij nors.

‘Maar dan zul je me zien? Dat is toch niet netjes’.

‘Ik ga het pad naar de schuur van de sneeuw ontdoen en de dieren verzorgen. Ik zal tenminste een uur bezig zijn. Als je dan nog meer tijd nodig hebt, kijk ik de andere kant wel op. En nu die tobbe in, voordat ik je nog een pak op je billen ga geven’.

Marlies bloosde, draaide zich om en maakte de knoopjes van haar overhemd los. Ze deed het langzaam om Simon de gelegenheid te geven zijn jas en schoenen aan te trekken en naar buiten te gaan. Toen hij de deur achter zich dicht trok, liep ze snel naar het raam om te zien hoe hij naar de schuur liep.

Het warme water voelde weldadig aan en ondanks haar brandende billen voelde Marlies zich rustig en op haar gemak. Het was zelfs of ze zich helemaal thuis voelde in dit huis. Op een vreemde manier voelde het zelfs gewoon dat ze van een totaal vreemde een flink pak op haar blote bips had gekregen. Marlies vond het meest beschamende eigenlijk nog dat ze zich als een klein kind had aangesteld. Ze nam zich voor dat als hij haar weer een pak op haar billen moest geven, en ze zou er wel voor zorgen dat dit niet het geval zou zijn, ze zou proberen niet zo’n scene te trappen.

Wintervertelling (1)

‘Dageraad!’, siste Simon Koopmans terwijl hij de slaap uit zijn ogen wreef. Door de koude ochtendbries wapperde boven zijn hoofd de vitrage de slaapkamer in. Even kwam de gedachte in hem op zich nog een keer lekker om te draaien, maar deze verdween ook weer. Hij was opgevoed met de norm dat allen ziekte en lichamelijk ongemak redenen waren om na zonsopgang in bed te kunnen liggen. Andere redenen telden niet. Daar had zijn moeder altijd op toegezien. Zelfs nu hij een eenzaam bestaan leed en er niemand in de wijde omtrek was om hem te controleren zette Simon zich in beweging. Zijn eigen toezicht was dwingend genoeg.

‘Verdorie! Wat is het koud!’, mopperde hij terwijl zijn klamme hand aan de gietijzeren handel van de pomp kleefde. De winter was dit jaar laat op gang gekomen, maar dat werd in de afgelopen week ruimschoots goedgemaakt. Er waren weliswaar een paar lichte sneeuwbuitjes gevallen, maar zware sneeuwval was uitgebleven. ’s Nachts vroor het behoorlijk en ook overdag kwam het kwik niet boven het vriespunt. Het zou niet lang meer duren voordat de pomp buiten bevroren zou zijn en hij zich zou moeten wassen en scheren aan de pomp en wastafel die hij binnenshuis had aangelegd.

Hij trok een gezicht bij dat vooruitzicht en liep naar het rotsblok dat aan de rand van de tuin lag. Hij keek naar het dorp in het dal. Dit was het uitzicht dat Christa nu voor altijd zou hebben. De pomp binnen was ook van haar geweest. Hij had eerst de waterput gebouwd en hier later de blokhut omheen gebouwd. Op die manier hoefde ze niet ver met het water te sjouwen. Ze had er maar een jaartje van kunnen genieten. Daarna was ze aan de koorts bezweken.

Simon vocht tegen de tranen en vervloekte zichzelf omdat hij zich weer door zijn emoties had laten overmannen. Het was nu bijna tien jaar geleden dat Christa en hun kind overleden waren. De verschrikkelijke eenzaamheid van die winter achtervolgde hem nog steeds. Een paar dagen na de geboorte was de moeder na een flinke koortsaanval overleden en twee maanden later was het kind aan een longontsteking bezweken.

Sinds die tijd bestond het enige contact met de buitenwereld uit het bezoek van een oude handelsreiziger die Valkenburg drie keer per jaar aandeed. Een man die af en toe op jacht ging, een moestuin had en een koe, had weinig contact met anderen nodig. Eerlijk is eerlijk, moest hij toegeven, het waren zijn ondeugden die hem af en toe naar het dorp dreven. Er was niets mis mee een zoetkauw te zijn en van koffie en tabak te houden, hield hij zijn paard voor toen hij op weg naar het dorp was.

Toen Christa nog leefde was hij van plan een grote boerderij te bouwen. Hij bezat nog steeds een paar hectare grond, maar had het plan van het boerenbedrijf laten varen en zich bepaald tot datgene dat nodig was om selfsupporting te zijn. Er was weinig om zich zorgen over te maken, maar er waren ook maar weinig pleziertjes.

Sommige van de naastgelegen boeren hadden geprobeerd een stuk land van hem te kopen, maar Simon wilde niet verkopen. Het was nu zijn doel de buitenwereld zover mogelijk bij hem vandaan te houden. En dat slaagde over het algemeen aardig.

Behalve dan die vervelende dassen!’, vloekte hij. Toen hij zijn vee ging verzorgen, zag hij dat het luik naar de voorraadkelder op een kier stond. Dit was al de vierde dag op rij dat dit het geval was. Hij daalde het trapje af in de verwachting een enorme puinhoop aan te treffen. Maar dit was niet het geval. De jutezakken met meel en suiker evenals de kisten appels en aardappelen waren onaangeroerd. Het enige dat niet op zijn plaats lag was het deksel van de melkbus die in de hoek stond. Het bungelde aan zijn ketting tegen de buitenkant. Simon vloekte opnieuw.

‘Die verdomde beesten hebben van de melk gesnoept!’ Het verbaasde hem dat de bus niet omvergegooid was. Hij goot de verse melk die hij van de koe die hij gemolken had, in de bus. Hij hield een beetje apart om zijn koffie te doen en zijn koekjes in te dopen. Hij sloot het deksel goed af. Hij zou de volgende dat kaas gaan maken van de melk.

Met de melk, een paar aardappelen, een appel, wat wortelen en een stuk spek klom hij de ladder op en sloot de luik zorgvuldig af. Hij wist dat het weinig zin had, maar om de verdomde beesten buiten te sluiten, legde hij een zware steen op het luik, voor hij naar het huis liep.

‘Verdomme!’, vloekte hij weer. Al drie dagen geen eieren! Ik zou maar eens snel een ei gaan leggen, kippen, anders eindigen jullie in de braadpan!’

Zijn dag was niet goed begonnen. Geen eieren. Het was aanleiding om eens flink te foeteren terwijl hij zijn ontbijt klaarmaakte. Aardappelen met spek, zonder eieren, al drie dagen achtereen!

Het gedachte zijn legkippen te moeten vervangen, stond hem niet aan. Hij moest snel beslissen, want hij zou de hele dag kwijt zijn om heen en terug naar de kippenboerderij twee dorpen verderop te gaan. En nu het zo koud was, viel het te betwijfelen of de kippen die reis wel zouden overleven. Maar het was dat of de hele winter geen eieren en die gedachte stond hem ook niet aan.

Tegen de tijd dat hij zijn ontbijt op had, was hij eruit. Als er morgenochtend weer geen eieren waren, dan zou hij op pad gaan naar de kippenboerderij. Het was een trip van meer dan 20 kilometer, maar hij had de beste kippen van zuid Nederland.

Na het ontbijt zette Simon zich aan een paar winterklusjes die waren blijven liggen omdat het seizoen zo laat begonnen was. De zon had al weer iets meer aan kracht gewonnen, maar toch was de atmosfeer knapperig. Er stond een stevige wind, die blies dwars door de lagen flanel die hij aanhad. En toch was het een schitterende decemberdag. De lucht was donkerblauw zoals die alleen in deze tijd gezien kon worden. Als er sneeuw gelegen had, dan had deze onder zijn voeten geknisperd.

Simon liep langs de beek met eens schop en vulde een kruiwagen met klei en grind. Hij bracht het naar de beschutte kant van het huis. Vervolgens liep hij naar de rand van de tuin om daar zoden te steken. Het waren voorbereidingen om de kieren in de wanden van de bolkhut dicht te kunnen smeren. Hij pauzeerde een paar minuten om een praatje met Christa te maken en samen over het dal uit te kijken. Terwijl hij daar zat ontspande hij en stonden zijn zintuigen op scherp. Hij zou toch zweren dat hij eieren met spek rook. Het duurde maar even, de geur was al snel verdreven door die van dennen en jeneverbes. Hij dacht dat zijn neus hem voor de gek gehouden had. Ondanks zijn glimlach foeterde hij op zijn overleden vrouw omdat ze hem plaagde met hetgeen hem momenteel bezig hield.

Alsof zijn voormalige bruidje hem aan het uitdagen was met de geur van gebakken eieren die hij niet uit kon staan. Hij moest glimlachen bij de herinnering aan haar temperamentvolle karakter. Zijn rechterhand begon te jeuken en parallel daaraan en dat was minder gewenst, voelde hij steken in zijn lies. De speelsheid van Christa ging altijd door tot in de slaapkamer. Hij verwonderde zich over de manier waarop zijn vrouw hem uitlokte streng voor haar te zijn. Alsof ze zich optrok aan die kant van hem. Als hij de touwtjes in handen nam, werd ze de zijne in alle opzichten, bereidwillig en enthousiast. Het enige wat noodzakelijk was om de rust in hun relatie te bewaren, was een flink pak op haar blote billen van tijd tot tijd. En als ze deze niet verdiende, dan daagde ze hem wel uit om er eentje veilig te stellen.

Het was precies zoals Simon vond zoals het toe hoorde te gaan tussen man en vrouw. In ieder geval de manier waarbij hij zich thuis voelde.

Tegen de middag was Simon flink gevorderd in het dichtsmeren van de kieren van de blokhut. Terwijl hij aan het werk was, had hij nog twee keer de geur geroken van het ontbijt wat aan zijn neus voorbijgegaan was. Maar telkens verdween het even onverwacht als het gekomen was.

Hij was lichtelijk geïrriteerd. Hij had het gevoel dat zijn zintuigen hem een poets bakten en baalde ervan dat hij zijn dagelijkse eitje moest missen. Het maakte dat hij steeds vastbeslotener werd de trip naar de kippenfokkerij te maken. Hij vervloekte zijn kippen die opgehouden waren met leggen. Als dit zo door ging, zou het een lange winter worden. Het viel ook niet mee als een man zelf zijn enige gezelschap was en dan nog een chagrijnige man ook.

Hij werkte hard door de rest van de dag. Vastbesloten voor afleiding te zorgen waardoor zijn gedachten hem niet zouden kwellen.

************

Marlies huiverde toen ze de forsgebouwde man aan zijn huis zag werken. Ze observeerde hem al een paar dagen sinds ze bij toeval bij hem terecht gekomen was. Ze was slecht uitgerust geweest om in haar eentje in de koude winter te overleven en was opgelucht in de bewoonde wereld te komen nadat haar paard kreupel geworden was. Door schade en schande was ze voorzichtig geworden en in plaats van aan de deur te kloppen, had ze zich verstopt om de bewoners een poos te kunnen gadeslaan. Het minikerkhofje aan de rand van het erf was een aanwijzing en het feit dat ze de man regelmatig naar de graven zag gaan en hoorde praten tegen de overledenen hadden het idee bevestigd dat hij een weduwnaar was.

Hoewel de man betrouwbaar oogde, was Marlies terughoudend om hem te benaderen. Hij was een grote kerel en keek altijd chagrijnig. Recente ervaringen hadden haar bang gemaakt voor chagrijnige mannen.

Het koude weer begon problemen voor haar op te leveren. De kleine schuur achter het huis waar zijn vee stond, was amper genoeg voor het vee zelf. En toen het begon te sneeuwen was het niet meer mogelijk zich over het erf te bewegen zonder dat het opgemerkt zou worden. Er waren geen mogelijkheden zich in het huis te verstoppen. Voedsel wegnemen uit zijn voorraadkast werd ook steeds moeilijker. Ook hier zouden de sporen in de sneeuw haar verraden. Buiten in het bos bivakkeren was ook al geen optie, hiervoor was ze veel te slecht gekleed.

Ze zou snel gedwongen worden iets te doen. Ofwel ze nam zijn paard en ging ervandoor ofwel ze klopte bij hem aan om hulp te vragen.

Die ochtend had ze het risico genomen omdat het harder waaide dan andere dagen. Ze had de eieren en het vlees opgewarmd dat ze van de man had gestolen. Het was een aangename afwisseling. Het spek was gerookt en was koud ook best te eten, maar de rauwe eieren lagen zwaar op de maag. De warme maaltijd voelde een stuk aangenamer. Voor het eerst in een paar weken voelde ze zich goed, ontspannen bijna, hoewel er genoeg was om zich zorgen over te maken.

‘Ga daar niet weer naar toe’, fluisterde ze. Ze voelde een prop in haar keel. Het huilen stond haar nader dan het lachen. De afgelopen maanden was haar leven zwarter geweest dan ze zich in haar stoutste dromen voor had kunnen stellen.

Toen ze eraan terugdacht, kwam ze tot de conclusie dat de ellende begonnen was toen haar moeder hertrouwd was. Tot stand gekomen door corresponderen, maar het bleek vanaf het begin geen succes te zijn. De Zweed was een wrede man, nors en vrouwonvriendelijk. Bovendien eisend in zijn vleselijke behoeften jegens zijn nieuwe vrouw.

Marlies zag haar moeder in de loop van een jaar veranderen van een mooie, gelukkige en zorgeloze vrouw in een moe, versleten, bang en teruggetrokken schepsel. Toen zijn vrouw zwanger werd, werd de Zweed zo mogelijk nog wreder en veeleisender. Tot dat moment had Marlies de man over het algemeen genegeerd. Behalve dat hij haar zag als een hulp in de huishouding en volledige gehoorzaamheid van haar verlangde had hij tot dat moment weinig interesse in haar getoond. Hij vroeg haar nooit naar haar ambities en verlangens en het leek hem weinig uit te maken of ze er was of niet. Toen zijn vrouw zijn kind droeg, waarvan hij eiste dat het een jongen zou zijn, werden Marlies en haar moeder tot slavernij gedwongen en draaide de hele wereld om hem.

De man bewerkte zijn vrouw met zijn vuisten als ze te moe was om haar werk te doen en hij had Marlies eens met een zweep gedreigd toen ze het voor haar moeder probeerde op te nemen. In de laatste maand voor haar overlijden had Marlies haar moeder een paar keer gesmeekt om er vandoor te gaan, maar deze was bang voor haar ongeboren kindje. Deze zou een vader nodig hebben, iemand die voor hem zou zorgen. Marlies drong niet tot haar door. Toen sloeg het noodlot toe.

Toen de Zweed er op een middag op uit was, begonnen de weeën, twee maanden te vroeg. Plotseling waren ze er en ze had veel bloed verloren. De bevalling zette snel door en Marlies kon maar weinig doen. Haar moeder en het kindje, een wolk van een jongen, stierven voor haar ogen. Verstikt door verdriet was Marlies niet voorbereid op de reactie van de Zweed.

Toen hij thuiskwam en ontdekte dat zijn vrouw en kind dood waren, leek het of hun lichamen niet veel meer waren dan afval. Hij wilde er zo snel mogelijk van af. Als Marlies er niet geweest was en die paar kennissen van zijn vrouw, dan was het nog maar de vraag of er wel een herdenkingsdienst gehouden zou zijn. Toen ze de dag van de begrafenis thuis kwamen, stelde hij haar voor de keus, of ze zou voortaan het bed met hem delen of ze moest maken dat ze wegkwam.

Ze kreeg niet veel tijd hier over na te denken. De volgende ochtend stond Marlies op straat. Ze had gepakt wat ze kon dragen en het oudste paard dat ze hadden gezadeld. Ze hoopte dat der Zweed daar geen bezwaar tegen zou hebben. Ze had alles achtergelaten. Alles wat ze bij haar had waren een paar kleren, een beetje geld en een doosje met persoonlijke bezittingen.

Ze was bijna klaar met haar opleiding tot onderwijzeres, ze hoefde alleen nog maar examen te doen, maar het huwelijk van haar moeder en de ellende die daar achter weg kwam, waren de oorzaak dat ze hier niets mee gedaan had. Afgezien daarvan had Marlies geen echte kwaliteiten. Ze was niet erg handig met draad en naald en had weinig ervaring met eten koken en een huishouding runnen. Ze had geen idee wat ze anders zou kunnen doen dan lesgeven. Desalniettemin was ze vastbesloten in de buurt van Valkenburg werk te zoeken. Ze was een paar dagen onderweg geweest om daar te komen.

Tegen de tijd dat ze daar arriveerde was het voedsel dat ze meegenomen had op en had ze een paar dagen niet geslapen.

De eerste weken na haar aankomst in Kerkrade hadden in het teken gestaan van honger, wanhoop en angst. Het enige werk wat ze had kunnen vinden was in een bar, maar ondanks andere beloften werd ze al snel aangemoedigd drankjes te nuttigen en aardig te doen tegen mannelijke gasten. Kusjes en knuffels gingen over in ongewenste handelingen. Grijpgrage handen zaten constant aan haar. Vieze, stinkende dronkaards werden opdringerig toen ze hen probeerde te omzeilen en een paar keer werd ze hardhandig beetgepakt toen ze probeerde te voorkomen dat ze op haar mond gekust werd.

Marlies had zich iedere nacht in slaap gehuild, maar had zorgvuldig de fooien die ze kreeg weggestopt. De andere meisjes waren regelmatig met een klant naar boven verdwenen. Ze hadden haar laten weten dat daar pas geld mee te verdienen was, maar Marlies was nog maagd en kon het niet opbrengen deze te verkwanselen aan de eerste de beste dronkaard. Ze wilde genoeg geld bijeensprokkelen om haar opleiding af te kunnen maken en vervolgens een baan als onderwijzeres vinden.

Het mocht echter niet zo zijn. Marlies kromp ineen bij de geheugenflarden die haar teisterden en die ze niet kon onderdrukken. Toen ze lag te slapen was een van de bezoekers van de bar naar haar toegekomen en had haar verkracht en had al haar geld meegenomen. Ze had zich hevig verzet, maar was geen partij voor hem. Zijn antwoord op haar verzet was haar in elkaar te slaan totdat ze zich niet meer verzette.

Niemand was haar komen helpen, hoewel alle kamertjes om haar heen bezet waren. De eigenaar van de bar stond toe dat ze nog drie dagen op het kamertje bleef tot ze weer in staat was te lopen. Een van de meisjes, Bianca, verzorgde haar verwondingen en gaf haar wat geld en het advies te vertrekken. Ze was nu onteerd en er waren veel mannen die daar misbruik van wilden maken. Niemand zou nog voor haar opkomen en niemand zou haar steunen als ze dat zelf zou doen.

Marlies nam het advies ter harte . Zodra ze weer in staat was te reizen, stal ze bij het krieken van de dag een stel mannenkleren, een pistool, genoeg eten voor een week, een stapel geld uit de kassa van de bar en maakte zich uit te voeten. Deze keer reed ze in de richting van het zuiden. Ze ging op zoek naar een goederentrein in de richting van het westen van het land.

Ze had nog maar enkele tientallen kilometers afgelegd toen het paard kreupel werd. Ze was te voet verder gegaan en bevond zich nu op deze plaats, zich verstoppend in de schuur van een soort kluizenaar. Midden in de winter ver van de bewoonde wereld. De vraag waar ze heen moest gaan, kon ze niet beantwoorden.

*********

Marlies slaagde erin haar tranen weg te slikken dankzij de grote man die ze observeerde. Hij duwde de kruiwagen op slechts een paar meter vanwaar zij zich verstopte. Ze was er maar ternauwernood in geslaagd om niet te gillen. Haar hart ging als een wilde te keer. Zodra de man buiten gehoorsafstand was, kwam ze overeind en verplaatste zich naar een plaatsje verder van het huis verwijderd.

De zon ging langzaam onder en ondanks dat de wind ging liggen was het bitter koud. Er hing bovendien sneeuw in de lucht. Het was een geluk dat de winter laat ingevallen was, maar ze had niet veel tijd meer. Ze zou het paard van de man mee kunnen nemen en er vandoor kunnen gaan, bedacht ze toen ze haar mogelijkheden afwoog.

Het vooruitzicht om de winter door te brengen bij een man die ze bovendien niet kende en die bovendien alleen woonde, trok haar niet aan. Hij zou haar waarschijnlijk haar spullen laten pakken en erop toe gezien hebben dat ze ook echt zou vertrekken. Het paard meenemen en zoveel spullen als ze zou kunnen dragen, nog voor hij überhaupt zou weten dat ze er was, was waarschijnlijk de meest verstandige optie. Het stelen van zijn paard zou haar gevangenisstraf op kunnen leveren, maar goed, hij zou moeten lopen, dus hoe zou hij haar te pakken kunnen krijgen? Bovendien het zou de nodige tijd kosten voor hij hulp zou krijgen en dan was ze allang ver weg. Het leek een redelijk veilige optie.

Marlies overwoog wat geld voor hem achter te laten en een briefje dat ze hem de rest zou brengen zodra ze daar toe in staat zou zijn, maar wat moest hij nu met geld? Ze kon het beter bij de schuldbekentenis laten. Ze wilde dat ze het huis binnen kon gaan om uit te vinden wie de man was. Als ze wist wie hij was, kon ze hem zijn paard terugsturen en wat geld voor het gebruik ervan. Maar de man was nooit ver genoeg weg om zijn huis in te durven gaan. Ze kwam op het idee om in het dorp naar hem te vragen. Zo zou ze misschien achter zijn naam kunnen komen.

Met dit plan in haar achterhoofd ging marlies naar haar schuilplaats en begon haar spullen te verzamelen. Het werd te koud om buiten te blijven slapen. Ze verplaatste zich naar de bosjes naast het huis en zou wachtten tot hij zich klaar zou maken voor de nacht. Dan zou ze naar de schuur gaan om daar te wachten tot de dag aan zou breken, het paard opzadelen en er vandoor gaan.

In het laatste beetje daglicht begon Marlies een schuldbekentenis te schrijven die ze in de schuur achter zou laten. Het enige waar ze op kon schrijven was de achterkant van een oude brief die haar vader aan haar moeder geschreven had. Dus schreef ze onderaan haar briefje of de man de brief voor haar wou bewaren omdat deze een emotionele waarde voor haar had.

Het was al behoorlijk donker toen de man naar binnen ging. Hij was een hele poos in de schuur gebleven. Veel langer als andere keren dat hij het paard en de koe verzorgde. Hij was deze keer met andere dingen bezig, maar Marlies kon niet zien waarmee. ‘Schiet toch eens een beetje op! Ik bevries hier bijna’, siste ze, terwijl hij maar in de schuur bleef rommelen.

Uiteindelijk ging hij naar binnen. Marlies wachtte tot ze de kookluchtjes rook. Ze wist dat hij nu niet meer naar buiten kwam. Hij was een gewoontedier. Ook al was het later dan hij gewend was, hij deed alles zoals hij dat anders ook deed. Hij ging op de schommelstoel bij de deur zitten, schopte zijn laarzen uit en ging naar binnen. Eenmaal binnen ontstak hij de olielamp bij het raam en stak vervolgens het fornuis aan. Het duurde een minuut of twintig voor Marlies kon ruiken wat hij die avond zou eten. Dat was het sein dat ze ook wat voor zichzelf zou maken. Haar theorie was dat zolang hij in de keuken aan het rommelen was, hij niet zou horen wat zij aan het doen was.

Die avond wachtte ze tot de lamp bij het keukenraam uitging, ten teken dat hij klaar was met eten. Terwijl ze wachtte, bood haar slaapzak amper genoeg warmte. Het paard was niet het enige dat ze mee zou nemen als ze hier vertrok. Een paar dekens die de man in de schuur had hangen, zouden ook meegaan.

Toen het uiteindelijk donker werd in het huis, ging Marlies naar de voorraadkelder en pakte zoveel mogelijk voedsel is. Ze hoopte dat het genoeg zou zijn om haar eindbestemming te bereiken en dat ze man er niet mee in de problemen zou brengen. Maar goed, hij zou beter in staat zijn voor zichzelf te zorgen dan dat zij dat zou kunnen. Hij wist tenminste hoe hij moest jagen en hoe hij groente moest verbouwen. Zelfs zonder paard zou hij zich waarschijnlijk beter kunnen redden dan zij. In haar hoofd probeerde ze allerlei dingen te bedenken om haar criminele plannen te vergoelijken. Ze verzamelde een paar dekens en ging in een hoek van de schuur liggen.

Het was de warmste nacht die ze in vele weken gehad had. Uitgeput viel ze in slaap.

Het gepiep van de schuurdeur in zijn roestige hengsels maakten Marlies niet eens wakker. Simon kwam de schuur binnen en molk de koe. Nog voor zonsopgang zadelde en bepakte hij het paard. Het is hem helemaal niet opgevallen dat in de hoek van de schuur iemand onder een stapel dekens lag te slapen. Marlies sliep door de herrie die de man maakte heen. Ze hoorde hem zelfs niet tegen de kippen brommen dat hun dagen geteld waren.

Het was halverwege de ochtend toen Marlies wakker schrok. Ze was stijf van het in een houding liggen. Ze krabbelde overeind. Het pakket gestolen voedsel na haar, zorgde dat ze pas goed wakker werd. Toen ze in de richting keek waar het paarde hoorde te staan, stokte haar adem.

‘Iemand anders heeft het paard gestolen!’ Ze keek verdwaasd om zich heen, bang dat de man ieder moment binnen kon stappen en haar zou beschuldigen van het verdwenen paard. De paniek maakte langzaam plaats toen ze de emmer melk bij de koe zag staan. De man had de dieren al gemolken. Nu was er nog iets om zich zorgen over te maken. Zou hij haar gezien hebben? Waarschijnlijk niet, hield ze zichzelf voor. Als dat het geval geweest was, dan zou hij haar wakker gemaakt hebben om te weten te komen wat ze daar deed. Ze keek om het hoekje van de deur. Er was geen spoor van hem of van het paard te bekennen.

‘Waar is hij gebleven?’, siste ze. Ze vervloekte zichzelf en begon haar spullen op te ruimen. Ze zou nog een dag moeten wachten voor ze zou kunnen vertrekken. Ongeduld en vermoeidheid zorgden voor tranen en beïnvloeden haar humeur. In plaats van de dekens netjes op te hangen, schopte ze deze door de schuur. Een ervan raakte een koe, die van schik om zich heen trapte en de emmer melk omver wierp.

De aanblik van de puinhoop en de ontzetting vanwege de verspilling brachten Marlies weer tot zinnen. Ze begon de puinhoop die ze veroorzaakt had op te ruimen en verborg haar spullen achter een kist. Het zou daar veiliger zijn dan buiten in de bosjes, waar de ratten er gemakkelijk toegang toe zouden hebben. Ze hield er een appel en een klein stukje kaas uit als ontbijt. Ze klom de kelder in om een beetje melk te halen die ze erbij zou drinken.

Er lag een dikke laag room over de melk. ‘Het zou lekker zijn met een beetje suiker’, dacht ze. ‘En met warme koffie zou nog lekkerder zijn.

‘Zou ik het durven?’, vroeg ze zichzelf af en stak haar hoofd uit de kelder om in de richting van het huis te kijken. ‘Hij is met zijn paard weg. Misschien is hij gaan jagen of is hij ergens op bezoek gegaan?’

Het was de eerste gelegenheid die zich voor deed om een kijkje in het huis te nemen. Misschien was dit nog wel beter dan vanochtend te vertrekken. Nu kon ze wat meer over de man te weten komen. Misschien kon ze zelfs zijn naam wel achterhalen, zodat ze hem later zijn paard terug kon sturen.

De koffiepot was nog steeds warm dankzij de gloeiende kolen in het fornuis. Hoewel het oud was en enigszins aangebrand, koesterde Marlies het als het lekkerste glas wijn. Met de room en een flinke schep suiker, was het een weldaad. Er zat genoeg hachee in de pan om een heel weeshuis te kunnen voeden in de pan naast de koffiepot.

‘Hij is niet ver weg, als het eten op het fornuis heeft laten staan’, zei ze tegen zichzelf.

De inhoud van de pan was flink gaar, ontdekte ze, terwijl ze een hapje proefde. Veel te gaar om pas sinds vanochtend op te staan. Het leed geen twijfel dat dit het eten van gisteravond was, wat ook voor de komende dagen klaargemaakt was. Door het lange sudderen zou het in de komende dagen alleen maar smakelijker worden.

Marlies schepte voor zichzelf een groot bord vol en begon al lopend te eten terwijl ze de twee grote kamers in de blokhut bekeek. In veel kleine dingen was duidelijk een vrouwenhand te herkennen. Er hing vitrage voor de ramen, behalve bij voor het raam bij de waterpomp. Er stonden kleine porseleinen beeldjes op de buffetkast. Maar wat haar aandacht nog het meest trok, waren de planken aan de muur van de slaapkamer vol met boeken en paperassen.

‘Hier heb je het dus zo druk mee’, fluisterde ze tegen de man wiens aanwezigheid bijna voelbaar was. Sommige titels van de boeken kwamen haar bekend voor, maar de meesten niet. Ze waren allemaal gelezen, sommige zelfs heel vaak, aan het versleten leer van de omslag te zien. Schrijvers uit Nederland, uit Vlaanderen en uit Oost Indië. Boeken over wetenschap, gedichtenbundels en romans. Medische boeken en boeken hoe je een brug moest bouwen. Zelfs een hele serie driestuiver romannetjes.

Er verstreken vele uren terwijl Marlies in de boeken bladerde.

Het gekrijs van een paar ganzen verbrak haar mijmeringen. De schrik zorgde dat ze zich weer tot haar doel bepaalde, namelijk het meer te weten komen van de man voordat deze thuis zou komen en haar zou betrappen. Het was haar niets eens opgevallen dat het buiten was gaan sneeuwen.

Een uur later vond ze uiteindelijk wat ze nodig had. Een trouwboekje en een stapeltje oude brieven. Marlies ging op de grond zitten en begon een paar brieven te lezen.

Ze waren allemaal aan Christa gericht. Aan de vrouw wiens naam Marlies op een van de grafstenen aan de rand van het erf had zien staan. De brieven waren lief van toonzetting. Marlies was vanaf de eerste brief in trance en bij de laatste zelfs in tranen. Het was liefde op het eerste gezicht geweest. Zijn brieven waren zo openhartig dat Marlies het gevoel had dat ze hem kende. Wat wilde ze graag in Christa haar schoenen staan. Maar ze schaamde zich tegelijkertijd dat ze zo schaamteloos in het leven van twee mensen die ze helmaal niet kende, binnengedrongen was.

De brieven brachten wel het nodige te weeg. Marlies wilde de man nog beter leren kennen. Ze was haar aanvankelijke doel, achterhalen hoe de man heette, helemaal vergeten en haalde een andere doos te voorschijn. Deze zat op slot, maar het slotje bleek niet bestand tegen de haarspeld die Marlies er op los liet. In de dos lagen een paar foto’s een een zestal dagboeken. Marlies herkende de man op de foto’s en veronderstelde dat de vrouw naast hem Christa moest zijn.

Ze was de mooiste vrouw die Christa ooit gezien had. De ogen van Christa blonken op de foto’s van plezier en ondeugendheid. Lange zwarte krullende lokken hingen over haar schouders tot bijna op haar heupen en op latere foto’s waren ze netjes opgeboden. Ze had een prachtig figuur dat Marlies bewust maakte van haar eigen jongensachtige uiterlijk.

‘Geen wonder dat hij je lief had’, zei Marlies. ‘Dat zou iedere man gedaan hebben’.

Zo mooi als de foto’s waren, zo diepgaand onthulden de dagboeken de gedachten van een vrouw die zich helemaal openstelde. Marlies las een paar bladzijden van het boek dat bovenaan lag, toen ze zich realiseerde dat ze in het midden van het verhaal beland was. De vrouw schreef over haar zwangerschap en haar opwinding om moeder te zullen zijn. Ze stelde zich voor hoe gelukkig Christa en haar man zouden moeten zijn.

‘Siem. Ze noemde je Siem’, fluisterde Marlies tegen de foto van de man. Die naam paste bij hem. En de degelijkheid die ze de afgelopen dagen bij hem meende te zien openbaarde zich op de foto’s en in het dagboek.

Het dagboek liet niets te raden over. Simon hield van zijn vrouw en zij hield van hem. Zelfs de manier waarop hij zijn liefde in bed liet blijken was opgeschreven. Marlies legde het dagboek neer en bladerde door de anderen op zoek naar de eerste. Het oudste dagboek begon twee maanden na de datum die ze in het trouwboekje had zien staan.

Marlies begon te lezen.

25 december 1867

We zijn onderweg van de Ardennen naar zuid Nederland waar Simon een stuk land heeft gekocht.

Ik zou huilen als ik niet zo vreselijk boos was. Hij is zo streng en onbuigzaam, de man met wie ik getrouwd ben. Ik moet toegeven dat hij zijn beloftes nakomt. Dit boek is mijn enige kerstcadeau. Ik had om haarspelden gevraagd en om zijden stof, maar ik kreeg slechts dit boek. Ik kan mijn haarspelden en mijn zijde krijgen, heeft hij gezegd, maar ik moet eerst mijn verhaaltjes opschrijven. Waarom kan ik het hem niet gewoon vertellen? Kinderen houden er ook toch van als er verhaaltjes verteld wordt? Maar hij zal krijgen waar hij om gevraagd heeft! Ik zal erin schrijven hoor, maar ik zal mijn eigen gedachten opschrijven en niet de kinderachtige verhaaltjes die ik verzonnen heb. Hij schrijft die verdoemde verhalen zelf maar op als hij dat zo graag wil.

Hij heeft gedreigd me over de knie te leggen en me een pak op mijn billen te geven als ik hierover door blijf zeuren! Als ik niet zoveel van hem zou houden, zou ik hem vermoorden. En die verschrikkelijke vrouw heeft het hem ook horen zeggen. Ik zweer dat ik haar de ogen uit zal krabben als ze nog eens tegen me durft te grijnzen. Het kan me niet schelen als Simon daarvoor midden in het kamp mijn billen bloot zal maken. Asl ze nog eens tegen me durft te grijnzen, dan vlieg ik haar aan!

Koos, de man van Lijanne is al net zoals Simon. Ze zijn net twee handen op een buik, ook al zijn ze constant in discussie. Twee sterke mannen met een stevige kijk op het leven. Het si zo grappig om hen te horen discussiëren. Ze beseffen niet eens dat ze het in feite helemaal met elkaar eens zijn. De arme Lijanne had hen vanavond beter niet uit kunnen lachen. Koos is zo streng tegen haar. En Simon keek naar me alsof ik er iets aan kon doen! Mijn arme billen! Ik kon er niets aan doen en mijn billen tintelen van angst. Ik moet eraan denken Lijanne morgen wat van mijn zalf te geven, want volgens mij is het Koos menens. Haar Kerst is naar de filistijnen ben ik bang, tenzij Koos net zoals Simon is als hij met haar klaar is.

26 december 1867

Oh Simon mijn liefste. Wat gemeen van je om mij dit cadeautje te geven. Ik heb genoeg aan mijn hoofd, dat zweer ik! Je hoeft mijn humeurigheid niet op deze manier te bestraffen. Nu moet ik iedere dag iets opschrijven. Ik moet opschrijven wanneer ik er weer iets uitgeflapt heb! Ik heb alleen maar tegen die vrouw gezegd dat ze zo lelijk was als de nacht. En dat is toch zeker zo?’

‘Het is toch zo. Hoe hard je me ook op mijn billen geeft, mannetje! Het is echt zo, ik kan het niet vaak genoeg zeggen! En die arme Lijanne kon het ook niet helpen dat ze moest lachen toen ik dat monster de waarheid vertelde. Als Koos haar weer een pak slaag gaat geven, moet ik hem neerschieten ben ik bang.

27 december 1867

We zijn weer onderweg en mijn billen doen pijn op het bankje van de kar. Een volgend kamp overleef ik niet. Als ik nog langer in de omgeving van deze vrouw moet bivakkeren, houd ik geen billen meer over om op te zitten.

Simon is zo nors de laatste dagen en ik moet toegeven dat mijn stemming niet veel beter is geweest. Dit cadeau getuigd van wreedheid. Alweer moet ik mijn mond houden en heb ik de opdracht gekregen het op te schrijven. Ik wil het liefst wegdromen. Ik wil van het uitzicht genieten. Hoe kan ik dat nu doen als ik me met dit boek moet bezighouden! Hij heeft me de lege bladzijden laten zien. Nog twee zulke stukken en ik heb pas een bladzijde volgeschreven! Ik word gek. Ja, ik heb het al gezegd, maar het is echt waar.

Mijn echtgenoot is een geil mannetje. Als ik dit dagboek eens gebruik om hem dat te vertellen, dan houdt deze straf misschien op. Ik schaam me er niet voor. Het zijn mijn gedachten. Ik schrijf met mijn hele ziel en zaligheid. Ja, ik daag hem uit. Ik weet dat mijn aandacht wil wanneer ik hem attent maak op mijn humeurige buien. Ik zie ge glinstering in zijn ogen wanneer ik hem uitdaag. Ik denk dat hij het wel weet.

Hij had vanmorgen een erectie toen hij mijn broek naar beneden deed. Hij werd zelfs nog veel stijver toen hij me mijn mantel uitveegde omdat ik die vrouw uitgescholden had. Toen hij me een pak op mijn blote bips gaf, prikte hij in mijn zij. Toen ik huilde en beterschap beloofde, groeide hij nog meer. Hij genoot toen ik op mijn knieën voor hem ging zitten en hem uit zijn broek haalde. Mijn billen klopten niet zo gard als zijn lid terwijl ik het streelde en kuste.

Zou God weten dat ik hem zoveel lief heb, dat ik zijn vlees wil. Is het zondig dat het vlees van mijn echtgenoot me zo opwindt? Dat het vuur van verlangen alleen maar aangewakkerd wordt als zijn hand mijn bips alleen maar in brand zet?

Ik weet dat ik me voorlopig rustig en ontspannen zal voelen. Lang reizen maakt vermoeid. Hopelijk zal mijn man te vermoeid zijn om zich te herinneren wat ik vandaag op moest schrijven.

**********************

Marlies voelde haar hart bonzen terwijl ze aan het lezen was. Uiteindelijk moest ze ophouden. Ze voelde zich schuldig omdat ze het privé leven van de man was binnen gedrongen. Ze wilde graag alles van Christa geschreven had lezen, maar dat kon niet. Daar was geen tijd voor, of wel? Ze voelde een warme sensatie in zich opkomen. Zou de man het merken als de dagboeken mee zou nemen? Ze wilde zo graag doorlezen, maar daar was geen tijd voor.

De gedachte aan de tijd zette haar tot activiteit. Voor het eerst keek ze naar buiten en zag dat er bijna een meter sneeuw lag en dat de harde wind het opwaaide tot duinen.

Het was kerstavond, bedacht Marlies zich. Ze voerde een bitter gevecht tegen de tranen. De tranen wonnen. Deze man was evenveel kwijtgeraakt als zij. Misschien wel meer. Iets in haar brak met het verdriet, haar verlies en de zijne. Maar haar angst won het en zette haar aan tot actie. Ze moest gaan. Maar die sneeuw! De sneeuw was laat dit jaar, maar in het geval van Marlies kwam ze toch nog te vroeg.

‘Waar zou hij zijn?”, vroeg ze zich bezorgd af. Opeens was ze bang dat de man zou verdwalen en nooit meer terug zou komen. Even was ze vergeten dat hij helemaal niet in haar leven hoorde. Nog een dag en ze zou vertrokken zijn, hoezeer ze zich hier ook thuis voelde. Het was al veel later als ze dacht ontdekte marlies toen ze voelde dat de pan en de koffiepot op hert vuur koud geworden waren. De koekoeksklok aan de muur bevestigde dit. Het was vier uur in de middag. Geen wonder dat het zo schemerig was in huis. Het zou snel donker worden.

Eer lag genoeg sneeuw buiten om sporen na te laten die een blind paard niet zou kunnen missen. Als ze geluk had, zou de wind haar sporen uitwissen, maar de man zou waarschijnlijk ieder moment thuis kunnen komen. Er was geen tijd meer. Als ze binnen zou blijven, dan zou hij haar ook vinden. De paniek begon toe te slaan, terwijl haar hersenen overuren maakten. In de schuur overnachten en hopen dat haar sporen niet gevonden zouden worden of binnen blijven in de warmte en hopen dat de man haar niet zou vermoorden omdat hij haar voor een inbreker aan zou zien. Als hij haar in de schuur zou vinden zou hij zeker denken dat ze een indringer zou zijn.

De ijskoude winter hielp haar beslissen op het moment dat ze van het huis naar de schuur wou lopen. Ze deed de deur weer dicht en liep de kamer weer in. Er was nog genoeg haardhout om de oven twee dagen brandend te houden. ‘Als ik een kampvuur kan maken, dan kan ik dat fornuis ook aansteken’, hield ze zichzelf voor en voegde de daad bij het woord.

Toen de duisternis begon in te vallen en het donker werd in huis, overwoog Marlies even of ze een van de olielampen zou aansteken. De man zou dan weten dat er iemand in huis was als hij aan kwam rijden. Ze hield zichzelf voor dat het vuur in de oven haar aanwezigheid toch al zou verraden. Uiteindelijk stak ze de lamp aan en ging in de schommelstoel naast het fornuis zitten. De uren verstreken maar er was geen spoor van de man.

‘Waar ben je Simon Koopmans? Ik had achteraf lang en breed in de schuur kunnen zitten!’, zei marlies tegen het raam aan de kant van de schuur.

Ze had tenminste vier verschillende verhalen verzonnen die haar aanwezigheid moesten verklaren, maar ze zou geen van de versies gebruiken. De nervositeit en angst namen af naarmate de uren verstreken en het duurde niet lang voor ze door de slaap werd overmand. Het warme bed van Simon riep haar en met een volle buik en een warm lichaam, gaf Marlies zich gewonnen.

Ze gooide drie grote houtblokken op het vuur. Nadat ze haar gezicht met warm water gewassen had, kroop Marlies voor het eerst sinds een maand weer in een bed en viel in slaap.

************

De rit naar de kippenfokkerij was lang. Simon was stijf van het zitten in het zadel toen hij af steeg en de trap voor de boerderij beklom. Buiten stonden drie rijtuigen en een karretje opgesteld en hij vroeg zich af wat er gaande was. Hij kwam erachter toen na zijn kloppen werd opengedaan. De mooie vrouw van zijn vriend stond mooi uitgedost voor hem.

‘Simon Koopmans! Wat leuk dat je langskomt. Koos heft me helemaal niet verteld dat je zou komen. Kom snel binnen!’, De stem van Lijanne klonk vrolijk terwijl ze de deur openzwaaide om hem binnen te laten.

‘Uitgenodigd? Lijanne, ik heb geen idee waar je het over hebt. Ik ben hier om met Koos zaken te doen’, legde Simon uit terwijl hij aarzelend binnenstapte.

‘Zaken? Op kerstavond? Oh, Simon! Je blijft toch wel een glas wijn drinken en een hapje eten?’ Lijanne had teleurgesteld geklonken dat hij niet gewoon op bezoek kwam. Christa was een van haar beste vriendinnen geweest en ze miste haar gezelschap.

‘Ik moet voor het donker weer thuis zijn, Lijanne. Er is sneeuw op komst en ik heb de dieren met maar een dag eten achter gelaten. Wil je alsjeblieft je man voor me roepen?’. Simon boog zich voorover om haar als begroeting te kussen.

‘Nee! Je moet je laarzen even uit doen en ons een paar minuten gezelschap houden. Als je dat niet wilt zal ik Koos vragen je weer weg te sturen’. Lijanne trok haar wenkbrauwen op, deed haar armen over elkaar en trok een pruillip.

‘Lijanne’, Simons antwoord op haar kribbigheid klonk als een grommende waarschuwing.

‘Heb niet het lef om tegen me grommen, ouwe brombeer!’, lachte Lijanne. Voordat het gesprek verder kon gaan, kwam Koos de hal instappen om te kijken wat zijn vrouw aan het doen was.

‘Simon! Wat een verrassing! Kom binnen! Kom binnen!’, lachte de man en omhelsde hem als een oude vriend.

‘Ik kan niet lang blijven, Koos. Ik ben gekomen om een paar kippen te ruilen. De mijne zijn van de leg en ik kan het niet de hele winter zonder een eitje stellen’, lachte Simon.

‘Onzin! Je blijft gewoon hier. In ieder geval lang genoeg voor een glas wijn en een stevige maaltijd. We aren net van plan om aan tafel te gaan’, liet Koos weten.

‘Maar ik moet voor mijn dieren zorgen”, protesteerde Simon.

‘Maar een uur meer of minder zal er ook niet toe doen’, vond Koos.

Simon ging akkoord. De geur van gebraden kalkoen hielpen hem bij dat besluit. Het was aangenaam in de warme kamer en het eten smaakte geweldig. Koos wilde van geen kippen weten tot Simon twee grote borden had weggewerkt.

Het was lang geleden dat Simon kerstversiering gezien had en zelfs nog langer dat hij samen met andere mensen aan tafel gezeten had. Ze waren hartelijk, maar waren vooral geïnteresseerd om het hem verging nu Christa er niet meer was. Tegen de tijd dat Koos zich liet vermurwen en hem meenam naar de kippenschuur, brandde een wrokkig vuur in Simon. Het was tien jaar geleden dat Christa overleden was, waarom konden mensen het verleden niet laten rusten. Het was de belangrijkste oorzaak dat hij zich teruggetrokken had. Omdat mensen het niet konden laten het steeds weer over zijn overleden vrouw te beginnen.

De pijn van haar verlies kwam telkens terug en deze keer was daarop geen uitzondering. Het weerzien met Lijanne en de herinnering aan de vakanties die ze samen doorbrachten, maakte het alleen maar erger. Koos leek het wel in de gaten te hebben en hij deed zijn best om zijn vriend wat af te leiden.

De deal was snel gemaakt. Simon kreeg vijf kippen in ruil voor een stuk hertenvlees en twintig beverhuiden. Hij beschuldigde zijn vriend van diefstal en de twee kibbelden als broers. De deal werd beklonken met een stevige handdruk. Inmiddels was het begonnen met sneeuwen. De opstekende wind dreigde een probleem te worden.

‘Je kunt beter nog even hier blijven en de sneeuwstorm afwachten. We hebben genoeg plaats en Lijanne zou het fijn vinden als je nog even zou blijven’, bood Koos aan.

‘Ik heb dieren waar ik voor moet zorgen. Bovendien is het een lange weg. Het komt wel goed’, luidde het antwoord van Simon.

‘Als je wat meer onder de mensen zou komen en een nieuwe vrouw zou ontmoeten, dan zou dat heel wat pijn verzachten, oude vriend’, zei Koos onomwonden, maar hij wist dat zijn woorden geen invloed op Simon zouden hebben. Hij gaf zijn vriend een zak met gebraden kip, die nog warm aanvoelde van de oven. Er zoveel vlee is, dat Simon er dagenlang van kon eten.

Simon glimlachte en bedankte zijn vriend.

Hij was al een uur onderweg toen hij zich begon te realiseren dat de reis precies ging zoals hij vreesde. Hij zwoer dat wanneer de kippen dood zouden zijn wanneer hij thuiskwam, hij nooit van zijn leven meer eieren zou eten. De dierenhuiden dei hij over de kooien gehangen had moesten de dieren tegen de ergste wind beschermen, maar het weerhield hen er niet van uit angst naar elkaar te pikken.

Hij had tegen de wind en kwam maar langzaam vooruit. Simon probeerde zichzelf af te leiden met de verhaaltjes die Christa de kinderen vertelde toen ze van de Ardennen naar zuid Limburg trokken. Ze had ze nooit opgeschreven, zelfs niet toen hij geprobeerd had haar daartoe te dwingen. In plaats daarvan was ze met haar dagboeken begonnen.

Deze ontdekking had hem pijn gedaan toen hij maanden na haar dood de dagboeken gelezen had, maar de dagboeken waren het enige tastbare wat hem herinnerde aan de vrouw van wie hij zielsveel gehouden had. De herinnering toverde een glimlach op zijn gezicht en zorgden ervoor dat hij nog meer van haar hield. Ze was alles wat hij dat ze was.

Geen enkele vrouw op de wereld kon zijn wat zij was. Geen enkele.

Zijn rechterhand begon te jeuken toen zijn gedachten afdwaalden naar vorige week. Geen eieren, geen room en dingen in zijn voorraadkelder die spontaan van plaats veranderden. De geur van het ontbijt dat hij geroken had. Het kwam door Christa’s toedoen. Hij wist het zeker.

Er klopte iets niet toen hij de deur van de schuur open deed. Het zou het komende uur nog niet licht worden, maar de wolken, sneeuwbuien en wind waren overgetrokken en de volle maan weerkaatste in de sneeuw. Er lag bevroren melk op de grond en er stonden overal voetstappen. Simon volgde ze en realiseerde zich dat het daglicht niet liet zien wat het maanlicht wel deed. De schaduwen waren anders. Wie was hier, vroeg hij zich af. Er waren buiten geen voetstappen te zien. Wie het ook mocht zijn, hij was allang weer weg of bevond zich nog steeds binnen.

De kippen die hij geruild had, hadden de reis overleefd en er lagen niet minder dan negen eieren op hem te wachten in de nesten van de kippen die hij al had. Simon keek vertwijfeld omhoog. U hebt waarschijnlijk niet het beste voor met kippen, Heer’, grinnikte hij.

Twee van zijn nieuwe kippen begonnen te pikken op iets wat achter de kist in hoek lag. Hij vond het pak. Toen Simon het oppakte bleek er iets in te zitten. Bovenop een grote hoeveelheid proviand lag een briefje met een schuldbekentenis. Een schuldbekentenis geschreven door een jong iemand, die waarschijnlijk nog in de buurt zou zijn.

De rechterhand van Simon begon nog meer te jeuken.

‘Christa, als jij hier iets mee te maken zou hebben, zou je een eeuwigheid niet kunnen zitten’, zwoer hij terwijl hij naar het huis sjokte in het licht van de volle kerst maan…..

Wintervertelling

© Patty

Volg het verhaal van een jonge vrouw in 1880 die, nadat haar moeder op het kraambed is overleden, ontkomt aan het plan van haar stiefvader om haar tot zijn slavin te maken, maar daardoor slachtoffer wordt bij één van de baantjes die voor vrouwen in haar tijd toegankelijk waren.

Marlies slaat op de vlucht en trekt te voet de woeste natuur in, terwijl de winter invalt. Wanneer ze de wanhoop nabij is besluit ze haar geluk te beproeven op het landgoed van Simon Koopmans, een weduwnaar die daar al jaren alleen woont. De geest van Koopmans lang geleden overleden vrouw wordt de bondgenoot van Marlies wanneer de twee beschadigde persoonlijkheden samen aan een toekomst gaan bouwen in de strenge winter. Royal is een overtuigd aanhanger van huiselijke discipline en Marlies is een temperamentvol meisje met een geheel eigen willetje.

Inhoudsopgave

Tom & Katy (26)

De zaagmachine maakte kabaal en Tom had al zijn aandacht gericht op het stuk hout dat hij aan het zagen was, dat hij niet in de gaten had dat Katy binnengekomen was. Ze liep voorzichtig achter hem langs en ging op een stoel naast de werkbank zitten. Na een poosje keek hij om zich heen, nadat hij zich bewust geworden was van een parfum geur.

‘Ha, schatje!’, zei Tom verrast. ‘Hoe gaat het met je?’

‘Goed hoor’, antwoordde Katy met een verlegen glimlach.

Tom schakelde de zaagmachine uit, borg zijn werk op en liep naar Katy. Hij glimlachte breeduit. Zijn tanden waren wit en de lachrimpels diep. Katy voelde een kriebel in haar buik. ‘Hmmm’, kreunde ze in zichzelf terwijl hij dichterbij kwam.

‘Waar ben je mee bezig?’, vroeg Katy.

‘Dat kan ik niet zeggen’, antwoordde Tom.

‘Waarom niet?’, informeerde Katy.

‘Het is een geheimpje’, zei hij zacht terwijl hij haar aan bleef kijken.

Beiden moesten grinniken. Er hing een plagerig sfeertje in de lucht. Tom ging vlak voor Katy staan. Hij gaf haar een klopje op haar bovenbeen. Katy veegde het zaagsel van zijn shirt. Hij pakte haar gezicht in beide handen. Intense liefde straalde in hun ogen. Langzaam boog hij voorover en kuste haar. Katy kreunde van genot.

‘Dank je wel’, fluisterde ze.

‘Graag gedaan’, antwoordde hij en kuste haar op haar mond.

‘En wat is mijn meisje van plan?’, vroeg Tom terwijl hij met een duim over haar wang wreef.

‘Eigenlijk niets, liefje. Ik had alleen geen zin om alleen in huis te zitten. Ik miste je’.

Er viel een stilte en beiden vroegen ze zich af wat de ander zou denken.

‘Het is te koud om buiten te zijn’, zei Tom uiteindelijk. ‘Maar zullen we een ritje maken?’

‘Hmmm. Nee, het is nu te laat om nog op pad te gaan. Misschien morgen’.

Katy keek naar de zaagmachine. ‘Vertel eens waar je mee bezig bent?’, vroeg ze opnieuw.

‘Dat kan ik je niet vertellen’, antwoordde Tom grinnikend.

‘Waarom niet?’, wilde Katy weten.

‘Dat is een geheimpje. Dat heb ik je toch gezegd?’

‘Oh ja. Dat heb je al verteld, is het niet?’

Katy kneep haar lippen op elkaar en liet haar blik langs het plafond glijden. Vervolgens keek ze naar haar schoot en concentreerde zich op de bewegingen van haar vingers die langs de zoom van haar trui gleden.

‘Uh, uh, Katy. Dat is niet goed! Wat voer je in je schild?’, lachte Tom. Zijn handen rustten op haar heupen.

‘Ik heb geen idee waar je het over hebt’, zei Katy verlegen. Met een schaapachtig lachje keek ze van hem weg.

Tom lachte opnieuw. ‘Wat heb je gedaan wat ik nog niet weet, jongedame?’

Ze keek hem met een verbaasde blik aan, haalde diep adem en antwoordde vlug, ‘Ik heb helemaal niets gedaan. Echt waar niet! Tenminste, ik heb niets gedaan wat ik niet zou moeten doen’, giechelde ze.

‘Voor de draad ermee, anders leg ik je over de knie!’, zei Tom met een opgetrokken wenkbrauw en een brede glimlach.

Katy stond op en deed een stap in de richting van de deur. ‘Echt waar… Ik kwam alleen maar even kijken of je misschien iets nodig had’.

Tom deed een stap naar voren zodat hij bijna tegen haar aan stond.

‘Mooi dat je aan me denkt, schatje. Maar alles is hier prima. Is er iets wat je me moet vertellen of is er iets wat ik voor jou kan doen?’

Beide deden weer een stap in de richting van de deur.

‘Oh nee, liefje’, zei Katy en schudde haar hoofd. ‘Ik denk dat ik even achter de computer ga of misschien een boek ga lezen. Ik ben binnen voor het geval je iets nodig hebt. Misschien dat je een extra paar handen nodig hebt of gewoon iemand om je heen, of… nou ja, je weet wel’.

Katy draaide zich om. Voordat ze door de deur kon stappen pakte Tom haar beet en trok haar naar zich toe. Katy sloeg haar armen om zijn nek om haar evenwicht te bewaren, maar in plaats daarvan stond ze op haar eigen tenen.

‘Laat me los, liefje. Ik heb het druk. Ik moet nog van alles doen’.

Toen begonnen ze beide hard te lachen.

‘Te laat, Katy!’, zei Tom terwijl hij zich omdraaide en terug liep in de richting van de werkbank. In plaats van haar op de stoel te laten zitten, zette hij haar op de werkbank. Hij zette haar benen uit elkaar en deed nog een stap naar voren. De gesp van zijn roem raakte de voorkant van de werkbank, waardoor zei het gevoel had een gevangen prooi te zijn. Katy ging nergens naar toe en daar was ze zich heel erg van bewust.

‘Wij moeten eens even ernstig praten, jongedame!’, zei Tom met een opgetrokken wenkbrauw. Katy huiverde. Ze begon al te denken dat ze in de problemen zat, toen ze zag hoe een brede glimlach begon door te breken.

Tom liet zijn handen over haar bovenbenen glijden. Ze begonnen bij haar knieën tot ze bij haar billen waren aangeland. Hij pakte ze voorzichtig beet en trok haar naar zich toe. Katy haar handen gingen automatisch naar zijn schouders. Ze liet haar vingers door zijn haar glijden. Ze keken elkaar recht aan, toen Tm met zijn verhaal begon.

‘De kinderen komen hier naartoe vanavond. Iedereen heeft erg veel zin in het aankomende kampeerweekend. Je zoon en dochter hebben beiden gebeld toen je lag te slapen. Ze wilden even weten of we nog hulp nodig hadden in de voorbereidingen.

Katy haalde diep adem. De verbazing over de woorden van Tom was van haar gezicht af te lezen. Ze opende haar mond om wat te zeggen, maar ze kon door de complete verwarring geen woord uitbrengen. Ze liet de hap adem weer los. Haar schouders zakten naar beneden.

‘Wat? Wat is er?’, vroeg Tom die nu ook in verwarring was. ‘Heb je geen zin om dit weekend met Wouter, Annie en alle kinderen te gaan kamperen? Het wordt vast leuk’.

‘Ik dacht dat we niet zouden gaan… Ik dacht dat je boos was… Oh Tom!’, zei Katy uiteindelijk toen ze hem in zijn armen viel.

Tom moest lachen. ‘Katy! Je bent me er eentje. Hij trok haar tegen zich aan en wreef over haar rug. Toen duwde hij haar achteruit, zodat hij haar gezicht kon pakken en haar een kus op haar mond kon geven.

‘Ik heb noot gezegd, dat we niet gingen kamperen, schatje. Ik heb er wel mee gedreigd, maar nooit de bedoeling gehad het niet door te laten gaan, tenzij het om je gezondheid niet zou kunnen’.

Katy huiverde.

Tom trok haar weer tegen zich aan. ‘Oh schatje, ik heb nooit willen zeggen dat we niet zouden kamperen. Ik wilde alleen maar heel voorzichtig met je zijn. Het spijt me’.

‘Het betekent dus dat we wel gaan kamperen?’

‘Ja! Als je je goed genoeg voelt, gaan we het weekend kamperen’. Tom schoof haar haren achter haar oor. ‘Heb je er zin in? Heb je zin om ere en weekendje uit te gaan, schatje?’

Katy knikte blij ja. Er ging weer een rilling door haar lijf.

‘Kom, we gaan naar binnen. Voor je kou vat en weer in bed beland’. Tom pakte haar op en zette haar naast zich neer. ‘We gaan snel naar binnen. Daar is het warm. Daar kunnen we gezellig verder praten’.

‘Oh Tom. Nee! Alsjeblieft niet’, gilde Katy. Haar handen bedekten automatisch haar billen.

‘Nee, schatje, Ik ben niet van plan je een pak op je billen te geven. Niet nu. Tenzij je het verdiend hebt natuurlijk. Tom grijnsde en Katy kreeg kriebels in haar buik. Ze gaf hem een klap tegen zijn schouder.

‘Houd daar mee op!’, pruilde ze.

‘Kom. We gaan naar binnen. We kunnen het nog even rustig aan doen. Voor de hele horde hier binnen komt vallen, wil ik nog wat tijd alleen met mijn vrouw voordat ze opgeëist wordt door allemaal kleine kinderen’.

‘Dat zal wel. Jij ziet er ook naar uit je met de kleintjes bezig te houden. Mij maak je niets wijs’, kirde Katy.

Tom gaf haar een knipoog, een brede glimlach en stuurde haar met een klap op haar billen in de richting van de deur.

Toen ze de garage verlieten en Tom het licht uitdeed, vroeg Katy hem met haar allerliefste stemmetje, ‘Waar ben je mee bezig, liefje?’

‘Dat zeg ik niet’, zei Tom en gaf haar weer een klets op haar bips.

‘Auw!’, piepte Katy. Haar hand schoot naar achter en begon verwoed over haar billen te wrijven. Ze keek hem met grote ogen aan. ‘Waarom kun je me dat niet vertellen?’

Voordat Tom kon reageren had Katy gemaakt dat ze uit de voeten kwam. Tom volgde haar op de hielen. Maar hij was niet snel genoeg. Hij hoorde dat de deur voor zijn neus op slot gedraaid werd.

‘Katy!’, bulderde Tom. ‘Doe onmiddellijk de deur open, jongedame!’ Zijn stem klonk alsof hij boos was, maar hij was eigenlijk aan het plagen. Hij miste dit soort speeltjes tussen hen.

‘Ben jij dat, Tom’, klonk haar stem aan de andere kant van de deur.

‘Ik zou die deur maar heel snel open doen, als ik jou was!”

‘Oh, is ie op slot dan?’, plaagde Katy verder. ‘Ik zal eens kijken of ik em open kan krijgen? Hm, ik geloof dat er iets kapot is. Ik krijg em niet open’. Katy rammelde een paar keer aan de kruk zonder de deur van het slot te doen. ‘Wacht even, liefje, ik ben zo terug. Ik zal even een schroevendraaier pakken’. Katy draaide zich om en liep naar de keuken om een biertje voor hem te halen, terwijl ze hem voor de gesloten deur liet staan.

Ze schrok zich een hoedje toen ze zich omdraaide en Tom in de deuropening van de keuken zag staan. Hij had zijn armen over elkaar geslagen. Hij keek haar met gefronste wenkbrauwen aan.

‘Oh!’, schrok Katy. Haar maag trok samen.

‘Ja… oh!’, aapte Tom haar na.

‘Ik maakte maar een grapje, Tom’, smeekte ze giechelend. Ze stak beide handen omhoog ten teken van overgave.

‘Waar ga je naartoe?’, vroeg Tom toen Katy een poging deed langs hem heen te stappen.

‘Ik was van plan je een biertje te brengen. Daar heb je zeker wel zin in?’, zei Katy met een fluwelen stemmetje. ‘Laat me snel een biertje voor je pakken’.

Hmm… dat biertje klinkt wel goed. Ja, laat ik een bietje nemen. Vervolgens wil ik dat je gaat plassen en je vervolgens in de slaapkamer komt melden’.

‘Nee, liefje. Laten we naar de woonkamer gaan. Weet je nog dta je zei dat we het nog over het weekend moeten hebben. Bovendien, ik hoef helemaal niet te plassen’, zei ze met een schalks lachje.

‘Maar schatje, je moet altijd plassen als ik je een pak op je billen ga geven!’ grinnikte Tom, terwijl hij haar stapje voor stapje terug duwde de keuken in.

‘Kom, liefje. Ik plaagde je alleen maar een beetje’, zei Katy bang en probeerde zo wanhopig mogelijk te klinken.

‘Dat weet ik. Ik doe niet anders. Ik zal je blijven plagen en plagen, totdat je met je heerlijke billen omhoog over mijn knie ligt’. Tom pakte Katy bij haar middel en trok haar tegen zich aan. Hij keek haar aan en voegde eraan toe, ‘en je zult van elke klap genieten, meisje!’.

Tom kuste haar gepassioneerd.

Katy liet haar vingers door zijn haar glijden. Haar andere hand wreef over zijn borstkas.

Hun lichamelijke kracht werd vermengd met passie nam hen in beslag. Het was een heerlijk moment…

‘Kom… Doe wat je gezegd wordt!’, zei Tom. Hij liet haar los en gaf haar een stevige klets op haar billen.

‘Auw!’, piepte Katy. Ze wreef over haar bips en ging er snel vandoor.

‘Maak dat je hier komt, deugniet’, riep Tom in de richting van de badkamer toen hij de slaapkamer binnenstapte. Katy lachte in zichzelf en fluisterde hardop, ‘Jij deugniet!’

Tom liep naar het dressoir en begon zijn zakken leeg te halen. Kleingeld, sleutels en zakmes. Hij legde het allemaal in de fruitschaal. Hij legde zijn portefeuille erbij en begon zijn shirt open te knopen. Op hetzelfde moment opende Katy de wasmand en liet haar bloes en haar BH erin glijden.

Tom trok zijn shirt uit zijn broek en liep naar het bed. Katy deed haar spijkerbroek, onderbroekje en sokken uit en deed deze ook in de wasmand. Ze opende de la en pakte er een groot T-shirt uit. Toen ging ze plassen zoals haar opgedragen was. Tom ging zitten en deed zijn schoenen uit. Hij zette ze naast het nachtkastje. Hij wreef even over zijn voet voor hij zijn sokken uitdeed. Hij ging staan en deed zijn overhemd uit. Hij liet het op de grond vallen op het moment dat Katy binnen kwam. Ze droeg alleen het T-shirt en had een brede grijns op haar gezicht.

‘Dat werd tijd’, zei Tom met een strenge maar liefdevolle glimlach.

‘Jij deugniet’, zei Katy zachtjes.

‘Dat moet jij zeggen…. Kom hier schatje. Ik kan niet wachten mijn handen op je lichaam te leggen’, gromde Tom.

Katy liep langzaam naar Tom. Hun ogen schitterden.

‘Ik hou van je’, fluisterde Tom.

‘Ik ook van jou’, antwoordde Katy.

Hij strekte zijn hand naar uit. Zij legde haar linkerhand in de zijne’. Dit gaat zeer doen, schatje’, zei hij zachtjes.

‘Dat weet ik’, zei Katy rustig.

‘Goed. Het is maar dat je het weet’.

‘Jij grote deugniet’, antwoordde Katy.


‘Hmmm… misschien wel’, zei Tom. Hij ging zitten en trok Katy over zijn knie.

Tom nam de tijd om Katy goed neer te leggen. Hij wreef over haar rug, gaf haar een paar tikjes op haar bips en trok de dunne stof van het T-shirt strak over haar billen. Katy’s lichaam voelde heerlijk aan. Er verscheen een grote grijns op zijn gezicht terwijl hij haar rug masseerde.

‘Het is weer de hoogste tijd, schatje’, zei Tom.

‘Ja. Ik weet het’, stemde Katy in.

Er viel een lange stilte. Tom ging door met masseren.

‘En nu, jongedame’, begon Tom uiteindelijk met zijn standje. Katy kneep haar billen samen en voelde de kriebels in haar buik. ‘Nu is het tijd om die ondeugende billen van je eens een goed lesje te leren’. Hij sloeg beurtelings op haar rechter- en vervolgens op haar linkerbil.

‘Je bent weer flink op dreef, zeker met die nieuwsgierigheid van vanmiddag. En daar ga je nu de prijs voor betalen. Wil je er nog iets over zeggen, jongedame?’


De wenkbrauw van Tom ging omhoog toen hij geen antwoord kreeg. Onmiddellijk begon zijn rechterhand beslist maar niet al te hard op haar billen neer te dalen. Hij spreidde de klappen en wachtte geduldig op een antwoord. Katy grinnikte, maar gaf geen kik. Ze was vastbesloten het plagen zolang mogelijk voort te zetten. De hand van Tom hield stil. Hij moest ook grinniken. Hij had feilloos door waar Katy mee bezig was. Hij vond het niet erg. Hij zou het spelletje meespelen. Hij pakte de zoom van haar T-shirt en schoof het omhoog.

‘Hmmmm…. Roze T-shirt, roze billen. Mooi! Tom wreef met zijn hand over haar billen. ‘Wil je er nog steeds niets over zeggen, jongedame?’, vroeg hij nogmaals. Weer kwam er geen antwoord.

Tom hief zijn rechterhand en begon weer te slaan. Iedere klap veroorzaakte een brandend gevoel. De intensiteit van het pak slaag nam veel sneller toe dan waar Katy op gerekend had. Af en toe klonk er een ‘oh’ of een ‘ah’ uit het kronkelende lichaam. Tom nam echter geen gas terug. In plaats daarvan gleed zijn linkerhand onder haar buik op zoek naar haar liefdesknopje. De frequentie en intensiteit van de klappen ging omhoog. Zijn vingers begonnen haar ongenadig te plagen. Er ging een minuut voorbij. Katy’s lichaam reageerde steeds feller. Toen Tom voor de tweede keer pauzeerde kwam ze voor de eerste keer klaar. Hij wreef heel voorzichtig over haar gloeiende billen.

 
‘En nu? Ben je inmiddels al bereid om iets te zeggen?’

Geen antwoord.

Tom boog zich voorover en schoof het laatje van het nachtkastje open.

‘Oh Nee!’, jammerde Katy.

‘Oh ja!’, grinnikte Tom terwijl hij zijn favoriete eikenhouten paddel tevoorschijn haalde. ‘Het is tijd om te spelen’, zei hij terwijl hij met de paddel over haar bips wreef. ‘En tijd om te plagen’, voegde hij eraan toe, terwijl zijn vingers weer aan het werk gingen’.

‘Het is niet eerlijk, liefje’, kirde Katy.

‘Ja, ik weet het’, grinnikte Tom.

Zonder nog een woord te zeggen, begonnen de vingers van de linkerhand van Tom weer te spelen, terwijl hij met de paddel het plekje waar haar billen overgingen in haar bovenbenen begon te bewerken. Bij de vierde klap lag Katy wanhopig te vechten om los te komen.

‘Het spijt me, liefje. Het spijt me dat ik je vanmiddag zo uitgedaagd heb’, smeekte Katy.

Tom zei niets. Hij ging onverstoorbaar verder met waar hij mee bezig was.

‘Auw!’, gilde Katy.

‘Alsjeblieft Tom. Niet meer! Niet meer! Niet meer!’

Tom bleef onverstoorbaar doorgaan tot Katy voor een tweede keer klaarkwam. Toen ze zelfs voor de derde keer een hoogtepunt bereikte, kwam ook zijn lichaam tot explosie. Uitgeput lagen ze in elkaars armen. Niet lang daarna vielen ze in slaap.

Toen Katy wakker werd en zich in de richting van Tom draaide, was het bed leeg. Ze spitste haar oren en hoorde stemmen in het huis. Ze stond op en liep naar de badkamer. Een paar minuten later had ze zich zodanig gefatsoeneerd dat ze kon gaan kijken wie of er waren.

‘Het werd tijd dat je wakker werd’, zei Tom toen Katy de badkamer uit kwam. Hij nam haar in zijn armen en gaf haar een kus. ‘De kinderen zijn er en de kleinkinderen kunnen niet wachten hun oma te zien’, lachte hij.

Katy beantwoorde zijn kus. ‘Dank je wel voor vanmiddag, liefje’.

Tom gaf haar een kneepje. ‘Graag gedaan, schatje, graag gedaan!”

‘Mag ik je wat vragen, liefje?’

‘Natuurlijk. Vraag maar raak, schatje’.

‘Waar ben je mee bezig in de garage?’, vroeg Katy met een fluwelen glimlach.

‘Dat zeg ik niet’, antwoordde Tom het spelletje meespelend.

‘Waarom niet?’, ging Katy door.

‘Het is een geheimpje. Weet je nog? Ik heb dat al eerder gezegd’, zei Tom en trok haar dichter tegen zich aan. Zijn inmiddels beroemde wenkbrauw stond omhoog.

‘Oh ja. Nu weet ik het weer. Je hebt dat al eerder gezegd, is het niet?’, grinnikte Katy.

Katy wilde hem van zich afduwen, maar zijn stevige grip liet dat niet toe. Hij trok haar zelfs nog dichter tegen zich aan en fluisterde in haar oor, ‘Als de kinderen straks weg zijn, dan wil ik dat je rechtstreeks naar de slaapkamer gaat. Dat je je zonder treuzelen klaar maakt voor het bed. En vergeet vooral niet eerst te plassen. Zodra ik de deuren op slot gedaan heb, kom ik bij je’. Hij gaf haar een kus op haar voorhoofd en liet haar vervolgens los met een stevige klets op haar bips.

En zo verliep een alledaagse dag uit het leven van Tom en Katy, een alledaags stel uit een alledaags dorp, vlakbij het jouwe.

EINDE

Tom & Katy (25)

De liefdevolle tikjes warden niet meer op prijs gesteld. Katy werd steeds chagrijniger door alle aandacht voor haar billen. Tom sloeg haar op haar bips terwijl hij haar knuffelde of hij gaf haar als gevolg van zijn spelletje een stevig pak op haar blote billen. Het eindresultaat was dat haar bips meer dan een beetje gevoelig was. En daar was ze niet blij mee. Daar kwam nog bovenop dat ze ervan overtuigd was dat ze het weekendje kamperen met Wouter, Annie en de kinderen wel op haar buik kon schrijven.

Alles leek met een soort domino effect tot chaos te verworden, wat al begon tijdens het ontbijt. Ze had geen honger. ‘Nee, dank je, schatje, ik heb echt nergens zin in’, antwoordde Katy toen Tom aanbood een omelet te maken. ‘Ik heb al een geroosterd broodje gehad toen ik mijn medicijnen innam. Op dit moment wil ik alleen maar een kopje thee. Misschien dat ik er bij de lunch wel zin in heb’.

‘Katy, je eet bijna niks. Je zit over het algemeen alleen maar wat met je eten te spelen. Je moet hier mee ophouden. Je houdt alleen jezelf maar voor de gek. En voordat je grote mond je billen weer in de problemen brengt, wil ik horen wat je wilt eten. Anders neem ik de beslissing. Maar je zult wat eten. Is dat duidelijk?’

Tom stond met zijn handen in zijn zij en klonk vastberaden.

‘Maar ik heb geen honger. Ik wil helemaal niet eten’, klaagde Katy.

‘Geen sprake van Katy. Je eet wel wat!’

Katy en Tom stonden recht tegenover elkaar. Geen van beiden gaf toe en geen van beiden zei meer wat. Uiteindelijk schudde Tom zijn hoofd en draaide zich om naar het gasstel. Hij pakte de koekenpan uit de kast. Katy liep stampvoetend de keuken uit. Ze liep naar de bijkeuken en deed de was in de machine. Als ze iets kapot zou kunnen gooien zonder zichzelf in de problemen te brengen, dan zou ze dat doen. In plaats daarvan richtte ze haar energie op de was.

Katy was gefrustreerd. Ze was boos. Ze was woedend! De dag was nog niet eens begonnen en ze had zich al in de nesten gewerkt. ‘Als Tom me eens met rust zou laten’, siste ze.

Katy dacht koortsachtig na hoe ze het voor elkaar kon spelen dat ze niets hoefde te eten. Het leed geen twijfel dat Tom haar straks naar de keuken zou roepen. ‘Hij verstikt me…. En hij behandeld me als een klein kind’.

Ze klapte het deurtje van de droger dicht en drukte op de startknop. Ze pakte een paar handdoeken van de grond en stopte deze ruw in de wasmachine voordat ze het waspoeder toevoegde. Het deurtje klapte dicht en het water begon te stromen. Katy draaide zich om en keek of ze een volgende slachtoffer kon vinden.

Ze liep haar hobbykamer in. Ze maakte ruimte op de tafel zodat ze haar naaimachine kon neerzetten. Met een chagrijnig gezicht liet ze zich op de stoel neerploffen. Ze trok een pijnlijk gezicht. Bovendien had ze een bonzende hoofdpijn. Er verschenen tranen in haar ogen.

‘Waarom doe ik toch zo akelig tegen Tom? Waarom doe ik zo rot tegen alles en iedereen? Ze leunde over de tafel. Ze strekte haar armen en liet haar hoofd zakken. Het hout van het tafelblad voelde heerlijk koel aan haar gezicht. Maar haar lichaam voelde zwaar aan en haar billen en bovenbenen deden erg zeer. Katy begon te snikken.

Ondertussen pakte Tom de eieren uit de koelkast. Terwijl hij in de keukenla zocht naar een spatel, verstrakten zijn kaakspieren. ‘Ik zal niet toestaan dat Katy zo destructief bezig blijft. Onder geen voorwaarde!’. Hij pakte een beslagkom en brak een paar eieren. ‘Volgens mij heeft ze geen idee wat die medicijnen allemaal met haar doen’. Hij liep naar de broodrooster, deed er twee boterhammen en en deed het schuifje omlaag. Toen hij zich weer omdraaide naar het aanrecht, liet hij zijn vingers door zijn haar glijden. Hij zette zijn handen op het aanrecht. Toen hij het lawaai uit de bijkeuken hoorde komen, klemde hij zijn kaken stevig op elkaar. Hij deed zijn ogen dicht en telde tot tien. Hij haalde diep adem, blies langzaam uit en opende zijn ogen. ‘Verdomme, wat heb ik hier een hekel aan’.

Hij draaide de koude kraan open, hield zijn handen in een kommetje onder de straal en gooide het koude water in zijn gezicht. Hij herhaalde dit ritueel een aantal keren en draaide de kraan weer uit. Hij pakte een handdoek uit het keukenkastje  en droogde zijn gezicht en handen af. ‘Klik!’, deed de broodrooster en twee geroosterde boterhammen schoten tevoorschijn. Tom verlegde zijn aandacht weer richting omelet.

‘Katy, kom aan, meisje. Kom aan en probeer het tenminste. Je hoeft niet heel veel te eten. Eet gewoon een klein beetje. Alsjeblieft’, zei Tom smekend.

Toen ze de stem van Tom hoorde, ging Katy rechtop zitten en veegde de tranen van haar gezicht. Ze wilde niet huilen. Dat voelde zo zwak. Ze wist dat er geen ontsnappen mogelijk was, ze moest iets eten. Katy probeerde zich te herpakken voor ze terug ging naar de keuken. Ze wilde niet dat Tom zou zien dat ze gehuild had. Ze wreef nog een keer over haar gezicht om zeker te weten dat de tranen allemaal weg waren. ‘He, wat heb ik hier tot een gloeiende hekel aan’, zuchtte ze gefrustreerd.

‘Ik ook’, zei Tom zachtjes vanuit de deuropening.

Katy schrok. ‘Ik had niet door dat je daar stond, schatje. Je laat me schrikken’.

‘Het spijt me. Dat was niet mijn bedoeling’. Tom stak zijn hand uit. ‘Kom, het eten is klaar’.

Katy haalde snel adem. Haar schouders gingen op en neer. Ze liep langzaam naar Tom. De achterkant van haar bovenbenen deden zeer en haar hoofd bonkte nog steeds. Ze legde haar hand in de zijne en glimlachte een beetje schaapachtig tegen hem. Tom glimlachte terug en gaf haar een knipoog.

Terug in de keuken zag Katy dat Tom de tafel gedekt had. Ze ging heel voorzichtig zitten. Ze had nog behoorlijk last van het pak slaag van de vorige avond.

‘Ik weet niet of het me lukt om wat te eten, schatje’. Zei Katy.

‘Maak je maar geen zorgen, meisje’, zei Tom terwijl hij een stuk omelet op haar bord legde. Verder zette hij een mandje neer met geroosterde boterhammen en schonk hij voor beiden een glas thee in. ‘Voorlopig bepaal ik hoeveel je kunt en zult eten. Hier wordt niet meer over gediscussieerd. Punt uit!’

Tom stond op en gaf haar een tablet en een glas water. Katy keek verbaasd naar het tabletje en vervolgens naar Tom. ‘Die heb je nog niet ingenomen, is het wel? Als dit wel zo is, dan ben je vergeten het af te kruisen’.

Katy nam het tablet van hem een en erkende haar fout. ‘Nee schatje, deze heb ik niet ingenomen’. Ze voelde de kriebels in haar buik opkomen. ‘Dank je wel’, zei ze toen ze het tabletje in genomen had.

Tom ging zitten en pakte het peper en zoutstelletje om over zijn omelet te doen. ‘Graag gedaan, schatje. Eet smakelijk’.

Katy herpakte zichzelf en at alles op wat Tom op haar bord gelegd had. De onuitgesproken consequenties hielden haar bij de les. Tom had er geen onduidelijkheid over laten bestaan. Hij had de grens aangegeven en het was aan Katy om hier niet overheen te gaan.

‘Als je straks nog andere dingen te doen hebt, kan ik wel afruimen en afwassen’, zei Katy.

‘Probeer je van me af te komen?”, zei Tom met een quasi teleurgesteld gezicht. Katy grinnikte.

‘Nee hoor. Zo heb ik het niet bedoeld. Ik schaam me over mijn gedrag van daarnet. Ik ben bang dat ik niet goed weet wat ik er over moet zeggen. Ik dacht dat je misschien nog wel wat te doen hebt. Dan kan ik me in de tussentijd herpakken, zodat ik weer een beter gezelschap ben’.

‘Ik ben altijd het liefst bij jou en dat is nu niet anders, schatje. Ik vraag alleen maar of je er een beetje om wilt denken. Stop met vechten als ik je probeer te helpen. Jij hebt altijd voor alles en iedereen gezorgd. Je streeft altijd naar perfectie, ook ten aanzien van jezelf. Je moet niet zo hard zijn voor jezelf. Je gebruikt behoorlijk zware medicijnen, Katy. Ik weet dat het allemaal niet meevalt. Je moet een beetje geduld hebben, meisje’. Tom gaf haar een klein kneepje in haar neus. ‘Afgesproken?’

Met een zucht knikte Katy ja. ‘Goed zo, meisje’, zei Tom.

Katy zette haar glas op haar lege bord en legde het bestek ernaast. Ze stond voorzichtig op en bracht de vaat naar de gootsteen. Ze zette de kraan aan en begon ze af te spoelen en liet vervolgens de gootsteen vollopen met heet water.

‘Vertel eens, hoe zien je plannen voor vanochtend eruit?’, vroeg Tom terwijl hij de overgebleven etenswaren in de koelkast zette en naar Katy toeliep. Hij sloeg zijn armen van achteren om haar middel. Hij boog zich voorover en drukte zijn lippen in haar nek. Katy kreeg er kippenvel van.

‘Je bent een ondeugd’, zei Katy terwijl ze kraan uitdraaide en zich omdraaide om hem weg te duwen. Tom moest grinniken om haar poging om weg te komen.

‘Uh, uh, uh, meisje. Je begaat een vergissing! Je maakt ere en bende van!’, Tom wees met zijn wijsvinger naar de twee natte handafdrukken op zijn T-shirt.

‘Laat me eens even kijken’, zei Tom op een dramatische toon. ‘Was dat… twee of drie? Oh ja, ik weet het al weer. Het was twee’. Hij wees opnieuw naar zijn natte T-shirt. ‘Ha ha ha, en nu is het drie. Tjonge jonge Katy, je bips mag nog vijf keer een pak slag tegemoet zien’.

Katy gaf hem een klap op zijn schouder. ‘Houd op! We spelen dat stomme spelletje helemaal niet meer. Ik kan nu al bijna niet zitten. Het spel is afgelopen. Niet meer!’. Weer deed Katy een poging om los te komen. Maar weer slaagde ze daar niet in.

Tom verstevigde zijn greep. Hij liet zijn handen zakken is pakte haar beide billen. ‘Het spel is helemaal niet afgelopen, Katy. Ik snap niet waarom ik dat steeds opnieuw moet zeggen. Het is niet afgelopen voordat IK zeg dat het afgelopen is. En voorlopig zul je er niet in slagen om me daarvan te overtuigen, jongedame!’

‘Neeeee!’, gilde Katy, terwijl Tom haar stevig op haar bips begon te slaan. ‘Oh, alsjeblieft, liefje. Auw! Oh, het doet al zo zeer’.

‘Ik slaag er volgens mij alleen maar in om je bij de les te houden als ik zorg dat je zere billen hebt. Geen probleem! Oefening baart kunst’, grinnikte Tom. Katy gaf toe en smolt in zijn armen. Ze legde haar hoofd op zijn schouder. Ze realiseerde zich dat het geen had zich nog verder te verzetten, zoals Tom al eerder suggereerde.

‘Ik vraag het gewoon nog een keer. Wat zijn je plannen voor vandaag, schatje?’, vroeg Tom rustig. Zijn handen hielden zich rustiger, maar ze bleven haar billen masseren.

‘Ik ben met de was begonnen. Dat ga ik afmaken. Verder denk ik dat ik achter de naaimachine ga’.

KLETS! ‘Dat heb je eerder ook al gezegd’, zei Tom. ‘Verder nog plannen voor vandaag?’

‘Ohhh! Ja, ik wilde nog even naar de supermarkt’.

KLETS! KLETS! ‘Wat zeg je?’

‘Auw! Liefje, alsjeblieft. Oh, dat doet zeer! Ik moet echt naar de supermarkt. We hebben niets meer in huis’.

‘Maak maar een boodschappenlijstje. Jij gaat nergens anders naar toe dan naar je bed!’

Katy keek Tom aan en vroeg, ‘Waarom doe je toch zo gemeen?’

‘Ik ben niet gemeen, schatje. Ik bescherm mijn vrouw, die een slecht afweersysteem heeft en wiens hormonen in de war schijnen te zijn’.

Tom en Katy keken elkaar indringend aan.

‘Ik wil niet dat je weer in het ziekenhuis komt te liggen, jongedame. Ik wil dat je gewoon hier kunt zijn, zodat ik je vast kan houden als ik dat wil… wat heel vaak het geval is’. Tom keek omlaag naar Katy en kneep in haar billen. Katy kreunde. Hij gaf haar een kusje op haar neus.

‘Nu moet je even goed luisteren. Zo ziet het programma tot de lunch eruit. Het is nu acht uur. Je kunt eerst een paar uur je gang gaan. De was doen, achter de naaimachine zitten, internetten, het kan niet schelen wat. Je zorgt dat je om tien uur in de slaapkamer bent voor een serieus gesprek. Vervolgens stop ik je het bed in’.

Katy was geschokt. Ze verstijfde in zijn armen. ‘Nee Tom! Nee!’

‘Sh sh sh… Rustig maar, schatje’, zei Tom. Hij draaide zich om en leunde tegen het aanrecht. Hij trok Katy stevig tegen zich aan en wreef over haar rug. Het was even helemaal stil. Hij boog zich voorover en kuste haar wang tot hij haar lippen vond voor een klein kusje. De volgende kus was gepassioneerd. Katy sloeg haar arm om zijn nek en wreef met haar andere over zijn ribbenkast. Toen ze elkaar uiteindelijk loslieten was dit alleen maar omdat ze beiden in ademnood verkeerden.

Katy keek Tom aan. ‘Ben ik echt helemaal de weg kwijt, liefje?’

Hij tuitte zijn lippen en trok een diepe frons. ‘ik ben bang van wel, schatje’, antwoordde hij.

‘Oh Tom’, zei Katy terwijl ze haar lichaam tegen hem aandrukte.

Tom legde zijn wang op haar hoofd en grinnikte. Hij snoof de geur van haar haren. Toen deed hij zijn ogen dicht en genoot van het gevoel haar in zijn armen te houden.

‘Ik hou van je’, fluisterde hij.

‘Ik ook van jou’, fluisterde Katy terug.

Tom liet Katy rustig haar situatie overdenken.

‘Liefje?’

‘Ja, schatje?’

‘Ik denk dat mijn billen dit niet zullen overleven’, zei Katy met spijt in haar stem.

Tom grinnikte en gaf haar een paar tikken op haar bips. ‘Volgens mij gaan je billen het juist met vlag en wimpel doorstaan. Maak je maar geen zorgen, schatje’.

‘Jij hebt gemakkelijk praten. Het zijn niet jouw billen die zich in de gevarenzone bevinden’.

Tom grijnsde. ‘Ik heb er alle vertrouwen in, schatje!’.

Katy deed een stap achteruit en zei tegen Tom dat ze op moest schieten als ze maar twee uur de tijd had. Tom grinnikte en waarschuwde Katy dat ze niet moest overdrijven en naar haar lichaam moest luisteren. Dat beloofde Katy.

‘Ik ga een poosje naar de garage. Als je me nodig hebt, geef je maar een gil. En vergeet niet om een boodschappenlijst voor me te maken. Ik ga dan boodschappen doen als jij ligt te slapen. Moet ik verder nog wat voor je doen?’, vroeg Tom.

‘Nee, liefje. Het is goed. Ik wil zelf ook nog wat doen’.

Tom wees naar Katy en zei streng, ‘Als je meer doet dan goed voor je is, zullen je billen daar de prijs voor betalen, jongedame!’

‘OK. OK!’, antwoordde Katy terwijl haar handen naar haar billen schoten.

‘Ik meen het, Katy!’ voegde Tom eraan toe terwijl hij naar de deur liep.

Tom liep hoofdschuddend naar de garage. Hij vreesde, of wist eigenlijk wel zeker, dat Katy niet echt naar hem luisterde. Daar was ze veel te zelfstandig voor. Maar haar bips had al dikwijls de prijs moeten betalen als ze doorschoot in die zelfstandigheid. Tom wist heel goed dat het vandaag geen zin had de strijd met haar aan te gaan. De beste manier om er mee om te gaan, was te doen zoals hij altijd deed. Een flink pak op haar blote billen als ze de grenzen overschreed.

Om Katy de kans te geven wat tijd aan haar zelf te besteden, ging Tom aan het werk. Hij voerde de vogels in de tuin. Hij schroefde een paar planken van de schutting, die los zaten, vast. Hij borg de tuinslang op die nog in de voortuin lag. Toen hij terug kwam in de garage ging hij aan de slag met de kist die hij voor Katy aan het maken was. Hij vond het heerlijk om dingen voor haar te maken.

Binnen deed Katy de afwas en ze maakte een pan soep. Ze veegde en dweilde de keukenvloer en deed de was. Daarna verstelde ze een paar kleren en ruimde alles netjes in de kasten, ook de handdoeken. Vervolgens bedacht ze zich dat het ook de hoogste tijd was om de badkamer een beurt te geven. Vervolgens pakte ze de stofzuiger om de slaapkamer schoon te maken.

Om kwart voor tien stapte ze de keuken in om een glas water te drinken. Haar hoofd bonkte nog steeds en haar voeten deden zeer. Ze deed haar handen naar achter en wreef over haar gevoelige bips. Ze vroeg zich af wanneer Tom haar billen de gelegenheid zou geven te herstellen. Toen ze haar glas water leeg had, bracht ze de vuilniszakken naar de garage.

Toen hij lawaai hoorde in de garage stapte Tom naar binnen en zag dat het Katy was. ‘Hallo’, zei hij. ‘Kan ik je ergens mee helpen?’

‘Ha liefste’, zei Katy met een glimlach, terwijl ze het deksel van de container dicht deed. ’Nee, bedankt. Het Is al klaar’.

‘En hoe gaat het?’

‘Goed. Het gaat prima’, antwoordde Katy.

Tom keek op zijn horloge en zag verschrikt dat het al bijna tijd was. ‘Heb je nog een boodschappenlijstje voor me gemaakt, schatje?’

‘Ik heb eerst wat andere dingen gedaan en ga nu de lijst maken’.

‘Goed zo. Ik kom zo binnen’, antwoordde Tom.

Katy ging terug naar de keuken en ging met de boodschappenlijst aan de slag. Toen ze in de koelkast keek wat er allemaal nodig was, kwam Tom het huis binnenstappen. Katy hoorde hoe hij in de bijkeuken zijn handen waste. Toen hij de keuken binnenkwam, was de boodschappenlijst klaar.

Katy vulde haar glas met water en pakte haar medicijnen. Toen ze de dosis op het lijstje afgestreept had, opende Tom de koelkast om watt e drinken te pakken. Hij pakte de spa rood en liep naar het gasstel. Hij opende de pan om te kijken wat erin zat. ‘Dat ruikt goed, schatje’, zei hij.

Toen Katy opkeek om hem te antwoorden, was hij verdwenen. “He, waar je opeens?”, riep ze.

‘Ik ben hier’, riep hij terug.

Katy ging op het geluid van zijn stem af en trof hem in de slaapkamer aan. Tom zat op het bed en deed zijn schoenen uit. Nadat hij zijn sokken opgetrokken had en zijn broekspijpen goed gedaan had, keek hij op naar Katy.

‘Kom eens even hier. We moeten praten’. Tom wenkte dat Katy op zijn knie moest komen zitten. Hij pakte haar glas aan en zette hem naast de zijne op het nachtkastje. Katy ging voorzichtig zitten. ‘Vertel eens wat je vanmorgen allemaal gedaan hebt, schatje. Heb je de was gedaan en heb je achter de naaimachine gezeten?’

‘Ja, dat heb ik inderdaad gedaan’, antwoordde Katy.

‘En wat heb je nog meer gedaan?’

‘Nou, ik heb schoongemaakt en heb de vuilnis weggebracht’.

Tom hield haar rechterhand in de zijne. Zijn arm lag rond haar middel en hij trok haar tegen zich aan. Hij keek naar haar voeten en vroeg, ‘Wat is er met je schoenen gebeurd, schatje? Had je die aan toen je de vuilnis wegbracht?’

‘Ik heb ze uitgedaan toen ik weer binnen kwam, liefje’, antwoordde Katy verward.

‘Je voeten zijn opgezwollen. Is het wel goed?’ Tom reikte omlaag en begon haar rechtervoet te masseren.

‘Mijn voeten zwellen altijd een beetje op als ik te lang in de benen ben, liefje. Maar er is niets aan de hand hoor. Als ik straks ga liggen is die zwelling zo verdwenen’.

‘En je hoofdpijn? Heb je nog steeds last van hoofdpijn?’, vroeg Tom bezorgd.

‘Die is er nog steeds’, gaf Katy toe. ‘Het ene moment is beter dan het andere. Ik heb een poosje geleden een paracetemol genomen. Ik denk dat het zo wel weer gaat zakken’.

‘Toen je zonet aan het schoonmaken was… kan het zijn dat je toen een beetje overdreven hebt, omdat je alles klaar wou hebben voordat ik zou zeggen dat je zou moeten gaan rusten?’, vroeg Tom met een opgetrokken wenkbrauw.

‘Zoveel heb ik niet gedaan, liefje. En ik ben zeker geen grenzen overgegaan, liefje. Echt waar niet!’ Katy raakte een beetje gefrustreerd van alle vragen van Tom.

‘Waarom vertel je me niet precies wat je allemaal gedaan hebt, zodat ik beter begrijp wat jij bedoeld met een beetje schoonmaken?’ Tom keek ernstig. Hij wilde een verklaring. Katy bad dat ze zijn nieuwsgierigheid kon bevredigen. Ze werd zenuwachtig en gefrustreerd van al dit gedoe.

‘Nou, ik ben begonnen met de afwas. Toen heb ik met de soep opgezet. Ik heb de was gedaan en een paar van je broeken versteld. Ik heb de was opgeborgen en de vuilnis naar de garage gebracht’, antwoordde ze.

‘Heb je de keukenvloer gedweild?’

 ‘Oh ja, dat ben ik vergeten. Ik heb de keuken ook nog gedweild’.

‘En ben je ook nog aan het stofzuigen geweest, Katy?’

‘Eh, ja. Had ik dat niet genoemd’, antwoordde ze verdedigend.

‘Nee, dat heb je niet genoemd. Wat heb je allemaal gezogen?’

‘Ehh… ik heb de woonkamer gezogen en de eetkamer en… OK, OK. Ik heb alles gezogen behalve de keuken en de badkamer… die heb ik gedweild. Maar ik heb het meubilair niet allemaal verschoven toen ik aan het stofzuigen was’.

‘Ik begrijp het’, zei Tom uitdrukkingsloos.’Staat er nog meer op die lijst, die jij een beetje schoonmaken noemt?’ Zijn stem klonk rustig, maar streng.

‘Ik heb het stof afgenomen en heb de badkamer schoongemaakt, dat is alles’.

‘Op de een of andere manier heb ik het idee dat je het huis in twee uur van boven tot beneden schoon zou hebben gemaakt als dat gekund had. Ik had zo gehoopt dat je jezelf wat meer in acht zou nemen en het wat rustiger aan zou doen. Ik zou zo graag willen dat je eerst nadenkt voor je wat doet. Maar goed vandaag is dat niet gelukt’. Tom liet een stilte vallen.

‘Katy, je bent lang niet in orde. Je moet jezelf in acht nemen bij alles wat je doet. Totdat je uit deze ontkenningsfase komt en mij helpt goed voor je te zorgen, zullen mijn handafdrukken je billen blijven sieren, ben ik bang’.

‘Alsjeblieft, geen pak op mijn billen meer, liefje. Alsjeblieft’, smeekte Katy.

‘Je weet vanaf het moment dat we zaten te ontbijten dat je een pak op je bips zou krijgen. Ben je ooit mee weggekomen door zo te stampvoeten en met de deuren te slaan? Dat zal nooit gebeuren. Dergelijke woede uitbarstingen getuigen van weinig respect voor mij en voor jezelf. Vervolgens kunnen we het hebben over de manier waarop je met je medicijnen omgaat. En over wat je de afgelopen twee uur hebt gedaan, ik blijf niet aan het uitleggen. Dat is nergens voor nodig, want je weet dondersgoed dat je lijf het niet aan kan om het hele huis in twee uurtjes schoon te maken. Als je uit bent op lichamelijk ongemak, dan zal ik je helpen met een klinkend pak op je blote billen’.

Katy huiverde en haar maag trok samen.

‘Ga eerst maar eens plassen, Katy’, zei Tom met een hoofdbeweging richting badkamer. ‘Ik weet dat je moet plassen. Dat is altijd zo vlak voor je een pak op je billen gaat krijgen. Trek maar een T-shirt aan als je wilt, maar verder niets, zodat ik je billen kan straffen, zoals ze gestraft moeten worden’.

‘Oh Tom…’, begon Katy.

‘Ga nu maar, Katy. Doe wat er van je gevraagd wordt’, zei hij terwijl hij haar overeind hielp. ‘Toe’, voegde hij er aan toe met een flinke klets op haar bips.

De tijd in de badkamer kon haar niet lang genoeg duren. Maar omdat er geen ontsnappen aan was, gaf Katy uiteindelijk toe en besloot de consequenties onder ogen te zien. In een beweging legde Tom haar over zijn linkerknie en zette zijn andere been over haar onderbenen. Het leed geen twijfel dat Katy niet stil zou kunnen blijven liggen. Daar billen deden al behoorlijk zeer.

‘Geef me je rechterhand, schatje’, droeg Tom haar op. Alle voorbereidingen waren nu achter de rug, behalve de reden van het pak slaag. ‘En..’, vroeg Tom. ‘Heb je nog iets te zeggen, jongedame?’

‘Oh, Tom, ik heb hier zo’n hekel aan!’, jammerde Katy.

 KLETS! KLETS! KLETS! KLETS! ‘Ik had ook best zonder gewild. Houd op met dat zelfmedelijden!’

‘Auw! Auw, ohhh! OK… Ik heb het allemaal overdreven, liefje. Geef je alsjeblieft het pak slag dat ik verdiend heb door een scene te trappen tijdens het ontbijt, omdat ik mijn medicijnen vergeten heb en omdat ik ondanks jouw waarschuwing veel te veel gedaan heb’.

‘Ben je niet iets vergeten, jongedame?’

‘Niet dat ik weet. Als dit wel zo is, wil je me dan even helpen?’

‘Natuurlijk, schatje. Ik zal je helpen’. KLETS! KLETS! KLETS! KLETS! ‘Wat heb je vandaag nog meer gedaan om een pak op je bips te verdienen?’ KLETS! KLETS! ‘Ben je onaardig geweest tegen mijn vrouw?’ KLETS! KLETS! ‘Ben je voorbijgegaan aan wat zij nodig heeft en heb je jezelf wijs gemaakt dat je de goede dingen deed?’ KLETS! KLETS! KLETS! KLETS!

‘Oh… Auw!… Alsjeblieft, oh alsjeblieft’, gilde Katy. ‘Sla me alsjeblieft niet meer!’

‘Ik ben nog niet eens begonnen, Katy. Ik hielp je alleen maar een eindje op weg zoals je gevraagd hebt. We zijn nog steeds bezig op een rijtje te zetten waarom je een pak op je billen krijgt. KLETS! KLETS! KLETS! Weet je het al weer of heb je nog meer hints nodig, terwijl ik je billen nog wat verder opwarm?’

‘Dat is niet grappig. Tom’, jammerde Katy… Dat was niet het meeste slimme om te zeggen.

KLETS! KLETS! KLETS! KLETS! KLETS! KLETS!

Iedere klap brandde als vuur. Ze kwamen allemaal neer op het plekje waar haar billen overgingen in haar benen.

‘OK, OK, Ik heb mezelf niet in acht genomen. Daarom heb ik zoveel schoon kunnen maken. Dat kwam omdat ik boos was omdat ik vanmorgen zo rot tegen je deed’, gilde Katy.

‘Dank je wel’’, zei Tom en trok Katy overeind. Ze gingen beiden staan. ‘Ik wil dat je in de hoek gaat staan en nadenkt over wat er allemaal gebeurd is. Wanneer ik je bij me roep dan vraag je me netjes om nog een pak slaag. Misschien dat je deze keer wel compleet bent met je opsomming. Mocht dat niet het geval zijn, dan geef ik je voor iedere aanleiding apart een pak op je billen. Vooruit’. Tom moedigde haar aan met een flinke klets op haar brandende billen. Toen ze iets wilde gaan zeggen, schudde hij zijn hoofd. ‘Je kunt beter niet gaan tegenspreken als je gestraft wordt, Katy. En nu naar de hoek’.

Iedere stap naar de hoek werd door Tom met een stevige klets op haar bips begeleid. Haar tranen maakten hem week, maar hij wist dat er nu geen weg terug meer was. Het was nu belangrijk om sterk te zijn. Hij hoopte vurig dat ze zich niet langer zou verzetten en het zichzelf kwalijk te nemen dat ze ziek was.

Katy stond een kwartier lang in de hoek te huilen en te snikken. Tom liet zijn hand door zijn haar gaan.

‘OK, Katy. Laten we die billen van je maar eens onder handen nemen, dan kun je daarna gaan slapen’. Katy voelde hoe haar maag omdraaide voor ze naar Tom toeliep.

‘Het spijt me liefje. Vergeef me alsjeblieft en geef me een pak op mijn billen omdat ik vandaag geen respect gehad heb voor jou en voor mij. Ik zal mijn best doen om meer rekening te houden met mijn gezondheid. Ik zal daar erg mijn best voor doen. Ik wil graag beter worden’. De tranen liepen non stop over haar wangen. ‘Vergeef me alsjeblieft’.

Tom ging staan en nam Katy in zijn armen. ‘Natuurlijk vergeef ik je, schatje. Ik hou van je. Je bent mijn leven en mijn alles. Het doet me pijn als ik je steeds maar op je billen moet geven. Maar ik zal niet opgeven, dat weet je heel goed. Ben je er klaar voor om dit hoofdstuk af te sluiten?’

‘Heb ik een keus dan?’, snikte Katy.

‘Geen enkele keus, schatje’, antwoordde Tom terwijl hij ging zitten en haar over zijn knie legde. Katy verzette zich niet. Ze wilde dat het zo snel mogelijk voorbij zou zijn. Ze wilde dat Tom haar in zijn armen zou nemen. Toen de eerste klappen vielen, wenste ze echter dat ze overal was, behalve op de plaats waar ze op dat moment verbleef.

‘Auw, Oh, Alsjeblieft… Alsjeblieft, niet meer slaan. Auw… Oh Tom, het doet zeer… het brandt… ooooh’, huilde ze.

Maar Tom hield niet op. In plaats daarvan gaf hij haar een stevig pak op haar blote bips. En bij iedere klap liet hij het vuur van het pak slaag van de avond ervoor weer oplaaien. En daar werd tegelijkertijd nieuw vuur aan toegevoegd. Klap na klap liet Tom op haar billen en bovenbenen neerdalen. Hij besteedde speciale aandacht aan het plekje tussen haar billen en bovenbenen. Katy gilde, worstelde en huilde. En terwijl Katy gilde en huilde, hoopte Tom. Katy gaf zich over aan de klappen en aan zijn standje. Niet lang daarna kwam het pak slaag met nog tien klinkende kletsen ten einde.

Tom greep naar de papieren zakdoekjes. Hij legde ze naast Katy neer. Ze snoot haar neus en droogde haar tranen. Op hetzelfde moment wreef Tom over haar rug en over haar billen. ‘Ik vraag me af of we weer op herhaling moeten als ik haar vanmiddag naar bed breng’, dacht hij bij zichzelf. Tom zuchtte…

En zo verliep een alledaagse morgen uit het leven van Tom en Katy, een alledaags stel uit een alledaags dorp, vlak bij jou uit de buurt.

Tom & Katy (24)

Katy opende haar ogen en keek naar Tom’s kant van het bed. Ze dacht terug aan het gesprek wat ze na de lunch gehad hadden. Het was niet verwonderlijk dat ze op haar buik lag met een paar extreem zere billen.

‘Oh’, zuchtte Katy.

Langzaam kwamen de details naar boven. Het was zo langzamerhand een vast ritueel dat Tom haar in bed stopte als zee en flink pak op haar billen gekregen had. Ze trok een pijnlijke grimas toen ze haar handen over het brandende lichaamsdeel liet gaan. Ze glimlachte toen ze zich herinnerde hoe Tom haar ingestopt had.

Tom had eerst haar T-shirt uitgedaan. Hij had het dekbad omhoog gehouden zodat ze in bed kon kruipen. Ze herinnerde zich nog dat hij haar een kus op haar wang gegeven had nadat hij hij ingestopt had. Zonder dat er wat gezegd was, voelde Katy dat hij haar vergaven had. Zijn grote hand gleed over haar schouder, langs haar rug, tot hij bleef rusten op haar gehavende billen. Hij gaf er een paar zachte tikjes op.

‘En nu een braaf meisje zijn. Als ik terug ben van Wouter, kom ik even bij je kijken’, fluisterde Tom. Hij gaf haar een laatste kus op haar wang, draaide zich om en verliet de slaapkamer. Verder kan Katy zich niets meer herinneren.

‘Ik moet in slaap gevallen zijn’, fluisterde ze.

Ze stak haar hand onder het dekbed vandaan en tastte naar de plek waar Tom normaal gesproken lag. Ze wou dat hij daar nu lag, dan kon ze lekker dicht tegen hem aankruipen. Ze hield ervan in zijn sterke armen te liggen, maar hield er nog het meest van te voelen hoe hij van haar hield. Er verscheen een traan in haar ooghoek. Langzaam rolde hij over haar wang.

Katy miste Tom.

Een leeg gevoel maakte zich van haar meester. Toen ze op de wekker keek, wist ze dat het al weer een paar uur geleden was sinds Tom vertrokken was. Toen ze haar hand terugtrok, voelde ze wat. Nieuwsgierig deed ze hoofd omhoog om te kijken wat dat was. Op de rand van het bed lag de paddel.

‘Ohh’, zuchtte Katy verdrietig. Ze wist meteen dat haar straf nog niet voorbij was…. niet tot de paddel weer opgeborgen was in het nachtkastje. Dit was een ander ritueel van Tom. Katy was ervan overtuigd dat hij de paddel had laten liggen om haar iets duidelijk te maken. Ze veegde een traan weg, liet haar hoofd in het kussen zakken en deed haar ogen dicht. Haar gedachten maakten overuren.

‘Ik weet niet waarom ik niet gewoon kan doen wat Tom me zegt… oh, ik wil niet nog een keer op mijn billen’, hield Katy zichzelf voor.

Katy was minutenlang met zichzelf in gevecht. Toen het verdriet overging in boosheid en deze niet langer onder controle te houden was schoof ze naar de rand van het bed en ging voorzichtig zitten. Ze had de neiging om te vloeken. In plaats daarvan zette ze haar kiezen op elkaar, haalde diep adem en stond op. Ze bleef staan tot de ergste duizeligheid verdwenen was. Toen ze vast genoeg op haar benen stond, liep ze naar het raam en schoof het gordijn open.

Het daglicht verlichte de slaapkamer. Er verscheen een glimlach op haar gezicht toen ze twee eekhoorns in de tuin zag. Ze had de eekhoorns geadopteerd. Of hadden zij Katy geadopteerd? Ze was er niet zeker van. Ze keek naar het vogelhuisje. Een hele horde vogels was bezig elkaar te verdringen op het kleine platformpje. Ze glimlachte bij de gedachte dat Tom de vogels had gevoerd.

Ze draaide van het raam weg en liep naar de badkamer. Toen zee en paar tellen later terugkwam had een lang nachthemd gepakt. Ze trok het over haar hoofd en liet het langs haar lichaam glijden. Het viel tot haar enkels. Ze trok de schouders recht en liep naar het dressoir om een paar sokken te pakken. Ze liep terug naar de stoel en ging met opgetrokken knieën zitten.

De beweging van de eekhoorns, de vogels en de poes die ook ten tonele was verschenen, hield Katy minutenlang bezig. Normaal gesproken kon ze er urenlang naar kijken, ze kwam erdoor tot rust. Vandaag ging dat niet op. De ene traan na de andere liep over haar wang. Wat ze ook deed om haar gedachten te verzetten, ze was niet in staat haar schuldgevoelens en haar gevoel van leegte te verdringen. Ze wreef met beide handen over haar gezicht, schudde haar hoofd en ging staan.

‘Houd daar mee op!’, foeterde ze hardop tegen zichzelf.

Katy keek naar het beslapen bed en haar T-shirt op de grond. Haar eerste impuls was het bed op te maken en het shirt op te ruimen. Maar ze bleef besluiteloos staan. Uiteindelijk draaide ze zich om en liep gefrustreerd de kamer uit.

‘Doe toch iets! Doe toch iets!’, mompelde ze toen ze door het huis liep.

Tom stond bij het aanrecht toen Katy de keuken in liep. Meteen begon het te kriebelen in haar buik. Ze was zich er niet van bewust dat hij al thuis was. Ze haalde diep adem. Het eenzame gevoel was in één klap verdwenen. Er verscheen een warme glimlach op haar gezicht.

‘Oh, liefje’, zei Katy terwijl ze naar hem toe liep en een hand op zijn heup legde. ‘Ik ben blij dat je er weer bent’.

Tom was verbaasd dat hij de stem van Katy hoorde. Hij was druk bezig wortelen schoon te maken voor de hutspot. Hij legde ze neer en greep tegelijkertijd naar Katy en naar een handdoek.

‘Ha, schatje’, zei Tom terwijl hij zijn handen droogde en ze vervolgens spreidde om zijn vrouw te begroeten. Hij gooide de handdoek op het aanrecht.

‘Heb je me gemist?’, vroeg hij terwijl hij Katy tegen zich aandrukte. Voor dat Katy kon antwoorden sloeg hij haar een paar keer op haar bips.

Ze keken elkaar aan.

‘Oh ja, liefje. Ik heb je gemist. Dat doe ik altijd als je er niet bent’, antwoordde ze zachtjes.

De schittering in haar ogen was veelzeggend. Woorden waren overbodig.

Katy haar hand gleed over zijn borst, langs zijn nek en door zijn haar. Haar andere hand gleed langs zijn ribben naar zijn gespierde rug. Tegelijkertijd liet Tom zijn handen langs haar vrouwelijk rondingen glijden.

Ze kusten.

Hij leunde achterover tegen het aanrecht en zei legde haar hoofd op zijn schouder. Hij trok haar stevig tegen zich aan en rook haar haren. Hij kuste haar voorhoofd. Het was doodstil en zij kon zijn hart horen kloppen.

‘De hutspot ruikt goed’, zei Katy. ‘Ik zou er honger van krijgen’.

‘Over een paar minuten is het klaar’, grijnsde Tom. Hij sloeg haar een paar keer op haar billen. Toen Katy niet reageerde deed hij het nog een paar keer.

‘Het is prachtig weer, schatje, maar nog wel een beetje koud. Nadat ik bij je had gekeken, ben ik met het eten begonnen. Ik heb iets nodig om weer warm te worden. Ik vond het spek en de wortelen in de koelkast en dacht dat je wel van plan zou zijn om hutspot te maken. Ik wilde je een beetje helpen.

‘Dat klopt. Ik wilde vandaag hutspot maken’, zei Katy. ‘Bedankt voor je hulp en bedankt dat je zo goed voor me zorgt’.

‘Graag gedaan’, zei Tom en gaf Katy nog een kneepje en een kus op haar voorhoofd.

‘Ik hou van je’, fluisterde ze.

‘Ik ook van jou’, antwoordde hij. Toen viel er weer een lange stilte.

‘Heb je lekker gerust, schatje?’

‘Hmmm’, zei ze. ‘Volgens mij wel’.

Tom gaf haar een kus op haar voorhoofd en trok haar tegen zich aan. ‘Je hebt weer gehuild, schatje. Weet je zeker dat het goed met je gaat?’

‘Oh, liefje’, zuchtte Katy.


Tom bleef Katy knuffelen. En zij bleef zijn vraag ontwijken in de hoop dat hij er niet op terug zou komen. Toen haar lichaam begon te ontspannen, pakte hij haar kin en dwong haar om hem aan te kijken.

‘Het spijt me dat je het moeilijk hebt vandaag’, fluisterde hij. ‘Weet je wat? Als jij eens gaat kijken of je e-mail hebt. Misschien heb je zin om wat te surfen of om naar muziek te luisteren. Ik maak het hier nog even af en dan kom ik bij je zitten. Dat duurt maar een paar minuutjes. De rest van de middag en avond is lekker voor ons tweetjes.

‘Ik moet eerst kijken of ik nu ook medicijnen in moet nemen’, antwoordde Katy.

‘Dat hoeft niet, daar kijk ik wel naar’.

Een paar minuten later kwam Tom de woonkamer binnen. Hij droeg een dienblad met alles erop wat ze nodig hadden. Katy zat op haar favoriete plekje op de bank en keek naar de eekhoorns in de tuin. Tom was verbaasd dat ze radio of de televisie niet aangezet had. Hij vroeg er niet naar. Maar het was wel raar. Katy had het liefste de hele dag geluid om zich heen. Ze nam zelfs een transistorradio mee naar buiten als ze in de tuin ging werken.

‘De hutspot is over een paar minuten klaar, schatje. Neem jij eerst je medicijnen maar in’, zei hij en zette een kop thee en een geroosterde boterham bij haar neer. Katy ging rechtop zitten en pakte de medicijnen aan die Tom haar voorhield.

‘Dank je wel, liefje’.

‘Graag gedaan’, antwoordde Tom en gaf haar een glas water aan. Tom wachtte geduldig tot ze medicijnen had ingenomen. Toen het glas leeg was, gaf ze het hem terug.

‘Dank je’, zei ze nogmaals.


Tom draaide zich weer naar het dienblad waar hij het lege glas omruilde met zijn beker koffie. ‘Graag gedaan, schatje’. Hij ging in zijn stoel zitten en maakte het zich gemakkelijk.

Ze praatten een poosje over koetjes en kalfjes. Tom wist niet zeker of Katy wel wilde praten. Hij kon wel zien dat ze het moeilijk had vandaag. Hij wilde op dit moment niet aandringen, maar hij was ook niet van plan het niet te lang door te laten sudderen. Toen ze hem uiteindelijk vroeg hoe zijn dag geweest was, moest hij lachen. Hij zag weer iets van de oude Katy terug.

Tom legde uit over de autoproblemen van Wouter en dat hij geholpen had. Het autootje van Annie had het begeven. Hij had het opgegeven toen Annie ermee naar het winkelcentrum gereden was. Wouter was op dat moment aan het vissen. Het had niet lang geduurd voor het weer gemaakt was.

De verbinding tussen de versnellingspook en de versnellingsbak was kapot’, legde Tom uit.

‘Wouter was niet al te blij met Annie’, ging Tom verder. ‘Hij heeft haar gisteren nog gezegd dat hij dacht dat er iets aan de hand was en dat hij niet wilde dat ze met die auto zou gaan rijden. Vanochtend heeft hij nog gezegd dat ze moest wachten tot hij terug was van het vissen. Hij zou dan samen met haar boodschappen doen in zijn auto’.

‘Oh jeetje’, zei Katy met een verdrietige gezichtsuitdrukking. ‘Ik weet niet of ik dit allemaal wel wil horen’.

‘Tja’, zei Tom met een opgetrokken wenkbrauw. ‘ik denk dat Annie het vanavond ook niet leuk zal vinden’.

Tom vertelde verder dat Martin, Wouter en hij het uitgebreid besproken hebben toen ze aan het werk waren. Wouter had de smoor in op zijn vrouw. Tom vertelde ook dat het verder uitgebreid hebben gehad over andere vrouwen die zich niet weten te gedragen.

Wouter en Martin hadden veel interesse in het spelletje wat wij momenteel spelen. Tom nam een slok koffie en keek met een grijns naar Katy.

Katy kon alleen maar diep adem halen om haar commentaar voor zich te houden. Dat lukte niet. ‘Verdomme, Tom!’, barstte ze uit… Tom en Katy bleven elkaar lange tijd aankijken. Toen brak er een glimlach door en vervolgens moesten ze hard lachen.

‘Goed zo, meisje’, lachte Tom. Op hetzelfde moment moest hij een kussen afweren dat op hem af gezeild kwam. Hij grijnsde en zette zijn koffiebeker weg.

‘Je taalgebruik mag dan verbeterd zijn… je bent nog even heetgebakerd als altijd!’ Tom stond op en liep op Katy af…

Met het kussen in de hand, keek Tom Katy met een duivelse glimlach aan. Hij gaf het kussen aan Katy. Schuif eens een eindje op, Katy. Ik kom naast je zitten. We moeten eens praten!’ Zijn stem klonk ernstig.

‘Hoezo? Je wilt alleen met mijn lichaam spelen’, grinnikte Katy.

‘Hmmm… ja dat ook’, lachte Tom.

‘Dus, wil je erbij komen zitten of er bij komen liggen?’, plaagde Katy.

‘We kunnen het liggend proberen. Wat vind jij?’, opperde Tom met een vragende gezichtsuitdrukking.

Katy schudde haar hoofd en stond langzaam op. Toen ze stevig genoeg op haar benen stond, draaide ze zich om en liep de kamer uit.

‘Ga maar lekker zitten, liefje. Ik ben zo terug’, riep ze over haar schouder.

‘Waar denk jij dat je naar toe gaat? Kom onmiddellijk terug’, riep Tom toen ze door de deur stapte. Hij kon haar in de kamer ernaast horen giechelen.

Tom ging zitten en deed zijn schoenen uit. Hij keek over zijn schouder of Katy al weer in aantocht was. Toen ze na een paar minuten nog niet terug was, stond hij op, en ging met de schoenen in zijn hand op zoek naar zijn vrouw.

‘Katy, waar ben je?’, riep hij. Toen hij door de bijkeuken liep, zag hij dat de wasdroger draaide, maar geen Katy te bekennen. Toen hij doorliep naar de keuken, kon hij zien dat er in de hutspot geroerd was, maar ook hier geen Katy. Tom schudde zijn hoofd en liep naar de slaapkamer.

‘Waar denk jij mee bezig te zijn, jongedame?’, vroeg Tom streng toen hij zag hoe ze de kleren van de vloer opraapte.

‘Ik moest plassen’, antwoordde Katy.

Tom liep naar de kast om zijn schoenen weg te zetten. Toen draaide hij zich om naar Katy en zette zijn handen in zijn zij. ‘En heb je dat al gedaan, jongedame?’

Katy keek op ven vroeg, ‘Wat gedaan?’

‘Plassen?’, zei Tom terwijl hij langzaam op haar afliep.

‘Ja natuurlijk. Ik ben al naar het toilet geweest. Ik dacht alleen dat ik het hier nog wel even op kon ruimen. Daarna was ik weer naar je toe gegaan’.

Tom schudde zijn hoofd en bleef met een vastberaden blik in ziojn ogen op haar aflopen.

‘Dat is één’, zei hij bars.

‘Oh, alsjeblieft. Stop daarmee’, smeekte Katy.

‘Waarmee stoppen, jongdame? Jou een flink pak op je blote billen geven?’, vroeg Tom terwijl hij op het bed ging zitten en zijn hand naar haar uitstrekte. Automatisch legde ze haar hand in de zijne en stapte gewillig naar voren toen hij haar naar zich toe trok. Ze bleven elkaar aankijken.

‘Ik wil geen pak op mijn billen. Alsjeblieft, niet doen’, smeekte Katy. ‘Het doet nog zo zeer’.

Tom grinnikte en zette Katy op zijn rechterknie. Hij pakte de kleren uit haar handen en liet ze op de grond vallen. Katy haalde diep adem en liet een langgerekte, ‘ohhh’, horen, toen hij haar voorover over zijn linkerknie trok. Haar bovenlichaam rustte op het bed.

Tom pakte de zoom van Katy’s nachthemd en trok deze omhoog zodat haar billen bloot kwamen te liggen. Hij klemde het onder zijn linkerarm en trok vervolgens haar bovenlichaam tegen zich aan. Automatisch zette hij zijn been over de hare.

‘Je kunt dan geen pak op je bips willen, jongedame, maar je hebt wel degelijk een verdiend’, zei Tom terwijl hij op haar zere billen begon te slaan. Na een stuk of twintig klappen begon hij zijn standje.

‘Heb je enig idee waarom je nu op je billen krijgt, Katy?’

‘Omdat jij vindt dat ik het verdiend heb, denk ik’, antwoordde Katy tezamen met een heleboel ohh’s en ahh’s.

‘Dat klopt. Ik vind dat je het verdiend hebt. Maar dat is niet het antwoord dat ik wil horen, jongedame’, zei Tom terwijl hij haar hard sloeg op de plek waar haar billen overgaan in haar benen. Zijn woorden bleven klinken, terwijl hij iedere vierkante centimeter van haar bips en bovenbenen rood sloeg.

‘Het spijt me, liefje. Kunnen we hier alsjeblieft mee op houden?’ huilde Katy met nog veel meer ohh’s en ahh’s.

‘Het spijt me schatje’, antwoordde hij terwijl hij haar hard op haar rechterbil sloeg.. en vervolgens op de linkerbil. “Je bent weer een spelletje aan het spelen. Ik was van plan te wachten, maar je laat me geen keus’.

Katy kon haar tranen niet langer bedwingen en begon te huilen. Tom bleef doorslaan en haar de waarheid vertellen. Toen hij vele minuten later stopte, waren haar billen donkerrood. Hij liet zijn hand er nog een poosje rusten.

‘Hoe gaat het met mijn meisje’, vroeg hij toen Katy een beetje gekalmeerd was.

‘Wel goed’, antwoordde ze met een snik.

‘Mooi zo’, zei Tom met een tik op haar bips. ‘Luister goed, jongedame. Ik wil dat je de paddel gaat halen die op het bed ligt. Tegenspreken betekent dat we weer vaan voor af aan beginnen, is dat duidelijk?’

‘Ja Tom’, zei Katy zachtjes.

Tom liet Katy tussen zijn benen staan. Hij hield haar handen langs haar zij en hield haar vast tot hij zeker wist dat ze rechtop zou blijven staan.

‘Niet wrijven, jongedame. Ga nu de paddel maar halen en breng deze hier’.

Katy kromp ineen en haalde diep adem. Maar ze zei geen woord. In plaats daarvan liep ze langzaam naar het bed om de gevreesde paddel te pakken. Met lood in de schoenen liep ze terug naar Tom.

‘Nee, schatje. Ik wil dat je de paddel op de stoel legt. Na het eten ga je op deze stoel zitten met de paddel in je handen. Je moet dan maar eens goed nadenken waarom ik je voor het eten een pak op je blote billen gegeven hebt en je nog een pak slaag met de paddel te wachten staat en waarom je nog een keer over de knie gaat voor we gaan slapen’.

‘Oh Tom, nee!’, riep Katy wanhopig.

‘Ja, Katy, ja!’, antwoordde Tom streng. ‘Vooruit, leg de paddel maar op de stoel. Dan gaan we eerst aan de hutspot’.

Katy bleef Tom lange tijd aankijken zonder te antwoorden. Tom gaf haar tijd om na te denken. Uiteindelijk haalde ze diep adem. Ze draaide zich om en legde de paddel op de stoel bij het raam. Toen ze zich weer naar Tom draaide pakte hij haar hand en trok haar dicht tegen zich aan.

Katy liet haar tranen de vrije loop. Hij wreef met zijn ene hand over haar rug en hield haar gezicht beet met de andere. Toen ze gekalmeerd was en haar tranen gedroogd, duwde hij haar kin omhoog en kuste haar voorzichtig op beide wangen.

‘Alles OK, schatje?’, vroeg hij zachtjes.

‘Ja hoor. Het gaat goed’, antwoordde ze met een smalle glimlach.

‘Mooi zo. Kom mee. We gaan aan de hutspot’, zei Tom terwijl hij haar hand pakte en haar meenam naar de keuken.

‘Ga je me nog vertellen hoe je dag verder vergaan is, liefje? Ik ben heel nieuwsgierig en maak me ook wel een beetje zorgen om Annie’.

‘Ik zal alles vertellen wat je wilt horen, schatje. En wat je zorgen over Annie betreft, ik heb liever dat je je bezighoudt met Katy. Wat vind je daarvan?’

Toen Katy hem aankeek en zijn opgetrokken wenkbrauw zag, wist ze dat het hem menens was. Ze haalde nog eens diep adem en zei, ‘Ja Tom, ik zal me bezighouden met Katy, zoals je wilt’.

‘Dat klinkt goed. Kom. Jij gaat aan de tafel zitten en ik zal voor ons beiden een bord hutspot opscheppen’, zei Tom toe ze de keuken inliepen.

‘Oh Tom’, klaagde Katy. Ze wisten beiden dat Katy liever niet ging zitten, zeker niet nadat ze net een stevig pak op haar bips had gehad.

‘Katy!’, antwoordde Tom streng.

En zo verstreek alweer een dag uit het leven van Tom en Katy, een alledaags ztel uit een alledaags dorp, ergens bij jou in de buurt.

Tom & Katy (23)

Katy legde haar pen neer en deed haar dagboek dicht. ‘Genoeg….’, dacht ze bij zichzelf terwijl haar hand nog steeds op het boek rustte. Ze schoof haar stoel naar achteren en stond langzaam op. Haar bips deed nog steeds zeer, vooral het plekje waar ze op zat. Katy trok een grimas en wreef over haar billen. ‘Oh’, kreunde ze terwijl ze haar billen zachtjes masseerde. Ze keek naar buiten. Haar oog viel op het bloemenperk. Haar gedachten dwaalden af. De planten waren beroofd van hun prachtige kleuren. Ze wilde de zomer terug. Langzaam maakte een triest gevoel zich van haar meester.

‘Houd daar mee op!’, corrigeerde Katy zichzelf, ‘voordat Tom weer met dat stomme spelletje aan komt lopen’.

Als het gelopen zou hebben, was ze gaan stampvoeten. In plaats daarvan zette ze een gemaakte glimlach op, schudde haar hoofd en richtte haar aandacht weer op haar bureau. Ze legde wat papieren recht en borg haar dagboek op de vaste plaats op, zodat Tom het makkelijk zou kunnen vinden. De wereld zou te klein zijn als hij het niet zou kunnen vinden. Katy grinnikte.

Ze keek op het beeldscherm van de computer. Ze overwoog even om wat tijd te nemen om de berichten op het forum te bekijken. Maar toen ze nogmaals over haar billen wreef, bedacht ze zich. Dat kon later nog wel. Misschien nadat ze de lunch klaargemaakt of nadat ze har middagdutje gedaan had.

Ze liep om het bureau heen om het raam dicht te doen. Terwijl ze het raam naar zich toe trok, wierp ze een blik op het terras. Ze zag Tom en Martin in de schaduw zitten. Ze glimlachte en bleef even naar hen kijken. Het was goed om te zien dat Tom het even rustig aan deed. Het had het veel te druk. Hij was altijd bezig, maar de meeste tijd was hij nog bezig om voor haar te zorgen.

‘Ik ben een geluksvogel, fluisterde ze, terwijl ze de mannen observeerde. Op een gegeven moment begonnen ze te lachen. Ze moest onwillekeurig mee lachen, al had ze geen idee wat er zo grappig was. Het deed haar goed om Tom te zien lachen. Hij had de mooiste lach van de hele wereld.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

‘Ik zal je eens wat zeggen, Martin. Zo te horen moeten Wouter en ik eens een keer met je om de tafel. We kunnen nog wat van je leren. De manier waarop jij het aanpakt lijkt veel meer effect te sorteren dan onze aanpak’, zei Tom toen ze een van de verhalen van Wouter nabeschouwden.

‘Stel je er maar niet al te veel bij voor, Tom. De laatste weken ben ik flink door de mangel gehaald. Het voelde alsof ik met hoge snelheid over een hobbelig zandpad aan het rijden was’. Beide mannen moesten hier hard om lachen. Toen ging Martin verder met zijn verhaal.

Nadat de auto ingepakt was, besloten Kim en Martin ’s avonds nog te vertrekken in plaats van te wachten tot de volgende ochtend. Beiden waren blij met de aankomende vakantie, die ten doel had hun relatie een nieuwe start te geven.

De eerste twintig kilometer verliepen goed. Ze babbelden er vrolijk op los. Maar niet te lang daarna begon kim op haar stoel heen en weer te schuiven. Het steeds in dezelfde houding op een paar zere billen moeten zitten, was erg onaangenaam. Er klonk steeds meer irritatie in haar stem door. Martin bleef rustig tegen haar praten in een poging haar te kalmeren. Hij zei dat ze zichzelf weer zonder reden zat op te fokken.

‘Dat was fout nummer één, Tom. Zeg nooit tegen een vrouw dat ze moet kalmeren terwijl ze lange autorit moet maken nadat ze kort daarvoor stevig op haar billen heeft gehad. Die dingen gaan niet samen, kan ik je vertellen’, zei Martin met opgetrokken wenkbrauwen. Tom en Martin bulderden van het lachen.

De volgende honderd kilometer van de reis van Kim en Martin werd een ware hel. Kim wilde dat Martin om zou keren en terug naar huis zou rijden. Het was onbespreekbaar dat ze zo lang in deze staat in de auto zou zitten. ‘Het doet verschrikkelijk zeer’, jammerde ze, ‘breng me naar huis!’. Maar Martin weigerde om om te draaien.

‘Nee’, antwoordde hij kalm. ‘We hebben een belangrijke missie. Deze vakantie zal ons de privacy geven die we nodig hebben. En als je nu niet op houdt te drammen, dan zet ik de auto stil en laat je voelen waarom het zo belangrijk is dat we er tussen uit gaan.

Kim werd woedend toen hij dat zei. Ze deed haar armen over elkaar en keek kilometerslang stuurs uit het zijraam. Ze weigerde antwoord te geven op de vragen die Martin haar stelde. Wel bleef ze onrustig in haar stoel heen en weer schuiven.

‘Ben je nog van plan om een plaspauze in te lassen?’, snauwde ze tegen Martin.

Martin zat gespannen achter het stuur. Toen Kim haar vraag stelde, leek het of hij wakker schrok.

‘Moet je plassen?’, vroeg hij.

‘Nee! Ik wil gewoon een paar minuten uit deze verdomde auto’, barste ze uit.

‘Ok. Als ik me niet vergis, is even verderop een parkeerplaats. Over een paar minuten zullen we daar zijn. We kunnen dan even de benen strekken. Maar ik heb zo mijn twijfels of jij wel blij zult zijn met de wending die een en ander zal krijgen’.

Kim hoorde Martin alleen maar zeggen dat er een parkeerplaats in de buurt was waar ze haar benen kon strekken. Zoals altijd hoorde ze allen wat ze wilde horen.

Niet veel later reed de auto de parkeerplaats op. Hij legde zijn hand op de arm van Kim en zei, ‘Wacht hier tot ik je kom halen’. Hij trok de sleutels uit het contact. Kim was woest. Ze wilde eruit, maar de strenge toon van Martin zorgde ervoor dat ze besloot te doen wat hij zei.

Tot haar verrassing liep Martin niet direct naar haar kant van de auto. In plaats daarvan liep hij naar de achterkant van de auto en deed de kofferbak open. Omdat ze niet wist wat Martin aan het doen was, raakte haar geduld op. Ze opende het portier en stapte uit.

‘Had ik niet gezegd dat je in de auto op me moest wachten?’, zei Martin streng.

‘Dat kan me niks schelen. Ik moet er gewoon uit. Je speelt een spelletje met me, Martin. Ik wil dat je daar mee ophoudt’, zei ze terwijl zich omdraaide en wegliep.

‘Je hebt het er zelf naar gemaakt, schatje’, zei hij terwijl hij zijn hand uitstak. Kim stopte om te kijken wat hij in zijn hand had.

‘En wat denk je daar in vredesnaam mee te doen?’, vroeg ze cynisch.

‘Ik stel voor dat je daar naar de toiletten gaat om deze aan te trekken’, zei hij bars.

‘Geen denken aan’, snauwde ze.

Martin sloeg de kofferbak met een klap dicht en beende naar Kim. Ze bleven elkaar aankijken. Martin pakte haar bij haar arm en drukte het roze jurkje in haar rechterhand. Bovenop het jurkje lag een rode string die ze nog nooit eerder gezien had. Kim staarde er vol ongeloof naar.

‘Je denkt toch zeker niet dat ik dat aantrek?’, beet ze hem toe.

‘Dat denk ik wel degelijk. Je hebt precies vijf minuten om dat te doen en geen seconde langer’, zei Martin terwijl hij naar het toiletgebouw wees. ‘Je tijd gaat nu in’, voegde hij eraan toe terwijl hij in de richting van het gebouwtje draaide en haar met een klets op haar billen in beweging zette.

‘Verdomme Martin’, zei Kim.

‘Je maakt het er zo niet beter op, meisje’, zei Martin streng. ‘En je verspilt je tijd. Hoe langer het duurt, hoe meer je op je billen krijgt’.

Kim draaide zich vol ongeloof om. De tranen sprongen in haar ogen. ‘Nee!’, gilde ze.

Martin sloeg zijn armen over elkaar. ‘Je hebt me wel gehoord. Het pak slaag wat ik je eerder gegeven heb, was kennelijk niet voldoende. Daar ga ik zo wat aan doen. En nu zou ik voortmaken als ik jou was, anders leg ik je nu direct over de knie voor een voorproefje van wat je straks nog te wachten staat’.

Kim stampte met haar voet om de grond en draaide zich vervolgens om en rende naar het toiletgebouw. Ze was woedend. Dit kon niet waar zijn. Ze gooide het jurkje op de grond en liep naar een wasbak en waste haar gezicht met koud water. Nadat ze haar handen afgedroogd had, wreven haar handen automatisch over haar billen. Ze had zere billen van het eerdere pak slaag en de kilometerslange autorit. Hoe haalde hij het in zijn hoofd om haar weer over de knie te willen leggen.

‘Je kunt maar beter je tijd niet verdoen, schatje’, klonk zijn stem van buiten. ‘Als het moet, kom ik naar binnen om je een handje te helpen!’.

Kim huiverde. Ze wist niet waar Martin die nieuwe houding plotseling vandaan haalde, maar ze besloot het niet op de spits te drijven. Ze dacht dat als ze gehoorzaam mee zou werken, hij haar er misschien wel mee weg zou laten komen. ‘Alsjeblieft Kim’, mompelde ze tegen zichzelf, ‘gebruik alsjeblieft je vrouwelijke charmes. Dat heeft jarenlang gewerkt. Doe zoals Tineke gisteren gezegd heeft, wind hem om je vingertje’. Haar gedachten maakten overuren. Als ze zich niet vergiste waren ze kilometers van de bewoonde wereld verwijderd. Misschien kon ze Martin wel overhalen snel een hotelletje op te zoeken.

Kim deed haar nieuwe outfit aan en liep naar Martin. De koele avondwind streek langs haar benen en haar blote billen. Ze keek schichtig om zich heen of er andere mensen te zien waren. Maar er was niemand.

Zonder een woord te zeggen pakte Martin haar bij haar arm en nam haar mee naar een picknicktafel. Hij ging op een hoek van de tafel zitten en zette zijn linkervoet op het bankje. In een mum van tijd lag Kim over zijn linkerknie en kreeg een klinkend pak op haar bips. Niks geen vrouwelijk charmes, dacht ze terwijl Martin enthousiast zijn nieuw verworven vaardigheden demonstreerde.

Martin bleef Kim de waarheid zeggen terwijl hij haar op haar billen gaf. Kim draaide en kronkelde. Ze huilde en smeekte. Toen Martin het idee had dat hij tot haar doorgedrongen was, hielp hij haar overeind en liet haar voor hem staan. Hij pakte haar bij haar schouders en zei haar dat ze door zouden rijden naar de camping. Dat hij geen zin had om de hele weg ruziënd af te moeten leggen. Als er wederom gestopt moest worden, verzekerde hij, dan was dat om wederom de nodige aandacht aan haar brutale billen te besteden.


‘Het is helemaal aan jou, meisje. Het is een kleine moeite om de auto nog een keer langs de kant van de weg te zetten om met dat irritante gedrag van jou af te rekenen. Heb je dat goed begrepen?’, vroeg Martin streng. Hij veegde het haar uit haar gezicht en wreef even over haar rug.

Kim viel in de armen van Martin en huilde. Hij drukte haar stevig tegen zich aan en probeerde haar zo goed mogelijk te kalmeren. Toen hij haar uiteindelijk in zijn armen voelde ontspannen en er niet meer restte dan een incidentele snik, duwde hij haar kin omhoog om haar met tranen bedekte gezicht te zien. Hij veegde de tranen weg en streek haar haren een beetje in model.

‘Moet je nog plassen?’, vroeg hij.

‘Ja’, antwoordde ze. ‘Hoe weet je dat?’

‘Omdat je altijd nog moet plassen’, glimlachte hij. ‘Kom’, spoorde hij haar aan. ‘We moeten weer verder. We hebben nog zeker 200 kilometer te gaan.

‘Oh Martin’, het is onmogelijk nog 200 kilometer te moeten zitten. Het was de eerste honderd kilometer al niet te doen’, smeekte Kim. ‘Hoe moet dat nou?’

‘Tja, je zult het toch moeten leren. Dat je niet zo brutaal en veeleisend moet zijn. Je zult echt moeten leren dat we sàmen hard aan de slag moeten om ons huwelijk te redden. Ik weet dat je niet goed kunt zitten. Dat spijt me. Maar je hebt het helemaal aan jezelf te danken. Zie het maar als een verlengstuk van je straf. Net zoals in de hoek moeten staan. En nu moest je maar gaan plassen. Het is tijd om te gaan’, zei Martin streng.

De reis was onaangenaam voor Kim. Maar haar houding was 180 graden omgedraaid. Ze zat nog steeds onrustig in haar stoel te draaien. Maar het fitten richting Martin was afgelopen. Ze hield gewoon het gesprek gaande en negeerde Martin niet langer, zoals ze eerder deed.

Martin slaakte een zucht van verlichting toen ze in zijn richting schoof en haar hand op zijn knie legde. Ze had er niets meer over gezegd, maar ze toonde hem haar liefde. Als ze eens wist hoezeer ze hem daarmee opzond, dan had ze er vast een slaatje uit geslagen door hem te verleiden een hotelletje te nemen. Maar hij deelde deze gedachte niet met haar. In plaats daarvan beantwoordde hij haar gebaar op dezelfde wijze.

Even later reed Martin een afrit af om bij een McDrive wat eten te bestellen. Niet veel verder lag weer een parkeerplaats langs de snelweg. Hij reed erheen en parkeerde de auto. Toen hij de motor afzette dacht Kim dat ze in de auto zouden gaan eten. In plaats daarvan stapte Martin uit de auto, pakte de zak met eten en liep naar het portier van Kim.

‘Martin, je denkt toch niet dat ik zo gekleed uit ga stappen?’, zei ze.

‘Dat denk ik wel degelijk. Ik denk dat het goed is om je benen even te strekken en je niet op die stoel te hoeven zitten. De picknicktafel bij het toiletgebouw is niet ver lopen. Bovendien zijn er niet veel menden momenteel. Als je ophoud met tegenspreken en weer een pak op bips te verdienen, dan ben je daar voor iemand het ziet’.

Kim had wel in de gaten dat haar vrouwelijke charmes haar niet zouden helpen. Ze klom uit de auto en was blij dat ze zich had kunnen beheersen een nieuwe scene te veroorzaken. Martin was er eigenlijk van overtuigd dat Kim de kop weer in de nek zou gooien en hem zou dwingen haar opnieuw over de knie te leggen. Tot zijn verrassing deed ze dat niet. In plaats daarvan liep ze naar de tafel die Martin aangewezen had. Hij ging vlak achter haar lopen zodat niemand haar blote bips zou kunnen zien.

Tot hun aangename verrassing was het Big Mac menu best te eten. Toen ze het ophadden trok Martin haar tegen zich aan en gaf haar een dikke kus. Hij knuffelde haar minutenlang. Toen hij haar daarna aankeek zei hij met een glimlach, ‘Dank je wel dat je je zo goed hebt gedragen’.

Kim glimlachte. Ze sloeg haar armen om hem heen en gaf hem op haar beurt een dikke knuffel. ‘Graag gedaan. Ik kan soms onuitstaanbaar zijn. Maar ik doe mijn best, liefje. Echt waar’.

Martin moest lachen. ‘Dat weet ik, schatje en daarom houd ik ook zo veel van je’.


~~~~~~~~~~~~~

‘Die Martin is een aardige vent’, dacht Katy bij zichzelf toen ze beide mannen op het terras zag zitten.

Het leek erop dat Tom en hij de laatste maanden dikke vrienden geworden waren. Toen ze aan zijn vrouw, Kim, dacht werd ze een stuk minder enthousiast. Ze besloot deze gedachten echter te laten varen. ‘Kim is er te vaak de oorzaak van geweest dat ik een pak op mijn billen heb gekregen’, dacht Kim.

Ze stapte bij het raam vandaan en liep naar de keuken. Het was weer bijna tijd voor haar medicijnen en ze moest met het eten aan de gang. ‘Als ik wat meer maak, kan Martin mooi met ons mee-eten’, dacht ze. Ze stopte even in de bijkeuken. De wasdroger was klaar met het programma. Ze vouwde de droge kleren op en deed een nieuwe lading van de wasmachine in de droger. Er lag nog genoeg was om de wasmachine nog een keer te vullen.

De lunch was snel klaar. Het was niet zoveel werk. Ze had eerder op de dag al een pan soep gemaakt. Ze smeerde een stapel broodjes en liep naar het terras om bij Tom en Martin te gaan zitten. Toen ze aan kwam lopen moesten de heren al weer hard lachen. Het leken net een paar pubers die schuine moppen aan het uitwisselen waren. Als Katy had geweten dat Martin uitgebreid aan het vertellen was hoe hij Kim aan het inwijden was in de spanking wereld, dan zou ze zich omgedraaid hebben en beschaamd weggelopen zijn.

‘Dag Martin’, zei Katy terwijl ze naast Tom ging staan. ‘Heb je zin om een hapje met ons mee te eten? Ik zag jullie zitten dus ik heb wat extra klaargemaakt. Is Kim thuis? Misschien kan ze er ook bij komen zitten’.

‘Dat is een goed idee, Katy’, zei Tom terwijl zij een arm om haar middel sloeg en haar op haar billen sloeg. Het gebeurde puur uit gewoonte. Katy haalde verrast diep adem. Ze legde haar linkerarm op de schouder van Tom om haar evenwicht te bewaren omdat ze zich opnieuw bewust werd van de staat waarin haar billen zich momenteel bevonden.

‘Ik geloof dat Kim zou gaan lunchen met een paar vriendinnen’, antwoordde Martin.

‘Wil je haar even bellen om het zeker te weten?’, vroeg Tom. ‘En we accepteren geen nee als antwoord, of Kim nu wel of niet kan’.

‘Nou goed dan. Je hebt me overtuigd. Ik zal haar even bellen, dan weet ik het zeker. Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat ik haar laat zitten. Daar heeft ze een gloeiende hekel aan, weet je. Ze gooit me regelmatig voor mijn voeten dat ik nooit naar haar luister’, legde Martin uit. Hij keek een beetje pijnlijk. Ze glimlachten alle drie begripvol.

‘Ga je gang, De telefoon staat in de keuken’, zei Katy. Martin stond op en liep voor Katy en Tom uit naar het huis.

Katy pakte de twee blikjes en zette de tafel recht en liep richting achterdeur. Tom zag het aan en glimlachte. Hij bedacht zich dat hij een gelukkig man was met zo’n pracht van een vrouw. Ze zorgde altijd goed voor hem. Tegelijkertijd bedacht hij zich dat hij haar goed in de gaten moest houden om te voorkomen dat ze gaan overdrijven.


‘He, jij daar’, zei Tom en hield Katy tegen om haar zijn armen te nemen’.

‘Wat he jij daar’, plaagde Katy. Ze gaven elkaar een kus.

‘Leuk dat je Martin hebt gevraagd om met ons mee te eten, schatje’, zei Tom toen hij zijn handen over haar lichaam liet gaan. Bij haar billen aangekomen, kneep hij met beide handen toe. Katy gaf geen kik, maar Tom kon zien dat ze haar adem inhield.

‘Vraagje, meisje… en ik wil dat je goed nadenkt voor je antwoord geeft’, zei Tom.

‘OK, ik zal mijn best doen’, antwoordde Katy. ‘Heb ik wat misdaan?’

‘Zeg jij het maar. En denk goed na voor je antwoord’, zei Tom nogmaals. Zijn rechter wenkbrauw ging omhoog en hij vroeg, ‘Heb je vandaag iets gedaan waardoor de paddle in actie moet komen?’

Katy keek hem verward aan.

‘Haar gedachten draaiden op volle toeren. Ze liet alle details die ze maar kon bedenken de revue passeren. ‘Verdomme!’, floepte eruit voor ze het in de gaten had. ‘Je hebt het gehoord, is het niet?’. Op hetzelfde moment drukte ze haar gezicht tegen zijn borst en kneep haar ogen dicht.

Tom drukte haar stevig tegen zich aan. Hij rook haar haren en glimlachte. Toen gaf hij haar een kus bovenop haar hoofd. ‘Om je de waarheid te zeggen, Katy… ja, ik heb je gehoord. Het was puur toeval, maar desalniettemin weet je heel goed wat dat betekend, zeker als je daar de uitbarsting en ons gesprek van gisteravond bij optelt?’

‘Oh Tom, het spijt me verschrikkelijk’, fluisterde Katy. Ze durfde hem niet aan te kijken. Daarvoor schaamde ze zich te zeer.

Tom liet haar los. Hij pakte haar kin en duwde die omhoog zodat ze hem aankeek terwijl hij tegen haar sprak.

‘Nu moet je eens goed naar me luisteren. Ik wil dat je jezelf geen verwijten maakt, of ik geef je hier en nu een stevig pak op je blote billen. Het kan me niet schelen of Martin op bezoek is of niet. Je hebt momenteel een paar nare gewoontes. Daar gaan we samen mee aan de slag. Denk even na voor je iets zegt en er bovenop springt, OK?’, vroeg hij streng.

‘Ja Tom’, antwoordde Katy verdrietig. Tom boog zich voorover en gaf haar een kus.

‘Vertel dan maar eens. Weet je nog wat de consequenties zijn van een dergelijk taalgebruik?’

‘Ik ben bang van wel’, antwoordde Katy.

‘Mooi. We zullen het afhandelen nadat Martin vertrokken is en voordat je gaat rusten’, zei Tom. Hij liet geen ruimte voor onderhandelingen. ‘Kom, we gaan naar binnen voordat Martin komt kijken waar we blijven’. Tom stak uitnodigend zijn hand uit.

Katy trok een grimas bij het horen van de haar aangezegde straf. Haar billen en bovenbenen deden toch al zo zeer. Haar maag trok samen. Katy dacht hoe zeer het wel niet zou doen als Tom klaar met haar zou zijn. Ze zei niets, maar zuchtte diep. Toen legde ze haar hand in die van Tom. Samen liepen ze naar binnen.

Martin legde net de telefoon neer toen ze binnen kwamen. Hij zag er wat verhit uit, maar zei niets meer dan dat Kim niet mee zou eten.

‘Jammer, maar misschien een andere keer’, zei Tom.

Terwijl de heren hun handen gingen wassen, zette Katy de soep op tafel. De tafel had ze eerder al gedekt. Toen Martin en Tom terugkwamen, vroeg Katy of Tom de speo op wilde scheppen, terwijl zij wat te drinken ging pakken.

‘Fijn dat ik mee mag eten, Katy’, zei Martin terwijl ze van de soep genoten. ‘het ziet er goed uit allemaal en die prachtige roos op tafel maakt het helemaal af’.

Katy bloosde. Die heeft Tom gister voor me meegebracht. Hij is mooi, he?’

Martin keek naar Tom. ‘Goede zet. Moet ik ook snel eens doen’, zei hij.

‘Oh ja, Martin, dat doe ik altijd wanneer ik Katy wil laten weten dat ik haar mis of dat ik aan haar denk. Het geeft soms uitdrukking aan gevoelens die ik moeilijk kan verwoorden, omdat ik verbaal niet zo sterk ben’, zei Tom. ‘Het is zelfs mijn favoriete manier om haar te laten weten dat ik van haar houd, zeker als we het even moeilijk hebben op dezelfde golflengte te komen’.

Katy kreeg weer een kleur. Ze had geen idee of Martin begreep wat Tom eigenlijk wou zeggen.

‘Maar meestal weet je heel goed de juiste woorden te vinden’, grijnsde Katy.

Ze moesten alle drie hard lachen.

‘Ik heb nog een stuk chocoladetaart als iemand daar zin in heeft’, zei Katy terwijl ze opstond en de borden begon te verzamelen. Het was Tom zijn lievelingskostje, dus hij zei ja. Ook Martin wilde wel eens tukje, hoewel hij behoorlijk vol zat. Maar een stukje taart kon er nog wel bij.

De heren praatten over koetjes en kalfjes terwijl Katy de tafel afruimde.

‘Katy’, Tom draaide zich om en vroeg, ‘Heb je je medicijnen al ingenomen?’

‘Eh, ik heb ze wel klaargelegd, maar ik heb ze nog niet ingenomen’. Katy Liep onmiddellijk naar het aanrecht om ze in te nemen. Ondertussen vervloekte ze zichzelf dat ze het weer vergeten was. Tom zou er later ook vast nog wel op terugkomen.

De telefoon ging.

‘Hallo’, antwoordde Katy. ‘Ha Wouter… ja hij is thuis… komt ie…’ Ze draaide zich naar Tom. ‘Het is voor jou, liefje’. Ze gaf de draadloze telefoon aan Tom en ging weer aan het werk. Door wat te gaan doen, leidde ze haar gedachten af van de paddel, die Tom straks ongetwijfeld in zijn hand zou hebben.

‘Hey maatje. Hoe is het?’, zei Tom. ‘Natuurlijk. Geen probleem… Waar moet ik ze ophalen?’ Er viel een korte pauze. Tom luisterde. ‘Ja, dat doe ik. Martin is hier momenteel. Misschien dat ik hem wel even meeneem. Hij heft me allemaal interessante verhalen verteld. Net iets voor jou’. Weer viel er een korte pauze. ‘Ja, dat heb je goed geraden…. OK… Mocht het problemen opleveren, dan bel ik je wel. Heb je jouw mobieltje of die van Annie bij je? OK… tot straks’. Tom drukte de telefoon uit en legde hem op de tafel.

Martin heft problemen met zijn auto. Hij vraagt me of ik een paar onderdelen wil brengen. Heb je zin om een ritje te maken of heb je al andere plannen, Martin?’, vroeg Tom.

‘Ik had een afspraak bij de tandarts maar die is op het laatste moment afgezegd. De tandarts had er een paar spoedgevallen tussendoor gekregen. Dus ik ben vanmiddag vrij. Dus ja, ik wil wel even met je mee. Het is ook leuk om Wouter weer even te zien’, zei Martin en stond op om zijn gebakschoteltje op tafel te zetten.

‘Het was verrukkelijk Katy’, zei hij, ‘bedankt voor alles’.

‘Graag gedaan, Martin’, zei Katy met een glimlach. ‘Kom snel weer eens met Kim langs waaien’.

Tom zette zijn schoteltje ook op het aanrecht. ‘Dank je wel, schatje, het was heerlijk. Ik heb er van genoten’. Hij boog zich naar haar toe en gaf haar een kus.

‘Als jij je jas eens gaat halen, Martin? Ik moet nog wat gereedschap inladen en nog wat kleine dingetjes regelen. Als ik klaar ben, kom ik je oppikken’, zei Tom.

“Prima. Ik moet nog een paar telefoontjes plegen en Kim een briefje geven.’Ik zie je straks’, zei Martin en draaide zich om, om te vertrekken. ‘Nogmaals bedankt voor de lunch, Katy’.

‘Graag gedaan’, antwoordde ze. Daarna werd het stil. Tom en Katy hoorden de achterdeur dichtslaan.

Tom hielp Katy de laatste dingen opruimen. Geen van beiden zei iets. Toen alles klaar was, wenkte Tom Katy bij zich. Katy keek naar zijn grote hand. Vervolgens keek ze Tom in de ogen. Ze stonden verdrietig en teleurgesteld. Ook zei voelde zich verdrietig en teleurgesteld. En nog steeds zei geen van beiden iets. In plaats daarvan legde Katy haar hand in die van Tom. Samen liepen ze naar de slaapkamer.

‘Moet je nog plassen, schatje?’, vroeg Tom.

‘Ja, liefje, ik moet nog plassen’, antwoordde Katy. Hij gebaarde dat ze dat dan maar moest doen.

‘Als je daar dan toch bent, schatje, doe dan meteen een T-shirt aan. Ik wil dat je de rest van de middag rust neemt. Je slaapt altijd een stuk beter als je weinig kleren aan hebt. Bovendien zal het een stuk lekker aanvoelen zonder broekje’.

Er werd niet gesproken tot Katy terug was uit de badkamer. Tom zat op het bed. De paddel lag aan zijn rechterkant. Zonder te treuzelen liep Katy naar hem toe. Hij stak zijn rechterhand uit om haar over zijn knie te helpen. Toen ze goed lag begon hij met zijn rechterhand over haar billen te wrijven. Er waren nog blauwe plekken zichtbaar en aan de reactie van Katy te zien, was het nog erg gevoelig.

 
‘Geef me je rechterhand, schatje’, zei Tom. Ze stak haar hand naar achter, kneep haar ogen dicht en haalde diep adem.

‘Kun je misschien vertellen waarom je zo ligt en wat er staat te gebeuren?”, vroeg Tom streng.

‘Ik lig hier omdat ik gevloekt heb, waardoor ik een pak op mijn billen verdiend heb’, antwoordde Katy. Het huilen stond haar nader dan het lachen. Maar ze was vast besloten haar straf onder ogen te zien.

‘Is er misschien nog iets wat afgehandeld moet worden?’, vroeg Tom.

Katy kromp ineen. Haar maag draaide om, ondanks haar dappere pogingen zichzelf onder controle te houden. ‘Ik neem aan dat je het over mijn medicijnen hebt, liefje. Ik was echt wel van plan om ze in te nemen. Ik had ze niet voor niets klaargelegd’.

‘Ik twijfel er niet aan dat je van plan was om ze in te nemen. Maar ik twijfel er ook niet aan dat daar niets van terecht gekomen was als ik er niet over begonnen was. Het blijft een probleem. En toch is het dit het allerbelangrijkste wat je op een dag moet doen.

‘Ja Tom’, snikte ze. De tranen liepen over haar gezicht. Tom gaf haar een paar zachte tikjes. Hij vond dit net zo akelig als zij.

‘Katy, ik wil dat je je volledig focust op alles wat met je gezondheid te maken heft. Dat is heel belangrijk. We gaan momenteel door een kritische fase die geen ruimte laat voor slordigheden’, foeterde Tom.

‘Het spijt me liefje’, snikte Katy.

‘Ik weet dat je er spijt van hebt, Katy, maar dat is niet voldoende’, zei Tom terwijl hij haar met de hand op haar billen begon te slaan. ‘Als het nodig is dat ik je voortdurend op je billen moet geven om je bij de les te houden, dan is dat maar zo’. Hij hield zich verder stil om zich om de klappen te concentreren. Zodra haar billen scharlaken rood waren stopte hij en zette haar rechtop tussen zijn benen en pakte haar handen. Hij wilde niet dat ze de pijn weg zou wrijven en gaf haar af en toe een nieuwe klets.

‘Ik wil dat je nu in de hoek gaat staan. Ik weet dat we dit normaal gesproken nooit doen, maar als het werkt, dan is het mij veel waard. Ik wil dat je je blijft focussen op je gezondheid’. Tom ging staan en bracht haar naar de hoek van de kamer. Hij zij haar dat ze haar T-shirt op moest tillen zodat haar billen zichtbaar waren. Katy huilde nog steeds. Maar ze zei nog steeds niets. Tom had het idee dat ze het zichzelf erg kwalijk nam.

Hij deed een stap achteruit en liet zijn hand door zijn haar glijden. Zijn eerste aandrang was om haar in zijn armen te nemen en haar dicht tegen zich aan te drukken. Hij vond het verschrikkelijk om haar te horen huilen. Het was hartverscheurend. Hij schudde echter zijn hoofd en hield zichzelf tegen. ‘Katy weet dondersgoed waar ze mee bezig is’, hield hij zichzelf voor, ‘en ze weet ook dondersgoed wat er gebeurd als ze er een rommeltje van maakt’.

Tom bleef zichzelf streng toespreken terwijl hij Katy een kwartier in de hoek liet staan. Ze moest hem straks maar eens komen uitleggen vanwaar haar taalgebruik, zeker als je in ogenschouw neemt dat ze daarvoor gisteravond nog met de paddel onder handen genomen was.

Katy was een hoopje ellende. Haar bips en bovenbenen stonden in brand. Ze kon maar niet ophouden met huilen. Ze was boos op zichzelf. Ze maakte zich weinig zorgen dat ze nog meer op haar billen zou krijgen. Niet dat ze nog een pak slaag wilde, maar de grootste horde die ze moest nemen terwijl ze in de hoek stond, was te erkennen dat ze Tom alweer teleurgesteld had.

‘Kom eens even hier’, zei Tom zachtjes.

Katy draaide zich om en zag Tom aan de andere kant van der slaapkamer. Hij zat op de stoel voor het raam. Verward, liep ze langzaam naar hem toe. Haar benen voelden alsof ze van rubber waren. Het voelde alsof ze er zo doorheen kon zakken. Toen ze bij hem was, stak hij zijn linkerhand uit. Ze legde haar rechterhand in de zijne.

Tom hielp haar op zijn schoot. Hij trok haar dicht tegen zich aan. En Katy deed haar armen om Ton heen en legde haar hoofd op zijn schouder. Ze had nog steeds geen controle over haar tranen en huilde in de armen van Tom.

Tom wreef over haar rug. Toen Katy langzaam de controle over zichzelf kreeg, pakte Tom haar gezicht in zijn beide handen. Met zijn duimen veegde hij haar tranen weg. Hij gaf haar voorzichtig een kus op haar wang. Ze bestudeerden de pijn van de ander. Op zulke momenten voelden Tom en Katy hun liefde groeien, door deze pijn en deze ervaring.

‘Vergeef me alsjeblieft’, fluisterde Katy. ‘Ik begrijp dondersgoed hoe het ervoor staat. Ik hoop dat je het nu niet opgeeft. Ik weet echt heel goed wat me te doen staat. Ik zal mijn taalgebruik verbeteren. Wat mijn medicijnen betreft, wil ik heel graag een beetje op jou leunen. Ik zal mijn stinkende best doen, maar ik weet niet of ik het wel allemaal gedaan krijg’.

‘Dat weet ik toch’, zei Tom met een flauwe glimlach. ‘Dat maakt ook niet uit. Ik zal je helpen waar ik kan. Dat weet je toch’.

‘Ja, dat weet ik wel’, glimlachte Katy.

Ze kusten elkaar. Tom drukte zijn vrouw dicht tegen zich aan. Geen van beiden zei iets. Woorden waren overbodig. In plaats daarvan hadden ze de aandacht van elkaar nodig en het lichamelijk contact.

En zo verstreek een ochtend in het leven van Martin en Kim, Wouter en Annie en Tom en Katy, drie alledaagse stellen uit een alledaags dorp, ergens bij jou in de buurt.

Tom & Katy (22)

Dinsdagochtend ging de wekker van Martin om half zes af. Als hij moest werken was dit zijn normale tijd om op te staan. Kim kreunde als gewoonlijk en draaide van het geluid weg. Martin strekte zijn arm en drukte de wekker uit. Toen het geluid opgehouden was, rekte hij zich uitgebreid uit. Hij probeerde zich voor de geest te halen hoe zijn dag eruit zag. Toen reikte hij naar Kim en liet zijn hand door haar haren glijden. Hij draaide zijn hoofd en keek in de richting van zijn vrouw, Hij kon haar nauwelijks zien, zo donker was het nog. Hij glimlachte toen hij terugdacht aan de geweldige vrijpartij die ze een paar uur eerder gehad hadden. Hij draaide op zijn zij en ging in de lepeltjeshouding tegen haar aanliggen. Hij sloeg zijn arm om haar heen.

‘Goedemorgen, schatje’, fluisterde hij in haar oor. Er klonk een onverstaanbaar gemurmel uit het lichaam wat hij tegen zich aan drukte. Martin wist dat dit het beste was wat ze het komende uur uit kon brengen. Met een brede grijns gaf hij Kim een kus op haar schouder, gaf haar een tikje op haar billen en stapte het bed uit.

Martin had weinig last van de duisternis. Hij kende de weg naar de badkamer blindelings vinden. Onderweg raakte zijn voet iets zachts. Hij pakte het op en nam het mee naar de badkamer. Daar aangekomen knipte hij het licht aan en zag hij dat het het nachthemdje van Kim was. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht. Hij hing het nachthemd op het haakje aan de deur. Martin nam een douche, schoor zich en kleedde zich aan. Al die tijd was hij met zijn gedachten bij het nachthemdje en diens eigenares.

Martin werkte ’s ochtends altijd dezelfde routine af. Hij zette koffie en maakte een ontbijtje klaar. Vervolgens las hij de krant onder het genot van een broodje en een kop koffie. Voor de tweede ochtend achtereen schonk hij ook voor Kim een kop koffie in. Hij legde zijn bordje in de gootsteen en de krant netjes opgevouwen op de keukentafel. Vervolgens liep hij met twee koppen koffie naar de slaapkamer.

Kim lag zoals gewoonlijk in het midden van het bed. Ze lag op haar buik en omhelsde haar kussen. Martin vond het een mooi gezicht om te zien. Hij grijnsde toen hij bedacht dat ze helemaal naakt onder het dekbed lag. Voor de tweede nacht achtereen had kim zonder T-shirt of nachthemd liggen slapen. Martin dacht dat hij haar die avond moest laten weten hoe gelukkig hij momenteel was. Hopelijk maakte ze er een gewoonte van om bloot te gaan slapen.

Hij zette de koffie op het nachtkastje en kroop voorzichtig op zijn vrouw af. Hij gaf haar net als de vorige ochtend een kus op haar schouder en op haar wang.  

Kim glimlachte en deed langzaam haar ogen open. Ze rekte zich kreunend uit.

‘Ik hoopte al dat je niet zou vergeten vanochtend nog even binnen te lopen’, zei ze met een slaperige stem.

‘En,… hoe voel je je vanmorgen?’, vroeg Martin. Zijn rechterhand gleed over zijn schouder en masseerde de spieren van haar nek.

‘Mmmm… het is goed met me, hoor. en het is lekker wat je nu doet’.

Martin bleef haar nog een poosje met beide handen masseren. Toen ging zijn hand omlaag en klopte op haar bips. ‘Genoeg. De koffie wordt koud. Ga eens zitten, wil je?’, zei hij.

Kim rekte zich nog een keer uit en kwam voorzichtig overeind, terwijl Martin haar de koffie aangaf. Toen ze de beker aanpakte, kreunde ze.

‘Oh, liefje, het is nog veel te vroeg om wakker te worden. Vindt je ook niet?’, vroeg ze met een smekende blik. Voor Martin antwoord kon geven, kreunde ze nog een keer.

‘Dat wil ik wel geloven’, grinnikte Martin. ‘Volgens mij heb ik je vannacht behoorlijk uitgewoond.

‘Dat heb je inderdaad!’, pruilde Kim. ‘Dank je voor de koffie. Het is een lekker bakkie’. Martin vond het nu een heerlijkheid als Kim iets tegen hem zei. Voorheen werden er om deze tijd van de dag alleen cynische opmerkingen gemaakt.

‘Graag gedaan’, antwoordde hij.

Hun gesprek ging nog even door. Toen ze de koffie op hadden, was het voor Martin tijd om naar het werk te gaan. Ze hadden beiden een druk programma. Martin op zijn werk en Kim met werk voor de vereniging en het voorbereiden van de vakantie.

Martin gaf Kim een kus voor hij vertrok en zei, ‘Ik hou van je, schatje. Zul je lief zijn vandaag?’

Hij pakte de koffiebekers en liep naar de deur.

‘Martin, wat gebeurt er als ik vandaag niet lief ben?’, vroeg Kim plagend.

‘Dan denk ik dat er vanavond geen goodgirl spanking in zit voor je’, antwoordde hij al even plagend.

‘Ach, maak dat je op je werk komt, jij!’, zei Kim terwijl ze een kussen in zijn richting gooide. ‘ik wil helemaal niet een pak op mijn billen! Mijn bips moet nodig een paar dagen ontzien worden om te herstellen’.

‘Tja, je kunt wel geen pak op je billen willen, schatje, maar die beslissingen neem ik tegenwoordig, is het niet?’, zei Martin. Er zeilde nog een kussen in zijn richting. Hij maakte een afkeurend geluid. Dit soort gedrag staat juist garant voor een flink pak op je billen, jongedame. Het is helemaal aan jou of het een goodgirl spanking wordt of een pak op je billen voor straf. is het nodig dat ik je het verschil nog eens een keer ga uitleggen?’, vroeg Martin met opgetrokken wenkbrauwen.

‘Ach, maak dat je wegkomt, bruut’, riep Kim met een pruillip.

‘OK. Ik hou van je’, zei Martin. Hij draaide zich om en was weg.

Kim trok haar knieën op tot haar borst en legde haar armen er om heen. Ze haalde diep adem en blies langzaam uit. Ze hoorde Martins auto starten en hem de oprit afrijden. Ze wenste dat ze hem daarnet niet geplaagd was. Ze voelde zich alleen. Ze miste hem en hij was nog maar net weg.

‘Dat klinkt alsof ik vanavond weer een flink pak op mijn blote billen krijg’, dacht Kim bij zichzelf terwijl ze weer ging liggen. Ze trok het bekbed tot haar kin omhoog. Ze deed haar handen naar achteren en wreef voorzichtig over haar bips. Het was nog behoorlijk gevoelig, al deed het niet zo zeer als ze Martin die ochtend had doen willen geloven.

‘Wat is er toch met me vanochtend’, zei ze hardop. Ze ging op haar buik liggen en deed een poging om weer in slaap te vallen. Een uur later besloot ze op te staan. Ze nam een douche en voelde zich meteen weer een ander mens. Tegen de tijd dat ze zich aangekleed had, haar haar en make-up gedaan had, zag de dag er weer wat aangenamer uit, maar niet veel. Ze liep naar de keuken, maakte een ontbijtje en schonk een verse kop koffie in.

Kim lummelde wat in huis rond tot de ochtend half verstreken was en ze nog niets van haar werk gedaan had. De gedachte aan Martin en zijn laatste woorden bleven haar bezig houden tot ze de telefoon pakte om hem op zijn werk te bellen. Dat deed ze anders nooit. toen ze Martin aan de lijn kreeg, klonk hij bezorgd.

‘Dag liefste’, antwoordde Martin. ‘Is er wat aan de hand?’

‘Oh Martin’, snikte Kim. ‘Ik bel even om mijn excuses aan te bieden  voor mijn reactie van vanochtend’. Ze snikte nog een keer.

Er klonk gegrinnik aan de andere kant van de lijn. Dit kwam vooral omdat Martin opgelucht was dat er niets ernstigs aan de hand was. Nog voor hij kon antwoorden, ging Kim verder, ‘Je mag met niet uitlachen, Martin. Ik heb het er moeilijk mee’.

‘Rustig nou maar, schatje. Ik plaagde je alleen maar omdat je mij ook aan het plagen was. Zullen we bij ‘Het wapen van Almere’ afspreken om één uur? Dan lunchen we samen. Dan hebben we het er over. Ik denk dat je je daarna wel beter zult voelen. Bovendien heb ik jou ook erg gemist vanmorgen. We hebben al in geen tijden samen gelunched. wat zeg je ervan?’

‘Oh, Martin’, zei Kim en begon te huilen.

‘Het is al goed, schatje. Ik ben niet boos op je. Ik hou van je. Ga alsjeblieft met me lunchen’, vroeg Martin nogmaals.

‘Dat kan niet, liefste. Ik heb vandaag nog niets gedaan. Ik heb helemaal geen tijd om te gaan lunchen’.

‘Ben je aangekleed?’, vroeg Martin.

‘Ja, dat is het enige wat ik vanmorgen gedaan heb. Verder niets’, antwoordde ze snikkend.

‘Het is al goed. ik zal je straks wel helpen. Hier is mijn voorstel. Ik verwacht je om één uur in ‘het Wapen’, ok? Laat me nu niet zitten’.

‘Oh, goed dan’, antwoordde Kim. ‘Ik zal er zijn’.

‘Oh, en schatje?’, vroeg Martin voor hij ophing.

‘Ja?’

‘Stop alsjeblieft met huilen. Je zou een lief meisje zijn, weet je nog? Ik hou van je’.

‘Ik hou ook van jou’, zei Kim met een laatste snik.

Martin voelde zich goed toen hij opgehangen had. Kim belde hem nooit als ze ergens mee zat of niet lekker in haar vel zat. ‘Tom en Wouter zij geprezen!’, grinnikte hij hardop. “Anders zou ik niet weten hoe ik momenten als deze met Kim om zou moeten gaan’.

Toen hij op zijn horloge keek, zag Martin dat hij nog drie kwartier tijd had tot hij met kim afgesproken had. Hij pakte de telefoon en vroeg zijn management assistente zo snel mogelijk naar zijn kantoor te komen. Martin was in staat om alles voor half één te regelen. Daarna gaf hij zijn assistente de laatste informatie die ze nodig had. Hij legde nog een paar papieren in zijn koffertje en deed deze voorzichtig dicht.

‘Ik ben maandag over twee weken terug. Mocht er zich iets voor doen dan kunnen jullie mij mobiel bereiken, maar probeer dat tot het uiterste te beperken’, zei Martin glimlachend terwijl hij zijn assistente een stapel papieren overhandigde. ‘Hier is een lijst met dossiers die ik met me mee neem. Ik zal eraan werken als ik weg ben. Als ik terug ben, kunnen we meteen van start met het project. Heb je nog vragen’, vroeg hij.

Om één uur wachtte Martin geduldig buiten ‘het Wapen van Almere’. Hij twijfelde er niet aan dat kim een paar minuten te laat zou zijn. Hij wist dat ze moeilijk met zichzelf had, dus hij besloot geduldig op haar te wachten, in plaats van boos te worden omdat ze te laat was of omdat ze hem niet kon vinden.

Tien over één kwam Kim opdagen. Ze zag dat Martin buiten op haar stond te wachten en begon zich meteen te verontschuldigen. ‘Het spijt me liefje. Ik had nooit af moeten spreken. Nu moest je je ook nog haasten. Mijn hele dag…’

Martin kalmeerde haar door zijn armen om haar middel heen te slaan. ‘Het is al goed, schatje. Het is al goed. Rustig nu maar’. Kim was een brok zenuwen. Hij voelde dat aan haar lichaam. ‘Laat me je even vasthouden. Alles is in orde’. Hij gaf haar een dikke knuffel. ‘Hm, je ruikt lekker, schatje’.

‘Oh, Martin’, zei Kim terwijl de tranen over haar gezicht liepen. Ze verborg haar gezicht op zijn schouder.

‘He, wat is er nou?’, vroeg hij vriendelijk, terwijl hij zijn hand over haar rug liet glijden. ‘er is toch helemaal geen reden om zo opgefokt te raken?’

Even was het helemaal stil. Zijn hand bleef over haar rug wrijven. Hij gaf haar een kusje op haar voorhoofd. ‘Ik hou van je’, fluisterde hij.

‘Ik hou ook van jou’. Kim keek hem aan en zei, ‘ik weet niet of ik wel trek heb, liefje. Ik kan misschien maar beter naar huis gaan’.

‘Wat heb je dan voor ontbijt gehad, liefje?’, vroeg Martin.

‘Een broodje’, antwoordde ze.

‘Hoeveel broodjes’, vroeg hij door.

‘Dat weet ik niet meer’.

‘Jij gaat gewoon met mij lunchen, jongedame. Je hebt je kennelijk druk gemaakt om niets en nu verwaarloos je je gezondheid ook nog eens. Volgens mij ben je aan het solliciteren naar een flink pak op je blote billen, is het niet?’, zei Martin streng.

Kim kromp ineen. ‘Nee Martin. Ik wil geen pak op mijn billen’.

‘Dan stel ik voor, dat je jezelf herpakt, meisje en met mij naar binnen gaat voor een uitgebreide lunch met je allerliefste echtgenoot. Ik ben toch je allerliefste echtgenoot?’, vroeg hij met een opgetrokken wenkbrauw.

Kim keek hem aan en kneep haar ogen dicht. Toen ze deze weer open deed, zei ze, ‘Oh Martin. Houd daar mee op’. Hij lachte en gaf haar een knipoog. Toen moesten ze beiden lachen.

‘Kom. Laten we wat gaan eten. Het was druk op de zaak en ik ben compleet uitgehongerd’, zei Martin toen hij Kim naar binnen leidde.

Martin bestelde een lichte lunch voor hen beiden. Hij vroeg Kim niet wat ze wilde eten. Hij had zich voorgenomen vandaag de beslissingen te nemen, zoals Kim spoedig zou ervaren. De lunch was gezellig en Kim begon al snel te ontspannen. Toen de ober de theeglazen nog een er gevuld had, reikte Martin over de tafel en pakte de handen van Kim.

“Ik heb mijn werk op het kantoor afgerond. Er zijn nog een paar kleine dingetjes die ik moet doen, maar verder ben ik er de hele dag voor jou. Nadat je me overstuur gebeld had vanochtend, heb ik ook maar de vrijheid genomen om Tineke te bellen. Ze heeft alles onder controle binnen de vereniging’, zei Martin.

Kim wilde er tegen ingaan, maar Martin schudde zijn hoofd.

‘Ik zeg je wat, schatje. Ik wil dat je naar me luistert’, zei Martin. Hij wachtte even tot hij zeker wist dat Kim niet zou beginnen te protesteren. ‘Goed zo’, zei hij toen het stil bleef ook al had kim een verwarde uitdrukking op haar gezicht.

‘Je hebt je vanochtend in de nesten gewerkt, jongedame. Niet vanwege de plagerijtjes over en weer. Je hebt je in de nesten gewerkt omdat je een lijst zou opstellen wat er allemaal schort aan onze relatie’. Martin wachtte even om te kijken of Kim er wat tegenin zou brengen. Maar ze zei niets. Er verscheen onmiddellijk een diepe rimpel in haar voorhoofd.

‘Welnu. Hier volgt het programma voor de rest van de middag. Ik moet nog een paar klusjes doen, maar ik zal daar niet zo lang mee bezig zijn. Jij gaat onmiddellijk naar huis. Je stopt niet onderweg. je komt niet in de buurt van een pin automaat. Als je thuis bent trek je je roze jurkje aan. Weet je nog, het jurkje wat ik een beetje aangepast heb?’ Martin wachtte op een antwoord.

‘Ja, Martin’, fluisterde Kim met een trieste gezichtsuitdrukking.

‘Mooi zo. Dan begrijpen we elkaar. Nadat je het jurkje aangedaan hebt, wil ik dat je mijn stoel in het midden van de kamer zet en zelf in de hoek gaat staan. Is dat duidelijk?’, vroeg Martin.

‘Ja Martin’, antwoordde Kim.

‘Ik stel voor dat jij vanmiddag eens heel goed na gaat denken. Zodra ik thuis ben, zullen we samen je lijst opstellen om mee te nemen naar de camping. Later vanmiddag zal ik je helpen met inpakken. Als het niet te laat wordt, vertrekken we vanmiddag misschien nog wel. Anders gaan we morgen zoals we eerder van plan waren’. Martin zweeg. Hij keek Kim aan.

‘Ik zal je vanmiddag als ik thuiskom een pak op je billen geven. Laten we zeggen dat dit bedoeld is om alle spanning die je hebt te laten verdwijnen. Wat de lijst met punten betreft, die gaan we pas afrekenen als we op de camping zijn’. Martin trok de rechterhand naar zijn mond en gaf haar een kus op haar vingers. ‘Ik hou van je. Ik hou heel veel van je. Het komt wel goed met ons, Kim. Het komt allemaal wel goed’, voegde hij er met een glimlach aan toe,

Het gesprek was afgelopen. Martin en kim verlieten het restaurant. Nadat hij Kim naar haar auto gebracht had, gaf hij haar een kus en stuurde haar naar huis. Hij zou zijn klussen afronden en daarna naar huis komen.

Kim was één brik zenuwen tegen de tijd dat ze thuis was en zich hulde in de vermaledijde roze jurk. Ze had hier een gloeiende hekel aan. ‘Hoe heb ik me toch zo in de nesten kunnen werken?’, vroeg ze zich af terwijl ze in de hoek van de kamer stond. Telkens als ze dacht aan het pak slaag wat haar stond te wachten, trok haar maag samen. ‘Zelfs mijn lichaam laat me in de steek’, beklaagde Kim zichzelf. Ze leunde met haar voorhoofd in de hoek en liet haar tranen de vrije loop.

Martin kwam twintig minuten nadat Kim in de hoek was gaan staan de kamer binnen. Hij glimlachte toen hij de stoel zag staan. De glimlach werd nog breder toen hij Kim in de hoek zag staan.

‘Goed zo, meisje’, zei Martin. Maar hij riep haar nog niet bij zich. Hij ging eerst naar de slaapkamer om zich te verkleden. Kim hoorde het geluid van plastic zakken met boodschappen. Ze vroeg zich af wat hij gekocht had.

Toen Martin terug kwam in de keuken ging hij op de stoel zitten. Hij haalde een paar keer diep adem bestudeerde zijn vrouw in de hoek een aantal minuten. Uiteindelijk zei hij haar bij hem te komen. Kim draaide zich om en ging naast hem staan. Hij zette haar op zijn knie.

‘Je hebt weer staan huilen, schatje. Vertel eens hoe dit deze keer kwam?’, vroeg hij teder.

‘Oh Martin. Ik baal ervan dat ik telkens zulke domme dingen doe. Het lijkt wel of ik mezelf niet meer onder controle heb’, antwoordde Kim.

‘Liefje, om te beginnen, ben je niet dom. Ik moet wel toegeven dat je de laatste tijd jezelf niet helemaal bent. Maar daar gaan we mee aan de slag.  Ik zal geduld met je hebben en je helpen waar ik kan. We komen hier wel overheen. Je zult het wel zien. En je zult ook zien dat je je dan een stuk beter zult voelen. ‘Martin trok haar tegen zich aan en gaf haar een dikke knuffel.

‘Tot voor kort heb ik me nooit gerealiseerd, Kim, hoeveel ik van je hou. Het spijt me dat het zolang geduurd heeft voor ik mezelf voor je geopend heb. Geloof me als ik zeg, dat ik ieder dag ontzettend veel van je zal houden, voor zolang ik leef. Soms zal dit betekenen dat ik je een pak op je bips moet geven. Ik zal je geen pak slaag geven om je pijn te doen. Ik geef je op je billen om je te helpen en om ervoor te zorgen dat onze relatie goed blijft. Laat me je dit vragen: begrijp je waarom ik je straks een pak op je billen ga geven?’, vroeg hij.

Kim’s hart begon sneller te slaan. Haar schouders schokten op en neer. ‘Je gaat me een pak op mijn bips geven omdat ik mezelf vandaag zo opgefokt heb dat ik in paniek geraakt ben’.

‘Precies, schatje. Maar ik wil dat je weet, dat ik niet zo hard zal slaan als ik gedaan zou hebben als ik je bij thuiskomst zo aangetroffen zou hebben. Ik vind het heel goed dat je me gebeld hebt. Je hebt me te hulp geroepen. Ik kan je niet zeggen hoeveel het voor me betekent dat je op mij terugvalt, liefste’. Martin gaf haar een kus op haar voorhoofd.

‘En wat dat pak slaag betreft, natuurlijk doet dat zeer. Dat is ook de bedoeling van billenkoek. De stress die je opgebouwd hebt moet eruit en de enige manier die ik weet om dat te bereiken, is door middel van een flink pak op je billen. Begrijp je wat ik je wil zeggen?’

Kim knikte ja. Er liep een traan over haar gezicht. Martin voelde haar lichaam heen en weer schokken.

‘Mooi zo. Laten we dan maar beginnen’, zei Martin en hij legde Kim over zijn linkerknie. Hij legde haar goed en zette vervolgens zijn rechterbeen over haar onderbenen. Hij vroeg haar om haar rechterhand naar achteren doen, zodat hij deze op haar rug kon houden en trok haar stevig tegen zich aan.

Er werden verder geen woorden vuil gemaakt en het pak slaag begon. Martin leverde geen half werk toen hij begon te slaan. Zijn rechterhand ging voortvarend te werk. De blote billen warden in korte tijd vuurrood. Kim lag zoals gebruikelijk te kronkelen om de klappen te ontwijken. Maar het hielp haar geen zier. Martin hield haar stevig in bedwang en ze kon geen kant op.

De emoties van Kim gingen van verzet naar boosheid en ten slotte naar overgave. Toch heeft het zes tot acht minuten geduurd tot het zover was. Martin begon zich al af te vragen of de bips van Kim het zou winnen van zijn hand. Maar Martin won en Kim gaf zich uiteindelijk over. Toen stopte ook het pak slaag.

Wouter wreef over haar rug en luisterde naar haar huilen. Hij had liever een goodgirl spanking gegeven dan dit. Maar dat zou het probleem niet opgelost hebben. ‘Het zit er gelukkig op’, dacht hij bij zichzelf en trok Kim in zijn armen. Ze bleef een hele tijd huilen. En hij drukte haar zo stevig mogelijk tegen zich aan en probeerde haar te kalmeren. Toen het snikken afnam, droeg hij haar naar de slaapkamer, legde haar op bed en stopte haar in. Hij ging achter haar liggen, in de lepeltjeshouding, net zoals een avond eerder. Het duurde niet lang voor Kim in slaap viel. Martin lag te rusten. Hij viel niet in slaap. Zijn hoofd was nog teveel bij de vakantietrip die ze gingen maken.

Toen Kim wakker werd, lag ze alleen in bed. Ze stond op om te kijken waar Martin gebleven was. Ze trof hem aan in de studeerkamer.

‘Dag liefste’, zei hij glimlachend. Toen hij zijn armen spreidde, liep Kim naar hem toe.

‘Ben je nog boos op me’, vroeg Kim.

‘Schatje, ik ben helemaal niet boos. En ik was ook niet boos toen ik je een pak op je bips gaf. Ik vond het niet leuk dat je jezelf zo opgefokt had. Maar dat is nu weer over. Ik denk dat dit het grote voordeel is van huiselijke discipline. Vergeven en vergeten is onlosmakelijk verbonden met een pak op de billen.

Martin trok Kim dicht tegen zich aan. Ze kusten elkaar gepassioneerd. Kim voelde dat ze niet meer in de knoop zat. De glimlach was weer terug op haar gezicht. De glimlach die Martin zo graag zag.

De rest van de middag verliep zoals Martin in het restaurant geschetst had. Ze gingen er samen uitgebreid voor zitten. Ze stelden een lijst op met punten die tot irritatie en frustratie leidde in hun relatie. Zowel Martin als Kim probeerden hun eigen aandeel hierin zo eerlijk mogelijk onder ogen te zien.

‘Oh, Martin’, zei Kim toen ze besloten hadden dat de lijst af was. ‘Het spijt me zo. Je hebt helemaal gelijk. We hadden het hier al veel eerder over moeten hebben’.

‘Het ligt net zo goed aan mij, hoor schatje. Een relatie is de verantwoordelijkheid voor beiden’, antwoordde Martin. Hij vouwde het papier op en gaf het aan Kim. ‘Zou je dit in mijn koffertje willen doen? Het ligt op mijn bureau’.

Kim stond op en deed wat hij gevraagd had. Ze wreef over haar zere billen. Toen ze zich omdraaide om de kamer uit te lopen, riep Martin haar.

‘Schatje’, zei hij .Het

Kim draaide zich om. ‘Wat is er Martin’, vroeg ze.

‘Ja mag je weer verkleden’, zei hij met een glimlach.

‘Dank je wel’, zei ze ze voor ze kamer uitliep.

De rest van de middag waren ze druk met inpakken voor de twee weken vakantie. Uiteindelijk zat alles in de auto. In eerste instantie hadden ze besloten nog thuis te slapen en de volgende ochtend vroeg op pad te gaan. Toen de laatste spullen in de auto zaten, stapte Martin de woonkamer binnen.

‘Wat dacht je ervan, meisje? Zullen we maar vast op pad gaan? Als we moe worden kunnen we een hotelletje nemen. Wat zeg je?”

‘Goed, liefje. Ik vind het niet erg om nu al weg te gaan. Het betekent dat ik ook niet meer hoef te koken en de afwas te doen’. Daar moesten ze beiden hard om lachen. Een paar minuten waren ze onderweg.

EN zo verliep een dag uit het leven van Martin en Kim, een alledaags stel uit het leven van Tom en Katy, ook al een alledaags stel uit een alledaags dorp, ergens vlakbij jouw alledaagse huis.