Karina’s avonturen (3)

Het is vrijdagmiddag half zes. Inmiddels is iedereen naar huis. Weekend vieren. Behalve ikzelf en Rob.

Met mijn koffertje en wat papieren been ik zonder te kloppen zijn kamer binnen om vervolgens het koffertje op zijn bureau te kwakken en de (door mij vervalste) papieren onder zijn neus te duwen. ‘Wat is dit?’, vraag ik. ‘Denk je dat ik dit onderteken en hier de verantwoording voor wil nemen?’ Met fonkelende vuurspuwende ogen (hier ben ik heel goed in) kijk ik hem aan. ‘Wat zou mevrouw van der Linde van de boekhouding hier van vinden? Deze cijfers kloppen niet, dit is gewoon fraude! Zal ik dit maandag maar aan haar overlaten? En dan gelijk vertellen wat ik je hoorde mompelen toen ze hier de laatste keer wegging? “Enge heks” was het niet?? En dan ook maar gelijk vertellen hoe de vork in de steel zit met jou en onze collega Nicole?’ Geschrokken kijk je op, verwarring en ongeloof in je ogen die hard worden als je jezelf herpakt. ‘Karina., ben jij nou helemaal gek geworden hoe durf je mij zo…’ begin je maar stopt wanneer mijn blik zich in de jouwe blijft boren. Je staart terug en kijk me onverschrokken aan. ‘Wat denk je nou Karina, dat ik jou niet door heb? Dat ik niet weet dat je al weken om me heen zit te draaien in de hoop iets te krijgen wat niet bij jouw functieomschrijving hoort? Denk je nou echt dat Nicole mij niet heeft verteld wat er is gebeurd tussen jullie op die zondagmorgen? Denk je dat ik op jouw chantage inga? Dat er ook maar iemand in dit bedrijf die flauwekul van die vervalste papieren zal geloven?’

Je kijkt me aan om te zien wat deze woorden met mij doen. Ik voel langzaam maar zeker mijn vertrouwen wat weg zakken. Wat zou je nu doen? Ben ik mijn baan kwijt? Stuur je me weg? Ik probeer toch nog te reden wat er te redden valt: ‘Nee Rob, leuk geprobeerd. De aanval is de beste verdediging, maar hier kom je echt niet mee weg. Ik zal mevrouw Van der Linde precies vertellen hoe het zit met Nicole. Je weet dat ze bevriend zijn. Maar ik wil best nadenken over een andere oplossing hoor.’, speel ik met een zelfverzekerde blik (die ik allang niet meer voel). Je staat op en loopt naar me toe. Je bent veel groter en als je vlak voor me staat, voel ik me toch wel een beetje geïntimideerd. Die dwingende ogen. Die knappe kop. Altijd in control. Die arrogante zelfverzekerdheid. Ik wil wat zeggen, maar je onderbreekt me nog voor ik een geluid kan maken. ‘Nee Karina, nu moet JIJ gewoon even luisteren. Je komt hier binnen. In mijn kantoor. Met een vervalst document. Een hele grote mond en het idee dat je mij kunt domineren. Welnu jongedame, dat gaat niet gebeuren. Wat gaat gebeuren, is dat jij je spullen pakt en deze mooie baan vaarwel zegt. En als je dit baantje koestert, dan heb ik nog wel een andere optie voor je.’ Je laat even een stilte vallen. Ik kijk een beetje wanhopig in het rond. Hopend op hulp. Mijn plannetje valt in duigen. Het laatste wat ik wil is mijn baan kwijtraken. Niet in het minst omdat ik dan ook Rob niet meer zal zien. Ik zie geen uitweg meer, behalve mee te geven met deze sterke man. Alles beter dan weggaan, schiet door mijn hoofd. Ik zeg een beetje timide; ‘Alsjeblieft Rob, het spijt me, ik ben te ver gegaan, Ik weet het. Sorry. Kun je me vergeven?’. Helaas kan ik geen gedachten lezen, anders zou ik kunnen weten dat Rob inwendig juicht bij deze overwinning en nu zijn kans schoon ziet om datgene te doen wat hij al heel lang in gedachten heeft.

Hij lijkt onbewogen als hij zegt; ‘Okay Karina, je mag blijven als je nu precies doet wat ik zeg. Loop maar naar mijn bureau. Met je gezicht naar het raam.” Ik gehoorzaam en sta met mijn rug naar Rob toe voor zijn bureau. ‘Trek je rok omhoog Karina. Langzaam. Tot over je billen en buk voorover.’, klinkt zijn stem streng. Niet bang, maar wel behoorlijk opgewonden gehoorzaam ik. Daar sta ik dan. Niet als degene die de lakens uitdeelt, maar als een stout meisje dat moet luisteren. Een meisje die straf gaat krijgen. Want dat is me inmiddels wel duidelijk … Rob geniet van de aanblik van zijn mooie personal assistant die langzaam haar rok omhoog schuift en haar in een sexy stringetje ontblote kontje aanbiedt.
Rob loopt naar haar toe en zegt; ‘Karina, je hebt de mooiste billen die ik ooit heb gezien. Maar daarnaast ben je met je gedrag nu veel te ver gegaan. Dat zal ik niet onbestraft laten meisje. Ik ga je een ouderwets pak voor je blote billen geven. Niemand gaat ons storen. Jij gaat voelen wat het betekent om zo ondeugend te zijn. Om me zo uit te dagen.’ Terwijl je dat zegt, glijden jouw handen verkennend over mijn zitvlak. Strelend, verkennend. Lekker. Ik voel de opwinding in mijn kruis. Ik weet dat ik vochtig ben. Heel nat zelfs en ben als de dood dat Rob dat merkt. Jammer genoeg glijdt zijn hand ook over mijn natte poesje en laat hij deze opzettelijk daar zitten. ‘Ik ben helemaal niet verbaasd Karina dat dit jou opwindt. Ik zal je een geheimpje vertellen: Het windt mij ook op!” en met die woorden kletst de eerste klap op mijn billen. Ik wil overeind komen maar je duwt me naar beneden op het bureaublad terwijl een enorme slagenregen op mijn billen terecht komt. Ik hap naar adem, maar besluit geen kik te geven. Te trots. Rob weet dit natuurlijk en gaat onverstoorbaar verder. Hij pauzeert alleen even als hij mijn stringetje helemaal naar beneden trekt. ‘Die geeft toch geen bescherming’ zegt hij met een glimlach om zijn lippen. Genietend van dit moment. Karina had eens moeten weten hoe lang hij al over deze situatie heeft gedroomd. Elke keer als zij met haar vrouwelijke vromen langs hem heen liep. Licht wiegend met haar heupen zodat haar welgevormde kontje als het ware smeekte om een pak slaag. Een pak billenkoek dat ze vandaag dus eindelijk krijgt.

Hij besluit dat het tijd wordt voor de volgende stap. Pakt me bij mijn pols en sleurt me naar het bankstel in de hoek van zijn kantoor. Hij gaat zitten en trekt me over zijn knie. Zijn hand verwijdert het stringetje van mijn benen en daar lig ik. Met natte poes, rode billen, helemaal machteloos over Rob’s schoot, die bovendien met zijn rechterbeen een klem zet waardoor ik helemaal weerloos ben. Hij kijkt geamuseerd hoe ik me tracht te verzetten, maar hij heeft me stevig vast. ‘Ik ga je zo hard op je blote billen geven dat je minstens drie dagen niet kunt zitten Karina. Dat je billen donkerblauw kleuren en alleen al de gedachte aan zitten pijn doet. We hebben alle tijd. Je mag snikken, smeken, huilen, janken … het maakt mij niet uit. Jij gaat straf krijgen meisje. Zoals je hebt verdiend. Zoals het kleine stoute meisje dat je bent. En heel misschien als je braaf bent dan krijg je een beloning.’ Ik hoor zijn woorden en alles in mij schreeuwt om me te verzetten. Want Karina hoort ‘in control’ te zijn. Karina hoort haar zin te krijgen. Maar Rob heeft me in zijn macht en het aangekondigde pak slaag start. Mijn verzet is na enkele minuten gebroken. Mijn billen waren al zo pijnlijk. Ik kan niet meer stil blijven en begin te snikken. Eerst rustig maar na enkele minuten laat ik helemaal los.

Eigenlijk voelt dit helemaal niet zo slecht. Ondanks de pijn in mijn billen. Ik voel een dominantie waar ik al jaren naar verlang. De dominantie van een sterke lieve man die om me geeft. Het voelt goed om los te laten en alle opgekropte emoties komen er nu uit. Rob kijkt liefdevol toe, omdat hij weet dat het goed is. Dat Karina dit nodig heeft. Dat hij stiekem al heel lang verliefd is op deze mooie meid. Deze lieve Karina, die niet alleen beeldschoon is, maar ook gedreven, betrokken, intelligent en heel creatief. Hij moet lachen als hij bedenkt dat het haar creativiteit is die hem in deze positie heeft gebracht. Hij besluit het pak slaag met een laatste serie van honderd hele harde snel achter elkaar gegeven kletsen. Ik lig nog na te snikken als hij al een tijd je is gestopt. Rob’s hand gaat weer tussen mijn benen en teder en liefdevol glijdt hij van mijn poesje naar mijn bilspleet. Door het vocht wordt nu ook mijn kontgaatje nat gemaakt. Een vinger glijdt daar naar binnen. Hij vingert beurtelings mijn beide gaatjes tot ik schokkend klaarkom. Rob laat mij rustig genieten en trekt mij daarna liefdevol op zijn schoot. Kussend en strelend. Troostend. Wiegend. Dan vinden zijn lippen mijn lippen. Mijn betraande wangen raken de zijne. Zijn mond opent zich en ik reageer. Onze tongen ontmoeten elkaar. We genieten van deze nieuwe intimiteit. Wat voelt dit goed. Het emotioneert jou ook. Zoals we daar in elkaar armen liggen. Op de bank. Ik zie het in je ogen. We huilen nu beiden zachtjes. Van geluk. We voelen elkaars innerlijk. De hunkering die er al zo lang zat. Die is omgezet in puur geluk. Iets mooiers kunnen we elkaar niet geven.

Karina’s avonturen (2)

Mijn nieuwe relatie met Nicole brengt veel plezier en genot in mijn leven. Maar ik wil meer. De relatie met mijn directeur Rob wordt steeds minder alleen maar een werkrelatie, maar groeit uit tot een persoonlijke betrokkenheid met wederzijds respect. Het is duidelijk dat wij elkaar goed liggen. We voelen een klik die ervoor zorgt dat we soms aan een half woord genoeg hebben. Ook is er veel humor tussen ons. Maar ook spanning. Beter gezegd; het voelt spannend. Slaat mijn fantasie op hol of betrap ik hem op stiekeme blikken naar mijn figuur. Naar mijn borsten en billen. Die ik altijd goed naar voren laat komen in de kleding die ik kies. Niet ordinair, maar vooral heel vrouwelijk. Ik ben trots op mijn figuur en dat mag hij zien. Soms zie ik iets in zijn ogen dat vraagt om meer? Hij is veel ouder dan ik ben (niet dat me dat iets uitmaakt) en heeft een gezin dus er is geen ruimte voor mij, maar als we elkaar in een ander leven hadden ontmoet, zouden we als twee hele sterke magneten aan elkaar geklikt zijn. Dat weet ik zeker! Hij heeft smaak, in zijn werkkamer hangen mooie reproducties van o.a. Ilja Repin (de Russische Rembrandt) en hij is muzikaal. Maar goed, ik ben dus wie ik ben en moest en zou hem toch op een of andere manier hebben! Zijn ‘dominantie’ maakte steeds meer strijdgevoelens bij me los en ik bedenk een plan om iets met die gevoelens te doen. Dit wordt erg glad ijs, realiseer ik me en kan me maar zo mijn baantje gaan kosten, maar dat zal me wat.

Ik bedacht dat ik aan het eind van een vrijdagmiddag als iedereen al naar huis was wel eens iets zou kunnen uitproberen. Ik zag het al voor me: Met mijn koffertje en wat papieren been ik zonder te kloppen zijn kamer binnen om vervolgens het koffertje op zijn bureau te kwakken en de (door mij vervalste) papieren onder zijn neus te duwen. ‘Wat is dit?’, vraag ik. ‘Denk je dat ik dit onderteken en hier de verantwoording voor wil nemen?’ Met fonkelende vuurspuwende ogen (hier ben ik heel goed in) kijk ik hem aan. ‘Wat zou mevrouw van der Linde van de boekhouding hier van vinden? Deze cijfers kloppen niet, dit is gewoon fraude! Zal ik dit maandag maar aan haar overlaten? En dan gelijk vertellen wat ik je hoorde mompelen toen ze hier de laatste keer wegging? “Enge heks” was het niet?? En dan ook maar gelijk vertellen hoe de vork in de steel zit met jou en onze collega Nicole?’ Geschrokken kijk je op, verwarring en ongeloof in je ogen die hard worden als je jezelf herpakt. Dat van die papieren snap je sowieso niet, maar het feit dat ik je dreig te verlinken bij mevrouw van der Linde en dat ik iets zou weten over jou en Nicole. Het is wel allemaal heel veel ineens. Toch begin je: ‘Karina, ben jij nou helemaal gek geworden hoe durf je mij zo…’ maar je stopt als mijn blik zich in de jouwe blijft boren. Je staart terug en vraagt je af waar mijn zelfvertrouwen vandaan komt voor deze aanval. Zou ik het werkelijk weten van Nicole … Je wordt onzeker en na een tijdje sla je je ogen neer. Ik kan wel juichen maar zeg ijzig kalm: ‘Je denkt toch niet dat je hier met deze houding mee weg gaat komen .. wel? Dat ik niet over bewijzen beschik van jouw geheime relatie met Nicole en de kinky spelletjes die jullie spelen?’ Ik zie dat je schrikt van mijn laatste opmerking en ga door: ‘Hier kom je niet zomaar van af in de vorm van mooie praatjes! Nee, meneer de directeur, jij gaat straf krijgen zoals ik dat wil en zoals jij dat al heel goed kent als ik de verhalen van Nicole zo hoor. Ja, je hoort het goed. Ik weet wat jij met Nicole doet en dat ga ik nu bij jou doen!’

Ik loop om het bureau heen naar je toe en beveel ‘Bukken jij! Over je eigen bureau zodat je dit nooit meer zult vergeten’. Ik grijp je in je nek en duw je gezicht op het blad. ‘Denk erom, je ondergaat gedwee alles wat ik met je ga doen anders zijn de gevolgen niet te overzien! Is dat DUIDELIJK?!’ De vraag blijft even hangen en ik wacht gespannen op het juiste antwoord. (hopend dat je toe zal geven) en Godzijdank! Dat komt: ‘ja Karina’ klinkt het gedwee. Geen ‘ben je nou helemaal bedonderd’ of ‘wie denk je wel dat je bent’ en gelukkig ook geen: “ja mevrouw” of nog erger: “ja meesteres” (ik haat dat!!!). Stilletjes triomferend dat ik je heb waar ik je hebben wil, zeg ik: ‘Goed zo, dat is verstandig van je! Blijf in deze houding en doe je broek naar beneden! En een beetje rap graag!’ Ik open mijn koffertje maar laat het zo staan dat je er niet in kan kijken. Vervolgens neem ik even de tijd om je te bekijken! Wow! Ik geniet echt van dit ogenblik! Netjes biedt de man die ik bewonder, op wie ik eigenlijk inmiddels ook heel verliefd ben, zijn mooie, strakke, blote kontje aan. Dit voelt zo goed! ‘Dit gaat geen spelletje worden, besef dat goed!’ bijt ik je toe. De eerste plotselinge slag met mijn blote hand veroorzaakt de schok waar ik van hou en ik barst los: laat een ware regen van slagen op je billen neerkomen, een korte onderbreking, en weer verder, maar ook handen die billen pakken, strelen, naar voren gaan, net niet ver genoeg, achterlangs kruipen richting… en dan plotseling weer een sterke dwingende hand in je nek en een meedogenloze reeks slagen met de pollepel die ik ondertussen uit het koffertje heb gepakt. De slagen doen je kronkelen hoewel je toch best wat aankunt.

Mijn onverbiddelijkheid weet ik te uiten in mijn slagen, je weet het, voelt het, je wilt het, maar het maakt je ook onzeker, bang! Hoever gaat ze, je kent me niet, maar voelt dat ik hard kan zijn, de pijn, heftig, en dan plotseling is het weer over… Handen die je strelen, je rug, je buik, je billen, je ballen stevig vast pakken, knijpen, en je dan ineens meedogenloos meesleuren naar de hoek van de kamer. ‘Handen op je hoofd, neus tegen de muur’ beveel ik je op strenge toon. Ik laat je daar staan en kijk opgewonden naar je paars aangelopen strakke billen, wil met mezelf spelen, je grijpen, verscheuren, maar weet me gelukkig in te houden. Je hoort een geluid van… nee! dit toch niet?!! Je wilt kijken maar weet dat de straf dan te erg zou zijn, je voelt me inmiddels goed aan, bent bijna mijn tweede helft geworden. Knappende geluiden van latex, een glibberige vinger tussen je billen, je schrikt, je adem stokt, ik geniet. ‘Nicole krijgt altijd een beloning van je als ze goed haar straf heeft ondergaan vertelde ze me. Die moet ze eerst verdienen en dat lukt haar eigenlijk altijd. Hoe is dat met jou? verdien jij je beloning al?’ Ik streel met mijn andere hand langs je nauwelijks half stijve piemel en geniet van dit feit. Je bent onzeker, bang, in verwarring, wilt niet falen omdat je trots bent maar ik ben sterker… ‘Nou? hoe zit het?’ vraag ik met een zwoele stem terwijl ik je ballen stevig omklem en een wijsvinger rond je gaatje laat cirkelen. ‘Heb jij al recht op een beloning of moet Karina het maar hierbij laten? Zeg het maar, de keuze is helemaal aan jou… moet ik stoppen?’, vraag ik op plagende toon. ‘Nee Karina’ klinkt het zachtjes. Ik antwoordt: ‘Vraag erom, vraag om je beloning’. En voorzichtig hoor ik je vragende stem: ‘Mag ik alsjeblieft mijn beloning Karina?’ Ik duw mijn vinger door, diep in je. Je schokt ik heb je ballen wreed vast, bijna te pijnlijk, op het randje, en vinger je met passie en vol vuur. Hier geniet ik zo erg van dat ik bijna zelf klaarkom! Ik laat je ballen los en pak je geslacht speel met je erectie, geniet van je verwarring, en voel hoe je bijna klaar gaat komen, en stop! ‘Vergeet het maar knulletje!!’ roep ik je toe.

Ik sleur je terug naar je bureau, naar jouw kant want ik wil dat je deze avond nooit meer vergeet als je hier zit te werken, en grijp mijn favoriet: de badborstel met de lange steel. De regen van slagen doet je kronkelen, snikken, kermen! en over is het weer. Handen strelen je lichaam, een kus op je hoofd, een hand weer onverbiddelijk in je nek, slagen, hard, liefkozingen, verwarring, emotie, pijn, veel pijn, en het snikken wordt erger, je vecht tegen wat je wil maar niet kunt. Ik voel je, ben bij je, diep, gooi de borstel weg, grijp je haren, trek je op schoot, je gezicht tegen mijn borsten als was je een kind, kus je in je volle haardos, grijp je hard bij je ballen, en begin je zachtjes en liefdevol te troosten. Je breekt, huilt, prachtig en intens. Ik streel, kus, voel het schokken van jouw lichaam door mijn lichaam, je diepe verdriet wat bovenkomt, een ontlading van zo diep, zo nodig, zo lief! Iets mooiers kan deze lieve man mij nooit kunnen geven.

Ik leun achterover mijmerend over mijn plannetje en besluit dit plannetje uit te gaan voeren.
Morgen!

Karina’s avonturen (1)

Hier het eerste deel van een serie verhalen geïnspireerd op een hele goede vriendin. Ze heet Karina en is een jongedame met veel passie en initiatief. Zelfbewust en zelfverzekerd. Naar zowel mannen als vrouwen. Hier volgt deel 1, geschreven vanuit haar beleving:

Inmiddels werk ik, Karina, al weer een tijdje op een kantoor als PA voor de directeur van een groot consultancybedrijf. Het is een tijdelijke functie maar tot dusver lijkt er nog geen einde aan te komen. De meeste collega’s zijn wel aardig maar niet meer dan dat. Behalve Nicole! Zij is een superleuke, vrolijke, ondeugende meid die op de boekhouding werkt samen met een oude nukkige dame (mevrouw van der Linde) die erg goed is in haar werk maar de schrik van het kantoor is. Samen met Nicole wandel ik in de pauze ons rondje en we kletsen over van alles. Ook over de directeur, Rob, een mooie man met charisma, rustig, dominant, dwingende ogen, en vooral een goed kontje! Zelf voer ik al vanaf dag 1 een non verbale strijd (wie slaat als eerste de ogen neer, en wie heeft het meeste overwicht) met Rob en voel me aan de winnende hand. Hij is een harde noot om te kraken, dat dan weer wel, maar ik ben gewend om te winnen en mijn zin te krijgen en dat geeft me een enorme zekerheid en dus ook die onoverwinnelijke kracht.

Zodra ik het over hem heb zie ik blosjes op haar wangen en haar antwoorden worden ineens erg vaag. Ik had dus algauw door dat er meer tussen Rob en Nicole was en wilde hier natuurlijk meer van weten. Op dinsdagen viel het me op dat Nicole onrustig was, en na werktijd bleef ze een beetje treuzelen. Meer had ik niet nodig en betrapte ze al gauw. De tortelduifjes namen iedere week een hotelkamertje in de buurt… ‘Ze doen maar’ dacht ik eerst. Maar Karina zou Karina niet zijn als ze het hierbij zou laten. Ik bedacht dat ik misschien wat mooie geluidsopnames kon maken als ik bij hun kamerdeur kon komen, die door een muziekstuk mixen, en vervolgens een keer als achtergrondmuziekje draaien in de directiekamer als we daar samen aan het werk zijn. Hem dan strak aankijken, de schrik in zijn ogen, de…. ik zag het helemaal voor me.

De eerstvolgende dinsdagnamiddag liep ik het hotel in met een koffertje en wat papieren en vroeg bij de receptie naar het kamernummer van de heer Rob van Santen omdat ik volgens afspraak even wat kwam afgeven. Zonder problemen kreeg ik wat ik nodig had en stond al gauw met mijn opname apparaatje bij de deur. ‘Verdorie! ik wist het! voelde het allang!!’ Maar wat ik hoorde, waren geen tortelduifjes … maar een jammerende Nicole die, zo te horen, een ongenadig pak billenkoek kreeg. Dit ging ik dus niet misbruiken voor een flauwe joke. Dit was veel te mooi, en de ideeën duikelden over elkaar heen…. Hier zijn hele andere dingen mogelijk, dacht ik ondeugend. Ik ben weggegaan zonder opnames maar opgewonden en met een hoofd vol gedachten.

Toeval bestaat wel degelijk! De zondag er op loop ik op het strand (ik woon op een steenworp afstand en ben er vaak) en wie zag ik daar lopen? Nicole! Nadat we elkaar begroet hadden, nodigde ik haar uit om bij mij een lekkere warme chocolademelk met een ‘pietsje’ rum te gaan drinken, en zogezegd zo gedaan. Nicole was erg onder de indruk van mijn huis (erfenis van mijn ouders) en alles wat erin staat. Piano, vleugel, andere instrumenten, opname studio, etc. maar nog het meest van mijn oosterse boudoir. Tapijten, leefkussens, warm, veel dieprood, goud, Barok, etc. Een harem is er niets bij! Al gauw lagen we een beetje loom van de kou en de rum lekker in de kussens te relaxen en te kletsen. De open haard hoog opgestookt en het werd snel warm in de kamer. Niet in de laatste plaats ook door de rum. Onze natte winterkleren hadden we al uitgedaan en als twee goede vriendinnen lagen we in ons ondergoed op de kussens. Lekker op ons gemak gezellig te kletsen. Ik had nog een extra drankje gemaakt en toen Nicole dat wilde pakken zag ik mijn kans schoon en gaf even een duwtje tegen haar elleboog waardoor ze een flinke scheut knoeide. ‘Hee, wat doe je nou’ vroeg ze verbaasd. ‘Wat doe ik?! jij knoeit, ik niet! lekker dankbaar hoor! ik nodig je uit en jij maakt er een zooitje van!’, antwoordde ik met felle stem. Met fonkelende ogen keek ik haar aan, voelde haar onzekerheid, en wist het: Karina gaat winnen. Nicole probeert nog: ‘Nee hoor jij stootte mij aan en…’ Ik onderbreek haar meteen: ‘Hou je mond! jij knoeit en jij gaat dit schoonmaken maar eerst krijg je straf’. Direct grijp ik haar vast en al gauw rolden we al vechtend door de kussens. Ze was een makkie (ik heb bruine band judo) en ik speelde een tijdje zoals een kat met een muis totdat ze uitgeput was. Ik klemde haar op haar buik tussen mijn benen en begon haar met mijn hand op haar onderbroekje te geven. Had allang gezien dat ze heerlijke stevige billen heeft. Zoals Nicole trouwens helemaal een mooie meid is om te zien. Mag er trouwens zelf ook wel zijn hoor. Net als Nicole een goed vrouwelijk figuur. Alleen iets slanker en veel sterker! Dus Nicole was echt machteloos terwijl ik haar zo vast had. ‘Stop stop, dit wil ik niet..’, riep ze een beetje panisch. Want dit had ze niet aan voelen komen van haar goede collega en vriendin. ‘En of jij dit wilt! Ik weet het van jou en Rob, maar nu ben je van mij’, klonk mijn antwoord terwijl ik nog steviger op die lekkere billen begon te slaan. ‘Karina stop! ik heb nog nooit met een vrouw…’ stamelt ze.

Onverbiddelijk ging ik door en haar weerstand brak, haar spieren verslapten, haar ademhaling werd zwaar en toen ik met een hand naar haar buik ging om haar slipje naar beneden te trekken, kwam ik daar die van haar al tegen om hetzelfde te doen. Heerlijke blote billen kwamen tevoorschijn. Mooi roze gekleurd en ik werd bijna gek van verlangen naar haar. Ik verstevig mijn greep en harde slagen geef ik nu. Op haar blote bips die steeds roder kleurt. Maar ook streelde ik haar tussendoor steeds intiemer, en al heel snel begint ze te schokken en te kreunen…. een daverend orgasme volgde. Zacht streel ik haar rug, billen, lange haren, en laat haar bijkomen. Na een tijdje klonk het gesmoord uit mijn schoot ‘ Karina, ik schaam me’.
Vertederd keek ik haar aan. ‘Nicole, kijk me eens aan’, zei ik. Nicole’s gezichtje nog rood van de opwinding en inspanning. Ze kijkt weg onder mijn blik: ‘Nee, dat durf ik niet’. Ik vraag haar: ‘Nicole, was dit lekker?’ Ze knikt van ja. Precies wat ik had gehoopt. ‘Nicole, ik vind het ook heel erg lekker en wil dit gevoel nog graag vasthouden. Ik wil niet dat het over is…jij wel? Nee toch?’ Ze kwam overeind, rood gezicht, verwarde haren, glanzende ogen, en kust me intens, en ineens waren we aan het vrijen, vol vuur en vol passie. Ze ging pas weg tot we beiden volledig voldaan en bevredigd waren. Dat duurde nog heel lang …

Karina komt thuis

Karina loopt een beetje rond in haar kantoor. Zij baalt nog van die vervelende zakenreis in Engeland. Kan eigenlijk niet goed begrijpen wat mis ging en overdenkt nog eens al haar stappen. Als jonge directeur van een groot bedrijf is zij wel wat gewend. Ze heeft altijd controle. Krijgt meestal haar zin. Haar looks helpen daar zeker aan mee. Prachtig slank figuur met rondingen die haar vrouwelijkheid accentueren. Beeldschoon gezichtje dat heel expressief kan zijn. Lang donker haar en mooie grote ogen die beurtelings onschuldig maar ook zeer dwingend kunnen kijken. Ze gaat zitten aan haar bureau als haar personal assistant de deur open doet. Een beetje verstoord kijkt zij op, want ze zit in gedachten nog bij de mislukte zakendeal. “Wat is er Anna? Je weet toch dat ik niet gestoord wil worden?” Anna kijkt snel weg, want zij kent de buien van haar cheffin. Sterker nog, ze heeft die ook al meermalen aan de lijve mogen ondervinden. Maar vrij gedecideerd antwoordt zij: “Er staat een heer aan de balie, ene Ted, die claimt jou persoonlijk te kennen en een dringende privé kwestie met jou wil bespreken. Hij was erg zeker van zijn zaak dat jij hem zou ontvangen, want hij meldde mij dat jij hier onmiddellijk tijd voor zult maken. Klopt dat? Wil je hem ontvangen of zal ik hem wegsturen?”

Verrast over deze uitleg schieten allerlei gedachten door Karina’s hoofd. “Ted? … dat is de man waar zij over fantaseert, de man uit haar dromen, de man waarvan zij vermoedt dat hij haar ontbrekende helft is, maar ook de man die zij na dagenlange mailwisselingen toch resoluut heeft afgewezen. Wat wil hij? Hoe durft hij hier te komen? Op haar werk nota bene? Zonder aankondiging. Met een arrogantie dat zij hem wel even zal ontvangen. Is hij gek geworden? Hij weet toch hoe druk zij is.” Ze voelt haar irritatie groeien. Ze wil net zeggen dat Ted niet welkom is, als achter Anna ineens een grote knappe man opduikt. Een man die zij kent van de foto’s. Een man met een uitstraling die geen afwijzing accepteert. Ze valt even stil. Iets dat haar zelden overkomt.

Ted laat echter wel van zich horen; “daar ben je Karina. Zeg maar aan Anna dat je het komende kwartier niet gestoord wilt worden. Want ik heb heel belangrijk nieuws voor je. Iets heel dringends dat niet kan wachten. Ik denk zelfs dat je de rest van de dag niet meer zult werken.” Ondertussen is hij doorgelopen naar het bureau van Karina en kijkt haar diep in haar ogen aan. “Dus?”, zegt hij. Karina is overdonderd en probeert haar gedachten te ordenen. Wat moet ze doen? Het is duidelijk dat Ted zich niet zo maar laat wegsturen. Ze kijkt Anna aan en zegt: “Anna, ga maar, ik moet dit inderdaad even doen.” Ted laat niet merken dat hij opgelucht is over deze reactie, want hij had eigenlijk meer tegenstand verwacht. Terwijl Anna de kamer verlaat, stapt Ted op Karina af. “Jij weet heel goed waarom ik hier ben.” Hij trekt haar omhoog uit haar stoel en pakt haar gezicht in zijn hand. Met zijn eigen gezicht heel dicht bij het hare maakt hij duidelijk wat zijn plan is. “Jij hebt een gedrag getoond dat je niet siert Karina. Dat op z’n zachts gezegd niet door de beugel kan. Een gedrag waarvoor ik je ga straffen. Op een manier waar je al heel lang van droomt. Op je blote billen ga ik je geven. Hard en lang. En daarom ga jij nu je secretaresse vertellen dat je met mij meegaat voor een dringende privé aangelegenheid die niet kan wachten en dat je de hele dag verder niet gestoord kunt worden. Kom op, pak die telefoon en doe wat ik zeg.”

Karina is overrompeld. Ze wil niet meewerken. Wie denkt hij wel dat hij is. “Ik kan niet zo maar weg. Wat denk je wel.”, klinkt het niet zo heel overtuigend uit haar mond. Ted kijkt haar aan en die blik voorspelt weinig goeds. “Het is aan jou lieve Karina. We kunnen ook hier blijven, maar over de knie ga jij en mijn hand zal langdurig en stevig op jouw blote bips kletsen. Ik denk dat jouw personeel zo’n incidentje wel kan waarderen. Of ga je toch maar gewoon mee?” Karina voelt zich schaakmat gezet. Het is duidelijk dat Ted meent wat hij zegt. De schaamte dat dit zou gebeuren in haar eigen kantoor. Ze ziet in dat ondanks haar toch niet geringe fysieke kracht en judo-achtergrond ze tegen deze man niet veel zal kunnen uitrichten. Ze zucht en besluit mee te geven. Want diep van binnen weet ze dat ze dit heeft uitgelokt. Dat deze man precies het recept heeft om haar uit haar depressie te trekken. Met beide benen op de grond te zetten. Te laten voelen dat het leven heel erg de moeite waard kan zijn. “Okay, okay, ik ga met je mee.” en ze belt Anna met de boodschap die Ted haar had gegeven.

Gezamenlijk lopen ze het kantoor uit en Karina stapt in Ted’s auto terwijl hij galant de deur voor haar open houdt. Hij stapt daarna zelf ook in en vraagt “zeg jij maar waar je heen wilt. Wordt het je atelier in Leiden of je huis aan de zee. Ik vind beide best als we maar even heel ongestoord ons ‘ding’ kunnen doen.” Karina zegt zachtjes “rijd maar naar mijn huis.” Ted stelt zijn navigatiesysteem in op Noordwijk, scrolt naar het adres en kijkt Karina vragend aan. Karina noemt het adres en Ted start de auto.
Tijdens de rit wordt weinig gesproken. Karina voelt haar spanning toenemen. Duizenden gedachten flitsen door haar hoofd. De verwarring neem hand over hand toe. Waarom doet ze dit? Wat is hij van plan? Waarom doet hij dit eigenlijk? Hij was er toch ook klaar mee? Niet dus, blijkbaar. Maar hij gaat mij straffen? Billenkoek? Hard en lang? Waarom zou ik hieraan meewerken. Hij moet zelf eens flink worden aangepakt. Wie denkt hij wel dat hij is? Arrogantie ten top om zo maar onaangekondigd op mijn werk te komen. Ik ben degene die kwaad moet worden. Ze kijkt naar Ted die rustig Noordwijk instuurt. Net als ze heeft besloten haar ongenoegen te uiten over deze gang van zaken, kijkt Ted terug en zegt: “Je hoeft niet bang te zijn Karina. Nee, niet gelijk boos worden. Ik bedoel niet bang voor mij of voor een pak billenkoek. Ik bedoel bang om jezelf te verliezen. Bang om jezelf te zijn. Bang om steun te accepteren. Om afhankelijk te zijn. Kom er gewoon voor uit dat je graag een sterke man in je leven wilt hebben. Een man waar je tegen aan kunt leunen. Maar ook eentje die jou aanpakt als dat nodig is. Iemand zoals ik dus. Zoals jij trouwens nog eerder hebt gezien dan ikzelf.”

Karina weet niet wat ze hoort. Hoe kan hij zo diep in haar ziel kijken? Hoe vaak heeft ze hier niet van gedroomd. Ze voelt haar verliefdheid weer opkomen. Voor de man die naast haar zit. Ted was nog niet uitgesproken. Hij vervolgt: “En wat doe jij? Je weet wat je voor klik voelt met mij. Je krijgt vervolgens terug van mij dat het wederzijds is. Maar mijn situatie is even een stuk ingewikkelder dan de jouwe omdat ik een vrouw en kind heb. Ik geef aan dat ik dus geen overhaaste stappen wil zetten. Eerst kennismaken. In real life. En wat doe jij? Jij breekt het contact af omdat het te moeilijk wordt. Bang dat ik je niet kan geven wat je wilt. Bang gekwetst te worden. En dan maar even de beslissingen voor mij nemen. Als ik vervolgens zeg dat liever zelf te doen, serveer je mij op een respectloze manier af. En dat gedrag lieve Karina, ga ik bestraffen. Overigens is dat niet het enige dat ik kom doen, want ik wilde je real life zien. Wil weten wie je bent. Wat onze klik in het echt is. Want ook ik ben verliefd geworden op jou. Zonder je zelfs maar te hebben gezien.” Deze woorden grijpen Karina bij haar keel. Wat zegt hij nou? Verliefd? Ze wil antwoorden, maar Ted is haar opnieuw voor; “Wanneer heb jij eigenlijk voor het laatst een flink pak op je blote billen gehad?” Karina doet haar mond open en Ted zegt; “Laat maar, we zijn er.” En hij parkeert zijn auto voor een mooi vrijstaand huis.

Samen stappen ze uit en Karina loopt behoorlijk verward en opgewonden naar de deur. Ze loopt gelijk door en Ted volgt haar. Ze komen in een grote living room met prachtige meubels en een grote vleugel die gelijk alle aandacht opeist. Karina doet haar jas uit en loopt naar de vleugel toe. Zij gaat zitten en besluit iets te spelen. Misschien wordt ze dan rustiger. Krijgt ze dan haar gedachten weer op orde. Haar slanke vingers gaan over de toetsen en dan klinkt haar spel. Sprankelend. Betoverend. Ze heeft gekozen voor Chopin. Een beetje melancholisch. Ted kijkt het schouwspel aan. Hij meende wat hij zei. Hij is door alle mailberichtjes verliefd geworden op deze vrouw. En wat hij wilde weten, weet hij inmiddels. Eigenlijk al toen hij haar aan haar bureau zag zitten. Maar nu hij haar aan de piano ziet, helemaal opgegaan in haar prachtige spel, weet hij het zeker. Ja, ook in real life is hij tot over zijn oren verliefd. Iets wat hij eigenlijk nooit heeft gehad. Op zo’n heftige manier. Hij wil Karina eigenlijk in zijn armen nemen, de liefde verklaren, haar knuffelen, liefhebben, maar dan weet hij dat hij eerst dat andere moet doen. Zij heeft dat nodig. En als hij eerlijk is, hij eigenlijk ook. Bovendien heeft ze dit verdiend. Ted neemt zich voor straks meedogenloos te zijn. Haar billen diep donkerrood te slaan. Met zijn blote hand op haar blote billen. Puur. Intiem. Hij wil bij haar binnenkomen. Diep in haar hoofd. Zij gaat het voelen. Zij gaat ook voelen wat die sterke man voor haar kan doen. Hoe zij daar weer rustig van gaat worden. Hij wacht tot Karina de laatste noot laat wegsterven. Dan loopt hij naar de vleugel en pakt haar bij haar arm. Hij neemt haar mee naar het bankstel.

“Karina, je gaat nu over de knie, maar ik wil je naakt … NU! Dus kleed je uit.”, zegt hij op strenge toon. Karina inmiddels iets rustiger door het pianospel voelt zich alsof ze in trance is. Ze gehoorzaamt zonder iets te zeggen. Ted ziet zijn muze steeds mooier worden. Letterlijk en figuurlijk. Karina heeft echt een heel mooi lichaam. Mooie borsten, een slank middel, slanke benen, kleine voeten en goddelijke billen. Hij pakt haar pols en gaat op de bank zitten. Trekt haar langzaam over zijn knie. Karina ligt daar. Kwetsbaar. Beeldschoon. Ted bevoelt haar mooie kontje. Voelt ook een opwinding die zich van hem meester maakt. Maar dan realiseert hij zich wat hij moet doen. Hij begint haar langzaam te spanken. Voert het tempo en de intensiteit steeds iets verder op. Karina ligt stil over zijn schoot. Hij ziet haar billen steeds roder kleuren. Dan besluit hij over te gaan tot het straffen. “Karina, dit gaat zeer doen. Heel veel pijn zelfs. Je zult ervaren wat een blote hand kan veroorzaken lief stout meisje. Als ik jou was, zou ik me niet verzetten en accepteren wat gebeurt. Geef je tranen ruimte. Geef je gevoelens over aan wat jij en ik beiden nodig hebben.”

Met die woorden legt Ted zijn been over Karina’s linkerbeen en klemt hij haar vast. Hij begint hard te spanken. Alleen maar op haar linkerbil. Tien, twintig, vijftig, honderd slagen. Karina beweegt en begint geluidjes te maken, maar Ted houdt haar stevig vast. Dat volgt de rechterbil en Karina beweegt haar blote voetjes in een poging los te komen. Ze bedenkt op dat moment dat dit beslist niet is wat ze wil. Deze pijn, het is teveel. Te heftig en ze voelt dat Ted niet gaat stoppen. Ze heeft het juist, want het kan nog harder en sneller. Ted geeft haar nu in series van twintig klappen op elke bil een spervuur aan slagen. Terwijl het ondragelijk wordt voor Karina, schieten Ted’s woorden in de auto door haar hoofd. Ze realiseert zich dat hij gelijk heeft. Dat zij bang is om werkelijk zichzelf te zijn. Bang om lief te hebben. Bang weer iemand te verliezen. Ze breekt in tranen. Snikkend en luid huilend ligt ze over zijn knie. Ted voelt dat dit goed is. Dat deze tranen louterend werken. Haar rust en energie gaan geven. Haar doen beseffen dat dit is wat ze nodig heeft. Hij zet aan voor een laatste serie.
Dan trekt hij haar op zijn schoot en duwt haar behuilde gelaat tegen zijn schouder. Hij fluistert troostende woorden. Hij kust de zilte tranen van haar gezichtje en wiegt haar zachtjes. Zijn hand streelt haar haar. Hij streelt haar schouders en rug. Karina schokt nog wat na maar wordt langzaam aan steeds rustiger. Ze voelt Ted’s zorg en warmte. Zijn steun en ja, ook zijn liefde. Dit gebeurt in haar eigen huis. Maar nu weet ze werkelijk dat ze is thuis gekomen.

Mariecken ende die Duvel

Verteller voice-over
En ’t was in die daghe, dat Mariecken door haar oom naar Niemeghen gestuurd werd, voor die boodschappen als daar waren: brood, melk, vis en andere lustigheden. En hij zeide: slapen kunt gij, lieve nicht mijn, bij Uwen tante.
Doch toen Mariecken des avonds bij hare tante arriveerde, wachtten haar slechts slagen en vloeken, daar tante dacht dat hare nicht die ganse dag verlummeld ende verluierd had met die jongens. En zij joeg die arme Mariecken de straat op.

Een herberg. Mariecken komt binnen, en gaat –met enige moeite- aan een tafeltje zitten.

Mariecken
Ach ende wee. Mien wrede tante, zij heeft mij genadeloos op die straat gesmeten, wijl zij dachte dat ik mij met die jonkmannen vermaakt had. Doch voor zij mij die deur wees, heeft zij mij die arme billen zo geschroeid, dat ik thans met moeite ende pijn slechts mij nederzitten kan. Ai, ai.

Moenen (de duivel) komt op. Hij gaat ongevraagd bij Mariecken aan tafel zitten.

Moenen
En wat doet zo een schone deerne gans alleen in een plaats als dit? Zijde gij niet beducht voor uwen reputatie? Deze tapperij staat slecht bekend, als zijnde een plaats voor ontuchtigheden en schuinsmarcheerderij.

Mariecken
Mijne reputatie is reeds in den drek. Mijn tante heeft mij verfoeit ende berispt, met kwade woorden en de roede, daar zij dacht dat ik mij ontuchtig gedragen had.

Moenen
Zoude gij, als gij thans toch reeds als slechts bekend staat, dan niet liever op dit pad verder willen gaan? Ik kan u leren den vijf Vrije Kunsten, waardoor gij een geleerde vrouwe wezen zult. En niemand zal u meer berispen, of kwaad over u spreken.

Mariecken
Hoe weet gij zoveel over die Vrije Kunsten? schrikt. Ik zie, edoch, gij sijt die Duvel, die aast op mijn onsterfelijke ziel.

Moenen
’t Is waar, den Duvel ben ik. Doch ook een groot geleerde, met kennis van gans het universum.

Mariecken
Gans het universum?

Moenen pakt een mobiele telefoon uit zijn zak, de Galaxy 5

Moenen
Ziet, Mariecken, want ik ken reeds uw naam, dit wonderapparaat zal u doen leren alles wat de galaxy in zich draagt. Wilt gij niet zulk een kennis verwerven?

Mariecken
En wat vraagt gij voor die kennis, Duvel?

Moenen
Vijf vragen zal ik u stellen, één over elk der Vrije Kunsten: retorica, musica, logica, grammatica, ende alchemie. Indien gij al dezen vragen goed beantwoordt, delen met u zal ik al mijn kennis.

Mariecken
En wat indien in een van dieze vragen onjuist beantwoorden zal?

Moenen
Ach lieve Mariecken, vertrouw op uwen hoofd en hart. Kwaad zal ik u niet doen. Men zegt: ik ben die Duvel en doe kwaad, maar in mien herte een kwetsbaar, eenzaam man ik ben…

Mariecken
Goed dan, Duvel. Stel mij die vragen.

Moenen terzijde
Haha, dit arme wicht. Vragen zal ik haar stellen, zo moeilijk als zij nog nimmer heeft gehoord. En genieten zal ik aanstonds, indien zij die vragen niet juist beantwoorden zal.

Tot Mariecken

Den eerste vraag, over die alchemie. Met houtskool ende met die zwavel kan ik maken den grootsten der explosies, waardoor alles brandt. Eén stof echter ontbreekt mij nog. Welke?

Mariecken
Uhmmm… Een tondeldoos?

Moenen
Salpeter, gij dwaas. Nu zult gij branden, meer dan een tondeldoos u ooit branden laten zal.

Mariecken valt op haar knieën
Ach nee, Duvel. Genade. Breng mij niet naar die helle, alwaar ik branden zal in de diepste krochten, nu ik gezondigd heb en gespeeld heb met die Duvel! Ik weet, het zij verdiend! Genade! Genade!

Moenen
Vreest niet Mariecken, naar die helle zal ik u niet meeslepen. Doch branden zult gij, zij ’t op een andere plek.

Mariecken
Ik ben plots zeer bevreesd. Oh Duvel, wat is uwen plan?

Moenen
Mien plan is, Mariecken, ik zal u de billen laten branden!

Op tafel verschijnen plotsklaps diverse voorwerpen: een roe, een plak, een leren slipper, een latje

Mariecken
Oh neen, neen! Genade!

Moenen
‘t Is dát, of ik sleep u mee naar die helle, alwaar gij anders branden zult.

Mariecken terzijde
Ik heb geen keus. Och, welk een dom wicht waar ik, te denken ik kon spelen met die Duvel. Doch ik zie, vijf vragen zou hij mij stellen, doch slechts vier voorwerpen zie ik. Wellicht is dat mienen redding.

Tot Moenen

Ik geef toe, Duvel. Laat mij die billen branden, liever dan mijn ziel.

Moenen legt Mariecken over de knie, en geeft haar met de plak. (Bij de volgende vragen blijft Mariecken over de knie liggen terwijl ze antwoord geeft).

Moenen
Den tweede vraag, die van retorica. Welk Romeins redenaar sprak met die stenen in die mond, om zijne spraak te verbeteren?

Mariecken
Eh…. Is het niet die Asterix, alwaar ik van gelezen heb?

Moenen
Fout! Demosthenes had gij gezegd hebben moetende.

Mariecken krijgt nu een pak slaag met de roe
’t Begint mij zwaar te moede te zijn, dat ik ging wedden met die Duvel

Moenen
Den derde vraag, die van die musica. Als den speelman 5 noten omhoog gaat met zijnen lied, waar spreekt men dan over?

Mariecken
Ehmm…eeh…eergh… vals spelen?

Moenen
Neen, gij dom wicht. Een kwint noemt men dat! terzijde. Het zweet zal thans op haren voorhoofd staan, maar klaar ben ik nog niet.

Mariecken krijgt nu met de slipper

Moenen

De logica. Een stelling die twee bewijzen bevat, welke onlosmakelijk en logisch met elkaar verbonden zijn, noemt men…

Mariecken
… een opstelling? Neen, ook deze is niet juist. Ik vrees, ik heb mij door die Duvel in ’t ootje laten nemen.

Er volgen klappen met de lat

Moenen
Grammatica! Welke naamval gebruik ik als ik spreek: “Gij stevent op uw noodlot af?”

Mariecken
Eh… Mariecken?

Moenen
Neen.

Mariecken
Maar dat is mijn naam!!! En dit is een val! Oh goede God, wees mij genadig, en nimmer meer zal ik die Duvel volgen.

Moenen
Ocherm, gij dwaze meid. Nog zoveel te leren hebt gij, indien gij denkt dat gij die Duvel te slim af kunt zijn.

Hij kijkt naar de tafel, ziet dat alles is gebruikt

Ach verduiveld, ik heb mij vergist in het tellen. Al miene helse instrumenten heb ik reeds gebruikt op de billen van dit wicht.

Mariecken
Oh, dank, dank, goede God. Gij sijt mij genadig geweest. Welaan Duvel, de Kunst der rekenkunde kent gij niet, anders had gij wel vijf duvelse instrumenten meegenomen uit de hel!

Moenen terzijde
Dat wicht denkt mij te slim af te zijn. Doch wacht…

Tot Mariecken

Gij denkt, ik heb mij vergist. Doch weet, dat de Duvel altijd nog iets achter de rug heeft!

Hij maakt zijn staart los om die als zweep te kunnen gebruiken. Hij buigt Mariecken over de tafel, en geeft haar slaag

Mariecken
Oh neen, de Duvel is niet voor één gat te vangen. Hij haalt een zweep bij de zijne vandaan, en gebruikt hem op de mijne. Wee, wee.

Terwijl ze kermt, fade-out

De Apotheker

Het jaar 1890. Een apotheek, ergens in een niet nader te noemen provincieplaatsje in Nederland. Achter de toonbank een apotheker, druk bezig met het bereiden van medicijnen. Hij weegt secuur alle bestanddelen af. De winkeldeur gaat open, en een goed geklede dame komt binnen. Ze draagt een lange rok, een bijpassend jasje en een klein, modieus hoedje. Ze nadert voorzichtig de toonbank, een beetje aarzelend.

Apotheker
Goedemiddag.

Dame
Goedemiddag

Apotheker
Waarmee kan ik u van dienst zijn?

Dame
Ik ben op zoek naar een specifiek medicijn, ik weet alleen niet of het eigenlijk wel bestaat.

Apotheker
Vertelt u eens wat u zoekt, dan kan ik kijken of het door u gezochte middel daadwerkelijk te verkrijgen is.

Dame
Weet u, ik ben de laatste tijd enigszins gespannen. Ik slaap slecht, ik ben prikkelbaar naar mijn omgeving, ik voel me soms wat duizelig…

Apotheker
Hmm, dat zijn inderdaad erg vervelende symptomen. Als ik u vragen mag, in de hoop natuurlijk dat u mij niet onbetamelijk vindt, maar hebben er onlangs in uw situatie zich wellicht veranderingen voorgedaan? Een verhuizing? Wellicht een wijziging in uw materiële gesteldheid? Iets anders wat de oorzaak kan zijn van die ongerief?

Dame
Nee, eigenlijk niet. Ik heb een nieuw corset, wat ik tegenwoordig draag.

Apotheker (geschokt)
Mevrouw! Ik hoop dat u het mij vergeeft, maar dat zijn toch geen zaken waar een dame in het openbaar over spreekt!

Dame
Oh, maar ik voel daar absoluut geen schaamte bij, hoor.

Apotheker
Wellicht. Maar toch zou ik u willen verzoeken u verre te houden van dit soort taalgebruik.

Dame
Mijn excuus. Ik wilde u op geen enkele wijze desavoureren.

Apotheker
Laat ons terugkeren naar de reden van uw bezoek. U vertelde dat u enig fysiek ongemak ervaart, gerelateerd aan een spanning die u voelt.

Dame
Inderdaad

Apotheker
Nu is het zo, dat er de laatste jaren diverse onderzoeken hebben plaatsgevonden, en zij allen wijzen in één richting: er is een onmiskenbare koppeling aan te wijzen tussen de psyche en het lichaam, tussen de emotionele en de fysieke gesteldheid van de mens.

Dame
Ik heb daar iets over gelezen.

Apotheker
In Wenen is een jonge, briljante geleerde, een zekere dokter Freud, die werkelijk baanbrekend werk heeft verricht op dit gebied.

Dame
Juist ja. Maar ik zoek toch een medicijn wat mij van de door mij ervaren onaangenaamheden kan bevrijden.

Apotheker
Welnu, er zijn gelukkig diverse middelen verkrijgbaar die aantoonbaar en wetenschappelijk verantwoord een heilzame werking hebben op de patiënt die lijdt aan de door u geschetste symptomen. Zo kunt u denken aan de verkwikkende werking van de zaden van de papaverbloem, of de wortels van pioenrozen. Ook diverse middelen die hun oorsprong vinden in de hennepplant leveren vaak verbluffende resultaten op, zeker indien ze gepaard gaan met een hypnotische behandeling. Daarnaast zou ik zeker het effect van warme mosterdbaden niet onderschatten.

Dame
En hebben deze middelen onaangename bijwerkingen?

Apotheker
Indien overmatig gebruikt kan er soms een lichte vorm van afhankelijkheid op treden, maar het zijn slechts zwakke lieden, vaak van lage komaf, die hier gevoelig voor zijn. Ik zie zo dat u afkomstig bent uit de betere kringen, dus u hebt hier absoluut geen gevaar van te duchten.

Dame
Ik weet het niet.

Apotheker
Bespeur ik enige twijfel?

Dame
Vergeeft u mij, maar ik heb van kinds af aan al enige reserve tegen de medische wetenschap. Ik bedoel dit niet persoonlijk, begrijpt u mij, maar ja… er zijn zoveel kwakzalvers tussen de echte deskundigen.

Apotheker
Ik begrijp u. Helaas kan ik niet meer doen dan u mijn woord geven dat ik slechts de meest hoogstaande en heilzame recepturen voorschrijf. U kunt moeilijk van mij verwachten dat ik een speciale apothekersmuts aanschaf om er betrouwbaarder uit te zien, nietwaar?

Dame
Oh nee. Zoiets zou ik nooit van u durven te vragen. Maar ik heb wel eens begrepen dat het lichaam in bepaalde omstandigheden zelf in staat is om kalmerende en drukverlagende stoffen aan te maken?

Apotheker
Dat kan in…sommige gevallen wel eens gebeuren, ja.

Dame
En wat voor gevallen zijn dat?

Apotheker
Indien het lichaam aan zekere fysieke prikkels wordt blootgesteld dan kunnen er soms kalmerende stoffen worden aangemaakt. U kunt daarbij denken aan bepaalde fysieke inspanning, aan paardrijden, aan een stevige wandeling…

Dame
Ik heb begrepen dat in bepaalde gevallen ook een …kastijding een dergelijk effect kan bereiken?

Apotheker (verliest van schrik zijn bril)
Mevrouw! Mag ik u verzoeken!

Dame
Hoezo? Waarom kan daar niet over gesproken worden, en over hete baden en hypnose wel?

Apotheker
Het is toch zeker onwelvoegelijk om zomaar te praten over de effecten van… van een tuchtiging.

Dame
Een mijner meest dierbare vriendinnen wordt regelmatig door haar man gekastijd, en zij verzekert mij dat hier een zeer kalmerende werking van uitgaat.

Apotheker
Dat zou kunnen. Daar heb ik geen zicht op.

Dame
Maar het zou kunnen.

Apotheker
Het is… mogelijk.

Dame
Welaan dan.

Apotheker
Welaan?

Dame
U bent apotheker. U dient uw klanten dié medicatie voor te schrijven die voor hen het meest heilzaam is. Nu dan, geef mij het gevraagde medicijn.

Apotheker
U bedoelt…?

Dame
Jazeker.

Apotheker (steeds wanhopiger)
Mevrouw, dat kunt u toch niet van mij verlangen?

Dame (komt nu achter de toonbank)
Helpt u mij toch, mijn beste man.

(Zij buigt zich voorover over de toonbank, en schort haar rok op)

Apotheker
Als u… als u er dan werkelijk op staat.

(Hij geeft haar een voorzichtige tik op haar billen)

Voelt u zich al beter?

Dame
Nog niet. Ik heb, naar ik vermoed, een hogere dosering nodig.

Apotheker
Vooruit dan.

(Hij geeft enkele tikken, nu iets harder)

Dame
Ik neem aan dat het bepalen van de juiste mate van medicatie één van de meest ingewikkelde aspecten van uw professie is.

Apotheker
Zeer zeker

Dame
Dat zal wel enige tijd kosten.

Apotheker
Inderdaad. (Hij slaat nu wat langer en steviger)

Dame
Ja, ik voel een rustgevend effect! Gaat u vooral door, mijn waarde.

Apotheker (dient nu een stevig pak slaag toe)
Hoe bevalt dit?

Dame
Zeer bevredigend.

(De apotheker geeft nog een paar laatste klappen. De dame komt overeind en brengt haar kleding weer op orde).

Dame
Ik dank u. Ik dank u oprecht. Wat krijgt u van mij?

Apotheker
Ik zou het niet over mijn hart durven te verkrijgen u hiervoor een financiële vergoeding te vragen. Tenslotte is dit medicijn nog niet officieel in de handel.

Dame
Jammer. Welaan dan, ik kom graag nog eens bij u terug.

Apotheker
Een vervolgrecept kunt u zonder enig probleem komen afhalen

Dame
Dank u wel. Graag tot ziens. (verlaat de apotheek)

Apotheker (pakt pen en papier, en begint druk te schrijven)
Welaan, mijn waarde Freud, laat ons eens kijken wat je op deze aanpak te zeggen hebt!

Het zou hier Brussel moeten heten

(Brussel, het gebouw van de EU. Ergens in het kolossale gebouw zitten in een sfeerloze vergaderzaal 4 ambtenaren bij elkaar. Ze zijn allemaal tussen de 20 en de 30 jaar, en hebben het wat fletsloze van iemand die te lang in de Brusselse wandelgangen heeft rondgelopen. De mannen dragen een keurig pak, de eerste vrouw heeft een mantelpakje, de ander draagt een nette broek en een bloes. Op de tafel staat een thermoskan met koffie, tegen de muur staat de onvermijdelijke flipover).

Jean
Wie notuleert?

Claudia
Ik heb het de vorige keer gedaan.

Michiel (zucht)
Ik doe het wel.

Jean
Fijn. Goed, het doel van dit bilateraaltje is helder. We moeten komen tot een heldere beleidsvisie die we naar boven kunnen communiceren, om…

Anne (onderbreekt hem)
Jean, ben je nu van plan de hele tijd in dit jargon te praten?

Jean
Volgens mij voel ik een stukje irritatie.

Anne
Het is heel simpel Jean. We zijn gevraagd om een oordeel te geven of een –met wederzijdse instemming gegeven- tik valt onder mishandeling, onder liefde, onder vrije expressie, onder God mag weten wat, en het is de bedoeling dat we hier zo snel mogelijk iets van vinden. Wat dat ook zijn moge. De commissie wacht op een advies.

Jean
En juist daarom moeten we het breed aanvliegen.

Claudia
Volgens mij is het simpel. Iedereen heeft volgens de Europese grondwet recht op vrijheid van sexuele expressie, en…

Michiel
Maar gaat het hier om séxuele expressie?

Jean
Precies. Hoe definieer je ‘sexueel’? Is dat ooit door een sub-sommissie vastgesteld?

Anne
Nou, als ik met mijn liefje in bed lig…

Jean
Heb jij een liefje?

*Claudia
Eentje?

Anne (negeert Claudia)
Dan is dat sexueel.

Michiel
Ja, maar in dit soort gevallen is er geen sprake van penetratie, dus valt het volgens de algemeen geldende definitie níet onder ‘sexueel’, derhalve is het geen sexuele handeling volgens de letter van de wet, in casu volgt daaruit dat het onder mishandeling moet vallen. Ik citeer: “het opzettelijk en wederrechtelijk…”

Anne
Maar dat klopt toch niet?

Jean
Ik denk dat Michiel hier een punt heeft.

Anne
En zoenen dan? Daar is ook geen sprake van penetratie?

Michiel
Wel als het tongzoenen is.

Anne
Strelen?

Jean
Die parkeren we op de flap.

Michiel (probeert te notuleren)
Wacht even hoor, anders raak ik de draad kwijt. “Het strelen parkeren we op de flap. “ Dank jullie, ik ben weer bij.

Anne
Ik vind dat een tik wel degelijk sexueel kan zijn.

Claudia
Dus als jij een duw krijgt in de metro dan is dat sexueel?

Anne
Nee, we hebben het hier over een tik op de billen.

Michiel
Maar waar beginnen de billen? Ik bedoel, als je tegen een onderbeen tikt, of op een onderrug…

Jean
Misschien moeten we het eerst hebben over de definitie van ‘billen.’

Claudia
Heeft er iemand een meetlint bij zich?

Jean * (loopt naar de flipover)*
Laten we proberen het in een modelletje te stoppen. Als ik (hij tekent op de flipover) hier ongeveer even schematisch de achterkant van de doorsnee Europeaan teken, dan zou ik zeggen dat híer (hij accentueert) de onderrug eindigt, en dat de bil dan (hij zet een kruisje) hier ongeveer moet beginnen.

Michiel
Met ‘ongeveer’ maken we geen beleid.

Claudia
En wat doen we dan met Griekenland (iedereen kijkt verbaasd haar kant op) Ik bedoel… Grieken hebben echt andere billen dan Finnen, en die Duitse billen, die kun je toch niet vergelijken met Italie.

Anne
Zeg jongens, ik heb over tien minuten een ander bilaatje, en dan moet ik proberen een sluitende omschrijving van ‘handboei’ te geven , dus als we even kunnen doorgaan…

Michiel
Misschien moeten we het naar boven conflictueren?

*Jean
Om de dooie dood niet! Ik weet wat beters. Anne, kom eens hier (hij schuift zijn stoel naar achteren).

Anne
Wat ben je van plan?

Jean
Ik wil de boel even inzichtelijk maken. Kom eens hier.

(Anne loopt voorzichtig zijn kant op).

Kijk, (hij tikt Anne op haar hand), dit kan nog een toevallige aanraking zijn, maar dit (hij legt zijn hand op haar schouder) wordt al meer…

Claudia
Je komt nu in de buurt van sexuele intimidatie

Jean
Dat is ook het idee. En nu (hij legt zijn hand op Anne’s billen) begint het sexueel te worden, maar is het nog geen mishandeling.

Michiel
Ik probeer te notuleren hoor! Nog steeds!

Anne
Maar als je nu (zij legt zijn hand iets steviger op haar billen) iets meer kracht zet, dan wordt het al bijna een tik.

Jean
Nee, want een tik is… (hij geeft haar een tik op haar billen).

Anne
Ja, dat is wel een tik, ja.

Claudia
Maar was dat op je billen?

Michiel*
Tja, wat ik zonet al zei, waar beginnen die?

Claudia (gaat over zijn knie liggen)
Ik denk dat je dat even moet uitproberen.

Michiel
Hmmm. (Hij slaat op haar bovenbeen).

Anne
Dat is been!

Jean
Overduidelijk.

Michiel (slaat Claudia op haar billen)
En dit?

Jean
Bil.

Anne
Overduidelijk.

Michiel
Maar nu? (hij slaat Claudia op het gebied waar haar billen overgaan in haar bovenbenen).

Jean
Hmm, twijfel. (Hij trekt Anne over zijn knieën). Ik denk… (ze krijgt een tik op haar billen) dat dit overduidelijk billen zijn, maar dat dit (een tik in haar knieholte) buiten het gebied valt.

Anne*
Ja, hehe.

Claudia*
En wat is het verschil eigenlijk tussen een tik en een klap?

Michiel
Nu, ik zou zeggen (hij geeft haar een lichte tik), dat dit een tik is, en dat dit
(hij slaat een fractie harder) een klap.

Anne
Doe normaal!

Jean
Dit is een tik (hij geeft Anne een stevige klap), maar dit een klap (hij slaat Anne hard, ze slaakt een kreet) is een klap.

Anne
Dat vindt ik eerder een mep.

Claudia
Of een pets?

Michiel
Nee hoor, dit is een pets (hij slaat op een ondefinieerbare wijze)

Claudia
Hmm, ik weet het niet hoor. En als ik nu Grieks zou zijn? Zou die het dan ervaren als een tik of een mep of een klets of…

Jean
Dit is een Europese tik! * (Hij geeft Anne een stevige klap)* .

Anne
Ja, dat was er een! Kun je die vastleggen voor de commissie?

Jean
Even herhalen voor de zekerheid (hij slaat haar weer).

Michiel
Ik denk dat ik eruit ben!

Claudia
Auw!

Michiel
Ja hoor, dat was ‘m!

Jean
En deze dan? (Hij slaat Anne).

Michiel
Absoluut!

Anne
Auw! Ik weet het niet hoor.

Jean
Jawel!

Michiel
Absoluut

(ze slaan nu de beide vrouwen stevig op hun billen)

Anne
Ik weet het niet..auw!

Claudia
Ik wil een raadsvergadering!

Anne
Ik stel een schorsing voor!

Claudia
Moest jij niet notuleren? Ik wacht op de beleidsnota!

Michiel
Zo meteen. Ik moet ze eerst vastleggen.

(De deur gaat open. Herman van Rompuy kijkt om de hoek van de kamer).

Van Rompuy
Awel, wat is er hier gaande?

(Een pijnlijke stilte. Anne en Claudia krabbelen overeind en trekken hun kleren recht. Jean en Michiel kijken opgelaten voor zich uit).

Van Rompuy
Na, het is mij gans plezant wanneer mijn ambtenaren zich met zoveel goesting op hun taken storten. Ik zie het rapport gaarne rap tegemoet.

(Hij glimlacht even en trekt de deur dicht. Stilte)

Michiel
Eh… over de notulen…

Sprookje

Verteller 1
Heel, heel lang geleden was er eens een koning…

Verteller 2
… Zo’n oude…

Verteller 1
Zo’n oude. En die had dochters…

Verteller 2
Drie!

Verteller 1
Twee.

Verteller 2
Twee? Maar ik dacht…

Verteller 1
Twee dochters. Allebei jong en mooi, en niemand kon ze uit elkaar houden, want ze waren tweelingen.

Verteller 2
Eeneiïg.

Verteller 1
Precies. De prinsesjes werden elke dag mooier en mooier, en op de dag dat ze met geen mogelijkheid nóg mooier konden worden zei de koning…

Koning
Lieve dochters. Ik ben oud, en mijn dagen zijn geteld. Straks komt de herfst, en daarna de winter, en ik denk niet dat ik het voorjaar nog ga halen. Jullie zullen mij terugzien als de knoppen aan de bomen, en de twijgen aan de struiken, maar niet als jullie vader. Ga naar de stal, neem allebei een paard en rij de wijde wereld in om een man te zoeken die jullie waardig is. Over een jaar moeten jullie elkaar weer treffen bij de driesprong waar de grote heks woont. Zij zal jullie vertellen wat je verder moet doen.

Esmeralda
Maar vader…

Isabella
Lieve, lieve vader…

Koning
Nee lieve dochters. Jullie zijn altijd je eigen gang gegaan, en hebben soms wijlen jullie je moeder en mij daarmee het niet makkelijk gemaakt, maar doe voor één keer in mijn leven wat ik van jullie vraag. Ga naar de stal en zadel je paard.

Verteller 1
En zo geschiede. De beide prinsessen gingen naar de stal en zadelden hun paarden.

Verteller 2
Dat waren trouwens broertjes

Verteller 1
Ze namen brood en water mee, en reden de poort uit. Eenmaal buiten de poort scheidden hun wegen

Verteller 2
Esmeralda ging links

Verteller 1
En Isabella rechts. En nadat de herfst was gekomen, en daarna de winter, en de lente, en nadat de zomerbladeren al langzaam zwaar begonnen te worden van het komende najaar…

Verteller 2
…troffen ze elkaar weer op de tweesprong bij de hut van de heks

Verteller 1
We moeten nog even vertellen dat de heks een heel bijzonder winkeltje had. Want iedereen die iets speciaals nodig had om aan de man te komen

Verteller 2
Schoenen

Verteller 1
Een jurk

Verteller 2
Een masker. Boeien Een zweep

Verteller 1
Pardon??

Verteller 2
ja, ik heb het ook niet verzonnen hoor. Sommige mensen willen dat.

verteller 1
Tsjonge. Nou ja, die kon dus altijd bij de heks terecht.

Verteller 2
Heel handig.

Verteller 1
En bij die winkel troffen de zussen elkaar.

Verteller 2
Alleen.

Verteller 1
Heel alleen. Zonder man. Want in het hele koningrijk hadden ze geen enkele man gevonden die hen waardig was.

Esmeralda
Gatver de gatver! Ik kom alle soorten mannen tegen, maar geen enkele die me waardig is. Ik heb mannen gezien die uit hun neus aten, die hun oksel krabten waar ik bij was, die geen stoel aanschoven, die teveel dronken, die oranje sokken droegen.

Isabella
Ik heb mannen gezien die meer van hun moeder hielden dan van mij, die alleen wilden paardrijden en vechten, die niet konden dansen, die stotterden.

Esmeralda
Pindakaas met sambal aten.

Isabella
Geen boeken lazen.

Esmeralda
Hun afgeknipte teennagels in het bed lieten liggen

Isabella
Niet van katten hielden

Esmeralda
Geen man voor mij.

Isabella
Geen man voor mij.

Verteller 1
En zo, terwijl ze huilden om hun jammerlijk lot, liepen ze de winkel binnen van de heks. En daar, achterin de winkel…

Verteller 2
Waar de leukste spulletjes stonden…

Verteller 1
Daar zagen ze een schaduw.

Verteller 2
Wordt het nu eng?

Verteller 1
Valt wel mee. De zussen liepen langzaam naar achteren, waar slechts een flakkerende kaars het silhouet van de mysterieuze vreemdeling bescheen…

Verteller 2
Brrrr.

Verteller 1
En plots draaide de gedaante zich om. En het was een hele, hele, mooie, jonge…

Marianna
Wie zijn jullie?

Esmeralda
Zij is Isabella.

Isabella
En zij is Esmeralda.

Verteller 1
En zij keken naar elkaar.

Verteller 2
En herkenden elkaar.

*Marianna
Maar… maar…

Isabella
Ben jij…?

Esmeralda
Ben jij…?

Marianna
Zijn jullie…?

Gedrieën
Zusjes!!!

Een middeleeuwse luit-variant van het Goede Tijden…deuntje zet in

Verteller 2
Zie je nou wel. Het waren er drie.

Verteller 1
Jaja. En toen kwam de heks uit de kelder, en zei:

De heks
Drie zussen zijn jullie, drie zussen waren jullie. Pas nu jullie verenigd zijn zullen de mannen komen, de mannen die jullie waardig zijn. Zo luidt de voorspelling, en de voorspelling zal thans uit komen. Luister!

In de verte klinkt hoefgetrappel. Over de heuvelrug komen drie prinsen aangegaloppeerd. Ze vertonen sterke gelijkenis met Brad Pitt, Antonio Banderas en George Clooney, maar wel in hun jonge jaren

Esmeralda
Daar komen ze.

Isabella
De man die me waardig is.

Marianna
De man die geen afgeknipte teennagels in zijn bed laat liggen!

Verteller 1
En eenmaal bij de hut aangekomen, gleden de prinsen uit het zadel, en daar het liefde op het eerste gezicht was…

Verteller 2
Zoenen, zoenen!!

Verteller 1
Zoenden ze elkaar gepassioneerd en onstuimig, en wist iedereen dat dit een driedubbele bruiloft zou betekenen.

Verteller 2
Einde!!

Er valt een stilte

Verteller 2**
**Einde! Het stuk is afgelopen! Mooi geweest.

Stilte

Isabella
Moeten we nog doorzoenen?

Marianna
Volgens mij is het afgelopen.

Esmeralda
Mag het doek vallen?

Plotseling pakken de prinsen de drie prinsessen beet, trekken hen naar een boomstam, gaan zitten en leggen de drie zusters over de knie

Isabella
Wat is dit nou?

Esmeralda
Dit stond niet in het script!

Isabella
Het zal toch niet!

De prinsen schorten de jurken van de prinsessen op en beginnen hen een stevig pak op de blote billen te geven

Esmeralda
Jezus, wat een goedkoop effect!

Marianna
Auw! Dit is de slechtse theatertruc… auw… van de laatste jaren!

Isabella
Nou…auw… dat moest er zeker nog even in!

Esmeralda
Zinl…auw… zinloos geweld!

Marianna
In ieder geval zinloos. Auw!!

Isabella
Auw! Waar is dit voor nodig? Ai!!

Esmeralda
Zal wel voor de verkoopcijfers zijn!

Isabella
Ik bel mijn … auw… impresario

Verteller 1
En het pak slaag duurde nog lang.

Verteller 2
Gelukkig.

het doek valt, maar daarachter klinken nog enige tijd kreten van pijn, afgewisseld met het geluid van neerdalende handen op bloot vlees.

Zondeval

De Tuin van Eeden. Het is een idyllische plek, met een door bomen omringde waterval, rotsen begroeid met mos, weelderig gras, en dit alles overgoten met stralend ochtendlicht. In de bomen kwetteren vogels, een panter speelt er verstoppertje met een paar konijnen, en een olifant slaapt soezend in de warme zon. Als er niet de broeierigheid zou hangen van een naderend onweer zou het volmaakt zijn.
Adam komt op. Hij is een goedgebouwde man van halverwege de twintig, gespierd maar niet overdreven. Zijn ogen stralen iets onschuldigs uit, alsof hij voor de eerste keer de wereld om zich heen in ogenschouw neemt. Hij is naakt.
Eva komt op van de andere kant. Een mooie vrouw, hooguit één dag jonger dan Adam. Haar ogen kijken anders dan die van Adam: volwassener, verdrietiger. Op haar lippen kleven kleine stukjes appel. Ze is eveneens naakt. Een grasgroene slang schuifelt oponvallend achter haar aan.

Adam (opgetogen)
De antilope blijkt ook van dat lange gras te houden dat verderop bij de beek groeit, en de arend kwam net vertellen dat hij naar zee is gevlogen. Ik ga hem zee-arend noemen, denk je dat dat een goeie naam voor hem is? Ik bedoel, een arend die naar de zee vliegt, dus vandaar zee-arend. En de poedel is met d’r haren verstrikt geraakt in de doornen, en… (hij kijkt Eva aan en valt stil)

Eva
Ik heb iets gedaan wat niet mag.

Adam
Ik snap je niet. Hoezo, “iets wat niet mag”? Alles mag, alles kan.

Eva
Iets wat niet mag Adam. Iets wat verboden is. Iets waarvan ons is verteld dat het niet is toegestaan. Het enige.

Adam
De boom?

Eva
De boom.

Adam
Terwijl Hij….

Eva
Ja. (pauze). Het ging eigenlijk heel eenvoudig. Ik stond bij de boom, ik had peren geplukt die verderop groeiden, ik kwam langs de boom, en ik zag die appels. En ik moest denken aan wat hij had gezegd. Over goed en kwaad en zo, en… Adam, ik was zo benieuwd naar het kwaad! Wat dat was, hoe het zou voelen. Dus ineens had ik er een geplukt, en… nou ja…

Adam
Je at.

Eva
Ik at. (pauze). Hij smaakte vreemd. Vochtig, vol, iets wat ik nog nooit eerder had geproefd. Ik voelde het sap naar beneden glijden, langs mijn lippen, en ik had geen spijt. Ik dacht alleen maar: “nu weet ik alles, nu ben ik klaar.” Gek he?

Adam
En Hij?

Eva
Hij is boos.

Adam
Hoe weet je dat?

Eva
Dat weet ik. Ik weet van goed en fout lieverd, en ik weet wat er gebeurd als je iets hebt gedaan wat niet mag. Dat snap jij niet, jij hebt je onschuld nog, maar ik weet dat Hij boos is, ik snap wat schuldig is, ik weet dat ik schuldig ben. Maar ik heb geen spijt.

Adam
Eva, ik snap je niet. Je praat over schuld, over goed, fout, je gebruikt woorden die ik niet ken. Ik ken de namen van de dieren, ik weet wat een panter is of een vogelbekdier, ik weet hoe die kleine rode bessen heten die groeien onder de eik, maar wat je nu zegt…

Eva
Schuld is wanneer je iets hebt gedaan wat niet mag. Schuld is wat je voelt. Ik heb een nieuw woord gevonden. ‘Geweten.’ Jij hebt iets geweten, ik heb iets geweten, wij weten.

Adam
Dat weet ik.

Eva
Nee lief, dit weet je niet. Je weten en je geweten zijn twee aparte dingen. Ik weet… mijn geweten weet… (ze zwijgt verward). Het is zo nieuw.
Mijn geweten is iets wat weet, alsof het geen stukje van mezelf is, het praat tegen me, het zegt: “Jij bent schuldig, je hebt iets gedaan wat niet mag.”

Adam
En nu?

Eva
Nu moet ik gestraft worden.

Adam
Gestraft?

Eva
Hij zal me straffen. Vreselijk straffen. Misschien kan ik nooit meer lopen, of mag ik niet meer praten, of sluit hij voor altijd mijn ogen en kan ik jou nooit meer zien. Of misschiejn moet ik weg. Weg van jou, weg van hier.
Ik ben bang.

Adam
Maar waarom? Waarom zou Hij zoiets doen, omdat je van de boom gegeten hebt? Waarom zou hij dat bij jou doen?

Eva
Omdat dat hoort! Omdat er op een fout altijd een straf moet volgen! Als je weet van goed en fout, dan kun je nooit meer zeggen dat je onschuldig bent. En als je schuldig bent, dan moet je gestraft worden! Ik weet ook niet waarom, maar ik weet dat het zo zal gaan.

Adam
En dat zal Hij doen?

Eva
Dat zal Hij doen.

Adam
Ik zal je beschermen.

Eva
Je bent lief Adam, je bent de man waar ik van hou, maar dit kun je niet. Hier ben je te klein voor, je kunt niet tegen hem op.

Adam
Tenzij…
(pauze)
Ik zal je straffen.

Eva
Wat?

Adam
Ik zal je straffen. Als dat hoort, dan zal dat zo zijn. Ik weet niet waarom, of wat het is, maar als ik het doe hoeft Hij het niet te doen. En ik zal goed voor je zijn.

Eva
Dat kun je niet

Adam
waarom niet?

Eva
Je kunt alleen iemand straffen als je snapt wat goed en fout is. Je moet het weten, je moet weten dat je ander iets heeft gedaan wat niet mag. En lieve, lieve Adam, dat kun jij niet weten. En dat moet je ook niet weten. Je moet blijven wie je bent. Onschuldig.

Adam
Hij kan je van me afnemen.

Eva
Ja

Adam
Ik moet denken aan toen je op de kameel zat. Je benen hingen aan weerszijden, je was bang maar je vond het heerlijk. Je deed je ogen dicht toen hij begon te lopen, maar je deed ze snel weer open. “Harder, harder”, riep je. De kameel begon harder te lopen, begon te rennen. Bij de rivier stond hij ineens stil om dat hij wilde drinken, en jij viel. En Hij heeft gezegd dat ons niets kan gebeuren hier, maar toch was ik bang. Ondanks Zijn belofte was ik bang. Heel even maar. Dat er iets met jou zou gebeuren wat Hij niet zou kunnen voorkomen.

(Eva kust hem).

Adam
Ik proef appel op je lippen. Het smaakt lekker.

Eva
Adam, nee!

Adam
Waarom niet? Als ik eet dan ken ik ook van goed en kwaad. Ik zal je straffen, en dan is het voorbij.

Eva
En wat zal Hij met jou doen?

Adam
Misschien snapt Hij waarom ik het deed. Dat ik jou straf omdat ik van je hou, omdat ik je niet kwijt wil. Omdat we daarna door kunnen gaan.

(De slang heeft al die tijd in het gras gelegen. Nu glijdt hij rustig, bijna nonchalant naderbij. In zijn staart heeft hij een appel geklemd. Hij legt de appel voor Adam’s voeten in het gras).

Eva
Weet je wat je doet?

Adam
Nee. Ik ben onschuldig, weet je nog?

*(Hij pakt de appel en neemt er een hap uit). *

Adam
En nu niet meer.
(pauze)
Dus zo voelt schuld. Vreemd. Niet onplezierig.

Eva
Vreemd hè? Alsof je anders bent en toch dezelfde. Het tintelt.
(pauze)
Hoe ga je me straffen?

Adam
Ik weet het niet. Ik heb je nog nooit gestraft. Het moet onplezierig zijn.

Eva
Voor jou of voor mij?

(ze zijn even stil)

Eva
Weet je nog toen we laatst door het bos liepen? Je hield een tak voor me opzij, maar je liet hem schieten. Hij raakte mijn arm. Dat was onplezierig. Het deed pijn.

Adam
Zou dat straf zijn? Dat iets pijn doet?

Eva
Ik weet het niet. Ik denk het.

(Ze loopt naar een wilgenboom en plukt er een twijg).

Zo eentje was het.

Adam
En daarmee zou ik je pijn moeten doen? Daarmee zou ik me moeten…

Eva
…Slaan. Ik denk dat dat het woord is.

(Pauze)

Adam
Denk je dat Hij…

Eva
Hij zal boos zijn. Hij zal eisen dat ik het voel. Dat het pijn doet. Dat het onplezierig is. Wie weet wat hij anders zal doen, met jou, mij. Ons.

Adam
Waar zal ik je slaan?

Eva (denkt na)
Toen je me vanochtend beminde, toen streelde je hand mijn achterste. Dat voelde goed. Sla me daar.

Adam
Op je achterste.

Eva
Ja.

(Eva buigt zich voorover)

Doe het omdat je van me houdt. Opdat Hij ziet dat ik gestraft ben, en Hij me hier laat.

(Adam heft aarzelend de twijg).

Ik hou van je.

(Hij slaat haar. De twijg laat een striem achter op haar billen. Ze kreunt).

Adam
Zou dit genoeg zijn?

Eva
Vast niet. Ik voel nog schuld. En Hij weet alles wat ik voel.

(Adam slaat haar opnieuw).

Eva (kermt zachtjes)

Je moet het harder doen. Harder!

*(Adam begint haar nu in een regelmatig tempo op haar billen te slaan. Langzaam beginnen de striemen zich af te tekenen. Eva moet moeite doen om in haar positie te blijven staan. Geen van beiden heeft door dat God is verschenen: een wat oudere man, die zich voor de gelegenheid in een beestenvel heeft gehuld. Het staat hem overduidelijk niet). *

God
Wat zijn jullie aan het doen?

(Adam laat de twijg zakken, en Eva komt beschaamd overeind. Ze wrijft voorzichtig over haar billen, alsof ze betrapt is bij iets intiems).

Eva
Hij straft me.

God
Waarom dat in vredesnaam?

Adam
Eh… het begon met een appel, en ineens… eh…

Eva
Hij deed het omdat we dachten dat U boos zou zijn…

God
…Vanwege die appel

Eva
Ja. En we dachten, als Adam me straft, dan hoeft U het niet meer te doen. En dus…

God
Stop maar. Ik weet het.

(Hij aarzelt even).

De boom van Kennis van Goed en Kwaad is een boom die je kennis geeft. Inzicht. Ervaring. Hij vernietigd je onschuld. Het was niet om jullie te pesten dat ik zei dat jullie er niet van moesten eten. Ik wilde jullie beschermen. Beschermen tegen sommige ervaringen. Maar goed, jullie hebben ervan gegeten, en (hij kijkt naar Eva’s achterste).. wie haar billen brandt… Jullie weten dingen over schuld en boete die ik jullie had willen besparen. Jullie zijn je onschuld kwijt. En wat erger is, jullie kennen…lust…. (Hij wendt zich tot Eva) Eva, ik weet dat toen Adam je strafte, dat je toen dingen voelde… bij jezelf…. en Adam, jij ook… je vond het prettig. Je zag haar billen, je voelde de twijg in je hand… Je hoeft niks te zeggen. Ik ben God. Ik ken je. Ik had jullie voor de lust willen sparen, maar het is gegaan zoals het gegaan is.

Adam
Maar waarom hebt U die boom hier…

God
Hij was er. Toen ik deze tuin maakte heb ik alles overdacht. De beken, de bomen, waar licht moest zijn, waar schaduw. Ik heb elke bloem in deze tuin persoonlijk voor jullie geplant,op plekken waarvan ik dacht dat het daar de beste plek was. En toen ik klaar was toen stond ineend die boom daar. Ik dacht eerst dat het een foutje was, dat ik iets dubbel had gedaan. Maar hij stond er, en ik wist dat deze boom gevaarlijk zou zijn. Daarom mochten jullie er nooit van proeven. Nooit! Maar goed, het is gebeurd.

Eva (loopt naar God toe en kust hem)

We gaan.

God
Wat?

Eva
We gaan . Ik wil hier niet meer zijn.

Adam
Waarom?

Eva
Ik voel me hier niet veilig. Ik ben bang. Niet voor jou lief, maar wel voor… voor alles hier. (Ze kijkt naar de slang die al die tijd rustig in het gras heeft gelegen). Voor hem. En voor Hem. (Wijst naar God). Ik ben schuldig, ik zal het lange, lange tijd blijven , misschien mijn dochters ook, maar zo zal het zijn. Wij horen hier niet meer.

God
Maar ik wil jullie niet kwijt!

Eva
Dat bent U al. Als U ons de weg naar de uitgang kunt wijzen…

(God zucht. Er verschijnt een engel met een vlammend zwaard die probeert om onverbiddelijk naar de uitgang te wijzen, maar het duidelijk met veel tegenzin doet. Eva loop resoluut in de richting van de uitgang. Adam volgt haar, aarzelend, een paar keer achterom kijkend).

God
Adam!!

Adam
Ja , Heer?

God
Vergeet dit niet. (Hij raapt de twijg op en gooit het maar Adam. Adam vangt hem, aarzelt even, en loopt dan -de twijg in de hand- Eva achterna).

God (roept hem na)
Veel plezier ermee!!

(Hij loopt de andere kant op. Dan stopt hij, alsof hem iets te binnen schiet, loopt een paar passen Adam en Eva achterna, en roept)

En trek wat warms aan!!