De volgende dag schrikt Sanne wakker van haar wekker. Met een diepe zucht rolt ze van haar buik op haar rug. Dan komen de eerste gedachten aan gisteren binnen en van schrik duwt ze zich met haar handen een klein stukje van het bed. Geen druk op haar billen, dat is vast nog heel gevoelig! Opeens beseft ze dat ze helemaal geen pijn voelt. Voorzichtig glijdt ze met haar vingers onder haar achterwerk. Het lijkt niet meer zo gevoelig te zijn. Behoedzaam gaat ze op haar zij liggen en kijkt ze achter zich. Het ziet er ook niet rood uit, in feite heel normaal eigenlijk. Ze waagt het erop en gaat rechtop zitten. Huh, dat voelt beter dan ze had verwacht. Ze staat op en drukt haar wekker uit. Vanavond moet ze even op zoek naar een andere zender, want dit stokoude nummer draaiden ze gisteren ook al. In de spiegel bekijkt ze haar achterkant. Het ziet er eigenlijk wel goed uit! Wat een wonderspul is die sheaboter, dit had ze al veel eerder moeten weten! Ze gaat op zoek naar het bakje waar misschien nog wat restjes inzitten. Nergens te bekennen. Nou ja, ze weet ook niet meer precies wat ze gisteren allemaal nog gedaan heeft voor het slapengaan. Ze kan het Nadine wel even vragen, voor de volgende keer die er natuurlijk niet zal komen als het aan haar ligt.
Ze pakt een rood jurkje uit de kast en kleedt zich aan. Vervolgens kamt ze haar haar en loopt ze naar de eetzaal. ‘Dinsdag: Chili con carne’ leest ze op het bord. Blijkbaar is het te veel moeite om netjes de dag van vandaag en het nieuwe dagmenu op te schrijven. Ach ja, wanneer je minimaal betaalde en minimaal gekwalificeerde krachten inzet, kun je ook niet meer verwachten, relativeert ze. Met de ingrediënten voor haar bakje yoghurt en haar glas jus op het dienblad rekent ze weer woordeloos af. Vandaag moet ze dus alle mensen in het dorp met een abonnement dat met haar is afgesloten langs om excuses aan te bieden. Ze houdt er helemaal niet van om excuses aan te bieden. Ja, het komt er makkelijk uit als het nodig is om ergens onderuit te komen. Dat is hier niet het geval. Ze heeft wel spijt, maar dan met name dat ze betrapt is. Ze moet het gewoon iets slimmer aanpakken, allemaal. Het computersysteem in de bibliotheek kunnen ze vast monitoren, of ze doen het via de wifi in het kamp. Het is vast allemaal niet legaal onder de datawetgeving, maar bij de rechter heb je vast geen sterke zaak als je aangeeft dat je administratie van de wurgcontracten op illegale wijze is gelekt in de gevangenis waar je vastzat voor eerdere, soortgelijke vergrijpen. Hoe ze dat slimmer aanpakken gaat doen, is voor later. Vandaag volgt eerst haar gang naar Canossa.
Ze zet haar dienblad weer in het rek en ziet dat, net als gisteren, een gevangene met zijn handen tegen de muur wordt gezet nadat hij met een dienblad gegooid heeft. Sterker, het lijkt wel dezelfde gevangene als gisteren! Hoe dom kun je zijn zeg? Als je er gisteren niet mee wegkwam, waarom zou het dan vandaag wel lukken? En wat schiet je er überhaupt mee op? Ze krimpt wel even in elkaar als ze de eerste klappen ziet neerkomen. De herinneringen aan gisteren zijn nog vers, ook al voelt ze er niets meer van. Ze loopt naar buiten en bedenkt dan dat ze geen fruit heeft. Met een zucht draait ze zich om en haalt nog even twee appels, die ze keurig afrekent.
Op weg naar de poort van het kamp komt ze weer langs de moestuin waar ze tot gisteren nog een gratis tussendoortje wist te scoren. Plots komt Jamie op haar af gestapt. “Sanne, ik heb wat aardbeien voor je apart gehouden” zegt hij enthousiast. Ze geloof haar oren niet. “Sst, gek, wat doe jij nou, je hebt toch gezien dat ik daar gisteren voor gestraft ben!” bijt ze hem toe. Hij kijkt haar met een niet-begrijpende blik aan. Ongelofelijk, wat is die gast dom. Opeens voelt ze een hand op haar schouder. “Dus jij zorgt ervoor dat hier elke dag de aardbeien verdwijnen met je smoesjes over daklozen, kleine dievegge!” Ze draait zich om en kijkt recht in de ogen van de bewaker die haar gisteren ook al gestraft heeft.
Ze weet even niet wat ze moet zeggen. Wat gebeurt hier precies? Waarom doen Jamie en deze bewaker zo raar? “Je hebt niks te zeggen he? Blijf staan!” beveelt de bewaker. Ze ziet hoe hij weer een tak afbreekt en van blaadjes ontdoet. “Voorover,” beveelt hij als hij terugkomt, maar Sanne weet nog niet hoe ze moet reageren. Ze staat compleet verstijfd, verbijsterd over wat er precies aan de hand is. Pas als hij haar bij haar arm vastpakt, komt ze weer terug op aarde. “Maar je hebt me gisteren al gestraft, ik wil dit fruit niet meer, Jamie kwam het gewoon naar me brengen.” De bewaker kijkt haar geïrriteerd aan. “Ik weet niet wat voor rare smoesjes jij hebt, maar als ik je gisteren al gestraft zou hebben, zou ik dat wel weten. Nu voorover, voor ik je naar de directeur begeleid.”
Al met al snapt ze er nog steeds niets van, maar de directeur wil ze vandaag even niet zien en zeker niet met de mededeling dat ze geweigerd heeft een pak slaag van een van de bewakers te ondergaan. Dat is bij voorbaat al volslagen kansloos, zelfs al was de oorspronkelijke straf nog zo onterecht. Ze geeft zich over en buigt voorover. Alweer voelt ze dat haar jurk op haar rug gevouwen wordt en haar ondergoed wordt strakgetrokken tussen haar billen. Dan komt het verschrikkelijke zwiepen tegen haar billen, haar zitvlak en haar benen. Ze is heel blij dat ze zo goed genezen is na gisteren, want dit doet op zichzelf al weer pijn genoeg! Het lijkt zelfs wel of hij nog langer en harder slaat dan gisteren. Wanneer het eindelijk voorbij is, wrijft ze weer over haar pijnlijke kont en bedankt de bewaker. Wie weet wat er nog gebeurt als ze dat vergeet…
Als de bewaker weg is, loopt ze in gedachten verzonken naar buiten. Ze baalt enorm dat het weer niet gelukt is om zonder straf de dag door te komen. Alleen, hoe komt dat nu eigenlijk? Jamie en die bewaker reageerden echt enorm vreemd, alsof ze gisteren helemaal vergeten waren. In de eetzaal was het bord niet aangepast met het menu van vandaag. En die jongen die zijn dienblad gooide, dat was ook dezelfde jongen als een dag ervoor. Ze loopt door de poort en loopt langs de krantenkiosk. Haar oog valt op de kranten in de etalage. Dinsdag 23 juli staat er, niet alleen op de eerste krant maar op alle kranten. Verward loopt ze naar binnen. “Excuus, welke dag is het vandaag?” vraagt ze de verkoper. “Het is vandaag dinsdag. Zeg, gaat het wel goed meisje?” “Ja, prima,” mompelt Sanne en ze loopt weer naar buiten. Dit kan helemaal niet! Hoe kan het nu dezelfde dag als gisteren zijn? Toch lijkt alles erop te wijzen dat het zo is. Ze lijkt de enige te zijn die weet dat deze dag al een keer geweest is.
Ze besluit de proef op de som te nemen en de huizen af te gaan die ze gisteren heeft bezocht. Als ze fout zit, zal ze er toch langs moeten om excuses aan te bieden en de contracten te ontbinden. Na bij de eerste vier huizen gevraagd te hebben of ze haar herkennen, weet ze het zeker; het is voor de tweede keer dinsdag 23 juli en zij lijkt de enige te zijn die dat weet. Dit levert echter direct weer een hoop nieuwe vragen op. Waarom is dit gebeurd? Is er een bepaalde reden voor? Waarom is zij als enige op de hoogte dat deze dag al is gebeurd? Last but not least: wat nu? Hoe langer ze erover nadenkt, hoe meer ze inziet dat het in elk geval een kans is om het slimmer aan te pakken dan gisteren. Tegelijk weet ze dat ze zich hoe dan ook bij de directeur zal moeten melden. Dat bewijs was al verzameld. Onwillekeurig gaan haar handen naar haar billen, die de gevolgen weer zullen moeten dragen.
Contracten afsluiten gaat niet meer, dan laat ze sowieso een digitaal spoor na. Ze besluit naar de kiosk te gaan en zich een kladblok en een pen aan te schaffen. Daarna belt ze aan bij een van de huizen waar ze gisteren, of ja, vandaag, ook al succes had. Ze weet de man des huizes met wat gedraai en knipperen met haar wimpers te verleiden. Deze keer zorgt ze niet voor een afgesloten contract, maar maakt ze een afspraak voor een sponsorloop. Ze kriebelt wat onzinnige gegevens op haar kladblok, terwijl de man zijn portemonnee trekt en haar een flink bedrag aan contant geld uithaalt. Natuurlijk is dit niets vergeleken met de bedragen die ze hier kan verdienen met een goed contract, maar het is nog altijd ruim voldoende om goed van te kunnen leven in dit dorp.
Rond 12 uur stapt ze weer vermoeid het eetcafé van het dorp binnen. Ze bestelt weer een omelet en gaat zitten. Ze kijkt opzij en ziet weer een jongen zitten. Shit, Daan, helemaal vergeten. Ze heeft onmiddellijk door dat het oogcontact voor hem weer een uitnodiging is om bij haar aan te sluiten. Ditmaal besluit ze het gesprek maar uit te zingen. Semi-beleefd antwoordt ze op al zijn vragen, maar ze luistert niet echt naar wat hij te zeggen heeft. Als haar omelet op is, excuseert ze zich. Dat lukt niet zonder een belofte hem de volgende dag weer voor de lunch te ontmoeten. Nou ja, niet erg denkt ze. Als het morgen woensdag is, wimpel ik hem dan wel af. Als het dinsdag is, ben je dit gesprek weer vergeten. Ze lacht van binnen.
Ze besluit niet terug naar de bibliotheek te gaan, maar nog een extra ronde door het dorp te maken om nog wat extra geld binnen te harken. Met zakken die bulken van het briefgeld gaat ze een paar uur later op weg naar haar sportles. In de zaal ziet ze Nadine zitten. Gisteren, of vandaag misschien, hadden ze een hartstikke leuk gesprek gehad, maar nu kent ze haar natuurlijk niet. Tijdens het omkleden merkt ze dat ze ook niet aangesproken wordt. Terugdenkend aan het gesprek van gisteren, beseft ze dat haar billen er nu niet zo erg uitzien omdat ze dat tweede pak slaag heeft weten te voorkomen. Ze probeert nog zelf het gesprek te openen met een halfhartig “Hoi”, maar Nadine zegt alleen hoi terug terwijl ze naar haar schoenen blijft staren.
Tijdens de gymles denkt ze na over wat er gisteren gebeurde. Iemand gooide die bal, al dan niet toevallig precies wanneer zij haar worp plaatste tijdens de eindfase van het trefbal. Ze besluit om het potje weer serieus te spelen, maar dan anders te reageren. Net als ze haar worp wil plaatsen, houdt ze in en plaatst ze een schijnbeweging. Ze kijkt opzij en ziet Nadine een bal recht naar de twee leraren gooien, waarbij de voorste vol in zijn gezicht geraakt wordt. “Jij! Waarom gooide jij die bal naar mijn hoofd!” schreeuwt de leraar terwijl hij met een priemende vinger naar haar wijst. “Ik was het niet!” brengt ze uit. “Ik had deze bal al die tijd vast. Het was Nadine,” zegt ze, en ze wijst naar haar klasgenote. De leraar draait onmiddellijk richting Nadine. “Jij, handen tegen de muur!” schreeuwt hij naar haar. Daarna dient hij de 25 klappen toe die ze zelf eerder heeft gehad.
Na afloop van de les kleedt ze zich uit. Ze ziet af en toe dat Nadine met een blik die kan doden naar haar staart. Ze probeert weg te kijken en stapt onder de douche. Plots ziet ze hoe de andere dames die staan te douchen verdwijnen. Ze probeert om de hoek te kijken waar ze zo snel naartoe gaan, en kijkt dan recht in de ogen van een withete Nadine die dreigend op haar af komt. Ze probeert te vluchten, maar ze kan geen kant op. “Omdraaien en met je handen tegen de muur,” zegt Nadine, terwijl ze met haar gymschoen in de ene hand zachtjes tegen haar andere hand tikt. “Jij gaat merken wat er gebeurt met klikspanen.” Wanhopig probeert Sanne haar situatie nog uit te leggen. “Ik moest wel wat zeggen, anders kreeg ik de schuld!” roept ze uit. “Niks mee te maken, je verlinkt elkaar niet,” gromt Nadine terug. “Nu zet je je handen tegen de muur en accepteer je je straf, anders maak ik je verblijf hier een hel. Ik kan ervoor zorgen dat de directeur je elke dag onder handen neemt. Zeg ‘t maar.”
Sanne ziet geen verdere opties meer en doet wat haar gezegd is. Ze zet haar handen tegen de muur en wacht op de eerste klap. Wanneer die komt, is ze verbaasd over hoeveel pijn het doet. Ze heeft wel eens gehoord dat het meer pijn doet als de billen nat zijn en dat lijkt geen leugen. Verder slaat Nadine met alle kracht en agressie die ze in zich heeft. Haar achterste wordt heter en heter. “Het spijt me, het spijt me, het spijt me,” schreeuwt Sanne uit, tot Nadine eindelijk stopt. “Laat dat een les voor je zijn, niet meer klikken!” zegt ze hijgend. Daarna laat ze Sanne alleen achter in de douche.