Aan het eind van de middag kom je van de bank om het avondmaal voor jou en Paul te maken. Dan hoor je de sleutel in het slot. “Schatje, ik ben thuis!” Enthousiast ren je naar hem toe en vlieg je hem om de hals. “Ik ben ook blij jou te zien,” zegt hij met een lach. Even later zitten jullie aan tafel. “Lekker liefje, waar heb ik dit aan te danken?” “Gewoon, ik ben blij dat je er weer bent!” Je buigt over de tafel en geeft Paul een dikke zoen. Het is niet moeilijk om Paul de rest van de maaltijd over zijn zakenreis te laten praten en zo kun je voorkomen dat het gesprek over je eigen dag gaat. De wijn komt op tafel en jullie praten nog gezellig even door.
Door de wijn voel je je ook wat speelser en je begint Paul uit te dagen. Hij reageert gretig en binnen no time heb je al enkele klappen te pakken. “Pas maar op dat je je niet te veel inspant, liefje. Je wordt er niet jonger op.” Paul blijkt echter sneller te zijn dan je dacht en grijpt je stevig bij je oor. “Zoals je ziet, ben ik nog jong en ‘kwiek’ genoeg. Misschien is het verstandig als je het bad even laat vollopen. Dan heb je even geen tijd voor die opmerkingen van je.”
Je kleedt je uit terwijl het bad zich vult. Voorzichtig voel je met je teen aan het water. Hmm, dat kan nog wel een tikje warmer. Je draait de thermostaat van de kraan omhoog en pakt een van de potjes op de rand om een mooie schuimkraag op het water te maken. Ineens zwaait de deur open. Je kijkt Paul verleidelijk aan, maar hij kijkt vrij streng terug. “Irene, je werd net gebeld door je werk. Omdat je bezig was, heb ik even opgenomen. Ze vertelden met dat je je vandaag ziekgemeld had, kun je zeggen hoe dat zit?” Je loopt direct rood aan. “Euh, ik voelde me niet zo lekker, en ik dacht dat een dagje thuis uitrusten me zou helpen bij het herstel.” Om je betoog kracht bij te zetten kuch je nog even zachtjes. Je merkt dat je halverwege je zin naar je tenen bent gaan staren. Langzaam gaat je blik weer omhoog. Paul staat met zijn armen over elkaar en kijkt niet blij. Misschien had je nog wat moeten werken aan de geloofwaardigheid van je verhaal.
“Dus, jij was ziek vandaag. Voel je je inmiddels beter?” Je twijfelt over wat je moet zeggen. “Hmm, dat wel, gedurende de dag ben ik wel wat hersteld. Ik denk omdat jij er weer bijna was!” Zelfs je enthousiasme lijkt niet direct te helpen. “Wel wat hersteld, dat klinkt nog niet heel overtuigend. Misschien moet ik je even nakijken. Blijf maar even staan.” Zonder nog een woord te zeggen loopt Paul de badkamer uit. Wat zou hij van plan zijn? Dan stapt hij weer naar binnen, met een hele aktetas aan spullen. “Zo, laten we eens kijken of je gezond bent,” zegt Paul vrolijk. Hij pakt een stethoscoop en brengt die naar je borst. “Paul, doe niet zo gek, dat is voor rollenspellen, dat is toch niet echt?” Hij legt het koude metaal op je huid en begint te luisteren. “Je hartslag is gezond, draai je eens om.” Je sputtert nog eens tegen, maar Paul gaat er niet in mee. “We gebruiken dit alleen in de slaapkamer, maar het is gewoon werkend spul dat ik nog eens van Pieter heb gekregen. Afgedankt uit zijn praktijk. Draai je eens om, zei ik.” Langzaam draai je je om en direct daarna voel je hoe Paul naar je longen luistert. “Diep inademen,” zegt hij, en je volgt de aanwijzingen op. Langzaam tast hij verschillende plekken op je rug af om te luisteren. Het voelt paradoxaal, zowel intiem als klinisch en afstandelijk. Je kijkt naar je arm en ziet dat de haren recht overeind staan. Je hebt overal kippenvel.
“Ziezo, geen gekke geluiden, dat is mooi. Draai je maar weer terug en steek je tong even goed uit.” Je vraagt je heel even af waarom je mee gaat in dit soort gekkigheid, maar al gauw herinner je je dat ongehoorzaamheid al vaker slecht is afgelopen. Je steekt je tong uit. Paul pakt je achter in je nek vast en schijnt met zijn andere hand met een zaklampje naar binnen. “Mooi zo, ook je klieren zijn niet gezwollen. Nu mag je je diep voorover buigen, handen op de rand van het bad, zo ja, uitstekend!” Je wordt weer een beetje rood als je bedenkt hoe je daar staat, naakt, met je billen hoog in de lucht. Dan voel je iets kouds tussen je billen. Je wil overeind komen, maar een hand in je rug houdt je tegen. “Blijven staan, meisje, even je temperatuur opmeten.” “Maar Paul!” zeg je klaaglijk. Hij wil van niets weten. “Dit is de beste manier. Blijven staan, tenzij je liever hebt dat ik je dwing.” Vol schaamte blijf je staan, met de thermometer die uitsteekt tussen je billen.
Na een eeuwigheid neemt Paul dat onding uit. Je merkt wel dat hij je nog steeds niet overheid laat komen. “36,9, dat is mooi. Geen koorts.” Even laat hij een stilte vallen. “Vertel eens, Irene, was jij vandaag wel ziek, of was dat een smoesje om een dagje vrij te krijgen?” Natuurlijk, je kunt bluffen. Er is geen enkele manier waarop hij zou kunnen bewijzen dat je niet echt ziek was. Alleen, naakt, voorovergebogen, met die hand nog in je rug, voel je je toch iets minder stoer. “Ik was niet ziek, ik wilde een dagje voor mezelf,” zeg je met een klein stemmetje. Paul zucht. “Dat dacht ik wel. Meisje toch, wat onverantwoord. Op jouw leeftijd moet je toch verstandigere beslissingen kunnen nemen. Nou ja, misschien kan ik je daarbij helpen. Blijf zo staan.”
Met die woorden begint hij je te slaan. Ritmisch laat hij zijn hand neerkomen, links, rechts, links, rechts. Al snel begin je het te voelen. Zo voorover gebogen staan je bilspieren goed strak gespannen en kun je de klappen niet goed opvangen. Na een minuut of twee houdt Paul op. Dat lijkt fijn, maar de kans dat hij nu al klaar is, is miniem. In je ooghoek zie je hoe hij de badborstel van het haakje haalt en je grijpt de rand van het bad stevig vast. Paul gaat weer achter je staan en tikt een aantal keer zachtjes tegen de onbeschermde huid. Dan laat hij de borstel hard neerkomen. Je zuigt de adem naar binnen. Wat doet dat rotding toch altijd veel pijn! Paul neemt een lange pauze, maar dan is ook de andere bil aan de beurt. Zachtjes jammer je “auauau”, maar tot genade leidt het niet. Langzaam bewerkt hij het hele oppervlak met lange klappen. Je voelt hoe de pijn diep doordringt en zich in je spieren nestelt.
Na twintig klappen voel je hoe zijn hand van je rug wordt gehaald. “Zo, halverwege,” zegt hij terwijl je overeind komt. Je wil protesteren, maar houdt je in. “Weet je, ik heb me altijd al afgevraagd of er waarheid zit in het idee dat je de pijn op natte billen beter voelt. Aangezien we dit bad toch hebben, kunnen we die theorie meteen eens testen.” Je kijkt hem aan en je weet dat je niet veel keus hebt. Met een zucht stap je in het bad. Paul geeft je een spons aan. “Maak je billen maar eens goed nat.” Je voelt je wangen weer rood worden. Met de ogen van Paul op je gericht pak je de spons aan en vult deze met water. Dan haal je de spons over je billen. Het voelt nu wel oké, al is het warme water niet echt verkoelend. Paul schudt zijn hoofd als je de spons wil teruggeven. “Doe nog maar een paar keer.” Nadat je je achterste nog een aantal keer goed nat hebt gemaakt, neemt Paul de spons aan en gebiedt hij je weer voorover te buigen.
Bij de eerste klap weet je het al: er is niets aan het verhaal gelogen. De huid begint overal te tintelen. “Stop maar, Paul, ik weet het al, dit doet veel meer pijn!” Voorspelbaar genoeg neemt Paul daar geen genoegen mee. “Een goed experiment heeft herhaling nodig.” In hetzelfde tempo als hiervoor laat hij de klappen neerkomen. Met je kaken op elkaar weet je door de pijn heen te bijten. Op het einde staan de eerste tranen in je ogen. Gelukkig laat Paul je dan weer overeind komen. “De volgende keer dat je een dagje voor jezelf wil, gewoon vakantie opnemen, hè!” zegt hij terwijl hij je in een knuffel neemt. Waarschijnlijk is dat wel het beste, ja …
Terug naar het hoofdmenu