Liezes nieuwe job (6)

Ze wordt wakker als haar wekker afgaat. Gek, ze had gedacht dat ze een vreselijke nacht tegemoet ging, vol woelen en piekeren, maar ze herinnert zich niets meer sinds haar hoofd het kussen raakte.

Inmiddels weet ze nog steeds niet wat ze moet doen. Misschien heeft ze alles maar gedroomd, denkt ze plots hoopvol. Helaas, ze weet beter. Zoiets kan zelfs het meest bizarre onderwustzijn niet verzinnen.

Werktuigelijk begint ze zich aan te kleden. Wat moet ze anders? Ze heeft geen plan. Ze heeft wel elke maand een paar honderd euro huur te betalen, elektriciteit, water, internet, om over eten en kledij nog maar niet te spreken. Dus heeft ze een job nodig. Liefst een goed betaalde job met werk dat ze graag doet. En ook die heeft ze. Alleen moet ze dan wel elke week met de billen bloot om geslagen te worden met een riem, samen met al haar collega’s. En als ze een fout maakt, god weet wat er dan gebeurt. Dat zal ze vandaag gaan merken, beseft ze, terwijl er zich een knoop vormt in haar maag. Zou het veel pijn doen? Die drie slagen met de riem vielen uiteindelijk best mee. Ja, je voelt het wel even, maar de pijn trekt ook snel weer weg. Zou het ook daarbij blijven als ze bij Mark geroepen wordt omdat ze haar scherm was vergeten te ontgrendelen. Ergens betwijfelt ze het. Het was haar op de eerste dag heel duidelijk gemaakt hoe belangrijk dit is en hoe zwaar eraan getild wordt als ze het vergeet. En op dag twee vergeet ze het meteen. Lieze kan zich wel voor de kop slaan.

Plots beseft ze dat ze niet meer in termen van “als” denkt. Haar besluit lijkt genomen.

Uit gewoonte smeert ze een boterham, maar de eerste hap blijft al meteen in haar keel steken. “Dan maar zonder ontbijt,” mompelt ze. Ze raapt haar spullen bij elkaar, sluit de deur af en loopt naar het station om de trein te nemen. Ze gaat werken.

“Je bent er!” Elke vliegt haar om de hals als ze Lieze ziet binnenkomen. “Ik wist het wel!” verkondigt ze, terwijl ook haar andere collega’s haar komen begroeten. Het overdondert Lieze een beetje. Waar ze tot nu toe wat afstandelijk tegen haar waren geweest, verdringen haar collega’s zich nu om haar te kunnen knuffelen. “Welkom bij de groep!” roepen ze.

“Ok ok, zorg dat ze kan blijven ademen,” klinkt plots Marks stem boven alles uit.

Lieze verstijft. Tine geeft haar een kneepje in de hand. “Rustig maar,” knipoogt ze.

“Goeiemorgen iedereen,” zegt Mark.

“Goeiemorgen Mark,” antwoorden Liezes collega’s braaf in koor. Lieze mompelt maar wat mee. Ze voelt zich er opgelaten onder.

Mark trekt een wenkbrauw op en kijkt haar aan. “Daar zullen we nog aan moeten werken,” bromt hij. Hij geeft haar een vriendelijke knipoog.

“Hop, aan het werk!” commandeert hij dan.

De groep stuift uiteen, elk gaat naar haar eigen werkplek.

“Ik krijg maar geen hoogte van hem,” fluistert Lieze, na eerst over haar schouder te hebben gekeken om te zien of Mark niet meeluistert.

“Ach, hij kan soms wat intimiderend doen, maar dat vindt hij juist leuk. Het is een spelletje voor hem,” vergoelijkt Tine.

“Hij is echt de kwaadste niet,” beaamt Sandra. “Eigenlijk is hij gewoon een dropje.”

“Behalve als hij in je oor knijpt,” grijnst Tine.

“Dat was een berekend risico!” verdedigt Sandra zich.

“Ik moet straks nog bij hem komen,” zegt Lieze zenuwachtig. “Of zou hij het vergeten zijn?” Hoopvol kijkt ze naar Tine en Sandra die hun hoofd schudden. “Hij mag dan al een dagje ouder zijn en nog een man op de koop toe, dit soort dingen vergeet hij helaas niet.”

“Het zal vast meevallen,” troost Tine haar, als ze Liezes angstige gezicht ziet.

“We hebben het allemaal al een paar keer meegemaakt. Het doet even pijn, maar je overleeft het wel,” zegt ook Sandra nogal bot. Tine kijkt haar verwijtend aan.

Meer tijd om haar gerust te stellen is er niet, want dan verschijnt Mark vanachter de plant. “Lieze, kom je even mee?” vraagt hij. Het klinkt niet onvriendelijk en hij glimlacht er zelfs bij. Zenuwachtig loopt ze achter hem aan. Ze lopen het landschapsbureau door, langs de tafel waar ze gisteren nog met de billen bloot ging. Een nerveuze kriebel trekt door haar buik als ze eraan terugdenkt. Dan lopen ze Marks kantoor binnen. Hij doet de deur dicht. Lieze kijkt om zich heen. Het is een sober bureau met witte muren. Links zit er tegen het plafond aan een lang uitgerekt raam waar je enkel de blauwe lucht buiten door kunt zien. Er zal alvast niemand naar binnen kunnen kijken om getuige te zijn van haar straf, bedenkt Lieze opgelucht.

“Ga zitten,” zegt Mark, wijzend naar een houten stoel voor het smetteloos witte bureau. Op de hoek liggen een paar paperassen netjes op een stapeltje. Er staat ook een pennenhouder met een vijftal balpennen en drie potloden in, maar verder is het bureau op de computer na leeg. Zelf gaat Mark niet zitten, maar leunt hij tegen het bureau aan, zodat hij dichtbij en boven haar staat. Zenuwachtig kijkt ze naar hem op.

“Hoe gaat het?” vraagt hij. “Kun je wat wennen, na je eerste twee dagen?”

Lieze knikt stom. “Bevalt het werk je?”

“Ja,” zegt ze zachtjes. “Het is … Ik bedoel …” Ze komt niet uit haar woorden, maar Mark geeft haar geduldig de tijd om zich te herpakken. “Het is allemaal erg boeiend. Ik moet me nog inwerken natuurlijk, maar ik denk dat ik het werk echt leuk zal vinden.”

“Mooi zo,” glimlacht hij. “Ik ben blij dat te horen.”

“En de collega’s, schiet je daar wat mee op?”

Nu knikt Lieze geestdriftig. “O ja, iedereen is erg aardig.”

“Ja, we zijn een hecht team,” zegt Mark peinzend. “Bepaalde, eh, dingen die je samen meemaakt, zorgen toch voor een sterkere band.”

Lieze voelt dat ze rood wordt. Mark kijkt haar aandachtig aan. “Daar kun je je misschien wel iets bij voorstellen?” informeert hij dan.

Schaapachtig knikt ze. Ja, die verbondenheid met haar collega’s had ze wel gevoeld. Ze waren echt een team. En zij hoorde daar nu bij! Een warm gevoel verspreidt zich door haar hele lichaam.

“Ik ben blij dat je besloten hebt om vandaag terug te komen werken,” gaat Mark na een kleine pauze verder. “Ik zie iets in je, ik denk echt dat je talent hebt voor deze job.” Opnieuw bloost Lieze, maar dit keer van genoegen.

“Het was jammer geweest als je door bepaalde, eh, factoren was afgehaakt.” Hij zwijgt even. Lieze staart nerveus naar de puntjes van haar schoenen.

“Daarover gesproken, wij hebben nog iets te bespreken, nietwaar?” Zijn stem klinkt plots anders. Nog steeds vriendelijk, maar ook, scherper. Nee, strenger. Zijn blik brandt op haar, maar ze durft niet opkijken.

“Het is heel belangrijk om je scherm altijd te vergrendelen als je van je bureau weg gaat. Je weet nooit wie er anders aan je computer kan, om dingen te wijzigen waar jij dan de schuld van zou krijgen. Of om dingen te zien die hem of haar nog niets aangaan.”

Lieze kijkt nog steeds naar haar schoenen, maar nu voelt ze Marks vinger onder haar kin, waardoor ze haar hoofd wel moet oprichten om hem aan te kijken.

“Begrijp je dat?” vraagt Mark.

Ze wil knikken, maar de vinger onder haar kin laat haar niet toe om haar hoofd op en neer te bewegen.

“Ja,” zegt ze daarom. Het klinkt eerder als een schor gefluister.

“Met twee woorden spreken meisje.”

Ze kijkt hem niet-begrijpend aan.

“Ja Mark,” zegt hij geduldig.

“Ja Mark,” herhaalt ze timide.

“Mooi zo. Goed, dan zullen we de boodschap nu even inprenten. Je hebt er vast wel enig idee van hoe we dat zullen doen?”

“Ga je me weer slaan?” vraagt Lieze bang.

“Sta maar even recht,” wenkt hij, terwijl hij op de stoel naast haar gaat zitten.

Nerveus doet ze wat hij zegt. Moet ze nu voorover buigen over het bureau? Ongemakkelijk kijkt ze hem aan om te zien wat hij van haar verwacht.

“Doe je broek maar naar beneden.”

Ze slikt even. Gisteren was het al vernederend genoeg dat deze man, die uiteindelijk toch 20 jaar ouder was dan zijzelf, en nog een vreemde, haar blote billen te zien kreeg, maar toen had ze tenminste nog de steun van haar collega’s. Toen was ze niet alleen. Nu staat ze echter in haar eentje voor hem, terwijl ze langzaam haar knoop lospeutert, de rits opentrekt en haar broek naar beneden schuift.

“Je onderbroek ook”, gebiedt Mark. “Toe maar, het is ok,” moedigt hij haar aan als ze even aarzelt.

Heel langzaam trekt ze met één hand haar onderbroek naar beneden, terwijl ze met de andere hand haar schaamstreek probeert te bedekken. Mark lijkt hier echter niet in geïnteresseerd te zijn. Meteen als haar onderbroek rond haar knieën hangt, neemt hij haar arm vast en trekt hij haar voorover over zijn knie.

Lieze slaakt een gilletje van schrik.

Mark legt zijn linkerhand over haar heupen en houdt haar zo stevig vast. Zijn rechterhand rust midden op haar billen.

“Omdat je hier nog maar pas werkt en dit de eerste keer is, zullen we rustig aan doen. Maar ik wil wel even mijn boodschap duidelijk maken. Vertel me maar eens of je nog weet waarom je hier nu zo ligt.”

Even wordt het blanco in Liezes hoofd. Ze moet nog verwerken dat ze bij haar baas over de schoot ligt, met de billen bloot en dat hij haar zo meteen echt gaat slaan. Een harde klap op haar rechterbil haalt haar uit haar overpeinzingen. “Auw!” Ze wil overeind schieten, maar de arm over haar heupen houdt haar tegen.

“Wel,” herhaalt Mark, “waarom lig je hier?”

“Omdat ik mijn computer vergat te vergrendelen,” zegt Lieze snel.

“Goed zo. Dan zullen we er nu even voor zorgen dat je dat voorlopig niet meer vergeet.” In een snel tempo begint hij afwisselend op haar linker- en rechterbil te slaan. Na de schrik van de eerste klappen beseft Lieze dat het al bij al wel meevalt. Haar billen worden goed warm, maar de pijn is nog te houden. De vernedering van hier halfnaakt over de schoot van een veel oudere man te liggen terwijl hij haar slaat, is een stuk erger.

“Maak ik al indruk?” vraagt Mark plots.

“Ja, ja!” roept Lieze snel. Zou het voorbij zijn? Ze hoopt van wel.

“Blijkbaar niet, want anders zou je wel doen wat ik zeg en met twee woorden spreken.”

“Opnieuw landt zijn hand op haar billen, maar dit keer lijkt hij een tandje bij te schakelen. “Auw, auw, auw!” jammert ze. Ze kan het niet helpen. Dit doet nu toch wel echt pijn!

“Zul je voortaan je computer vergrendelen?” vraagt Mark, elk woord kracht bijzettend met een extra harde klap op haar zitvlak.

“Ja, ja Mark!” roept Lieze.

“Mooi zo. Kom maar overeind.”

Geheel onelegant laat ze zich van Marks schoot glijden. Ze wrijft verwoed over haar brandende billen, waarbij ze even vergeet dat hij zo vol zicht krijgt op haar voorkant. Snel brengt ze haar beide handen naar voren, maar Mark heeft zich al afgewend en is om het bureau heen gelopen. “Kleed je maar weer aan.”

Zwijgend trekt ze haar onderbroek en haar broek omhoog.

“Je kunt gaan,” zegt Mark als ze zichzelf gefatsoeneerd heeft. “En Lieze?” vraagt hij als ze de klink al in één hand heeft. Ze draait zich om, maar kijkt hem niet aan, dat durft ze niet. “Ik ben trots op je.” Nu kijkt ze hem wel aan, verward door wat die woorden met haar doen. “Ik weet hoe heftig dit is, als je hier nooit eerder mee in aanraking bent gekomen en je doet het supergoed. Ik weet zeker dat je hier zult floreren.”

Verlegen kijkt ze opnieuw naar de grond. “Dank je,” stamelt ze. Mark trekt een wenkbrauw op. De sfeer wordt weer even gespannen. “Dank je Mark,” herstelt ze zich snel. “Goed zo,” glimlacht hij. “En nu weer aan het werk!”

Snel loopt ze zijn kantoor uit.

Liezes nieuwe job (5)

Het is stil. Anders is er altijd wel ergens geroezemoes te horen, maar nu weerklinkt alleen het geluid van vingers op een toetsenbord en af en toe voetstappen als er iemand langsloopt. Lieze heeft geen woord meer gezegd sinds ze weer op haar werkplek zitten en ook Tine en Sandra zijn stil, al werpen ze regelmatig een broedende blik op haar. Een paar keer doet Sandra haar mond open, maar telkens sluit ze hem weer. Lieze is er haar dankbaar voor. Ze heeft tijd nodig. Om te begrijpen wat er gebeurd is en om te bepalen hoe ze zich daarbij voelt.

“Kom, het is tijd,” zegt Tine. “Ga mee iets drinken.”

Lieze schudt haar hoofd.

“Jawel, ga mee. Dan kunnen we praten,” geeft Tine aan. “Je moet nu niet alleen zijn.”

“En wat alcohol erin kan vast geen kwaad,” grinnikt Sandra.

“Ik… Goed dan,” geeft Lieze zich aarzelend gewonnen.

Even later zitten ze alledrie aan een tafeltje achterin een donker café.

“Wat wil je drinken?” vraagt Sandra.

“Cola,” antwoordt Lieze.

“Cola? Wil je niet wat sterkers?”

Lieze aarzelt even, maar schudt dan toch haar hoofd. “Cola,” herhaalt ze.

Het blijft stil tot de cafébaas hun drankjes brengt, afrekent en weer wegloopt.

“Hoe gaat het?” vraagt Tine dan zacht. “Best heftig he?”

Lieze knikt.

“Waarom …?” Ze hapert. Er spelen zoveel vragen door haar hoofd dat het niet lukt om er een te isoleren en haar mond de woorden te laten vormen.

Sandra haalt haar schouders op.

“Als je het eenmaal gewend bent, is het niet zo erg,” zegt ze. “En het is wel een hele goede, leuke job.”

Lieze knikt. Ze heeft nog maar twee dagen voor Firma NV gewerkt, maar ze weet nu al dat het moeilijk wordt om ergens anders iets te vinden wat ze even graag zal doen. Wat even boeiend, uitdagend en stimulerend is als haar werk nu. En even goed betaald zal zo goed als onmogelijk zijn.

“Er zijn er die het zelfs leuk gaan vinden,” vertelt Tine. “Kijk maar naar Elke. Waarom denk je dat ze steeds zo’n grote mond opzet?”

Lieze gaapt haar aan. “Wil ze … Wil ze dat hij haar …” Ze kijkt even om zich heen. “Slaat,” fluistert ze dan.

Sandra knikt. “Ja, die heeft het gewoon af en toe nodig.”

Lieze schudt haar hoofd. Ze snapt er niets van. Dan herinnert ze zich weer hoe brutaal Elke deed tegen Mark toen ze de eerste keer het bureau binnenstapte. En Marks raadselachtige reactie. Die meeting, dat hield vast in dat hij haar ging slaan!

“Vinden jullie het niet vreselijk vernederend?” flapt Lieze er dan uit.

“Een beetje wel natuurlijk,” antwoordt Tine. “Maar het hoort er gewoon bij.”

“En we zitten allemaal in hetzelfde schuitje,” vult Sandra aan. “We zijn wel een hecht team hoor.”

Dat had Lieze inderdaad al gemerkt. Tot nu toe lijken er geen vuile kantoorintriges te spelen en biedt iedereen elkaar een helpende hand waar nodig.

“Het smeedt een band, letterlijk samen met de billen bloot,” grinnikt Tine.

“En nu hoor je er echt bij, ben je een van ons!” roept Sandra blij.

“Tenminste, dat wil je toch nog wel?” vraagt Tine. Haar twee collega’s kijken Lieze verwachtingsvol aan.

“Ik … Ik weet het niet.”

Het blijft stil.

“Het is nogal veel. Maar … Zoals je zegt, het hielp wel dat het voor iedereen hetzelfde was.” Lieze vindt het moeilijk om dit te verwoorden. “Hadden ze me dit tijdens het sollicitatiegesprek verteld, dan was ik weggelopen.”

Tine knikt: “Ja, natuurlijk, zo zou iedereen reageren. Daarom vertellen ze je dat dan nog niet. Je moet het meemaken, het een kans geven.”

“Maar op het moment zelf,” gaat Lieze aarzelend verder, “voelde het ergens …”

Dit is moeilijk in woorden te gieten. Natuurlijk had ze zich diep geschokt gevoeld toen ze al haar collega’s in hun blote billen op een krukje zag knielen en nog meer toen Mark zijn riem uithaalde en die billen begon te slaan, maar er had ook een soort groepsgevoel en verbondenheid in de ruimte gehangen die ze nooit eerder had ervaren. Daar had ze zichzelf niet buiten willen plaatsen en daarom was ze overstag gegaan en had ze ook haar broek naar beneden gedaan, haar billen ontbloot en die geknield aangeboden aan haar teamleader, zodat hij ze met zijn broeksriem kon kastijden.

Ze had het wel gevoeld natuurlijk, maar echt pijn deed het niet. Het brandde even, maar op een of andere manier was dat geen onaangename sensatie geweest.

“Misschien moet ik toch maar even een wijntje nemen,” zegt Lieze dan. Ze is in de war. Gaat ze morgen echt terug naar kantoor? Om volgende week opnieuw tijdens de teammeeting met de billen bloot te moeten voor drie slagen met de riem? Ze overweegt het in elk geval.

“Wat gaat er morgen gebeuren, als ik bij Mark moet komen?” vraagt ze plots.

Sandra en Tine kijken elkaar even aan voor ze antwoord geven.

“Dan krijg je een pak slaag,” zegt Tine dan rustig. Een kriebel schiet door Liezes buik bij het horen van die woorden. Ze is zenuwachtig, bang, maar er is ook een ander gevoel. Opwinding? Nee, dat kan niet …

“Maar hij zal je vast niet te hard aanpakken, aangezien je nieuw bent,” stelt Sandra haar gauw gerust.

Lieze knikt.

“Wil dat zeggen dat je terugkomt?” vraagt Sandra gretig.

“Ik denk het,” zegt ze zachtjes. “Maar nu ga ik naar huis. Ik … Ik moet even alleen zijn geloof ik.”

“Natuurlijk, je hebt veel op je bord gekregen vandaag.” Tine staat recht en geeft Lieze een knuffel. Sandra doet hetzelfde.

Het ontroert Lieze. Ze kent deze twee mensen nog maar nauwelijks en toch zijn ze zo lief voor haar, geven ze haar zoveel steun.

“Bedankt,” zegt ze, met haperende stem. Dan loopt ze het cafeetje uit.

“Tot morgen!” roept Sandra haar na.

Liezes nieuwe job (4)

Om 14u is het eindelijk tijd voor de teammeeting. Ook tijdens de lunch, die ze samen met haar collega’s nam, werd het duidelijk dat niemand er haar iets over zou vertellen. “Ze zou het wel merken,” was steevast het antwoord.

Al om 13u42 is Lieze er klaar voor. Ze laat het laatste document openstaan, zodat ze kan doen alsof ze nog aan het werk is, maar eigenlijk zit ze enkel nog te wachten. Na een paar keer heen en weer te draaien op haar bureaustoel beseft ze dat dit een irritant piepend geluid maakt en houdt ze er dus maar mee op. Waarom doet iedereen zo geheimzinnig over die teammeeting? Hoe speciaal kan het zijn? Of willen ze haar verrassen met taart of zo, om haar welkom te heten bij het team? Ja, dat zal het vast zijn. Zo stom dat ze dit niet eerder bedacht heeft. Ze doen natuurlijk zo geheimzinnig omdat het een verrassing moet zijn! Hah, ze is hen te slim af. Maar goed dan, ze speelt het spelletje wel mee en ze zal wel doen alsof ze verrast is. Iedereen blij. Tevreden met zichzelf richt ze haar aandacht weer op haar computerscherm.

Eindelijk is het 13u58 en staat Tine recht. “Komen jullie?” vraagt ze.

Ook Sandra zoekt haar spullen bij elkaar. “Laat het gewoon over je heenkomen, ok?” fluistert ze Lieze toe. Tine kijkt haar afkeurend aan en schudt bijna onmerkbaar haar hoofd.

“Komt goed,” glimlacht Lieze naar Sandra. Bijna huppelend loopt ze naar het midden van het landschapsbureau, waar een grote houten tafel staat, omringd door twaalf houten krukjes. Haar computer blijft onvergrendeld achter, het document waar ze net nog in zat te werken staart haar verwijtend na.

Er zitten al vijf anderen aan tafel. Als ook Tine, Sandra en Lieze op en kruk plaatsnemen, blijven er nog 4 legen plaatsen over. Achter een van de vele planten komen er nog drie jonge vrouwen tevoorschijn en als laatste verschijnt Mark. Hij stelt zich op aan het hoofd van de tafel, waar ook een whiteboard staat, maar gaat niet zitten.

“Welkom op onze wekelijkse teammeeting,” kondigt hij aan. Hij kijkt vriendelijk naar Lieze, die wat nerveus teruggrijnst.

“Eerst en vooral moeten we natuurlijk ons nieuwste teamlid verwelkomen, nadat ze gisteren werd goedgekeurd door de bedrijfsarts.”

Lieze schrikt en voelt hoe ze rood wordt. Hoeveel weet Mark? Dat Tine en Sandra precies leken te weten hoe het er bij de controlearts aan toe was gegaan, is één ding, maar haar twintig jaar oudere, mànnelijke teamleader hoeft dat echt niet te weten…

Met twinkelende ogen praat Mark verder, terwijl Lieze wenst dat ze door de grond kon zakken.

“Jullie hebben haar vast al zien rondlopen en al even kennisgemaakt, maar bij deze maken we het officieel. Tenminste, als je na deze meeting nog voor dit prachtige bedrijf zult willen werken.”

Lieze knikt hartsgrondig. Waarom zou ze dat niet meer willen? Tenminste, het eerste jaar wil ze zeker wel, zolang ze niet terug moet naar die griezel van een dokter. Er staat wel geen taart op tafel en de verwelkoming lijkt voorbij te zijn, want Mark draait zich om om een eerste agendapunt op het whiteboard te schrijven. Wat is dan de verrassing? Geduld, maant ze zichzelf aan. Misschien komt het straks nog. Ze merkt het vanzelf wel.

Tot nu toe lijkt het een heel gewone teammeeting. Projecten worden besproken en taken verdeeld.

“Goed, en dan nu ons traditionele laatste agendapunt,” kondigt Mark aan. “Al denk ik dat we Lieze best even wat uitleg geven.”

Aha, nu zal het komen. Lieze gaat wat rechter zitten en kijkt Mark stralend aan.

“Het zit namelijk zo,” begint hij. “Onze bedrijfscultuur is ietwat… specifiek. Zoals je vast al is opgevallen werken hier voornamelijk jonge vrouwen. We willen jullie een kans geven om voor een grote naam te werken. Waar andere bedrijven niet graat onervaren krachten aannemen, willen wij jullie net opnemen en de kans geven om die ervaring op te doen en te groeien.”

Lieze knikt. Ditzelfde praatje heeft ze ook gehoord tijdens haar sollicitatiegesprek.

“Maar,” gaat Mark verder, “we zijn ook veeleisend. We willen topkwaliteit leveren aan onze klanten en fouten tot een minimum beperken. Helaas is het zo dat werknemers mensen zijn en dat mensen fouten maken. Andere bedrijven dreigen dan met sancties en ontslagen, wij zorgen liever voor onze mensen en houden ze bij. Geven kansen.”

Dat klinkt allemaal goed, waarom begint er zich dan een zenuwachtige knoop in Liezes maag te vormen? Ze is zich ook intens bewust van alle blikken die op haar gericht zijn.

“Daarvoor hanteren we nogal, eh, onconventionele methodes.” Mark pauzeert even. “Onconventioneel, maar het werkt wel. We boeken goede resultaten, de foutenlast wordt tot een minimum beperkt en als er een fout wordt gemaakt, dan wordt de persoon in kwestie daarvoor bestraft, om daarna met een schone lei weer verder te kunnen. Bij ons worden er op de jaarlijkse evaluatiegesprekken géén oude koeien uit de sloot gehaald. We willen oprecht dat onze werknemers beter worden in wat ze doen en in hoe ze dat aanpakken. Dat moet je goed onthouden: het is jullie belang dat ons voor ogen staat, misschien nog wel meer dan het belang van het bedrijf.”

Waar heeft hij het over? Lieze kan niet meer volgen. Mark spreekt in raadselen. Kan hij niet gewoon zijn punt maken? Nerveus schuift ze heen en weer op haar stoel en haalt ze een hand door haar haar.

“En om de motivatie scherp te houden, sluiten we elke teammeeting op een specifieke manier af. Dit is geen straf, maar het biedt je wel een perspectief op hoe de straf eruit zal zien, mocht je ooit een fout maken. Elke week krijgt iedereen daar een voorproefje van, om gemotiveerd te blijven dus.”

Mark doet zijn mond open om verder te praten, maar Elke onderbreekt hem: “Mark, je ratelt. Begin er nu maar gewoon aan, dan kunnen we weer aan het werk.”

Even lijkt Mark van zijn stuk gebracht, dan knikt hij. “Goed, meisjes, neem de positie maar aan.”

Rondom Lieze staat iedereen recht. Haar mond valt open als ze ziet dat broeken omlaag geschoven worden en onderbroeken volgen. Dan knielen haar collega’s een voor een neer op de krukjes en steunen ze met hun armen op de tafel.

“Toe maar,” knikt Tine haar toe.

Lieze kijkt haar in paniek aan. Moet zij ook met de billen bloot?

“Het is ok,” zegt ook Sandra. “We doen het allemaal, kijk maar. Het komt goed.”

Langzaam staat Lieze recht. Alle anderen zitten intussen geknield op hun krukje, de billen bloot. Enkel Mark staat nog steeds het whiteboard. Hij kijkt Lieze aandachtig aan. Als in een droom brengt Lieze haar handen naar de knoop van haar broek. Gisteren vond ze het al zo genant om zich uit te kleden voor een arts, nu staat ze op het punt om haar broek uit te trekken waar al haar collega’s en haar teamleader bij zijn. Met schokkende bewegingen trekt ze haar broek omlaag. Haar onderbroek komt vanzelf een deel mee naar beneden. Even aarzelt Lieze nog, dan trekt ze de dunne stof helemaal omlaag, tot net onder haar billen. Snel gaat ze op haar knieën op het krukje zitten, zodat haar voorkant tenminste niet voor iedereen zichtbaar is. Net als de anderen legt ze haar voorarmen op de tafel. Ze staart strak naar het tafelblad, durft niet op te kijken.

Tine geeft haar een bemoedigend kneepje in haar hand.

“Goed zo,” zegt ze. “Je kunt het best.”

Een zwiepend geluid klinkt door de ruimte. Als Lieze voorzichtig vanuit haar ooghoeken opkijkt, ziet ze dat Mark zijn riem uit zijn broek heeft getrokken. Hij gaat toch niet ook zijn broek uitdoen, denkt ze in paniek. Maar nee, daar maakt hij geen aanstalten toe. Hij vouwt de riem dubbel en loopt ermee naar de eerste in de rij, Elke. Hij gaat schuin achter haar staan en brengt de riem naar achteren. Dan slaat hij toe. Het geluid van leer op vlees galmt door de kamer. En nog eens. En nog eens. Dan schuift Mark een paar passen op, tot hij naast de volgende persoon staat, die eveneens drie slagen met de riem krijgt.

Verstard en niet in staat om haar blik af te wenden kijkt Lieze toe. Sláát hij hen? Is dit de straf die je krijgt als je een fout maakt? Een pak slaag? Met Marks riem? En elke teammeeting ook?

Intussen is Mark aanbeland bij Tine. Woesh, doet de riem. Woesh. Woesh.

Dan komt Mark naast haar staan.

“Zet je schrap,” zegt hij. Tine pakt haar ene hand vast, Sandra de andere. Ze kijken haar aan. “Je kunt dit,” zeggen ze. Lieze knikt. Dan haalt Mark uit. De riem landt op haar billen.Het brandt. Heel erg. Ze hapt even naar adem. Dan komt de volgende slag al. Ze knijpt hard in de handen van haar collega’s. De laatste slag. Lieze ademt zwaar uit. Sandra laat haar hand los. Zij is nu aan de beurt. Maar Tine streelt met haar vingers over Liezes hand. “Goed gedaan,” fluistert ze,” terwijl de riem ongenadig op Sandra’s achterwerk landt. Zij is de laatste.

Mark stopt zijn riem terug in zijn broek.

“Goed, terug aan het werk!” roept hij. Iedereen staat op en trekt haar kleren weer goed. Ook Lieze. Mark komt naast haar staan. “Gaat het?” vraagt hij. Lieze knikt. Ze voelt zich verdoofd. Dit was niét wat ze verwacht had. “Heftig he,” zegt Mark. “Het went. En je bent niet alleen, al je collega’s hier steunen je.”

“Je deed het super,” bevestigt Elke. “Ja,” knikken Sandra en Tine. Ook anderen kijken haar bemoedigend aan of steken hun duim omhoog.

Lieze kan er niets aan doen, maar ze glimlacht. Het is fijn om zich zo gesteund te weten. Haar hoofd tolt. Ze weet niet goed wat ze ervan moet denken.

Mark lijkt het aan te voelen. “Doe nog een uurtje rustig aan, laat alles even bezinken. Als je vragen hebt, dan kun je steeds Tine en Sandra aanspreken en uiteraard mag je ook naar mij komen. Voor gewoon een vraag, zal ik je niet slaan,” knipoogt hij. Hij loopt met hen mee naar hun eigen eilandje. “Het is goed om erover te praten, je collega’s hebben intussen heel wat ervaring met deze manier van werken, je kunt steeds bij hen terecht.” Hij maakt aanstalten om zich om te draaien en weg te lopen, maar dan staat hij met een ruk stil. “Wiens computer is dat?” vraagt hij streng. Hij wijst naar Liezes onvergrendelde computer. Haar hart staat even stil. “De mijne,” mompelt ze dan. “Sorry, ik was hem vergeten te vergrendelen, het zal niet meer gebeuren. Mark kijkt haar streng aan.

“Kom op Mark,” verdedigt Tine haar. “Het is pas haar tweede dag.”

“En op haar eerste dag werd haar héél duidelijk uitgelegd dat de computer altijd vergrendeld moet worden.”

“Nee, Mark, dit kun je niet maken. Ze heeft net haar eerste teammeeting gehad,” probeert ook Sandra.

Lieze staat er maar zo’n beetje bij. Wat gebeurt er? Krijgt ze nu straf? Wil dat zeggen dat Mark haar weer zal slaan? Wil ze dat wel? Maar wat moet ze anders?

“Ik kan het zeker wel maken,” zegt Mark. “Maar niet nu inderdaad. We doen het morgen wel. In tussentijd wil ik jullie twee,” hij kijkt nadrukkelijk naar Tine en Sandra, “er even aan herinneren dat jullie geacht worden Lieze wat op weg te helpen. Dat wil ook zeggen dat jullie er mede voor verantwoordelijk zijn dat ze dit soort fouten niet maakt.”

“Ja Mark,” mompelt Tine.

Sandra biedt wat meer weerstand, maar uiteindelijk slaat ook zij haar ogen neer. “Ja Mark.”

“Goed, Lieze, we zullen het hier morgen nog over hebben.” En dan loopt Mark weg.

Liezes nieuwe job (3)

Moet ze dit gaan vermelden op het werk of niet? Het schaamrood stijgt haar naar de wangen als ze zich voorstelt hoe ze bij de dienst personeelszaken zou aankloppen en de details van haar medisch onderzoek uit de doeken zou doen. Langs de andere kant, als ze niets zegt, kan die dokter gewoon verder zijn gang gaan. Dat mag ze toch niet laten gebeuren?

Zouden ze haar wel geloven? Ze kan altijd de beurse plekken op haar billen tonen … Maar ze kan niet bewijzen dat de dokter het gedaan heeft.

Al de hele ochtend piekert ze erover, maar ze weet nog steeds niet wat ze moet doen. Als ze bij het werk aankomt, dan wordt het probleem voor haar opgelost.

“Hoe ging het bij de controlearts?” vraagt Sandra meteen.

Ondanks dat ze al de hele ochtend aan niets anders kan denken, overvalt de vraag haar toch. “Heeft hij je uitgebreid onderzocht?” vraagt Tine. Sandra grijnst.

Weten ze het?

“Ging het bij jullie ook zo?” vraagt Lieze verbaasd.

De twee knikken.

“Maar…”

“Ik zei het gisteren al, dit is een veeleisend bedrijf. Maar je krijgt er wel wat voor terug.”

“Hij zei dat het elk jaar moet.”

Haar twee collega’s knikken. “Het wordt minder erg, je went eraan.”

Lieze kijkt bedenkelijk.

“Dit wil zeggen dat je straks officieel ingewijd zult worden!” roept Sandra enthousiast uit. “Ingewijd?”

“Je eerste teammeeting,” antwoordt Tine met een waarschuwende blik op Sandra. Iets zegt Lieze dat ze haar niet alles vertellen.

“Waarom hadden jullie me niet gewaarschuwd voor die controle-arts?” vraagt ze verongelijkt. “En wat gaat er straks gebeuren op de teammeeting dat ik niet mag weten?”

Tine kijkt boos naar Sandra.

“Als je het had geweten, van die controle-arts, was je dan gegaan?” vraagt ze.

Lieze denkt er even over na. Ze heeft de job nodig, dat wel. Maar als ze vooraf had geweten hoe die dokter haar zou betasten, hoe hij haar zou slààn, dan had ze vast niet gedurfd, hoe graag ze deze baan ook wil.

“Dat dacht ik al,” zegt Tine. “Dat geldt voor iedereen. Maar nu ben je wel geweest en nu kun je hier een jaar lang blijven werken. Volgend jaar weet je het wel, dan kun je beslissen of deze job het waard is of niet. Maar dat kun je na amper een dag werken nog niet beoordelen.”

Lieze knikt, ook al is ze niet helemaal overtuigd.

“Moet ik nog iets weten over de teamvergadering van straks?”

Sandra kijkt nadrukkelijk weg, Tine zucht. “Laten we het erop houden dat het je duidelijk zal worden wat voor bedrijf dit is. Als je besluit om weg te lopen, zal niemand je dat kwalijk nemen, maar dan kun je hier wel niet blijven werken.”

“Het is het waard,” zegt Sandra dan toch. “Echt. Het komt goed.”

“Goeiemorgen iedereen!” klinkt plots de stem van Mark doorheen de ruimte.

“Goeiemorgen Mark!” roept iedereen in koor terug. Iedereen behalve Lieze, die het verbaasd gade slaat. “Goeiemorgen,” mompelt ze twee seconden na de rest.

Dan verschijnt Marks hoofd vanachter een kamerplant. “Lieze! Goed te zien dat je bent teruggekomen, we hebben je dus nog niet afgeschrikt!” Hij lacht erbij, maar na het gesprek met Sandra en Tine vraagt ze zich af of er geen verborgen betekenis achter zijn woorden zit. “Vanmiddag maak je je eerste teammeeting mee. Ik stel voor dat je je daarom vanochtend even inleest in onze huidige lopende zaken, als voorbereiding. Tine toont je de juiste folders wel.” Tine knikt en loopt naar Liezes computer om een aantal bestanden te openen.

“Goed, aan het werk iedereen!” roept Mark, vooraleer hij weer verdwijnt.

“Aan het werk,” bevestigt Sandra, terwijl ze achter haar computer plaatsneemt.

“Geen patiencespelletjes vandaag,” knipoogt Tine. Sandra steekt haar tong uit en richt zich daarna op haar eigen computer, terwijl Tine Lieze een aantal zaken begint uit te leggen over de lopende zaken die ze moet doornemen voor de vergadering van vanmiddag.

Liezes nieuwe job (2)

Lieze typt nog een paar laatste dingen in het document dat ze aan het bewerken is en sluit het dan met een zucht af. Ze neemt haar jas en roept “tot morgen!” naar haar collega’s. “Hé, ben jij nu al weg? Het is nog maar 15u toch?” merkt Mark op. “Ja, maar ik heb dat medisch onderzoek,” antwoordt Lieze. “Oh ja.” Mark grijnst. “Veel plezier!” Het leedvermaak is duidelijk hoorbaar in zijn stem. Met een zucht zwaait Lieze nog eens naar haar collega’s en loopt dan naar buiten.

Als je een nieuwe baan begint, dan hoort daar een medisch onderzoek bij. Waarom snapt ze niet echt, maar het moet nu eenmaal. En ze heeft het werk hard nodig. Ze zat al maanden thuis, ze verveelde zich dood en bovendien werd het financieel behoorlijk krap intussen. Ze boft maar dat ze deze job heeft gevonden, goed betaald en nog leuk werk ook! Ze kijkt op de klok. 15u10. Shit. Straks komt ze nog te laat, ze moet zich maar even haasten. Haar afspraak is om 15u30, maar het is zo’n 20 minuten rijden.

Eindelijk heeft ze een parkeerplekje gevonden, maar het is wel nog een eind verwijderd van de dokterspraktijk. Ze zou even flink moeten doorstappen, want het is nu al 15u33. Op tijd komen is dus al achterhaald, ze moet maar hopen dat de dokter nog bezig zal zijn met de vorige patiënt. Die hoop vervliet echter meteen als ze buiten adem de praktijk komt binnenstormen. Een man in een witte jas staat te praten met de secretaresse. Hij draait zich om. “Ah, ben je daar eindelijk.” Het klinkt best streng. “Ja, sorry, veel verkeer”, floept ze eruit. “Nu ja, ga maar binnen en kleed je uit,” zegt hij. Uitkleden? Hoort dat er ook al bij? Blijkbaar wel… Ze besluit om niet al te moeilijk te doen en gewoon zijn bevel op te volgen. Ze loopt naar binnen, op de voet gevolgd door de dokter. Ze hangt haar jas over de stoel voor het bureau en trekt haar schoenen uit. De dokter neemt plaats achter het bureau en neemt haar aandachtig op. Doordringend bijna. Ze voelt zich wat ongemakkelijk om zich uit te kleden onder zijn blik, maar tegelijk vindt ze dat ze zich niet zo moet aanstellen: hij is een dokter, er is niets abnormaals aan. Ze doet haar truitje uit en trekt haar jurk over haar hoofd. Nu staat ze in haar ondergoed voor het bureau. Ze voelt de blik van de dokter nog steeds op haar lichaam rusten. Hij zit nog steeds achter zijn bureau. Een beetje onzeker kijkt ze hem aan: wat is de bedoeling nu? Moet ze gaan zitten? Zo in haar ondergoed?

“Doe de rest ook uit graag,” zegt de dokter. Hé, wat? Moet ze zich helemaal uitkleden? Naakt? Ze aarzelt. “Schiet op, je bent al te laat, mijn tijd is kostbaar,” snauwt de dokter. Geschrokken doet ze maar vlug wat hij van haar vraagt. Ze maakt haar beha los en drapeert hem over de rest van haar kledij die al op de stoel ligt. Dan stapt ze ook uit haar onderbroek. Ze bedwingt de neiging om haar lichaam met haar handen te bedekken, terwijl ze zichzelf blijft inprenten dat hij een dokter is: ze heeft niets wat hij niet al honderden keren eerder heeft gezien. Onzeker blijft ze staan terwijl de dokter haar nu naakte lichaam bekijkt . “Ga zitten,” zegt hij  dan bruusk, terwijl hij naar de stoel wijst . Nog steeds onzeker neemt ze plaats aan het bureau tegenover de dokter. Nu kan hij in elk geval enkel haar bovenlichaam zien. De stoel voelt koud en hard aan op haar blote billen.

“Zo,” zegt de dokter, “volgens deze papieren ben jij onlangs aan de slag gegaan bij Firma NV, klopt dat?”

“Ja dokter.”

“Je begrijpt dat je moet slagen voor dit medisch onderzoek om daar te kunnen blijven werken?” Ze vindt dat hij het laat klinken alsof het om een examen ging.

“Ja.”

“Ik word graag aangesproken met “ja dokter,” zegt hij kortaf. Oh… Bizar… Hij kijkt haar afwachtend aan. “Ja dokter,” zegt ze. Ze heeft intussen meer het gevoel dat ze bij het schoolhoofd op het matje is geroepen dan dat ze een medisch onderzoek gaat krijgen. Behalve dan dat ze zich heel erg bewust is van haar naaktheid.

Hij begint met het overlopen van een aantal gegevens: haar leeftijd, of ze recent ziek is geweest (“Nee dokter”), of ze ooit zwaar ziek is geweest (“Ook niet dokter”).

“Goed,” zegt hij, terwijl hij recht staat. “Ik ga even je gewicht en lengte opmeten.” Eerst moet ze op de weegschaal gaan staan, waarna de dokter zorgvuldig het gewicht opschrijft. Daarna moet ze tegen een meetlat aan de muur gaan staan. De dokter brengthet houten plaatje tot vlak boven haar hoofd en leest de lengte af. Ook dit wordt opgeschreven op zijn formulier. Nu neemt hij een stukje touw van zijn bureau en begint hij af te meten hoe lang haar armen zijn, dan haar benen, dan de omtrek van haar hoofd. Alle resultaten worden op het formulier geschreven. Lieze vindt het allemaal maar bizar, maar ze zegt niets. Dan meet de dokter de omtrek van haar taille en daarna de omtrek van haar borsten, ter hoogte van haar tepels. “Is dat allemaal wel nodig?” vraagt Lieze, “ik had begrepen dat het een standaard medisch onderzoek zou zijn.”

De dokter kijkt haar streng aan. “Ja, dit is nodig. En ik zou het waarderen als je me niet meer zou tegenspreken en me gewoon mijn werk zou laten uitvoeren, zodat ik mijn goedkeuring kan geven om jou jouw werk te laten uitvoeren.” Het dreigement hangt onuitgesproken in de lucht. Lieze begrijpt dat ze geen keus heeft, ze heeft de baan echt nodig. Ze doet er het zwijgen toe en laat de dokter zijn gang gaan terwijl hij de omtrek van haar borsten opmeet en op het papier noteert. Vervolgens meet hij ook voor elke borst de afstand van haar schouder tot aan de tepel, die op de aanraking reageert en stijf wordt.

“Hmm,” mompelt de dokter en hij schrijft even iets op zijn formulier. Lieze voelt hoe ze bloost.

Eindelijk legt de dokter zijn meetlint weg. Nu doet hij handschoenen aan en neemt hij een otoscoop van zijn bureau. Hij kijkt in haar oren en neusgaten en vraagt haar dan om haar mond te openen. Met een spatel houdt hij haar tong naar beneden gedrukt terwijl hij uitgebreid haar mondholte onderzoekt. Weer krabbelt hij iets op zijn formulier. Al die tijd heeft hij geen woord gezegd en Lieze voelt zich steeds ongemakkelijker worden, zoals ze daar staat, naakt en overgeleverd aan de onderzoeken van die rare dokter.

Hij komt nu achter haar staan en Lieze wil meedraaien, maar een kort “Voor je blijven kijken!” doet haar van idee veranderen. Dit voelt zo mogelijk nog ongemakkelijker. Ze voelt de blik van de dokter op haar lichaam branden, maar ze kan zelf niet zien wat hij doet. Een gehandschoende hand glijdt over haar ruggengraat van boven naar beneden en eindigde quasi tussen haar billen, bij haar staartbeentje. De hand verdwijnt en even later voelt ze een lichte druk op haar bovenrug, die haar dwingt om voorover te buigen. In een reflex plaatst ze haar handen op het bureau, waar ze nu overheen gebogen staat. De dokter bevoelt haar billen, aait erover, kneedt ze even en trekt tenslotte haar beide billen uit elkaar, waardoor hij vol zicht moet hebben op wat er zich tussen haar benen bevindt. Lieze kan wel door de grond zakken. Ze probeert overeind te komen, maar meteen duwt de dokter haar terug voorover. “Nee,” zegt ze. “Dit gaat te ver, dit is geen medisch onderzoek meer.” En weer komt ze overeind. Ze kijkt de dokter recht aan terwijl ze naar haar kleren reikt.

“Je beseft dat ik geen goedkeuring kan geven zonder het onderzoek te voltooien.” Het klinkt feitelijk, de dokter lijkt niet in het minst onder de indruk van haar weigering.

“Ik ga wel naar een andere dokter.”

“Dat gaat niet. Ik ben de enige dokter die verbonden is aan Firma NV. Als je nu de deur uitgaat, dan kun je niet voor Firma NV werken.”

Zou dat waar zijn? Dat kan toch niet…

“Ik geef geen tweede kansen, als je nu weggaat, dan krijg je geen nieuwe afspraak.”

Lieze twijfelt. Ze heeft de baan echt nodig. Kan ze het risico lopen dat die man de waarheid spreekt? Ze moet hiermee doorgaan…

“Goed dan,” zegt ze met tegenzin.

“Mooi,” zegt de dokter. Hoort ze daar iets van triomf in zijn stem? “Neem dan de positie weer aan. Je begrijpt dat er wel straf volgt op je ongehoorzaamheid, ik kan je niet zomaar mijn onderzoek laten onderbreken als jij er even geen zin meer in hebt.” Hé, wat? Straf? Wat bedoelt hij? Niet begrijpend kijkt ze hem aan, maar aan zijn blik ziet ze dat ze zijn geduld beter niet kan tarten, dus buigt ze zich zonder een woord te zeggen weer over het bureau. Door haar positie kan ze niet zien wat de dokter doet, maar opeens voelt ze een groot oppervlak tegen haar billen. Hout? De dokter tikt er een paar keer mee op haar billen en haalt dan uit.

“AAAAUW!” Als door een wesp gestoken (behalve dat de pijn veel erger is dan die van een wespensteek, en over een veel groter oppervlak verspreid is), springt ze overeind.

“Je krijgt er nog vijf,” zegt de dokter onverstoorbaar. Wat? Is die man helemaal gek geworden? Nog vijf van die pijnlijke slagen? Dat kan hij niet maken! Dat kan zij trouwens ook helemaal niet aan. Blijkbaar verraadt haar gezichtsuitdrukking haar gedachten, want laconiek vervolgt hij: “Of je kunt je aankleden en weggaan natuurlijk. Dan werk je maar niet voor Firma NV.” Lieze voelt boosheid opborrelen. Wat denkt die arrogante dokter wel niet? Hij zal haar niet klein krijgen. Vastberaden buigt ze zich weer over het bureau. “Oh ja, als je nog eens recht komt, dan begin ik opnieuw,” voegt de dokter er nog aan toe. Nog eens rechtkomen? Echt niet, denkt Lieze, ze zou hem eens tonen wat… De volgende slag landt zonder waarschuwing op haar billen en onderbreekt haar gedachtegang.

“AAAUW!” Het is eruit voor ze het beseft. Ze vloekt op zichzelf. Ze had de slag niet zien aankomen en het doet zo verdomd veel pijn. Maar ze wil zich niet laten kennen. Ze bijt op haar tanden en bij de volgende slag slaagt ze erin om het niet uit te schreeuwen. De vierde volgt meteen en Lieze houdt hoorbaar haar adem in. Dan volgt een rustpauze voor de vijfde slag, waarin de dokter weer met de houten plank op haar billen tikt en daarna hard uithaalt. Nog één, telt ze. Dit kan ze best. Het blijft een hele tijd stil. Wat gebeurt er? Waarom slaat hij niet? Lieze wordt er wat onzeker van, maar doordat ze nog steeds over het bureau gebogen staat, kan ze niet zien wat er aan de hand is. Eindelijk komt de laatste slag op haar billen neer, harder dan alle vorige. De slag beneemt haar de adem en tot haar ergernis voelt ze de tranen over haar wangen rollen.

“Blijven staan”, zegt de dokter, als ze aanstalten maakt om de tranen van haar wangen te vegen en zich op te richten.

Opnieuw aait en kneedt hij haar billen, alsof het onderzoek nooit onderbroken was, maar deze keer doet het vreselijk veel pijn. De striemen branden en elke aanraking doet haar pijn. De dokter trekt opnieuw haar billen uit elkaar en ze voelt iets kouds tegen haar anus. Blijkbaar is het glijmiddel, want meteen daarna voelt ze hoe de dokter een gehandschoende vinger naar binnen schuift en in het rond begint te tasten. Lieze kan wel door de grond zakken. Alsof ze nog niet genoeg vernederd is! Maar ze is al zover gekomen, het onderzoek kan nu echt niet lang meer duren, nu moet ze doorzetten.

Eindelijk trekt de dokter zijn vinger terug en draagt hij haar op om op haar rug op de onderzoekstafel te gaan liggen. Hij loopt naar zijn bureau en trekt nieuwe handschoenen aan. Lieze probeert te gaan liggen en intussen haar billen zoveel mogelijk te ontzien, maar dat lukt niet echt goed. Een grimas glijdt over haar gezicht als haar billen de tafel raken en ze neemt zich voor om heel stil te liggen en niet te wriemelen, ook al ligt ze eigenlijk niet zo comfortabel. Haar billen doen te veel pijn om een betere houding te zoeken, dus ze zou het maar verdragen.

De dokter begint met haar buik. Hij drukt en klopt tot hij elke vierkante centimeter van haar buik onderzocht heeft. Hij begint beneden, oncomfortabel dicht tegen haar venusheuvel aan en schuift telkens wat meer op naar boven. Als hij haar hele buik onderzocht heeft, verdwijnen zijn handen even van haar lichaam. Intussen ligt Lieze het plafond te bestuderen. Ze had het ongemakkelijk gevonden toen ze de dokter niet kon aankijken tijdens het onderzoek, omdat ze dan niet wist waar zich aan te verwachten, maar hem wel kunnen aankijken blijkt nog erger te zijn. Nu voelt ze zijn handen op haar borsten en weer verschijnt er een blos op haar wangen. Hij voelt en duwt overal als om te kijken of er geen gezwel zit. Hij begint bovenaan en gaat haar hele borst af, steeds verder naar beneden. Uiteindelijk neemt hij haar tepel tussen twee vingers en rolt hij even. Een rilling gaat door Liezes lichaam, wat voor de dokter niet onopgemerkt blijft, aangezien hij weer iets op zijn formulier krabbelt. Daarna ondergaat haar andere borst dezelfde behandeling. Als de dokter haar tepel loslaat, hoopt Lieze dat het onderzoek nu eindelijk voorbij zal zijn. Maar de dokter grijpt nu met zijn twee handen haar beide borsten beet, hij weegt ze, kneedt ze, wiebelt ze wat heen en weer. Lieze probeert zich heel hard op het plafond te concentreren, maar daar is niet veel te zien en ze beseft dat ze nog steeds een blos op haar wangen heeft. De volledige stilte waarin het onderzoek verloopt, maakt dat ze zich nog ongemakkelijker voelt. Ze knijpt haar ogen dicht. Ze kan nog net een “auw” binnenhouden als de dokter keihard in allebei haar tepels knijpt terwijl hij ze naar boven trekt. Hij houdt dat even aan en laat dan los om weer iets op zijn formulier te krabbelen.

Ten slotte voelt ze hoe de hand van de dokter tussen haar benen glijdt. Zijn vinger beroert even haar clitoris, waardoor er een nieuwe rilling door haar lichaam trekt. Lieze wou dat ze ergens anders was. Ze schaamt zich dood. Dat ze hier opgewonden van wordt! Het is allemaal zo vernederend… De dokter masseert haar schaamlippen, duwt een aantal vingers bij haar naar binnen en tast even in het rond, terwijl Lieze uit alle macht probeert om haar lichaam onder controle te houden en zo stil mogelijk te blijven liggen. Uiteindelijk trekt de dokter zijn hand terug. De handschoen is kletsnat door haar vocht. Hij doet de handschoenen uit en schrijft weer iets op zijn formulier, terwijl Lieze nog steeds tentoongesteld op de tafel ligt. Ze durft er uit zichzelf niet van te komen, want ze wil niet weer “straf” krijgen. Eindelijk kijkt de dokter op vanachter zijn bureau.

“Lig je daar nu nog? Kom er maar af en ga zitten.” Hij wijst naar de stoel. Lieze komt overeind, terwijl ze probeert om zoveel mogelijk haar nog steeds brandende billen te ontzien. Maar nu moet ze gaan zitten op die harde, houten stoel. Voorzichtig laat ze zich zakken, maar haar gezicht vertrekt toch weer. De dokter grijnst even, maar zegt niets.

“Zo,” begint hij, “ondanks je aanvankelijke weerspannigheid is het onderzoek goed beëindigd.” Ik zal een positief advies geven qua medische geschiktheid.” Lieze knikt. De dokter kijkt haar afwachtend aan. “Ja dokter,” zegt Lieze. “Mooi zo. Nu, je weet dat het onderzoek jaarlijks moet herhaald worden om in dienst te blijven. De afspraak zal geregeld worden via Firma NV. Je mag je nu aankleden.” En terwijl Lieze nog bezig is met deze nieuwe informatie te verwerken, loopt de dokter al naar buiten om zijn secretaresse het nodige papierwerk in orde te laten brengen. Moet ze dit echt elk jaar ondergaan? De kans dat ze voor volgend jaar ander werk zal hebben gevonden, is quasi nihil. Vlug kleedt ze zich aan, waarbij ze haar pijnlijke billen zo veel mogelijk spaart. Dat zullen wel blauwe plekken worden, denkt ze. Van de secretaresse krijgt ze nog het attest dat zwart op wit vertelt dat ze goedgekeurd is om een jaar lang te werken bij Firma NV en dan loopt ze zo snel mogelijk naar buiten.

Liezes nieuwe job (1)

De handdruk die hij haar geeft is stevig, te stevig eigenlijk, hij doet haar pijn. Ze grimast net niet. Ziet ze daar een twinkeling in zijn ogen? Ze kent hem natuurlijk nog niet goed genoeg om dat te kunnen inschatten. Timide als ze is, kijkt ze hem toch recht aan. Een eerste indruk is belangrijk.

“Hallo, ik ben Lieze,” stelt ze zichzelf voor. “Mark,” antwoordt de man. “Ik ben je nieuwe teamleader. Of ja, zo nieuw ben ik niet meer. Er werd me daarnet nog op een paar grijze haren gewezen.” Hij kijkt gespeeld streng naar een blonde vrouw die aan de dichtstbijzijnde computer zit te werken. Ze grijnst terug. “Het is toch zo,” merkt ze droog op.

“Dat wil nog niet zeggen dat ik oud ben …”

“Jawel hoor,” grinnikt ze. Dan staat ze recht en steekt haar hand uit naar Lieze. “Ik ben Elke,” stelt ze zich voor. “Jij bent vast de nieuwe?”

Lieze knikt.

“Ik geef Lieze even een rondleiding door het bureau,” vertelt Mark. “Lieze, dit is dus Elke.”

“Ja, dat zei ik net al,” merkt de vrouw brutaal op. “Je geheugen gaat erop achteruit Mark. Toch de ouderdom?”

Mark werpt een geërgerde blik op Elke. “Is het weer eens tijd misschien?” vraagt hij. Lieze snapt het niet. Tijd waarvoor? Maar Elke lijkt het wel te snappen. Schaapachtig schudt ze haar hoofd. “We willen Lieze niet meteen shockeren, toch?” zegt ze snel.

“Inderdaad,” antwoordt Mark. “Ik ben vast nog ongeveer een kwartiertje met haar bezig, daarna moeten jij en ik maar even in een meeting gaan.” Hij kijkt haar streng aan. Elke slaat kort haar blik neer en richt haar aandacht dan snel weer op het computerscherm voor zich.

Lieze kijkt bezorgd: heeft ze nu net per ongeluk haar collega in de problemen gebracht? Ze heeft nog nauwelijks iets gezegd!

“Trek je van Elke maar niet te veel aan,” stelt Mark haar gerust, terwijl hij haar meetroont. “Het is een beste meid en een harde werker, maar soms …” Hij zucht. “Nu ja, dat merk je vanzelf nog wel.”

Lieze luistert maar half. Ze probeert vooral om niet al te nieuwsgierig om zich heen te kijken en toch alles in zich op te nemen. Ze staat midden in een landschapsbureau, maar een open ruimte kun je het niet noemen: daarvoor staan er te veel schermen en grote planten die het zicht op de werkplekken belemmeren.

“Hier is jouw zitplek,” kondigt Mark aan. Hij wijst in de richting van een stel planten waar drie bureaus achter samengeschoven staan. “Sandra en Tine zijn je naaste collega’s. Je zult met iedereen hier moeten samenwerken, maar in de eerste plaats met hen. Zij zullen je ook wegwijs maken de eerstkomende tijd.”

Mark kijkt even in het rond. “Goed, dan moet ik maar even een babbeltje gaan doen met Elke.”

“O-o,” reageert Sandra met een ondeugende blik. Mark reageert niet en loopt weg, Lieze bij haar twee nieuwe collega’s achterlatend.

Ze gaat aan de enige vrije computer zitten en start hem op.

“Heb je al een paswoord gekregen van IT?” vraagt Tine haar.

Lieze knikt. “Ja, ik moest me vanochtend aanmelden bij IT en toen kreeg ik een hele stapel documenten. Mijn login voor de computer zit er ook ergens tussen.” Ze haalt een map uit haar tas en begint erin te bladeren.

“Aha, hier heb ik het!”

Ze typt de logingegevens aandachtig over.

“Wat vind je van Mark?” vraagt Sandra haar.

“Sja, ik heb hem nog maar net ontmoet,” haalt Lieze haar schouders op. “Dat is een beetje vroeg om me al een beeld van hem te vormen. Hij zal vast wel een goede teamleader zijn, neem ik aan. Of niet?”

De veelbetekenende blikken die Tine en Sandra elkaar toewerpen ontgaan haar niet, maar ze kan er geen wijs uit worden wat die zouden betekenen.

“O, hij is zeker een goede teamleader,” antwoordt Sandra. “Al houdt hij er wel zo zijn eigen methoden op na.” Ze grijnst.

“Hoe bedoel je?” vraagt Lieze.

“Dat merk je vanzelf nog wel,” kapt Tine haar collega snel af.

Nog even kijkt Lieze nieuwsgierig van de ene naar de andere. Het is duidelijk dat ze haar iets niet vertellen. Moet ze zich nu buitengesloten voelen? Ze weet het niet goed. Langs de ene kant is het duidelijk dat ze haar bepaalde dingen niet willen vertellen, anderzijds kennen ze haar natuurlijk nog maar net en zijn ze verder wel gewoon heel vriendelijk.

“Je kunt vandaag je tijd best gebruiken om je even wat in te werken. Dat betekent vooral veel leeswerk,” geeft Tine aan.

“Dat valt te verwachten, op zo’n eerste dag,” glimlacht Lieze.

“Mooi.” Tine toont haar welke folder ze moet openen. “Verdiep je maar even in dit project. Dat loopt nog wel een tijdje en jij zult eraan mee moeten werken. Als je vragen hebt, dan mag je ze altijd stellen!”

Dan loopt ze weer naar haar eigen computer, vanwaar ze Lieze bemoedigend toelacht.

“Dat geldt ook voor mij,” voegt Sandra eraan toe.

Dan buigen ze zich alle drie over hun werk en wordt het stil, al horen ze vanachter de planten en kasten soms gedempte stemmen opklinken.

“Waar denk jij dat je mee bezig bent?” Marks stem dondert door de ruimte. Ook in de aangrenzende “eilandjes” wordt het stil.

“Auwauwauw!” jammert Sandra, terwijl Mark zo te zien haar oor fijn knijpt. Lieze zit het met grote ogen aan te kijken. Snel kijkt ze even naar Tine om te zien hoe zij reageert, maar die zit weggedoken achter haar eigen computerscherm.

“Behoort patience spelen nu ook al tot je takenpakket?” vraagt Mark sarcastisch, zonder Sandra’s oor los te laten.

“Auw, nee, auw,” jammert ze. “Maar ik was aan het wachten tot de boel opgeladen was.”

“Dus in plaats van iets nuttigs te doen, zoals die rommelboel op je bureau wat op te ruimen, besloot je het systeem nog wat zwaarder te belasten door een spelletje op te starten?”

“Sorry Mark! Ik zal het niet meer doen!”

Eindelijk laat Mark haar oor los. “Dat denk ik ook niet, nee…” antwoordt hij. “Beschouw dit maar als een laatste waarschuwing.”

Dan loopt hij weg.

Sandra wrijft over haar rode oor. Niemand zegt iets. Lieze kijkt het met grote ogen aan. Is dit zonet echt gebeurd? Dat kan toch niet! Ze probeert zich opnieuw op haar werk te concentreren, maar op haar netvlies ziet ze nog steeds voor zich hoe Mark het oor van Sandra fijn kneep.

Na een paar minuten gespannen stilte fluistert Sandra: “Is hij weg?”

Lieze kijkt schichtig om zich heen.

“Ik zie hem niet,” fluistert ze terug.

“Hij is vast anderen gaan lastigvallen,” grijnst ze. “Ik had hem niet horen aankomen, dom van me.”

“Volgende keer sneller je tabblad sluiten,” bevestigt Tine.

“Is… Ik bedoel… Vinden jullie dit normaal dan? Dat moet toch pijn gedaan hebben!” stamelt Lieze.

“Sja, dat zijn de risico’s,” haalt Sandra haar schouders op.

“Maar…” Lieze kijkt haar ongelovig aan. Staat ze dit echt zomaar toe?

“Het is tijd om te gaan lunchen,” kondigt Tine aan. “Ga je met ons mee?” vraagt ze aan Lieze. Die knikt. Ze slaat haar werk op en staat op om Tine te volgen.

“Altijd je computer vergrendelen als je wegloopt,” waarschuwt Sandra haar. “Als Mark ziet dat er een computer onbewaakt en onvergrendelt achterblijft…” De rest van de zin blijft dreigend in de lucht hangen.

“Dan knijpt hij mijn oor ook fijn?” vraagt Lieze, quasi-luchtig.

“Zoiets…”

“Maar waarom laten jullie dat toe? Dat kan hij toch niet maken!”

“Had hij Sandra een officiële berisping moeten geven dan?” vraagt Tine. “Drie berispingen en je wordt ontslagen. Dit is best een streng bedrijf.”

Lieze kijkt geschrokken. “Zou je daarvoor al een officiële berisping gekregen hebben?” De twee anderen knikken. “Maar Mark lost het anders op, zoals je hebt gezien.”

“Waarom?”

Ze vindt het stom klinken, nog voor de vraag helemaal uit haar mond is.

“Omdat hij ons niet kwijt wil, maar hij wil ons ook niet zomaar met alles laten wegkomen. Hij moet wel resultaten op tafel kunnen leggen, tonen dat zijn team iets bereikt.”

“En wij laten het hem toe, omdat we dit liever hebben dan een officiële berisping. Dit bedrijf is misschien streng, maar ze betalen goed, het is leuk werk … Daar moet je wat voor over hebben. En zo erg is het uiteindelijk niet,” vult Sandra aan.

“Niet erg? Dat zag er toch behoorlijk pijnlijk uit!”

“Sja, ach… Het kan erger.”

“Hoe dan?”

Maar Tine schudt haar hoofd. “Daar kom je vanzelf nog wel achter. Dat is niet aan ons om het je te vertellen.”

De rest van de lunch praten ze over koetjes en kalfjes. Tine blijkt hier al vijf jaar te werken, Sandra twee. Ze maakt ook kennis met de rest van het team, dat volledig uit vrouwen lijkt te bestaan. “Girl power,” grapt Elke. “Dat hebben we nodig, om tegen Mark op te kunnen.” Hier en daar wordt er gegrijnsd, maar verder wordt er niet tegen in gegaan.

Slaagsleutels

Deze verhalenreeks gaat over een studente in Leuven die niet zo’n goede cijfers haalt. Onder druk van haar ouders besluit ze een studiebegeleider op te zoeken en die houdt er nogal ongewone methodes op na …

Inhoudsopgave

Sannes langste dag (epiloog)

Sanne springt uit bed en schreeuwt het uit, voor ze beseft dat ze beter stil kan zijn. Heel even wacht ze in stilte af. “Sanne, rustig!” klinkt het van de gang. “Ja, sorry meneer!” antwoordt ze gauw en keert zich dan naar Daan. “Het is de volgende dag, je bent nog hier!” Haar stemgeluid is wat minder uitbundig maar haar glimlach spreekt boekdelen. Hij lacht terug naar haar. “Ik ben nog hier,” is zijn simpele antwoord. Ze draait zich half om. “Moet je kijken, het is helemaal blauw en paars en alles.” Daan lacht even, “Ja dat is wel logisch na gisteravond, maar het is prachtig hoor, je mag zo wel blijven staan.”

Ze kleedt zich aan met een wijdvallende jurk en borstelt haar haar. Daan is inmiddels ook uit bed gekomen en trekt zijn kleren aan. “Ik denk dat je ‘t best via het raam weer kunt vertrekken,” zegt ze, en hij knikt. Daarna stapt hij op haar af en geeft haar een zoen. “Zie ik je vanmiddag in het eetcafé?” vraagt hij? “Beloofd!” is haar antwoord. “Mooi, dan kunnen we ‘t nog hebben over je bedriegerijtjes, met je herhalende dag.” Hij geeft haar nog een ferme tik op haar jurk en klimt dan het raam uit. Zachtjes wrijvend kijkt ze hem nog na en vertrekt dan richting de eetzaal.

Bij alles wat ze doet en ziet, loopt ze met een enorme glimlach rond. ‘Woensdag: Bloemkool en gehaktbal’ staat er op het bord. In de zaal is alles anders. Mensen zitten op andere plaatsen, er is zelfs een andere kassière aan het werk. Ook zij wordt door Sanne vrolijk gegroet terwijl ze haar yoghurt afrekent. Ze geniet van elke hap van haar eten en denkt na over hoe het nu verder gaat. In de moestuin heeft ze niets meer om op te lossen. Ze hoeft ook geen rondes meer te maken in het dorp. Plots weet ze wat ze kan doen: bij de oude man langsgaan. Ze ruimt af (zonder spektakel van geslagen medebewoners ditmaal) en loopt rustig naar buiten. Fluitend wandelt ze langs de moestuin, waar ze Jamie en zelfs de bewaker groet. Vrolijk groeten zij haar terug. Ze loopt door, gaat door de poort en loopt het dorp in. Bij de kiosk stopt ze nog even en het wordt ook daar bevestigd: het is nu echt woensdag, haar herhaaldag is voorbij.

Ruim voor de lunch zit ze in het eetcafé. Het gesprek met de man was gezellig en hij was erg blij geweest dat ze terug was gekomen om met haar te praten. Na een uurtje had ze beloofd de volgende dag terug te komen en had ze afscheid genomen. Nu zit ze al even vol spanning te wachten tot Daan zou komen. Er verschijnt een schim voor het matglas in de deur en haar hart begint sneller te kloppen; daar is hij eindelijk. Breed glimlachend stapt hij de deur door en schuift bij haar aan tafel. “Deze keer weet ik nog wie je bent,” grapt hij. Ook Sanne moet lachen, maar in haar huidige stemming is het geen prestatie om haar aan het lachen te krijgen.

Samen lachen ze verder, vertellen ze verhalen die ze beide nog niet gehoord hebben en genieten ze van elkaars gezelschap. “Hoe laat moet je terug zijn?” vraagt Daan. Ze denkt even na. Eigenlijk weet ze het niet zo goed. Zoveel heeft ze nog niet gepland en de normale kalender is ze een beetje uit het oog verloren. “Hmm, ik denk om vijf uur, dan moet iedereen weer terug zijn uit het dorp.” Ze kijkt wat ondeugender. “Dus moeten we maar eens gaan.” Verward kijkt Daan naar zijn horloge. “Het is pas half drie, waarom moet je nu al gaan? Het is maar een klein stukje?” “Ik dacht, we moeten nog naar jouw huis. Je wilde me nog spreken over mijn verhalen over herhaaldagen, toch?” De totaal onschuldige blik in haar ogen past niet bij de gedachten in haar hoofd, en in het zijne.

“Dit moet de allereerste keer zijn dat ik uitkijk naar een pak slaag,” denkt Sanne, nadat ze zojuist de woorden “Zo meisje, kom jij maar even hier,” heeft gehoord. Ze buigt zich over Daans schoot en legt haar hoofd op de rand van het bed. Haar jurk wordt opgetild, haar onderbroek gaat naar beneden. “Ik zal je straffen voor je wilde verhalen over herhalende dagen,” zegt hij op strenge toon. “Ja Daan, ik heb het verdiend,” antwoordt ze, overdreven onderdanig. Ze wiebelt nog even met haar achterwerk heen en weer in afwachting van zijn hand. Zachtjes, duidelijk voelbaar, maar niet meer, begint hij te slaan. Ze merkt dat ze nog heel gevoelig is, maar langzaam ontstaat er ook een fijne tinteling en ze voelt dat ze opgewonden raakt. Te merken aan de prikken die ze in haar buik voelt, deelt Daan die gevoelens. Gestaag bouwt hij het pak slaag op, steeds iets sneller en een klein beetje harder.

“Misschien zijn je billen nog iets te gevoelig,” geeft Daan aan. Even denkt ze dat hij stopt, maar dan voelt ze zijn hand op haar benen. “Niet daar!” roept ze, maar hij is niet van plan naar haar te luisteren. “Volgens mij bepaal ik dat, of niet dame?” Bij deze woorden voelt ze een kriebel, een beetje zoals wanneer de directeur haar toespreekt, maar toch ook weer heel anders. “Ja, Daan,” zegt ze en even later voelt ze zijn hand neerkomen. Wat ontzettend gevoelig zijn haar benen! Ook al voelt ze dat hij niet op volle kracht slaat, het prikt en bijt al gauw. Ze trappelt op zijn schoot. Als dat niets uithaalt, probeert ze met haar hand haar onderlichaam te beschermen.

Direct wordt de hand op haar rug vastgezet. “Doet het pijn?” vraagt Daan op plagerige toon, terwijl hij door blijft slaan. “Au, ja, gemenerik!” roept ze terug. Dat had ze duidelijk beter niet kunnen doen. Direct begint hij wat harder te slaan. Ze trekt haar benen uit elkaar, maar dat blijkt een aanleiding om ook aan de binnenkant van haar benen te slaan. Gauw sluit ze deze weer en probeert een andere tactiek: “Au Daan, niet zo hard, ik heb mijn lesje geleerd!” Weer bereikt dit niet het juiste resultaat. “Wil je liever dat ik weer op je billen sla?” Ze denkt even na. Het gevoel was wel beter, ook al branden ze nog van gisteren. “Au, misschien,” antwoordt ze. “Dat kan, je hoeft er alleen maar om te vragen.” Wat gemeen weer! Ze bijt op haar lip, maar de gemene steken in haar benen zorgen ervoor dat ze haar trots laat vallen. “Zou je alsjeblieft weer op mijn billen willen slaan!”

Daan gaat nu wel in op haar verzoek. Langzaam begint hij weer te slaan en voert het tempo steeds een stukje op. Het brandende gevoel wordt steeds sterker, maar omdat het voorzichtig wordt opgebouwd, kan ze het net hebben. “Zo, nu ben je wel voldoende opgewarmd,” zegt hij droogjes. “Wat, opgewarmd?” roept ze verontwaardigd en Daan begint te lachen. “Als ik nu echt dacht dat je tegen me zat te liegen wel. Ik bedoel ‘Ja meisje, opgewarmd’. Zo klink ik wat strenger. Nu krijg je nog tien klappen.” In een heel traag ritme laat hij zijn hand hard neerkomen. Iedere klap stuurt een elektrische lading door haar lijf en ze begint te hijgen. De laatste trilt helemaal na door haar lichaam. Ze houdt het niet meer. Gelukkig bevindt Daan zich in dezelfde stemming. Hij helpt haar overeind. Al zoenend helpen ze elkaar uit de kleren. Halverwege een zoen doet ze een stap achteruit. Terwijl hij voorover buigt om de kus af te maken, grijpt ze haar kans. Ze duwt hem met twee handen van haar af op het bed. Direct klimt ze erachteraan en bovenop hem. Ze houdt haar handen op de zijne en drukt met haar gewicht op zijn benen. “Nu heb ik de macht!” zegt ze triomfantelijk.

Dat blijkt een misrekening! Met een snelle draai rolt hij haar van haar af. Direct rolt hij zich aan de kant en trekt hij haar op haar buik. Een paar scherpe tikken volgen. “Volgens mij heb je het mis!” zegt hij tussen haar hoge gillen door. Dan stapt hij uit bed. “Waar ga je heen?” vraagt ze verbaasd, misschien zelfs een tikje teleurgesteld. Hij rommelt wat in een kastje. “Condooms pakken, of doen we ineens onverstandig op dag 2? Foei meisje.” Hij geeft haar een tikje op haar neus en gaat weer op het bed liggen. “Volgens mij was jij hier heel goed in.”

Nadat het condoom om is, beklimt ze hem weer, nu met haar rug naar hem toe. Deze keer begeleidt ze hem naar binnen. Langzaam gaat ze op en neer. Met een luide klap landt Daans hand op haar linkerbil. Ze hijgt en beweegt in langere halen. Met een klap op de andere kant verhoogt ze het tempo. Iedere ‘aanwijzing’ wordt opgevolgd, ze hijgen steeds harder en kreunen zachtjes. Dan buigt ze voorover en steunt op haar linkerhand, terwijl ze met de rechter zichzelf bevredigt. Al rijdend, en onder een regen aan klappen, komt ze klaar. De spiertrekkingen zorgen ervoor dat Daan snel volgt.

“We hebben tot vijf uur,” zegt ze, wanneer ze enkele minuten later knuffelend tegen elkaar aan liggen. “Vandaag misschien, maar ik heb het idee dat we nog wel langer hebben.” Ze lacht gelukzalig bij deze gedachte. Ze denkt aan alle dagen die zich herhaald hebben, hoe vervelend het soms was, en wat het heeft opgeleverd. ‘Misschien herhaalt deze dag zich wel’ bedenkt ze zich, terwijl ze zich omdraait naar Daan. Met een lange zoen gaat in elk geval het laatste half uur in de herhaling.

Sannes langste dag (15)

Met een kloppend, pijnlijk achterwerk, maar ook een vreemd, licht gevoel steekt Sanne het plein over naar de slaapzalen. Een bijzondere combinatie: de ergste pijn die ze ooit gevoeld heeft tegenover zulke verlichting. Voorzichtig begint ze ook weer aan andere zaken te denken, zoals Daan. Ze versnelt haar pas iets (maar niet te snel, dat doet nog te veel pijn, blijkbaar) en beent richting haar kamer. Daar aangekomen fluit ze een wijsje en opent het raam. Behendig helpt ze Daan naar binnen. “Sst, we moeten heel stil zijn,” fluistert ze. “Ik snap ‘t. Hoe was het bij de directeur?” vraagt Daan. Ze tilt haar jurk op en laat haar sporen zien. Hij slaat een hand voor zijn mond wanneer hij de ravage ziet. Wanneer ze even naar beneden kijkt, ziet ze ook een andere reactie. “Heel erg pijnlijk,” licht ze toe. “Ik heb spijt betuigd voor mijn daden en ben daarvoor uitgebreid gestraft, zoals je kunt zien. Mijn hoofd voelt een stuk beter nu, andere plekken voelen zich wat minder.”

Ze rommelt in haar tas en haalt de crème van Nadine tevoorschijn. “Ik heb geleerd dat jij heel goed kunt masseren en ik kan nu wel een goeie massage gebruiken.” In een vloeiende beweging trekt ze de jurk over haar hoofd en duikt ze op haar buik in het bed. “Begin maar met mijn nek en werk zo naar beneden. Wanneer je bij mijn billen komt, kun je deze crème gebruiken. Behoedzaam klimt Daan op het bed en gaat met zijn knieën aan weerzijden van haar lichaam zitten. Hij geeft haar een ferme tik en Sanne piept verschrikt. “Gaan we commanderen?” fluistert Daan geamuseerd, voor hij begint. Via haar nek en schouders gaat hij langzaam naar beneden. “Ik kan niet verder, er zit wat in de weg!” zegt hij quasi-onschuldig. Sanne lacht even, tilt haar heupen op en schuift haar ondergoed een stukje naar beneden. Daar pakt Daan het vast en trekt het uit. “Anders zit ‘t straks misschien weer in de weg, dat is niet handig.” Eerst voorzichtig voelt ze zijn handen op haar billen. Hij smeert steeds kleine kloddertjes op het oppervlak en smeert die uit. Ze kermt zachtjes. Wanneer hij over een van de tramrails heen gaat die de cane heeft achtergelaten, zuigt ze haar adem scherp naar binnen en zet ze haar nagels in het kussen. Dat is zeker nog wel erg gevoelig.

Dan slaat de voorzichtigheid om in plagerijen. Zich er niet van bewust dat hij dit al vaker heeft gedaan en gezegd, waarschuwt Daan haar weer dat ze stil moet zijn. Ze weet dat het komt, maar toch is het moeilijk om zich erop voor te bereiden. Ze bijt in het kussen en wiebelt met haar billen in een halfslachtige poging te ontsnappen wanneer hij begint te knijpen. Met zijn nagels zet hij een beetje druk en trekt heel langzaam een lijn die alle sporen van de cane doorkruist. Het brandt, het schuurt, maar het windt ook enorm op. De zachte druk van zijn vingers verlicht, tot hij weer wat doet om de brand weer terug te brengen. Onbewust gaan haar benen iets uit elkaar. Dan tilt ze haar heupen een stukje op, om zijn knedende handen te ontmoeten. “Zo, word je hier soms een beetje opgewonden van?” plaagt Daan terwijl hij nog een keer stevig knijpt. Ze begraaft haar hoofd in het kussen, deels vanwege de pijn en deels omdat ze rood aanloopt door zijn opmerking. Nu is er nog een hand op haar billen, terwijl de anderen handen met twee vingers langzaam tussen haar lippen naar beneden glijdt. Ze kantelt haar heupen nog een stuk verder om hem toegang te geven tot haar klit. Langzaam, steeds iets sneller, begint hij haar daar te masseren, terwijl de andere hand blijft kneden. Er ontsnappen steeds iets luidere kreunen aan het kussen.

Hijgend tilt ze haar hoofd op, “Ik heb condooms in mijn tas zitten.” Hij laat haar billen los en rommelt even in haar tas. Hij haalt het pakje tevoorschijn en legt het op bed. Met een fluisterversie van ‘you can leave your hat on’ trekt hij vervolgens zijn kleren uit. “Hoe werkt zo’n ding ook al weer?” fluistert hij daarna, terwijl hij de verpakking opentrekt. “Kom maar, ik heb inmiddels ervaring,” zegt Sanne. Zachtjes aait ze zijn harde geslachtsdeel en brengt vervolgens het condoom aan. Dan gaat ze op haar rug liggen, maar wanneer ze over het bed schuift, schuurt ‘t behoorlijk. Over een andere boeg dan maar. Ze draait zich om, zodat ze op haar knieën op het bed zit, haar hoofd weer half begraven in het kussen. Even draait ze zich nog naar hem toe. “Voorzichtig,” maant ze en Daan knikt. Hij neemt achter haar plaats en pakt haar heupen vast. Eenvoudig glijdt hij bij haar naar binnen. Met langzame stoten, waarbij hij er voorzichtig voor zorgt dat hij slechts heel zachtjes met zijn heupen haar achterwerk raakt, beweegt hij heen en weer. Ze begint weer luider te kreunen in het kussen.

Plots voelt ze een golf van pijn wanneer hij hard tegen haar aan stoot. Daarna gaat hij verder zoals daarvoor en de pijn vermengt zich met het plezier en de prikkels die ze van binnen voelt. Weer een harde stoot, en weer vermengen zich de gevoelens. Ze merkt dat hij een ritme aanhoudt, elke vijfde stoot is harder. Het tempo gaat omhoog, de ademhaling gaat mee. De pijn- en plezierprikkels blijven zich mengen, de kreunen volgen zich steeds sneller op. Achter haar hoort ze Daan hijgen en zachtjes kreunen. Ze voelt hoe zijn spieren zich aanspannen als hij klaarkomt. Zijn penis glijdt diep naar binnen, zijn heupen stoten haar nog een keer hard aan en op die stortvloed aan prikkels weet ze ook haar eigen hoogtepunt te bereiken. Ze stort voorover op het bed en Daan volgt haar in dezelfde beweging. Met zijn hoofd op haar rug liggen ze hijgend tegen elkaar.

Het zweet droogt langzaam op en de ademhaling wordt weer rustiger. Ze krijgt het een beetje fris, tot Daan het laken pakt en om hen heen slaat. Ze verplaatsen zich even in het bed en kruipen dicht tegen elkaar aan. Ze zwijgen een tijdje, de aanwezigheid van de ander is voor beiden genoeg, tot Sanne de stilte verbreekt. “Blijf je bij me?” vraagt ze hem zachtjes. “Ik blijf bij je,” antwoordt Daan en hij drukt zich nog wat steviger tegen haar aan. “We hebben vaker zo gelegen, maar iedere morgen word ik weer alleen wakker. Daar kun je ook niets aan doen, alleen ik hoop dat het nu eens anders is. Ik voel me zo alleen elke morgen.” Hij knijpt in haar arm. “Als je morgen weer alleen bent, dan kun je me weer vinden.”

“Pff, ik krijg het heet!” zegt Sanne even later. Buiten is het nog niet echt afgekoeld en omdat ze zo knus liggen, is de temperatuur weer flink toegenomen. Ze gooit de lakens van hen af. “Jij weet ook niet wat je wil,” spot Daan. “Ik kom anders toch elke dag weer bij je terug!” werpt ze tegen. Daan denkt even na. “Misschien is dat wel een smoesje om mij in bed te krijgen.” Sanne lacht even. “Tsja, behalve trucjes zoals bij de bewaker, en ‘t feit dat ik wel heel veel van je weet, kan ik ‘t nooit echt bewijzen. Aan de andere kant, als ik jou in bed wilde krijgen, was ‘t ook wel voldoende geweest om mijn geslagen billen te laten zien. Dan had ik niet dat hele verhaal erbij moeten verzinnen.” Enigszins betrapt knijpt hij in haar billen. Ze draait zich om en bijt zachtjes in zijn arm. “Foei foei dame, dat doen we hier niet,” wordt ze terechtgewezen. Zijn blik zegt echter wat anders. “Doe er maar wat aan!” daagt ze uit. Met een flitsende beweging stopt hij zijn hand in haar BH en neemt haar linkertepel stevig vast tussen duim en wijsvinger. Met de andere hand houdt hij zijn hand voor zijn lippen,:“Ssssh!” Ze kronkelt in het bed en bijt op haar tong, tot ze opgeeft. “Ik stop al, ik stop al!” Een wonderlijke combinatie van fluisteren en schreeuwen.

Daan laat los en begint haar te zoenen. Zijn kus wordt enthousiast beantwoord. Zachtjes blijven ze elkaar strelen en zoenen, tot de vermoeidheid langzaam begint in te vallen. “Je hoeft er niet tegen te vechten, het lijkt eigenlijk onmogelijk om op te blijven” zegt Sanne wanneer ze Daan ziet gapen. Hij kijkt haar spottend aan, maar ze haalt haar schouders op. “Ik weet dat ‘t raar is, maar zo werkt ‘t blijkbaar. Zo direct vallen we in slaap en dan word ik wakker en ben ik weer genezen en alleen.” Ze draait zich weer om. “Je kunt me wel knuffelen, dan vallen we samen in slaap.” Daan slaat zijn arm om haar heen, en langzaam doezelen ze samen weg.

Sanne wordt wakker van het geluid van de radio. ‘I got you babe’, alweer. Teleurgesteld en met haar ogen nog dicht draait ze van haar zij naar haar rug. Direct wordt ze twee dingen gewaar. Ten eerste is er een dof pijnlijk gevoel van een achterwerk dat tegen het bed drukt en duidelijk nog niet is genezen van een gedenkwaardig pak slag. Ten tweede ligt haar schouder ergens tegenaan: Daans gezicht. “Hmm, goeiemorgen” mompelt hij, terwijl hij langzaam wakker wordt. Ineens is ze klaarwakker. Ze rolt weer op haar zij en kijkt over heer schouder naar beneden. Blauwe plekken, dieppaarse lijnen, duidelijk niet waarmee ze normaal wakker wordt. Dan kijkt ze naast zich en voelt voorzichtig aan het haar van de gestalte. Hij ligt er echt, naast haar, in bed, terwijl het ochtend is. Het is eindelijk morgen geworden.

Sannes langste dag (14)

Het ijs breken met Nadine is vandaag weer gemakkelijk. Haar gestrafte billen werken als een rode lap op een stier en ze vraagt Sanne direct hoe dat zo gekomen is. Tijdens de gymles is Sanne in opperste concentratie. Ze weet met een prachtige worp de bal van Nadine uit de koers te brengen. In een beweging stapt ze door, vangt ze de bal van haar tegenstandsters en gooit ze een prachtige effectbal die, via de borst van het eerste meisje, het tweede meisje op haar been weet te raken. Er klinkt zelfs een klein applaus en balorig gejuich uit de zaal. De sportleraar die de leiding heeft kijkt haar even goedkeurend aan. Daarna herstelt hij de orde. “Ok dames, goede inzet vandaag, voor de meesten althans. Nu allemaal naar de douches, hop hop!” Om zijn woorden te onderstrepen blaast hij een aantal keer op zijn fluit.

In de douches komt Nadine direct naar haar toe. “Gooide je die bal nou expres tegen de mijne? Hoe wist je dat ik die zou gooien?” Sanne grijnst. “Ik had gewoon zo’n voorgevoel, en ik had ook een gevoel dat ik er op de een of andere manier de schuld van zou krijgen. Toen zag ik je aanhalen in mijn ooghoeken en dacht ik alleen maar ‘Ik heb een kans om mijn hachje te redden.’ Volgens mij is het gelukt.” Nadine is onder de indruk. “Of jij de schuld had gekregen, weet ik niet. Ik niet in elk geval, de meiden weten wel beter dan mij te verlinken.” Ze kijkt stoer. “O, wat gebeurt er dan?” vraagt Sanne onschuldig. Nadine lacht gemeen. “Dan krijgen ze een ‘ongeluk’ in de douche, waarna hun billen er ongeveer zo uitzien als die van jou nu.” “Nou, dan zal ik mijn mondje maar houden,” antwoordt Sanne. “Maar dan heb ik wel wat tegoed van je. Je moet met me mee gaan eten.”

Een kwartiertje later zitten ze samen aan de maaltijd. Met Sannes charme hebben ze een gezonde salade met gamba’s weten te bemachtigen, die veel beter smaakt dan de chili die Sanne de eerste herhaaldagen at. Ze praten samen honderduit. Het grootste gedeelte van de verhalen heeft Sanne al gehoord, maar ze weet dat het belangrijk is om ze nog eens te horen om een band met Nadine op te bouwen. Het bijzondere is wel dat Nadine altijd wel een nieuw verhaal weet te vertellen dat ze in al die weken nog nooit tegen haar verteld heeft. Aan het eind van de maaltijd wordt Sanne een beetje stil. Ze zit met haar gedachten al bij haar gesprek bij de directeur. Nadine merkt ook dat de stemming omslaat. “Je lijkt ineens zo afwezig, vertel eens wat er is,” spoort ze Sanne aan. Ze haalt even diep adem. “Zo direct heb ik mijn wekelijkse afspraak met de directeur. Ik weet dat hij ontdekt heeft dat ik mensen uit het dorp heb opgelicht, hij weet alleen nog niet dat ik het ook weet. Hij zal me vreselijk gaan straffen, vrees ik.”

“Pff, dat is wel naar inderdaad. Die vent kan ook zo gemeen hard slaan,” zegt Nadine meelevend. Ze rommelt even in haar tasje en haalt haar potje met crème tevoorschijn. “Dit is mijn wondermiddel, sheaboter. Ik smeer het zelf ook en het verlicht de pijn een beetje. Je mag het wel wat lenen.” Net als de eerste keer vult ze een klein bakje en geeft dit mee met Sanne. “Je moet je er niet onder laten krijgen door die lui hier hoor. Die sportleraren zijn gewoon sadisten, die maar wat graag slaan. Ik heb dat rooster van ze ook weleens gezien, het zijn altijd dezelfden die zich laten indelen bij de meisjes.” Nadines gezicht klaart op. “Zullen we dat schema eens goed omgooien, zodat de sportleraren die graag bij de meisjes zijn bij de jongens worden ingedeeld en omgekeerd?!” Sanne is iets minder enthousiast: “Misschien als ik weer normaal kan zitten,” zegt ze terughoudend. “Pff, watje,” lacht Nadine. “Zie ik je morgen weer bij het eten?” vraagt Sanne terwijl ze opstaat. “Het was gezellig, morgen weer. Misschien ben je dan wel weer klaar om met me iets aan de bewakers te doen.” “Misschien!” knipoogt Sanne, terwijl ze vertrekt richting de directeur.

Met lood in de schoenen steekt ze het plein over richting het kantoor van de directeur. Ze heeft een droge keel en een knoop in haar maag. Het is nog lekker weer buiten, zoals elke dag, maar ze kan er niet van genieten. Van dit stuk van de avond heeft ze vanaf de tweede herhaaldag al niet meer kunnen genieten, omdat ze weet wat haar te wachten staat. De eerste paar keren was er nog voorzichtig optimisme, dat ze hem nu wel zou overtuigen om haar te sparen. Daarna was er berusting en innerlijke voorbereiding, om in elk geval ervoor te zorgen dat hij niet de zwaarste straf zou uitdelen. Nu was er een gevoel bijgekomen, die verdraaide spijt, die langzaam in haar is gekropen en gisteren naar boven is gekomen. Het is die spijt die haar heeft overtuigd dat onder straf uit willen komen, of gaan voor het minimum, op de lange termijn niet het beste is, omdat ze dan met die spijt blijft zitten. En dat is een rotgevoel. Alleen, het alternatief is ook niet aanlokkelijk. Moet ze niet terugkrabbelen? Zou ze echt niet met die spijt kunnen leven?

Ze klopt op de deur en de directeur roept haar binnen. Ze neemt plaats en wacht geduldig tot hij klaar is met zijn papieren. “Sanne, vertel eens over afgelopen week,” zegt hij. “Hmm, niet zo goed meneer,” zegt ze, net iets zachter dan ze bedoeld had. Hij kijkt op en kijkt haar geïntrigeerd aan. “Niet zo goed? Vertel eens, wat ging er niet goed?” Eerst komt het ‘makkelijke’ stuk: de bekentenis. Die heeft ze inmiddels wel vaker gedaan. “Eigenlijk gaat ‘t nog verder terug dan de afgelopen week. Vanaf het moment dat ik hier ben, ben ik langs dorpsbewoners gegaan om telefoonabonnementen af te sluiten. Al die contracten bevatten kleine lettertjes die mij een hoop geld opleveren. Ik heb zo voor honderden euro’s mensen opgelicht.” Zoals elke dag kijkt ze nu naar de verbaasde blik van de directeur. Vandaag kan ze er nog een schepje bovenop doen. “Ik heb spijt gekregen van wat ik gedaan heb, daarom ben ik vanochtend langs alle mensen gegaan met een excuusbrief en een uitleg over hoe ze hun geld terug kunnen krijgen.”

De directeur lijkt even met stomheid geslagen. “Wel, dat was niet hoe ik had verwacht dat dit gesprek zou gaan,” herpakt hij zich. “Een van je slachtoffers is een vriend van mij, ik zal hem even bellen om je verhaal te bevestigen.” Tijdens het telefoongesprek zit ze zenuwachtig met haar duimen te draaien. Gek eigenlijk, want ze weet dat ze niet liegt. Toch, de directeur is een indrukwekkende figuur en het dreigement van de paddles die achter hem hangen is er altijd. Gelukkig krijgt de directeur de bevestiging waar hij naar op zoek is. Tevreden kijkt hij haar aan. “Om eerlijk te zijn had ik verwacht hier een liegende jongedame voor me te zien, die heel erg haar best zou doen om te doen alsof er niets aan de hand is en daarna zou proberen om te doen alsof het allemaal niet haar schuld was.” Ondanks haarzelf moet Sanne even lachen om het inzicht van de directeur. “Totaal zinloos natuurlijk, want ik heb je exceldocumenten gezien en weet precies wat je de afgelopen weken gedaan hebt. Ik moet zeggen, ik ben wel een klein beetje onder de indruk, jongedame. Echter, dit blijven ernstige feiten en ook al heb je er spijt van, ik ga toch even een indruk maken zodat die spijt niet achteraf heel tijdelijk bleek te zijn. Sta maar vast op en buig over het bureau.” Met die woorden staat hij op en haalt hij de kleinste van de drie paddles van de muur.

“Meneer?” vraagt Sanne dan, en de directeur draait zich om. “Zou u die paddle hebben gebruikt als ik gedaan had alsof ik een zorgeloze week achter de rug had en er niets aan de hand was?” Hij schudt zijn hoofd. “Nee, dan waren strengere maatregelen aan de orde geweest. Nu komt hét moment, het moment waarop ze de controle uit handen geeft. “Ik denk dat nu mij de straf moet geven die u van plan was, meneer.” Ze is bijna niet meer te verstaan. Hij kijkt haar aan en ziet de tegenstrijdige gevoelens in haar ogen. Een soort pijn, niet fysiek, maar van binnen, die in haar blik spreekt. Iets dat hij in al zijn jaren bij dit instituut maar zelden gezien heeft, maar waarvan hij weet hoe belangrijk het kan zijn voor het verdere verblijf, misschien wel het verdere leven, van de persoon in kwestie. Hij knikt naar haar, hangt de kleine paddle weer op en pakt de grote van de muur.

Een stemmetje in Sanne schreeuwt: “Wat heb je gedaan, muts!” Dat stemmetje wordt genegeerd als ze haar jurk uittrekt en de directeur uitlegt dat die anders toch maar naar beneden glijdt. Ze buigt voorover en voelt hoe ze ontbloot wordt. “Je benen een stap uit elkaar en handen aan de rand van het bureau. Je krijgt twaalf klappen. Als je loslaat, telt de klap niet mee. Als je vloekt, telt de klap niet mee.” De woorden zijn hetzelfde, maar de toon is zachter. Gehoorzaam volgt ze de aanwijzingen op. “Zo te zien heb je er al flink van langs gekregen,” merkt hij op met een blik op haar gehavende bilpartij. “Akkefietje met een boze dorpsbewoner,” mompelt ze en ze hoort hem even gniffelen. “Je krijgt 12 klappen,” kondigt hij opnieuw aan. Het koude hout rust tegen haar billen en ze zet zich schrap wanneer dat gevoel verdwijnt. Met een grote klap komt de paddle vervolgens op haar billen neer. Ze wordt hard in het bureau gedrukt. Het gevoel van pijn overspoelt haar. Deze zware paddle heeft ze al even niet meer gevoeld en het lukt nooit om te onthouden hoe pijnlijk het precies voelt. Misschien ook maar beter.

Met een plof laat ze haar adem ontsnappen wanneer de tweede klap volgt. Ze hijgt en worstelt om haar ademhaling onder controle te krijgen. Dan is het weer wachten, gelijktijdig zowel veel te kort, als oneindig lang. De derde volgt. De pijn dringt tot diep in haar vlees door, aan de oppervlakte lijkt elke vierkante millimeter van haar huid in brand te staan. Dat gevoel lijkt al heel erg, maar ze weet dat het bij elke uithaal erger wordt en haar besef van de ergste pijn ooit verder zal oprekken. Nummer vier, een oergeluid ontsnapt aan haar lippen. Ze voelt hem even de paddle op haar linkerbil doen rusten, waardoor ze weet wat er komen gaat. Na de vijfde en de zesde klap voelt die helft van haar zitvlak zich niet meer tekort gedaan. Daarna gaat hij weer verder zoals hij begonnen is. Bij elke klap worden haar schreeuwen harder. De tranen springen in de ogen. Haar knokkels zien wit van het knijpen in de rand van het bureau. Ze beweegt met haar bovenlichaam, ze trekt haar rug hol en duwt haar heupen nog dichter tegen het bureau aan, met een soort instinct dat haar vertelt dat ze moet vluchten voor deze aanval. Maar ze blijft staan. Bij de elfde klap strekt ze haar armen en duwt ze haar heupen van het bureau, terwijl ze met alle innerlijke kracht zorgt dat haar voeten blijven staan waar ze staan. Ze schudt wild met haar billen heen en weer, in de hoop dat de pijn zo zal verdwijnen, of dat ze in elk geval aan de lucht gekoeld worden. Heel langzaam neemt ze haar positie weer in. Zachtjes tikt de directeur tegen haar billen. “Je doet het heel goed meisje, ik ben trots op je. Zet je schrap voor de laatste.” Ze bijt op haar tanden en wacht. Dan volgt de overweldigende kracht van de paddle, van onder op haar zitvlak in een boog naar boven. Ze staat op haar tenen, en smakt met haar borst en buik tegen het bureaublad. Heel even is de pijn alles, haar hele gevoel, haar hele wereld.

Langzaam komt haar besef terug. Ze heeft het overleefd, en ze huilt niet. Nu voelt ze zich beter. Althans, voelt ze zich wel beter. Natuurlijk, denkt ze, ik ben gestraft voor wat ik gedaan heb, ik kan met een schone lei verder. Maar er is ook een ander geluid, een geluid dat zegt dat dit niet voldoende is, voor alle leugens en bedriegerijen van de afgelopen week. Van de kans die ze gekregen heeft om niet naar de gevangenis te gaan, een kans die ze bijna vergooid heeft. Ze weet nu hoe het er daar aan toegaat en ze weet dat ze daar nooit meer wil zijn. Zo blijft ze liggen en wordt ze langzaam gewaar van de knoop in haar maag, die er nog steeds is. Ze voelt nog steeds een spanning in haar schouders, in haar rug. “Heel goed gedaan Sanne, je mag overeind komen,” geeft de directeur aan. Ze staat op en draait zich om. Zonder verder na te denken laat ze haar gevoel spreken. “Ik voel me zo schuldig over wat ik gedaan heb, misschien moet u me maar straffen tot u vindt dat het écht genoeg is.” De directeur schudt zijn hoofd. “Wat mij betreft ben je voldoende gestraft. Daarnaast weet ik niet of nog meer klappen met die zware paddle wel zo’n goed idee zijn.” “Alsjeblieft!” werpt Sanne tegen, met lichte wanhoop in haar stem. “Ik heb de vorige bezoeken ook gelogen over hoe het ging, misschien kunt u me daar nog voor straffen?”

Weer kijkt de directeur Sanne lang aan, tot ze haar ogen afwendt en naar de grond kijkt. Even staat hij als aan de grond genageld, maar neemt dan toch zijn beslissing. “Goed, buig terug over het bureau, dan gaan we die fouten van je vorige bezoeken rechtzetten.” Ze hoort hoe hij zijn kantoor uitloopt. Daar ligt ze dan, halfnaakt, weerloos en met heel veel pijn, te wachten. Even denkt ze aan de mogelijkheid om snel even te wrijven, maar ze weet dat het niet mag en belangrijker, dat ze het niet verdiend heeft. Er zijn voetstappen in de gang en even later is de directeur weer terug. “Ik heb even wat anders gehaald, iets om de leugens van de afgelopen week goed aan te pakken.” Hij tikt met iets op haar billen en ze beseft wat het is: een cane, als in de gevangenis. Dan gaat de stok naar achter en flitst weer naar beneden. Een gloeiendhete streep staat plotseling dwars over haar achterwerk. Ze slaakt een hoge gil, laat het bureau los en komt half overeind. “Terug in positie,” hoort ze de directeur zeggen, die weet dat hij in deze situatie niet hoeft te dreigen met extra straf. Langzaam zakt ze weer terug naar beneden. Tik, tik, tik…TIK! volgt de tweede slag. Ze schreeuwt het uit en stampt op de vloer, maar blijft voorovergebogen staan. De derde tik, ze knijpt haar ogen helemaal dicht en krast met haar nagels in het hout. Een deel van haar wil loslaten, een ander deel vecht door. De vierde slag kruist een van de eerdere lijnen, het lijkt wel alsof een peuk is uitgedrukt op het raakpunt van de twee. Het deel van Sanne dat wil vechten wordt kleiner, maar ze gaat door tijdens slag vijf, zes, zeven. De achtste slag raakt haar onderaan haar billen, waar de pijn van de paddle zich ook al verzamelde. Plots wordt de strijd opgegeven. Haar schouders ontspannen zich, ze ligt slap op het bureau en begint zachtjes te snikken. Er rolt een traan over haar wangen. Ze kan aan niets anders meer denken dan de pijn, de pijn, de pijn. Heel in de verte hoort ze hoe de directeur aankondig dat er nog vier slagen volgen. Hij ziet hoe ze zachtjes huilt, maar weet uit ervaring dat soms nog net een beetje meer nodig is. Na elk van de vier slagen kermt Sanne zachtjes van de pijn. De tranen nemen toe. Wanneer de laatste slag geweest is, blijft ze liggen en huilt zachtjes door.

Ze voelt heel even een hand op haar schouder. “Wanneer je klaar bent, kun je je aankleden,” hoort ze de directeur zachtjes zeggen. Ze blijft liggen en komt langzaam terug in het hier en nu. De knoop in haar maag voelt ze niet meer. Stijfjes komt ze overeind. Voorzichtig zakt ze door haar knieën, pakt ze haar ondergoed en trekt het behoedzaam op. Boven aangekomen merkt ze dat zelfs het lichte contact van de stof te veel is en er springt een nieuwe traan in haar ooghoek. Dan herschikt ze haar jurk en kijkt naar de directeur. “Sanne, wat je vandaag hebt gedaan is heel dapper, ik ben heel trots op je.” Hij opent zijn armen. Ze loopt naar hem toe en grijpt hem stevig vast. Hij beantwoordt haar greep. Een nieuwe golf van emoties, herinneringen van de afgelopen weken, overspoelt haar. Met grote, schokkende uithalen begint ze op zijn schouder uit te huilen. Hij sust haar, terwijl ze minutenlang zo blijft snikken. Langzaam keert de rust terug en uiteindelijk laat ze los. Hij keert terug naar zijn bureau en haalt een pakje zakdoeken uit de la, dat ze dankbaar aanneemt. “Gaat het weer?” vraagt hij, en ze knikt. “Dan zien we elkaar volgende week.” Met een waterig glimlachje antwoordt ze hem en loopt dan zijn kantoor uit.