‘Dat weet ik niet! Dat heb ik toch gezegd – ik werd bang!’ piepte Lana. ‘Je gaf geen antwoord en het begon koud te worden, en ik moest steeds aan spoken denken en toen ben ik je gaan zoeken!’
Adam begon met de borstel op zijn hand te tikken. Er liep een rilling over haar rug toen ze zich voorstelde hoe deze op haar tere billen zou neerdalen. ‘Het spijt me, Lana, ik kan er niet bij dat je naar aanleiding daarvan hebt besloten je veiligheid in de waagschaal te stellen. Als je werkelijk zo bang was, waarom ben je dan niet gewoon weggegaan?’
‘Ik maakte me zorgen om je! Ik wilde jullie hier niet alleen achterlaten’, zei Lana naar waarheid en hoopte van ganser harte dat hij haar zou geloven.
‘Dacht je werkelijk dat wij in gevaar waren? De waarheid, Lana!’.
‘Ja! Ik was bang, Adam! Je had moeten zeggen waar jullie mee bezig waren. Die muziek was angstaanjagend en de koude wind voelde alsof er geesten waren!’
Ze zag de twijfel in zijn ogen, waar kortgeleden alleen nog vastbeslotenheid te zien was. Lana slaakte een zucht van verlichting en ging toen verder, ‘Ik wist niet dat jij het raam opengedaan had, Adam. Ik wist ook niet dat je me niet zou kunnen horen omdat die grammofoon zo hard stond’.
Oh-oh, dacht ze, toen ze zag hoe hij zijn wenkbrauwen fronste. ‘Je hebt ons gezien!’, zei hij beschuldigend. ‘Je hebt het raam gezien, en de grammofoon – je bent helemaal de hoek om geweest, tot bij de koffers!’
‘Eh…ja…ik ben doorgelopen tot ik jullie gevonden had’.
‘Waarom heb je dan niet laten weten dat je daar was? Toen je zag dat we veilig waren?’
‘Omdat…’ Lana’s hart begon sneller te kloppen. Daar had ze geen weerwoord op. ‘OK, ik was opgelucht dat jullie in orde waren, maar ik wilde niet dat jullie zouden weten dat ik daar was’.
‘En dus probeerde je er stiekem vandoor te gaan zodat we niet zouden weten dat je daar geweest was’.
‘Ja’. Lana keek naar de grond en voelde de tranen in haar ogen branden. Nu was ze er gloeiend bij. ‘Het spijt…’
‘Niet zoveel spijt als je straks zult hebben. Zelfs al is het waar waarom je de zolder opgegaan bent, nadat je ons gezien had besloot je je veiligheid opnieuw op het spel te zetten’.
‘Nou ja, ik heb er nooit aan gedacht dat ik in gevaar zou kunnen zijn…’
‘Dat is precies wat ik bedoel. Je hebt nergens bij stil gestaan. Je hebt maar wat gedaan, zonder bij de risico’s stil te staan’. Adam begon heen en weer te ijsberen terwijl hij met de borstel in zijn hand tikte.
Toen ging hij voor haar staan en zei, ‘Ik geloof wat je daarnet tegen me gezegd hebt. Als je wat gezegd had toen je ons zag, zou ik je op dat moment ook geloofd hebben.’
Lana keek naar hem op. ‘Ik denk dat die pijnstillers invloed hebben op mijn beoordelingsvermogen’, probeerde ze.
‘Nou, misschien helpt het ook wel de pijn van dit ding te verzachten’, plaagde hij. Hij boog zich voorover en gaf haar een kus op haar mond. Ondanks dat ze zich realiseerde dat haar bips binnen de kortste keren in brand zou staan, werd Lana overspoeld door een keur aan gevoelens. De blik in zijn ogen was nu vertrouwenwekkend, liefdevol en zelfs vriendelijk. Zijn aftershave verleidde haar, ze ademde zwaar en drukte haar lippen stevig tegen de zijne. Uit de haard klonk een zacht fluitend geluid omdat de wind door de schoorsteen blies. Op dat moment bestond niets meer, verdwenen alle gedachten aan heden en verleden. Ze liet zijn blik over zijn brede schouders en sterke bovenarmen gaan. Ze stelde zich voor hoe hij naakt was en in haar binnendrong en haar helemaal opvulde. Ze huiverde van genot.
‘Draai je om’, zei hij zachtjes en Lana gehoorzaamde hem. Hij deed haar pyjamabroek naar beneden en vervolgens haar onderbroek. Ze voelde de koude lucht op haar huid. Hij liet zijn strelende hand over haar bips en over haar bovenbenen glijden.
‘Het is zover’, zei hij en liet de haarborstel met een klap op haar rechterbil neerkomen.
‘AAUUWWW!!!’, gilde Lana en probeerde zich van de afschuwelijke pijn weg te draaien. ‘Dat doet zeer!’
‘Ik heb je maar nauwelijks geraakt’. Hij liet hem weer neerdalen, iets zachter nu, en weer probeerde ze haar billen weg te draaien.
‘Alsjeblieft Adam, niet meer met dat ding!’
Lana hoorde hoe hij zuchtte. ‘Verdomme, Lana, dit is geen spelletje, hoor’. Er klonk frustratie door in zijn stem. Hij begon haar de mantel uit te vegen, ‘Je probeerde je op de zolder voor me te verstoppen. Je besloot op eigen houtje terug te gaan! Je hebt jezelf in gevaar gebracht! Je hebt een paar zware koffers omgegooid – wat als die bovenop je gevallen waren? Hoe vaak heb ik je niet gezegd geen gevaarlijke dingen te doen?’
Lana luisterde stilletjes. Verdomme, hij wist wel hoe hij haar schuldig moest laten voelen, dacht ze. Het had de beoogde uitwerking. Ze probeerde een brok in haar keel weg te slikken. ‘Ik weet het niet’, mompelde ze.
‘Ik zal er voor zorgen, dat je nooit weer zoiets uithaalt’. Adam ging rechtop zitten en sloeg zijn linkerarm om haar middel en begon met de borstel op haar bips en de achterkant van haar benen te slaan. Pijngolven schoten door haar heen en ze stribbelde om weg te komen. Met haar goede hand greep ze de sprei in haar vuist terwijl de tranen opkwamen. Maar ze maakte geen geluid, bang dat Steven het zou horen.
Adam pauzeerde maar een keer, om haar te laten weten, ‘De volgende keer dat je besluit je veiligheid op het spel te zetten, moet je hier maar eens aan terugdenken!’ In minder dan een minuut had hij de rest waarvan hij dacht dat ze het verdiend had, toegediend. Maar voor Lana leek het wel een eeuwigheid te duren. Iedere klap liet zichtbaar zijn sporen na, de pijn werd steeds erger, totdat ze tenslotte hete tranen huilde. Haar snikken werden in de beddensprei gesmoord, zodat alleen zij tweeën het konden horen. Hij sloot af met een paar kletsen die nog harder waren dan de anderen, en toen was het voorbij. Hij liet haar los en ging naast haar liggen. Eén hand op haar onderrug rustend.
‘Heb je je lesje geleerd?’, vroeg hij toen haar huilen uiteindelijk overging in snikken.
‘Ja! Dat was verschrikkelijk! Het doet nog steeds zeer!’
‘Als je jezelf weer in gevaar brengt, krijg je twee keer zoveel’.
X-O-X-o-x-o-X-O-X
Ondanks de kloppende pijn in haar billen, voelde Lana een golf van opwinding door zich heen trekken. Wat was er toch in hemelsnaam met haar aan de hand? Ze wilde nooit weer zoveel pijn voelen en toch wond de hele situatie haar op. Ze bleven een poos zo liggen tot de pijn wegebde tot een dof gevoel. Ze huiverde en duwde zich vervolgens omhoog en keek op haar goede elleboog steunend op hem neer.
‘Waar keken Steven en jij naar in die koffer?, vroeg ze en veegde met haar mouw over haar gezicht.
Adam lachte, en antwoordde, ‘Goud’.
‘Echt waar?’
‘Een gouden postzegelbakje, een gouden presse papier, gouden boekensteunen…we hebben niet alles eruit gehaald, dus ik weet niet wat er precies allemaal inzit’.
‘Mijn God, Adam, denk je niet dat een aantal van die dingen op een veiliger plaats opgeborgen moeten worden, zoals bijvoord die bijbel? Als hier brand uitbreekt, dan zou je een fortuin verliezen en dan hebben we het nog niet eens over de historische waarde’.
Adam knikte en kneep zijn ogen half dicht. ‘Nu ik weet dat daar dingen liggen die het bewaren waard zijn, ja, ik denk dat we beter moeten beschermen’.
‘Ik zou je graag willen vertellen over een droom die ik gehad heb’.
‘OK’.
Lana begon te vertellen, maar nog voor ze bij het incident met de zweep aangekomen was, lag Adam in diepe slaap. Ze bleef lange tijd naar hem kijken en vergeleek zijn profiel met dat van James. Ze voelde hetzelfde verlangen opkomen als bij Elizabeth het geval geweest was. Als Steven er niet geweest was, dan zou ze Adam in een ommezien verleid hebben.
De gedachte aan Steven bracht haar weer in het heden, en ze maakte zich zorgen dat hij gehoord had hoe ze daarnet een pak op haar bips gekregen had. Waarschijnlijk wel – de haarborstel maakte een hels kabaal. Ze kreeg een kleur en liet zich voorzichtig, zonder Adam wakker te maken, op de vloer zakken. Ze wilde zien wat ze allemaal van de zolder gehaald hadden.
Steven stond in de keuken en maakte een broodje toen ze daar eindelijk arriveerde. Haar knieën deden zeer, omdat ze er de voorkeur aangegeven had zich op knieën voort te bewegen in plaats van op haar zere billen.
‘Hoi Lana, wil je ook wat eten? Waar is Adam?’ Hij keek in de richting van de deur alsof hij Adam daar ieder moment verwachtte.
‘Nee dank je, ik heb geen hoger. Ik moet wel wat drinken en mijn medicijnen innemen. Adam ligt boven, op het bed van zijn betovergrootmoeder, te slapen’.
Steven keek haar een beetje onwennig aan. ‘Hij is moe, hè? Zo te horen heeft hij je er flink van langs gegeven omdat je de zolder opgelopen bent’.
De vlammen sloegen Lana uit bij deze nuchtere constatering van Steven. Ze wist niet wat ze zou moeten antwoorden en zei daarom alleen maar, ‘Ik ga naar de woonkamer om de spullen van de zolder eens goed te bekijken’.
‘OK. Geef maar een gil als je iets nodig hebt’. Hij grijnsde tegen haar en ze gaf hem een flauwe glimlach terug voordat ze voorzichtig de keuken uitkroop.
__________________________________
Adam liep de woonkamer in, waar Lana op dat moment druk bezig was met een veiligheidsspeld in het slotje van het juwelenkistje te poeren. Hij keek het even aan en ging toen met een zucht naast haar zitten.
‘Er ligt een bos oude sleutels in een van de laden in het dressoir wat boven staat’, zei hij.
Lana keek verrast op. ‘Echt waar? Zou je die alsjeblieft voor me willen halen?’
‘Straks. Ik wil eerst even rustig wakker worden. Ik heb er een hekel aan midden op de dag in slaap te vallen’.
‘Oh, dat wist ik niet, anders had ik je wel wakker gemaakt. Aan de andere kant heb je maar een half uurtje of zo geslapen’.
Adam glimlachte, en pakte vervolgens de afstandbediening van de televisie.
‘Steven heeft gehoord hoe je mij een pak op mijn bips hebt gegeven’, fluisterde ze, en kreeg een vuurrood hoofd.
‘Nou en?’
‘Hij moest er een beetje om lachen, Adam, en het klopt niet dat hij het weet, vind ik’.
Adam haalde zijn schouders op. ‘Dan moet je maar zorgen dat ik geen pak slaag meer hoef te geven’.
Lana gaf hem een stomp tegen zijn schouder.
‘Als je dat nog eens doet, geef ik je hier ter plekke een pak op je billen’, waarschuwde hij en ging achterover zitten en keek naar de televisie.
Lana deed erg haar best om hem niet nog een knal te verkopen, maar besloot het er maar niet op te wagen. Eén keer op een dag was genoeg, meer dan genoeg, vond ze.
‘Ben je altijd zo chagrijnig als je net wakker bent?’ vroeg ze terwijl ze hem onderzoekend aankeek.
‘Ja. Dat is ook waarom ik er zo’n hekel aan heb. Bovendien ligt dat bed voor geen meter’.
Lana glimlachte, maar hij haalde zijn ogen niet van het beeldscherm af. Ze sloeg weer een fotoalbum open en bestudeerde de foto’s nauwkeurig. De manier van kleden verschilde niet eens zoveel van tegenwoordig, althans niet voor de mannen. De vrouwen droegen echter altijd jurken. Lange jurken tot op de grond, zijden hemdjes en korsetten. Ze vroeg zich af hoe haar dit zou staan. Op dat moment schoot haar droom haar weer te binnen – ze zag zichzelf, ze zag de wapperende lange jurk terwijl ze liep en voelde hoe deze over haar hoofd getrokken werd toen James haar een pak slaag gaf. Verdomme, die droom was levensecht geweest! Ze besloot dat ze die James helemaal niet zo aardig vond. Ze was ervan overtuigd dat hij een stuk hardvochtiger was dan Adam ooit zou kunnen zijn. En ook al was het een van de fantasieën die aan haar eigen onderbewustzijn ontsproten was, toch had ze het gevoel dat ze die man kende.
Hoe afstandelijk Elizabeth in haar dagboek ook was, Lana was ervan overtuigd dat ze in werkelijkheid een gevoelige vrouw geweest moest zijn. Toen ze zich herinnerde waarom Elizabeth in haar droom zo hard gestraft was, opende Lana het dagboek op de bladzijde dat de tweeling doorgeboren was. James was pisnijdig. Ja, natuurlijk! In haar onderbewuste had ze een redden waarom James boos was op Elizabeth – hij gaf haar de schuld van de dood van de tweeling, omdat ze dingen gedaan had die schadelijk voor hen had kunnen zijn. Nu het allemaal wat duidelijker werd voor Lana, sloeg ze het boek met een zucht dicht. Wat had ze toch een levendige fantasie! Ze zou wel een boek over die twee kunnen schrijven – en het zou best heel interessant kunnen zijn, ook al was het fictie…
____________________________
Een uur later had Adam nog steeds niet de sleutels opgehaald en dus stond Lana op om het zelf te doen. Ze ging eerst naar het toilet en klom vervolgens de trap op. Toen ze eindelijk boven was, brandden haar knieën van de pijn. In welke kamer zou ze moeten zijn? Ze keek eerst in de eerste slaapkamer aan de rechterkant. Een mooie kamer met verbleekt blauw behang en een oude verweerde beddensprei die daar waarschijnlijk ooit goed bijgepast had. Hier vond ze niet wat ze zocht en dus kroop Lana weer naar de overloop. Precies op dat moment kwam Adam de trap oplopen.
X-O-X-o-x-o-X-O-X
‘Ze liggen in de laatste kamer aan de rechterkant’, merkte Adam droog op toen hij Lana in het vizier kreeg. Ze voelde hoe hij naar haar keek toen ze langzaam over de overloop kroop. Hij tilde haar op en droeg haar weer naar de slaapkamer van Elizabeth.
‘Zet me neer’, riep ze, en duwde tegen zijn borst.
Adam zette haar op het bed en trok een van de pijpen van haar pyjamabroek omhoog. Haar knie was rood en opgezwollen. Zelfs Lana was verbaasd.
‘Dat dacht ik al’ foeterde Adam ‘je bewoog je ook wel heel wonderlijk voort’. Lana trok haar knieën op en schoof ook de andere pijp omhoog. Beide knieën zagen er gehavend uit. Toen hoorde ze de la van het dressoir openschuiven.
‘Nee’, gilde ze en rolde helemaal naar de andere kant van het bed.
‘Wat had ik gezegd over jezelf pijn doen?”, vroeg hij streng, terwijl hij om het bed heen liep. Lana rolde in haastige paniek weer naar de andere kant om aan de haarborstel te ontkomen.
‘Ik wist niet dat mijn knieën zo gezwollen waren!’
‘Maar ze deden vast wel pijn?!’
‘Ja! En is dat nog geen straf genoeg?’
Adam deed de slaapkamerdeur dicht. ‘Kennelijk niet! – je kruipt er nog steeds op rond’.
‘Het spijt me!’, riep ze, ‘je hebt niet gezegd dat ik niet meer mocht kruipen!’. Maar hij draaide haar op haar buik en rukte haar broek naar beneden en liet de borstel hard en vaak achtereen op haar billen neerdalen.
‘Ik dacht dat je over genoeg verstand beschikt om dat zelf te kunnen bedenken. Hoe vaak moet ik je nog zeggen dat jezelf pijn doen goed is voor een pak op je bips?’
De pijn gierde door haar lichaam, maar het was al even snel voorbij als het begonnen was. Hij hield haar in zijn armen en wreef zachtjes over haar rug, terwijl de tranen over haar gezicht liepen.
‘Verdorie Lana, ik meen het echt hoor. Ik wil dat je goed voor jezelf zorgt, al zal ik daar met behulp van de paddel voor moeten zorgen!’
‘Een paddel’, zuchtte ze en droogde haar tranen aan zijn overhemd.
‘Er is nog eentje die mijn betovergrootvader gemaakt heeft’, antwoordde hij. Het hart van Lana ging van angst sneller slaan.
‘Wat zeg je?’, ze hield op met huilen en ging rechtop zitten, trok een grimas en keek hem aan.
‘Hij heeft er een gemaakt. Hij hangt in de kast’.
‘Adam, daar heb ik over gedroomd! Ik droomde dat ik je betovergrootmoeder Elizabeth was en dat James mijn man was. Hij heeft me een pak slaag met de zweep gegeven en vervolgens met een paddel die hij zelf gemaakt had! Die droom was levensecht, Adam en nu ben ik bang!’Ze zag hoe de ogen van Adam steeds groter werden terwijl hij naar haar keek.
‘Hoe zag hij eruit?’
‘Ik heb hem niet echt van dichtbij bekeken, maar hij op zijn minst een centimeter of zestig lang en een 12 centimeter breed, hij was licht van kleur en glom alsof hij gelakt was’.
Adam floot. ‘Dat was nog eens een droom!’ Het hart van Lana sloeg op hol toen hij de kastdeur opende. Hij nam de paddel van het haakje en nam deze mee naar het bed. Ze voelde haar maag omdraaien toen ze de vorm ervan herkende. De kleur was donkerder dan ze zich herinnerde, maar dat zou van de leeftijd kunnen komen.
‘Oh, mijn God, Adam…’ Ze voelde zich duizelig worden en liet zich in de kussens zakken die nu over het bed verspreid lagen.
‘Weet je zeker dat je nooit in die kast gekeken hebt?’, vroeg hij, ‘en dat later helemaal vergeten bent?’
‘Ik…ik weet het niet. Misschien wel…maar ik kan er niks meer van herinneren dat ik hier ene kastdeur geopend heb. Ik ben er vanuit gegaan dat ze allemaal leeg zouden zijn.’
‘Waarom gaf James Elizabeth een pak slaag in je droom?’
‘Ze was gaan paardrijden toen ze zwanger was. Ze reed heel roekeloos, sprong over de beek, en zo. Hij was daar behoorlijk kwaad over’.
Adam dacht even na. ‘Daarom schreef ze natuurlijk in haar dagboek dat hij boos was dat ze doodgeboren waren?’
‘Natuurlijk niet!’, riep Lana. ‘Het is iets wat ik in mijn slaap verzonnen moet hebben! Dat kan niet echt waar zijn!’
‘Nee, dat denk ik ook niet’, antwoordde Adam, maar het zag er niet naar uit dat hij echt overtuigd was. Lana ging op haar knieën zitten, trok een grimas en sloeg haar armen om zijn nek. Ze voelde zich veilig en beschermd toen hij zijn armen om haar heen sloot. Hij zou zorgen dat haar niets zou overkomen. Hij zou niet eens toestaan dat ze zichzelf iets zou aandoen, dacht ze wrang.
‘Ik ga de sleutelbos halen’, zei hij terwijl hij haar weer op het bed duwde. ‘En daar na gaan we naar beneden en zullen we wat ijs op die knieën van je doen’.
‘Ja, Adam…’ Lana kon haar tong wel afbijten toen ze zichzelf ‘Ja, Adam’ hoorde zeggen, maar hij lachte, gaf haar een knipoog en liep de kamer uit. Wat als ze zoiets nog eens in het bijzijn van haar familie zou zeggen? Ze zouden zich allemaal bescheuren!
Met trillende handen pakte ze de oude en verweerde paddel op en bestudeerde hem nauwkeurig. Hoe kon ze hier over gedroomd hebben? Waar had ze hem eerder gezien? Het gladde oppervlak voelde warm aan en niet koud zoals je zou verwachten van een stuk hout dat in een kast in een onverwarmde kamer hing. Ze gooide hem terug op het bed en had opeens zin om hem beneden in de open haard te gooien. Maar goed, ze had het recht niet om dingen hier in dit huis te vernietigen.
Lana stond op en hinkelde op één been naar de kaptafel. Ze keek in de spiegel en raakte deze aan terwijl ze eraan dacht dat heel veel jaren geleden Elizabeth hier vaak gezeten had. ‘Verdomme, dat was in je droom’, riep ze zichzelf tot de orde. Dat weet je helemaal niet. Lana wilde naar huis, weer leven in de moderne wereld, zonder alle naargeestigheid van hier. Misschien kon ze Adam overhalen naar vanavond naar huis te brengen…
X-O-X-o-x-o-X-O-X
Toen het etenstijd was, waren de knieën van Lana nog steeds opgezwollen, deed haar sleutelbeen pijn, klopte haar enkel en brandde haar bips. Het maakte niet uit hoe ze op de zachte bank ging zitten, het was niet comfortabel.
Hoewel Adam haar al verschillende keren een pijnstiller had aangeboden, had ze deze steeds geweigerd omdat ze zich niet de hele tijd gedrogeerd wilde voelen. Ze at met lange tanden nog niet een kwart van wat Adam op haar bord geschept had. Ze dronk het grote glas water leeg en zette haar bord vervolgens op de salontafel.
‘Ben je te moe om te eten?’, vroeg Adam, die met zijn lege bord van de bank opstond.
‘Ik heb gewoon geen honger’, mompelde ze en deed of ze met interesse naar het spelletjesprogramma op de televisie keek.
‘Je hebt slechts een paar muizenhapjes gegeten. Ik maak me zorgen om al het gewicht wat je al verloren bent’.
‘Het is al goed, Adam. Ik krijg genoeg vocht binnen. Jezus leefde veertig dagen lang op niets anders dan water. Er zal me dus niet zo snel iets overkomen’.
‘Moet dat een grapje voorstellen?’, gromde hij. Lana keek hem aan en schudde verdrietig haar hoofd. ‘Je hebt momenteel veel pijn, of niet?, vroeg hij vriendelijk en boog zich naar haar toe. Hij wreef even zachtjes over haar gezicht.
Ze knikte. ‘Maar ik denk wel dat ik zou kunnen slapen. Zou je me nu naar huis willen brengen?’
Adam ging weer staan en pakte hun borden op. Ze had nog niet eerder zo’n gekwetste gezichtsuitdrukking bij hem gezien. Ze zou nog best een nachtje willen blijven als hij dat zo graag zou willen. Ze was net van plan hem dat te laten weten, toen hij zich naar haar omdraaide.
‘Als je echt zo graag naar huis wilt, dan zal ik je brengen. Maar dan blijf ik wel in jouw flat slapen voor het geval je iets nodig mocht hebben’, zei hij.
Lana glimlachte. ‘Nee, ik heb me bedacht. Ik denk dat ik toch maar hier blijf. Dan hoef je je morgen niet zo te haasten om Steven naar huis te brengen en heb ik meer tijd om me klaar te maken voor het werk’.
De spieren in de onderkaak van Adam verstrakten en ze herkende de ‘Ik zal je eens vertellen waar het op staat’ blik in zijn ogen. ‘Wanneer ga jij eens proberen tot rust te komen? Als je niet rust, wordt je nooit beter. En hoe meer je jezelf vermoeit, hoe meer kans je een eventueel HIV virus geeft.’
‘Maar ik heb geen zin om hier morgen de hele dag alleen te zijn!’, bracht ze uit. Ze verraste zich zelf al even veel als hem.
Adam deed niet eens moeite er achter te komen wat ze daar mee bedoelde. ‘Ik zou je morgen naar je eigen huis kunnen brengen voor ik naar het werk ga’.
‘Daar wil ik ook niet de hele dag alleen zijn’, zei ze en hoopte dat hij er iets van zou begrijpen.
‘Wat ga je dan de hele dag op het werk doen? Je kunt niet goed zitten, je kunt niet goed lopen, je kunt niet schrijven, je kunt niet geen injecties klaarmaken omdat je daar twee handen voor nodig hebt, je kunt geen bloeddruk meten, je kunt geen…’
‘Ik kan heus wel zitten’, protesteerde Lana. ‘Ik zou de gesprekken kunnen voeren en dergelijke – ik kan nog heel goed praten!’ Ze hield zich stil toen hij zijn hand naar haar uitstak en haar haren over haar schouder streek.
‘En wie gaat dan opschrijven wat je allemaal met je patiënten bespreekt?’
‘Ik zou het op de computer uit kunnen typen en het vervolgens uitprinten’.
‘OK’, gaf Adam toe. ‘Als je nu naar bed gaat en zorgt dat je een goede nacht draait, dan neem ik je morgen mee naar het werk. Maar dat wil niet zeggen dat ik het allemaal zo’n goed idee vind. Je zult de hele dag in een rolstoel moeten zitten. Met dat gebroken sleutelbeen kun je geen eens krukken gebruiken’.
‘Ik kan best met een kruk lopen’.
‘Nee – je goede arm zit daarvoor aan de verkeerde kant’.
‘Let jij maar eens op’.
Adam zuchtte. ‘Er zitten grenzen aan het incasseringsvermogen van het menselijk lichaam. En die zoek jij aardig op. Als je zo doorgaat kom je nog in het ziekenhuis terecht’.
‘Het gaat prima. En je zult zien dat ik er zomaar bovenop ben. Ik kan heel wat hebben. En ik vind het heel erg dat ik mijn Taekwondo oefeningen niet kan doen, of…’, ze brak haar zin af. Tranen schoten in haar ogen.
‘Oh, we kunnen best oefenen hoor’, glimlachte hij, ‘als dat is wat je wilt. Daar zorg ik wel voor’. Toen hij dat zei, zette hij de borden op de salontafel en deed zijn beide handen om haar kuit. ‘En nu duwen, dan duw ik terug’, zei hij.
Met een verbaasde glimlach deed Lana wat hij zei. Zo werd er helemaal geen druk op haar enkel gezet en ze oefende de spieren van haar kuiten en bovenbenen er wel mee. Nadat ze dit een keer of vijftig herhaald hadden, legde Adam haar been weer neer en maakte een heel spektakel door zijn handen heen en weer te wapperen alsof hij pijn had. Lana giechelde.
‘En mijn rechterarm?’, vroeg ze.
Adam dacht even na. ‘Daar kunnen we niet zo veel mee doen. De meeste bewegingen zetten druk op het sleutelbeen. Nee – wacht eens even…doe die mitella eens af’. Lana liet hem over haar hoofd glijden. Hij ging naast haar zitten en legde haar arm voorzichtig langs haar lichaam terwijl hij haar elleboog bleef ondersteunen. ‘Buig nu je elleboog maar eens en strek hem vervolgens helemaal. Laat het gewicht van je arm helemaal op mij rusten. Goed zo en nu duw je je pols weer terug…’
Na dat ze dit vijftig keer herhaald had, grijnsde Lana van oor tot oor. Ze deed de mitella weer om, deed haar goede arm om de nek van Adam en duwde hem om. Toen ze bovenop hem lag fluisterde ze in zijn oor, ‘Ik houd van je, Adam!’
Hij grinnikte en liet zijn handen naar beneden glijden tot ze op haar billen rustten. Toen hij erin kneep, kneep ze in zijn arm.’Dat kan ik ook’, giechelde ze, en lachte vervolgens uit volle borst toen hij haar kietelde.
‘Oh! Ophouden! Ik geef me over!’ Adam ging rechtop zitten en trok haar met zich mee.
‘Tijd om naar bed te gaan’, zei hij. Ze liet hem los met de bedoeling te gaan staan, maar hij deed een arm om haar heen en trok haar stevig tegen zich aan. ‘Zet je zere voet eens bovenop die van mij’, zei hij. Op deze manier was ze in staat naar de badkamer te hobbelen, waar hij haar hielp zich uit te kleden.