Chris en Renske (1)

Hoofdstuk 1; Hoe het noodlot hen samenbracht.

Ontspannen staarde Chris Hogervorst naar de vlammen in de openhaard van zijn smaakvol ingerichte appartement, een glas cognac in de hand.

Voor hem aan zijn voeten zat zijn jonge vriendin Renske behaaglijk tegen zijn benen geleund, comfortabel in een fleece deken gewikkeld en berenpantoffels aan haar voeten. Chris zijn gedachten dwaalde af naar een half jaar eerder, toen het noodlot hen samen had gebracht….

Dat bewuste weekend was Chris uitgenodigd door zijn oudste broer Arjan die huisarts was en zijn vrouw Emma voor een paar dagen zeilen op hun zeiljacht. (Chris had twee broers, en alle drie de mannen waren in hun vrije tijd graag sportief bezig. Iets wat ze van huis uit hadden meegekregen.) Na een heerlijke middag gezeild te hebben meerden ze de boot aan in een jachthaven en genoten op het dek van de zwoele zomeravond. Het beloofde een lange ontspannen avond te worden. Maar de rust werd echter wreed verstoord; Er klonk een ijselijke gil door de jachthaven waarna een korte stilte volgde…

Daarna ging alles razend snel en had Chris het gevoel dat hij toeschouwer was van een bioscoopfilm. Maar dan wel een hele slechte film: Er was een vrouw de steigers opgerend  die had geroepen dat haar man dood was……Arjan die in dit soort situaties toch getraind was had aan deze korte boodschap genoeg en snelde er heen om hulp te bieden. Chris volgde automatisch.

De paniek op de boot waar het drama zich afspeelde was groot. Arjan stuurde resoluut de vrouw en naar achteraf bleek de dochter weg en beval Chris zich over hen te ontfermen. Een ander toegesnelde toeschouwer kreeg de opdracht 112 te bellen. Arjan begon de reanimatie…..

Chris nam toen de twee vrouwen mee naar hun zeiljacht waar ze angstig afwachtte wat er verder ging gebeuren….. Er arriveerde twee ambulances. Pas na drie kwartier verstreken verscheen Arjan die vertelde dat de man met spoed naar het ziekenhuis vervoerd ging worden en dat de ze mee moesten komen.

Terwijl ze naar de gereedstaande ambulance snelden vertelde Arjan de vrouw en de dochter dat ze het hart van de man weliswaar weer opgang hadden gekregen, maar dat zijn toestand kritiek bleef.

Vervolgens speelde er zich een nog een drama af; Er kon maar één persoon mee met de ambulance. Hulpeloos keek de vrouw Arjan aan; ze wist duidelijk even niet waar ze haar prioriteit moest leggen: Bij haar in kritieke toestand verkerende man of bij haar dochter die ook in paniek was… De ambulance verpleegkundige riep dat ze NU gingen rijden. Arjan hakte de knoop voor de vrouw door: hij duwde haar de ambulance in, en zei omdat hij natuurlijk verzet voelde: “Jij gaat met je man mee, je dochter volgt….daar zorgen wij voor”.

“Ja maar….”, protesteerde de vrouw nog.

“Nee!” zei Arjan op waarschuwende toon en maakte met een handgebaar duidelijk dat er geen discussie mogelijk was. Toen maakte hij met een resolute beweging snel de veiligheidsgordel vast en gooide het portier dicht. Met veel lawaai kwam de ambulance in beweging en de dochter ving nog net een verontschuldigende blik van haar moeder…

Verbijsterd keek de jonge vrouw de blauwe lampen na die verdwenen toen de ambulance de hoek om scheurde. Even stond ze als versteend; Een radeloosheid van ongekende omvang maakte zich van het meisje meester… Ze had niet in de gaten dat het haar eigen stem was die gilde: “PAPAAAA… NEEEE!!!!!!!”  Ze wilde gaan rennen; haar vader achterna……

Zo ver kwam ze echter niet. Ze werd stevig bij haar schouders vastgegrepen en omgedraaid: Ze keek recht in het gezicht van Chris. “LAAT ME LOOOOS” huilde de jonge vrouw hysterisch en in een reflex probeerde ze de man die haar zo bruut vastgepakt had en welgemikte trap tegen zijn schenen te verkopen, wat half lukte. Chris voelde de pijn wel, maar hij voelde nog mee de paniek en radeloosheid van het meisje dat hij stevig in zijn greep hield. “Hee….luister eens naar me” begon hij op een rustige en sussende toon. ”NEEEE” gilde ze nog steeds hysterisch en bleef pogen los te komen om te gaan rennen, haar vader achterna. “Denk eens na meisje” ging Chris door, “Dit heeft toch geen zin?” Het was echter tegen dovemans oren gericht….

Om haar hysterie kracht bij te zetten greep de jonge vrouw Chris zijn welgevormde bovenarmen vast en zette haar nagels gemeen in zijn vel. Nu voelde Chris toch irritatie opkomen. Hij probeerde oogcontact met het meisje te maken en zei nog steeds op rustige toon: “Je doet me pijn zo…..laat eens los. Deze poging om tot haar door te dringen mislukte echter jammerlijk. Chris realiseerde zich dat vriendelijkheid hier niet ging helpen; hij moest dit anders aan gaan pakken…

Chris pakte de jonge vrouw bij haar kin en dwong haar zo hem aan  te kijken. Zijn toon was veranderd in dwingend en streng: “Wil je NU kalmeren jongedame? Zo werkt het natuurlijk niet!” Haar ogen schoten even vuur en ze ging over tot schelden: ”Klootzak! kick je hier op of zo??? Ik moet weg…Laat me los Eikel” En met die woorden begon het meisje opnieuw pogingen te doen Chris te schoppen.

Chris zijn gedachten draaide nu op volle toeren: Dit moest stoppen; zij moest naar het ziekenhuis gebracht worden maar dit schoot niet op. Wat hij toen deed om het meisje tot rede te brengen was een pure instinctieve actie…

Van huis uit had hij net als zijn broers zijn dominante kant meegekregen, zowel in opvoeding als in de genen. En die dominante kant kwam nu naar boven en maakte dat hij nu zo doortastend kon handelen:

Hij pakte het meisje bij haar schouders, draaide haar een kwart slag en pakte haar rechterpols achter haar rug om stevig vast en drukte die tegen haar heup; zijn arm kwam daarbij over haar onderrug te liggen zodat ze geen kant op kon. Met zijn rechterhand deelde Chris een tiental harde klappen uit op de stevige billen van de jonge vrouw.

De eerst paar tikken was ze te verbouwereerd om te reageren en bij de laatste tikken kon ze alleen maar “Au! Au!” jammeren. Chris liet het meisje toen los die onmiddellijk met haar handen haar achterwerk omvatte. Geschokt keek ze Chris aan. Het was gelukt om haar aandacht te vangen… “Ben je rustig nu?” vroeg Chris en zijn stem klonk vastberaden. Het meisje twijfelde er niet aan dat als ze nu weer stennis zou gaan schoppen dat ze weer dezelfde behandeling zou krijgen; Snel knikte ze ja…

Toen kwamen de emoties bij het hevig geschrokken meisje los: Haar handen gingen van haar billen naar haar gezicht en ze begon hevig te snikken… Chris trok haar naar zich toe en nam haar in zijn armen. Het hevig snikken ging over in onbedaarlijk huilen… Chris hield het meisje stevig tegen zich aangedrukt om haar in deze verschrikkelijke situatie troost te kunnen bieden, maar ondertussen regelde hij ook dat Arjan voor een auto ging zorgen om de jonge vrouw naar het ziekenhuis te brengen.

De havenmeester had direct zijn auto aangeboden aan Arjan. Hij kon zelf niet rijden omdat hij wat gedronken had, maar zonder aarzelen had hij de sleutels afgegeven. Tien minuten later waren Chris en het meisje op weg. Arjan bleef bij Emma.

Onderweg was het stil in de auto. Chris manoeuvreerde de auto soepel door het verkeer. Even keek hij opzij naar de jonge vrouw die aangeslagen naast hem zat. “Zeg, hoe heet je eigenlijk? Door alle hectiek hebben wij niet de gelegenheid gehad om ons voor te stellen…..Mijn naam is Chris” doorbrak hij de stilte. “Renske, Renske Ravenstein” antwoordde het meisje tussen twee snikken door.

“Luister eens Renske”, ging Chris door, “Het spijt me van mijn nogal hardhandige aanpak van net, maar ik wist even niet anders tot je door te dringen. Maar de hoofdzaak is dat we nu snel bij je vader komen. Ik wilde je in de auto hebben, dus vandaar mijn actie…”

Renske keek stuurs voor zich uit. Haar gedachten gingen natuurlijk uit naar haar vader. Ze was totaal niet bezig met het pak slaag wat ze even daarvoor gehad had. Eigenlijk was ze het voorval al vergeten……”Geeft niets” zei ze daarom schouderophalend.

Weer viel er even een stilte.

“Gaat hij het redden denk je?” klonk het met een onzekere stem naast Chris waarin de angst duidelijk doorklonk. “Ik weet het niet meis,” antwoordde Chris eerlijk. “Ik zou  graag je onzekerheid wegnemen, maar dat kan ik niet.” Snikkend sloeg Renske haar handen voor haar gezicht en Chris voelde zich machteloos. Het enige wat hij nu nog kon doen was Renske zo snel mogelijk naar het ziekenhuis brengen.

Bij het ziekenhuis aangekomen parkeerde Chris snel de auto voor de ingang van de spoedeisende hulp en samen met Renske rende hij naar binnen. Ze werden daar opgevangen door de inmiddels nachtportier die na aangehoord te hebben waar en voor wie ze kwamen direct zei ze mee te nemen naar de juiste behandelkamer.

Chris voelde dat zijn taak hier ophield. Hij negeerde een vaag gevoel van Renske verder bij te willen staan. Even lag hij bemoedigend een hand tegen haar rug en zei “Gaan meid…Sterkte” en hij gaf haar een zacht duwtje in de goede richting. Hij keek haar nog na toen ze samen met de portier door een deur verdween en hij zag dat zij nog één keer naar hem omkeek.

De weg terug naar de jachthaven probeerde Chris voor zichzelf alles op een rijtje te krijgen; de gebeurtenissen van die avond waren hem niet in de koude kleren gaan zitten. Terug bij de boot werd hij opgevangen door Arjan en zijn vrouw. Er werd nog lang nagepraat en toen Chris uiteindelijk zijn bed opzocht vertelde de wekker hem dat het al half vier was. Toch duurde het nog even voor hij de slaap kon vatten. Zijn gedachten gingen steeds uit naar Renske… hij vroeg zich af of ze nog een vader had…

De volgende ochtend toen hij wakker werd had Chris een paar seconden nodig om de gebeurtenissen van de avond ervoor te reconstrueren. Met een katerachtig gevoel keek hij hoe laat het was. Half twaalf zag hij. Hij had toch blijkbaar nog redelijk wat uurtjes kunnen slapen. Hij stond op en liep in zijn boxershort richting de kajuit; hij had al gehoord dat Arjan op was en misschien had hij wel nieuws, zo dacht hij.

“Hey broer”, begroette Arjan hem. De reden dat Arjan niet zoals gewoonlijk. “Goede morgen” zei en de blik die hij in zijn ogen had maakte dat Chris gelijk al aanvoelde dat Arjan inderdaad wist hoe het met de man was afgelopen, en dat het geen goed nieuws was….

“Hij heeft het niet gered he?”, vroeg Chris dan ook. Arjan schudde daarop zijn hoofd.

“Nee, helaas” zei hij, “ En eerlijk gezegd  had ik er gisteravond al een slecht gevoel bij…”

Emma had een brunch gemaakt en alle drie probeerden ze de draad toch weer op te pakken van wat hun gezellige zeilweekend had moeten worden. Bij Arjan en Emma lukte dit na enige tijd wel; bij Arjan omdat hij beroepsmatig had geleerd om wat afstand te nemen van dit soort voorvallen, en bij Emma omdat ze toch minder meegekregen had van de gebeurtenissen van die avond ervoor. Ze bespraken tijdens de brunch of en zo ja waarheen ze nog gingen varen. Chris was eigenlijk blij dat er besloten werd om pas de andere dag verder te varen omdat het al zo laat op de dag was. Plaatsvervangend gingen ze het havenplaatsje bekijken….

Die avond genoten ze op het dek van de boot van alweer een zwoele zomeravond. In stilte; ieder had zo even zijn eigen gedachten… De gedachtes van Chris gingen voor de zoveelste keer die dag naar Renske. En net toen hij zich afvroeg hoe het toch kwam dat zijn sympathie toch zoveel meer bij Renske lag dan blijkbaar bij haar moeder die dezelfde man verloren had, zag hij haar over de steigers tussen de aangemeerde boten lopen. Hij wilde gehoor geven aan zijn eerste impuls om naar haar toe te gaan maar hij aarzelde… Zou zij wel op zijn gezelschap zitten wachten in deze voor haar intens verdrietige tijd? Zij kende hem immers eigenlijk niet eens…Toen hij nog eens goed keek naar dat meisje dat daar over de steigers liep kon hij echter haar wanhoop en verdriet bijna letterlijk voelen en daarom snelde hij haar toch achterna, Arjan en Emma zagen Chris gaan en keken elkaar even verbaasd aan.

In eerste instantie drong het niet tot Renske door dat het haar naam was die geroepen werd. Ze bevond zich zo in een in zich zelf gekeerde onwerkelijkheid die men alleen leert kennen als je een dierbare verliest, dat de rest van de wereld aan haar voorbij ging. Ze schrok dan ook toen ze haar naam hoorde en voelde dat er een hand op haar schouder werd gelegd. Ze draaide zich om en zag dat het Chris was die haar terug naar de werkelijkheid bracht. ”Niet schrikken Rens,” zei hij. Er klonk zoveel oprechte tederheid door in zijn stem dat Renske direct de goede bedoelingen van deze man aanvoelde; Renske brak en de emoties die al vaker die dag in alle hevigheid naar boven waren gekomen zochten wederom een weg naar buiten…

“Hij is dood” kon ze alleen maar wanhopig uitbrengen.

Chris trok het nu hevig huilende meisje tegen zich aan en zei, “Ik weet het….kom maar hier.” Hij nam haar troostend in zijn  armen. Er hoefde verder helemaal niets gezegd te worden. Wat zou er ook gezegd kunnen worden om dit drama te verzachten??? Chris wachtte geduldig tot Renske weer iets rustiger werd, sloeg toen een arm om haar schouder en begon te lopen. Hij nam haar even mee voor een wandeling…

Tijdens deze wandeling voelde Renske de behoefte om alles wat er de afgelopen 24 uur gebeurd was aan deze man te vertellen. Als vanzelf, alsof ze Chris al jaren kende deelde ze haar emoties met deze voor haar toch onbekende man. Er was iets in hem wat maakte wat Renske het gevoel gaf dat als ze zich naar deze man openstelde ze er een bepaald gevoel van  veiligheid voor terug zou krijgen… Een soort ‘vaderlijke veiligheid’. Diep in haar hart vond ze dit heel fijn. Ondanks het gevoel van toch wel een paradox nu ze haar eigen vader zojuist verloren had….

Ook bij Chris kwamen tijdens deze wandeling allerlei gevoelens naar boven. Hij voelde dat hij ondanks alle ellende verliefd aan het worden was op dit meisje. Het verwarde hem en bracht hem ook in vertwijfeling…. Zo was daar het leeftijdsverschil; hij wist inmiddels dat zij nog maar 19 lentes telde, terwijl hij toch ‘al’ 31 was…Verder had hij nog nooit meegemaakt dat hij zomaar verliefd kon worden. In eerdere relaties was de liefde altijd voortgekomen uit een vriendschap, en was de liefde pas daarna gaan groeien. En nu had hij direct al warme gevoelens bij deze jonge vrouw. Heel verwarrend was natuurlijk ook dat haar leven nu even helemaal op zijn kop stond en dat er bij haar waarschijnlijk op dit moment even geen ruimte was voor dit soort gevoelens, ze zou hem nu toch niet toe kunnen laten, zo redeneerde Chris…

Maar ondanks of misschien ironisch genoeg juist door het dramatische verlies van haar vader kwamen Chris en Renske nader tot elkaar. Ze werden verliefd… Ondanks de nodige aarzelingen die gevoed werden door praktische zaken zoals het leeftijdsverschil en alle heftige emoties bloeide er toch iets moois tussen hen beide.

En zo ontstond er uit iets afschuwelijks iets moois… Het noodlot had hen samen gebracht.

Keuzes (60)

“Het was heel gezellig hoor, maar het lijkt me beter dat jullie nu naar huis gaan,” zeg je tegen George. Hij knikt begripvol. “Dan zullen we maar eens gaan. Ga je mee, Naomi?” Naomi staat zwijgend op. Ze trekken hun jas aan en George omhelst je. “Je hebt je goed staande gehouden hoor, heel knap!” zegt hij plagend. Je werpt hem even een duistere blik toe. Dan omhels je Naomi. Ze lijkt een beetje afwezig en lijkt ook haast te hebben om te vertrekken wanneer Paul en George nog wat napraten in de deuropening. Uiteindelijk krijgt ze George mee naar huis.

Je stelt voor om de laatste restjes wijn nog met z’n tweeën op te drinken. Niet veel later zit je gezellig samen op de bank en is alle spanning van eerder die avond verdwenen. Nou ja, af en toe plaagt Paul je wel of knijpt hij even in je billen. Wat dat betreft, is hij wel onverbeterlijk. Na een uurtje ga je samen naar bed. Terwijl je voor het slapengaan nog even ligt te lezen, krijg je ineens een berichtje van Naomi. “Ben je nog wakker?” schrijft ze. “Nog even aan het lezen. Gaat alles goed, je was ineens zo stil. Je bent toch niet ziek geworden?” antwoord je. “Ik voelde me schuldig,” zegt Naomi, “omdat je wel heel veel straf kreeg en ik misschien toch wel een beetje uitgelokt had.” Je wil net schrijven dat het wel prima is, wanneer je een paar foto’s doorgestuurd krijgt. Het zijn selfies, gemaakt in de spiegel, met het achterwerk van Naomi duidelijk in beeld. Er zijn duidelijke donkere strepen op haar donkerbruine huid te zien, die duidelijk ook gezwollen is. Het ziet er pijnlijk uit. Je reageert met twee geschokte gezichtjes. “Jeetje, je bent goed te pakken genomen!” stuur je er achteraan. “Ja, dat wel, maar toch voel ik me wel beter. Nou ja, van binnen dan …” Je herkent het gevoel en stuurt een kus. “Maar even niet gaan zwemmen, denk ik. Slaap lekker!” Zwemmen zal inderdaad even moeten wachten, en hoe dan ook wordt er de volgende keer voorzichtiger gereden.

Naar het hoofdmenu

    Keuzes (59)

    “Een spelletje kan nog wel,” antwoord je. George glimlacht en loopt naar de spellenkast om wat uit te zoeken. Zelf loop je naar de bank voor een paar kussens, zodat je niet recht op de harde houten bank hoeft te zitten. Het spel wordt opgezet, de wijn wordt weer geschonken en binnen enkele minuten is het weer gezellig. Toch voelt het anders. Je kijkt opzij naar Naomi en ziet dat ze er maar stilletjes en teruggetrokken bij zit. Nu je erover nadenkt, sinds ze voorstelde om naar huis te gaan, heeft ze nog bijna niets gezegd. George krijgt het nu ook door. “Naomi, je bent zo stil. Is er wat aan de hand?” “Nee, niks,” zegt ze zachtjes. George neemt hier duidelijk geen genoegen mee. “Er is duidelijk niet niks, je hebt nog bijna niets gezegd en je hebt je wijn ook niet aangeraakt. Zeg het maar.” Naomi wil niet, maar George ziet geen antwoord duidelijk niet als optioneel. Toch zwijgt ze.

    Ineens bedenk je wat er aan de hand is. “Volgens mij voelt ze zich schuldig, omdat ik zo streng gestraft ben, terwijl ze weet dat ze zelf ook wel wat verkeerd gedaan heeft.” Je bedoelt het niet gemeen, maar diep van binnen vind je wel dat het haar verdiende loon zou zijn om zelf ook over de knie te gaan. “Naomi, klopt dat?” vraagt George. Naomi zegt nog steeds niets. Ze staart strak naar het tafelblad. “Aha,” zegt George berustend. Hij kijkt nu jou aan. “Je hebt daarnet al gezegd dat het jouw schuld was. Je kunt eerlijk zijn, vind je dat ook echt?” Je twijfelt even voordat je bekent dat je vindt dat Naomi ook een aandeel heeft gehad. George kijkt weer naar Naomi. “Ben je het daarmee eens?” vraagt hij. Naomi knikt. “Goed, sta maar op,” zegt George, terwijl hij zijn riem al weer tevoorschijn haalt.

    Niet veel later ligt Naomi met haar billen bloot over de rugleuning van de bank. George heeft plaatsgenomen aan haar rechterkant en preekt hoe haar kinderachtige gedrag in de auto mensen in gevaar kan brengen, maar vooral dat haar weigering verantwoordelijkheid te nemen ertoe geleid heeft dat ze zich nu zo schuldig voelt. Dan gaat George over tot de orde van de dag. Net als eerder laat hij de riem langzaam en met een duidelijk patroon neerkomen. Je ziet dat er donkere strepen ontstaan op de donkerbruine huid van Naomi, vooral op plaatsen die al meerdere keren door de riem geraakt zijn. Je weet dat Naomi best wel wat kan hebben, maar door het opgekropte schuldgevoel dat ontstaan is terwijl ze jouw straf gezien heeft, is er niet veel voor nodig tot je haar hoort snikken. George merkt het ook en gooit zijn bestraffing in een hogere versnelling om ervoor te zorgen dat de les langere tijd zal blijven hangen. Dan helpt bij Naomi overeind. Ze omhelzen elkaar langdurig, terwijl Naomi nog even op zijn schouder uithuilt.

    Niet veel later neem je met Paul afscheid van Naomi en George. “Volgende keer voorzichtig zijn, he,” zegt George met een knipoog. Je voelt even aan je nog pijnlijke billen. Ja, dat is wel een goed idee …

    Naar het hoofdmenu

      Keuzes (58)

      “Goed, vertel het maar dames, wiens schuld was het?” zegt Paul ongeduldig. Je laat je hoofd een stukje hangen en probeert hem niet aan te kijken. “Het was mijn schuld, Paul,” geef je toe. George kijkt naar Naomi. “En hoe is ’t met jou?” “Ik heb niks gedaan,” zegt ze brutaal. George kijkt haar strak aan, maar Naomi wil niet van wijken weten. “Wat? Kan toch? Irene reed, ik niet.” George zucht. Dit brutale gedrag heeft hij er duidelijk nog niet helemaal uit gekregen.

      “Goed, wat ik met George heb afgesproken is dat je eerst bij mij over de knie gaat voor het gevaarlijk rijden en het verzwijgen van je overtreding. Daarna krijg je nog straf van George omdat je Naomi in gevaar hebt gebracht.” Je begint te protesteren, maar je wordt direct afgekapt. “Ik wil je protesten niet horen, dame. Meekomen.” Paul loopt naar zijn vaste houten stoel en neemt plaats. Je gaat naast hem staan en maakt aanstalten om over zijn schoot te gaan liggen, maar je wordt tegengehouden. “Nee, nee, meisje, zo makkelijk kom je er niet van af. Dat er gasten zijn, betekent nog niet dat je recht hebt op bescherming.” Hij onderstreept zijn woorden door de knoop van je broek los te maken, de rits naar beneden te doen en je broek en onderbroek in een ruk over je heupen naar beneden te trekken. Je voelt je beschaamd, maar je gaat het Paul nu niet gunnen dat ook te laten merken. Met een soepele beweging ga je over zijn schoot liggen.

      Zonder verdere commentaar begint Paul te slaan. Hij slaat in een rustig tempo, maar wel direct redelijk stevig en je voelt het meteen. Je merkt dat je met je voeten over elkaar schuurt om de pijn op te vangen. Je dwingt ze weer naast elkaar om niet te laten merken dat je het voelt. “Dit is niet de eerste keer dat je door het rood rijdt, he?” hoor je Paul zeggen. Het komt niet echt bij je binnen, tot je ineens een scherpe pijn in je bovenbenen voelt. “Ik vroeg wat, Irene!” zegt Paul streng. “Ja, Paul,” zeg je gauw. Shit, wat slaat hij gemeen zeg, nu al.

      Dan houdt het plots op. “George, wil je die ronde houten paddle aangeven, daar in dat laatje?” Shit, denk je, dat is echt een gemeen rotding. Paul neemt het instrument aan. Hij tikt een paar keer tegen je linkerbil en haalt dan uit. Ooh, het brandt en de pijn dringt diep door. Het is gelukkig niet de zwaarste paddle, maar genoeg om een flinke plek achter te laten bij elke slag. Paul neemt de tijd en haalt dan rechts uit. Dan begint hij te preken. Hoe dom het was om te kibbelen in de auto. Hoe gevaarlijk het is om door het rood te rijden. Dat het nog erger is dat je dit bij een oversteekplaats hebt gedaan. Na elke zin haalt hij hard uit en voel je de paddle diep branden. Na twintig klappen staan de tranen in je ogen, maar je houdt je nog steeds zo stil mogelijk. Dat lukt niet helemaal, maar je waardigheid lijkt nog enigszins intact.

      “Overeind,” zegt Paul vlak. Je komt overeind en begint je ondergoed aan te trekken. Paul kapt je af. “Ben je soms vergeten dat George ook nog een appeltje met je te schillen heeft?” “Maar Paul …” zeg je klagelijk. Paul maakt met slechts zijn blik duidelijk dat hij totaal niet op protesten zit te wachten. Sterker, hij maakt het nog erger. “Volgens mij moet je maar excuses maken aan George omdat je Naomi zo in gevaar hebt gebracht. Vraag ook maar netjes of hij je daarvoor zou willen straffen.” Ondanks het zeurende gevoel in je billen ben je dit zeker niet van plan. Je staart naar Paul. Hij houdt je echter strak in de blik gevangen, tot je opgeeft. Met je broek nog op je enkels draai je je naar George. “Het spijt me dat ik Naomi in gevaar heb gebracht, George, zou je me alsjeblieft willen straffen?” Je gooit het er snel en bijna onverstaanbaar uit, met het schaamrood op je kaken. Gelukkig accepteert George je vraag wel. Paul had je deze zeker laten herhalen tot hij 100% tevreden zou zijn. Wat een eikel is het soms …

      George beveelt je over de bank te gaan liggen. Je buigt je over de rugleuning en plaatst je handen op de zitting. De haren op je arm gaan overeind staan als je hoort hoe George zijn broekriem uit de lussen trekt. “Ben je klaar, Irene?” vraagt hij. Na enige aarzeling geef je aan dat hij kan beginnen, waarna de eerste klap met de luide echo landt. Je voelt direct een brede streep tintelen, maar het gevoel is anders dan je gewend bent. “Ow ja, George is linkshandig,” bedenk je, net voor de riem voor de tweede keer neerdaalt. Langzaam bewerkt George het hele oppervlak. Hij werkt methodisch, van boven naar beneden en weer terug. Het doet zeer, dat is een understatement. Toch blijf je redelijk stil. Door je vingers in de bank te klauwen en je te concentreren op een pluisje in de zitting kun je het bij heen en weer wiebelen over de zitting houden. Ineens staat Paul voor je. “Heb je je lesje geleerd, Irene?” “Ja, Paul,” zeg je net iets te snel en net iets te kortaf. Hij zucht en knikt naar George. Die begint weer te slaan, harder en vooral veel sneller dan hiervoor. Je hapt naar adem en komt bij elke klap half overeind. Dan richt hij zijn instrument lager, op de bovenkant van je benen. George laat het leer hard neerkomen en nog eens en nog eens. “Au, au! Ok,é het spijt me, het spijt me!” roep je uit. Zodra je merkt dat de klappen ophouden, vliegen je handen naar achteren en masseer je je pijnlijke benen, vooral waar de lus van de riem gemeen is geland.

      “Omdat er gasten zijn en je inmiddels wat berouwvoller klinkt, zullen we de hoek voor deze keer overslaan,” zegt Paul. Je slikt een opmerking over hoe dankbaar je wel bent in. Je achterwerk schreeuwt namelijk dat dit niet het moment is voor zulke grappen. Langzaam kom je overeind. Je voelt de spierpijn, een gevoel dat je zeker nog enkele dagen gaat bijblijven, terwijl je je kleren weer aantrekt. Dan staat Naomi voor je. Ze steekt haar armen uit voor een stevige knuffel. “Sorry, ik wist niet dat ze je zo hard zouden aanpakken,” fluistert ze in je oor. Je geeft haar een flauwe glimlach, als teken dat het goed zit, wanneer je elkaar weer loslaat. “Zullen we gaan, George? Ik denk dat Irene nu niet op gasten zit te wachten.” George begrijpt de hint duidelijk niet helemaal. “Nou, alles is toch voorbij nu? En het is nog vroeg. Zeg jij het maar, Irene. Wil je dat we gaan of zullen we nog even gezellig een spelletje doen?” Waar kies je voor?

      Nog een spelletje doen

      Naomi en George naar huis sturen

          Tijd voor interactie

          We merken dat we de laatste tijd veel enthousiaste lezers hebben. Dat vinden we erg fijn en voor die lezers introduceren we de volgende stap. Je kunt je aanmelden op onze site, waarna je kunt reageren op de berichten. Zo kun je een discussie voeren over de zin en onzin van het in de hoek staan, of een compliment uitdelen aan de schrijvers van onze verhalen. Je kunt het inloggen beginnen in het menu onder mijn account. Lees wel eerst even de huisregels. We zien jullie graag verschijnen!

          Huisregels

          Iedereen beleeft zijn/haar kink op een andere manier en voor iedereen is dit een intens persoonlijk onderwerp. Daarom hebben we enkele huisregels opgesteld waar je je aan moet houden als je opmerkingen wil posten:

          Hou het respectvol. Meningsverschillen kunnen en het is vaak net boeiend om te zien hoe iemand anders zijn/haar kink beleeft. Het is niet nodig om daarover te oordelen.

          Speel op de man, niet op de bal: geen persoonlijke beledigingen die bedoeld zijn om iemand te kwetsen.

          Blijf on-topic. Er zijn genoeg andere plaatsen (Fetlife, klaproos,…) waar je persoonlijke contacten kunt leggen. De Leeshoek is geen plek om iemand te versieren . De discussie is ook geen slow-chat.

          Geen minderjarigen, bestialiteiten, non-consent … Blijf binnen de parameters van De Leeshoek: een website over spanking voor volwassenen die hier zelf voor kiezen. Binnen die kaders kun je je kink zo beleven als je zelf wil.

          De moderatoren zullen de discussies in de gaten houden en ingrijpen waar nodig, maar we hopen dat dat niet nodig zal zijn.

          Wintervertelling (9)

          Moe en voldaan, door de persoonlijke verhalen van Koos en Lijanne over hun avonturen met Simon en Christa, verloor Marlies het besef van tijd en bleef tot diep in de nacht doorlezen.

          21 mei 1867

          De zon is inmiddels onder en Simon en ik hebben gepraat. We zijn het niet met elkaar eens. Ik accepteer de discipline die onze relatie veel goeds brengt, maar dit is een privé aangelegenheid en ik heb er moeite mee wanneer dit in het openbaar gebeurd. Simon en Koos mogen dan er dan wel prat op gaan dat zij de heer des huizes zijn, maar ik heb mijn trots en maak er bezwaar tegen dat hij me straft waar anderen bij zijn.

          Hij is het niet helemaal met me eens, maar heeft wel toegezegd dat hij me voortaan alleen maar toe zal spreken als we onder vier ogen zijn. Zijn voornaamste argument is dat het weinig uitmaakt, omdat we hier toch al geen privacy hebben en als ik een pak op mijn billen krijg, iedereen de klappen toch wel zal horen.

          Ik heb hem gezegd dat er straks als we ons eigen stekje hebben en dat het dan niet moeilijk meer is om dergelijke zaken voor de ogen en oren van anderen verborgen te houden. Toen we vanavond het licht uitdeden heeft Simon voor het eerst een punt van mij geaccepteerd wat de huiselijke discipline betreft.

          27 mei 1867

          Lieve help, voor het eerst in mijn leven had ik het gevoel iemand te willen vermoorden! Godzijdank zijn we weer onderweg. Ze hadden ongelijk, het si niet gaan sneeuwen hoewel we wel een flinke storm hebben moeten doorstaan. Het heeft van dagen geduurd voor de gewonden hersteld waren en de schade gerepareerd. Roddelaars en pottenkijkers! Wat heb ik een hekel aan hen. Laura heeft inmiddels vijf bondgenoten gevonden onder de andere vrouwen. Zij maken ons het leven behoorlijk zuur. Ik heb het inmiddels tot kunst verheven om mijn mond te houden, maar ik ben bang dat Lijanne die kunst veel minder verstaat. Lukte het maar om Koos en eventueel Simon te laten hoe zijn hoe gemeen ze te werk gaan. Als hun echtgenoten maar eens hoorden wat ze allemaal zeggen. Alsjeblieft God, doe er wat aan.

          We zijn de Nederlandse grens over getrokken en de karavaan is gesplitst. Twaalf gezinnen, inclusief de Huismannen zijn naar het noordoosten gegaan en de rest naar het noordwesten. Het is nog maar een paar maanden geleden dat we huis en haard verlaten hebben, maar het lijkt wel een eeuwigheid!

          Lijanne heeft zich twee keer in zeg dagen de woede van Koos op haar hals gehaald vanwege haar gedrag jegens Laura cum suis, en ik heb maar ternauwernood de dans kunnen ontspringen.

          Ik heb echter wel een pak op mijn blote billen gehad, want in ben vandaag jarig. Simon stopte niet toen de 20 bereikt waren, hij had iets anders in gedachte. Hij bleef doorslaan tot ik in de zevende hemel was, het was een kwestie van pure lust.

          We hebben ons geëxcuseerd en zijn een lange wandeling gaan maken langs de beek, waar we aan het eind van de middag ons kamp opgeslagen hebben. Lijanne heeft gekookt en Simon en ik hebben een paar uurtjes vrijaf genomen. Lieve help! Is het zondig dat ik geniet van wat hij allemaal doet nadat hij mijn blote bips in brand gezet heeft? Na deze ervaring vind ik het krijgen van een pak op mijn billen om andere reden dan voor straf, pure lust.

          30 mei 1867

          Lijanne is vandaag 20 geworden. Maar ik blijf de oudste!

          Ze zal vanavond een heerlijke avond alleen met Koos doorbrengen. Gelukkig heeft ze de afgelopen week geen last meer gehad van het edele vijftal. Zelf ben ik er lange tijd in geslaagd uit de problemen te blijven, maar vandaag was het weer raak, ik heb mijn mond weer aardig geroerd en ze verdenken mij ervan dat ik met het eten geknoeid heb.

          Simon gelooft me niet. Ik kan er niets aan doen! Hij wil  me best geloven, maar mijn verleden spreekt niet in mijn voordeel, zegt hij.

          Ik had niet eens genoeg peper om de klapstuk zo scherp te maken. Ja, ik heb inderdaad gekookt, maar hoe kan ik het gedaan hebben als we niet eens peper hadden? En mijn zoutpot zat nog helemaal vol. Hoe kan ik dan in vredesnaam zoveel zout over de aardappelen en uien hebben gedaan dat het niet meer te eten was? Ik doe nooit zout over de aardappelen. Ik vind zout eten helemaal niet lekker. Ja, ik heb de aardappelen opgezet, maar ik heb niet als enige bij het fornuis gestaan. Simon antwoordde dat ik vaker dergelijke streken uitgehaald heb en dat ik best in staat was om dit gedaan te hebben. Ik kan de peper en zout best van anderen geleend hebben.

          Het is door mij eigen toedoen dat Simon niet op onderzoek uit wil gaan en anderen erin wil betrekken. Hij wil de andere mannen niet vragen uit te zoeken wie mij geholpen heeft. Ik snap best wel dat hij in deze omstandigheden mij in het openbaar niet buiten schot kan laten. Ik hen hem ook alleen maar gevraagd mij in het openbaar niet voor schut te zetten met preken en waarschuwingen.

          Ik heb er nog even over nagedacht. Vanavond krijg ik een flink pak op mijn blote bips omdat ik met het eten geknoeid heb, Ik heb dat niet gedaan, maar slaag er niet in de verdenkingen te ontzenuwen. Ik ga een pak op mijn billen krijgen voor iets wat ik niet gedaan heb, omdat ik zoiets eerder gedaan heb en omdat ik mijn man gevraagd heb er geen anderen bij te betrekken.

          ***********

          Marlies legde het boek op haar borst na en dacht na over hetgeen Christa geschreven had. Zou ze echt overwegen een straf te accepteren die ze helemaal niet verdiend had? Het was niet alleen verwarrend, maar het irriteerde haar ook. Simon zou zijn vrouw moeten vertrouwen, hij zou haar moeten geloven.

          **********

          31 mei 1867

          Mijn billen voelen vandaag heerlijk warm aan. Ik kon Simon wel wat doen omdat hij me in de waan liet dat hij me zou straffen. Maar hij legde zijn vingers om mijn lippen toen ik uiteindelijk bereid was de straf te ondergaan. Toen zag ik in zijn ogen dat hij me helemaal niet wilde bestraffen.

          ‘Dank je wel liefste, dat je bereid was om je aan mijn oordeel over te geven. Ik geloof je, Ik weet dat je het niet gedaan hebt. Dank je wel voor het vertrouwen dat je in me had en vastgehouden hebt onze afspraak dat dit iets tussen ons is. Je gaat straks een pak op je billen krijgen, liefje, maar alleen jij en ik weten dat het niet voor straf is, maar voor het plezier van ons beiden’, fluisterde hij tegen me.

          Vervolgens ging hij een paar soepele twijgen afsnijden om de nieuwsgierigen tevreden te stellen. Daarna hebben we het kamp verlaten. We hebben wel een half uur gelopen.

          Het was een heerlijke avond. Zijn kussen waren teder, zijn handen zelfverzekerd en stevig. Toen we een geschikte plek gevonden hadden, kon ik niet wachten mijn billen voor zijn hand te ontbloten. Als iemand ons gevolgd zou zijn, dan zou hij getuige zijn van een langdurend pak op mijn bips vergezeld met geluiden die zouden doen denken aan een preek.

          Ik barstte in lachen uit toen hij, terwijl zijn handen op mijn brandende billen bleef neerdalen, in mijn oor fluisterde, ‘Als je met de wijven aanpapt, krijg je zo’n pak slaag dat je een week niet kunt zitten’.

          Simon liet zijn ene hand steeds harder op mijn bips neerdalen, terwijl de andere zich bezig hield met mijn geheime plekje. Mijn jammeren hield op en ik gaf me aan hem over. Deze keer niet door de pijn van de straf. Ik genoot met dezelfde intensiteit als wanneer hij bij me naar binnendringt als we liggen te vrijen.

          Het pak slaag met de twijg was zwaar om in ontvangst te nemen, maar de gedachte aan wat zou volgen, leidde me af van de pijn. De tijd die nodig was om terug te lopen gaf me de gelegenheid om tot me door te laten dringen wat er gebeurd was, de diepste gevoelens die we met elkaar gedeeld hebben.

          Onze behoeften zijn zo sterk dat de dreiging van een pak slag al genoeg is. Ik raakte helemaal opgewonden van het dreigement. En hij ook.

          Toen we terug waren in onze wagen en ons klaar maakten om naar bed te gaan, streelde en kuste Simon mijn ‘gestrafte’ billen. Vervolgend likte hij aan het meest intieme plekje tussen mijn benen, tot mijn lichaam weer samentrok onder de genotvolle krampen.

          Zijn lid werd groot en stijf, net als toen hij me op mijn billen gaf en ik streelde het toen we terugliepen naar het kamp om te zorgen dat hij stijf bleef. Ondanks dat ik al twee keer tot een hoogtepunt gekomen was, raakte ik in zwijm toen hij in me drong. Ons liefdesspel begon heel voorzichtig, maar toen zijn handen stevig mij zere billen begonnen te kneden, wilde mijn lichaam harder genomen worden. Hij bracht me wederom tot een hoogtepunt. Even later kwam hij ook zelf klaar.

          Mijn Simon is de liefste man die bestaat. Ik ben een geluksvogel.

          4 juni 1867

          Koos is een held! Ik weet dat Simon en hij uitvoerig met elkaar gepraat hebben en ze waren het er over eens dat ze net tweelingbroers waren. Hij is de enige met wie Simon openlijk over ons geheim heeft, zoals Lijanne ook mijn enige vertrouwelinge is. Gisteren hoor Koos een aantal bendeleden van Laura zeggen dat ze gezien had dat ik moeite had met zitten na het incident met het eten. Hij heeft ze ondervraagd over de details die ze met elkaar bespraken en die ze nooit geweten konden hebben als ze er niet bij betrokken waren geweest. Natuurlijk vielen ze door de mand en Koos in naar hun echtgenoten gestapt om hen op de hoogte te stellen van zijn bevindingen.

          Ik ben in het gelijk gesteld!

          Simon gaf me een knipoog toen hij me liet weten dat me wat te wachten zou staan als ik zou lachen om het ongelukkige lot wat hen nu te wachten staat. Maar als ik vanavond een pak op mijn billen krijg en daarna bemind zal worden, zal ik met plezier denken doe zij hun verdiende loon krijgen.

          **********

          Marlies stopte het boek onder haar kussen, draaide de lamp uit, rolde op haar zij en deed het haar ogen dicht met het beeld van Christa en Simon op haar netvlies. De woorden van Christa schepten een heel ander beeld van de relatie tussen een man en een vrouw dan de voorstelling die Marlies daar tot nu toe van gemaakt had. De schaamteloze lust die uit de woorden van Christa uitging maakte een diep verlangen in Marlies wakker. Bepaalde van lichaamsdelen branden en haar handen zorgen onwillekeurig voor verzachting.

          Uiteindelijk viel ze in een rusteloze slaap. Hoewel ze een heerlijke avond gehad had, en de beelden waarbij ze in slaap gevallen was plezierig waren, was de droom die ze had dat niet. De herinnering aan brute daden van een man die geen gezicht meer had, achtervolgde haar. Het schrille contrast tussen wat Christa beschreven had en wat ze zelf had ervaren zorgde ervoor dat haar kussen nat werd van de tranen.

          Het was nog donker toen Marlies lag te draaien en te woelen. Ze probeerde wegwijs te worden in de wirwar aan gedachten en dromen.  ‘Dergelijke liefde is niet voor mij weggelegd!’

          Christa streelde over haar wang. ‘Dat mag je niet denken!’

          Marlies bevond zich weer in de buitenlucht, zittend is de zachte sneeuw die glinsterde in het licht van de maan. Christa zat weer naast haar, achter de grafsteen.

          ‘Laat die pijn toch los Marlies’, fluisterde Christa. Je zult veilig zijn als je hier blijft. Simon zal je nooit op zo’n manier pijn doen. Hij zal je van die pijn bevrijden als je hem de kans geeft.

          ‘Ik ben het niet waard!’ Marlies werd heen en weer geslingerd tussen haar dromen en Christa.

          ‘Dat ben je wel!’ Christa pakte Marlies bij haar schouders en schudde haar door elkaar. ‘Blijf hier en ik zal je laten zien hoe fatsoenlijke mannen omgaan met fatsoenlijke vrouwen die een laag zelfbeeld hebben’.

          ‘Maar je kent me helemaal niet!’ Marlies probeerde zich los te maken.

          ‘Jawel!’ Christa verstevigde haar greep. ‘Je weet dat het zo is’.

          ‘Simon is een beste vent. Hij verdiend dat niet ik onheil in zijn leven breng’.

          ‘Zo mag je niet denken Marlies’. De koude handen van Lijanne veegden haar tranen weg. ‘Niemand kan jou kwalijk nemen wat anderen je hebben aangedaan. Je hebt er niet om gevraagd, het waren de omstandigheden! Je zou je daar nooit opgehouden hebben als je niet door die harteloze man uit huis gezet zou zijn. Ze werden gedreven door je mooie verschijning. Je bent alles, wat zij nooit zullen hebben’.

          ‘Mijn schande zal over jullie komen…’, snikte Marlies.

          ‘Onzin! Er is niets om je voor te schamen! Je bent verkracht. Je hebt niets gedaan waar je je voor zou moeten schamen’. Lijanne trok Marlies dicht tegen zich aan. ‘Wanneer je op een goede dag met je geliefde naar bed gaat, dan zul je exclusief van hem zijn. Hij zal niet willen dat je er pijn aan ondervindt. Laat de afgelopen periode achter je, Marlies. Heb vertrouwen in de toekomst.

          Marlies was nog lang niet uitgepraat met Lijanne, ze wilde nog heel veel vragen, maar ze liet zichzelf op haar rechterzij vallen en de eerste lichtstralen van de opkomende zon blies de wind haar sporen in de sneeuw uit en bevond ze zich op de ruwe matras op de zolder. Toen ze beneden hoorde giechelen, wist ze dat ze wakker was. De daarop volgende stilte duurde lang genoeg om weer in slaap te vallen.

          ************

          Lijanne kon het niet helpen te giechelen toen Koos wakker werd en haar kietelde en op het moment dat ze zich losgemaakt had, veranderde hij van strategie en kuste haar.

          ‘Ik houd van je!’, fluisterde Koos in haar oor.

          Lijanne was klaar voor hun gebruikelijke vrijpartij. Maar ze had niet gerekend op de manier waarop Koos daar invulling aan gaf. Hij sloeg haar maar zelden op haar bips als ze wakker werden. Deze ochtend waarschuwde hij haar dat ze zich aan haar belofte moest houden en niet mocht zorgen voor extra vertraging. Hij zette zijn woorden kracht bij met klappen op haar blote billen.

          ‘Ze kan het horen, Koos’, giechelde Lijanne.

          ‘Mooi zo, het zorgt dat je je plaats weet, jongedame!’, grinnikte Koos. Zijn hand bleef met klinkende kletsen op haar bips neerdalen. Lijanne reageerde door haar billen op te tillen en de klappen tegemoet te komen. Ze raakte opgewonden.

          *********

          Marlies horde het wel, maar ook weer niet. De geluiden werden opgenomen in haar droom. Toen ze wakker werd kon ze zich niets van haar dromen herinneren. Ze werd wakker met een ochtendhumeur. Iets ergerde haar.

          Marlies stond op en klom de ladder af. Het huis was leeg.

          ‘Zijn jullie vertrokken zonder me wakker te maken?’, schold ze. ‘Lieve help! De dieren!’

          Marlies trok haar jas en laarzen aan, negeerde de lichte drang te moeten plassen en holde naar de schuur. Ze verwachtte een kudde hongerige dieren aan te treffen en een koe die op knappen stond. In plaats daarvan trof ze haar gasten aan die haar werk deden en zonder dat ze wist waarom, irriteerde haar dat.

          ‘Wat zijn jullie aan het doen? Dat hoor ik te doen!’, riep ze. Ze zette haar handen in haar zij en haar houding drukte ergernis uit.

          Koos keek naar de deuropening en glimlachte aanvankelijk nog om haar verwarde verschijning. Zijn goed humeur verdween echter als sneeuw voor de zon toen ze haar mond opendeed.

          ‘We helpen je een beetje lieverd’, antwoordde Lijanne. Haar hart sloeg een slag over toen ze naar Koos keek. Zijn blik beloofde niet veel goeds.

          ‘Ja we helpen een handje. We helpen een ondankbaar schepsel dat zich verslapen heeft’. Koos ging recht op staan en gooide de schep terug in de bak voer voor de varkens.

          ‘Dat is mijn werk’. Marlies wist heel goed dat ze buiten haar boekje ging, maar om reden die ze zelf niet begreep bleef ze een uitdagende houding aannemen.

          ‘Waarom doen wij het dan en lig jij nog lekker in bed?’ Koos deed een maar stappen in de richting van zijn gastvrouw.

          ‘Ik verslaap me nooit! Dat doe ik nooit en wat kan het schelen als ik dat wel een keer doe, ik ben er nu toch? Als jullie gewoon vertrokken waren dan waren de dieren nog steeds goed verzorgd geworden!’ Marlies antwoordde afgemeten op de geïrriteerde houding van Koos.

          ‘Dacht je dat wij zonder een woord te zeggen zouden vertrekken? Lijanne heeft je gister toch iets beloofd? Hecht je dan helemaal geen waarde aan wat je vrienden zeggen? Koos pakte marlies bij haar arm voordat ze er vandoor kon gaan.

          ‘Toen ik wakker werd waren jullie weg. Jullie hebben me niet wakker gemaakt, dus wat moest ik anders denken?

          Wij waren maar vast aan het werk begonnen zodat jij wat langer kon blijven slapen omdat het door onze schuld nogal laat geworden is! Koos trok Marlies dicht tegen zich aan. ‘Waarom ging je er godsnaam vanuit dat we met stille trom vertrokken waren terwijl mijn vrouw me met moeite overgehaald heeft wat langer te blijven zodat ze jou nog kon leren pasteitjes te maken?’

          ‘Ik ken jullie helemaal niet’, loog Marlies. ‘Jullie zijn hier zonder uitnodiging binnen komen vallen, hoe kon ik weten dat jullie ook niet zonder aankondiging zouden vertrekken?’

          ‘Ik ga je het niet nog een keer vertellen. ‘Ik ge je nu voor eens en voor altijd duidelijk maken dat je nooit meer aan je vrienden hoeft te twijfelen. Zo wordt brutale meiden geleerd dat respect moeten hebben voor hun vrienden!’ Koos trok Marlies mee naar een van de hooibalen.

          ‘Liefje?!’, riep Lijanne bezorgd.

          ‘Ga jij alsjeblieft door met je werk’, zei Koos strenger tegen zin vrouw dan zijn bedoeling was. Maar Lijanne begreep het wel. Ook zij was verbijsterd over de manier waarop Marlies stond te brallen en niet in de gaten had dat ze de fout in ging.

          De dufheid van Marlies verdween als sneeuw voor de zon zodra ze over de knie van Koos gelegd werd.

          ‘Nee!’, gilde ze.

          ‘Ja!’ antwoordde Koos en liet zijn hand hard neerkomen op de met een dun nachthemd bedekte bips van Marlies.

          Lijanne deed haar best zich op het melken van Clara te concentreren. Ze probeerde telepathisch contact te krijgen met Marlies. Maar ze kon haar niet bereiken. Lijanne schudde haar hoofd. Marlies onderging de gevolgen van haar brutale gedrag. Lijanne dacht dat het misschien te verklaren zou zijn, maar ze kende Marlies onvoldoende om te weten waar haar onredelijke uitbarstingen vandaan kwamen. Maar deze keer reageerde Koos te snel voor Lijanne om tussen beide te komen.

          Marlies en Koos losten hun probleem op, al gebeurde dat voor Marlies op een hardhandige manier. Ze gaf toe dat het fout was om te concluderen dat haar gasten er zonder iets te zeggen vandoor waren gegaan. Koos bleef volhouden dat ze eerst had moeten kijken voordat ze conclusie ging trekken dat haar vrienden hadden staan liegen.

          Marlies was naar de schuur gekomen in de verwachting daar niets anders dan haar werk aan te treffen.

          Koos bleef haar een minuut lang had op haar bips slaan, ook al leek dat voor Marlies, Lijanne en Clara veel langer. Toen Koos haar los liet, stond Marlies snel op en herhaalde haar verontschuldigingen die ze in eerste instantie onder dwang had aangeboden. De excuses werden geaccepteerd en gingen alsof er niets gebeurd was weer aan het werk. Hun goede humeur werkte al snel aanstekelijk op Marlies. Tegen de tijd dat de pasteitjes in de oven stonden en haar gasten afscheid genomen hadden, was er niets meer over van het slechte humeur waar Marlies mee opgestaan was.

          Wintervertelling (8)

          Koos zag dat Marlies met een paar zakken voer aan het slepen was in de schuur.

          ‘Dat heb je als je ouder wordt’, grinnikte hij.

          ‘Als je ouder wordt?’ Marlies probeerde niet te laten merken dat ze schrok ban de stam van Koos. ‘Praat je wel vaker met jezelf als je denkt dat niemand het kan horen?’, lachte hij ontwapenend?’

          ‘Ja de laatste tijd heel vaak’, lachte Marlies.

          ‘En dat deed je daarnet ook?’ Hij knipoogde.

          Marlies dacht even na.‘Nee deze keer niet’, zei ze.

          ‘Mag ik vragen waarom je deze keer in jezelf stond te grommen?’ De vraag klonk vriendelijk en er ging geen enkele dreiging van uit.

          ‘U’, antwoordde Marlies naar waarheid. Je vrouw verdiende niet dat je haar onder handen nam zodat ik het kon horen’.

          ‘En al ik nu zeg dat dat iets is tussen ons?’, grinnikte Koos.

          ‘Als het iets tussen jullie was, waarom deed je het dan zo dat ik het kon horen?’, vroeg marlies stellig.

          ‘Heb ik je soms om toe te kijken, er iets over gezegd of jou om je mening gevraagd?’ vroeg Koos goed gehumeurd.

          ‘Nee, maar…’, begon Marlies. Ze raakte opnieuw geïrriteerd door haar medelijden met Lijanne.

          ‘Niks te maren’, onderbrak Koos haar. ‘Lijanne weet waarom. Zij moet weten of ze het jou verteld. Het zou van goed fatsoen getuigen als je discreet omgaat met hetgeen je gehoord hebt. Geen woord, tot er om je mening gevraagd wordt’.

          ‘En wat als ik nu niets op heb met mannen die vrouwen slaan’. Marlies was niet van plan haar het zwijgen op te laten leggen.

          ‘Vrouwen slaan is zwaar uitgedrukt voor een pak billenkoek, snotneus. Bedenk dat goed. Mijn Lijanne weet precies waar ze aan toe is wat dat aangaat. Daar hebben de afgelopen dertien jaar wel voor gezorgd – ze weet precies wat er gebeurd als ze bepaald gedrag laat zien. Ze weet heel goed wat het verschil is tussen een grote mond en een menig die op prijs gesteld wordt. Daar kan Simon je nog wel over bijbrengen heb ik het idee’. Koos barstte in lachen uit.

          ‘Meneer Mulder, om te beginnen ben ik geen snotneus. De stem van Marlies klonk meerzoet. ‘En zoals u zelf al opmerkte, wat jullie achter gesloten deuren doen, is inderdaad mijn zaak niet. En ik vraag dezelfde instelling als het op mijn zaken en die van Simon betreft. Ik zal dezelfde houding ten opzichte van jullie betrachten. Zodra het voorjaar aanbreekt, ben ik vertrokken en het kan me niet schelen hoe jullie daarover willen roddelen’.

          Koos deed zijn best zijn lachen in te houden.

          ‘Ik denk dat hij je hier houdt’. Koos sneed een stuk van het vlees af.

          ‘Me hier houdt?’ Marlies vroeg zich af wat de man bedoelde.

          ‘Wacht maar af. Je bent een schitterende partij voor Simon. Als je wat in gewicht weet te winnen, ben je Christa’s tweelingzuster, met een eigen karakter natuurlijk. Je bent geen muurbloempje, dat moet ik je nageven; het zal een interessante tijd voor jullie beide je worden’.

          ‘Ik ben hier niet om de partner van Simon te worden, mompelde Marlies. Nadat ze varkens gevoerd had, keek ze of er eieren lagen.

          ‘Hoe ben je hier eigenlijk terecht gekomen’. De vraag van Koos klonk oprecht. ‘Hij ie niet het type naar om een contactadvertentie te plaatsen’.

          ‘Een contactadvertentie?’, brieste Marlies. ‘Nee! Zo zit het helemaal niet!’

          ‘Dat dacht ik ook niet wijsneus. Maar ik weet ook niet hoe het wel zit’, grinnikte Koos.

          ‘Daar heb ik het ook liever niet over als u het niet erg vindt. Ik heb Simon het hele verhaal verteld en dat was moeilijk genoeg. Ik ben hier terecht gekomen toen ik onderweg was naar Rotterdam. Ik heb me verstopt en eten gestolen omdat ik bang was. Simon heeft me gevonden en hij weet nu alles, en hij heeft me laten blijven om hem een beetje te helpen’. Marlies probeerde een aantal vragen voor te zijn.

          ‘Dat had je al gezegd. Maar Simon is er niet, dus ik weet niet of dat allemaal wel waar is. Ik moet je op je blauwe ogen geloven’, antwoordde Koos.

          ‘Het is echt waar!’ Het huilen stond Marlies nader dan het lachen.

          ‘Ben je van huis weggelopen?’, drong Koos aan.

          ‘Nee!’, snauwde Marlies toen Koos aan begon te houden. ‘Ik ben van huis weggegaan omdat ik na de dood van mijn moeder voor de keus geteld werd, het bed met mijn stiefvader delen of ophoepelen’.

          ‘Ben je op de vlucht voor de politie?’ Koos deed net of haar ontboezeming hem niets deed.

          ‘Misschien wel, misschien niet, dat is iets tussen Simon en mij. Hij weet er alles van, dus bemoei je er niet mee’, siste Marlies, geïrriteerd door de vasthoudendheid van Koos. Ze liep verder de schuur in zodat een verder gesprek niet mogelijk was.

          Koos liet haar gaan. Hij was onder de indruk van haar oprechtheid en haar pittige karakter. Hij kon aan de blik in haar ogen zien en aan haar geringe terughoudendheid merken dat ze kwetsbaar, grappig, sterk, moedig en eerlijk was. Hij hoopte vurig dat zijn vriend de komst van dit meisje als een godsgeschenk zou zien. ‘Hij heeft je Christa gegeven en je hebt jarenlang niets anders nodig gehad. En kijk wat hij je nu in de schoot geworpen heeft. Ze is echt perfect. Je bent gek als je haar laat lopen’.

          Koos mocht Marlies wel, maar dat hield hij nog even voor zich tot hij wist hoe zijn vriend daar tegen aan keek.

          Marlies had alle klussen in de schuur al afgewerkt en het was nog maar halverwege de middag. Clara hoefde nog lang niet gemolken te worden. Marlies herinnerde zich dat Simon de kieren in de verste zijde van de schuur nog wilde dicht smeren, dus maakte ze daar een begin mee om een verder verhoor te voorkomen. Ze werkte bijna een uur hard door. Ze was erin geslaagd om twee kruiwagens klei los te bikken, voordat de beste vriend van haar gastheer haar kwam storen.

          ~~~~~~~~~~~~~~~ooooooOOOOOOOooooooo~~~~~~~~~~~~~~~~~

          ‘Lijanne heft hulp nodig in de keuken. Ik maak dit wel even af’. Koos nam de kruiwagen uit haar handen toen ze voor de derde keer naar de beek wilde gaan.

          ‘Maar ik moet nog een stuk doen!’, protesteerde ze.

          ‘Ja, dat zie ik. En ik heb in mijn leven heel wat meer schuren waterdicht gemaakt dan jij, snotneus’. Koos zette de kruiwagen in beweging.

          ‘Daar ben ik mee bezig!’, riep Marlies hooghartig.

          ‘Misschien wel, maar ik heb zo mijn twijfels of Simon het wel op prijs stelt dat je zijn vrienden tegenspreekt. En als hij hoort dat je de kans hebt laten lopen je vaardigheden in de keuken uit te breiden, dan denk ik dat je niet kunt zitten tot het voorjaar aangebroken is’. Koos deed niet eens zijn best zijn geamuseerde toon achterwege te laten.

          Marlies smeet de schop in de kruiwagen en pakte het vlees van Koos aan. ‘Doe jij het dan maar als je dat zo graag wilt’. Ze trok een gezicht. ‘Maar doe het wel goed, want ik heb geen zin het straks allemaal over te moeten doen’.

          ‘Jij kleine snotneus! Je vraagt er gewoon om door zo’n toon tegen me aan te slaan. Er is helemaal geen reden om dat te doen’. Het humeur van Koos verslechterde.

          ‘Geen reden? Wie zit wie hier nu op te fokken? Wie heeft zijn neus onuitgenodigd in zaken gestoken die hem niets aan gaan?’, snauwde Marlies. ‘Wie komt hier onaangekondigd de rust verstoren? En noem me geen snotneus!’

          ‘Prachtig! Je hebt me alles verteld over de gang van zaken hier, je draagt me op mijn werk aan jou over te laten om kookles van je vrouw te krijgen. Ik zal het doen. Ik hoop dat je er gelukkig mee ben, maar als Simon mij een pak op mijn bips wil geven omdat ik het niet goed gedaan heb, dan stel ik voor dat jij je broek laat zakken’. Marlies beende weg zonder zijn antwoord af te wachten. Ze wist dat ze haar boekje te buiten gegaan was en hoopte dat Simon nog een paar dagen weg zou blijven zodat ze de kans had de irritatie bij zijn vriend weg te nemen.

          ~~~~~~~~~~~~ooooooooooOOOOOOOOOOOOoooooooooo~~~~~~~~~~~~~~~

          ‘Hoi’, zei Marlies toen ze het huis binnen kwam.

          ‘Hoi!’, antwoordde Lijanne, wat ben je vroeg?’

          ‘Hij heeft me gestuurd’. Marlies maakte met een hoofdbeweging duidelijk dat ze het over Koos had. ‘Hij zegt dat wat van je kan leren’.

          ‘Over het favoriete kostje van Simon?’, lachte Lijanne. ‘Dat is zo gemakkelijk dat ik het je ook wel kan vertellen. Wat denkt hij wel?’

          ‘Volgens mij ken je hem beter dan ik, dus zeg jij het maar’, gromde Marlies.

          ‘Het is een man. Dat is het enige excuus dat ik kan bedenken’, zei Lijanne vriendelijk. ‘Maar hij heeft wel een goed karakter’.

          ‘Dat moet ik dan maar aannemen’, zuchtte Marlies.

          ‘We hebben een hele middag en avond voor de boeg, laten we er voor zorgen dat Koos niet bederft’, glimlachte Lijanne en gaf Marlies een knuffel. ‘Het komt niet zo vaak voor dat ik gezelschap heb van een andere vrouw.

          ‘Wonen Koos en jij ook zo geïsoleerd?’, vroeg Marlies.

          ‘Nee, Koos heeft een groot bedrijf gebouwd zoals Simon dat ook van plan was. Er werken veel mannen, hoewel sommigen getrouwd zijn. De meeste getrouwde mannen wonen bij het bedrijf. Ze werken op het land en zorgen voor de dieren terwijl de vrouwen de kinderen opvoeden en af en toe een handje helpen. Ik zie ze maar een paar keer per jaar.

          ‘Klinkt eenzaam’, fluisterde Marlies.

          ‘Het is niet zo erg hoor, ik heb Koos, mijn paarden en andere bezigheden’, lachte Lijanne.

          ‘Mijn moeder kon ook heel veel. Jammer dat er geen geweest is om mij ze te leren’, zei Marlies.

          ‘Wat voor soort dingen? Marlies pakte het vlees en legde het in een klein laagje water in een grote pan.

          Marlies ging aan de zijkant van het fornuis staan zodat ze alles kon zien. ‘Ze kon goed met naald en draad overweg en kon goed tekenen’. Ze was heel goed met haar handen. Jammer genoeg heb ik niets van haar talent geërfd’.

          ‘Heeft ze geprobeerd het je te leren? Heb je het zelf wel eens geprobeerd?’, vroeg Lijanne.

          ‘Nee’, moest Marlies toegeven, de gemiste kans deed pijn. En ze kon niet verhinderen dat die pijn in haar stem doorklonk.

          ‘Dan weet je ook niet of haar talenten wel of niet geërfd hebt. Ik kan je leren naaien en van die vrouwelijke dingetjes. En als je paarden wilt leren verzorgen, kan ik je dat ook leren. En ik denk dat wanneer je echt wilt, dan kun je ook vast leren tekenen’. Lijanne legde een hand op haar schouder.

          ‘Ik zou blij zijn wanneer ik mijn lesbevoegdheid gehaald heb, dan kan ik mezelf onderhouden als ik deze winter overleefd heb’.

          ‘Overleefd?’, lachte Lijanne. ‘Nou ja, ziekte en onheil daar gelaten zal Simon daar wel voor zorgen. Je mag echt van geluk spreken dat je hem tegen het lijf gelopen bent, wist je dat?’

          ‘Ik weet het’, bloosde Marlies.

          ‘Verder vind ik dat hij ook een geluksvogel is’.

          ‘Waarom?’ Marlies hield haar hoofd een beetje scheef omdat ze haar niet begreep’.

          ‘Hij is al heel lang alleen. En jij past goed bij hem’.

          ‘Waarom pas ik bij hem?’

          ‘Je hebt pit. Je kunt zorgen dat hij weer kan lachen’. De lach van Lijanne was doordrenkt met iets wat Marlies intrigeerde. ‘Ik ben ervan overtuigd dat je het niet ziet omdat hij waarschijnlijk heel streng voor je is, Simon kennende. Maar je zult zien, als je hart voor hem opent. Je past bij hem. Ik weet het gewoon en als Christa iets kon zeggen dan zou ze zeggen dat ik gelijk heb’.

          ‘Dat heeft ze al gezegd’, zei Marlies zacht voor ze het in de gaten had.

          ‘Echt waar?’, fluisterde Lijanne.

          ‘In mijn dromen’, ging Marlies verder. ‘Dan praat ik met haar. Ze heeft me gevraagd het kerstcadeau voor Simon te zijn’.

          ‘Oh Marlies!’ Lijanne omhelsde haar. ‘Alsjeblieft? Doe het alsjeblieft’.

          ‘Ik denk niet dat hij de juiste voor me is’, hield Marlies af. ‘Ik ben hier terecht gekomen terwijl ik op de vlucht ben. Ik ben een dief! Ik wilde er met zijn paard vandoor gaan’.

          ‘Onzin!’ Lijanne legde haar handen op de schouders van Marlies en schudde haar door elkaar. ‘De voorzienigheid heft je hier gebracht. Ik ben er heilig van overtuigd dat hetgeen je gedaan hebt voordat je hier terecht kwam, was om te overleven. En God zegene de vrouw die heeft meegemaakt wat jij meegemaakt hebt, door een man Simon op hun pas te sturen’.

          ‘Je weet er niets van’. Marlies probeerde weg te lopen.

          ‘Ik hoef het ook niet te weten. Het kan me niet schelen’. Lijanne hield Marlies stevig beet. Ik maak je hier en nu mee. Je kunt niet voor jezelf vluchten Marlies. Je bent slim, grappig en aardig. Laat je niet door pech achtervolgen en laat je er niet door beheersen.

          ‘Het water kookt’. Marlies voelde zich ongemakkelijk en probeerde de aandacht van Lijanne weer op het eten te richten.

          Lijanne lachte en concentreerde zich met haar nieuwe vriendin op de alledaagse dingen.

          ‘Mooi!’, lachte ze. Nu zorgen we dat het vlees zijn sappen loslaat. Nu doen we er wat water bij en wanneer we bloed uit het vlees kunnen drukken, draaien we het een keer om. Koos houdt ervan als zijn bief rood is van binnen en Simon houdt daar nog veel meer van. Vandaag maken we het voor Simon.

          Een paar minuten nadat het vlees omgedraaid was, drukte Lijanne een keer stevig op het stuk vlees zodat er bloed tevoorschijn kwam. Nadat ze dat gedaan had, haalde ze het vlees uit de pan en legde het in een braadslee.

          ‘Als het een poosje in de oven staat, komt er nog meer bloed uit waardoor de smaak nog beter wordt. Maar laten we nu nog wat water in de pan doen dan laat ik je zien hoe Simon het het liefst heeft.

          Lijanne goot twee kopjes water in de pan. Ze roerde en schraapte over de bodem van de pan en bracht het water aan de kook. Daarna haalde ze pan van het vuur. Ze deed de helft van de bruine vloeistof in een kom die ze op het vuur zette om weer op te warmen.

          ‘Nu komt het moeilijkste deel’. Lijanne raadde Marlies aan om goed te kijken wat ze deed.

          Ze goot een half kopje room bij de jus en klopte het eiwit van twee eieren in een andere kom tot het stijf werd. Ze deed twee scheppen bloem in het mengsel van de jus met de room en roerde tot het glad was. Vervolgens deed ze iets van de warme massa bij het eiwit en begon verwoed te kloppen.

          ‘De eieren en de bloem zorgen voor de binding, maar dat mislukt als het ei begint te stollen door de hitte voordat je deze goed gemengd hebt. Dan worden het een en al klonten’, legde Lijanne de logica achter haar handelingen uit. ‘De truc is dat je de hete substantie beetje bij beetje bij de eieren doet en het eerst goed roert voor je het volgende beetje erbij doet.

          ‘Mijn moeder gebruikte geen eieren. Ze deed er aardappelmeel in om het te binden’, zei marlies terwijl ze geïnteresseerd toekeek.

          ‘Simon en Koos zijn verwend’, knikte Lijanne. ‘Op een dag zal ik je over Laura vertellen. Ze was een monster, maar ze kon heel goed koken. Alle mannen bewonderden haar daarom. Sommigen van ons hebben les van haar gehad, ook al vonden ze dat helemaal niets. Maar ik moet ruiterlijk toegeven dat ze heel wat in haar mars had. Ik heb sommige dingen goed onthouden’.

          Marlies moest erom lachen. Geen wonder dat de wandaden van Christa en Lijanne zich richtten op de kookkunsten van Laura.

          ‘Waarom gebruik je de recepten van een vrouw waar je zo’n hekel aan hebt. Lijanne?’ Marlies probeerde niet te verraden wat ze allemaal wist en de informatieve die Lijanne zelf gegeven had te verpakken in haar vraag.

          ‘Omdat zelfs een helleveeg wel eens gelijk heeft’, gromde Lijanne. ‘Wel grappig’, ging ze verder, ‘Wat goed is, is goed. Het is vreemd dat slechte herinneringen soms samengaan met hele goede. Laura is niet eens zo’n slechte herinnering, maar wel een flinke uitdaging’. Lijanne moest hard lachen. ‘Ze was een uitdaging die we hebben weten te overleven!’

          Marlies besloot om het daar bij te laten. Ze moest eerst meer van de dagboeken van Christa lezen om haar eigen gedachten te bepalen over hetgeen Lijanne net zei, en ze was bang dat ze zichzelf zou verraden, omdat ze meer van Laura wist, dan ze zou kunnen weten.

          ~~~~~~~~~~~~~~~oooooOOOOOOOooooo~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

          Koos kwam precies binnen op het moment dat het eten op tafel stond.

          ‘ZO, de schuur is winterklaar’, zei hij.

          ‘Mooi’, zeiden Marlies en Lijanne in koor.

          ‘Ik hoop dat Simon er tevreden over is’, voegde Marlies eraan toe met een mengeling van bezorgdheid en cynisme.

          ‘Ik denk dat hij versteld zal staan’, grinnikte Koos. ‘Ik heb zelfs nog wat plekken die aan de westzijde overgeslagen waren gedaan toen ik aan de oostzijde klaar was.

          Marlies bloosde.

          Lijanne lachte. ‘Jullie lijken wel een komisch duo!’ Ze gaf haar nieuwe vriendin en echtgenoot een knipoog. ‘Ga zitten, we kunnen eten’.

          Zo gezegd, zo gedaan.

          ‘Jammer dat Simon er niet is’, mijmerde Simon terwijl hij van zijn bief met gebakken aardappelen smulde.

          ‘Volgens mij heeft hij een eekhoorn of een konijn aan het spit. En het vet drupt momenteel in de baard die hij nu ongetwijfeld heeft daar in de wildernis. Ik ben blij dat ik men momenteel niet kan ruiken!’, lachte Lijanne.

          ‘Het is de man die hard werkt voor zijn onderhoud van harte gegund’, zie Koos waarschuwend tegen zijn vrouw. ‘En ik gun hem dat pleziertje van harte!’

          Lijanne deed haar ogen dicht voordat ze het woord nam. ‘Je hebt gelijk, Koos. Het was niet aardig van me om dat te zeggen’.

          Marlies voelde de spanning. Voordat ze het wist had ze het woord genomen.

          ‘Als God het wil, zit Simon nu lekker te eten en wanneer hij terugkomt, zal ik proberen hem een zelfde maal voor te zetten als dit. En mocht er iets in zijn baard terecht komen dan moet hij zich wassen.

          Koos en Lijanne moesten daar hartelijk om lachen. Marlies was een heerlijke flapuit. Simon zou er zijn handen vol aan hebben. En Lijanne, die wist van de ontboezeming van Marlies dat Christa in haar droom verschenen was, had er alle vertrouwen in dat het niet bij die ene keer zou blijven. Haar overleden vriendin was ook dikwijls in haar dromen opgedoken. En ze had vaak gebeden dat Simon het levensgeluk terug zou vinden.

          ‘Het is vast Gods wil’, glimlachte ze. Vervolgens veranderde het gespreksonderwerp.

          ‘Koos wil morgen al weer vroeg naar huis, zal ik je van voor dat we weggaan leren hoe je pasteitjes maakt?’, vroeg Lijanne aan Marlies.

          ‘Oh ja, graag!’, liet Marlies Koos en haar nieuwe vriendin weten. Ik weet al hoe je beignets moet maken, maar van parteitjes weet ik niets. Ik zou graag leren hoe je pasteitjes moet maken zoals we die laatst van jou gekregen hebben’.

          Koos gromde. Hij dacht een vertragingstactiek te herkennen. Maar dat zag hij deze keer niet goed. Het was een oprecht aanbod van Lijanne en Marlies accepteerde het maar wat graag.

          ‘Jullie hoeven niet zo onder een hoedje te spelen’, gaf Koos uiting aan zijn achterdocht.

          ‘Alstublieft meneer’, ging Marlies tegen hem in. ‘Ik weet hoe je beignets maakt en koekjes moet bakken, maar ik heb nog nooit brood of taart gebakken of pasteitjes gemaakt’.

          ‘Lieve Koos’, Lijanne boog zich naar haar echtegenoot.  ‘We maken het deeg, rollen het vervolgens, mengen er olie door, maken er drie of vier laagjes van, doen de vullign erin en vouwen het dicht’.

          ‘Dat is alles?’, vroeg Koos die geen enkele poging deed zijn scepsis te verbergen.

          ‘Misschien dat ik Marlies ook nog wel wat dingen over Simon vertel, maar als we zo laat vertrekken dat we na zonsondergang thuis komen, dan zal ik gehoorzaam mijn billen aanbieden voor de paddel. Goed?’, bood Lijanne aan.

          Koos grinnikte. ‘Volgens mij solliciteren jullie beide naar een pak op je billen. Maar ik ga akkoord’. Toen richtte hij zich tot Marlies. ‘Belofte maakt schuld. Houd dat in je achterhoofd, wil je?’

          Marlies bloosde en knikte. De sterke persoonlijkheid van Koos was aantrekkelijk, misschien nog wel meer dan die van Simon omdat hij tenminste naar haar luisterde. Op dit moment was ze blij met de wending die haar leven gekregen had.

          Na het eten vroeg Marlies haar gasten om lekker te blijven zitten en haar de boel op te laten ruimen. Maar Lijanne wilde daar niets van weten. Zij en Koos gingen de afwas doen, terwijl Marlies de dieren verzorgde en hout voor de kachel ging halen.

          Clara werkte goed mee, en er lagen acht eieren in het nest. Ze ging op haar knieën zitten nadat ze het voer voor het varken had neer gestrooid. In plaats van dat ze hier zoals anders gulzig op stortte, bleef ze liggen en keek er alleen maar naar. Marlies zag onmiddellijk waarom. Twaalf kleine roze beestjes verdrongen elkaar bij de buik van het varken.

          ‘Lieve help!’, fluisterde Marlies vol ontzag terwijl ze het hok binnenstapte. ‘Je hebt een heel gezin’. Ze pakte een van de biggetjes op, hield het negen haar borst en snoof haar geur op. ‘Je ruikt als een puppy!’ Marlies knuffelde het kleine, gespierde propje. Het biggetje rook naar moedermelk. Geëmotioneerd zette ze het biggetje weer bij haar moeder. Het zou niet alleen gaan groeien, maar op een dag zou ze zelf gegeten worden. Misschien zou ze het ook wel overleven en een fokzeug worden, maar dat was niet waarschijnlijk bij zo’n kleine hobbyboer. De meeste dieren werden gefokt om uiteindelijk geslacht te worden.

          Marlies kon zich bijna niet voorstellen dat Simon niet wist dat het varken zwanger was en ze verbaasde zich erover dat hij haar niet gezegd had dat ze ieder moment zou kunnen bevallen. Wat als er complicaties zouden optreden? Hoe kon hij dat onvermeld laten en er zelf een paar dagen op uit trekken?

          ‘Waarschijnlijk is Koos het roerend met me eens’, zei Marlies hardop. ‘Je had het me op zijn minst moeten zeggen, stuk onbenul’.

          Toen het werk gedaan was en er meer dan genoeg hout aangesleept was, stapte Marlies het huis in. Ze schopte haar laarzen uit en stapte de kamer in. Koos zat in de schommelstoel te dommelen en Lijanne zat bij de haard en was bezig de kleren die zij van Simon gekregen had aan het innemen.

          ‘Sssstt’, waarschuwde Lijanne en wees naar haar slapende echtgenoot. Haar ogen glommen van plezier.

          ‘Het varken heeft een nest gekregen. Er zijn twaalf biggetjes geboren sinds Koos in de schuur was!’, fluisterde Marlies. ‘Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt en ze ruiken naar puppy’s! Wat ben jij aan het doen?’

          ‘Sssstt! Ik ben een paar van je jurken aan het innemen. Ik vind pasgeboren dieren ook altijd heel lekker ruiken. Het is verbazingwekkend wat jonkies met ons doen. Ik heb nog nooit een puppy geroken, maar ik geloof je graag’, fluisterde Lijanne.

          ‘Dat komt door de eerste melk’, klonk de luide stem van Koos. Ieder zoogdier ruikt in het begin het zelfde, tot de geur na een paar weken verdwijnt. Het ruikt wel een beetje naar koffie’.

          ‘Ja! Dat klopt’, zei Marlies verbaasd. ‘Milder, maar het zonder twijfel de geur van koffie’.

          ‘Dus, ik denk dat het een teken is dat een van jullie eens in beweging moet komen om koffie te zetten’. Koos rekte zich uit.

          ‘Maar het is bijna tijd om naar bed te gaan’, protesteerde Lijanne.

          ‘Het wordt morgen pas aan het eind van de ochtend, dankzij je afspraak met deze troela. En ik heb de afgelopen twee uur uitgerust. Ik heb wel zin in koffie’.

          Marlies gooide de oude koffie in de emmer en ging nieuwe zetten. Terwijl ze dat deed zag ze dat de koffievoorraad wel eens ontoereikend kon zijn om de hele winter door te komen. Er stond nog wel een zak in de kelder, maar dat zou niet voldoende zijn om aan de behoefte te voldoen.

          ‘Als je beloofd binnenkort terug te komen met een grote zak koffie dan zal ik nu voor je zetten’, zei Marlies.

          ‘Ik heb hem meer vlees gebracht dan hij opkwam en kippen gegeven die hij helemaal niet nodig heeft, dus waarom zou ik ook nog koffie meenemen?”, antwoordde Koos verbaasd.

          ‘Omdat er niet veel koffie meer is en jij meer vraagt dan het dagelijkse rantsoen. En als ik een volle pot zet, drink je er maar een bakje van. De rest kan ik weggooien omdat hij te oud geworden is’, zei Marlies kalm.

          ‘Goed!’, zei Koos geërgerd. ‘Ik breng voor het eind van de winter koffie. Beloofd!’.

          ‘Ik weet niet of ik u wel kan vertrouwen, meneer Mulder’, grinnikte Marlies. Ook Lijanne barstte in lachen uit.

          Koos stond op, pakte de beide vrouwen bij een arm en gaf hen beide vier klinkende kletsen op hun billen.

          ‘Koos!”, protesteerde Lijanne.

          ‘Hee?!”, het protest van Marlies klonk wat onzekerder.

          ‘Gedraag jullie!’, beëindigde Koos de discussie, maar sneed meteen een ander onderwerp aan. ‘Denk maar aan de streken die je samen met Christa uitgehaald hebt. Waarom vertel Marlies maar eens’.

          Marlies voelde haar hart sneller kloppen. ‘Ja, vertel! Alsjeblieft?’

          Dankzij Koos werd het helemaal niet de saaie avond die Marlies verwacht had. In plaats dat zij gedwongen werd de geheimen die ze over Simon en Christa wist prijs te geven, spraken haar gasten over hen en haalden leuke herinneringen op. Op deze manier hoefde ze de dagboeken van Christa ook helemaal niet te lezen.

          Het was veel leuker om hen in het echt te leren kennen dan over ze te lezen. Lijanne bleek al even onstuimig en brutaal als Christa en Koos leek nog menselijker als Simon. Simon geloofde in huiselijke discipline net als Koos. Toch leek Koos meer voor rede vatbaar te zijn.

          Nadat Lijanne en Koos naar bed waren gegaan, stak Marlies de lamp aan om nog wat in het dagboek van Christa te kunnen lezen. Het leek of de woorden meer betekenis hadden gekregen. Koos en Simon waren niet langer ‘gelijkgestemde’ mannen, hun unieke persoonlijkheid kwam tot leven en Lijanne werd meer dan alleen een meeloper met de streken van de baldadige Christa. Marlies verbaasde zich over deze ontdekking. Het bracht haar tot het inzicht dat Christa heel beschermend en discreet was ten aanzien van Lijanne. Zelfs in haar dagboek.

          21 mei 1867

          Oh! Het is niet zo lang geleden dat ik het idee had een geliefde vrouw te zijn. Maar dan de manier waarop hij mij tot de orde geroepen heeft; de manier waarop Koos Lijanne gewaarschuwd heeft! Ten overstaan van iedereen! Dat had hij niet mogen doen! En dat geldt ook voor Koos! Lijanne is net zo boos al ik. We kunnen er morgen de hele dag over na denken, want aan het weer te zien reizen we morgen niet verder.

          Er staat een harde zuidenwind. En ook al is het niet koud, ze waarschuwen dat er slecht weer vanuit het noorden aankomt. De ouderen zeggen dat er sneeuw op komst is. Ze zullen vast wel gelijk hebben. Ze hebben vaan gelijk.

          Laat ons alsjeblieft niet te lang op deze plaats blijven, God…

          Wintervertelling (7)

          Marlies ruimde snel de boel in de schuur op en liep naar buiten om daar een man aan te treffen die geïrriteerd naast een wagen stond. Een vrouw, goed ingepakt in een deken, zat met haar armen over elkaar op de bok.

          ‘Lijanne, pas op, jongedame, drijf me niet tot het uiterste. Je hebt de hele tijd lopen zeuren om hier naar toe te komen. Nu zijn we er. Het is niet aardig naar Simon om nu chagrijinig te zijn.

          Lijanne luisterde helemaal niet naar haar man.

          ‘Hallo?’, Koos ergerde zich aan de zangerige stem van Lijanne. Hij keek in de richting van degene waar ze naar keek.

          Marlies stond met open mond in de deuropening van de schuur. ‘Zou dit soms de Lijanne van Christa zijn?’, vroeg ze zich verbaasd af.

          ‘Simon heeft niet gezegd dat hier nog iemand woont, of wel?’, vroeg Koos aan zijn vrouw terwijl hij om de wagen heen liep om zich aan Marlies voor te stellen. ‘Koos Mulder, en dit is mijn vrouw Lijanne’. Koos probeerde niet zijn nieuwsgierigheid te verbergen toen hij zich aan Marlies voorstelde.

          Marlies schudde de uitgestoken hand, maar zei niets. Ze keek van de een naar de ander en toen ze in de gaten kreeg dat beiden haar aan stonden te staren, trok ze instinctief haar jas strak om zich heen.

          ‘Het is een iel meisje Koos’. Lijanne sprong van de bok en stak haar hand uit. ‘Ik ben Lijanne, we zijn vrienden van Simon’.

          ‘Ik weet het’, fluisterde Marlies.

          ‘Weet je dat? Heeft Simon je over ons verteld?’

          Marlies haalde haar schouders op en realiseerde zich dat ze de fout in gegaan was. Simon had niets over zijn vrienden gezegd, maar ze moeilijk zeggen dat ze hen kende uit de dagboeken van Christa. Ze kon maar beter haar mond houden en hopen dat het gespreksonderwerp zou veranderen.

          ‘Heeft Simon je hier alleen achter gelaten toen hij ons laatst is komen opzoeken?’ Koos schudde zijn hoofd van verbazing over zijn vriend. ‘Waar is die oude boef?’

          ‘Hij is strikken aan het zetten’, beantwoordde Marlies de tweede vraag naar waarheid, terwijl ze de eerste negeerde.

          ‘Hij heeft je dus al weer alleen gelaten?’ Lijanne klonk bezorgd.

          ‘Nee’, probeerde Marlies hen te corrigeren. ‘Het is prima! De dieren, zijn werk, hij helpt me omdat…’

          ‘Hij helpt een vrouw door haar hier moederziel alleen achter te laten?’ Lijanne omhelsde Marlies.

          ‘Ik kan anders heel goed voor mezelf zorgen’, protesteerde Marlies.

          Koos lachte. ‘Waarom gaan jullie niet naar binnen, dan zet ik paard en wagen weg. Vervolgens moeten we de gast van Simon maar eens beter leren kennen’.

          Marlies liet zichzelf door Lijanne, die een aangename verschijning was, meenemen naar het huis. De Lijanne die zij in de dagboeken had leren kennen had zo verlegen en terughoudend geleken.

          ‘Hoe heet je?’, vroeg Lijanne toen ze de trap voor het huis bereikten.

          ‘Marlies’.

          ‘Marlies? Wat een leuke naam. Marlies hoe nog meer? Hoe heeft Simon je leren kennen?

          Marlies stapte naar voren en deed de deur open, in de hoop die vragen te ontwijken. Een paar minuten geleden had ze zich nog verheugd op een lange rustige dag waarin ze zou kunnen lezen en nu waren deze plannen in een klap verstoord. Even overwoog ze de bezoekers te vragen weg te gaan tot Simon terug zou zijn.

          ‘Simon is er niet en ik woon hier niet. Misschien is het beter als jullie terugkomen als Simon er weer is?’

          ‘Wat een onzin!”, lachte Lijanne. ‘Daar zou Simon niets van willen weten. Bovendien hebben we een lange reis achter de rug en is Koos knap chagrijnig. Als hij geen eten krijgt en uit kan rusten, is dat slecht voor mijn welzijn.

          ‘Vanwaar dit bezoek?’ Nu was de beurt aan Marlies om een vraag te stellen.

          ‘Dat was mijn idee’, lachte Lijanne. Simon zag er zo eenzaam uit tijdens kerstavond, dat zodra het weer beter was, heb ik Koos opgepord om hier naar toe te gaan’.

          ‘Is hij naar jullie gegaan. Hebben jullie hem die kippen en dat lekkers gegeven?’ Marlies knikte nu een van de onbeantwoorde vragen nu beantwoord was.

          ‘Ja, dat klopt!’, lachte Lijanne. Haar gezichtsuitdrukking veranderde toen ze achter Marlies aan het warme huis binnenstapte en haar sjaal afdeed. ‘En wanneer ik die grote boerenl… nou ja, als ik die Simon de volgende keer zie, heeft hij heel wat uit te leggen. Ik kan niet begrijpen dat hij bij ons op bezoek komt en jou niet meeneemt!’

          Marlies trok een gezicht. Ze had geen zin om de deur open te zetten naar meer vragen, dus besloot ze niets te zeggen om het misverstand bij de oudere vrouw weg te nemen.

          ‘Ga zitten’, probeerde Marlies gastvrij te zijn.

          ‘Ja, zo meteen’. Lijanne nam het huis in zich op. ‘Het is jaren geleden dat ik hier geweest ben en er is helemaal niets veranderd! Waarom heb jij er niet je eigen karakter aan gegeven, Marlies?’

          ‘Hoe bedoeld u?’, vroeg Marlies verrast.

          ‘Tja, ik dacht dat de nieuwe vrouw des huizes haar eigen…?’ Lijanne zweeg toen ze de gezichtsuitdrukking van Marlies zag. ‘Oh, het spijt me. Ik dacht…’ Op het moment dat ze zag dat haar veronderstelling de jonge vrouw in verlegenheid bracht, herkende Lijanne de slecht zittende jurk die ze droeg.

          ‘Hoe ben je hier terecht gekomen, meisje?’ Lijanne trok een stoel onder de tafel vandaan en ging zitten. Ze wilde nu wel eens een antwoord op haar vragen.

          ‘Ik ben gewoon… hij…’ Marlies voelde zich in het nauw gedreven. ‘Er is niets aan de hand. Ik mag hier logeren deze winter. Ik doe hier klusjes voor de kost en ik mag op zolder slapen’. Marlies wees naar boven en probeerde het zo te vertellen dat ze geen nieuwe vragen op zou roepen. Ze had geen zin aan een kruisverhoor onderworpen te worden, ze wilde haar verhaal niet zomaar aan iedereen vertellen.

          Lijanne zag dat Marlies zich ongemakkelijk voelde en besloot in te binden. ‘Oh liefje, rustig maar. Het spijt me. Ik ben anders helemaal niet zo. Natuurlijk is er niets aan de hand! We weten dat Simon een echte heer is, ook al zijn de jaren zonder Christa hem niet in zijn koude kleren gaan zitten.

          Marlies ontspande zichtbaar en knikte.

          ‘Heeft hij je over Christa verteld?’

          ‘Ik heb de graven gezien. Hij gaat er iedere dag even naar toe. Hij verteld er niet veel over, maar ik denk dat jij verteld heeft waarvan hij vindt dat ik het moet weten. Ik vind het niet erg dat hij de rest voor zichzelf houdt. Marlies bloosde omdat ze veel meer wist. Ze had nog nooit eerder zo gelogen. Ze was niet allen ontevreden over wat Simon allemaal over zijn verleden losliet, maar was zelfs actief op zoek, ondanks dat hij haar gezegd had zich erbuiten te houden’.

          ‘Als hij dat niet doet, vraag je mij maar. Ik zal het je vertellen’.

          ‘Wat ga je haar vertellen?’ Op dat moment kwam Koos binnen stappen en name en flinke vlaag koude wind met zich mee. Hij zette een grote plunjezak bij de tafel.

          ‘Doe de deur dicht, meneer Mulder’, foeterde Lijanne, ‘het tocht hier!’

          Koos wierp zijn vrouw een waarschuwende blijk toe die Marlies niet ontging. Ze haalde de situatie voor zich van hun aankomst. Het stel was druk aan het bekvechten toen ze aankwamen en Marlies had het vermoeden dat de spanning niet uit zichzelf zou verdwijnen.

          Hoewel ze uit de dagboeken wist dat Koos en Simon ongeveer even oud waren, viel het Marlies op dat Koos er zo veel jonger uitzag. Ze dacht dat de stoppelbaard van Simon hier iets mee te maken zou hebben.

          Marlies ging een nieuwe pot koffie zetten terwijl Koos zijn jas en laarzen weg zette. Ze vroeg zich af of het stel allen maar zou blijven eten of dat ze ook bleven slapen. Omdat ze niet wist wat de gewoonte was, wist ze niet goed wat ze aan moest bieden.

          ‘Wanneer is Simon vertrokken?’, wilde Koos weten.

          ‘Gisterochtend in alle vroegte’. Marlies keek niet op van de koffiepot.

          ‘Heeft hij gezegd hoelang hij weg zou blijven?’

          ‘Vier of vijf dagen’, antwoordde Marlies. Zouden ze hier blijven wachten tot hij terug was? Plotseling werd ze onrustig. Daar ging haar mooie plannetje! Ze zou misschien nooit meer de kans krijgen om de rest van de dagboeken te lezen. Koos merkte de stemmingsverandering bij Marlies.

          ‘Tja, hij is niet thuis, Lijanne’, liet hij zijn vrouw weten. ‘We zullen hier blijven slapen, als dat tenminste geen probleem is voor de jongedame. Je moet Simon dan maar laten weten dat we langs geweest zijn’.

          Marlies knikte opgelucht.

          ‘Verdomme Koos!’, Lijanne sloeg op de tafel. ‘We hebben geen enkele haast en Marlies is hier ook maar alleen. Simon zou het heel leuk vinden als we op hem zouden wachten’.

          ‘Lijanne!’ De reactie van koos liet Marlies schrikken. ‘Ik heb je vandaag al een keer eerder gewaarschuwd niet te vloeken. Zorg dat ik je niet nog een keer hoef te waarschuwen. Het is niet beleefd onaangekondigd binnen vallen om vervolgens te blijven hangen. We waren van plan om even op bezoek gaan en dan weer naar huis gaan en daar houden we ons aan. Wij hebben thuis ook nog genoeg te doen’.

          ‘We waren van plan, jij ook altijd met je eeuwige plannen’, gromde Lijanne terwijl haar vuisten zich op tafel balden.

          Koos greep zijn vrouw met zijn rechterhand bij haar kin. Er werd niets gezegd, maar Lijanne bond onmiddellijk in. Marlies keek hen nerveus aan.

          ‘Marlies is het niet?’ Koos wendde zijn aandacht van zijn vrouw af.

          Marlies keek hem zenuwachtig aan en knikte.

          ‘We hebben de nodige conserven en dergelijke meegebracht voor Simon. En Lijanne vond dat ze Simon bij gebrek aan een vrouw maar eens moest voorzien van jam en appelmoes. Denk je dat je er een plaatsje voor kunt vinden?’

          Marlies knikte. ‘Nou en of! Hartelijk bedankt allebei’. Ze liep naar Koos en nam de plunjezak van hem aan. ‘Perziken! En zijn dat sinaasappelen?’

          Lijanne lachte. ‘Ja en er zijn ook zwarte bessen en aardbeien. Simon is al net zo’n zoetekauw als Koos.

          ‘Wij hebben gisteren kaas gemaakt. Misschien dat jullie daar wat van mee willen hebben als jullie terug gaan? En we hebben meer eieren dan we op kunnen, dus misschien dat jullie daar ook van willen hebben?’ Marlies voelde zich verplicht iets terug te doen.

          ‘Te veel eieren? Waarom kwam Simon dan in vredesnaam in een vliegende sneeuwstorm naar ons toe als hij eieren genoeg heeft?’ Koos krabde zich achter het oor.

          ‘Oh!’ Marlies keek geschrokken. Ze had haar mond voorbij gepraat. ‘Nou ja, wat kon het schelen als ze hen meer zou vertellen, hield ze zichzelf voor en voegde eraan toe, ‘Ik geloof dat dat mijn fout was’.

          ‘Jouw fout?’, vroegen de gasten tegelijkertijd.

          ‘Eh ja’, bekende Marlies. ‘Weet je, Simon had geen eieren meer omdat ik ze weggenomen had. Ik neem aan dat hij gedacht had dat zijn kippen van de leg waren of zoiets, want de volgende dag was hij plotseling verdwenen om met nieuwe kippen terug te komen’.

          ‘Maar waarom had jij ze dan weggenomen?’ Koos trok zijn wenkbrauw op.

          ‘Ik had ze nodig’. Marlies vroeg zich af of het verstandig was ze alles te vertellen.

          ‘Waarom heeft een vrouw eieren nodig zonder dat aan haar man te vertellen. Zeker als hij vervolgens een sneeuwstorm trotseert om nieuwe kippen te halen?’ De verwarring van Koos riep irritatie bij Koos op. Het was net alsof hij dacht dat zij een helleveeg was die haar man voor niets op pad stuurde, of dat Simon een of andere lul was die zich door zijn vrouw liet ringeloren.

          ‘Ik geloof dat u het volgende moet weten meneer… Mulder, is het niet? Hij is niet mijn partner. Hij wist ook niet dat ik die eieren wegnam en ik was niet in een positie om hem dat te vertellen. Hij wist namelijk niet dat ik hier was tot hij terugkwam. Als ik geweten had wat hij die dag zou gaan doen, dan zou ik het hem gezegd hebben. Maar ik wist het niet, dus dat ging niet’.

          Koos keek het kleine vrouwtje aan dat hij met zijn onhandige opmerkingen has weten te irriteren. Hij verbaasde zich erover hoeveel ze op Christa leek, slanker, met kort blond haar, maar minstens even temperamentvol. ‘Zeg dat nog eens jongedame? Ik geloof dat ik je niet begrijp’.

          Marlies klemde haar kaken op elkaar en besloot niets meer te zeggen.

          ‘Vertel op jongedame’, waarschuwde Koos. ‘Anders zou ik het idee kunnen hebben dat je misbruik van hem maakt van de beste man en hem misschien wel iets aangedaan hebt!’

          ‘Nee!’ Marlies sperde haar ogen wijd open. ‘Ik heb je gezegd dat Koos strikken aan het zetten is en hij heft me gezegd dat ik hier kan blijven tot de sneeuw verdwenen is. Hij was dat aanvankelijk misschien niet van plan nadat hij me betrapt heeft, maar we hebben samen iets afgesproken en ik houd me aan mijn belofte’.

          ‘Betrapt heeft?’ Koos was nog steeds in grote verwarring.

          ‘Bent u doof of zo, meneer Mulder?’ Marlies stampte met haar voet. Ze zag dat de man geïrriteerd raakte, maar besloot dat te negeren. ‘Ik heb toch gezegd dat ik me hier verscholen hield en voedsel en eieren van hem stal. Simon wist daar niets van tot hij thuis kwam nadat hij de kippen bij jullie gehaald had. Ik was overvallen door het weer en had geen paard. Ik wilde die van hem lenen om ermee naar Rotterdam te gaan, maar dat was de dag dat hij besloten had naar jullie te gaan. Toen hij terugkwam heeft hij me slapend in zijn bed aangetroffen’.

          Lijanne barstte in lachen uit toen ze zag dat haar strenge man het antwoord van Marlies tot zich door liet dringen. Niemand had het ooit in zijn hoofd gehaald zo’n toon tegen hem aan te slaan.

          ‘Praat je ook altijd zo tegen Simon?’ Koos nam het opgewonden standje in zich op die met haar handen in de zij had gezet.

          ‘Ik geloof niet dat u dat iets aangaat, is het wel?’ De blik in haar ogen was al even verhit als haar wangen. Het werd stil en er hing een spanning in de lucht. De rechterhand van Marlies verliet haar zij om zenuwachtig in de richting van haar billen te verdwijnen.

          Tijdens de ongeplande pauze ontspande Koos een beetje en glimlachte. “Ik zou denken van wel. Ik geloof dat ik het er maar eens met Simon over moet hebben hoe hij invloed op jouw manieren kan uitoefenen’. Vervolgens liet hij het onderwerp varen. ‘Goed jongedame, ik denk dat we je dan voorlopig maar moeten geloven’.

          ‘We? Je laat dit meisje met rust, Koos Mulder. Ik geloof haar. Ik heb geen enkele redden om aan haar verhaal te twijfelen’, zei Lijanne tegen de man die zich eindelijk aan de keukentafel nestelde. ‘Ik moet zeggen dat ik me wel afvraag hoe je hier zo in je eentje terecht bent gekomen, Marlies, maar in tegenstelling tot mijn echtgenoot respecteer ik je privacy en zal je niet dwingen het te vertellen’.

          Marlies glimlachte zwakjes en probeerde te ontspannen. Hoe leuk ze het ook vond de stemmen te horen en gezichten te zien van twee mensen die Christa goed gekend hadden, de timing was slecht. Ze zou de hele dag niet in de dagboeken kunnen lezen. Ze zou de dag doorbrengen met mensen die ze heel veel te vragen had, maar dit niet durfde. De kans dat zich zou verraden was dan veel te groot. Ze had eigenlijk al veel te veel gezegd.

          Er viel een ongemakkelijke stilte in de keuken. De koffie stond nog te pruttelen en Marlies pakte een bekers om uit te drinken.

          ‘Koos, waar heb je dat stuk vlees gelaten?’ Lijanne probeerde de spanning wat te doorbreken.

          ‘Ik heb het in de schuur neergelegd’.

          ‘Zou je een stuk voor ons willen halen? Dan zal ik haar laten zien hoe Simon dit het liefst klaargemaakt heeft. Dan maken de vreemdelingen zich ook nog een beetje nuttig’.

          Marlies was veel te snel met antwoorden. ‘Dat hoeft niet hoor. Jullie zijn helemaal geen vreemden’. Het hart bonkte in haar keel. Nu had ze het weer gedaan! ‘Ik, ik, ik bedoel…, jullie zijn misschien vreemden voor mij, maar jullie zijn welkom hier hoor. Simon kent jullie en daarom… daarom zijn jullie geen vreemden’.

          Lijanne keek Marlies onderzoekend aan. Het meisje was meer dan alleen verlegen, ze was schichtig. Ze had zelfs het idee dat het meisje zich zo gedroeg dat Koos zou ontdekken dat ze ergens mee bezig was wat helemaal niet mocht. Simon had haar hier pers slot van rekening alleen achter gelaten. Het leed geen twijfel dat er genoeg in het huis viel te snuffelen en dat ze zich daar schuldig over voelde. Misschien zelfs wel iets waarvan Simon had gezegd dat ze er af moest blijven.

          Marlies had frisse lucht nodig. Ze trok haar jas aan. ‘Ik hoop dat jullie me even willen excuseren. Ik moet even naar het toilet’.

          De gasten excuseerden haar. Toen het meisje vertrokken was vroeg Lijanne zich af waarom zij zo zenuwachtig was. Ze was er wel van overtuigd dat ze hier met medeweten van Simon was en ook van het verhaal hoe ze hier gekomen was en dat ze hier de winter mocht doorbrengen. Maar toch was er iets. Misschien waren het de kleren van Christa? Misschien was dat het? Ze had ze uit de kist met Christa’s kleren gehaald en zij hadden haar betrapt en nu was ze bang dat ze het aan Simon zou vertellen. Deze gedachte deed Lijanne smelten. Ze wist dat Simon zich niet druk zou maken over de kleren. Ze was er opens van overtuigd dat dat het ongemakkelijke gevoel bij Marlies veroorzaakte. Ze zou haar straks op haar gemak stellen en die Simon Koopmans ook laten weten hoe ze er over dacht.

          Toen Marlies het toilet binnen stapte en de deur achter zich dicht deed, zuchtte ze diep en liet zich met een plof op het houten bankje neervallen. ‘Waarom kan ik mond ook niet houden?’, foeterde ze.

          Ze overdacht het lastige parket waar ze zich in bevond. Ze wist dingen over het verleden van Koos en Lijanne en hun relatie met Christa en Simon. Ze zou dit alleen maar kunnen weten als Simon het verteld had, wat niet het geval was. Ze wisten dat ze hier nog maar een paar dagen was en Simon was niet bepaald het type wat met vreemden over zijn verleden of zijn vrienden zou praten. Het familiaire dat ze bij deze mensen voelde door het lezen in de dagboeken zou een probleem worden als ze teveel haar mond opendeed. Ze wilde hen niet achterdochtig maken en zorgen dat ze vragen gingen stellen die ze niet kon beantwoorden. Ze was er zeker van dat ze iets zou zeggen wat haar zou verraden en vragen op zou roepen.

          ‘Had ik die verdomde dagboeken maar nooit gevonden!’, zuchtte ze.

          Marlies stond op, deed haar rok omhoog en ging plassen voor ze terug liep naar het huis.

          Toen ze de trap opliep hoorde ze onmiskenbare geluiden van een verhitte discussie. Ze hield haar pas in en bleef luisteren met de imposante verschijning van Lijanne en de strenge blik van Koos in gedachte.

          ‘Onthoud goed Koos, als je me beschaamd voor de ogen van de nieuwe vriendin van Simon, dan praat ik nooit weer tegen je!’

          ‘Of er iets is om je voor te schamen maak je helemaal zelf uit, jongedame. Als je niet wilt dat de vriendin van Simon hoort hoe jij een stevig pak op je blote bips krijgt, dan zou ik maar een beetje inbinden, als ik jou was’.

          ‘Hoezo inbinden? Omdat ik zei dat je dat arme kind niet zo op haar huid moet zitten? Je had geen enkel recht haar aan een kruisverhoor te onderwerpen alsof je een crimineel voor je had’.

          ‘Ik heb haar helemaal niet aan een kruiverhoor onderworpen. Ik wilde alleen maar weten waarom Simon nieuwe kippen kwam halen terwijl de andere nog goed aan de leg waren. Hoe kon ik nu weten dat zij eieren van hem stal zonder dat hij dat wist?’

          ‘Dat hoef je helemaal niet te weten, Koos. Je had haar best kunnen vertrouwen, ook al begreep je niet alles. Maar dat deed je niet! Verdomme! Je bent ervan uitgegaan dat je beste vriend een sukkel was of dat zijn gaste niet te vertrouwen wad, terwijl ere en heel normale redden voor was’.

          ‘Lijanne!’

          ‘Het spijt me, Koos. Het was niet mijn bedoeling om te vloeken, maar je maakt me soms zo kwaad’.

          Zelfs Lijanne kreeg een strenge toon in haar stem.

          ‘Nu moet jij heel goed oppassen, jongedame, anders leg ik je zo over de knie. En wat nu normaal, vertel jij maar eens wat er normaal aan is dat een meisje dat amper droog achter haar oren is, kilometers van de bewoonde wereld rond het huis van iemand spookt, Lijanne Mulder?’

          ‘Misschien is dat niet helemaal normaal Koos, maar het is ook niet heel bijzonder, toch? Heb je haar wel eens goed bekeken? Het is een volwassen vrouw en ze is broodmager. Het maakt niet uit hoe ze hier gekomen is, maar is gelukkig hier en veilig’.

          ‘Als ze maar geen misbruik van hem maakt’.

          ‘Ik denk dat het Simon goed zal doen als ze hier een poosje is en wie weet raakt hij zo verzot op haar dat hij haar laat blijven. Het si bijna tien jaar geleden dat Christa is overleden en de hoogste tijd dat hij een nieuwe vrouw vindt’.

          ‘Lijanne!’ De stem van Koos veranderde in een zwaar gebrom. Marlies dacht dat Lijanne het hier in het verleden te vaak over begonnen was. ‘Houd op Simon en dat meisje te koppelen. Simon heeft het volste recht om te rouwen als hij dat wil’.

          ‘Tien jaar Koos! En niets anders om zich heen dan die graven en zijn herinneringen. Dat is niet normaal en ook niet gezond, dat weet je best!’ Lijanne scheen door de kamer te lopen terwijl ze dat zei, want haar stem klonk opeens verder weg. Marlies spitste haar oren, maar bewoog zich niet uit angst dat ze haar zouden horen.

          ‘Zoals gezegd, hij heeft momenteel gezelschap en jij bemoeit je er niet mee’.

          ‘Wat kun jij af en toe een bijdehandje zijn, Koos!’

          ‘En soms ga je te ver en moet ik dat handje eens flink op je blote billen laten neerdalen. Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb. Nog een keer een grote mond en je vraagt erom!’

          Er viel een stilte.

          ‘Kijk me niet zo aan!’

          ‘Hoe kijk ik je aan? Zo?’

          Marlies voelde de vloer onder haar trillen. Koos beende door de kamer.

          ‘Kom hier!’ Er klonk gestommel en geklaag.

          ‘Heb niet het lef, Koos Mulder!’ De stem van Lijanne werd onderbroken door het dichtslaan van de deur van de slaapkamer van Simon.

          Geschokt en bezorgd liep Marlies naar de deur en duwde hem open. Het stel bevond zich niet meer in de kamer, maar Marlies kon hen horen achter de gesloten deur van de slaapkamer.

          ‘Koos alsjeblieft. Ik zal het nooit meer doen’. De woorden van Lijanne klonken gesmoord. Marlies veronderstelde dat ze uit de greep van haar echtgenoot probeerde los te komen.

          ‘Je bent mijn geduld de hele reis al op de proef aan het stellen en nu ga je krijgen waar je de hele dag al om vraagt’.

          ‘Nee liefje, alsjeblieft. Ik zal je niet meer uitdagen. Echt waar!’

          ‘Ja dat wil ik wel geloven. Je hebt nu immers waar je naar op zoek was. En nu hier komen!’

          ‘Alsjeblieft Koos, alsjeblieft. Marlies kan ieder moment terugkomen. Alsjeblieft!’

          ‘Daar had je aan moeten denken voor je die gekke bek naar me trok en begon te vloeken’.

          ‘Auw, auw, oh!’ Nee Koos, niet hier. Alsjeblieft! Als je van me houdt dan wacht je hiermee tot we weer thuis zijn’.

          ‘Lieve Lijanne, ik doe dit juist omdat ik heel van je houd’

          Marlies hoorde hem grinniken. Ze hoorde geritsel en vervolgens het onmiskenbare geluid van een hand die op blote huid neerdaalde. Telkens opnieuw, gevolgd door het verontrustende geluid van een worstelende en jammerende Lijanne.

          ‘Lieve help!’ Marlies bleef bij de slaapkamerdeur staan. ‘Hij geeft haar een pak op haar billen!’

          Marlies stond aan de grond vastgenageld. Ze wist niet wat ze moest doen, naar de schuur gaan om een of ander klusje te doen of de slaapkamer binnenstromen om te vragen of ze op wilden houden.

          Binnen, verzette Lijanne zich hevig in een poging weg te komen. Ze probeerde hem er  van te overtuigen dat niet zo moeilijk was hem uit te dagen. Hij was met zo’n rothumeur uit zijn bed gestapt, dat hij zich overal aan irriteerde. Zij wilde er alleen maar op uit en Simon bezoeken. Er kon bij Koos geen glimlach vanaf sinds hij zich op de bok gehesen had. Niet veel later had hij Lijanne aangestoken met zijn humeur.

          ‘Auw Koos, je doet me zeer. Het spijt me, alsjeblieft!’, Lijanne probeerde zonder succes haar handen voor haar billen te houden. Haar rokken maakten dat moeilijk en toen ze haar hand er uiteindelijk toch voor gekregen had, had Koos deze op haar rig geduwd. ‘Alsjeblieft!’

          ‘Je zult krijgen wat je verdiend!’

          Lijanne voelde zich abominabel. Haar bips brandde bij iedere klap en ze had wel door dat ze Koos niet zou kunnen stoppen voor hij dacht dat ze genoeg gehad had. Hoewel ze boos was kon Lijanne niet verhinderen dat de tranen van spijt en berouw over haar wangen liepen. Koos had wel eer van zijn werk. Hij had harde handen van het harde werken. Met een stevige cadans bleef zijn handen op haar gevoelige bips neerdalen. Hij besteedde extra aandacht aan de gevoelige plekjes waar ze op zat. Het was bijna niet uit te houden.

          Lijanne lag ongecontroleerd te huilen en haar ademhaling werd bemoeilijkt door haar snikken. ‘Alsjeblieft koos alsjeblieft’.

          Zowel Marlies als zij dachten dat het nooit op zou houden toen Koos besloot dat het genoeg was en zijn hand om de billen van zijn vrouw legde. Hij liet haar over zijn schoot liggen tot ze voldoende hersteld was om te kunnen praten.

          Marlies voelde haar hart in haar keel kloppen toen de stilte het geluid van de klappen verving. ‘Wat moet ik doen?”, dacht ze paniekerig, wetend dat ze een ongewilde getuige was van een privéaangelegenheid tussen man en vrouw. Ze trok haar jas weer aan en rende terug naar de schuur.

          Koos hoorde de deur dichtgaan en de voetstappen op het pad. Het veranderde echter niets aan wat hij van plan was. Er was niets aan te doen. De jongedame had vast wel in de gaten wat er gebeurde, en mocht dat niet zo zijn, dan vond hij dat er niet uit te leggen viel.

          ‘Zul je voortaan je grote mond een beetje houden, Lijanne?’

          ‘Ja Koos, dat beloof ik’.

          ‘En ga je verontschuldigingen aanbieden voor je arrogante gedrag en je brutale mond?’

          ‘Ja, dat zal ik doen! Het spijt me’.

          ‘Mooi zo. Kom overeind en ga het eten klaar maken. Ik denk dat Marlies je wel wil helpen’.

          Lijanne kwam overeind. Koos gaf haar een kus ent rok haar even tegen zich aan. Het noemen van de naam van Marlies leidde haar echter af van de anders zo geruststellende knuffel die meestal volgde na een pak op haar bips. ‘Ik schaam me zo, Koos’.

          ‘Niet nodig. Je hebt gewoon het pak slag gekregen dat je verdiende. Er is niets om je over te schamen’.

          ‘Maar ik ben een volwassen vrouw Koos’.

          ‘Zoals je zelf gezegd hebt, dat is Marlies ook en ik wil wedden dat dit haar niet onbekend voorkomt aan haar grote mond te horen. Je weet dat Simon net zo is als mij en het zal me niet verbazen als ze die kant van hem al heft leren kennen. Ik zou verbaasd zijn als het niet het geval was. En nu opstaan, je gezicht wassen en je beste beentje voorzetten’.

          Lijanne kneep haar ogen dicht bij de gedachte bij het vooruitzicht iemand onder ogen te moeten komen nadat ze een pak slaag gekregen had en het brandende gevoel dat het pak op haar billen achtergelaten had. Ze stond op en liep met tegenzin naar de deur, haalde diep adem voor ze deze opendeed en de kamer binnen stapte.

          De kamer was leeg. Lijanne draaide zich om naar Koos die nog steeds op het bed zat.

          ‘Waar denk je dat ze is? Ze ging toch alleen maar even naar het toilet?’

          ‘Ik denk dat we haar naar de schuur gejaagd hebben als het niet verder is. Ga jij maar met het eten aan de gang dan kijk ik wel even waar ze uithangt’.

          Lijanne bloosde  en liep gehoorzaam naar de kleine keuken. Koos deed zijn laarzen aan en liep de koude buitenlucht in. Hij glimlachte. Het was helder vriesweer, maar het was geen slecht weer.

          ‘Jammer dat we niet een dag eerder gekomen zijn’, dacht hij. Dan had ik Lijanne bij Marlies hebben kunnen laten en zelf met Simon mee kunnen gaan. Hij zou het leuk gevonden hebben om er met zijn vriend op uitgetrokken te hebben. ‘Misschien een volgende keer’, mompelde hij en liep de trap af naar de schuur om het vlees te halen waar zijn vrouw om gevraagd had en wat meer te weten te komen van zijn mysterieuze gastvrouw.

          Wintervertelling (6)

          Toen het bedtijd geworden was, realiseerde marlies zich dat ze met een dilemma zat. Zolang Simon nog bij de haard zat, had ze een excuus nodig om ze de lamp aan te hebben of hij zou lastige vragen gaan stellen. Het kwam in haar op dat ze zou kunnen vragen of ze een van de vele boeken zou mogen lenen, maar wat als hij nee zou zeggen.

          Het was een idioot idee om op de zolder te liggen wachten, maar ze wilde zo graag in de dagboeken van Christa verder lezen dat ze besloot om dat wel te doen. Pas na een onmogelijk lange tijd stond Simon op om naar bed te gaan.

          ‘Doe alsjeblieft de deur dicht, doe alsjeblieft de deur dicht’, fluisterde Marlies in haar kussen.

          Maar dat deed hij niet

          Marlies doelde haar hele lichaam verstijven van frustratie. Het duurde wel een uur om te kalmeren en om uiteindelijk in slaap te vallen. Toen Simon de volgende ochtend in de keuken stond te roepen dat het tijd was om op te staan, was ze duf en uit haar humeur.

          ‘Opstaan! Het is de hoogste tijd!’ Toen Marlies geen antwoord gaf, klom hij de ladder op en stak zijn hoofd door het trapsgat.

          Marlies rekte zich uit. ‘Ik kom’. Het was een kort antwoord en er klonk irritatie in haar stem.

          ‘Je nest uit. We hebben veel te doen en er is iets waar ik het met je over wil hebben’. Simons stem werd strenger en hij trok zijn wenkbrauw op over de irritatie in haar stem. Marlies zette haar humeur aan de kant en knikte.

          Ze had niet veel tijd nodig om zich aan te kleden en naar beneden te gaan. Toen ze beneden kwam stond Simon zijn laarzen een te trekken om naar de schuur te gaan.

          ‘Schiet op, we moeten aan de slag voordat Clara uit elkaar barst’

          ‘Kan ik niet eerst een kop koffie drinken?’

          ‘Als je koffie wilt voordat we de dieren gaan verzorgen, moet je eerder opstaan. Simon wees naar haar jas en laarzen. Er kwam merkbaar een eind aan zijn geduld.

          Marlies trok een gezicht en deed haar ogen dicht om te voorkomen dat ze een cynisch antwoord zou geven.

          Het was windstil waardoor het minder koud aanvoelde dan het in werkelijkheid was. Marlies liet haar handschoenen en sjaal in huis liggen.

          ‘je hebt je wanten nodig’, riep Simon over zijn schouder.

          ‘Nee, het gaat wel’, ging Marlies tegen hem in.

          ‘Zelf weten. Ga eerst de koe maar melken en kijk dan of er eieren zijn. Dan ga ik de dieren voeren.

          ‘Ik moet eerst wat anders doen’. Ze moest eerst nodig plassen voordat ze zich om Clara zou bekommeren.

          ‘Sta niet zo te treuzelen. Je hebt de halve ochtend al verprutst. De zon is allang op’.

          Marlies gaf geen antwoord. Ze stapte het toilethuisje binnen en wreef over haar gezicht om te proberen de overblijfselen van een onvolledige nacht weg te wrijven. Ze wilde Simon niet opnieuw kwaad maken, bovendien kon hij er niets aan doen dat ze niet uitgeslapen was. Ze probeerde wakker te worden terwijl ze zat te plassen.

          De kou was door haar jas heengedrongen tegen de tijd dat ze de schuur binnen stapte. Clara loeide uit protest toen ze haar met haar koude vingers probeerde te melken. Marlies probeerde haar te kalmeren door zachtjes tegen haar te praten en op haar flank te kloppen. Het hielp een beetje ondanks dat haar handen koud bleven. De koe stond toe dat ze door een paar onhandige en ijskoude handen gemolken werd, maar niet van harte. Tegen de tijd dat ze klaar was, was marlies danig uit haar humeur en stond het huilen haar nader als het lachen.

          Haar ogen brandden van het slaaptekort en ze had een ‘iedereen is tegen me’ humeur.

          Het slaaptekort was haar eigen schuld en ze had het ook aan zichzelf te danken dat haar handen zo koud waren dat ze er bijna niets meer mee kon doen. Haar vingers deden pijn toen ze de emmer melk naar de voorraadkelder sjouwde. Het deed haar denken aan haar koude voeten toen ze zichzelf een paar dagen geleden buiten gesloten had. Dat was trouwens ook haar eigen schuld geweest.

          ‘Breng jezelf eens onder controle, meid! Je moet eens ophouden jezelf dit soort dingen aan te doen. En maak de eerste man in je leven die goed voor je is, het in vredesnaam niet zo moeilijk’.

          Marlies foeterde de hele weg terug naar huis op zichzelf en bleef daar mee doorgaan toen ze het ontbijt klaarmaakte.

          Toen Simon binnenkwam was haar humeur aardig opgeknapt. Ze was nog wel zo duf dat ze tijdens het eten weinig te vertellen had, maar ze was wel in staat zo sociaal te zijn naar Simon te luisteren en antwoord de geven als hij haar wat vroeg.

          ‘Denk je dat je het hier een dag of twee, drie in je eentje kunt volhouden?’

          De vraag verraste Marlies volkomen.

          ‘Huh?’

          ‘Omdat jij hier nu bent om voor het vee te zorgen, dacht ik dat ik een paar strikken zou kunnen zetten zodat ik wat huiden heb om in het voorjaar te verhandelen. Je zou me goed helpen en het is een goede manier om je steentje bij te dragen’.

          In eerste instantie stond het idee alleen te zijn haar tegen. Wat als er iemand kwam als Simon weg was? Aan de andere kant was het maar een paar dagen en het zou haar veel gelegenheid geven om te lezen zonder dat Simon haar kon betrappen.

          ‘Natuurlijk, ik denk dat dat best goed komt als ik alleen maar voor de dieren hoef te zorgen. Mag ik dan een paar boeken lezen die op de plak bij de haard staan als je weg bent?’

          Simon knikte’’Als daar iets staat wat je interessant vindt, best’.

          Marlies glimlachte. Perfect!, dacht ze bij zichzelf. Niet alleen zou ze alle gelegenheid hebben om in de dagboeken te lezen als hij weg was, maar ze had tegelijkertijd een alibi voor het geval er iets niet klaar was als hij thuis kwam.

          Ter voorbereiding voor zijn vertrek liet Simon Marlies koekjes bakken en liet hij haar helpen om van smalle stoken leer een poncho te naaien die hem tegen het weer moest beschermen.

          De dag vloog om en toen het avondeten op was en Simon zijn spullen had klaargezet zodat hij de volgende ochtend vroeg kon vertrekken, was Marlies totaal uitgeput. Ze kon alleen nog maar aan haar bed denken. Christa verscheen in haar dromen, hoewel Marlies zich daar ‘s ochtends weinig van kon herinneren. Ze werd de volgende ochtend uitgerust wakker.

          Toen Simon opstond had ze de koffie al klaar.

          ‘Moet ik je eerst nog even helpen voordat ik wegga?’, vroeg hij toen ze hem een beker koffie gaf en naar de deur liep om haar laarzen aan te trekken.

          ‘Nee dat hoeft niet. Ik red het wel. Hoe eerder je weggaat, hoe eerder je weer terug zult zijn’.

          Marlies was niet zo zeker van zichzelf als ze het deed voorkomen, maar dat had hij niet in de gaten.

          Simon ging op pad zodra de zon was opgekomen. De strikken en andere benodigdheden had hij op een slee gebonden, die aan een touw door het paard werd meegetrokken.

          Marlies glimlachte en zwaaide. ‘dat is in ieder geval een beest minder om voor te zorgen’, riep ze.

          Toen was ze helemaal alleen in het huis waar ze paar dagen eerder nog ingebroken had.

          Simon had een briefje voor haar achtergelaten met aanvullende klusjes die ze moest doen en Marlies voerde ze trouw uit. Tegen het middaguur, toen ze last van haar rug begon te krijgen, dwaalden haar gedachten af naar het dagboek van Christa. Het zou nog een paar uur duren voor ze weer in de schuur aan de slag moest. Ze zette een pot thee en maakte een paar crackers met verse kaas en ging naar de zolder om het dagboek te pakken wat ze daar verstopt had. Ze ging aan de keukentafel zitten om rustig te eten en te lezen.

          Haar handen trilden toen ze het versleten leren omslag opensloeg en zocht de passage op waar ze Christa had moeten verlaten.

          19 maart 1867

          Lieve God, laat Simon en Koos er nooit achter komen wat Lijanne en ik hebben gedaan. We kunnen ons zelfs niet verschuilen achter die akelige Laura. Alsjeblieft God!

          Maar het was wel haar verdorven geest die er schuldig aan was. Ze had geen recht om het Lijanne aan te doen. Alleen maar omdat deze zei wat ze met haar extra vlees kon doen. Echt waar! Lijanne soet net zo hard haar best als ik doen en Koos heeft er nooit over geklaagd. Hoe durft dat mens haar dan zo te beledigen! Oh, ik haat haar!

          Ik ben bang dat Simon en Koos het niet zullen begrijpen. Nee, dat is niet waar, dagboek, dat weet je ook wel. Ze zullen het dondersgoed begrijpen en mijn billen beginnen te beven als ik er aan denk hoe ze hun ongenoegen kenbaar zullen maken.

          Laat me vertellen over deze pyrrusoverwinning. Meneer Huisman wilde nog een dag rusten en het was tijd dat die vervelende Laura eens een toontje lager ging zingen.

          Lieve help! Ik kan er niets aan doen. Ik ben bang dat Simon niet blij met me zal zijn, maar dat is het bijna waard als ik terugdenk aan Laura’s gezicht toen meneer Huisman de bladeren uit de hachee viste en haar deze voorhield.

          Hij beschuldigde haar er ook van de bonen gebruikt te hebben. Ze spuwde vuur. Ik heb nog nooit een mens gezien dat op het punt stond te ontploffen. Ik durfde Lijanne niet aan te kijken. Ik wist dat ze net zo zat te schudden van het lachen dan ik.

          Na al haar opschepperij over hoe goed ze wel niet kon koken. Hoe kon ze in vredesnaam zo dom zijn een plant in het eten van haar gezin te doen, die niet eetbaar was?

          Ik ik had geen medelijden met haar toen niemand haar geloofde toen ze zei dat ze die er helemaal niet ingestopt had.

          Meneer Huisman was woedend. Het was prachtig. ‘Wil je me vertellen dat de kaboutertjes die rommel in het eten gedaan hebben?’

          Lijanne was het met me eens dat onze grap nog beter uitgepakt was als ze zelf ook van het smerige goedje gegeten had. Maar het was misschien wel beter van niet, hu was het een perfecte dekmantel.

          21 maart 1867

          Die vermaledijde Lijanne! Ik kan haar wel wat doen! Ze kon het pokerspeeltje niet volhouden en nu heeft Koos het idee dat wij met dat eten geknoeid hebben. De hemel sta me bij als Simon daar ook lucht van krijgt. Lijanne heeft wel een uur zitten jammeren wat er zou gebeuren als onze echtgenoten de waarheid ontdekken. Als ze het spelletje maar vol blijft houden, zal niemand erachter komen dat wij het waren!

          22 maart 1867

          Beste lezer, wanneer ik doodga van schaamte en dit dagboek wordt gevonden, weet dan dan ik mijn echtgenoot niet wilde bedriegen. Net zo min als ik mijn beste vriendin wilde bedriegen. Lijanne kon er niets aan doen. Ze is een veel beter mens dan ik.

          25 maart 1867

          Het is achter de rug. Ik heb mijn excuses aan de familie Huisman aangeboden, zelfs aan Laura. Ik schaam me dood, maar ben er niet aan doodgegaan. Mijn billen zijn zo onder handen genomen dat ze waarschijnlijk nooit meer zullen herstellen en Simon heeft er toe gezien dat ik de hele dag op de houten bank van de wagen ben blijven zitten. De enige troost is dat Simon zijn belofte niet waar gemaakt heeft Laura toe te laten kijken terwijl ik een pak op mijn blote bips kreeg.

          Simon was woedend. En ik moet zeggen dat ik ook nog steeds boos op hem ben. Laura verdiende wat we haar aangedaan hebben. Hij had me ook kunnen straffen zonder dat ik haar min excuses moest aanbieden. Niemand had er iets van geweten en ik had nog steeds mijn verdiende loon gehad. Ik snap nog steeds niet dat hij me dit aan heeft kunnen doen.

          Koos deed het gelukkig een beetje rustig aan met Lijanne.. Door haar zijn we tegen de lamp gelopen.

          Het is niet eerlijk.

          27 maart 1867

          Simon maakt me het leven moeilijk en ik ben zo boos op hem dat ik zijn kop eraf snijdt als hij het nog eens in zijn hoofd haalt om me streng toe te spreken. Ik ben door het stof gegaan en heb mijn excuses aan die akelige vrouw aangeboden en hij blijft nog steeds terug komen op wat ik gedaan heb.

          Ik verdom het om spijt te hebben van mijn daden.

          30 maart 1867

          Ik heb een hekel aan mannen! Ze zijn gewoon niet redelijk. Ik heb gelijk. Hij zit er naast. Ik ga NIET zeggen dat het me spijt.

          3 april 1867

          De reis is zwaar geweest de afgelopen twee dagen, ik ben doodop. Ik geloof dat Simon ieder moment van zijn paard kan storten. We hebben weinig energie om ’s avonds het gesprek aan te gaan, maar ik heb het idee dat er meer afstand is door hetgeen momenteel tussen ons in staat dan de vermoeidheid. Ik wou dat hij zag hoe vernederd ik me voel en dat het een beproeving voor me is om die vrouw te negeren. Ik wil niet moeilijk doen en ik wil mijn echtgenoot ook niet te schande brengen, maar waarom is hij zo hard tegen me? Waarom gaat hij niet naar meneer Huisman om hem te zeggen dat zijn vrouw beter behandeld moet worden?

          Zijn ongenoegen snijdt me door mijn hart.

          4 april 1867

          Zware regen- en hagelbuien hebben ons weer gedwongen te stoppen. Het valt me zwaar. Ik haat deze mensen en zij haten mij.

          5 april 1867

          Toen ik vanmorgen wakker werd probeerde ik me voor te stellen de armen van Simon om me heen te voelen. Ik mis hem. Waarom is het zo verschrikkelijk koppig? Iedere keer als ik weiger te zeggen dat ik spijt heb van wat ik gedaan heb, zie ik de pijn in zijn ogen. Ik heb spijt van de spanningen die er tussen ons zijn, ik heb spijt van het ongemak wat ik meneer Huisman en zijn zoon bezorgd heb en heb ik er ook spijt van dat ik Lijanne erin meegesleept heb, maar ik heb er geen spijt van dat ik het gedaan heb.

          Ik wil niet liegen, maar ben heel beng dat ik de liefde tussen ons kapot gemaakt heb.

          6 april 1867

          Ik kan niet geloven dat Simon mij ten overstaande van iedereen over de knie gelegd heeft en mijn rok omhoog gedaan heeft voor een ongenadig pak op mijn blote billen!

          Ik heb het niet gezegd! Ik heb het alleen maar gebromd. Ik kan er toch niets aan doen dat hij het gehoord heeft? Maar ze is een walgelijke dikke koe! Ik meen het!

          Het is net zo goed haar schuld. Die haatdragende hoer! Ik zag haar wel kijken. Ik zag  die zelfvergenoegde blik op haar gezicht.

          Simons houding tegen mij is onverzettelijk. Ik zit helemaal gevangen. Zij daagt me uit en hij laat het gebeuren. Als ik voor mezelf opkom geeft hij me ten overstaan van iedereen een pak slaag. Ik kan er niet langer tegen.

           Als mijn echtenoot mij me mijn waardigheid niet laat houden, maar voorrang geeft aan zijn eigen koppige ideeën omtrent fatsoen, dan ga ik weg, dan ga ik naar huis!

          12 mei 1867

          Ik ben weer in het land der levenden. Gered van mij eigen domme trots. Geen enkele straf volstaat om de pijn te vergelden die ik degene die ik lief heb, heb aangedaan. Ik kan alleen maar blij zijn dat ik meself heb teruggevonden.

          Goed weet dat ik mijn verzet opgegeven heb, en hij kent ook mijn vervloekte wilskracht. Ik zal proberen deze beter in de hand te houden. Dat beloof ik met de hand op mijn hart.

          De laatste keer dat ik schreef heb ik mijn man tot waanzin gedreven, ik heb hem gedwongen mij een pak slaag te geven en me voor de keus gesteld. Ik ben er vandoor gegaan. Mijn timing was perfect, of rampzalig, het is maar hoe je het bekijkt. Ik ben erin geslaagd kilometers ver weg te komen voordat iemand wist dat ik weg was en een opgekomen storm maakte het moeilijk mij te vinden.

          Ik ben zo dom geweest steeds verder af te dwalen en heb geluk gehad dat ik niet omgekomen ben door de overstroming van de Maas.

          Simon heeft me verteld dat het een week geduurd heeft voor ze me gevonden hebben. Ik kan me er niets meer van herinneren, behalve van de eenzame dagen en de steenkoude nachten. Ik heb gebeden en gelukkig heeft onze lieve Heer mijn gebeden verhoord. Ik heb Simon teruggezien, hem aangeraakt en zijn kussen geproefd. Ik heb niets meer nodig.

          Ik heb wekenlang in bed gelegen en pas in de laatste dagen heb ik de kracht gevonden weer wat kleine klusjes te doen.

          19 mei 1867

          Ik ben een bevoorrechte vrouw. Ik ben me ervan bewust dat mijn man van me houdt. Ik zweer dat ik me nooit weer zo koppig op zal stellen. Hij had gelijk en ik wist dat eigenlijk de hele tijd al.

          Ik was bang dat hij me af zou wijzen toen ik gisteren naar hem toe gegaan ben met de vraag of hij me eerst wilde bestraffen en me daarna wilde beminnen. Hij was verbijsterd. ‘Hoe kon ik denken dat hij niet van me hield?’, zei hij. Maar dat dacht ik wel. Ik was er als de dood voor. Hij heeft bijna twee maanden niet met me gevreeën en hij heeft me niet bestraft voor mijn weglopen.

          En nu heeft hij beide wel gedaan.

          Hoeveel pijn zijn hand op mijn billen ook deed, het was een zegen om hem in mij te voelen. Zijn mond op de mijne maakte dat ik me gelukkig voelde. Ik leefde weer op door zijn aanrakingen.

          Jij bent mijn getuige dagboek, laat mijn levenslicht maar doven als ik het ooit in mijn hoofd haal de liefde van Simon in twijfel te trekken.

          ~~oooooOOOOooooo~

          Her hart van Marlies ging als een razende tekeer en ze schaamde zich dat ze in het dagboek zat te lezen.

          Christa hield geen enkel detail achter van haar leven met Simon. Dingen die ze deed om hem te plezieren en de dingen die hij deed om haar te plezieren werden breed uitgemeten en brachten iets bij Marlies teweeg.

          Het beeld wat Christa van Simon schetste, kwam niet helemaal overeen met het beeld dat Marlies van hem had. De onverzettelijke en strenge kant kwam haar wel bekend voor, maar ze had er moeite mee zich zijn sensuele kant die Christa beschreef voor te kunnen stellen.

          Marlies was eveneens in verwarring door haar lichamelijke reacties. Het enige wat ze wist over de lichamelijke aspecten van de liefdesdaad kwam niet overeen met hetgeen Christa beschreven had. Was het echt anders om met een man te vrijen dan de ervaring die zij een poos terug gehad had? De manier waarop haar stiefvader haar moeder behandelde en misbruikte hadden haar beeld van de seksuele daad  ook geen goed gedaan. Maar dat wat Christa beschreven had bezat een grote aantrekkingskracht en tegelijkertijd werd ze door dat diepe verlangen in verwarring gebracht.

          Ze legde het boek neer en zat een poos na te denken. Het verzorgen van de dieren gaf de nodige afleiding, maar toch moest ze het grootste deel van de avond denken aan haar eigen leven en ervaringen en hoopte dat ze een fractie zou mogen beleven van de liefde die Christa beschreef.

          Marlies legde het eerste dagboek terug en pakte de volgende. Ze las het van de eerste tot de laatste bladzijde voordat ze het licht uit deed en in haar bed kroop.

          De geschreven belofte van Christa aan Simon bleef in tact tot september van dat jaar toen ze zich in dit huis genesteld hadden. De geïsoleerdheid was al een even grote uitdaging als Laura Huisman geweest was. Ze werd overmand door de slaap en hoewel ze het liefst in het volgende boek verder wou lezen, besloot ze te gaan slapen. Morgen was er weer een dag, hield ze zichzelf voor.

          De volgende dag was Marlies klaar met het werk in de schuur en wilde net naar het huis gaan om weer te gaan lezen toen het geluid van een paard en wagen haar rust en plannen kwam verstoren.