Naar aanleiding van een artikel over een nieuwe sport in Rusland sloeg mijn fantasie op hol en is onderstaande ontstaan.

Welkom bij spankathon! Deze spannende, aantrekkelijke en fysiek uitdagende kijkerssport is nog relatief nieuw. Daarom zullen we de spelregels even toelichten. De opbouw van de regels is soortgelijk aan die van het voetbal, de invulling is, zoals u kunt zien, volledig anders. Omdat de sport zijn oorsprong kent in Engelse kostscholen, zijn enkele termen in het Engels in de spelregels opgenomen. Na de term is een uitleg in het Nederlands toegevoegd.

Het speelveld

Het speelveld is betrekkelijk eenvoudig op te stellen. Het bestaat uit twee horizontale stokken of bars, geplaatst op 70 tot 120 centimeter hoogte, bij voorkeur afgestemd op de heuphoogte van de deelnemer. De breedte is tussen de 60 centimeter en 150 centimeter. Hieronder is een voorbeeld van een professionele bar te zien.

Een officiële bar voor wedstrijden

Deze bars worden drie meter uit elkaar geplaatst. De bars worden parallel opgesteld. Op 80 centimeter van de bar wordt op de vloer een streep getekend. Houd er rekening mee dat er aan beide kanten van de bar ongeveer anderhalve meter ruimte nodig is, zonder dat dit afgebakend hoeft te worden. Bij professionele wedstrijden wordt een vak van vijf bij vijf meter afgetekend om het publiek op afstand te houden. Alleen de deelnemers en de scheidsrechter mogen zich in dit vak bevinden. In het verlengde van de beide bars, precies halverwege, bevindt zich een vak van een meter bij een meter waarin de coaches van de deelnemers plaats kunnen nemen.

Bij officiële wedstrijden zijn er camera’s aanwezig voor de registratie. Daarnaast is er, ergens in het speelveld, een knop. Deze doet niets, maar er staat uitdrukkelijk op dat hier niet op gedrukt mag worden!

De spelers

Het spel wordt gespeeld door twee spelers. In eerste instantie is de sport alleen open voor spelers van het vrouwelijk geslacht. Onder publieke druk is de ISA (International Spankathon Association) in de weer met het openstellen van de sport voor alle geslachten. Hierbij wordt tevens gekeken naar een genderpositieve manier om de spelregels te formuleren.

Het slagveld

Het slagveld is de naam die binnen spankathon gebruikt wordt voor de billen van de deelnemers. Hierbij worden de volgende begrippen gehanteerd:

  • De billen, verdeeld in een linker- en rechterbil. De bovenkant wordt gemeten vanaf het einde van het stuitje, de onderkant vanaf de voelbare overgangslijn tussen dijbeen en zitvlees.
  • De bilspleet, de scheiding tussen beide billen.
  • De sit spots, de onderkant van de billen waarop de deelnemer zit.
  • De dijbenen, specifiek de achterkant van de dijbenen. Er mag geslagen worden tot vijf centimeter onder de overgang naar de billen. Echter, niet meer dan 25% van de klappen per ronde mogen hier geplaatst worden.
Het slagveld, met de billen in lichtroze, de toegestane vlakken van de dijbenen in donkerroze en de sit spots in rood.

Positie

Een deelnemer neemt plaats met de neus van de voeten tegen de streep. Met beide handen wordt de bar beetgepakt. De benen moeten hierbij in een hoek van 90 graden met de grond worden geplaatst. De noodzakelijke buiging om de bar vast te kunnen nemen zit in de heupen. De benen worden ongeveer vijftien centimeter uit elkaar geplaatst.

Kleding

Voor spankaton gelden specifieke kledingvoorschriften, met name voor de onderkleding. De bovenkleding is relatief vrij te kiezen. Er mogen geen handschoenen of juwelen aan de hand gedragen worden en de mouwen van de bovenkleding mogen niet voorbij de pols uitsteken. Tevens mag de onderkant van de bovenkleding niet tot onder het begin van de string uitkomen.

De billen moeten volledig onbedekt zijn. Ter bescherming van de goede zeden dient een string gedragen te worden. Deze string mag niet meer dan het stuitje bedekken. In totaal mag niet meer dan 10% van het biloppervlak bedekt worden. De sit spots moeten volledig vrij zijn.

Voorbeeld van een string met maximale bedekking

De benen mogen bedekt worden, maar enkel tot een hoogte van maximaal tien centimeter onder het begin van de billen. Tot slot zijn stevige schoenen aangeraden, maar mag de schoenbasis niet breder zijn dan twee centimeter van de rand van de voet in elke richting, om een oneerlijk voordeel in stabiliteit te voorkomen.

De scheidsrechter

De taak van de scheidsrechter is het begeleiden van de wedstrijd. De taken van de scheidsrechter bestaan uit:

  • Het aankondigen van het begin en einde van elke ronde.
  • Het toekennen van de overwinning.
  • Het bijhouden van de tijd.
  • Het bijhouden, aankondigen en noteren van de score.
  • Het bepalen van de geluidssterkte van uitroepen.
  • Het controleren van de wedstrijdkleding.
  • Het controleren van de instrumenten.
  • Het controleren van de positie.
  • Het aanpassen van de wedstrijdkleding wanneer deze niet voldoet.
  • Het toekennen van straffen.
  • Het beoordelen van het safeword.

De scheidsrechter mag vrij rondlopen om de wedstrijd te beoordelen, maar beschikt ook over een houten stoel zonder armleuningen.

Overige officials

Tijdens amateurwedstrijden worden alle taken door de scheidsrechter zelf vervuld. Tijdens officiële wedstrijden en kampioenschappen worden enkele taken door aanvullende officials vervuld. Het gaat hierbij om:

  • Scoreteller: deze official houdt de score bij, zowel binnen de ronde als van de wedstrijd.
  • Geluidsmeter: deze official houdt het geluidsniveau bij. Bij toernooiwedstrijden mag dit niet op oor worden geschat, maar dient een decibelmeter gebruikt te worden.
  • Tijdhandshaver: deze official houdt bij of de deelnemers binnen de tijd in positie staan en een klap uitdelen.

De spelregelcommissie bestaat, begrijpelijk, uit oude, dominante mannen. Daar zij huiverig zijn voor de inzet van een videoscheidsrechter, is het nog niet mogelijk om gebruik te maken van instant replay.

Instrumenten

De populariteit van het voetbal is mede bepaald doordat het goedkoop is om te spelen. Om spankathon toegankelijk te houden, is ervoor gekozen de instrumenten simpel te houden. De volgende instrumenten worden gebruikt:

  • De hand van de deelnemer, zonder juwelen of bedekking.
  • Een haarborstel, van hout. Deze mag vierkant of ovaal zijn, afgevlakt of gerond. Het handvat mag ten hoogste tien centimeter in lengte zijn. De kop mag ten hoogste acht centimeter breed en twaalf centimeter hoog zijn. Er mag alleen met de kant zonder borstelharen geslagen worden.
  • Een riem, van leer, ten hoogste vijf centimeter breed, zeven millimeter dik en met een omtrek van 105 centimeter. De riem moet dubbelgevouwen worden, zodat het uiteinde en de gesp samengenomen worden en er met de gevormde lus geslagen kan worden.
  • Een cane, van rattan. Ten hoogste negen millimeter dik en ten hoogste 95 centimeter lang. De cane wordt vooraf gecontroleerd op onvolkomenheden.

Daarnaast hanteert de scheidsrechter nog twee instrumenten voor het uitdelen van straffen:

  • De leren paddle, een kleine, ovalen, leren paddle van ten hoogste vijftien centimeter hoog en tien centimeter breed.
  • Een badborstel, met een kop va maximaal tien centimeter breed en vijftien centimeter hoog, en een steel van maximaal 40, maar tenminste 20 centimeter.

Duur van de wedstrijd

De wedstrijd bestaat uit maximaal twaalf rondes van elk maximaal 20 klappen. Een deelnemer mag ten allen tijde opgeven. Hierbij mag een ronde worden opgegeven, of de hele wedstrijd, waarna de andere deelnemer tot winnaar zal worden uitgeroepen. Het opgeven van een ronde of wedstrijd kan door middel van het roepen van het safeword, waarna duidelijk kan worden gemaakt welke van de twee opties gekozen wordt. Het safeword is ‘xylofoon’, gekozen omdat de kans klein is dat dit per ongeluk tijdens het spel geuit wordt.

Een ronde wordt gespeeld door beide deelnemers, die elk om beurt een klap op de billen van de tegenstander uitdelen. Voor elke klap kunnen punten worden toegekend (later toegelicht). De deelnemer met de meeste punten aan het einde van een ronde wint de ronde. Wanneer er een gelijkstand is aan het einde van de ronde, volgt een sudden-death waarbij er per beurt een score wordt bepaald. Wanneer een van de deelnemers in de beurt hoger scoort dan de tegenstander, wint deze de wedstrijd.

Wanneer elk van de deelnemers zes rondes heeft gewonnen, volgt een sudden-death waarbij elk van de deelnemers een instrument naar keuze hanteert en er per beurt een score wordt bepaald. De score met de hand wordt met vier vermenigvuldigd, met de riem en de haarborstel elk met twee en die met de cane met één. Wanneer een van de deelnemers in de beurt hoger scoort dan de tegenstander, wint deze de wedstrijd.

Voor elke klap heeft een ontvangende deelnemer ten hoogste tien seconden om de juiste positie aan te nemen. De uitdelende deelnemer heeft daarna vijftien seconden voor het uitdelen van de klap. Wanneer de tijd wordt overtreden, wordt de maximale score voor de klap toegekend aan de tegenstander van de overtreder. Wel zal de klap nog worden uitgedeeld om te voorkomen dat expres de tijdsgrens wordt overschreden.

Rondes worden gespeeld met verschillende instrumenten. De indeling is als volgt:

  • Ronde 1-5: de hand.
  • Ronde 6-8: de riem
  • Ronde 9-11: de haarborstel
  • Ronde 12: de cane

Scoretelling

Per klap worden punten toegekend. De toegekende punten zijn als volgt bepaald:

  • Geen reactie: 0 punten.
  • Vocale reactie boven 30 maar onder 50 decibel: 1 punt.
  • Vocale reactie boven 50 maar onder 80 decibel: 2 punten.
  • Vocale reactie boven 80 decibel: 3 punten.
  • Loslaten bar: 1 punt per hand.
  • Aanraken billen: 2 punten per hand, toegekend bovenop de punten voor het loslaten.
  • Voeten van de grond: 1 punt per voet, plus een bonuspunt wanneer beide voeten gelijktijdig de grond verlaten.
  • Door de knieën buigen, kniehoek groter dan dertig graden: 1 punt.
  • Tranen: 10 punten, maximaal 1x per ronde toe te kennen. Deze punten tellen niet mee voor een specifieke beurt, tenzij dit in een sudden-death-ronde gebeurt.

Punten worden cumulatief gescoord. Laat een deelnemer de bar los met een hand en schreeuwt zij ‘auw!’ met 75 decibel, verdient de uitdelende deelnemer 1 + 2 = 3 punten. Stamt de deelnemer met een voet op de grond, om vervolgens door de knieën te buigen en met twee handen over de billen te wrijven, scoort de uitdelende deelnemer 1 + 1 + 2 (loslaten) + 4 (aanraken billen) = 8 punten.

Straffen

Wanneer een deelnemer een overtreding begaat, dient de scheidsrechter straffen uit te delen. De volgende straffen zijn mogelijk:

  • Minor: een pak slaag van 20 klappen met de leren paddle.
  • Major: een pak slaag van 50 klappen met de badborstel.
  • Diskwalificatie: het uitsluiten van een deelnemer.
  • Soaping: het uitzepen van de mond voor tenminste een minuut.

De fysieke straffen, minor en major, deelt de scheidsrechter zittend op de stoel uit. De overtredende deelnemer neemt plaats over zijn  schoot. Wanneer een deelnemer niet goed meewerkt, kan een straf worden uitgebreid naar discretie van de scheidsrechter, tot maximaal het dubbele aantal klappen. Wanneer de medewerking uitblijft, volgt diskwalificatie.

De volgende overtredingen worden door de scheidsrechter bestraft met een minor:

  • Doubling: een deelnemer slaat wanneer het niet haar beurt is.
  • Dawdling: een deelnemer overtreedt herhaaldelijk, of opzettelijk, de tijdsregels.
  • Flinching: een deelnemer verlaat de positie vlak voor een klap landt.
  • Thighing: een deelnemer laat meer dan 25% van de klappen op de bovenkant van de dijbenen landen.
  • Covering: de kleren van een deelnemer bedekken toch de billen, bijvoorbeeld wanneer een shirt dat te lang is en niet goed werd vastgezet, naar beneden valt.
  • Protecting: Een deelnemer gebruikt de handen om de billen te beschermen. Aangezien dit een combinatie is van flinching en covering, wordt dit bestraft met een double minor.
  • Arguing: een deelnemer protesteert te lang tegen een genomen beslissing.
  • Taunting: een deelnemer behandelt de tegenstander, de coaches of het publiek op ongepaste of respectloze wijze.
  • Bratting: overig plagerig gedrag van een deelnemer.

De volgende overtredingen worden bestraft met een major:

  • Upping: een deelnemer slaat boven de billen. De major wordt gevolgd door een diskwalificatie.
  • Wrapping: een deelnemer laat de riem of cane te ver op de billen landen, waardoor deze om de heupen slaat. Bij een tweede overtreding volgt diskwalificatie.
  • Kneeing: een deelnemer slaat te laag, onder de vijf centimeter toegestaan dij-oppervlak.
  • Disrespecting: een deelnemer benadert de officials op ongepaste of respectloze wijze.
  • Pushing: de deelnemer drukt op de knop, terwijl uitdrukkelijk is duidelijk gemaakt dat dit niet de bedoeling is!
  • Uncooperating: een deelnemer weigert de straf te ondergaan. Wanneer zij tot de orde is geroepen en alsnog weigert haar staf te ondergaan, volgt diskwalificatie.

De volgende overtredingen worden bestraft met een soaping:

  • Cursing: herhaaldelijk en onbetamelijk vloeken.

Na het uitdelen van een straf heeft een deelnemer dertig seconden om de juiste positie aan te nemen of de klap uit te delen.

Tot slot

Op hoog niveau presteren in spankathon vereist veel training en discipline. Daarom zijn deelnemers altijd op zoek naar geschikte trainers voor het handhaven van de discipline en het stalen van de billen, en naar sparring partners om het slaan op te oefenen. Ben je geïnteresseerd? Neem dan contact op met de nationale bond. Dit is tevens het contactadres voor kaartjes voor de interlands. De eerstvolgende interland tegen het eliteteam uit de Verenigde Staten, de Paddled Bottoms, staat voor 11 maart gepland.

Geef een reactie