Met een rotgevoel zit ze even later in de eetzaal. Alles doet nu weer pijn en ze moet nog naar de directeur. Ze wordt een beetje misselijk als ze eraan denkt. Dat ze voor de tweede dag op rij chili geserveerd krijgt, helpt ook niet. Na een paar happen stopt ze met eten. Hoe moet het nu verder? Het is haar duidelijk niet gelukt om er beter vanaf te komen dan gisteren. Misschien zal het gesprek bij de directeur beter gaan dan gisteren, aan de andere kant had ze nu niemand om mee te praten en ook geen crème om voor verlichting te zorgen.
Zou ze morgen weer dezelfde dag beleven? Zo ja, wanneer houdt die cyclus dan op? Ze heeft al een manier gevonden om haar zaakjes beter te regelen, maar ze is ook al twee keer geslagen en daar komt nog een keer bij. Misschien is het ook de bedoeling, van wat het ook is dat ervoor zorgt dat ze deze dag herhaalt, dat ze de perfecte dag beleeft, een dag waarop ze niet gestraft wordt en al haar zaakjes beter weet te regelen. Ze kan natuurlijk ’s ochtends direct op de bewaker afstappen en haar excuses aanbieden. Dan zou hij haar vast wel sparen. De gymles dan, hmm, die wordt nog lastig. Klikken is in elk geval geen goed idee gebleken. En elke dag hetzelfde gesprek voeren is niet alles, maar gisteren was het gezelliger met Nadine aan de eettafel dan vandaag alleen.
In gedachten verzonken staat ze op. Ze loopt naar de rekken om haar bord vol eten op te ruimen. Het volgende moment ligt ze languit op de grond. Het is ineens doodstil. Voorzichtig kijkt ze omhoog, en staart dan recht in de ogen van een van de bewakers. Zijn broek zit onder de chili en hij kijkt allesbehalve blij. “Handen tegen de muur,” zegt hij kortaf. “Het ging per ongeluk, ik, ik struikelde alleen!” zegt ze in paniek. De bewaker zwijgt alleen en wijst met uitgestrekte arm naar de muur. Verslagen loopt ze naar de aangewezen plek en neemt haar positie aan. Binnen een paar tellen is ze weer ontbloot en gaat de bewaker aan de slag. De leren paddle die hij hanteert brandt enorm en ze schreeuwt het uit. Wanhopig probeert ze haar billen te beschermen. Ze danst opzij en plaatst haar handen voor het doelwit. Smekend kijkt ze naar de bewaker. Die zucht alleen en wenkt een van zijn collega’s, een enorme kerel. “Even meewerken,” zegt hij met een gemeen lachje. Haar handen worden tegen de muur gedrukt, zodat ze haar bovenlichaam niet meer kan bewegen. Alleen het schreeuwen biedt nu nog verlichting tegen de klappen.
Met mistige ogen steekt ze het plein over op weg naar de directeur. Het is allemaal zo oneerlijk! Aan dat laatste pak slaag kon ze helemaal niets doen en bij de gymles was ze te grazen genomen omdat ze wilde voorkomen dat ze een onterechte straf kreeg. Toegegeven, hoe ze Jamie manipuleerde om haar fruit te geven was niet heel fraai en misschien is dat nog wel een terechte straf, maar dat was er dus slechts een van de drie. Het doet zo’n pijn allemaal en het zal nog veel erger worden. Gelukkig handelt ze deze keer met voorkennis. Geheel ontkennen heeft geen zin, dat weet ze alvast.
Het gesprek ontvouwt zich net als de dag ervoor. Deze keer besluit ze echter niet te ontkennen wanneer de vraag komt wat ze in het dorp uitspookt. “Ik bied de bewoners van het dorp contracten aan, geen hele goeie contracten…” De directeur is even uit het veld geslagen door deze onverwachte bekentenis. “Eum, ja, dat, dat hadden wij ook ontdekt. Je licht mensen op, in feite!” herstelt hij zich. Sanne knikt. “Ja, maar ik ga er mee stoppen!” De directeur briest. “Dat lijkt me wel het minste! Het is heel goed dat je nu tot inkeer komt, maar je hebt wel al weken gedaan alsof je je leven ahad gebeterd, terwijl je al die tijd onschuldige mensen aan het oplichten was, met je vlotte praatjes en je onschuldige blik. Ik ga ervoor zorgen dat jij je ook aan je voornemen houdt om te stoppen met dit malafide gedrag. Je zult leren hoe het is om op een juiste manier met je medemensen om te gaan, en dat leerproces begint nu.”
Ze ziet hoe hij vandaag de middelste paddle van de muur afhaalt. Stiekem is ze een beetje opgelucht, want hoeveel pijn deze paddle ook gaat doen, het is al beter dan gisteren. “Naar de andere kant van het bureau en er overheen buigen,” commandeert hij. Heel even komt er een gekke gedachte in haar op: Zzu hij nu precies hetzelfde zeggen, omdat de dag zich herhaalt of heeft hij gewoon maar een beperkt arsenaal aan standjes en commando’s? Een duidelijk “Nu!” brengt haar terug in de realiteit. Als ze voorover staat, merkt ze dat de stof van deze jurk beter blijft liggen. Even later staat ze in dezelfde positie als 24 uur geleden. “Negen klappen,” krijgt ze te horen. Toch een soort van winst. Dat positieve gevoel is na één klap verdwenen. God, wat doet het pijn! Het is gewoon niet voor te stellen en niet te onthouden hoe het voelt. Gelukkig heeft ze zich wel beter voor weten te bereiden en kan ze de rand van het bureau nu wel vasthouden.
Het patroon van gisteren herhaalt zich. Ze wordt een keer alleen op haar linkerbil geslagen en er volgt weer een klap van onder naar boven, zodat ze geplet wordt tegen het bureau. In haar hoofd telt ze weer af. Bij de op een na laatste klap voelt ze een nieuwe pijn: hij heeft bijna onder haar billen en op haar benen geslagen. Totaal verrast door deze nieuwe strategie schreeuwt ze het uit. “Au, kut, dat is gemeen!” Ze draait zich om en kijkt de directeur aan, die stoïcijns terugkijkt. “Dat is dus vloeken, die gaat opnieuw.” Sanne ontploft: hij deed het er gewoon om. “Dat is niet eerlijk, je sloeg veel te laag.” De directeur verheft zijn stem. “Luister dame, zo praat je niet tegen mij. Dat je zo reageert, geeft wel aan dat je ik nog niet klaar met jou ben. Je krijgt er twee extra, en als je niet heel snel gehoorzaamt, komt daar nog wel wat bij.” Even staart ze hem aan, maar dan wendt ze haar ogen af en draait ze zich om. Wat een eikel. Maar ze kan niets doen. Nog vier klappen, net als gisteren. Even volhouden, niet boos worden, dit kan ze.
De volgende klap landt, en de brand laait weer op. Voordat ze het goed en wel doorheeft, landt de volgende. Het effect van de twee tikken vlak na elkaar is overweldigend. De derde tik in drie seconden zorgt voor kortsluiting in haar hoofd en als de vierde direct daarna volgt gaan de sluizen open. Weer ligt ze snikkend op het bureau, weer heeft de directeur van haar gewonnen. Alles wat daarna komt, is slechts een waas. Morgen niet weer, is het enige waar ze aan kan denken.
Terug op haar kamer bekijkt ze de schade. Het ziet er net zo uit als haar mentale foto van de dag ervoor. Het voelt ook net zo ellendig. Ze besluit er maar twee koude natte washandjes op te leggen. Morgen moet alles anders. Ze moet voorkomen dat ze nog eens straf krijgt. Hoe, dat weet ze nog niet, maar dit is verschrikkelijk. Gedachten malen door haar hoofd, plannen worden afgewogen en beoordeeld. Langzaam komen de vermoeidheid van deze nieuwe zware dag en het herstellen van alle schade aan haar lijf samen. Ze drijft weg en valt in een diepe slaap.