Je blijft lang stil terwijl je wanhopig probeert een goed antwoord op de vraag van Paul te vinden. “Schatje, ben je er nog?” vraagt hij bezorgd. “J… ja ik heb het gezien, bovenop de kast.” Weer ben je stil. “Irene, je bent zo stil. Moet je misschien wat vertellen?” zegt Paul nu, een tikje argwanend. Je kent Paul lang genoeg om te weten dat hij dwars door je heen ziet en al dat gezwijg en gestotter hebben een smoesje onmogelijk gemaakt. Uit de telefoon klinkt een lange zucht. “Je hebt het pakketje al geopend of niet?” “Ja, Paul,” zeg je beschaamd. “Het moest eigenlijk een verrassing zijn voor vanavond. Nou ja, laten we hem maar meteen gebruiken dan. Goed luisteren, dan vertel ik precies wat ik van je verwacht als ik straks thuiskom.”
Met rode oren en grote ogen hoor je aan wat Paul beschrijft. “Ik hou van je,” zeg je met een klein stemmetje, net voor er opgehangen wordt. Zwijgend ga je naar de keuken om het eten voor te bereiden, zodat je niet al te lang na de aanstaande straf kunt eten. Je voelt je ontzettend rot. Waarom moest je dat pakje nou openen? Paul wilde je graag verrassen, maar je kon niet eens even een paar uur wachten? Moet je nu altijd alles verpesten? Je gedachten blijven in deze negatieve spiraal zitten tot je het appje van Paul ziet binnenkomen: “Ben er over 10 min”.
Je pakt een keukentrapje en neemt het mee naar de slaapkamer. Je klimt op het trapje en pakt het pakje van de kleerkast. Net als eerder vandaag haal je de borstel uit het pakje. Daarna trek je je broek en onderbroek uit om vervolgens met de haarborstel in de hand naar de hoek van de slaapkamer te lopen. Daar sta je dan te wachten, de borstel in beide handen die achter je rug gevouwen zijn en met je neus tegen de muur geduwd. Het wachten duurt eindeloos. Nog steeds kun je alleen maar denken aan hoe je Paul hebt teleurgesteld.
Eindelijk hoor je de sleutel in het slot. Je hoort hoe Paul binnenkomt, zijn jas ophangt en zijn schoenen uittrekt. Daarna volgen nog meer geluiden. Je vraagt je af wat hij aan het doen is, maar je durft niet te kijken en je positie te verlaten. Dan hoor je zachte voetstappen dichterbij komen. Je schrikt een beetje als je een hand in je nek voelt. Tegelijkertijd wordt de borstel uit je handen genomen. “Meekomen,” klinkt het bevel, niet hard, maar wel duidelijk. Tegelijkertijd voel je de zachte dwang van de hand in je nek. Voor je weet wat je precies doet, heb je gehoorzaamd en heeft Paul je meegenomen naar de rand van het bed, waar hij je over zijn linkerknie begeleidt. Met zijn rechterbeen pint hij je benen vast en daarna neemt hij je rechterpols vast om die tegen je onderrug te drukken. “Dit is niet de eerste keer dat je nieuwsgierigheid je in de problemen brengt, he?” begint hij. Je knikt omdat je door het brok in je keel geen antwoord kunt geven. Paul neemt daar geen genoegen mee en dwingt je tot antwoorden. “Nee, Paul,” zeg je met een nauwelijks hoorbaar stemmetje. “Dit had een heel leuke verrassing kunnen zijn. Ik heb deze authentieke haarborstel speciaal voor jou gekocht. Uren heb ik besteed aan het vinden van een juist model en net voor ik het je kan geven, besluit jij dat je zelf wel even kijkt. Dat is niet zo leuk he?” “Nee, Paul,” is weer alles dat je uit kunt brengen. Laat de straf nu maar beginnen, ook al gaat ’t pijn doen, ik heb het verdiend, spookt het door je hoofd.
Paul lijkt ook in de gaten te krijgen dat je wel doorhebt dat je straf verdiend hebt en besluit je niet langer te laten wachten. Hij laat de borstel hard op je billen neerkomen. Meteen besef je wat voor onding hij gekocht heeft, want de pijn dringt diep door. Zonder verdere woorden gaat Paul over in een traag ritme waarbij hij de borstel om en om links en rechts laat neerkomen. Je worstelt tegen zijn grip en hapt direct naar adem, maar je kan geen kant op. De pijn verspreidt zich algauw over je hele zitvlak. Na dertig van die zulke klappen zit je dicht tegen tranen aan. “Ik hoop dat je hiervan leert, meisje, anders lig je hier weer, tot je je nieuwsgierigheid kunt bedwingen.” Zonder op een reactie te wachten begint hij weer te slaan, sneller dit keer. Je probeert rustig te blijven liggen, maar dat lukt niet. Tegelijkertijd kun je geen kant op door de ijzeren greep waarin Paul je gevangen heeft. Paul begint nog harder te slaan op de gevoelige plekken onderaan de billen. Je houdt het niet meer. Met een lange jammerklacht laat je de spanning los en begin je te snikken over zijn schoot. Het pak slaag vertraagt en met nog enkele laatste klappen die tot diep in je binnenste doordringen sluit Paul de bestraffing af. Terwijl je langzaam tot rust komt, kroelt hij zachtjes door je haar. Dan laat hij zijn grip los en helpt hij je op zijn schoot voor een dikke knuffel. “Het is goed meisje,” fluistert hij in je oor.
Je billen branden nog flink als je even later weer in de keuken staat. Dan spring je een halve meter de lucht in als Paul ineens in je bil knijpt. “Wat eten we, schatje?” vraagt hij poeslief. Je kijkt hem vuil aan, maar je kunt niet boos op hem zijn. “Aardappelsalade, zet de borden maar op tafel.” Snel daarna schuiven jullie aan en komt de wijn op tafel.
Het avondeten