Je besluit even lekker te ontspannen in bad. “Ik ben een beetje moe schat, je ziet me over een halfuur wel weer,” roep je vanuit de slaapkamer wanneer je al half uitgekleed bent. Het bad is inmiddels ook al aardig volgelopen. Je pakt de handdoeken, loopt naar de badkamer en voelt voorzichtig aan het water. Gloeiend heet, precies goed dus. Je stapt in het bad en laat je langzaam in het water zakken. Wanneer je billen het water raken, schrik je even op. Misschien was deze temperatuur toch niet zo verstandig. Je vult een klein beetje koud water bij, zet je tanden op elkaar en gaat zitten. Met een diepe zucht laat je de spanning van vandaag een beetje los.

Je weet niet hoe lang je precies in bad zit, maar ineens hoor je Paul je naam door het appartement bulderen. “Irene!” Ineens zit je recht overeind in bad. Paul stormt naar binnen. “Ik hoorde net drie keer achter elkaar dat je gebeld werd door je werk. Toen heb ik maar opgenomen om te vragen je niet meer te bellen. Tot mijn stomme verbazing kreeg ik de bedrijfsarts aan de lijn die vertelde dat je vandaag niet bent komen werken en dat je niet thuis was toen de controlearts langs kwam. Wat heeft dat te betekenen?” Je voelt een enorme knoop in je maag. Je kijkt omhoog. Aan zijn blik weet je meteen dat dit niet het moment is voor smoesjes of ‘damage control’. “Ik ben vandaag niet naar het werk geweest, ik heb me ziek gemeld,” beken je. Paul kijkt je vol ongeloof aan. “Dus, je bent schoolziek en je liegt tegen mij over waar je geweest bent. Is dat het of komt er nog meer bovendrijven?” Even twijfel je, maar met de rode strepen op je billen valt er weinig te verbergen. “Ik … Ik ben wezen winkelen en daar zag ik een heel mooie tas. Ik wist dat je ‘m te duur zou vinden, dus heb ik geprobeerd ‘m te jatten.” Pauls ogen puilen uit zijn kassen. “Een bewaker heeft me betrapt, dus je hoeft me daar niet meer voor te straffen!” probeer je snel, maar daar moet Paul niets van weten. “Dat bepaal ik zelf wel, dame. Uit dat bad, voorover en handen op de rand, nu!”

Je geeft je niet altijd zo makkelijk over, maar deze situatie is hopeloos. Eigenlijk schaam je je ook wel over wat je vandaag gedaan hebt. Toch pak je nog even snel een handdoek om je af te drogen, maar nadat je je gezicht en bovenlijf hebt afgeveegd, grist Paul de handdoek uit je handen. “Zo is het wel genoeg, voorover had ik gezegd.” Zwijgend grijp je de rand van het bad. “Ik ben heel teleurgesteld,” is het enige wat Paul nog zegt terwijl hij de badborstel pakt en als proef tegen je billen tikt. Dan begint hij in een gestaag ritme uit te halen. Je schreeuwt het uit, een schreeuw die galmt in de kleine badkamer. Wat doet dit pijn! Het is nog erger dan anders wanneer die akelige borstel tevoorschijn komt en dat is al erg! “Sta stil en accepteer je straf!” roept Paul boos. Je probeert het wel, maar het is gewoon zo moeilijk. De geluiden uit je keel worden luider wanneer Paul zijn hand op je onderrug legt en de toppen van bovenbenen ook begint te bewerken. “Alsjeblieft, niet zo hard, ik heb al straf gekregen!” probeer je nog. “Dat is ook de reden waarom het bij de badborstel blijft en ik de cane niet erbij pak. Blijf staan.” Om zijn woorden kracht bij te zetten slaat hij een paar keer hard op de sit spots. Je jammert en probeert uit alle macht de gladde rand van het bad vast te houden. Dan houdt hij eindelijk op. “Nog twaalf klappen, als je netjes in positie kunt blijven staan. Ik hoop dat dat genoeg is om ervoor te zorgen dat dit nooit meer gaat gebeuren.” “Nee Paul, ik zal het niet meer doen, ik beloof het!” schreeuw je snel. “Blijf staan, anders beginnen we opnieuw, begrepen?” Je bevestigt zijn vraag en zet je schrap. Dan daalt de borstel neer, nog veel harder dan net. Van schrik spring je overeind. “Meisje meisje toch, voorover en opnieuw. Nog steeds twaalf.” Er springt een traan in je ooghoek terwijl je voorover buigt. Wanneer de klappen weer komen, doen ze nog net zo’n zeer, maar met alle macht weet je je vast te houden, tot klap 9 dan toch. Je hand glijdt van de rand en je schiet voorover. “Opnieuw” zegt Paul kortaf. “Nee!” schreeuw je uit. Een traan rolt van je wang. Je kunt niet meer, maar Paul is duidelijk: je moet. Opnieuw pak je de rand vast. Met de laatste beetjes kracht die je hebt houd je de rand vast terwijl alle twaalf de klappen worden toegediend. Zachtjes snikkend houd je de rand vast tot Paul zegt dat je overeind mag komen. Met gespreide armen ontvangt hij je voor een gigantische knuffel. Je huilt uit op zijn schouder en laat pas los als je tot rust gekomen bent.

Je ligt die avond vroeg in bed, op je buik, met een lichte laken over je heen en zonder ondergoed. Je wrijft zachtjes over je gepijnigde achterste. Het zal nog wel even duren voor dit genezen is! Je slaapt nog niet wanneer Paul binnenkomt. “Ik houd nog steeds van je, liefje,” verzekert hij en hij drukt nog een kus op je voorhoofd. Dan kijkt hij nog even streng. “Maar als je dit nog eens flikt, zorg ik ervoor dat je weken niet kunt zitten, begrepen?” Je kunt alleen maar slikken en knikken. Gelukkig neemt Paul je in een stevige knuffel. Je laat de laatste restjes spanning los en ondanks de pijn val je nu eindelijk in slaap.

Terug naar het hoofdmenu

    Geef een reactie