Vlieland (8)

Het was al laat toen mevrouw de Boer op haar de deur klopte en naar binnen gluurde.

‘Robert wil dat je naar het souvenirwinkeltje komt’, fluisterde de oude vrouw.

‘Daar?’, Marjo’s adem stokte en ze probeerde het opkomende gevoel van angstige verwachting weg te slikken. Haar vingers tintelden of er een heleboel kleine naaldjes in gestoken werden. Ze probeerde ze eruit te schudden. Het maakte haar verschijning al met al even zenuwachtig als ze zich ook voelde.

‘Hij weet van je alcoholgebruik van de vorige avond Marjo. Je kunt dus beter maar schoon schip maken, OK?’ Mevrouw de Boer liep naar haar toe en ging op de rand van het bed zitten.

Marjo bloosde en kreunde. ‘Ik kan dit niet geloven’, jammerde ze.

‘Neem je straf nu maar in ontvangst, meisje. Het zal niet zo erg zijn als je denkt’, de oude vrouw sloeg haar arm om Marjo heen en trok haar in een geruststellende omhelzing naar zich toe.

‘Ik weet het…het is alleen….alleen….ik weet het niet? Ik ben hier gewoon te oud voor!’, fluisterde Marjo. Maar nu er helemaal niets was wat het zou kunnen voorkomen, ze kon het maar beter ondergaan, dacht ze bij zichzelf en kwam overeind van het bed om haar straf tegemoet te lopen. ‘Het goede nieuws is dat de gasten het gelukkig niet zullen kunnen horen’

‘Dat is de juiste instelling’, glimlachte mevrouw de Boer die met haar meeliep. ‘Altijd het positieve ergens in zien’.

Het pad naar het winkeltje werd verlicht door de maneschijn en door het veiligheidslampje dat boven de deur hing. De houtstapel en de openslaande deuren van de kelder waren de enige obstakels die ze tegenkwam en zelfs als er minder licht was geweest had Marjo instinctief geweten waar ze zich bevonden.

‘Robert had die deuren groen moeten verven in plaats van wit’, dacht ze bij zichzelf toen ze de ingang naar de kelder passeerde.

Toen ze bij het winkeltje aankwam, stopte ze even om moed te verzamelen voor ze naar binnen stapte. Er waren eerst verschillende ‘valse starts’ waarbij ze naar de deurklink greep, maar waar bij de rillingen er voor zorgden dat ze haar hand telkens weer terugtrok. Uiteindelijk klopte ze op de deur om te voorkomen dat ze deze uit zichzelf zou moeten openen.

‘Binnen!’, de stem van binnen had bars en streng geklonken.

‘Man o man’, ze trok een grimas en kneep haar ogen dicht. Ze leunde tegen deur terwijl ze de klink naar beneden duwde. Op deze manier leek het of ze haar zelf binnen liet.

‘Doe de deur dicht en kom hier zitten’, Roberts aanwijzing klonk afgebeten en streng.

Marjo probeerde zijn stemming te peilen door zijn gezichtsuitdrukking te bestuderen. De toon in zijn stem was koeltjes en hard genoeg om een deel van angst voor de naderende straf te laten verdwijnen en plaats te maken voor een gevoel van affectie, waarvan ze hoopte dat deze op een goede dag door hem beantwoord zou worden.

Marjo wilde zeggen dat het haar speet,maar ze was bang dat als ze dat zou doen, ze de sluizen van haar tranen open zou zetten. Tranen die werden veroorzaakt door dat gevoel wat veel dieper zat dan de angst voor de straf die zou volgen. Om het niet te laten merken, staarde ze naar de grond. Ze ging zitten op de stoel die Robert had aangewezen.

Robert zag hoe Marjo naar de stoel schuifelde nadat ze hem terloops had aangekeken in een poging in te schatten wat haar te wachten stond om vervolgens pruilend naar de grond te kijken als een verwend meisje wat haar zin niet kreeg. Hij was verbaasd over het verzet wat in haar blik te lezen viel. ‘Wel’, dacht hij bij zichzelf, ‘daar zullen we eens snel verandering in brengen’.

Robert had veel nagedacht en die dag veel lichamelijke arbeid verzet, om de boosheid en de andere gevoelens die hij had, weg te laten ebben. Toen hij tot de ontdekking was gekomen dat Marjo en de twee andere verwende gasten verdwenen waren, was zijn eerste reactie die van gematigde ergernis. Maar toen dingen steeds duidelijker werden en hij hoorde van het drankbacchanaal van de avond ervoor, van het de deur uitsluipen om het nog eens te herhalen, zelfs na een hele dag huisarrest, werd zijn ergernis omgezet in blinde woede. Toen alle puzzelstukjes hem naar de haven van Vlieland en het springtij hadden geleid, was zijn boosheid veranderd in grote ongerustheid. Een paar telefoontjes hadden hem naar het café op het westen van het eiland geleid en hij had de kroeg vlak voor sluitingstijd bezocht. Nadat ze daar vertrokken waren had niemand ze meer gezien. De angst de zich van Robert meester maakte, toen hij zich realiseerde waarom ze nog niet terug waren, hadden hem bijna verlamd.

Door bij springvloed te gaan wandelen hadden al vele dronken jongelui het leven gelaten.

Toen Marjo en de twee andere meiden levend teruggevonden waren, was hij er niet in geslaagd zijn onlustgevoelens los te laten. Deze ongerustheid was zo verschrikkelijk groot geweest dat hij er niet zo maar overheen kon stappen. Ze zou een ongenadig pak op haar billen krijgen,dat was wel zeker. Hij voelde echter dat hij zichzelf niet voldoende onder controle had om dit op de juiste manier ten uitvoer te brengen. Hij was de hele middag bezig geweest om de controle over zichzelf terug te krijgen.

Toen hij Marjo zo voor zich zag staan en het verzet in haar ogen zag, maakte dit hem vastbesloten om haar zo te straffen dat ze dit nooit weer zou vergeten. Als ze nu had laten zien dat ze zich bewust was van de angst die ze bij iedereen had veroorzaakt door hun stunt dan zou hem dat waarschijnlijk wat milder gestemd hebben.

‘Heb je enig idee hoeveel angst en ongerustheid je hebt veroorzaakt?, kwam Robert ter zake.

‘Ja’, fluisterde Marjo.

‘Is dat zo?’, sneerde Robert.

Marjo haalde haar schouders op en zweeg. Ze zou het liefst door de grond willen zakken. Ze was zich ervan bewust en had erge spijt dat iedereen zo ongerust geweest was.

‘Ga recht op zitten!’, baste Robert. ‘Het wordt tijd dat je je arrogante houding eens laat varen! Begrijp je dat? Ik pik het niet langer! Ik stel je een vraag en jij geeft antwoord. Je haalt niet je schouders op alsof het je allemaal geen barst interesseert!’

Marjo vocht tegen de tranen. Het schouderophalen kwam omdat ze zich ongemakkelijk voelde en zich schaamde, niet uit arrogantie. Ze kon het niet voorkomen. ‘Ik kan er niets aan doen!’, luidde haar jammerende antwoord. ‘Je vraagt dingen waar ik geen antwoord op weet en dan gebeurt het gewoon’.


’Ga rechtop zitten!’, zei Robert met een mildere stem. Dit maakte ook Marjo wat zachter en ze gehoorzaamde en probeerde rechtop te zitten.

‘Je had er voor kunnen zorgen dat deze beide meisjes en jijzelf verongelukt waren’.

‘Dat is niet gebeurd. Ik weet wel beter’, sprak Marjo tegen.

‘Je weet wel beter?’, Robert trok vragend zijn wenkbrauwen op, half geamuseerd en half verbijsterd.

‘Ja! Ik hield het water goed in de gaten! Ik zag het opkomende water aankomen, en we zijn allemaal in orde!’, probeerde ze hem te overtuigen.

‘Oh ja?’, vroeg Robert. ‘Je wist dus hoe gevaarlijk het was om daar naar toe te gaan en je dacht dat het voldoende was om het water in de gaten te houden?’

‘Tja’, Marjo haalde weer haar schouders op en een wrange glimlach begeleidde dit gebaar. ‘Misschien niet het meest slimme idee, geloof ik’.

Robert lachte meewarig. ‘Slim genoeg om te verdrinken als je timing een beetje slechter geweest was, en dat weet je dondersgoed! Je hebt de terugweg schromelijk onderschat!’

‘We zijn niet verdronken, Robert!, hield Marjo vol. En we zouden ook niet verdronken zijn. Ik heb de hele tijd goed opgelet!’

‘Waar goed opgelet? Je bent op de terugweg toch halverwege gestrand, is het niet?’, Robert was verbaasd over haar logica.

‘Ja’, maar op vaste bodem, niet in het water!’, antwoordde Marjo. Ze vond haar antwoord heel redelijk klinken.

’Je bent een geluksvogel, Marjo! Het was puur geluk!’ Robert boog zich naar haar toe om zijn woorden vlak voor haar gezicht kracht bij te zetten. ‘Een paar minuten of een paar honderd meter verschil en jullie zouden het niet gehaald hebben! En dat weet je verdomme drommels goed!’

‘Er is ons niets ergs overkomen! Ik begrijp niet waarom je je zo vast bijt in wat er allemaal wel niet had kunnen gebeuren! Het is niet gebeurd! Ik had er niet naar toe moeten gaan. Dat zie ik nu ook wel in! Maar het is niet zo stom of gevaarlijk als jij nu wel niet wilt laten geloven!’, ze zag in dat ze Robert niet kon overtuigen met haar versie van het verhaal.

‘Het was verschrikkelijk dom om te doen!’, gromde Robert. ‘Kijk eens na alle problemen die jullie hebben veroorzaakt! Je had samen met die twee meiden wel kunnen verongelukken!’

‘Ja! OK! Je bent daar nogal vasthoudend in, is het niet?’, sprak Marjo tegen. Haar stem sloeg over van frustratie. ‘Ik geef toe dat het een domme actie was. Niet omdat het gevaarlijk was en niet omdat we bijna verdronken waren! Maar omdat ik jou boos heb gemaakt, omdat ik je ongerust heb gemaakt en omdat ik je de hele nacht in touw heb laten zijn! Dat is het. Meer valt er niet over te zeggen! We zouden niet verdronken zijn! Het kan me niet schelen wat je daar verder over zegt. We zijn gestrand. Dat is alles! Laat alsjeblieft het doodgaan weg uit je verhaal!’, Marjo slaagde er een beetje in om de angel uit Roberts verhaal weg te halen, maar was nog lang niet gerust op de afloop.

Roberts ogen vernauwden zich. Hij leunde achterover tegen de grote tafel, waar de dames van het winkeltje aan werkten. Hij zag veel liever de koppige, zichzelf verdedigende Marjo, dan het arrogante en dwarse meisje van het begin. Ze had geen idee hoe aantrekkelijk en grappig ze was als ze zo pittig reageerde. Hij liet haar natuurlijk niet merken dat hij er zo over dacht, dus ging hij met een strenge stem verder.

‘Ik neem aan dat ik je echt op een andere manier duidelijk moet maken hoe gevaarlijk jullie bezig geweest zijn’, in zijn stem klonk een ijselijke belofte door. ‘Als je niet spontaan kunt bekennen dat jullie levensgevaarlijk bezig zijn geweest, dan moet ik je dat maar eens op je billen laten voelen. Hoe dan ook, ik zal ervoor zorgen dat je het niet in je hoofd haalt zoiets nog eens te doen’.

‘Je kunt me niet een pak slaag geven omdat ik bijna verdronken ben, terwijl dat helemaal niet gebeurd is’, protesteerde Marjo. ‘Doe het omdat ik stiekem het huis uit gegaan ben. Of omdat ik gedronken heb, of zelfs omdat ik je ongerust heb gemaakt. Maar je kunt het niet daarom doen. Ik zal het niet toestaan!’

Robert moest zijn lachen inhouden. ‘Is dat zo?’, grijnsde hij. ‘dat zul je niet toestaan?’

‘Nee!’, Marjo deed haar armen over elkaar en ging rechtop zitten om zoveel mogelijk verzet uit te stralen.

Robert besloot de handschoen op te nemen en ging door haar de wet voor te schrijven. ‘Laat ik één ding duidelijk stellen jongedame, je krijgt een pak op je blote bips waar de honden geen brood van lusten, omdat je jezelf en die twee meisjes in gevaar hebt gebracht. Bovendien is het afgelopen met de gezellige uitjes met die twee. Je krijgt een pak op je billen omdat je veel mensen ongerust hebt gemaakt en daar bovenop ga je zaterdag en zondag naar meneer de Groot om klussen voor hem te doen om de tijd goed te maken die hij aan jou besteed heeft. Je krijgt een pak op je billen en daarnaast drie weken huisarrest omdat je stiekem alcohol hebt gedronken. En daar bovenop krijg je nog een pak slaag omdat je gelogen hebt en stiekem het huis bent uitgeslopen toen je al huisarrest had. En wanneer ik helemaal met je klaar ben, mag je van geluk spreken als er überhaupt nog vel op je bips zit!’

Marjo’s mond viel open en ze sperde haar ogen ver open. ‘Geen sprake van! Drie weken! Dat is niet eerlijk! Jij deed het ook!’ Met het laatste doelde ze op het drinken.

‘Wat?’ Robert knipperde met zijn ogen en hield zijn hoofd schuin van verbazing.

‘Jij dronk ook toen je zo oud was als ik’.

‘En daar ben ik ook voor gestraft! Dus wat zou het! Ik heb het over drie weken en als je doorgaat met zeuren, dan maak ik er zes van’, waarschuwde hij.

‘Je kunt me niet voorschrijven met wie ik wel en niet om mag gaan!’, veranderde Marjo het onderwerp.

‘In dit geval kan ik dat wel en zal ik het doen ook. Als die twee dat willen, of hun ouders willen het, dan kunnen ze mij en mijn bedrijf veel problemen geven omdat jij ze in gevaar hebt gebracht’, legde Robert uit.

‘Maar ze wilden zelf mee’, zei Marjo.

‘En hoe kwamen ze op dat idee Marjo?’, vroeg Robert. Marjo dacht even na en besloot dat het verstandig was die vraag niet te beantwoorden.

‘Nou en? Ze zullen toch niks zeggen! Het is niet eerlijk! Je kunt me mijn vriendinnen niet voorschrijven!’, keerde Marjo terug op haar oorspronkelijke verhaal.

‘Misschien niet in de toekomst, maar in dit geval staat mijn besluit vast. Ik ben helemaal niet gecharmeerd van je attitude wanneer je bij die twee in de buurt bent. Je bent dan ongrijpbaar en brutaal en dit ook nog eens! Ik wil dat je mijn mening hierover respecteert, Marjo. Er valt niet over te onderhandelen’.

‘Maar we zouden cranberry’s gaan plukken aan de andere kant van het eiland!’, jammerde ze toen ze zich realiseerde dat ze het uitje waar ze zich zo op verheugd had, zou moeten missen.

‘Geen cranberry’s voor jou. Je hebt huisarrest. Einde discussie!’, zuchtte Robert.

Marjo leunde achterover in haar stoel en zuchtte. Ze vond het niet leuk. Helemaal niet. Een pak slaag was één ding, maar de andere dingen zaten haar niet lekker. Heel veel argumenten schoten door haar heen, maar ze schoof ze allemaal als zinloos ter zijde. Ze overwoog zelfs de strijd op te geven.

Robert nam rustig de emoties die zich op het gezicht van Marjo openbaarden in zich op. Hij zou de consequenties van de keuzes die ze gemaakt had nog even tot haar door laten dringen, om vervolgens tot actie over te gaan.

Na een paar ogenblikken van ongemakkelijke stilte, vertrok ze haar gezicht en keek Robert aan. Wat voor haar voelde als een aarzelende overgave, kwam op hem over als arrogant verzet.

‘Je kunt beter meewerken, Marjo. Je maakt het zo niet gemakkelijker voor jezelf’, gromde hij terwijl hij van de tafel in haar richting liep. ‘Ga staan en doe je broek naar beneden’.

Marjo keek naar haar vuisten die gebald in haar schoot lagen. Haar vingers tintelden door het onaangename vooruitzicht dat haar te wachten stond en waarvan ze zich iedere keer als het ging gebeuren zich meer bewust van werd. Haar kruis roerde zich, ze was seksueel opgewonden geraakt door het besef dat ze een stevig pak op haar blote billen zou krijgen, van een man die ze seksueel aantrekkelijk vond door zijn strenge en vastberaden manier van optreden.

‘Sla me niet, alsjeblieft’, gaf ze toe aan de bijna dodelijke schaamte die ze voelde. Ze schaamde zich niet omdat ze iets gedaan had waarvoor ze een pak op haar billen verdiende. Ze schaamde zich omdat ze wilde dat hij haar zou straffen.

‘Hou maar op’, Robert was blij met de reactie waarvan hij dacht dat het natuurlijke weerstand was tegen het zich moeten onderwerpen aan een pijnlijk pak slaag. Dat was echter iets waar hij over heen diende te stappen. Hij pakte Marjo bij haar arm en trok haar overeind.

‘De schaamte maakte dat Marjo boos reageerde. ‘Nee!’, siste ze en wou zich losrukken. Hierdoor viel ze bijna zijdelings van haar stoel. De rest van wat ze wou zeggen: ‘Dat kan ik zelf wel’, werden nooit uitgesproken omdat ze alle zeilen bij moest zetten om niet te vallen.

‘Robert ging snel tot actie over. Hij had geen zin om langdurig met een onwillig brutaal meisje te moeten dealen. Hij had er ook niet op gerekend dat hij een heel gevecht zou moeten leveren. Toen hij Marjo beetpakte zodat ze niet kon vallen, gaf hij toe aan de impuls van boosheid die hem overviel. ‘Ik zei: ga staan, en ik meen het’. Robert pakte Marjo heel stevig bij haar arm, en zij voelde hoe ze gemakkelijk van haar stoel en van de vloer omhoog getild werd.

‘Auw! Robert! Dat doet pijn! Laat me los!’ Beide handen grepen naar zijn hand en probeerden zijn vingers open te wrikken die haar rechterarm in een ijzeren greep hielden.

‘Wanneer ik je zeg dat je iets moet doen, dan kun je me maar beter gehoorzamen. Ik accepteer geen verzet meer van je. Hoor je me?’ Robert leek niet te horen of te merken hoeveel last Marjo had van zijn knijpende hand in haar bovenarm. In plaats daarvan zette hij haar op haar benen en begon met zijn rechterhand haar spijkerbroek open te maken en naar beneden te doen.

‘Ik zei dat ik dat zelf wel kan doen’, Marjo probeerde zich los te rukken.

‘Stop met tegenstribbelen, jongedame!’ Robert rammelde Marjo door elkaar. Hij interpreteerde haar gestribbel als verzet. Hij wilde dat ze er mee op zou houden.

‘Dat doe ik niet!’, klaagde Marjo half gillend toen ze over de knie van Robert werd gelegd. Haar val werd bruut gebroken door haar maag en het contact met haar onvoorbereide spieren tegen zijn harde bovenbenen, lieten een onelegant geluid van haar horen.

Het volgende ogenblik hingen haar spijkerbroek en haar onderbroek rond haar knieën, en voordat Marjo kon protesteren of reageren, kletste Roberts hand neer op haar beide billen, om ze vervolgens met een regelmatige cadans van links naar rechts in brand te zetten.

‘Auw Shit! Auw! Robert! Auw’, gilde ze en begon meteen weer te worstelen. ’Niet doen! Auw! Stop!’, Haar spijkerbroek die in een bundel rond haar knieën hing, zorgde ervoor dat ze met beide benen tegelijkertijd moest bewegen in plaats van dat ze er onafhankelijk van elkaar scharend mee kon schoppen.

De eerste serie stevige kletsen deden wonderen voor Robert’s opgekomen irritatie. Marjo’s fanatieke geworstel om los te komen droegen daar waarschijnlijk ook aan bij, omdat hij na een minuutje even moest stoppen met slaan om haar beter onder controle te kunnen houden. Toen hij er in geslaagd was haar verder voorover te duwen zodat hij haar benen tussen de zijne kon klemmen, grijnsde hij tevreden.

‘Je worstelt maar raak Marjo, maar we zijn pas klaar als ik dat zeg, en hoe meer je je verzet, hoe langer ik nodig heb om er voor te zorgen dat je het met mijn standpunten eens bent’, hij hield haar stevig vast terwijl zij hernieuwde pogingen deed om los te komen. Fel rode plekken verschenen op haar bips en Roberts vingerafdrukken tekenden zich duidelijk af.

‘Laat me los!’, Marjo’s reactie op de kort pauze was dat ze nog fanatieker probeerde weg te komen. Robert wachtte niet af tot ze zou kalmeren maar zette het pak slaag voort.


Marjo’s bovenlichaam schokte op en neer en heen en weer in haar pogingen zich te bevrijden, maar ze kon niet uit Robert’s greep los komen. Hij hield haarrechterhand met zijn linker in een ijzeren greep tegen haar heup geklemd, en met haar linkerarm kon ze geen kant op omdat deze was opgesloten achter de kleine ruimte die zijn linkerarm liet. Ze kon haar billen niet met haar handen bereiken. Ze probeerde hem eerst in zijn been en vervolgens in zijn zij te knijpen, maar Robert leek er niets van te voelen.

Marjo kon er alleen maar aan denken hoe ze het pak slaag kon laten stoppen. Al snel ging haar verzet over in huilen en snikken, toen ze de strijd opgaf om zich zelf te kunnen bevrijden en zich concentreerde op hoe ze hem zou kunnen laten stoppen.

‘Het spijt me’, huilde ze.
 
Robert merkte hoe haar verzet brak en hoe ze ophield met tegenstribbelen, maar hij voelde dat het ze het verzet in haar hoofd nog niet opgegeven had.

‘Ben je bereid toe te geven dat jullie wel dood hadden kunnen zijn? Dat het puur geluk is, dat dit niet het geval is?’, vroeg hij en zette ieder woord kracht bij door zijn hand hard op haar billen neer te laten knallen.

‘Verdomme!’, antwoordde Marjo. Ze kneep in de zijkant van zijn been met haar grotendeels buitenspel staande linkerhand. ‘Dat was niet zo! AUW!’

‘Goed, ik denk dat we nog een lange weg te gaan hebben!’, gromde Robert en begon weer op haar bips te slaan.

‘AUW! Oh alsjeblieft Robert, alsjeblieft! Ik zal het nooit weer doen!’, jammerde Marjo toen ze zich realiseerde dat hij weer van voor af aan ging beginnen. Hoe sexy de gedachte ook was aan een pak op haar blote bips van Robert voor en na de werkelijke toediening ervan, de werkelijk actie was verschrikkelijk. De afschuwelijke pijn was helemaal niet sexy. ‘Hoe kan hij nu denken, dat dit is wat ik wil?’, jammerde ze inwendig. Een pak slaag van Robert was zoveel harder dan oom Wim haar ooit gegeven had.

Robert sloeg haar met een doel. Marjo’s vastberadenheid om bij haar mening te blijven, hoe fout deze ook was, hij vond het aantrekkelijk en het zorgde voor een inwendige glimlach. Het pak slaag was er niet minder om, maar hij bewonderde haar pit. Ze meende het ook allemaal goed, en hij wist dat ook al had ze er moeite mee om er voor uit te komen, ze wist zelf ook wel hoe gevaarlijk hun avontuur geweest was en dat ze zichzelf wel twee keer zou bedenken voor ze het weer zou doen. Er was geen pak slaag nodig om haar dat te doen beseffen. De werkelijke reden voor het pak slaag was het ontladen van de stress die zich door de hele situatie in Marjo had vastgezet. Het was een goede manier om de lucht te klaren.

Het pak slaag hield bijna tien minuten aan. Marjo huilde en gilde, worstelde en kneep en smeekte hem om op te houden, maar ze was nog steeds niet bereid toe te geven hoe dicht het drietal bij de verdrinkingsdood waren geweest. Roberts rechterhand had zijn grenzen echter bereikt en hij zocht naar een excuus om even een pauze in te lassen.

‘En nu de hoek in, jongedame. Ga daarheen, op je knieën en nadenken over wat je gedaan hebt!,

Robert stond op en tilde Marjo op. De paar passen naar de hoek verliepen in een waas, maar dingen werden haar duidelijk toen haar knieën in aanraking kwamen met de hardhouten vloer.

‘Heb niet het lef om met je handen aan je bips te komen, leg je handen in je nek en til je tenen op van de vloer’. Robert zette Marjo in de hoek en bedacht iets wat voor beiden nieuw was.

Marjo zat daar op haar knieën. Haar brandende en rode billen wezen de kamer in. Veel erger nog was dat Robert haar voeten van de grond tilde, wat er onmiddellijk voor zorgde dat de spieren in haar bovenbenen kramperig begonnen aan te voelen. De kramp in haar spieren ontlokten haar kreunende geluiden.

‘En rechtop’, beval Robert.

‘Dat kan ik niet! Aua! Auw! Asjeblieft, Robert! Oh God!’, steunde Marjo. Ze moest haar voeten wel op de grond zetten om de kramp in haar spieren, die nog erger was dan haar zere billen, weg te laten ebben.


Marjo’s ongemak was duidelijk zichtbaar,maar haar ongehoorzaamheid mocht niet genegeerd worden. Robert sprak haarstreng toe. ‘Neem de positie aan die ik je opgedragen heb, of anders!

‘Mijn spieren! Robert, asjeblieft!’, snikte Marjo. De pijn van de krampen was verschrikkelijk, maar korte tijd later ebden de krampen weg, en ontspanden haar spieren zich tot haar verrassing. Marjo bleef in de positie zitten die Robert haar opgedragen had. Marjo zat ik de hoek en haar gloeiende bips gaf bijna een neon-achtige gloed af. Schaamte was bij lange na niet het goede woord bij wat ze voelde terwijl ze daar zat, op haar knieën, haar brandende bips bloot en haar voeten een paar centimeter boven de vloer zwevend. Het was afschuwelijk en het ergste moest misschien nog komen.

***********

Carolien lag de hele middag van de dag met huisarrest te luisteren of ze Marjo’s kamerdeur open en dicht hoorde gaan. De hele dag, zonder gezelschap, was verschrikkelijk geweest. Iets waar ze liever niet voor uit wilde komen. Ze dacht dat Ellen erge berouw had en haar huisarrest zonder al te veel problemen onderging. Maar Carolien wist ook dat Robert haar niet zou dwingen alles aan haar ouders te vertellen. Een levenslange carrière als problemenmaakster hadden daar een neusje voor ontwikkeld. Ze wist zeker dat Robert het zich niet kon veroorloven om de rijke ouders van zijn gasten in te lichten, alleen maar vanwege een klein nachtelijk avontuurtje. Maar ze voelde zich wel alleen met deze geheime wetenschap.

De per ongeluk gedane bekentenis van Marjo toen ze op de zandplaat vast zaten, dat ze vast een pak op haar billen zou krijgen en de acties die ze te zien kregen bij de hereniging, had een primitief gevoel in haar wakker gemaakt. Een man die zijn volwassen medewerkster een pak op haar bips gaf! Jeetje! Dat was opwindend!’, dacht ze. ‘Het zou mij moeten gebeuren!’, wenste ze stiekem.

Het duurde langer dan ze verwachtte voor Robert Marjo zou komen halen. Als die dikke ouwe vrouw niet met veel lawaai de trap op en af gestampt was, ‘dan zou ik het gemist hebben!’, overpeinsde Carolien terwijl ze Marjo naar beneden en naar buiten volgde.

Op een veilige afstand volgde Carolien Marjo het huis uit op weg naar het souvenirswinkeltje. De dunne wanden en de barst in het raam, maakten het gemakkelijk om te volgen wat er daar binnen gebeurde.


Toen ze naar het raam van het winkeltje sloop en de situatie binnen in ogenschouw nam, wist Carolien dat ze nooit eerder iets fascinerender en opwindender had gezien dan de beelden van het eerste pak slaag dat Marjo die avond kreeg. Ze keek toe hoe haar vriendin pijnlijk jammerend de straffende rechterhand van haar baas onderging. Ze had al eerder verhaaltjes gelezen die over billenkoek gingen, ze had heimelijk genoten van scènes op televisie en in films die over dit thema gingen, en nu zag ze het allemaal in het echt! Recht onder haar ogen!

Fascinatie dekt nauwelijks het gevoel wat Carolien ervoer toen ze Marjo’s wanhopige stribbelen zag toen ze het pak slaag kreeg. De pijnlijke rode plekken van vingers die op de blote billen van haar vriendin verschenen maakten iets diep in haar wakker. Marjo’s gillen en smeken samen met Roberts strenge stem waren de perfecte voeding voor haar diepste fantasieën.

‘Daar zou ik moeten liggen’, fluisterde Carolien met ingehouden adem tegen zichzelf, terwijl haar vingers het gebied tussen haar benen, aan de binnenkant van haar spijkerbroek en onderbroek beroerden. Het pak op de billen van Marjo was nog maar net begonnen. Hetzelfde kon gezegd worden van de ontdekkingstocht van Carolien naar zichzelf.

Vlieland (7)

Marjo verhuisde haar spulletjes geleidelijk naar ‘haar’ kamer in ‘Zeezicht’ in de volgende maanden, te beginnen met haar kleren en boeken en uiteindelijk de dozen met spulletjes die ze had voordat ze naar Vlieland verhuisde. Het vaste land en Amsterdam leken zo ver weg. Niet alleen wat de afstand betreft, maar ook haar herinneringen. Het leven op het eiland voelde goed en de druk om over alternatieven na te denken was helemaal verdwenen.

De week waarin ‘Zeezicht’  geopend werd, verliep prima. Alle acht kamers waren bezet en de gasten waren vol lof over het pension en hun gastheer en -vrouw. Ook het souvenirwinkeltje deed goede zaken, omdat ook de meeste andere pensions deze week hun deuren hadden geopend. Het weer werkte prachtig mooi mee, tijdens de meeste dagen liet de zon zich zien en de enige regenbui was ’s nachts gevallen.

De wind die van zee kwam, was nog te koud om voor de meeste mensen het strand tot een aangename plek te maken. De meeste lieten het bij een ritje met een huifkar. Marjo en Robert werkten samen met een buurman, die een huifkar bezat en een trip door de bossen organiseerde. Er werden warme chocola en sandwiches ingepakt voor de lunch. Iedereen had zich prima vermaakt en zaten er in de dagen erna nog vol van.

Toen de week voorbij was, waren Robert, Marjo en mevrouw de Boer al weer klaar voor het volgende gezelschap. Er zouden maar vier dagen tussen zitten voordat ‘Zeezicht’ al weer een weekend helemaal vol zou zitten. En ook daarna liepen de boekingen voortreffelijk. Er waren tot half oktober eigenlijk continu gasten in het pension.

Al snel hadden ze een ritme gevonden en verstreken de meeste dagen gladjes.

Iedere avond was Marjo een paar uurtjes online te vinden. Ze had toegegeven dat ze niet altijd met hun website aan het werk was, maar ook veel tijd doorbracht met bekijken van sites en het lezen van nieuwsgroepen over onderwerpen die ze gemeen hadden. Wat deze onderwerpen dan precies waren, had ze een beetje in het midden gelaten. Ze liet doorschemeren dat het te maken had met het lezen en schrijven van korte verhalen. Robert leek genoegen te nemen met die uitleg en liet haar verrassend veel vrijheid, als er tenminste ook af en toe aan de website gewerkt werd en ze haar internetbezoek niet ten koste liet gaan van de andere werkzaamheden.

Het leven was goed en op de houding en het gedrag van Marjo viel niets aan te merken tot de eerste week van mei, toen Ellen en Carolien op het eiland arriveerden. De twee verwende rijkeluisdochters bezochten het eiland omdat hun collegejaar was afgelopen. Ze waren verwend en rijk, maar ook grappig, avontuurlijk en mondain en waren maar een jaartje ouder dan Marjo. Er ontwikkelde zich meteen een vriendschap. Voor het eerst sinds ze van school gegaan was, had Marjo contact met meiden van haar eigen leeftijd. Robert had het zien gebeuren en had Marjo wat meer vrijaf gegeven zodat ze met de meiden het eiland kon verkennen.
 
De eerste week van Ellen en Carolien was zonder noemenswaardige problemen verlopen, al waren zowel Robert als mevrouw de Boer niet erg gecharmeerd van het taalgebruik van hun jonge gasten en het gemak waarmee Marjo dit har overgenomen. Het eerste signaal dat er problemen op komst waren, was op zondagmorgen, toen Marjo met een verschrikkelijk ochtendhumeur aan het ontbijt verschenen was.

‘Je hebt toch niet gedronken, is het wel?’, mopperde mevrouw de Boer toen ze Marjo hielp met haar jurk. Ze wachtte het leugentje van Marjo niet af. ‘Ga snel naar de badkamer om jezelf op te frissen. Als Robert er achter komt, krijg je een geweldig pak op je blote bips. Heb niet het lef dat nog eens te doen. Hoor je me?’

Duizelig en met een kater, gromde Marjo alleen maar en knikte terwijl ze zich door mevrouw de Boer in de richting van de gang en de badkamer liet duwen.

‘Vijf minuten, niet langer!, mevrouw de Boer hief waarschuwend haar wijsvinger en draaide Marjo haar rug toe om terug te keren naar de keuken.

‘Ja ja, doe maar rustig’, pruttelde Marjo.

De oude vrouw liep mopperend de trap af over brutale meiden met een grote mond die slechte gewoontes overnamen van andere meiden met een grote mond.

Robert zag dat de vrouw haar frustratie in de keuken afreageerde op verschillende dode voorwerpen in de keuken. ‘Wat is er aan de hand, mevrouwtje?’

‘Niets waar de houten spatel niets aan zou kunnen doen’, antwoordde de oude vrouw.

‘Zo erg?’ Robert klonk bezorgd.

’Ach nee! Een ernstig gesprek zal haar wel weer op de rails zetten’, relativeerde mevrouw de Boer en ging aan tafel zitten met een kop koffie en een sandwich voor zichzelf en een mok koffie voor Robert.

‘Misschien moeten haar privileges voor vandaag ingetrokken worden. Dan kan ze zich meteen nuttig maken met wat achterstallige karweitjes. Samen met een paar waarschuwende woorden zal dat wel genoeg zijn’, Robert vertrouwde op het inzicht van zijn kokkin en besloot haar advies over te nemen.

Als hij had geweten wat Marjo de avond ervoor had uitgespookt, het drinken van breezers en bier, thuiskomen in het holst van de nacht met de twee studentes, dan zou er ongetwijfeld meer voor haar in het vat gezeten hebben dan alleen maar een standje. En als mevrouw de Boer had geweten dat Marjo’s escapades publiek waren geweest, dan zou ze vast geen informatie achter de hand gehouden hebben.


Marjo hield zich wijselijk stil toen Robert haar die ochtend aansprak op haar gedrag van die ochtend. Aanvankelijk ging het door haar heen om te protesteren omdat ze de boottocht rond het eiland, die Ellen, Carolien en zij voor die middag gepland hadden, moest missen, maar ze had hoofdpijn en het idee om met een kater aan boord van een schommelende boot te zitten sprak haar niet bijzonder aan. Het leek wel of de kater ook de verraadster in haar helemaal verdoofd had, die normaal gesproken de gelegenheid aangepakt zou hebben om een flink pak slaag uit te lokken.


Toen Marjo de huishoudelijke taken en het verbod met het uitje mee te gaan zonder noemenswaardige protesten over zich heen liet komen, glimlachten mevrouw de Boer en Robert. Ze waren blij met het feit dat ze zich de correctie liet welgevallen en met haar recente attitudeverandering. Dat meewerken en acceptatie hier helemaal niets mee te maken hadden, zorgde ook voor een glimlach op het gezicht van Marjo, toen ze naar haar kamer liep om zich verder aan te kleden.

Ze was drieëneenhalf uur bezig om de bedden te verschonen en af te stoffen, de badkamers schoon te maken en een hele vracht beddengoed uit te wassen van alle acht de gastenverblijven. Tegen die tijd begon ook de aspirine te werken en begon Marjo langzaam zichzelf weer te worden. Ze was het volgende uur met de boodschappen in de weer. De rest van der dag, tot het avondeten, had ze de tijd aan zichzelf. Het was uitgestorven in het pension en ze had de grote woonkamer helemaal voor zichzelf.

‘Prachtig!’,dacht ze. ‘Dan kan ik mooi wat op internet gaan surfen’.

‘Ze had zoveel vrije tijd met Ellen en Carolien doorgebracht, dat het wel een week geleden was dat ze in had kunnen loggen in sites die over billenkoek gingen, ze had dus nog wat in te halen. De combinatie van de plaatjes en de verhaaltjes in combinatie met de preek die ze die ochtend gekregen had, maakten de verraadster in haar wakker. Marjo grinnikte in zichzelf en fantaseerde hoe ze Robert uit zou dagen haar een pak op haar blote bips te geven. Ze wist dat ze het niet zou doen, maar de gedachte hield haar wel bezig.

Eén van de verhaaltjes ging over een klassenassistente, die in de bergen gestrand was, in een arbeidershuisje in een zware sneeuwstorm met een knappe man en zijn twee kinderen. Het verhaal prikkelde haar. De beschrijving van de man in het verhaaltje deden haar aan Robert denken. Er stonden nog maar een paar hoofdstukken online, maar ze waren allemaal perfecte voeding voor Marjo’s fantasieën. Ze printte ze uit om ze mee te kunnen nemen naar haar kamer, zodat ze deze later zou kunnen lezen. De kleuren printer-fax-en copieerapparaat was inmiddels gearriveerd, dus slikte Marjo haar angst voor ontdekking weg en printte een paar opwindende foto’s uit die ze in de gratis fotogalerie had gevonden.

Haar surfgedrag van die ochtend was het meest gewaagde geweest tot nu toe en Marjo was nog maar net in staat geweest om haar sporen op de computer uit te wissen, toen mevrouw de Boer binnenkwam om haar voorbereidingen voor het avondeten te treffen. Ook Robert kwam binnen en spoorde Marjo aan mevrouw de Boer een handje te helpen. Marjo moffelde snel de uitgeprinte pagina’s weg onder een stapeltje uitgeprinte afbeeldingen van souvenirs uit het winkeltje, voordat Robert achter haar kwam staan om te kijken welke werkzaamheden ze aan de site verricht had.

Het hart klopte haar in de keel.

‘Heb je veel kunnen doen?’, vroeg hij.

’Neu, ik heb wat rondgesurft en hier en daar wat gelezen’, waar ik heb wel wat nieuwe afbeeldingen van souvenirs gemaakt. Wil je ze zien?’ Met moeite probeerde ze de prop in haar keel weg te slikken.

‘Tuurlijk’, Robert trok een stoel bij en ging naast haar zitten. Hij greep naar de geprinte pagina’s die in een stapeltje naast het toetsenbord lagen. Hij had ze bijna te pakken, maar Marjo was hem voor.

’Nee, je kunt ze het best online bekijken’, leidde ze zijn aandacht af.

Haar geagiteerde nervositeit ontging Robert. Hij keek toe hoe ze de links aanklikte en bekeek de pagina’s die ze hem voorschotelde. Wat hij zag was genoeg om haar even over haar rug te wrijven en haar een compliment te geven.

Later in haar kamer huiverde Marjo toen ze er aan terugdacht dat ze bijna betrapt was met de plaatjes en verhaaltjes over billenkoek. Ze zou veel voorzichtiger moeten zijn. ‘Wie weet wat hij wel niet zou denken als hij het zou ontdekken’. Natuurlijk, hij gaf haar af en toe een pak op haar billen, maar hij zou vast en zeker denken dat ze niet goed bij haar hoofd was als hij wist wat voor uitwerking dit op haar had.

Alle gasten kwamen aan het eind van de middag terug naar ‘Zeezicht’ voor het avondeten, dus het serveren van de maaltijd en het opruimen nam meer tijd in beslag als anders. Toen Marjo net klaar was, werd ze aangesproken door Carolien, die haar uitnodigde om met hen uit te gaan. Marjo was er vrij zeker van dat Robert nee zou zeggen als ze zou vragen of ze met de meiden uit mocht gaan. Ze dacht er even over na de uitnodiging af te slaan, maar haar nieuwe vriendin haalde haar over om toch mee te gaan. Ze was per slot van rekening volwassen, en baas of niet, Robert kon haar de wet niet voorschrijven in haar vrije tijd. Alles wat hij die ochtend tegen haar gezegd had, was dat ze haar houding moest veranderen. Bovendien had ze die dag meer huishoudelijk werk gedaan dan er van haar gevraagd was.

Om al te directe vragen van Robert te voorkomen, opperde Marjo dat Ellen en Carolien samen zouden vetrekken en dat zij twintig minuten later zou volgen als ze haar werk af had. Het werk was al af,maar Marjo had een excuus nodig zodat ze zonder haar zouden vertrekken en niet rond zouden bazuinen dat Marjo met hen mee zou gaan. Het laatste wat Marjo wilde was dat deze twee meiden van de wereld zouden denken dat ze nog een kind was dat toestemming nodig had om uit te gaan.

Het plan werkte. Zodra het pension in rust was en de gasten zich genesteld hadden voor een rustig avondje, verontschuldigde Marjo zich voor de rest van de avond. Robert accepteerde haar ‘welterusten’ met een glimlach. Het was niet moeilijk om langs mevrouw de Boer in de keuken te glippen. Dus, op haar paasbest gekleed, in een strakke spijkerbroek, een zijden blouse en een rood leren vestje ging Marjo op pad naar café ‘de zandvlakte’. Het was fris buiten en er scheen een volle maan over de haven.

Het was een ideale avond voor een lange strandwandeling, dacht ze. Toen herinnerde zich de voorspelling van het tij. Het zou eb zijn tegen middernacht. Daarna zou het springvloed worden, dacht ze. ‘Prachtig! Het zou een prachtige gelegenheid zijn om die twee verwende stadsmeisjes kennis te laten maken met de schoonheid van het eiland’.

Ellen was wat lastig te overtuigen, maar Carolien was er direct voor in geweest. Een stuk of wat biertjes en breezers later was ook Ellen van gedachten veranderd.

‘Laten we gaan!’, giechelde Marjo, de alcohol had haar licht in haar hoofde gemaakt en alle remmen losgegooid.

Het was gemakkelijk om een lift te krijgen naar de haven. Op de terugweg zou dat wel moeilijker zijn, maar Marjo besloot dat het de moeite waard was om het te proberen. Ze konden altijd nog een taxi pakken, ook al kostte die bijna tien euro. Toen ze bij de haven aankwamen en het natte, glinsterende zand van het strand opstapten, toonden Ellen en Carolien zich wat bezorgd. ‘Weet je het wel zeker?’

‘Ik beloof het! Kijk!’, Marjo wees op de enorme oppervlakte van de zeebodem. De bodem ligt helemaal droog en dat zal de komende vier uren zo blijven. Kom mee! Dit wordt de beste strandwandeling ooit!’, kwebbelde Marjo.

Giechelend begonnen de drie aan hun tocht over de drooggevallen zeebodem. Ze zouden doorlopen tot de eerste zandbank, dan door naar de tweede, waar een houten huisje stond van de vogelvereniging en dan terug naar de laatste duinenstrook. Vervolgens zouden ze in het dorp nog een afzakkertje kunnen halen voordat ze terug zouden gaan naar het pension.

De getijden nabij Vlieland waren legendarisch, maar de springvloed was wel iets heel bijzonders. Kilometers en kilometers van de zeebodem kwamen bij de eb die er aan vooraf ging, droog te liggen. Volle maan maakte een dergelijke gebeurtenis extra speciaal, omdat het maanlicht weerkaatste op het drooggevallen zeewier, hetgeen het gebruik van lantaarns en zaklampen overbodig maakte.

Het tij kon echter ook erg verraderlijk zijn. Timing was erg belangrijk, omdat het water wanneer terugkwam, woest kon worden omdat de golven opgestuwd werd door de slenken. Ongekende natuurkrachten kwamen hierbij vrij. In de geschiedenis van het eiland vielen vele ongelukkige strandwandelaars te betreuren die werden verrast door het plotseling opkomende water.

Marjo kende deze verhalen en ze kende de blote feiten. Als ze zich maar aan de plannen hielden, dan zouden ze alleen maar een prachtig mooie wandeling meemaken. En het trio had veel plezier. Het rondhangen in huisje van de vogelvereniging had meer tijd in beslag genomen dan Marjo gepland had, maar het was zeer de moeite waard geweest. Marjo praatte haar gezelschap angst aan met verhalen over moderne piraten en dranksmokkelaars die onderweg waren naar Scandinavië. Vervolgens maakten de meiden elkaar bang door verhalen te verzinnen over nog levende piraten die in het vogelhuisje woonden en op zoek waren naar domme meisjes die het eiland afstruinden op een nacht als deze.

Ook twee andere verhalen intrigeerden hen en zorgden ervoor dat ze plannen maakten om een komende week een boottocht te maken. Eén ging over een verloren liefde en een treurig verhaal over een geest die zich afspeelde op de grote zandbank. De andere ging over een geïsoleerde boerderij op het uiterste westen van het eiland, waar een man woonde die door iedereen gehaat werd en die een zeemeermin gevangen hield, die zichzelf opgesloten had in één van de slenken.

Het bier in ‘de witte paarden taverne’ smaakte de dorstige meiden fantastisch. Marjo maakte enkele benauwde momenten door toen de barkeeper haar vroeg of hij haar niet ergens van kende, maar werd al snel afgeleid door een toneelstukje dat Carolien opvoerde.

‘Ze is de voorzitster van ons dispuut en is heel goed in paleontologie’. De barkeeper liet het zich gewillig aanleunen.


Marjo glimlachte en bewonderde de vindingrijkheid van het andere meisje. Gelukkig dat ze niet in ‘de zandvlakte’ waren. Daar waren ze niet met dit verhaal weggekomen. Eén ding was zeker, ze zou het niet in haar hoofd hebben gehaald de kroeg in te gaan en alcohol te drinken als ze nog bij haar oom en tante gewoond had. Marjo dacht dat Robert er ook niet van gecharmeerd zou zijn, als hij wist dat ze in de kroeg zou zitten drinken, maar hij was slechts haar werkgever, niet haar chaperonne. En wat haar betreft golden de regels die hij haar oplegde, alleen maar op het werk. Bovendien wist ze waarom hij het destijds het eiland had verlaten. Hij had zich ook beschuldigd aan het drinken van alcohol toen hij zo oud was als zij.

De meiden lachten en vermaakten zich opperbest met de andere cafébezoekers. Hun ene drankje werden al snel twee. Op een gegeven moment herinnerde de oude koekoeksklok Marjo eraan dat ze op moesten schieten.

‘Het is tijd om te gaan,meiden, anders missen we het tij’, giechelde ze. De anderen giechelden ook en ze maakten aanstalten om de terugtocht te aanvaarden.

Halverwege hun tocht terug naar de zandplaat met het vogelhuisje, scheurde Ellen haar spijkerbroek toen ze een reusachtige schelp in haar broekzak probeerde te proppen. Het veroorzaakte even verongelijkte gezichten toen zowel Carolien als Marjo zich op het standpunt stelden niet aan de schade mee te willen betalen. De effecten van de alcohol en de frisse avond op de zeebodem leidde hen verder af van de noodzaak haast te maken. Ze verloren weer kostbare tijd toen ze een nieuw spelletje bedachten; pak de ander en prop een grote schelp in haar broekzak.

Marjo was de eerste die de eerste die het zeewater opmerkte dat in de slenkjes tussen hun voeten spoelde.

‘Oh shit!’, zei ze terwijl ze opkeek. ‘Kom aan, jongens, we moeten rennen!’ Ze moesten nog een kleine kilometer afleggen voordat ze op de zandplaat waren en het water begon nu al de vlakke gedeelten binnen te stromen. Marjo schatte dat ze nog tien minuten de tijd hadden, daarna zou de oversteek onmogelijk geworden zijn.

Het duurde even voordat Ellen en Carolien zich realiseerden dat het Marjo ernst was, en vervolgens zetten ook zij de pas in om haar bij te houden.

‘Kom aan’, spoorde Marjo haar aan toen Ellen hijgend achterbleef. ‘Nog heel even en dan loopt deze slank vol! Kom aan! Opschieten!’

’Hou op, Marjo!\Je maakt ons bang!’ Carolien stopte en weigerde nog een stap te doen.

‘Je hebt ook alle reden om bang te zijn, kijk!’ Marjo wees achter hen. Beide meiden deden wat hen gevraagd werd en keken achterom. Het grootste deel van de zeebodem stond weer onder water en uit noordelijke richting was een kolkende massa water onderweg.

‘Oh God!’, gilde Carolien.

‘Rennen, OK? Je kunt wel weer gaan staan gillen als we de kust bereikt hebben!’ Angst zette hen alle drie weer in beweging. Ze zouden de zandplaat halen, maar niet voor het aanstormende tij over hun voeten spoelde.

‘Verdomme Marjo! Kijk nou eens! We zijn helemaal nat!, siste Ellen en stampte met haar voet toen ze de zandplaat opstapten.

‘Ach houd je mond’, sisten Carolien en Marjo terug.

‘Je leeft tenminste nog’, voegde Marjo eraan toe.

‘Kunnen we nu de rest ook afleggen?’, Carolien begon naar de andere kant van de zandplaat te lopen.

‘Nee’, antwoordde Marjo. ‘Niet te voet’.

‘Is er dan geen boot?’, jammerde Ellen.

’Nee’, antwoordde Marjo. ‘En zelfs als die er was, dan zitten we hier vast. Het tij zou ons meevoeren als we nu zouden proberen te roeien’.

‘Maar wat moeten we dan doen?’, jammerde Ellen. ‘Ik ben helemaal koud en nat’.

‘Laten we naar het huisje van de vogelvereniging gaan, OK? Misschien kunnen we iets vinden om een vuur mee aan te maken. We zijn er in elk geval uit de wind’, stelde Marjo voor.

Alle effecten van de alcohol, zoals het gegiechel, hadden plaatsgemaakt voor de dramatiek van de situatie. Hetzelfde spookachtige huisje wat op de heenweg nog zo grappig was om te ontdekken, had nu een weinig uitnodigende uitstraling.

Ellen verwoordde de veranderde insteek, ‘Wat als er spinnen of slangen daarbinnen zijn?’

Carolien haalde haar schouders op en griezelde, ‘Hah! Ik ben veel banger voor monsters op twee benen!’

’Houd op jullie twee! Er is hier helemaal niemand. Alleen wij. En spinnen doen niemand kwaad. Ze zijn banger voor ons, dan wij voor hen’. Marjo probeerde de gemoederen wat te kalmeren, maar was hier weinig succesvol in.

Ze zullen ons missen morgenochtend. Maar de kans dat iemand op het idee komt dat we hier kunnen zitten, acht ik niet groot. Niet als Robert of oom Wim zouden gaan zoeken en overal zouden gaan vragen. ‘Oh Man oh man!’, gromde ze in zich zelf. Ze wist niet wat erger zou zijn, hier achttien uren moeten wachten tot het weer eb zou zijn, of haar oom of zelfs Robert onder ogen moeten komen na wat er gebeurd is. Hoe dan ook, ze wist dat ze vroeg of laat één van beiden onder ogen zou moeten komen en ze wist dat het gevolg daarvan niet prettig zou zijn.

Carolien en Ellen gingen naast elkaar op een bankje in het huisje zitten, terwijl Marjo rondkeek naar materiaal om een vuurtje van te kunnen maken. Ze vond een oude stormlamp met een beetje kerosine erin, maar niets om het aan te kunnen steken.

’Heeft één van jullie beiden lucifers?, vroeg ze. De jammerende en klagende kreten van haar twee verwende vriendinnen onderbrekend.

‘Ja!’, zei Carolien. Ze diepte een verkreukeld pakje lucifer met het logo van het café dat ze bezocht hadden uit haar broekzak omhoog en gaf ze een Marjo.

‘Verdomme’, siste Ellen. Die doen het niet! Ze zijn helemaal nat!’   

‘Daar kan ik toch niets aan doen?’ jammerde Carolien. ‘Ik ben helemaal nat. En jij ook. Daar kan ik niet aan doen!’

‘Ik weet het. Het spijt me. Stop alsjeblieft met huilen, goed? Het komt allemaal wel goed. Ik bedenk wel wat’, probeerde Marjo haar gerust te stellen.

‘Hoe lang zou het duren voor ze ons gaan zoeken?’

‘Wie weet?’, antwoordde Marjo, die even afgeleid was van haar zoektocht naar materiaal om vuur te kunnen maken. ‘Waarschijnlijk niet voor de ochtend’.

Het was waarschijnlijk niet een verrassing voor haar, maar toen ze het hoorde zeggen, kwam het plotseling allemaal heel dichtbij, en kroop Ellen helemaal in elkaar en begon te huilen. Carolien probeerde haar te troosten. Marjo zuchtte alleen maar. Ze probeerde zich niet af te laten leiden. Na nog een paar minuten zoeken in de oude kastjes, vond ze eindelijk waar ze naar zocht.

Er lag een oude, enigszins verroeste, benzineaansteker achter in een laatje van wat een keukenblokje moest voorstellen. Ze klapte hem een paar keer open. Marjo was aanvankelijk teleurgesteld door het resultaat. Het oude ding kraakte in zijn voegen en het roest vloog in het rond. Maar vele pogingen later brak er een glimlach bij haar door. Door de vele pogingen was het merendeel van de roest verdwenen en verscheen er een klein vlammetje.

‘Ok! Prachtig! Ik heb iets gevonden. Laten we hout gaan zoeken, OK!, stelde ze opgewonden voor.

‘Doe jij dat maar!’, pruttelde Carolien.

‘Kom nou, help me nou even. Des te eerder hebben we het weer warm’, Marjo liep op hen af en trok ze aan hun doorweekte jacks overeind.

‘Het gaat toch niet lukken’, klaagde Ellen. ‘Ga zitten en laat me met rust.

Het gaat wel lukken! Kijk!’, Marjo demonstreerde de aansteker.

‘Dat kleine vlammetje krijg je geen hout mee in de fik!’, hoonde Carolien.

‘Maar hiermee wel!’, Marjo schudde het kerosinereservoir heen en weer’. ‘Kom aan! Zet jullie in beweging!’

De meiden zetten zich met tegenzin in beweging en gingen hout voor het vuur verzamelen. Marjo deed het ook, maar dan wat verder van het hutje vandaan dan haar vriendinnen. Toen ze terugkwam zag ze dat ze hun hout in het hoofdvertrek van het huisje neergegooid hadden.

‘Breng het hierheen meiden!’, zei ze, terwijl ze haar frustratie verborgen probeerde te houden. We kunnen hierbinnen geen vuur maken. We zouden het hele gebouwtje platbranden’.

‘Gebruik dat oude fornuis dan!’, Carolien wees op een oud houtfornuis in de hoek.

‘Nee, dat kan niet. Er zitten waarschijnlijk allemaal nesten en weet ik veel wat in de schoorsteen. Als ik dat probeer worden we er waarschijnlijk uitgerookt, of nog erger’, legde Marjo uit. ‘Kom op! Verdomme nog aan toe! Moet ik dan alles alleen doen?’

Die klacht deed Carolien ontploffen.

‘Jij rotwijf!, siste ze en gooide het hout naar buiten voor Marjo’s voeten. Zonder jou zaten we hier anders helemaal niet vast!’

Marjo trok een grimas, maar gaf geen antwoord. In plaats daarvan begon ze gras te plukken en rangschikte het materiaal om een vuur te kunnen maken.


’Houd ermee op Carolien’, Ellen had zich samengeraapt en begon Marjo te helpen met het vuur. ‘We wilden zelf mee deze kant op, en wij hebben net zo goed omgetreuzeld als Marjo’.

Het geklaag had plaats gemaakt voor stilte en binnen twintig minuten hadden ze een bankje naar buiten gesleept en twee grote platte stenen versleept, zodat ze met zijn drieën bij elkaar bij het vuur konden zitten, het bankje om tegen aan te leunen en de stenen om op te zitten.

‘Misschien kan iemand het vuur hier zien?’, vroeg Ellen hoopvol.

‘Marjo knikte en lachte. De maan stond in het westen laag aan de hemel op het moment, dus het enige licht was het vuur.

‘Hoe laat is het eigenlijk?’ Carolien pakte Marjo’s pols om op haar horloge te kijken hoe laat het was. ‘Shit! Het is nog maar tien over twee!’

Ellen begon te lachen. ‘Wat? Is het je bedtijd al geweest?’

‘Houd je stil!’, moest Carolien ook lachen. ‘Het is in ieder geval allang bedtijd voor Marjo. Ik denk dat die ouwe Robert wel wat te zeggen heeft als ze thuiskomt’.

Marjo keek op en bestudeerde de gezichtsuitdrukking van haar vriendin. ‘Wat?’, vroeg ze zacht met een ongemakkelijke en verraste stem.

Carolien grinnikte alleen maar met een besmuikte gezichtsuitdrukking van iemand die dacht een geheimpje te kennen.

‘Hoezo? Waarom? Denk je dat hij echt kwaad zal zijn?’, reageerde Ellen verward. Hij zal je toch niet ontslaan?’

Marjo had die mogelijkheid niet echt overwogen en nu ze dat wel deed, voelde ze de ongerustheid in haar opkomen, die nog veel erger was dan de gedachte dat Robert oom Wim zou betrekken in de zoektocht naar hen.

‘Dat zal hij niet doen. Hij is helemaal verkikkerd op haar’, grinnikte Carolien.

Marjo keek haar aan. ‘Hoe kom je daar nou weer bij?. Het idee dat en relatieve buitenstaander dat dacht, intrigeerde haar.

‘Ik weet het door de manier waarop hij naar je kijkt en tegen je praat. Hij mag je graag’. Carolien liet het klinken als een voldongen feit.

‘Hij is mijn baas’, bracht Marjo er tegen in.

‘Ik zou anders niet graag willen dat hij kwaad op mij zou zijn’, bracht Ellen het gespreksonderwerp weer terug.

‘Ik ook niet’, was Marjo het met haar eens. Ze knikte maar liet haar wetenschap omtrent de consequenties ervan achterwege. ‘We kunnen er nu echter niets meer aan doen’.

‘We zullen niet toestaan dat hij je ontslaat’, stelde Ellen haar gerust. ‘We zullen hem zeggen dat wij je meegelokt hebben. We zullen zelfs zeggen dat je nog geprobeerd hebt het ons uit het hoofd te praten’.

Marjo glimlachte. Daar zou Robert vast niet intrappen. Alleen een eilander wist hoe een dergelijke tocht gemaakt kon worden. Hij zou misschien geloven dat zij haar hadden overgehaald de wandeling te maken, maar ze wist ook dat zij het gidsgedeelte voor haar rekening zou nemen. Haar gedachten dwaalden onwillekeurig af naar de opeenvolging van gebeurtenissen die zouden volgen als hun vermissing ontdekt werd.

‘Man oh man’, fluisterde ze en een siddering trok door haar lichaam.

‘Wat?’, vroeg Carolien.

‘Ach niks’, schrok Marjo terug in de realiteit.

‘Voor de draad ermee! Wat?’, riepen Ellen en Carolien in koor.

‘Ik dacht aan de commotie die zal ontstaan wanneer ze ontdekken dat we weg zijn. Dat is alles’, zei ze met een vertrokken gezicht.

‘Narigheid huh?’, knikte Carolien. ‘Ik ben blij dat mijn ouders niet hier zijn. Dan brak de hel los. Ik hoop dat ze er nooit achter zullen komen!’

‘De mijne ook’, was Ellen het met haar eens. ‘Ze zouden me levend villen’.

‘Oh God!’, jammerde Marjo. Een schok van elektrisch geladen verwachting ging door haar heen, toen ze er aan dacht hun redding of terugkeer.

’Is het echt? Ach, ze zullen niet te streng voor je zijn, toch? We zijn per slot van leven veilig en springlevend.

‘Ik weet het niet!’, loog Marjo. ‘Ik wil er niet aan denken!’

‘Ach kom, Marjo? Hoe erg kan het zijn? Ze zullen ons wel even uitfoeteren’, bedacht Carolien. ‘OK, ze foeteren misschien wel heel hard, maar is weer over voor je het weet.

‘Dat geldt voor jullie misschien. Ik mag van gelukspreken als ik ooit weer goed kan zitten’, zuchtte Marjo. De laatste woorden had ze onbedoeld hardop uitgesproken.

‘Geen denken aan!’, reageerde Carolien op Marjo’s per ongeluk uitgesproken commentaar. Marjo had meteen spijt van haar woorden.

Alles wat Marjo kon doen was haar schouders ophalen. De verraadster had zich weer gemeld en zorgde dat ze zich erg ongemakkelijk voelde.

‘Dat zal hij niet doen, of wel?’, vroeg Carolien. ‘Is dat serieus? Zal hij je een pak op je billen geven?’ Carolien was helemaal gefascineerd bij het idee.

Marjo deed haar ogen dicht en probeerde te ontsnappen aan het ongemakkelijke en opwindende gevoel van schaamte en bezorgdheid. ‘Houd er over op, OK?, smeekte ze na enkele ogenbikken. ‘ik wil er niet aan denken’.

‘Kinky’, Carolien sprak het woord met een plagende articulatie uit.

Marjo moest even overeind komen en heen en weer lopen. De sensaties die door haar lichaam gierden maakten haar onrustig.

‘Je meent het echt, hè?’, vroeg Ellen, die medelijden met haar had. ‘Hij zal je echt een pak slaag geven, is het niet?’

De vlammen sloegen Marjo uit en hadden met gemak een kleine ruimte kunnen verwarmen. Ze knikte tegen haar vriendin.

‘Jezus Marjo’, zei Ellen zacht. ‘Misschien kunnen zij hem op andere gedachten brengen?’

‘Nee, bemoei je er alsjeblieft niet mee, OK? Hij zal al kwaad genoeg zijn zonder dat hij het idee heeft dat ik jullie gevraagd heb hem op andere ideeën te brengen’, zuchtte Marjo. ‘En kunnen we het nu ergens anders over hebben?’

De twee meiden grinnikten en gingen ermee akkoord.

Tegen de tijd dat het licht begon te worden, gaf het vuur niet veel warmte meer. Heen en weer lopen hielp een beetje, maar hun natte kleding plakte aan hun lichaam en gaven veel kou af. De activiteit van de vogels en de zeemeeuwen, zetten Marjo ook tot activiteit aan.

‘Laten we een rondje gaan lopen, het zal ons weer een beetje warm laten worden’, opperde ze.

‘Doen jullie dat maar als jullie dat willen, ik blijf hier’, antwoordde Carolien. Ellen en Marjo kwamen overeind en alle mogelijke onaangename gevoelens door de kou en het slaaptekort maakte zich van hun meester. Het rennen van de vorige avond en de overvloedige alcoholconsumptie maakten het ongemak nog erger.

‘Hoe kan ik slaapdronken zijn als ik niet eens geslapen heb?’, klaagde Ellen. Haar stem klonk of ze net haar bed uit gekomen was, en de smaak in haar mond was ook al zo.

Het rondlopen zorgde dat ze warmer werden en hun oog op de schoonheid van de opkomende zon. Ellen en Marjo keerden terug naar het vuur, waar Carolien gedachteloos met een stokje in peurde. De zon was inmiddels op en verwarmde alles een beetje.

‘Ik heb honger’, jammerde Carolien. ‘Heeft iemand iets te eten?’

‘Hee, wat een goed idee’, bedacht Ellen, en ze plukte aan het koordje van haar rugtasje. ‘Twee Snickers!’, zei ze trots. ‘En ze zijn niet eens nat!’

Marjo had een pakje kauwgom en een rolletje Mentos. Carolien had een zakje M & M’s en een doosje Tictac.


Ze lachten en begonnen aan hun bijzondere ontbijt.

‘Zouden we iets moeten bewaren voor het geval het nog even duurt voor ze ons vinden?’, vroeg Ellen.

De andere twee meiden dachten even over deze vraag na, en keken over het water in de richting van Vlieland. Er was geen activiteit op het water te bespeuren.

Ze haalden alle drie hun schouders op. De vraag bleef onbeantwoord en al het snoepgoed verdween in hun magen.

De warmte van de zon en het beetje voedsel in hun magen, zorgden dat ze zich beter gingen voelen. Niet lang daarna liepen ze naar het zonovergoten terras van het vogelhuisje en gingen daar liggen uitrusten. Al vrij snel vielen ze in slaap.


*******************

‘Hier! Ze zijn hier!’, een harde mannenstem wekte ze wreed uit hun slaap.

‘De heer zij geprezen, ze zijn niet dood!’, was de volgende boodschap.

‘Ze zou wensen dat ze dat wel was!’ Marjo was de eerste die zich realiseerde dat ze gevonden waren. Roberts stevige greep om haar arm, versnelde haar reis naar het bewustzijn aanzienlijk. Hij zette haar op haar benen en liet zijn hand een paar keer hard op het zitvlak van haar spijkerbroek neerknallen voor de andere twee overeind konden komen.


’Auw! Niet doen! Er zijn andere mensen hier’, jammerde Marjo en draaide zich van zijn hand weg.

Robert liet haar gaan. ‘Wacht maar tot we thuis zijn!’, waarschuwde hij. Daarna leek hij een beetje te ontdooien. ‘Verdomme Marjo! We dachten dat jullie verdronken waren! Hij greep haar opnieuw beet en trok haar dicht tegen zich aan en hield haar zo even beet. Marjo leunde tegen hem aan. Het was prettig hem te voelen en ze werd verwarmd door de emoties. Toen hij haar losliet pakte hij haar gezicht met zijn beide handen. Ze smolt toen ze de blik in zijn ogen zag. Wat ze in zijn ogen zag, maakte haar helemaal week. Het maakte dat ze zich naar hem op zou richten om hem te kussen.

Het duurde allemaal maar even, maar voor Marjo leek de tijd stil te staan. Robert drukte haar nog een keer stevig tegen zich aan en liet haar toen met een harde klets op haar bips los. ‘Onthoud goed’, beloofde hij, ‘hier zullen we nog een stevig gesprek over voeren’.

Toen draaide hij zich om naar de twee andere meiden. ‘ En hoe zit het met jullie? Gaan jullie zonder schade mee naar huis?’

‘Ok’, was hun eenduidige antwoord.

‘Ja meneer’, antwoordde Ellen op de tweede vraag.

‘Laten we dan teruggaan naar het eiland. Het heeft geen zin om hier nog langer om te hangen’, beval Robert.

Een uurtje later voer de boot de haven van Vlieland binnen. Robert veegde hun onderweg stevig de mantel uit, maar over het algemeen voltrok de reis zich in stilte. Meneer de Groot, de eigenaar van de boot, zette hen af in de passagiershaven.

‘Wees maar niet te streng voor ze, oude vriend, grijnsde de oude man, en accepteerde het tien euro biljet, wat Robert hem met een handdruk overhandigde. Robert lachte en gaf een antwoord dat geen van de drie meiden kon verstaan. De oude man lachte uit volle borst en duwde de boot van de kade.

Mevrouw de Boer omhelsde Marjo en schudde haar daarna door elkaar toen ze met zijn allen de keuken binnenstapten. Na een paar minuten brak Robert het samenzijn af en stuurde Marjo naar haar kamer met de boodschap daar te blijven tot hij haar zou roepen. Marjo wilde protesteren, maar ze wist dat ze het beter niet op de spits kon drijven. Ze gehoorzaamde.

Toen richtte Robert zijn aandacht op zijn jonge gasten. Hij kon ze moeilijk straf geven, maar hij zorgde ervoor dat ze er goed van doordrongen waren hoe dom ze geweest waren, voor hij hen naar hun kamer liet gaan. Ellen was al snel in tranen en bood haar excuses aan. En hoewel met de nodige weerstand, gaf ook Carolien hem gelijk en mompelde iets wat voor een verontschuldiging door moest gaan. Robert was wel een beetje verbaasd dat beide meiden op zijn suggestie in gingen de rest van de dag binnen te blijven zodat ze over hun gedrag na konden denken.

*********

Marjo was afgekoeld en maakte zich de hele middag en een deel van de avond zorgen. Ze ving elk geluid op en was bang en hoopte tegelijkertijd dat Robert de trap opkwam. Haar kruis en haar billen tintelden. Ze wist dat er geen enkele kans was dat ze een ongenadig pak op haar bips kon ontlopen. Dit vooruitzicht maakte een keur aan gevoelens los. Schaamte, opwinding, angst, spijt en seksuele spanning streden allemaal om de boventoon te voeren.

Ze stelde zichzelf gerust met de gedachte dat hij vast tot na het avondeten zou wachten voor hij met haar af zou rekenen. Dit verontruste haar aan de andere kant ook, omdat dan alle gasten in het pension zouden zijn. ‘Oh God, zorg alsjeblieft dat ik dit allemaal overleef’, jammerde ze tegen de spiegel.

Ze kon zich niet voldoende ontspannen om in slaap te vallen. Ze vond niets wat de moeite waard was op haar boekenplank. Het uitzicht uit het raam kon haar deze keer ook niet echt bekoren. Ze voelde alleen maar rauwe en rusteloze energie. Ze wou dat ze een computer op haar kamer had. Deze gedachte hield haar even bezig en ze bedacht zich dat als ze een goed seizoen zouden draaien, ze er om een zou vragen. De gedachten hoe en met welke argumenten ze Robert zou overtuigen een telefoonlijn naar boven te leggen, verzette haar zinnen een half uurtje. Uiteindelijk brachten de gedachten aan een computer haar gedachten tevens op de billenkoek sites en vervolgens terug naar de reden waarom ze daar zat.

‘Misschien zou ik een verhaaltje kunnen schrijven voor de site over ‘huiselijke discipline?’, dacht ze. ‘Ik zou deze gebeurtenis op kunnen schrijven. Niemand zou weten dat het uit het leven geschreven zou kunnen zijn? Verdomme! Niemand zou geloven dat het echt gebeurd was!’ Ze kromp ineen bij de gedachte dat iemand zou weten dat het niet zomaar een verhaaltje was en dat billenkoek haar opwond. Marjo mocht het dan niet in zich hebben korte verhalen te schrijven,maar ze kon ze wel lezen. Die gedachte loste het probleem op wat ze de rest van de middag zou moeten doen.

Marjo tlde haar matras op en haalde er een paar verfomfaaide A4tjes onderuit zodat ze deze kon lezen. Ze ontdekte dat het niet meeviel haar gedachten bij een billenkoekverhaaltje te houden, als er op korte termijn een echt pak slaag zou volgen. Het standje en de langzaam opgebouwde spanning zorgde voor een grimas, zorgden dat haar ogen en haar gedachten het papier verlieten en ver afdwaalden. Toen het donker begon te worden gaf ze haar pogingen tot lezen op en ging ze over tot dagdromen terwijl ze de foto’s bekeek die ze uitgeprint had.

Ongeacht de pijn en schaamte die ze straks zou voelen, dwaalden Marjo’s gedachten af naar het pak slaag dat ze zou gaan krijgen en focuste zich op de intieme details ervan. Ze zou een flink pak op haar blote bips krijgen. De overtreding was al gemaakt. Ze kon geen reden bedenken om er onderuit te komen. Al snel verdwaalde haar rechterhand om de seksuele spanning die zich opbouwde te beantwoorden. Masturbatie en fantasie deden wonderen om in ieder geval het onrustige gevoel te kanaliseren.

De sexy afleiding veroorzaakte dat ze berustte in wat ging komen. In haar fantasie zou Robert haar een standje geven. Hij trok haar over zijn knie en sloeg haar hard op haar bips. Zijn harde en vastberaden klappen voelde ze op haar huid met spookachtige opwindende trillingen.

Vervolgens kwam haar broek naar beneden. Hier spoelde ze het bandje terug en deed de scène op een paar verschillende manieren over. In de ene fantasie gaf hij haar een standje terwijl ze voor hem stond en vol schaamte haar billen bloot maakte. In een andere deed hij hem ruw zelf naar beneden, boos omdat ze had geweigerd dit zelf te doen. In de beste, schoof hij hem langzaam naar beneden terwijl ze over zijn knie lag. Eerst haar spijkerbroek waarna hij haar op haar onderbroek sloeg tot ze over zijn knie lag te kronkelen en te protesteren, zijn woorden maakten nog steeds geen indruk. Gedwongen om haar onderbroek naar beneden te doen om beter tot haar door te kunnen dringen, reageerde hij op haar protesten, door zich doof te houden en haar nog strenger toe te spreken.

In de fantasie waarin Robert haar een pak op haar billen gaf, hield hij van haar. Zij was zijn onhebbelijke echtgenote. Net als de vrouwen in de verhaaltjes. Toen Marjo haar climax bereikte door de inspanningen in haar hoofd, haar hand en haar vingers, raakte Roberts gefantaseerde hand haar aan waar haar echte hand zich nu bevond. Haar tranen werden door hem weggekust en vervolgens bedreef hij de liefde met haar.

 
’Alsjeblieft God, laat mij hem hebben’, fluisterde Marjo in haar kussen, terwijl ze haar dijen stijf tegen elkaar kneep om de zoete pijn daar te verzachten.

Vlieland (6)

De storm had bijna een halve meter sneeuw achtergelaten en het had veertien dagen geduurd voor alle eilandbewoners weer over stroom en een werkende telefoonlijn konden beschikken. De spanning tussen Marjo en Robert die er heerste aan het begin van de storm in aanmerking genomen, verstreek de rest van de tijd die ze samen doorbrachten erg ontspannen. Robert leerde Marjo klaverjassen en zij liet hem wat ideeën zien voor handgeverfde versierselen die gebruikt konden worden om de badkamers en de gastenverblijven te decoreren.

Hoewel ze het eng vond Robert de volgende ochtend onder ogen te komen, lukte het haar zich weer relatief snel bij hem op haar gemak te voelen. Al snel voelde het weer als voor het pak op haar billen, maar dan beter. De sfeer tussen hen beiden was luchtig. Het kostte haar geen moeite af en toe uit volle borst te lachen. Hem ook niet trouwens. Wat aanvankelijk als sarcastisch ervaren werd, was nu alleen maar grappig. De irritatie die ze gevoeld had, was helemaal verdwenen.


Het pak op de billen had hen beiden veranderd in mensen die voor de ander de moeite waard waren.

Marjo was blij dat ze weer bij Robert in de smaak viel. De verraadster in haar had door het laatste pak slaag plaats gemaakt, voor een zoete fantasie, om nog maar te zwijgen van de nagloeiende blauwe plekken die ze af en toe inspecteerde. Nu de verraadster de benen had genomen, kon ze, in zijn nabijheid, weer de volwassen vrouw zijn.

Robert was verbaasd over de attitudeverandering die het meisje dat voor hem werkte door het pak billenkoek had ondergaan. Ook al was Marjo met haar negentien jaar nog betrekkelijk jong, op de één of andere manier was ze een stuk volwassener dan een heleboel vrouwen van zijn eigen leeftijd die hij kende. Haar neiging om zich over te geven aan puberaal gedrag wanneer zo moe of gestresst was, had niet zoveel met haar leeftijd te maken, maar veel meer met haar karakterstructuur. Robert had het idee dat Marjo zich tot op bejaarde leeftijd brutaal en tegendraads zou gedragen als ze gefrustreerd was of op haar huid gezeten werd. Die wetenschap baarde hem echter geen enkele zorgen, zeker niet nu hij wist hoe ze op een pak op haar blote bips reageerde. Haar af en toe hautaine houding had zelfs een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hem.

Terwijl de weken dat ze samen aan het werk waren verstreken, voelde Robert zich steeds meer tot haar aangetrokken. Haar spontane lach en haar open karakter hadden een geweldige aantrekkingskracht op hem. Alles wat ze dacht of voelde was duidelijk aan haar af te lezen, aan haar houding, gedrag en de dingen die ze zei. Over het algemeen was ze vrolijk en enthousiast over de dingen die ze wou doen en de dingen die voor haar van belang waren. Robert had nog nooit iemand als haar gekend. Maar hij maakte zich in toenemende mate zorgen over de dingen die hij voor haar voelde. Het leeftijdsverschil van bijna 10 jaar was op zich nog niet zo’n probleem. Wel dat ze nog maar net uit de schoolbanken vandaan was. Een jaar geleden had ze een leerling uit zijn klas kunnen zijn. Naar het idee van Robert waren de seksuele gevoelens en de emotionele verbondenheid die hij voor haar begon te voelen, een absoluut taboe, waar hij zich niet mee in zou laten.

Robert hield de rem op zijn gevoelens. Hij had de tijd. Hij wilde zich concentreren op het renoveren en het heropenen van ‘Zeezicht’. Dit ging vooralsnog niet samen met het aangaan van een vaste relatie. Als Marjo ervoor koos voor hem te blijven werken nadat de hele renovatie klaar was, dan zou hij dit van harte toejuichen. Als dit niet het geval was en ze zou in navolging van haar leeftijdsgenoten van het eiland naar de vaste wal trekken, dan zou hij het ook wel redden. Als ze wel zou blijven, bedacht hij zich, dan zou hij over een aantal jaren er altijd nog serieus over na kunnen denken. Hij hoopte vurig dat ze zou besluiten te blijven, maar hij peinsde er niet over iemand deelgenoot hiervan te maken, uit angst dat er een rel zou ontstaan. Hij was ook niet van plan om haar dromen over het leven aan de wal, voor zover ze die zou hebben, te verstoren. Hij wist uit eigen ervaring hoe sterk de wens was bij de jeugd om het eiland te verlaten.

*********
Het niet kunnen beschikken over elektriciteit, behalve het aggregaat voor de boiler, vertraagde het proces van de verbouwing, toch bleven ze goed op schema door veranderingen in het werkschema aan te brengen en andere klussen aan te pakken. Die winter werden ze met nog drie vergelijkbare stormen verrast, hetgeen het totaal aantal dagen zonder stroom op zeventien bracht. Ondanks dat,toen het voorjaar aanbrak en alle sneeuw gesmolten was en de bomen in knop stonden, waren er nog slechts enkele kleine karweitjes aan de binnenkant van ‘Zeezicht’ te doen en hoefde aan de buitenkant alleen nog maar aandacht besteed te worden aan de markiezen en de dakveer, alvorens ze de eerste gasten zouden kunnen ontvangen.


Halverwege januari, met de ontdekking die ze op het internet had gedaan in haar achterhoofd en het verlangen een excuus te hebben om af en toe achter de computer te zitten, was Marjo met een plan gekomen een website voor het pension te maken en had net zolang doorgezeurd tot Robert hiermee akkoord was gegaan. Het gaf haar een excuus om ’s avonds een paar uur achter internet te zitten. Marjo benutte deze tijd goed en fabriceerde een uitnodigende site voor het pension. Ze bouwde subpagina’s over het eiland, haar geschiedenis en de dingen die er te beleven vielen. Ze had het idee een fotoserie te maken die het eiland in haar volle schoonheid liet zien.

Marjo maakte ook bijna dagelijks een verkennende tocht door de wereld van de billenkoek. Het bouwen van de website was een ideale dekmantel, zodat ze urenlang achter de computer kon werken. Soms verloor ze zich helemaal in de sites waar ze verhalen kon lezen en de discussies op een forum kon volgen. En als ze daarmee bezig was verzon ze uitvluchten, dat ze veel werk was kwijtgeraakt door een kleine stroomstoring, zodat ze Robert uit kon leggen waarom ze hem die avond geen nieuw werk kon laten zien.

De eerste versie van de website ging halverwege februari de lucht in en vrijwel onmiddellijk begon de site bezoekers te trekken. In het begin waren er nog niet veel reacties in de vorm van email en telefoontjes, maar nadat ze er in geslaagd waren een hyperlink op de site van de plaatselijke VVV en de waddenvereniging te realiseren, stroomden er dagelijks reacties binnen.

In de week van Pasen stond de heropening van ‘Zeezicht’ gepland en was het pension helemaal vol geboekt.

Eind maart was het souvenirwinkeltje klaar om in gebruik genomen te worden en kon de plaatselijke dames er hun intrek nemen. Robert was verbaasd geweest over zijn aanbod het winkeltje te heropenen. De dames waren erg opgewonden en dankbaar geweest. Ze beschouwden het winkeltje meteen als hun eigen bezit en hadden hun eigen inbreng omtrent de inrichting. En als Robert niet snel genoeg was met de renovatie, maanden ze hem aan tot meer spoed. Meer dan eens nam één van de dames haar man mee om te helpen met de verbouwing om de snelheid er in te houden.


Souvenirs waren een belangrijke bron van neveninkomsten voor de vrouwen van de vissers. Het vooruitzicht dat ze hun werk op één plaats konden verzamelen sprak veel van de vrouwen aan.

Toen de dames het pandje betrokken hadden begon Marjo te werken aan een uitbreiding van de website van het pension waar aandacht besteed werd aan het winkeltje. De hoop bestond dat na verloop van tijd de bezoekersaantallen zo hoog zouden zijn dat zelfs verkoop via het internet tot de mogelijkheden zou behoren.

Eén van de onbedoelde effecten van een groepje vrouwen op het terrein van het pension was dat toen Robert op zoek ging naar een vaste kok, een aantal gegadigden zich aankondigden zonder dat er geadverteerd hoefde te worden. De voorbereidingen draaiden op volle toeren en de opening van ‘Zeezicht’ kwam steeds dichterbij. In alle scenario’s die de revue gepasseerd waren,werd overigens in geen enkele gesproken of Marjo wel zou blijven als de laatste klusjes geklaard waren. Robert wachtte erop dat Marjo haar interesse zou laten blijken en Marjo was in afwachting van een aanbod van een baantje in het nieuw geopende pension.

Medio maart, was Marjo bezig met de allerlaatste loodjes van het project. Toen Robert  mevrouw de Boer had aangesteld als kok, was Marjo merkte boos en verdrietig tegelijkertijd. Waarom had Robert niet aan haar gedacht voor dat baantje? Zij had per slot van rekening veel geïnvesteerd in het opknappen van het pension en ze had al veel ervaring in het werken van het pension van haar oom en tante. Ze wist goed wat er in zo’n bedrijf allemaal kwam kijken! Toen hij besloot personeel aan te nemen had hij op zijn minst aan haar kunnen denken. Deze gedachten tezamen met anderen hadden haar is de afgelopen weken flink beziggehouden.

Het oude bekende gevoel, verloren te zijn, maakte haar boos en kribbig. Hetzelfde gevoel dat ze gevoeld had toen ze Robert voor het eerst ontmoet had. Marjo werd geconfronteerd met haar grootste angst, dat ze geen raad wist hoe ze met de grote boze buitenwereld zou moeten omgaan. Ze wilde niet gaan studeren en ze wilde ook niet in een fabriek gaan werken. En nog het meest van alles wilde ze niet terug naar het leven dat ze geleid had voor ze naar Vlieland gekomen was. Ze wilde op het eiland blijven. Sinds ze het baantje bij Robert had gehad, was de druk van de ketel geweest, ze hoefde geen ingrijpende keuzes over de rest van haar leven te nemen. Nu voelde Marjo die druk echter weer toenemen.

Toen haar oom haar vroeg hoe het met Roberts plannen stond voor het hoogseizoen nu alle verbouwingen achter de rug waren, raakte Marjo nog meer over haar theewater.

‘Ik weer er niets van, hij heeft niets gezegd’, was het enige wat ze uit kon brengen.

‘Vraag hem er dan naar of ga anders solliciteren naar een baantje in de fabriek aan de wal’, was het advies dat ze kreeg. ‘Je moet er een beetje haast mee maken Marjo. Je kunt hier niet je hele leven een beetje rond blijven lummelen. Je bent nu een grote meid. Tijd om je eigen leven op te gaan bouwen’.

Tante Bea nam het voor Marjo op door te zeggen dat er nog ‘tijd genoeg’ was, toen oom Wim er in maart voor het eerst over begon. Maar Wim had zijn vrouw het zwijgen opgelegd en gedreigd haar een flink pak slaag te geven als ze er telkens haar neus in zou steken.

Haar tante was een perfect klankbord voor Marjo voor haar zorgen op dit gebied. Ze wist niet wat ze zou moeten doen. Maar Marjo kon het niet opbrengen er uit zich zelf over te beginnen, zelfs niet tegen haar tante, dat ze het liefst op het eiland wilde blijven. Het viel niet mee dat te delen, het geheim dat ze het diepste geheim van allemaal was. Haar grootste wens was niet alleen dat ze voor Robert zou kunnen blijven werken,maar ook dat hij van haar zou gaan houden en haar als zijn vrouw zou kiezen.

Het bleef zich melden in haar dagdromen en haar fantasieën toen ze aan het werk was. De angst dat het nooit zover zou komen, beïnvloedde haar stemming steeds meer toen begin april de afronding van de verbouwing steeds dichterbij kwam.

Als ze ‘s avonds in haar bed lag, dwaalden Marjo’s gedachten af naar fantasieën en dromen over het samenzijn met Robert. Ze wilde dat hij haar zou kussen, en ze fantaseerde dat hij haar eerst een pak op haar billen gaf om daarna keer op keer de liefde met haar te bedrijven. Als ze met Robert zou trouwen kon ze niet alleen op het eiland blijven,maar dan kon ze ook steeds in zijn buurt zijn. Ze kon hem kussen en aanraken zoals ze dat zo graag wilde. Marjo wilde zo graag dat Robert van haar zou houden, dat het pijn deed.

Het feit dat hij zo onverschillig tegen haar deed en haar behandelde alsof zij zijn zusje en nog een kind was, begon haar steeds meer te irriteren.

De spanning begon zich weer aardig op te bouwen. Het begon met af en toe een brutaal antwoord als Robert haar vroeg iets te doen. Dit veranderde al snel in zwaar sarcasme. Marjo liet haar boze buien het meest spreken wanneer mevrouw de Boer in de buurt was of wanneer ze aan het eind van de dag de deur uitging. Alhoewel ze het allemaal niet bewust deed, was de boosheid die ze voelde meestal op zijn ergst aan het einde van de dag, als er weer een dag verstreken was en Robert niets had gezegd over haar toekomst op ‘Zeezicht’.

Op de woensdag voor de eerste gasten zouden komen, bereikten dingen een onvermijdelijk hoogtepunt. Het begon toen mevrouw de Boer uiteindelijk haar mond opendeed nadat Marjo Robert een grote mond had gegeven,nadat hij haar gevraagd had de laatste hand te leggen aan één van de gastverblijven,in plaats van, zoals ze zelf gedacht had, achter de computer te zitten. Marjo haar grote mond had het gewenste effect, Roberts gezicht werd rood van woede. Als mevrouw de Boer niet in de kamer geweest was, dan was de emmer overgelopen, wist Marjo. Deze wetenschap gaf haar het lef er nog een schepje bovenop te doen. De verraadster hielp haar te ontdekken hoe leuk het was om Robert boos te maken tot het punt dat hij niets liever zou doen dan haar een ongenadig pak op haar blote bips te geven, in situaties waarin hij dit niet kunnen waarmaken. Dit was veel spannender en gaf meer bevrediging dan wanneer ze dit deed in situaties waarin hij meteen tot actie over zou kunnen gaan.

‘Als ik niet beter wist, jongedame, dan zou ik denken dat je die man probeert uit te dagen je te ontslaan’, mevrouw de Boer keek Marjo aan, terwijl Robert de keuken verliet om buiten aan het werk te gaan.

‘Oh ja? Hoe zo me ontslaan? Waarvan ontslaan? Nog even en dan werk ik helemaal niet meer voor hem? En ik wil wedden om dat schamele maandsalaris van je dat hij me niet eens zal missen’. Marjo kon het niet helpen iets van haar pijn in haar antwoord door te laten klinken. De oude vrouw pikte het onmiddellijk op.

‘Iemand zou jullie beide een flink pak slaag moeten geven. Iedere domoor kan zien dat jij op hem wacht en hij op jou’.

‘Wat weet u daar nu van? Nieuwsgierigheid won het van de gekwetstheid die Marjo voelde.

‘Alles wat ik weet is dat het de hoogste tijd is dat jullie eens wat besluiten nemen voor de eerste gasten arriveren. Jullie lijken wel gek te denken dat jullie het ene moment wel weten hoe het allemaal moet en tegelijkertijd helemaal niets regelen? Een stelletje gekken zijn jullie! Het hele gezicht van mevrouw de Boer werd rood.

‘Ik ga hem niet om een baantje smeken! Hij is de baas hier!’, Marjo zette haar handen op haar heupen. Ze straalde één en al verzet uit.

‘Je stelt je op als een onhandelbaar meisje, jongedame! Het kan helemaal geen kwaad je kaarten open op tafel te leggen. Zeg wat je op je lever hebt. Jij wilt toch ook weten waar je aan toe bent?’ Mevrouw de Boer deed het geweldig. Haar overtuigingskracht deed het verzet bij Marjo breken.

‘Nee, als hij me wil hebben, kan hij me dat gewoon vragen’, was het enige antwoord dat ze kon bedenken en om het gesprek te beëindigen liep ze de keuken uit om de kwasten en de sjablonen te pakken en naar boven te gaan om het laatste karweitje af te maken.

De frustratie zat hoog en ze kookte van woede. ‘Als iedere gek het kon zien, dan was Robert wel de grootste gek die er bestond!

‘En hoe kon dat oude wijf me vertellen dat ik degene ben die mijn kaarten open op tafel moet leggen. Hij is degene die moet besluiten of hij me nog nodig heeft of niet. Het is verdomme niet aan mij om hem te vertellen dat hij hulp nodig heeft bij het huishouden en het vermaken van de gasten. Wat denkt hij wel niet? Dat hij ze binnenlaat, ze hun kamer laat zien en dat verder alles van zelf gaat? De onnozele hals zou waarschijnlijk op de bank gaan zitten met een krant en hopen dat alles verder wel vanzelf zou gaan. Alles wat hij zou moeten doen is kijken naar tante Bea en oom Wim en hij zou weten dat er meer nodig is dan een oud fossiel in de keuken om een bedrijf als dit te runnen’.

Marjo was in de volgende uren bezig om de onzichtbare mevrouw de Boer en Robert de waarheid te vertellen.

Tegen koffietijd die ochtend had Marjo een humeur om op te schieten. Tegen die tijd had mevrouw de Boer ook met Robert gesproken. Hij had samen met de oude vrouw zitten lachen en was het helemaal met haar eens dat de recente uitbarsting van Marjo bewees dat ze het er moeilijk mee had dat haar baantje binnenkort op zou houden. Hij was het er mee eens dat hij er eerder over had kunnen beginnen, wat er met Marjo moest gebeuren als de verbouwing helmaal klaar was, maar dat hij hoopte dat ze hem had laten merken wat ze zelf wilde.

‘Ik zou willen dat u haar op een even directe manier te woord staat, als dat ze momenteel zelf doet. En wel nu! Om vredesnaam en om het welzijn van mijn oude gevoelige oren, vraag ik u het met haar op te nemen. Biedt haar dat baantje aan en laat de vrede in dit huis terugkeren. Haar groffe taalgebruik en haar grote mond zitten me tot hier!’ Robert glimlachte bij het horen van de woorden van de oude vrouw. Het was lang geleden dat hij zo was toegesproken. Het zorgde ervoor dat hij niet langer twijfelde hoe hij Marjo één en ander voor zou leggen.

Ze wist het nog niet,maar mevrouw de Boer of geen mevrouw de Boer, mejuffrouw Marjo zou toch een toontje lager moeten zingen als ze zou willen blijven. Eerst zou hij de juiste omstandigheden creëren voor hij haar een baantje zou aanbieden. Hij bedacht dat dit het beste tussen neus en lippen zou kunnen gebeuren als ze samen aan het werk waren, dus toen Marjo beneden kwam voor een kop koffie, zei Robert dat hij haar hulp buiten nodig had als haar pauze erop zat.

Marjo’s antwoord klonk afgemeten. ‘Ik heb nu even pauze. Als die voorbij is kom ik naar buiten.

Ze zag dat mevrouw de Boer verstijfde terwijl ze over het aanrecht gebogen zilver stond te poetsen. De oude vrouw schudde haar hoofd, maar Marjo kon haar gezichtsuitdrukking niet zien. Robert liet het passeren. Hij zou er wel mee afrekenen als de tijd er rijp voor was.

Marjo nam alle tijd en rekte haar pauze wel een half uur, totdat mevrouw de Boer er iets van zei.

‘Het is al bijna etenstijd, ga nu eindelijk eens naar buiten om die man te helpen. Als jullie te laat zijn voor het middageten zullen jullie tot het avondeten honger hebben. Het is hier geen restaurant!

‘Ach houd je stil! Ik was al onderweg’, gromde Marjo terwijl ze haar lege koffiemok in de gootsteen neerzette.

‘Omspoelen!’, waarschuwde mevrouw de Boer, terwijl ze zich naar Marjo omdraaide die er vandoor probeerde te gaan.

‘OK! OK! U hoeft niet zo raar te doen!’, Marjo deed de kraan open en spoelde de kop om.

‘Weg!’, mevrouw de Boer joeg het brutale meisje met een dreigende handbeweging alsof ze haar een tik zou geven, de keuken uit.

Ze vond Robert op een ladder. Hij was het hek aan het schilderen.

‘Hoe ziet het er van daar uit? Riep hij naar beneden toen hij haar aan zag komen.

‘Wel goed, hoor’.

Loop eens een eindje de weg op en kijk eens hoe het er van daar uitziet. Vertel me eens of het groen van het hek wel genoeg contrasteert met het groen van het huis’.

‘Laat je me daarvoor hier heen komen? Om je schilderwerk te bekijken? Ik zei je toch al dat het er goed uit ziet!’, Marjo deed haar armen over elkaar en verschoof haar gewicht naar één been. Haar rechterbeen verraadde haar irritatie door er mee op de grond te tikken. Haar gezicht straalde arrogantie uit.

’Loop naar de weg en kijk van een afstand naar de kleuren. Het is zinloos dat ik al die tijd investeer en later blijkt dat de kleuren niet voldoende contrasteren’. Robert bleef geduldig, maar herhaalde streng zijn instructies.

Marjo zuchtte, rechtte haar rug en stampte in de richting van de weg. Toen ze daar aankwam draaide ze zich om en ervoer nog steeds dezelfde weerstand als die ze daarvoor had ervaren. Hoewel haar hoofd er niet naar stond, moest ze toegeven dat het resultaat er indrukwekkend uitzag. Het huis was zachtgroen geaccentueerd met drie verschillende soorten groen. Het stak prachtig mooi af tegen ze bomen die er achter stonden en het hek op de voorgrond. ‘Zeezicht zag er prachtig mooi uit’.

’En?’, riep Robert toen Marjo niets liet blijken.

‘Het is prachtig’, riep Marjo terug.

‘OK, kom dan maar terug hierheen’.

Marjo sjokte langzaam terug of haar bijna iets onmogelijks gevraagd werd.

De krokussen langs de oprit stonden in knop. Het was het bewijs van het veranderende seizoen. De winter was echter nog niet helemaal verslagen. Het was waarschijnlijk dat deze nog een paar laatste stuiptrekkingen zou laten zien. Maar spoedig zou het helemaal lente zijn.

Robert stak zijn kwast in de verfpot en begon de ladder af te klimmen, om tegelijk met Marjo beneden in de tuin te zijn.

‘En Marjo? Heb je bedacht hoe je je hier verder nuttig gaat maken wanneer je klaar bent met die laatste kamer?’ De vraag was helder en eenvoudig, maar bracht Marjo in verwarring.

‘Nee’, loog ze.

‘Waarom niet?, vroeg Robert enigszins verbaasd.

‘Ik heb er gewoon nog niet over nagedacht’, loog ze opnieuw.

‘Het is niet zo dat je vanaf nu alleen maar wat achter de computer kunt hangen, als dat is wat je in gedachten hebt’, de opmerking was bedoeld om haar te prikkelen maar om haar tevens te laten merken dat hij verwachtte dat ze zou blijven komen.

‘Dat denk ik ook helemaal niet’, Marjo koos de aanval als reactie op wat zij dacht dat een insinuatie was dat ze de kantjes eraf liep en dat het werk dat ze aan de website besteed had, niet telde.

‘Ik dacht dat je zei dat je er nog niet over na gedacht had?’, Robert glimlachte naar haar. Hij kon haar een beetje op de kast jagen, maar omdat hij vond dat ze toch al iets af te rekenen hadden, besloot hij het spel niet te lang laten duren.

‘Dus?’, Marjo verstrakte. ‘Ik was niet van plan om hier de luilak uit te blijven hangen. Ik heb er dus helemaal nog niet over nagedacht’.

‘Je zou willen blijven neem ik aan?’

‘Hangt er van af’.

‘Waar van af?’

Ik blijf hier niet alleen hangen om alleen het vuile werk, zoals het schoonmaken van de toiletten en het doen van de afwas’.

‘Niemand heeft gezegd dat je dat moet doen. Je hebt tot nu toe toch ook niet alleen het vuile werk gedaan, of wel?’

‘Soms wel’.

‘Oh ja? Is dat zo? Stond jij de septisch tank schoon te maken, terwijl er een halve meter sneeuw lag?’

‘Nee, maar ik heb wel bijna de hele winter al het hout gehaald’.

‘Je mag ook wel wat minder aangename klusjes doen, dat doen mevrouw de Boer en ik ook. Ik zou zeggen dat het op de lange termijn allemaal wel in evenwicht is. Ben je nu van plan om te blijven, of niet?’ Robert maakte een eind aan de discussie en ging recht op zijn doel af.

‘Ga je een scanner aanschaffen en laat je de website aan mij over?’ Marjo bracht de enige dingen ter sprake die ze als onderhandelingspunten kon bedenken.

‘Ik zal een scanner, fax en printer in één aanschaffen. Misschien wel een hele nieuwe computer, als we een goed eerste seizoen draaien. Hoe klinkt dat?’

‘OK. Dan blijf ik. Marjo knikte. Ze vond het een goede deal vanuit haar kant bekeken. Ze ontspande zichtbaar.


’Dan nog twee dingen van mijn kant’, het was de beurt aan Robert om zijn kaarten uit te spelen.

‘Wat?’ Marjo keek hem wat warrig aan. Op zijn gezicht stond een donkere ‘Ik bedoel het serieus’ uitdrukking te lezen.

In de eerste plaats kan ik je tot de eerste inkomsten binnenrollen alleen maar kost en inwoning bieden. Je zult hier ’s ochtends vroeg moeten zijn en soms tot laten moeten blijven, dus ik vind het het best als je hier je intrek neemt. Als het seizoen goed verloopt, dan betaal ik je € 200,= per maand. Ik zal je in oktober betalen. Niet eerder. OK?’

‘OK. Is dat alles?’, knikte ze.

‘In de tweede plaats, je houding. De afgelopen twee weken heb je je in toenemende mate gedragen als een brutale, over het paard getilde snotneus. Dat wil ik niet meer zien’.

Marjo’s ogen vernauwden zich. ‘Je kunt me niet voorschrijven wanneer ik kwaad kan zijn en wanneer niet’.

‘Nee, dat kan ik niet’, was Robert het met haar eens. ‘Maar ik kan en zal je wel voorhouden hoe ik het in dit huis wil hebben. En ik tolereer geen brutale mond of een hautaine houding, tenzij je wilt dat ik je over de knie leg’.

‘Afgesproken!’ Marjo zette haar handen op haar heupen en ging met zijn voorwaarden akkoord.

‘Mooi zo! Dan kun je nu naar je kamer gaan en wachten tot ik bij je kom om eens goed af te rekenen met die brutale houding van je.

‘Geen sprake van!’,Marjo voelde een schok door zich heen gaan.

‘Wel degelijk sprake van! Je hebt me gehoord en ik meen het! Bovendien ben je met mijn voorwaarden akkoord gegaan als ik het me goed herinner.

‘Dat is niet eerlijk! Ik ging akkoord met ‘vanaf nu’ niet met ‘nu’, klaagde Marjo.

Nu geldt het oude contract nog steeds, jongedame en je hebt nog wat van me tegoed!  En nu naar boven!’ Robert draaide zich om en liep terug naar de ladder. Hij ging er helemaal vanuit dat ze hem zou gehoorzamen. Hij wist dat ze nog even zou sputteren, maar wist ook dat ze in haar slaapkamer zou zijn als hij over een uurtje boven zou komen.

Als Marjo een steen onder handbereik zou hebben op het moment dat hij zijn rug arrogant naar haar toe keerde en van haar verwachtte dat ze zijn orders zou gehoorzamen, dan zou Robert wel eens gewond hebben kunnen raken. Marjo moest zich erg inhouden de ladder die hij beklom niet om te duwen.

Marjo ging terug in het huis en stampte met veel lawaai door de keuken.

’Handen wassen! Het eten is over een kwartiertje klaar!’, meldde mevrouw de Boer toen Marjo passeerde.

‘Ik hoef geen eten! Je kunt het in een plek steken waar de zon niet schijnt!’, siste Marjo. Ze rende met drie treden tegelijk de trap op. Vervolgens klapte ze de deur zo hard dicht dat het hele huis trilde. Robert voelde het zelfs buiten op de ladder en bedacht dat het geen zin had haar lang in haar vet te laten gaarkoken. Het zou haar humeur alleen maar verder verslechteren. Hij trok een grimas, klom de ladder af en liep naar het huis.

‘En? Blijft ze of vertrekt ze?, gromde mevrouw de Boer tussen haar opeengeklemde kaken toen Robert de keuken instapte en in de la bij het kooktoestel begon te rommelen.

‘Ze blijft’, gromde Robert terug en pakte een grote walnoten pollepel uit de la. Hij sloeg er mee in zijn linkerhand en draaide zich om in de richting van de trap.

Mevrouw de Boer grinnikte. Ze wist precies wat er ging gebeuren. ‘Het werd hoog tijd!’ mompelde ze voor zich uit. Ze schepte zichzelf een kop soep in en hoorde Marjo vloeken. Robert had haar kamerdeur opengedaan. De stemmen vervaagden weer toen de deur gesloten werd. Ze hoorde nog wat gestommel door het plafond en vervolgens kon het onmiskenbare geluid van hout dat op de blote billen van een erg berouwvol meisje sloeg, gehoord worden. ‘Zo voedt men de jeugd op!, knikte ze instemmend en zakte achterover en genoot van haar lunch.

‘Nee verdomme!’, vloekte Marjo, toen ze verrast werd door de binnenkomst van Robert.

‘Dit hebben we allemaal al vaker meegemaakt’, antwoordde hij. ‘Jazeker wel, doe je broek naar beneden en kom hier’

‘Klootzak!’

Robert liet haar verder geen keus. Hij deed de deur achter zich dicht en liep op Marjo af die opgesloten stond tegen haar bed. Hij trok haar aan haar trui naar zich toe en deed de knoop en de rits van haar broek los.

’Naar beneden ermee, en laten we zorgen dat het achter de rug is. Zijn vastberadenheid was een kracht op zich. Ondanks dat ze zich los probeerde te rukken, merkte Marjo dat ze meewerkte door haar shirt over haar bips omhoog te trekken toen Robert haar over de knie legde.

Het pak slaag begon meteen. Geen standje, geen inleiding, alleen maar harde en vastbesloten klappen. De grote pollepel was een machtig slagwapen. Het harde hout zorgde van de eerste keer dat het met haar billen in aanraking kwam voor kreten van pijn. Na amper een minuut probeerde Marjo wanhopig weg te komen en de pijn te stoppen. Haar gestribbel werd echter gemakkelijk gepareerd. Robert had geen moeite om haar handen te fixeren en haar benen tussen de zijne op te sluiten. Het pak slaag zou pas ophouden wanneer hij vond dat ze genoeg had gehad. Even later lag Marjo te huilen en te smeken dat hij op moest houden en weer even later keerden het stribbelen en de krachttermen terug. De strijd van de sterkste wil en het pak slaag duurden al met al ongeveer drieëneenhalve minuut. Toen het voorbij was, was Marjo’s keel schor van het schreeuwen, haar bips witheet en was ze ongecontroleerd aan het huilen.

Robert hielp haar overeind en deed haar spijkerbroek voor haar omhoog en liet haar vervolgens op zijn schoot zitten. Hij liet haar zonder een woord te zeggen uithuilen.

Nadat ze gekalmeerd was, pakte hij haar kin en draaide haar gezicht naar de zijne.

‘Geen brutaal gedrag meer, begrepen?’ glimlachte hij.

‘OK’, snikte Marjo en ze schudde haar hoofd. ‘Niet meer’.


Ze hing tegen Robert aan om even een paar minuten op adem te komen. Door zo dicht bij hem te zijn voelde zich opgewonden en erg rustig tegelijkertijd. Ze wilde zo graag dat hij van zou haar houden dat haar borst al even veel pijn deed als haar bips.

‘Tijd om te gaan eten, of we krijgen er van mevrouw de Boer van langs’, grijnsde Robert.

Marjo knikte en stond op.

‘Was je gezicht en knap je een beetje op en kom dan snel naar beneden, OK?’ zei Robert en deed de deur open om naar de keuken te gaan.

‘Marjo snikte nog een keer en knikte. Ze volgde hem naar de overloop en maakte een tussenstop in de badkamer voordat ze naar de keuken ging.

Ze genoten in betrekkelijke rust van hun lunch. Robert vol zelfvertrouwen, wetend dat mevrouw de Boer alles gehoord had, of tenminste vermoedde dat Marjo een stevig pak op haar bips had gehad. Robert en de oude vrouw wisselden af en toe een glimlach en een knipoog uit en wisten dat schaamte deels voor de stilte zorgde. Uiteindelijk besloot mevrouw de Bruin het ijs te breken.

‘Ik denk dat je je voortaan wel twee keer zult bedenken voor je weer zo hard met de deuren zult slaan, is het niet’, mejuffrouw Marjo?

Robert kon het niet helpen. Hij proestte het uit.

Marjo kon het ook niet langer houden. Een brede glimlach brak door op haar vuurrode gezicht. ‘Stop! Het is niet grappig’, klaagde ze.

Je hebt gekregen wat je verdiende en daar is de kous mee af. We hebben het er niet meer over, hoor je?’ Mevrouw de Bruin sloeg de spijker op zijn kop. En zo eindigde het.

En wederom sloeg het gedrag van Marjo als een blad aan de boom om. En het werk in ‘Zeezicht’ ging gewoon door. Over drie dagen zouden de eerste gasten komen.

Vlieland (5)

Marjo hield zich met de afwas bezig. De wind die om het huis heen huilde, hield constant aan en af en toe was er een harde windvlaag die het oude huis deed beven. In haar hoofd woedde een vergelijkbare storm. Nervositeit zorgde ervoor dat ze haar gedachten niet al te lang bij het zelfde onderwerp kon houden. Ze wenste dat er nooit een eind aan de afwas zou komen. Tegelijkertijd wakkerde het vooruitzicht haar behoefte aan.

Robert had haar al diverse keren gewaarschuwd die middag, maar zelfs na zijn laatste waarschuwing was ze nog doorgegaan. Zijn laatste woorden waren vrij kalm geweest. Ze wist niet goed wat ze moest verwachten. Zou hij haar de mantel uitvegen over haar houding? Of zou hij haar duidelijk maken hoe hij er over dacht zoals hij de laatste keer had gedaan?

De verraadster in haar vocht een strijd met haar uit, terwijl ze hard probeerde de tweede van beide opties te vermijden.

‘Als hij besluit het te doen en je weet er onder uit te komen, dan zul je daar vervolgens de hele week spijt van krijgen!’, mompelde de verraadster.

‘Maar het is zo stom! Ik kan het missen als kiespijn!’, klaagde ze terug. ‘Trouwens, hij zal het toch niet doen’.

‘Wedden? Jij kunt toch zorgen dat hij het doet?’

‘Nee!’

‘Ach, kom aan! Je wilt het! Zeg hem dat hij kan gaan fietsen met zijn opvattingen over je houding en je zult merken wat hij gaat doen’, zei de verraadster verwachtingsvol. Ze wilde een pak op haar billen, en de opwinding dat dit nu zo dicht onder handbereik was, zorgde ervoor dat Marjo er steeds heviger naar verlangde.

‘Houd toch op!’, zei Marjo hardop.’ Haar woorden werden vanuit de woonkamer beantwoord.

‘Stop met die verhalen tegen jezelf, maak je werk af en kom hier!’, de ondertoon in zijn stem deed Marjo schrikken.

‘Ik kom zo’, antwoordde ze in een reflex. Dat antwoord had ze al zo vaak aan haar oom gegeven toen hij haar een vergelijkbare vraag had gesteld.

‘Je hebt al tijd genoeg gehad om de afwas te doen van een buffet voor driehonderd personen. Ik geef je nog vijf minuten. In inhoud van zijn woorden en de toon waarmee ze uitgesproken werden gaven weinig ontsnappingsruimte.

Marjo trok een grimas en zuchtte. Ze realiseerde zich dat ze lang had staan treuzelen toen ze haar hand in het afwaswater stak en merkte dat dit al helemaal koud was.

‘Oe Bah!’, huiverde ze, bij de onaangename sensatie.

Iets bonkte tegen de muur vlak onder het raam. Onmiddellijk begon het huis te schudden als gevolg van een hele harde windvlaag. De lichten flikkerden en gingen vervolgens uit. Het was niet goed vast te stellen of de stroomstoring lokaal was of dat heel Vlieland uitgevallen was.


Voor Marjo en Robert, en alle andere bewoners, maakte het weinig uit. Er was nu toch niets aan te doen. Eerst moest de storm uitgewoed zijn. En dat kon volgens het K.N.M.I. nog wel twee of drie dagen duren.

Zoals veel huizen op het eiland had ‘Zeezicht’ zijn eigen noodaggregaat in de kelder. Maar Robert gebruikte hem niet tenzij de temperatuur in het huis te veel zou zakken. Maar nu brandde het hout en de haarden. En voor de verlichting waren er zaklampen, kerosineverlichting en kaarsen.

Marjo liet haar ogen even aan het donker wennen. In het donker zag de keuken er kil uit en geïsoleerd van de rest van het huis. Dit stimuleerde haar snel de afwas af te maken en snel naar de woonkamer te gaan.

Marjo zag dat Robert bezig was nieuwe blokken op het haardvuur te leggen en de gloeiende houtskool eronder een beetje op te poken.

‘Ik dacht wel dat je hierdoor snel klaar zou zijn’, zei hij zonder van zijn werk op te kijken. ‘Kom hier zitten’.

Marjo volgde zijn handgebaar en ging op de hoek van de grote pluche sofa zitten. Ze keek gespannen toe hoe Robert met het vuur in de weer was. Zou de stroomuitval de gang van zaken beïnvloeden?

Toen hij ging staan en zich uitrekte en zich naar haar omdraaide, had Marjo haar verhaal klaar. Roberts gezichtsuitdrukking was streng en vastbesloten.

‘Goed, laten we maar beginnen’, hij ging op het krukje zitten wat vlak voor Marjo stond. Hij leunde voorover, liet zijn ellebogen op zijn knieën rusten en zijn handen naar beneden bungelen.

‘Wat?’, de gedachte aan wat komen ging maakte haar onrustig.

Robert zag dat ze een kleur als vuur kreeg en nerveus heen en weer schoof. Hij glimlachte inwendig en dacht, ‘ze weet dus dat ze grenzen overschreden heeft’.


’Hou op met je wat. Je weet heel goed wat’, hij bleef in haar ogen kijken en zijn blik en strenge houding triggerde de verraadster in haar. Marjo voelde het verlangen en probeerde zich er tegelijkertijd hevig tegen te verzetten.

’Hoe vaak heb ik je gewaarschuwd over je gedrag en je taalgebruik?’

‘Marjo haalde haar schouders op’.

‘Dat betekent dat je aan het eind van de reeks 20 extra zult krijgen’, de manier waarop hij dat zei deed Marjo’s maag samenknijpen. Het leed geen enkele twijfel meer dan dat ze een pak op haar bips zou krijgen en eigenlijk wist ze dat al vanaf het moment dat hij haar in de keuken achterliet om de afwas te doen.

‘Geen sprake van!’, haar mond viel open als reactie op de shock en verrassing door het horen van zijn woorden. Het nette meisje in haar hield haar adem in en de verraadster haalde opgelucht adem. Haar kruis begon te kloppen en ze schoof onrustig heen en weer op de bank.

’Hoe vaak heb ik je kans gegeven en hoe vaak heb je die bedorven?, herhaalde Robert zijn vraag.

Marjo schoof heen en weer en vertrok haar gezicht. Ze kon het zich niet precies herinneren en kon ook niet bedenken of dat nu nog wat uitmaakte.

‘Ik waarschuw je niet weer je schouders ophalen, anders geef ik je twee keer een pak slaag’.

‘Ik weet het niet precies. Ik heb het niet geteld’.


’Eén keer te vaak, denk ik. Denk je dat het een goede schatting is?’ Roberts volharden was om woedend van te worden. Aan de andere kant gaf het perfecte voeding aan de strijd tussen de verraadster die een pak slaag aan het uitdagen was en het perfecte meisje dat wilde dat Robert haar als een volwassen vrouw zou zien en dezelfde dingen voor haar zou voelen als zij voor hem deed.

‘Nee’, Marjo kon het niet opbrengen om te zeggen dat hij gelijk had. Ze kon echter ook de woorden niet vinden om hem op originele wijze duidelijk te maken dat ze het niet met hem eens was.

‘Nee? Hoe vaak moet ik je dan waarschuwen, denk je’?, de vraag was beladen en Marjo wist dat. In een reflex haalde ze haar schouders op en realiseerde zich erna pas wat ze gedaan had. Terwijl ze naar woorden zocht om op de juiste manier antwoord te geven, liet Robert van zich horen.

’En zijn het 40 kletsen extra aan het eind. EN GEEF NU ANTWOORD! Je weet hoe ik denk over die arrogantie van je!’

De woorden zorgden ervoor dat de tranen hoog kwamen te zitten. Er was maar één manier om ze onder controle te houden. En die was door het gevecht aan te gaan.

‘Ik ben geen kind meer! En jij bent een verdomde klootzak!’

‘Je hebt gelijk. Je bent geen kind. Je zou beter moeten weten en je beter moeten kunnen beheersen. Reden te meer om je voor vol aan te zien, vind je niet?’ Het antwoord en de redelijkheid van Robert, gaven Marjo een klein beetje verlichting.

Marjo haalde bijna haar schouders weer op. Deze keer schoof ze wat gemakkelijk heen en weer en vertrok haar gezicht toen ze antwoordde, ‘Nee’.

‘Nee?’, het antwoord van Robert was streng en hij zuchtte geërgerd. ‘Dat is het? Je hebt er niets meer over te zeggen?’

‘Wat wil je dan dat ik zeg? Jeetje Mina! Je gaat het toch doen! Dus ga je gang!’ de verraadster nam het over en ging recht op haar doel af.

‘OK, ga staan en doe je broek naar beneden’, Robert ging recht zitten, rechtte zijn rug om zich op zijn taak voor te bereiden.

‘Geen denken aan!’ Marjo ging diep in de bank zitten en zette zich schrap.

‘Je zei zelf ‘ga je gang’ Ik ben bereid je tegemoet te komen. Als je het me nog een keer laat zeggen, dan verander ik die veertig extra in honderd’.

‘Nee”, klaagde Marjo. Maar toen ze grimmige trekken op het gezicht van Robert zag verschijnen, koos ze snel eieren voor haar geld. ‘OK! OK! Even wachten, OK?’

‘Niks niet even wachten, je hebt erom gevraagd en nu ga je het krijgen. Opstaan en je broek naar beneden’.

Pijnlijke en onplezierige elektrische sensaties trokken door haar handen en haar kruis. Net nu ze haar hard nodig had was de verraadster ervandoor gegaan. Marjo kon niets anders meer doen dan gehoorzamen, maar had het lef niet om dit te doen.

‘Alsjeblieft? Kun je me niet nog een kans geven? Alsjeblieft? Ik zal het nooit meer doen! Dat beloof ik!’ Zonder de aanwezigheid van de verraadster die een pak slaag wel zag zitten, bleef er alleen maar de angst en schaamte over die ze ook altijd voelde als ze een pak op haar bips van haar oom kreeg. Maar nu werd daar nog aan toegevoegd dat ze een nog sterkere weerstand voelde vanwege de gevoelens die ze voor deze man had.

‘Houd er mee op!’, Roberts weerwoord was streng en onverbiddelijk. ‘Ga staan en doe je broek naar beneden. Nu onmiddellijk!’

Marjo schudde nee en kroop nog dieper weg in de kussens van de sofa. ‘Ik kan het niet’, de angst en opwinding die ze voelde waren overweldigend. Als het allemaal niet snel achter de rug zou zijn, dan zou haar hart misschien wel exploderen.

Uit medelijden ontnam Robert haar de keuze om in actie te komen. Zijn rechterhand schoot vooruit, pakte haar bij haar pols en trok  haar van de bank overeind. Haar broek werd losgemaakt. Haar corduroybroek en haar onderbroek werden met één ruk naar beneden getrokken.

‘Liggen!’, Robert trok haar in de richting van zijn schoot.

‘Oh God nee! Asjeblieft!’, Marjo probeerde zich los te trekken.

‘Liggen! Nu!’, Roberts grip om haar pols werd steviger en een seconde later voelde Marjo dat ze voorover over zijn knie viel. Haar maag kwam op zijn bovenbeen terecht op hetzelfde moment dat zijn hand op haar rechterbil neerknalde.

Door de pijn en het brandende gevoel van de klap, vervlogen al haar sexy gevoelens die ze had, en gilde Marjo het uit.

‘AUW!  Niet doen!’

Robert negeerde haar protesten en begon er lustig op los te slaan.

Een minuut lang was Marjo geschokt door de discrepantie tussen haar fantasie en de werkelijkheid die ze op dat moment ervoer. Die kloof kwam overigens niet alleen door de pijn die ze voelde. Het was ook gevoelsmatig heel anders.

In haar fantasie kreeg ze een pak op haar bips omdat ze dat verdiend had, maar er was geen begin of eind. De oprechte schaamte en de oprechte spijt die ze in werkelijkheid voelde, kwam in haar fantasie helemaal niet voor. En bijna net zo erg was de echte pijn die werd aangericht door de hand van een gefrustreerde en geïrriteerde man en die geen deel uitmaakte van haar fantasie. Ja in haar fantasie werden deze dingen allemaal wel verondersteld, maar de details ervan ontbraken. De schaamte en het berouw waren intens en de pijn was afschuwelijk.

Al snel probeerde Marjo wanhopig om weg te komen en het te laten ophouden.

Robert was echter nog maar net begonnen en bedacht zich dat zo lang Marjo zich verzette tegen de consequentie, het nog niet genoeg was. Hij begon harder te slaan. Als Marjo zijn gedachten had kunnen lezen, had ze haar verzet onmiddellijk gestaakt en had ze zich aan haar straf overgegeven. Maar dat kon ze niet. Ze voelde alleen maar wanhoop. Het gaf haar oerkrachten die ze gebruikte om zich te verzetten.

‘Laat me los! Verdomme! Laat me los!”

Robert reageerde met nog hardere klappen die er alleen maar voor zorgden dat Marjo nog vastbeslotener probeerde weg te komen.

Een hele serie scheldwoorden volgden. Maar ze zorgden er alleen maar voor dat haar billen er nog meer van langs kregen.

Na wat een eeuwigheid leek, accepteerde Marjo dat de klappen niet eerder zouden ophouden totdat Robert vond dat het genoeg was geweest. Haar bips deed verschrikkelijk zeer en haar verzet begon langzaam af te nemen. Haar gestribbel hield op en ondanks haar trots begon Marjo te huilen.

‘Houd alsjeblieft op. Je doet me zeer’, snikte ze.

‘Zul je je voortaan twee keer bedenken voordat je zo gaat uitdagen?’, Robert sloeg hard op haar billen om ieder woord kracht bij te zetten.

‘Ja! Ja,  dat zal ik doen! Houd asjeblieft op’.

Robert leek haar smeekbedes te negeren. In plaats daarvan leek hij nog harder te slaan. Marjo verloor hierdoor het laatste beetje controle en begon onbedaarlijk te snikken’.

’Asjeblieft! Stop! Ik kan niet meer hebben. Alsjeblieft! Niet meer!’

‘Dat had je je moeten bedenken voordat die laatste opmerking in de keuken maakte en voor al het gevloek van daarnet. Dat zul je niet zo snel weer doen, is het wel?’

‘Nee, ik zal het niet weer doen! Ik beloof dat ik het zal proberen’.

Robert hield op met slaan.

Marjo richtte zich op om van zijn schoot op te staan. Robert beantwoordde deze actie met vijf harde klappen op haar bips.

‘Liggen blijven tot ik zeg dat je op mag staan’, gromde hij en duwde op haar rug tot ze weer in de goede positie lag.

‘Niet meer’, snikte Marjo.

‘Ja, nog wel meer! Je hebt nog 40 extra tegoed vanwege je onuitstaanbare arrogantie van daarnet’.

In eerste instantie reageerde Marjo op zijn woorden door wat halfbakken gestribbel. Ze wist dat het enkele zin had, maar had het gevoel dat ze het moest doen. Robert reageerde met tien klappen op haar billen.

‘Houd op en luister naar me, of ik begin weer helemaal bij het begin. Als ik dan met je klaar ben, zijn die 40 extra er nog steeds.

Marjo realiseerde zich dat ze er al een veelvoud van 40 kletsen op had zitten. Het aantal was afschrikwekkender dan het in realiteit zou zijn. Daarentegen voelden haar billen aan als één grote pijnlijke en brandende massa en het vooruitzicht van zelfs maar vijf extra klappen was meer dan ze kon hebben. Haar reactie was dat ze over zijn knie ineenstortte en met haar hoofd nee schudde. De enige lichaamsdelen die over spierspanning bleven beschikken waren haar vuisten. Ze waren zo stijf gebald dat haar vingernagels pijn veroorzaakten van het gespannen afwachten.

‘Morgenochtend na het ontbijt ga je aan de keukentafel een opstel schrijven over vloeken. Is dat duidelijk?’

Marjo voelde de weerstand in zich opkomen, maar wist zich op tijd in te houden. Robert sloeg haar een paar keer hard op haar billen.

‘OK! OK! Ik zal het doen! Dat beloof ik!’

‘En daarna ga je weer met het behang aan de slag. Als de badkamer en het opstel morgenavond niet af zijn, krijg je weer een pak op je blote bips. Is dat duidelijk?’

Marjo snikte, maar dit keer was ze snel genoeg met haar antwoord.

‘Ja’.

‘Mooi. Dan mag je opstaan en naar die hoek van de kamer lopen en daar gaan staan’.

Marjo stond snel op van zijn schoot. Haar eerste reactie was haar broek omhoog trekken.

‘Laat je broek met rust. Blote bips. En in de hoek waar ik hem kan zien. Nu!’. De strengheid in zijn stem was wat afgenomen, maar Marjo durfde niet tegen hem in te gaan. Hetzelfde spannende gevoel als wanneer ze de aanzegging van een pak slaag kreeg maakte zich van haar meester toen Robert haar beval haar broek omlaag te laten. Opwinding leek te ontstaan doordat de hitte van haar billen zich over andere gebieden, tussen haar benen uitspreidde.

De tocht naar de hoek was een heel gedoe. Meubels en hout blokkeerden de weg en de bundel van haar broek rond haar knieën zorgde ervoor dat ze dreigde te struikelen als ze te grote stappen nam.

De tijd ging maar langzaam voorbij. Aanvankelijk had Marjo rechtop en doodstil gestaan, maar na een minuut of vijf werden haar kniegewrichten stijf en niet lang daarna ook haar enkels en heupen. Het duurde niet lang of ze stond heen en weer te bewegen om haar gewrichten soepel te houden. Verveling was eigenlijk de echte reden, maar stijfheid leek haar een goed excuus.

‘Ga recht staan en sta stil!’waarschuwde Robert toen Marjo met haar rechterheup tegen de zijkant van de schoorsteenmantel leunde.

‘Mijn benen doen zeer’, klaagde Marjo.

‘Nog half niet zo zeer als wanneer ik het nog een keer moet zeggen’. Het antwoord maakte de verraadster weer wakker. Haar gastvrouw had een pak op haar bips gehad en het was nog niet afgelopen. In de tussentijd zorgde her ritueel in de hoek ervoor dat ze weer opgewonden werd.

Marjo sloot haar ogen en voerde zich mee naar een niveau van kalmte en rust. Het sexy gevoel tussen haar benen zorgden er bijna voor dat deze onder haar vandaan trilden. De waanzinnige stem in haar daagde haar uit om in verzet te komen tegen de man die haar daarnet zo hard op haar billen had geslagen.

‘Houd asjeblieft op’, fluisterde ze tegen haar eigen verwarrende gedachten.

‘Wat is er?’, Robert had haar gefluister gehoord.

‘Niets’, schrok Marjo.

‘Als het niets zou zijn, zou je niet zo schrikken. Wat zei je daarnet?’. De waarschuwende toon in zijn stem kon niet gemist worden.

‘Ik had het tegen mezelf. OK? Dat doe ik soms!’, siste Marjo. Ze wilde niet gedwongen worden haar intieme gedachten van het moment aan hem prijs te geven. In plaats daarvan hoopte ze dat hij met haar antwoord genoeg zou nemen. En dat deed hij.

‘Zie je die liniaal daar naast de computer?’ De vraag was impliciet de opdracht om te kijken.

Marjo deed het en zag een veertig centimeter lange lat. Ze hield haar adem in en knikte.

‘Wil je er zestig of veertig mee?’ Robert sloeg op zijn bovenbenen toen zij hem opnieuw antwoordde zonder wat te zeggen.

Marjo kromp ineen, ze kon het niet helpen. Ze schudde met haar hoofd en deed haar ogen dicht.

Robert kon haar gezichtsuitdrukking niet zien, alleen haar lichaamstaal maar lezen. Deze straalde deze keer de verkeerde boodschap uit.

‘OK. Dan doen we zestig. Ga hem halen en breng hem bij me’.

Marjo schudde haar hoofd, maar ging er niet tegen in. Haar benen gehoorzaamden en ze dribbelde naar het bureau om de liniaal op te halen. Tranen ontsnapten aan haar ooghoeken en biggelden over haar wangen. Voordat ze zich naar hem omdraaide hield Marjo op de snikken weg te slikken die ze weer op voelde komen. Het was het teken dat de verraadster haar weer had verlaten.

‘Ik moet wel helemaal gek zijn’, zei ze tegen zichzelf toen ze vocht tegen de opwinding die de verraadster achter had gelaten.

‘Robert nam de liniaal van het meisje dat voor hem stond aan.

Ze was mooi en onschuldig en had nog geen idee van haar krachten. Deze plotselinge bewustwording overspoelde hem. Het deed onmiddellijk vergeten wat ze allemaal had misdaan en liet een verlangen achter waar Robert niet aan kon voldoen.

Zonder waarschuwing was een sessie met een puur disciplinair motief veranderd. Robert was zich ervan bewust dat wanneer hij het pak slaag nu voort zou zetten, hij de relatie met Marjo op het spel zou zetten. Dat kon hij niet doen. Bleef over om een elegante en afdoende strenge uitweg te vinden.

‘Zul je me voortaan antwoorden wanneer ik je een vraag stel?’

‘Ja’, knikte Marjo. Ze voelde dat er iets veranderd was en dat ze er misschien onderuit kon komen.

‘Ik meen het, Marjo. Niet van die kinderachtige antwoorden zonder iets te zeggen, is dat duidelijk?’ Voor het eerst in het afgelopen uur was de stem van Robert mild. Marjo prees zich gelukkig.

‘Ik zal het proberen, Dat beloof ik’, antwoordde ze snikkend.

‘Het is niet best als je die belofte niet nakomt, begrijp je dat?’ waarschuwde hij.

‘Ja! Alsjeblieft! Ik beloof dat ik het zal proberen!’

‘Doe je broek omhoog en kom hier zitten’.

Toen hij dat zei keek Marjo hem aan. Het licht van het vuur weerkaatste in zijn ogen, maar ze straalden verder alleen maar een vriendelijk aura uit van de man die haar net een pak op haar billen had gegeven.

Waarom voelde ze niet de zelfde wrok die ze voelde wanneer ze een pak op haar bips van haar oom had gekregen? Waarom gaf het idee van een pak slaag van deze man alleen al een vuur ontbranden dat met zoveel enthousiasme door de verraadster was voorbereid? De gemengde gevoelens borrelden in haar omhoog, tot ze het gevoel had dat ze er bijna in stikte.

Achterover zitten op de sofa deed niet zoveel pijn als Marjo verwacht had. Ze hield in angstige verwachting haar adem in toen ze ging zitten, maar toen haar billen de kussens gevonden hadden was het ongemakkelijke gevoel maar zeer tijdig.

Bijna onmiddellijk was het pak slaag en alles wat er toe geleid had, verdwenen. Marjo genoot van het lege en schone gevoel dat over haar heen kwam de rest van de avond.

Ze aten toast en wisselden veel gedachten uit. Het grootste deel van de avond werd gevuld met twee mensen die in gedachten waren en zich realiseerden dat ze veel meer met elkaar gemeen hadden dan ze in hun stoutste dromen dachten.

Er zouden nog vier zulke avonden volgen voor Marjo weer naar huis kon gaan.

‘Ik denk dat we beter beneden kunnen slapen’, zei Robert toen de avond ten einde liep. ‘Denk je dat je de kast waar je het linnengoed uit hebt gehaald, terug kunt vinden?’

Marjo zei dat ze dat kon.

‘Mooi, ga dan naar boven met een zaklamp en haal de lakens en spreien van de twee bedden. En neem een stuk of vier of zes dekens mee.

Marjo zag hoe Robert opstond en naar de keuken liep. Hij haalde ook nieuw hout. Marjo was blij met deze taakverdeling. Ze sleepte liever met dekens dan met houtblokken voor het vuur.

Robert had twee luchtbedden neer gelegd en opgeblazen toen ze met het beddengoed beneden kwam. Ze maakten samen de bedden op. Daarna gaf Robert te kennen dat het tijd was om te gaan slapen.

Voor beiden was het een kort nachtje geweest toen ze de volgende ochtend wakker werden.


Robert was een paar keer opgestaan om de temperatuur te controleren. Tot twee keer toe had hij het aggregaat even laten draaien om bij te warmen. Marjo sliep als een blok door de hevige storm heen en was blij dat Robert een oogje in het zeil hield, terwijl zij lag te slapen.

Marjo haar gebruikelijke dromen lieten haar die nacht met rust. Voor het eerst in lange tijd droomde ze niet van een pak op haar billen. In plaats daarvan droomde ze dat ze de man kuste die haar normaal gesproken in haar dromen een pak op haar blote bips gaf. De lieve uitdrukking in de ogen van Robert de vorige avond stonden haar nog bij.

In haar dromen knuffelde hij haar en knuffelde zij hem terug. Vervolgens bedreef hij gepassioneerd de liefde met haar.

Toen Marjo vroeg in de ochtend wakker werd, had ze in haar dromen geen pak slaag gehad, ze had gevreeën. Gevreeën met Robert.

Het seksuele aspect in haar dromen en alle ervaringen van de vorige dag bleven in haar gedachten rondmalen toen ze zich probeerde te concentreren op haar opstel. Het grootste deel van de ochtend was Robert met het hout en het vuur in de weer.

Robert bande alle seksuele gevoelens uit die bij hem opborrelden ten aanzien van Marjo. Ze was een brutaaltje, maar er waren genoeg dingen in haar die hij aantrekkelijk vond.

‘Het zou een strenge winter worden’, bedacht Robert na drie dagen, toen Marjo weer een van zijn vragen had beantwoord met het ophalen van haar schouders.

Vlieland (4)

Toen Marjo die avond thuiskwam wilde Bea graag alles weten. Al snel werd duidelijk dat ze oom Wim niet had verteld dat Marjo op haar eerste werkdag al te laat was. Marjo was blij met dit nieuws en was nu helemaal in staat om zich lekker te ontspannen. Ze had niet veel zin de vragen van haar oom te beantwoorden na wat er die middag was voorgevallen.

‘Hoe laat ben je daar uiteindelijk aangekomen? Heb je die baan nog steeds? Oh, ja natuurlijk heb je die nog. Je zou ver van huis geweest zijn als hij je ontslagen had! Ga je er morgen weer heen? Hoe zien zijn plannen eruit? Het is te hopen dat hij dat oude kooktoestel niet wegdoet’.

Marjo hoorde het rustig aan en gaf af en toe antwoorden op de vragen. Het gesprek vond plaats aan het begin van de avond, nog even en Marjo zou alleen zijn met de herinneringen van die dag.

De gasten waren die avond op stap. Daarom bestond de maaltijd uit een eenvoudige stamppot. Na het eten speelden ze een spelletje ganzenbord en keken tv. Daarna was het tijd om naar bed te gaan.

‘Morgen is het weer vroeg dag, meiden’, kondigde Wim aan, ‘ik kruip er geloof ik maar eens lekker in’.

Zowel Marjo als Bea waren het roerend met hem eens, dus ruimden ze de boel op en zetten nog wat spulletjes klaar voor de gasten.


Bea liet een briefje voor ze na, dat ze nog wat lekkers in de koelkast konden aantreffen en dat er nog chocolademelk zat in de ketel die boven het kolenvuur hing. Marjo legde nog wat kaas en koekjes klaar. De vrouwen waren tevreden met de aanblik van de tafel en toen was het tijd om naar bed te gaan.

Toen ze alleen in haar kamer was gingen Marjo’s gedachten terug naar de gebeurtenissen van die dag. De gedachten in haar hoofd zorgden voor reacties in haar lichaam. De gedachten gingen vooral uit naar hoe Robert met een streng gezicht op de keukenstoel gezeten had en met de spatel in zijn hand had getikt. Marjo kromp ineen bij de gedachte en de elektrische spanning die daardoor in haar lichaam ontstond. Het idee dat ze werkelijk haar broek naar beneden gedaan had en over de knie van een man was gaan liggen –de schoot van ‘die’ man—en hem haar op haar bips had laten slaan, zorgde voor rillingen en een hoogrode kleur van schaamte. Aan de andere kant beroerde het een heel intiem deel van zichzelf. Ze voelde zich seksueel opgewonden zoals nog nooit eerder voorgekomen was. Ze was nog geschokt over haar eigen gedachten toen ze haar broek naar beneden gedaan had.

‘Ik wed dat hij het weer zal doen als ik hem kwaad genoeg maak’.

Marjo probeerde de gedachte weg te drukken, maar dat lukt niet. Ze zat er helemaal vol van. Iedere keer als ze aan iets anders probeerde te denken, keerden haar gedachten als vanzelf hierop terug. Toen ze op het bed ging zitten en de la opendeed om haar pyjama te pakken, voelde ze het na effect van de billenkoek tintelen. Ze schoof een paar keer heen en weer op de sprei van patchwork om het plezierige gevoel te versterken. Ze werd zich ervan bewust dat ze nat werd tussen haar benen. Verward en beschaamd stond ze op en liep naar de grote spiegel die tegen haar deur hing.

Ze draaide zich om en deed haar onderbroek naar beneden om het resultaat van het pak slaag te bekijken. De afdruk van de spatel was in gevlekt rood overduidelijk te zien. Maar de plekken stonden in geen verhouding met de pijn die ze gevoeld had of het brandende gevoel nadien. ‘Ziet er niet noemenswaardig uit’, mompelde ze en boog zich diep voorover en keek tussen haar knieën door. Deze houding liet haar billen van dichtbij zien. Ze liet haar vingers er over heen glijden. Het zicht bracht ook een andere sensatie die ze die middag gevoeld had terug.

De man had behalve haar blote bips ook andere plekjes gezien! Marjo sloot haar ogen toen ze de schaamte voelde die haar bij deze gedachte overviel. ‘Hoe kan ik hem weer onder ogen komen?’, ze stond op en deed haar onderbroek uit en stapte in haar pyjamabroek. De verwarrende gevoelens van schaamte, vernedering, opwinding en iets dat zich alleen liet omschrijven als een voorgevoel maakten zich van haar meester terwijl ze haar gezicht waste en zich klaar maakte voor het bed.

Op weg naar het bed stopte ze nog één keer voor de spiegel. Toen ze haar broek naar beneden deed om de schade nog een keer te bekijken kwam het kriebelende gevoel tussen haar benen weer terug. Ze stelde zich voor hoe ze over Roberts schoot lag, dit keer om zijn hand te voelen, sidderde ze door het heerlijke genot dat deze gedachte te weeg bracht.

‘Marjo, is alles goed?’, klonk de stem van oom Wim aan de andere kant van de Spiegel. Marjo schoot van schrik overeind. Het voelde alsof ze betrapt werd bij het doen van iets dat verboden was. Het hart klopte in haar keel.

‘Marjo’?, vroeg haar oom nog eens.

‘Alles is OK, oom Wim, ik ben nog een beetje aan het opruimen’, zei Marjo enigszins geforceerd. Ze hoopte dat het niet al te schuldig zou klinken. Als hij binnen zou komen zou hij een schuldige gezichtsuitdrukking zien die ze niet zou kunnen verklaren.

Ze was per slot van rekening ook schuldig. Schuldig aan stiekeme gedachten aan het krijgen van een pak op haar blote bips van de meest sexy man van de hele wereld.

‘Doe je licht nu uit. Waar je ook mee bezig bent, het kan ook tot morgen wachten. Slaap lekker’, luidde het antwoord van haar oom.

‘Welterusten’, Marjo slaakte een zucht van opluchting. Ze tilde de dekens op en liet zich tussen de lakens glijden. In het donker voelde ze zich veiliger met haar beschamende gedachten. Veilig genoeg om ze de vrije loop te laten. Veilig genoeg om zichzelf met haar hand te strelen en haar gedachten verder te stimuleren.

‘Geef me een pak op mijn billen, Robert’, fluisterde ze in het kussen terwijl ze zich op haar buik draaide. Ze duwde de lakens en dekens omlaag en deed haar pyjamabroek opnieuw naar beneden.

‘Geef me een pak slaag….’, ze duwde het tweede kussen onder haar heupen.

‘Sla me op mijn bips…’, ze ging erover heen liggen en gleed met haar vingers tussen haar benen.

Het glibberige vocht dat haar lichaam produceerde, vergemakkelijkte het werk van haar vingers. De koude lucht op haar blote billen voelde niet zo goed als de hitte die Roberts straffende hand teweeg zou brengen, maar in gedachten zag ze hoe Robert haar sloeg en haar vertelde wat ze misdaan had. Haar vingers streelden de hitte op een heel ander plekje.

‘Straf me, straf me, straf me, straf me’, Marjo’s zachte, bijna onhoorbare gefluister begeleidde het ritme van haar heupen en vingers. Een zalig ritme, waarvan ze wilde dat het nooit zou stoppen. Het duurde niet lang of het onmiskenbaar gevoel van een opkomend orgasme meldde zich. Marjo’s gefluister werd kreunen, zodat ze haar gezicht in het kussen moest draaien.

‘Straf me — straf me — straf me!’ Haar hand ging wild heen en weer tussen haar benen, haar heupen kwamen omhoog om de denkbeeldige klappen tegemoet te komen. Toen ze klaar kwam realiseerde Marjo zich dat dit was wat ze wilde. Ze zou ervoor zorgen dat Robert haar weer over de knie zou leggen. Het was niet een gewoon een verlangen, maar een deel van zichzelf dat ze niet kon ontkennen. Haar hand en de straffende hand in haar fantasie kwamen opnieuw neer, harder deze keer alsof er een deal met de krampen van haar orgasme gesloten werd.

Marjo sliep als een blok die nacht. Toen ze wakker werd, met haar pyjamabroek nog steeds rond haar enkels en een laag kippenvel, die de koele ochtendlucht op haar blote bips had veroorzaakt.

Toen de ochtend arriveerde waren haar gedachten minder krachtig. Ze zei zelfs tegen zich zelf dat ze zich niet zo aan moest stellen. Toch bleef het zich steeds weer in haar gedachten melden. Ze had er in geen maanden aan gedacht, maar nu al verschillende keren in één week, in de veilige geborgenheid van haar bed, waren de fantasieën in alle hevigheid tot leven gekomen.

***********
De eerste najaarsstorm met hevige sneeuwval joeg halverwege november over Vlieland. Volgens de weersverwachting had het ergens na middernacht moeten gaan stormen, maar halverwege de middag geselde de wind het eiland.

Marjo en Robert waren druk in de kelder van het pension aan het werk. Toen de telefoon hen naar boven lokte waren ze beiden verbaasd over het noodweer. Er had zich al meer dan dertig centimeter sneeuw verzameld.

Oom Wim was aan de andere kant van de lijn. Hij vroeg of Marjo daar kon blijven tot het ergste noodweer voorbij zou zijn. Robert vond het geen probleem. Marjo daarentegen reageerde fel: ‘geen denken aan!’ De twee mannen namen echter een besluit, zonder het zelfs maar met haar te overleggen!

Waarom ze zo reageerde kon ze niet goed verklaren, maar ze protesteerde luidkeels.

‘Ik ga verdomme gewoon naar huis als ik dat wil’, klaagde ze.

“Dat zou ik verdomme maar uit mijn hoofd laten. En ik zou verdomme maar eens op mijn taalgebruik letten’, was Roberts scherpe antwoord.

Marjo werd door de impact van Roberts woorden weer met twee benen op de grond gezet. Hij had in weken niet op haar gemopperd of zelfs maar een waarschuwend woord laten horen in de weken sinds de keer dat ze te laat op haar werk was verschenen. Het was een bijzondere felle reactie op één enkel vloekwoord.

‘OK? Jeetje? Rustig maar!’ Marjo liet haar verbazing in haar stem doorklinken.

‘Je bent tenminste gestrand op een plaats waar je je nuttig kunt maken’, gromde Robert en draaide zich om en liep naar de keuken.

Marjo liep achter hem aan. ‘Ik ben je slaafje niet, weet je? Het is niet zo omdat ik hier nu vast zit, dat ik meer werk ga verzetten als anders. Je krijgt waar je voor je betaald hebt, meneertje en niets meer!’

‘Ik zal je de komende dagen een extra maaltijd moeten verstrekken, dus ik denk dat je daar best een paar uurtjes extra voor mag werken’, grinnikte Robert.

‘Om de dooie dood niet’, reageerde Marjo.

‘Hee, ik dacht dat ik je gewaarschuwd had?’, Roberts stem had een mild waarschuwende toon.

‘Als ik een gestrande toerist zou zijn, zou je me een maaltijd voorzetten zonder me daar voor te laten werken’, beantwoordde Marjo zijn waarschuwing plagend.

‘Jij bent geen toerist, en eten kost geld’, Robert trok de koelkast open en keek wat er nog eten ten aanwezig was. We kunnen maar beter voorzorgsmaatregelen nemen voor het geval de stroom uitvalt. Loop even naar de schuur als je wilt en haal wat hout voordat het helemaal ondergesneeuwd is’.

‘Waarom maak ik het eten niet klaar en haal jij het hout?’, beklaagde Marjo zich over de taakverdeling.

‘Mijn huis, mijn woord . Hout. Vooruit slaafje’, grinnikte Robert opnieuw.

‘Het is gevaarlijk voor een klein meisje als ik om met dit weer naar buiten te gaan. Het is veel te gevaarlijk voor mij om hout te halen’, sprak Marjo tegen. Terwijl ze dit deed, stapte ze in haar laarzen en knoopte een sjaal om haar nek.

‘Doe ook je jas aan!’, riep Robert haar achterna toen ze bij de deur naar het terras aankwam.

‘Het is maar een paar stappen, het gaat wel!, negeerde Marjo zijn woorden en glipte de kamer uit.

‘Hou nu eens op met dat eeuwige tegenspreken en kom terug. NU!, baste Robert. Hij stond met een paar ferme passen achter haar.

‘Jas!”, blafte hij toen Marjo zich gehoorzaam omdraaide en terug liep.

‘Je bent nog erger als oom Wim!’, klaagde Marjo. Ze pakte haar jas van het haakje en duwde haar armen ruw door de mouwen. Er verscheen een pruillip op haar gezicht. Door zijn opstelling voelde ze zich een tien jaar oud meisje.

‘Het is maar dat je weet’, knikte Robert in de richting van de deur. ‘En niet om treuzelen’.

De kou, de nattigheid en de wind maakten het niet gemakkelijk het hout te verzamelen en het naar het huis te dragen. Marjo maakte zes stapeltjes. Ze dacht dat het extra hout zou voorkomen dat Robert ergens in de komende dagen hout zou moeten gaan uitgraven. Het moeilijkste was nog om het dekzeil weer over het resterende hout te doen dat moest voorkomen dat het hout nat zou worden. Toen Marjo klaar was en met het laatste stapeltje hout op weg was naar het huis, blies de wind haar onverwacht tegen één van de markiezen. Ze realiseerde zich dat als ze zo’n windvlaag haar op weg naar huis te pakken kreeg, ze een groot probleem zou hebben.

Deze wetenschap kon niet voorkomen dat ze nog steeds een beetje geïrriteerd was over de keuze omdat ze er zelf geen stem in gehad had. ‘En wat was er met Robert aan de hand?’ dacht ze terwijl ze tegen de wind in ploegde. Weken en weken waren zo rustig en aangenaam verstreken als je maar zou wensen. Ze voerden hele gesprekken, hij gaf haar werk te doen, ze vroeg af en toe honderduit, gaf haar mening wanneer ze dacht een beter idee te hebben dan hij en geen enkele keer had hij bezwaar gemaakt, laat staan dat hij zijn stem verheft had.

Het was een stuk rustiger dan Marjo had durven hopen als ze hun kinderachtige start in ogenschouw nam. En nu gedroeg hij zich, uit het niets, weer als de strenge brompot. En was alles wat ze gedaan had, was het gebruik van één enkel vloekwoord.

De wind die achter de deur stond zorgde dat ze een hele strijd met de deurknop moest voeren. In plaats van aan te kloppen en te schreeuwen om Roberts aandacht te trekken of het hout neer te leggen zodat ze twee handen kon gebruiken, leverde ze een heel gevecht met de deur. De deur gaf een eindje mee, maar sloeg weer dicht bij de volgende windvlaag. Marjo deed een nieuwe poging en deze keer slaagde ze erin haar heup tussen deur en post te duwen zodat ie niet weer dicht kon klappen. Maar de wind was te krachtig. Door het gewicht van de deur verloor Marjo haar evenwicht en gleed uit op de bevroren stoep. De mand met hout viel ook en de laatste portie hout werd door de wind meegevoerd. Erger dan de frustratie was de snijdende pijn in haar schenen. Deze hadden het gewicht van haar val opgevangen op het randje van de stoep.

‘Oh godgloeiende…. gloeiende…. gloeiende… verdomme nog aan toe!’, gilde ze terwijl ze het huis in kroop om daar haar beschadigde benen te bekijken.

‘Wat is er in de vredesnaam aan…?”, Robert stond boven haar in de deuropening.

‘Oh, houd je bek! Ik heb me zeer gedaan’, jammerde Marjo en ze wiegde heen en weer terwijl ze haar schenen beet hield en wachtte tot de ergste pijn zou verdwijnen. Asjeblieft, asjeblieft, asjeblieft, asjeblieft, oh auw, auw, auw!’, haar gejammer ging over in een diep gekreun toen de pijn zijn hoogtepunt gehad had en veranderde in een doffe, kloppende pijn.

‘Heb je je bezeerd?, Robert knielde naast haar neer en probeerde een indruk te krijgen van de schade.

‘Jezus! Jij bent dom! Natuurlijk heb ik me bezeerd!’ Marjo reageerde kort aangebonden als reactie op de pijn. Net als het stoten van haar elleboog of haar hoofd, was het stoten van haar scheenbenen genoeg om alle remmingen (en haar mond) los te laten.

‘Hier, laat me je helpen’, Robert pakte haar beet om haar overeind te helpen.

‘AUW! Niet doen! Raak me niet aan! Ik kan het zelf wel!’, Marjo rukte zich los en viel op haar billen’.

‘Kun je staan?’, negeerde Robert haar bezwaren en probeerde haar overeind te helpen.

‘Jezus Robert! Laat me met rust!’, Marjo schokte met haar schouders en bevrijdde zich van de greep die hij bijna had onder haar oksels. Het had succes, ze rolde van hem weg op haar buik en begon zichzelf omhoog te drukken. ‘AUW!”, jammerde ze toen de spieren haar schenen weer begonnen te branden en te prikken van de inspanning. Toch was ze in staat om op te staan.

Robert deed een stapje terug, deed zijn armen over elkaar en keek naar haar. Hij gaf haar een paar minuten de gelegenheid om op adem te komen. Als ze zich dan niet zou herpakken, dan zou hij haar daar een handje mee helpen.

Marjo zag zijn norse blik, die bij haar een woede deed opkomen.

‘Haal jij de rest van het hout maar! Dat had je eigenlijk sowieso al moeten doen!’, siste ze. In vier stappen beklom ze het trapje en stapte de deur binnen.

Robert nam even de tijd om te kalmeren. Toen ze binnen was, keek hij om zich heen, pakte wat gevallen stukken hout op en liep haar achterna.

Marjo zat op de rotan bank naast de stapel hout en deed de pijpen van haar corduroy broek omhoog om haar schenen te bekijken. Er zaten twee bulten zo groot als eieren halverwege haar knieën en haar enkels. De huid was een beetje kapot, maar afgezien van grote bloeduitstortingen die ze nog wel een week zou voelen, was er niets beschadigd.

‘Laat me raden, je probeerde de deur open te doen zonder dat je de mand neer wilde zetten, is het niet?’, Roberts commentaar had een slechte invloed op Marjo’s herstelproces.

‘Ach houd je bek!’ Marjo bedekte haar schenen met haar koude handen en deed haar ogen dicht toen ze de verlichting daarvan voelde.

‘Pijn of geen pijn, Marjo, het wordt tijd dat je een beetje afkoelt’, waarschuwde Robert.

Marjo zei niets, ze hield haar kin tussen haar knieën geklemd en wreef met haar handen over haar schenen.

‘Heb je het gehoord?’, donderde Robert.

‘Ja, verdomme, ik hoor je wel!’, Marjo wierp Robert een woedende blik toe.

’Marjo?’ Roberts stem was streng. Er klonk dreiging door in deze vraag en het was niet moeilijk te raden wat deze inhield.

’Ik zei toch dat ik je gehoord had, of niet’, Marjo liet haar slecht humeur varen toen ze zijn stem gehoord had en de uitdrukking op zijn gezicht gezien had. Toen Robert zich omdraaide en naar de keuken liep, huiverde ze. Ze had kippenvel en voelde de zo langzamerhand bekende sensatie in haar lichaam, haar kruis klopte nadat de elektrische golf weggetrokken was. Ze had hem kwaad gemaakt. Ze had de spanker in hem ontwaakt en toen ze dit had gezien, werd er ook iets in haar wakker. Zou ze het durven om te zorgen dat ze kreeg waarnaar ze verlangde?

‘Stapel het hout netjes op en neem wat mee naar binnen, zodat we genoeg hebben voor de haard vanavond’, baste Robert vanuit de keuken.

Marjo weerstond de behoefte om impulsief terug te schreeuwen wat hij met dat hout kon doen. Maar ze kookte van woede dat hij haar zo heen en weer commandeerde. Ze bleef nog een paar minuten zo zitten en liet haar pijnlijke schenen tot rust komen. Ze hoorde Robert in de keuken rommelen. Keukenkastjes gingen open en dicht. Ze kon de vloerdelen onder zich voelen bewegen als hij heen en weer liep. De tijd ging ongemerkt voorbij, terwijl Marjo in gedachten verzonken was.

’Hee? Het is tijd om in actie te komen. Doe wat ik je gevraagd heb, kom hier en doe de deur achter je dicht’, galmde Robert terwijl hij zijn hoofd om de hoek van de deur stak en zag dat ze nog niets gedaan had.

‘Ach doe toch rustig aan!”, Marjo wapperde met haar handen alsof ze een vlieg aan het verjagen was.

‘Ik zal een jas aan moeten trekken als je niet hier komt en de deur dicht doet. Kom, doe wat ik je gevraagd heb. NU!’, Robert liet het laatste woord gepaard gaan met een harde klap tegen de deurpost. Het geluid van de klap deed Marjo overeind schrikken. Zijn gezichtsuitdrukking daagde het weerbarstige meisje in haar uit.

Marjo deed haar best niet te reageren. Het resultaat hiervan was een uitdagende blik en een luide zucht terwijl ze opstond om aan zijn verzoek tegemoet te komen. Roberts reactie was het optrekken van een wenkbrauw, zijn armen over elkaar doen en achterover tegen de deurpost leunen. Marjo voelde dat ze bloosde als reactie op zijn strenge houding. Ze draaide zich snel om en begon nerveus het hout met haar voet in de richting van de muur te verplaatsen.

‘Je hebt een nare houding, jongedame! Zorg dat je jezelf weer onder controle krijgt of ik zal een lang en onplezierig gesprek met je voeren’, zei hij terwijl hij toekeek hoe zij met het hout in de weer was.

‘Ach, houd je kop’, murmelde Marjo. Het hout verplaatsen door er tegenaan te schoppen zette niet veel zoden aan de dijk, maar Marjo was niet van plan te bukken en haar bips aan Robert aan te bieden omdat ze helemaal in beslag genomen werd door de gedachte wat hij zou kunnen doen als ze in die positie stond.


’Je hebt drie minuten om jezelf te herpakken en naar binnen te komen. Als je die houding dan nog steeds hebt, ga je erge spijt krijgen’. Robert wachtte haar antwoord niet af.

Marjo zag hem uit haar ooghoeken weglopen. Toe hij veilig uit het zicht verdwenen was, stak ze haar middelvinger naar hem op. Al mopperend in zichzelf stapelde ze het hout op en liep naar de keuken, maakte een heel theater van het uittrekken en ophangen van haar jas en duwde de deur net wat harder dicht dan nodig was.

Robert deed of hij het niet merkte om haar wat ruimte te geven om zichzelf te hervinden.

Marjo liep achter hem langs de hal in. Toen ze daar aangekomen was realiseerde ze zich dat ze hier niet de gelegenheid had zichzelf te vermaken zoals ze die thuis had.

‘Mag ik je computer gebruiken of naar de televisie kijken of zoiets?’, vroeg ze.

‘Wat wil je doen op de computer?’, vroeg Robert.


’Even surfen. Je hebt internet, toch?’ Marjo wist dat dit zo was, want het behang en een deel van de ornamenten was op die manier besteld.

‘Ik heb internet. Maar ik heb maar één account’, antwoordde hij.

‘Ik heb mij eigen account. Je hebt Chello toch?’ Er is maar één kabelaanbieder op het eiland’, zei Marjo spottend.

‘Ga je gang dan maar. Vermaak je maar even. Misschien knapt je humeur er van op’, Robert stuurde haar met een armgebaar naar de voorkant van het huis, waar hij een klein kantoortje had.

Marjo logde in. Ze was blij dat de storm de internetverbinding nog niet onklaar gemaakt had. Ze had echter snel verbinding. Ze keek haar email na en surfte naar een paar sites die ze regelmatig bezocht, maar ze vond niets interessants.

Al snel dwaalden haar gedachten af. Ze werd onrustig, Robert was druk in de keuken met wist zij veel wat. Ze had geen zin om hem gezelschap te houden, met als risico dat de irritatie weer op zou lopen. De spanning die ze in zich voelde zorgde er voor dat ze al nerveus werd bij de gedachte bij hem in de buurt te zijn. Alle voorwaarden waren aanwezig. Nog een klein akkefietje en ze zou de grens overgaan en was er een gerede kans dat hij haar een pak op haar bips zou geven. Haar echte probleem was dat hoe seksueel opwindend ze die mogelijkheid ook vond, ze geen zin had om de schaamte en vernedering te ervaren als ze in die positie terecht zou komen.

Het opstandige meisje in haar zei dat ze graag wilde dat ze door zou zetten. Maar de verstandige jongedame die Robert graag mocht en die het leuk vond het hem naar de zin te maken, had er helemaal geen zin in om hem kwaad te maken.

Marjo was een beetje bang voor de gevoelens die haar overspoelden. Robert betekende inmiddels veel meer voor haar dan de aardige man, die haar een baantje had gegeven. Verder was ze zich bewust van hun leeftijdsverschil. Een volwassen man zoals hij zou vast niet geïnteresseerd zijn in een verwend meisje dat zich kinderachtig gedroeg en steeds een pak op haar billen nodig had.

En toch, de mogelijkheid dat hij haar een pak op haar bips zou kunnen geven en het verwarrende gevoel wat dit teweeg bracht, hield haar bezig. ‘Als al die randverschijnselen er maar niet bij hoorden’, zei ze tegen zichzelf. ‘Tja, en als het maar niet zo’n pijn deed!”, ze gromde tegen haar vingers op het toetsenbord. Toen keek ze naar de google zoekfunctie en verzamelde moed. Er was geen oom Wim hier die haar op haar vingers keek. Het was ook niet waarschijnlijk dat er allemaal kinderbeveiligingen op deze computer zaten omdat de enige gebruiker een volwassen man is, die leraar was.

Ze keek even in de hal om zich ervan te overtuigen dat Robert niet in de buurt was, en typte vervolgens ‘BILLENKOEK’ in de zoekregel. Vervolgens klikte ze op zoeken. Binnen enkele seconden verschenen de zoekresultaten op het scherm. Het waren er wel meer dan honderd. Een aantal ervan gingen over sites waar sportverslagen stonden en waar Feyenoord billenkoek had gekregen. Ook waren er links met sites over het opvoeden van kinderen en het verbod op billenkoek. Maar er was ook een link naar een site met de titel ‘Spankees erolog’. De plaatjes op die site deden Marjo grote ogen opzetten.

Er stonden allemaal foto’s van vrouwen die met blote billen gebukt stonden. Op sommigen ervan was een rode kleur of striemen zichtbaar. Weer keek ze om zich heen om zich ervan te overtuigen dat Robert niet in de buurt was. Een opgewonden schuldgevoel maakte zich van haar meester. Toen ze zich van overtuigd had dat ze nog steeds allen was, scrolde ze naar beneden.

‘Oh mijn god! Ze geloofde bijna niet wat ze zag. Plaatjes van meisjes die een pak op hun billen kregen. Vrouwen met hun broek naar beneden! De tijd vloog voorbij en Marjo werd helemaal in beslag genomen. Allemaal vrouwen die op hun billen kregen. Het was een wereld waarvan ze geen idee had dat hij bestond. Maar ook een wereld die ze graag zou willen ontdekken.

Sommige sites hadden alleen maar plaatjes. Een andere, ‘huiselijke discipline’, had ook verhaaltjes die met regelmaat uitgebreid werden. Marjo klikte er één aan en begon te lezen. Het was een hoofdstuk uit een vervolgverhaal met de titel, ‘Staatsbosbeheer’. Marjo was helemaal opgetogen. Haar hart bonsde en haar opwinding werd steeds sterker. Nadat ze het hoofdstuk gelezen had vond ze een link naar een forum op de site van daphne’s foundation. Marjo zag een pen liggen en begon de adressen van deze sites op te schrijven. Ze was vast van plan hier nog eens terug te komen als ze de kans kreeg. Maar op dit moment’, dacht ze, ‘ben ik nog lang niet uitgekeken’.

Ze had het meeste belangstelling voor de verhaaltjes en de plaatjes. Ze klikte er nog op een paar en toen begon het beeldscherm te flikkeren.

‘Hè, verdomme!’, Marjo sloeg met haar vuist op het bureau. De verbinding was verbroken en de computer startte zichzelf opnieuw op. Het beeldscherm begon opnieuw te fikkeren. Toen kwam Robert aanlopen.

‘De stroom uitschakelen. De verbinding is instabiel en ik wil niet dat er data beschadigd raakt. Marjo kon haar teleurstelling niet verbergen, maar Robert had gelukkig geen idee waarom.

‘Bovendien je zit er al uren achter. Het is al bijna zeven uur. De stamppot is over een paar minuten klaar. Ga je maar even opknappen’, zei Robert. ‘Je kunt de slaapkamer aan de rechterkant van de overloop nemen, direct naast de trap. Schone lakens kun je in mijn slaapkamer vinden. Pak er een paar, maak het bed op en kom dan beneden om te eten’.

Marjo zuchtte, knikte en liep in de richting van de trap.

‘En niet rondsnuffelen in mijn kamer’, riep Robert haar achterna.

‘Niet in mijn kamer rondsnuffelen’, Marjo herhaalde zijn woorden met een zeurderig toontje en trok er een lang gezicht bij, terwijl ze de trap op liep. Ze was niet meer in de stemming om er tegen in te gaan, maar ze had tevens de smoor in dat ze gestoord werd in haar zoektocht. Ze bedacht zich dat ze de volgende keer in plaats van online te lezen, dingen uit zou printen zodat ze deze later zou kunnen lezen. ‘Als er een volgende keer komt’, klaagde ze tegen de lakens terwijl ze het bed opmaakte.

‘Kom nou naar beneden en houd eens op met treuzelen’, riep Robert bij de trap omhoog.

‘Jezus Mina, war ben jij bazig!’, zei Marjo tegen de muren. ‘Wat mankeert hem toch?’

De maaltijd vond in stilte plaats. Marjo was in gedachten verzonken. Ze probeerde te bedenken hoe ze weer online zou kunnen gaan om de wereld die ze gevonden had verder te kunnen ontdekken. En Robert was niet anders gewend, dan in stilte te eten.

‘Nu is het jouw beurt om aan het werk te gaan, Marjo’, verbrak zij de stilte aan het eind van de maaltijd. ‘Ik ga even naar het weerbericht kijken en proberen of ik nog iets van het nieuw op de televisie mee kan pakken. Jij gaat opruimen en doet de afwas’.

‘Maar ik weet niet waar ik de spullen moet laten?’, klaagde Marjo.

‘Dat zoek je dan maar uit’, Robert stond op en liet haar met de rommel achter.

‘Verdomme nog aan toe, jij bazige lul!’, siste ze. Ze dacht dat hij het niet zou kunnen horen.

‘En wanneer je klaar bent, kom je naar de huiskamer. We zullen het dan eens even hebben over de plotselinge verandering in je houding en je afschuwelijke taalgebruik’, was het antwoord dat Marjo niet verwachtte. Ze huiverde en een nerveus gevoel kwam in haar maag op. Hij klonk niet kwaad genoeg om haar een pak slaag te geven. Of wel? Misschien was hij alleen maar van plan haar een standje te geven? Misschien wou hij haar alleen maar laten schrikken?

Vlieland (3)

Robert was al voor dag en dauw op en maakte een werklijst voor Marjo. Hij had bedacht dat zij de praktische klussen zou doen, die ze zelfstandig zou kunnen uitvoeren, zodat hij zijn handen vrij zou hebben voor het andere werk. De eerste stap was het aanleggen van een brainstormlijst van werkzaamheden waarvan hij dacht dat ze die wel zou kunnen doen.

Toen de klok 7 uur aanwees en er nog geen spoor van Marjo was, voelde Robert een kleine irritatie opkomen. En toen er om 8 uur nog helemaal niemand was, was hij duidelijk geïrriteerd. De telefoon van de van Veens was in gesprek toen hij om kwart over 8 probeerde te bellen. Uit armoede begon Robert uiteindelijk zelf maar aan één van de klussen die hij voor Marjo genoteerd had. Ze zou het van hem over kunnen nemen als ze uiteindelijk binnen zou komen lopen.


Uiteindelijk, om 8:30 lukte het Robert om Bea te bereiken. Ze was verbaasd dat Marjo niet allang bij Robert was. Ze was per slot van rekening om kwart voor 7 al op de fiets vertrokken. Het was niet meer dan 10 minuten fietsen naar ‘Zeezicht’.


Door zijn jarenlange verblijf in de Randstad was de eerste reactie van Robert dat hij zich zorgen maakte. Bea wuifde zijn bezorgdheid echter weg. Hoewel ze niet wist waar het meisje uit kon hangen, was ze er wel zeker van dat er geen enge dingen hadden plaatsgevonden.

‘Geef haar een beetje tijd, Robert’, grinnikte ze. Ik weet niet wat er aan de hand is, maar ze zal er wel een goede reden voor hebben.

‘Zou je me willen laten weten wanneer ze thuis opduikt, Bea?’ vroeg Robert, terwijl hij zijn best deed zijn ongeduld voor de vrouw te verbergen. ‘Misschien heeft ze zich bedacht over het hier willen werken?’

‘Nee, nee, nee, dat is het niet. Ze heeft haar zinnen juist op dat baantje gezet, weet je’, lachte Bea. Ze wist dat Marjo tijdens het ontbijt heel zenuwachtig was geweest. Ze had ook het idee dat dit sterk te maken had met wat ze voor Robert voelde, meer dan met het baantje. Ze had het idee dat ze met opzet tegen iets aangelopen was, zodat ze te laat zou kunnen komen. ‘Verveelde onverschilligheid was één van de domme vrouwelijke trucjes om de aandacht van een man vast te houden’, dacht ze.

Toen ze de telefoon opgehangen had, moest Bea glimlachen. ‘Arm meisje’, dacht ze bij zichzelf. ‘Ik denk niet dat Robert hier erg lang genoegen mee neemt. En laat je oom er ook maar niet achter komen’.

Om kwart voor tien liep Marjo de trap op voor de brede hoofdingang van ‘Zeezicht’.

******
Toen ze die ochtend even voor zevenen het huis naderde en de grote gestalte van Robert achter het keukenraam zag, kon ze haar zenuwen niet meer de baas.

‘Ik ben te vroeg’, zei ze tegen zichzelf. ‘Hij zal vast denken dat ik overenthousiast ben’. Deze gedachte bracht haar ertoe door te fietsen in de richting van het dorp.

Het telefoongesprek van de vorige avond gecombineerd met het spannende van de nieuwe baan en de nabijheid van de man die ze zo spannend vond, zorgde ervoor dat ze zich rusteloos voelde. De afgelopen nacht was gevuld met opwindende dromen dat ze op het strand achtervolgd werd door een leerplichtambtenaar en vervolgens dat ze bij het kantoor van de conrector stond te wachten. Zowel de leerplichtambtenaar als de conrector hadden het gezicht van Robert. De droom stond bol van de verlangens die voortkwamen uit de dreiging en de angst dat ze een pak op haar bips zou krijgen. Er was niet duidelijk wat ze misdaan had en de gevreesde consequenties werden niet ten uitvoer gebracht. Ze werd heel moe wakker met een vaag gevoel van frustratie en iets wat ze niet goed kon benoemen.

In de haven waren vissers druk bezig hun boot in orde te maken. Door naar al deze bedrijvigheid te kijken vond Marjo de gelegenheid om los te komen van haar gedachten. Het was vloed en de meeste boten lagen in de haven. De vissers hadden de vangst van de vorige dag al gelost. Marjo vond een rustig stekje om alles te kunnen observeren.

‘Ik moet zo maar weer eens gaan’, dacht ze bij zichzelf. Deze gedachte stemde haar niet vrolijk en bracht het nerveuze gevoel terug dat ze voelde als ze eraan dacht voor hem te werken en bij hem in de buurt te zijn. Als ze heel eerlijk was, dan wist ze wel dat ze liever niet van het eiland afging en dat ze heel diep in haar hart hier voor altijd wou blijven wonen. Maar op dat moment dacht ze nog dat dit gevoel met angst voor het onbekende te maken had en het niet weten wat ze nu eigenlijk wou. Ze zat ermee dat geen van leeftijdsgenoten er moeite mee hadden om de wijde wereld in te trekken. De meeste van hen studeerden of werkten aan de wal.

’Hee, meisje!’ Een stevige tik tussen haar schouderbladen en een ruwe stem bracht haar terug in de realiteit. ‘Waar in ’s hemelsnaam heb jij de halve ochtend uitgehangen?’

‘Hee Douwe’, Marjo hield nog even haar mond en sprak toen zachtjes. De oude visser was een bekende verschijning op dit uur van de dag op de haven. Zijn leeftijd en lichamelijke beperking, zijn ene been was korter dan het andere, hielden hem aan de wal. Hij was een goede vriend van Marjo en van nog enkele jongeren op het eiland. Hij wist waarschijnlijk zelfs meer van haar gedachten en zorgen dan ze zelf deed. Sinds ze op Vlieland woonde, was Marjo naar de haven gegaan om na te denken en om haar problemen en te ontvluchten.

‘Zit je in de knoei, meisje?’, zei Douwe met opeengeklemde kaken omdat hij net een pluk pruimtabak naar binnen had geschoven en ging naast Marjo zitten.

‘Neu, ik zit wat tijd te doden voordat ik met mijn nieuwe baantje begin bij hem van de Jong’, zei Marjo schouderophalend terwijl ze afwezig aan de rafelende uiteinden van een stuk touw plukte dat ze gevonden had. Toen ze zichzelf ‘hij van de Jong’ hoorde zeggen, brak er een glimlach bij haar door. Zo zou Robert genoemd worden als hij in één van de huiskamers op het eiland besproken werd. Op de één of andere manier was het grappig om zo over iemand te spreken die bijna tien jaar ouder was dan zij.

‘Een baantje zei je? Wat voor baantje?’, vroeg de oude man geïnteresseerd.

‘Hij gaat ‘Zeezicht’ opknappen en het daarna waarschijnlijk heropenen’, zei Marjo schouderophalend.

‘Is dat zo? Nou dat is een nieuwtje, zou ik denken’, Douwe schraapte zijn keel en spuwde op de grond. ‘Hij laat de dag nogal laat beginnen, is het niet?’

‘Nee, dat valt wel mee. Ik wil alleen niet overenthousiast lijken op mijn eerste dag’, grijnsde Marjo en knipoogde.

‘Ik begrijp het’, antwoordde Douwe en knipoogde terug. ‘Maar dat zal niet werken? Hij zal denken dat je een loopje met hem neemt?’

‘Nee. Je kent me toch. Zo gewonnen, zo geronnen’, Marjo keek weer naar het touw in haar handen en begon weer aan de rafels te plukken. Ze hoopte dat de oude man haar leugentje niet zou doorzien. Dit baantje betekende heel veel voor haar en haar te laat komen had niets met luiheid te maken.

‘Ja, meisje, dat weet ik. Ik ken je immers heel goed’, Douwe zweeg even. Als Marjo opgekeken had, dan zou ze een vragende en bezorgde blik op het gezicht van haar vriend gezien hebben. Desalniettemin kon ze het aan zijn stem horen.

‘Hoe zou je oom Wim reageren als hij hoort dat je op je eerste dag uren te laat gekomen bent?’, vroeg Douwe nadat er minutenlange stilte tussen beiden had gehangen.

Marjo haalde haar schouders op en keek op haar horloge.

‘Denk je dat die jongeman het zal vertellen?’, vroeg Douwe.

Marjo haalde opnieuw haar schouders op en begon weer aan het uiteinde van het touw te frunniken.

’Misschien dat ik het er maar eens met je oom over moet hebben?’, Douwe schoof wat dichter naar haar toe en tikte het zijn dikke gele nagel op het glas van haar horloge.

‘Als je het lef hebt, ouwe gek!’, lachte Marjo. Ze wist dat de oude man haar zat te plagen en besefte dat hij haar tegelijkertijd maande in actie te komen.

‘Je wilt misschien niet overenthousiast overkomen, toch zou ik die jongeman laten zien dat ik er zin in heb, als ik jou was. Douwe klopte Marjo bemoedigend op haar rug.

‘Hij is niet een jongeman, Douwe, hij is aan oude kant van jong als je begrijpt wat ik bedoel’, veranderde Marjo van onderwerp.

‘Ik denk dat je daar gelijk in hebt nu je er over begint. Hij was ongeveer even oud als jij nu bent toe hij wegging. Douwe knikte, gooide zijn hoofd naar achter en spuwde in het water van de haven. Maar niet te oud naar jouw idee, is het niet, meisje?’

‘Ha! reageerde Marjo hooghartig. ‘Ik ben momenteel helemaal niet geïnteresseerd in mannen’.

Douwe grijnsde en hield zijn gedachten voor zich. Hij interpreteerde haar felle ontkenning naar zijn ware betekenis: ‘kleine Marjo had oprecht belangstelling in de jongeman’.

‘Nog even en dan is het middag. Denk je niet dat je het nu ver genoeg doorgedreven hebt?’, zei Douwe tussen neus en lippen door.

Marjo keek even op haar horloge en haalde haar schouders op. ‘Het is nog maar kwart over negen, ouwe leugenaar. Ik ga daar naartoe wanneer het mij uitkomt, duidelijk?’ Terwijl ze dat gezegd had stond ze op en rekte zich eens lui uit. Ondanks dat het toneelspel was, maakte ze er een goede show van. ‘Ik heb zin in koffie, dus ik ga die kant maar eens op’.

‘Laten we maar hopen dat de man geen ouderwetse ideeën heeft over stiptheid, jongedame’, grijnsde Douwe. Hij rochelde en spuwde.

‘Ouderwetse ideeën?’, Marjo keek de oude man onderzoekend aan.

‘In mijn tijd maakte een jongedame die op de eerste dag van haar nieuwe baan te laat was, kans met de mattenklopper onthaald worden’, Douwe gooide zijn hoofd naar achter en spuwde opnieuw.

Er verscheen een dikke laag kippenvel op Marjo’s arm en een elektrische sensatie joeg door haar lichaam, toen Douwe deze woorden uitsprak. Het nerveuze gevoel waar ze al de hele ochtend mee worstelde was in volle omvang terug.

‘Tja, nou daar kan hij maar beter niet aan denken’, antwoordde Marjo rustig terwijl ze haar schouders ophaalde, maar met een gezichtsuitdrukking die veelzeggend was.

‘Als hij verstandig is, neemt hij het in overweging, jongedame’, lachte Douwe. Hij genoot van zijn plagerij en van de onzekerheid van zijn jonge vriendinnetje.

*********
Marjo repeteerde haar smoes voor de honderdste keer toen ze bij de grote voordeur van ‘Zeezicht’ stond. De zon die achter haar stond en door de raampjes scheen, zorgde voor een regenboogeffect op de vloer van de hal. Zou ze aankloppen of gewoon naar binnen proberen te lopen? Haar hand trilde toen ze hem uitstak naar de deurknop. Haar hart sloeg op hol, ze zuchtte en ze draaide zich van de deur weg.

‘Hij zal hartstikke kwaad zijn als je niet op een gegeven moment komt binnenlopen’, zei ze tegen zichzelf terwijl ze met haar vuisten op haar dijen sloeg. ‘Hij zei toch duidelijk hoe laat je hier moest zijn? Ach…het mocht wat!’


Ze zou zeggen dat hij haar gezegd had dat ze ’s morgens goed gehumeurd moest verschijnen. Toen herinnerde ze zich het telefoongesprek van de avond ervoor, ze kon niet meer bedenken of hij een tijd genoemd had. Ze zou hem zeggen dat hij helemaal geen tijd genoemd had. En als hij vol bleef houden zou ze zeggen dat ze zich er niets van kon herinneren.

‘Dit is belachelijk! Ga toch gewoon naar binnen, gekkie!’ sprak Marjo zichzelf moed in. Maar ze kon het niet opbrengen de daad bij het woord te voegen.

De volgende vijf minuten bleef ze bij de deur staan talmen en haar verhaaltje oefenen. Ze probeerde al haar acteertalent te verzamelen die ze nodig had om de leugens te verkondigen.

Dat ze iemand binnen hoorde fluiten, haalde haar over de streep. Iemand die liep te fluiten kon nooit erg kwaad zijn. De deur zat niet op slot, zodat ze niet hoefde aan te kloppen. Marjo stapte het grote oude huis binnen en keek om zich heen terwijl ze de deur achter zich sloot.


Het gefluit kwam vanuit een kamer aan de achterkant van het huis. Marjo dacht er even aan op het geluid af te lopen en de confrontatie met Robert maar meteen aan te gaan. Maar haar behoefte om even rond te snuffelen won het. Het moest ooit een prachtig en statig huis geweest zijn. Als je door de sporen van de tand des tijds, het onderhavige onderhoud en de vieze ramen heen keek, zag je een mooi statig herenhuis.


Toen ze de woonkamer betrad en er doorheen liep naar de eetkamer, hield ze even stil om van hetzelfde betoverende uitzicht op de zee te genieten als Robert de vorige avond gedaan had. Ook haar gedachte dat de tussenwand het uitzicht geen goed deed was hetzelfde. Marjo voelde zich meteen thuis in het huis. Ze herinnerde zich de uitspraak van Robert in de keuken van haar oom, ‘Als dit mijn eigendom was, zou ik het voor niets in de wereld opgeven’, zei ze hardop.

Normaal gesproken werd ze onrustig van gedachten om zich te settelen. Altijd bedacht ze dat de tijd dat ze Vlieland zou verlaten, steeds dichterbij kwam. Maar nu voelde het allemaal anders. Dit huis straalde rust uit. ‘Zelfs al was het niet van haar en zou ze het over een paar maanden weer moeten verlaten, iedere keer als ze er zou terugkomen zou het voelen als thuiskomen. En hoewel ze dit gevoel geen woorden gaf toch voelde het aan als logica.

Ze deed er ongeveer een half uur over om het hele huis te bekijken voordat ze bij de kamer aankwam waar Robert aan het werk was. Toen ze daar aankwam ging ze verveeld in de deuropening staan. Ze leunde tegen de deurpost om haar desinteresse te accentueren. Robert had haar al direct vanuit zijn ooghoeken gezien, maar wachtte met opkijken. Hij wou zien wie de eerste stap zou maken.

Nadat hij met Bea gesproken had en gehoord had dat Marjo al vroeg in de ochtend vertrokken was, had Robert nagedacht hoe hij zou reageren op haar late verschijnen. In de wetenschap dat ze al vroeg vertrokken was, vroeg hij zich af hoe het kwam dat ze er zo laat was. De meest waarschijnlijke mogelijkheid vond hij dat ze hem op een passief agressieve manier uit zijn tent aan het lokken was.

De hooghartige houding die ze aannam bewees dat hij het bij het rechte eind had. Als leraar aan een middelbare school had Robert met hele volkstammen vergelijkbare adolescenten te maken gehad.

“Ze maakt er wel een hele show van’, dacht hij bij zichzelf. Maar de ‘het kan mij allemaal niets schelen houding’ maakte weinig indruk op hem.  Als ze bij hem wilde werken, dan zou ze uit een heel ander vaatje moeten tappen en dergelijk kinderachtig gedrag achterwege moeten laten. Deed ze dat niet, dan was het allemaal verspilde moeite en kon hij veel beter iemand anders zoeken die het baantje graag wou hebben.

Marjo wachtte tot Robert iets zou zeggen. Toen hij dat niet deed schoof ze met een luide zucht met haar heup langs de deurpost, zodat hij haar wel zou moeten opmerken. Hij keek op van zijn werk in de hoek van de kamer en liet zijn blik over de gestalte in de deuropening glijden. Met een koele blik en harde gezichtsuitdrukking nam hij haar op.

Marjo rechtte onmiddellijk haar rug en nam een defensieve houding aan. Ze sloeg haar armen beschermend over elkaar.  Haar vingers speelden met de zoom van haar trui en er verscheen een beginnende pruillip. ‘Ik ben er’, zei ze. De defensieve uitstraling en de toon in haar stem was het enige dat overgebleven was van haar zo grondig ingestudeerde toneelstukje.

‘Laat’, zei Robert en richtte zijn aandacht weer op het stoomapparaat waarmee hij het behang van de muur aan het verwijderen was. Zijn houding en de toon in zijn stem gaven te kennen dat ze wel weer kon gaan. Deze boodschap kwam zo duidelijk aan, dat Marjo’s eerste reactie was te vertrekken.

Maar ze wilde helemaal niet weggaan. Het gevoel dat ze wel weer kon gaan, het nerveuze gevoel wat haar al de hele ochtend in de greep hield en het gevoel dat ze met haar houding haar eigen graf aan het graven was, deden de adrenaline bij haar lopen.

‘Je hebt helemaal niet gezegd hoe laat ik hier moest zijn’, haar antwoord klonk als een feit.

‘Neem me niet kwalijk?’, Robert keek weer op en trok zijn rechter wenkbrauw op. Zijn gezichtsuitdrukking was eerder geamuseerd dan boos, maar op zijn minst verbaasd. Niet alleen had hij haar duidelijk gezegd dat ze vroeg diende te zijn, maar had haar ook de consequenties voorgehouden als ze daar niet aan zou voldoen. Hij was er heel duidelijk in geweest. Haar onverwachte argument had een ontwapenende uitwerking op hem.

Marjo had al snel in de gaten dat het argument dat ze niets wist van een afgesproken tijd tamelijk hopeloos was. Ze had het moeten weten, maar daar was het nu te laat voor.

‘Ik moet dus maar net doen of er niets aan de hand is?’, vroeg Robert, terwijl hij het stoomapparaat terzijde legde en drukt zichzelf met zijn handen op de knieën overeind. Het knakken van zijn gewrichten doorbrak voor even de stilte.

Marjo dacht even na over wat ze nu moest zeggen. De stilte deed bij Robert de irritatie weer oplopen. Hij wachtte nog even met wat te zeggen en keek op zijn horloge. Tien uur geweest. Ze was meer dan drie uren te laat en met een humeur om op te schieten. Robert schudde zijn hoofd.

‘Wil je dit baantje nu wel of niet?’, verbrak Robert de stilte. Met deze opmerking ging hij de discussie uit de weg die Marjo overwoog te gaan voeren.

Marjo’s lichaam reageerde op de strenge toon in zijn stem voordat de woorden tot haar doorgedrongen waren. Ongerustheid nam haar in bezit en haar vingers begonnen te tintelen. Haar eerste reactie was haar schouders ophalen. Dat deed ze altijd als kind als ze niets wist te zeggen omdat ze zich ongemakkelijk voelde. Ze was zich er meestal niet eens van bewust dat ze onvermijdelijk zo reageerde als ze met autoriteit geconfronteerd werd.

‘Kan het je niets schelen? Is dat het?’, Roberts ervaring in het werken met pubers maakte dat hij zeker wist dat Marjo’s onverschilligheid gespeeld was. Hij zou haar er echter mee confronteren, Als hij de één of andere relatie met dit brutaaltje wilde opbouwen dan moest ze het arrogante masker wat ze zo graag liet zien, laten vallen.

‘Nee, dat is het niet’, bracht Marjo er tegen in.

‘Het kon zijn dat je een loopje met me nam’, Roberts stem was zacht maar streng.

‘Ik had tijd nodig om na te denken’, zei Marjo.

‘Ik heb een telefoon’.

‘Er was geen telefoon in de buurt’, antwoordde Marjo.

‘Je had hier moeten zijn. Je had ook heel veel na kunnen denken terwijl je behang aan het afweken was’, zei Robert.

‘OK, het kan zijn dat ik te laat was. Maar ik ben er nu. Wil je dat ik aan het werk ga, of niet?, vroeg Marjo. Irritatie en schaamte zorgde dat haar vingers opnieuw begonnen te tintelen.

‘Daar moet ik eerst maar eens over nadenken’, Roberts antwoord klonk als een voldongen feit en serieus genoeg om genoeg twijfel bij Marjo te zaaien of ze het baantje überhaupt nog wel zou krijgen.

Robert liep langs haar heen de gang door naar de keuken. Hij had eerst koffie nodig.

Marjo bleef in de gang staan. ‘Wat nu?’, dacht ze.

‘Kom hier maar even zitten. We moeten eens wat afspraken met elkaar maken’, zei Robert terwijl hij de koffie in het filter deed en het koffiezetapparaat vulde met water.

Aarzelend kwam Marjo op zijn stem af en stapte de keuken in.

‘Ga daar maar zitten’, zei Robert en wees op de stoel die het dichtst bij hem stond. Marjo liep het haar hoofd naar beneden langs hem heen en ging zitten. Voor het eerst kwam het bij haar op dat oom Wim niet blij zou zijn als hij hoorde dat ze al ontslagen zou zijn voordat ze aan haar nieuwe baan begonnen was. Het zou er wel eens voor kunnen zorgen dat hij wel eens harde beslissingen omtrent haar toekomst zou kunnen nemen.

‘Wil je dit baantje?’, vroeg Robert nogmaals. Deze keer met dwingende stem die duidelijk maakte dat hij een antwoord verlangde.

‘Ja’, zei Marjo snel.

‘Goed dan, dan zullen we daar afspraken over maken om daarna de draad weer op te pakken. OK?’, vroeg hij nog steeds met een strenge stem.

Marjo knikte, maar ze bleef naar haar vingers kijken en naar de suikerkorrels die over de keukentafel verspreid lagen.

‘Ik wil het je horen zeggen!”, drong Robert aan.

‘OK”, gaf Marjo toe en keek naar hem op zodat hij kon zien dat ze het meende. Onder de oppervlakte voelde ze de irritatie weer toenemen.

‘Goed’, zei Robert en ging tegenover haar zitten. ‘Ten eerste. We starten ‘s morgens om 7 uur. Dat hadden we gisteravond ook al afgesproken, of niet?’

Marjo knikte en keek hem aan op zoek naar een reactie.

‘Ten tweede. Je antwoorden bestaan vanaf nu uit woorden in plaats van hoofdknikken. Vanaf nu. Duidelijk?’

Marjo knikte.

‘Duidelijk?’, herhaalde Robert en zette een nog krachtiger stem op om zijn gezichtsuitdrukking te onderstrepen.

‘Ja’, zei Marjo. De irritatie borrelde inmiddels in haar keel.

‘Mooi zo. Ten derde, je gaat wat aan die brutale houding van je doen en toont je belangstelling voor wat er hier allemaal omgaat. Ik heb geen zin in een brutale meid die de voortgang hier alleen maar in de weg staat. Duidelijk?’

Marjo knikte.

‘Je bent verdomd traag van begrip, of niet’, bulderde Robert. ‘Of laat je nu zien hoe je je hier gaat gedragen?’

‘Wat?’, klaagde Marjo.

‘Ik vroeg je of het duidelijk was. En gaf je daar antwoord op?’

‘Oh, sorry. Ja, het is duidelijk’, antwoordde Marjo.

‘Je hebt al twee regels overtreden’, zuchtte Robert. ‘Niet een erg goede start’.

‘Ik zei toch sorry’, bracht Marjo er tegen in.

‘OK, genoeg. Dit werkt niet’, gromde Robert en duwde zijn stoel achteruit om koffie in te schenken.

‘Houd toch eens op! Het is niet eerlijk wat je doet. Stel me niet steeds vragen waar ik eigenlijk maar één antwoord op kan geven’, siste Marjo en duwde haar stoel ook achteruit.

‘Ik wil je antwoord horen geven. Ik zei je al dat ik wil dat je die onverschillige houding laat varen. En ik meen het. Je zegt gewoon ja als ik je een vraag stel. Is dat duidelijk?’ Robert draaide zich om zodat hij haar aankeek en verhief zijn stem om zijn woorden kracht bij te zetten.

‘Ja’, antwoordde Marjo ook met luide stem onder invloed van haar toenemende irritatie.

‘Dat is beter’, beantwoordde Robert haar irritatie met een grijns en draaide zich weer om naar de koffie.

‘Verdomde lul!’, mompelde Marjo binnensmonds.

‘Wat zei je daar?’, Robert hield op waar hij mee bezig was en draaide zich naar haar om. Zijn houding straalde waarschuwing uit. ‘Je begeeft je op een hele dunne grens als het klopt wat ik dacht te horen’.

‘Niets’, deinsde Marjo terug.

‘We weten beide dat het niet niets was. Ik waarschuw je voor het laatst dat je een beetje op je houding te letten’, gromde Robert. ‘Is dat duidelijk?’

‘Ja verdomme! Het is duidelijk!’, Marjo sloeg met haar vlakke handen op de tafel en schreeuwde de woorden uit.

‘Goed dan, tijd om dat serieuze gesprek waar ik het gisteravond over de telefoon over had eens te voeren’, kondigde Robert aan en reikte naar een houten spatel die te samen met vergelijkbare artikelen in een pot op het aanrecht stond. Hij woog het ding keurend in zijn rechterhand en sloeg er mee op zijn linkerhand om uit te proberen hoeveel pijn hij deed. Om te laten zien dat dit het geval was, schudde hij met zijn hand en knikte.

‘Geen sprake van!’, Marjo zette grote ogen op en een onaangename elektrische sensatie joeg door haar lichaam. Ze voelde opeens dat ze heel nodig moest plassen.

‘Wel sprake van’, knikte Robert, alsof hij aangaf dat hij suiker in zijn koffie wilde. Het is nu verbonden aan je toekomst als werkneemster hier, ben ik bang’.

’Het is niet eerlijk!’, Marjo schudde met haar hoofd van nee.

Nu was het de beurt aan Robert om zijn schouders op te halen. ‘Mijn huis, mijn baan en mijn regels’, zijn stem was beslist, zijn gezichtsuitdrukking grimmig en vastbesloten.

Marjo zag hoe hij een stoel van de tafel wegtrok en erop ging zitten en keek haar verwachtingsvol aan. Ze schudde nog steeds nee. Hetzelfde verwarrende gevoel wat ze op het strand had gevoeld was teruggekeerd. Natuurlijk wilde ze niet op haar bips geslagen worden. Het zou zeer doen en was erg vernederend. En toch was er diep van binnen een ander gevoel. Een gevoel waar ze niet blij mee was, een gevoel dat een pervers soort verlangen uitdrukte vocht een innerlijke strijd uit. Dit gevoel verlangde wel naar een pak op haar billen, zeker van deze man. Een gevoel wat zich afvroeg of hij haar broek naar beneden zou doen. Angst voor haar eigen geheim en angst voor de pijn zorgde dat haar mond en keel droog werden en zorgden ervoor dat haar hoofd als een metronoom nee bleef schudden.

‘Ja, Marjo’, gaf Robert te kennen. ‘Dit is wat er nu gaat gebeuren. Kom hier’. Hij tikte met de spatel op zijn rechter bovenbeen.

Marjo’s houding straalde een mengeling van verwarring en verzet uit.

‘Nou kom aan, we hebben nog meer te doen. Je hebt al veel tijd verspild vandaag’.

‘Ik wil niet’, sputterde Marjo tegen. ‘Kun je me niet nog een kans geven?’

‘Nee, nieuwe kansen geven een verkeerd signaal af’.

Marjo schudde opnieuw haar hoofd en keek wanhopig om zich heen. Verwarring en verbazing dat ze op het punt stond op te staan en zich te onderwerpen aan een pak slaag van een vreemde man deden haar gedachten op hol slaan. De aanblik van de keuken gaf geen verlichting en dus begon ze te handenwringen. Een prikkelende sensatie deden haar vingertoppen tintelen. Het was geen prettig gevoel.

‘Nu’, baste Robert, hij overdonderde haar. Met een zucht stond ze op en liep naar hem toe.

‘Doe je broek en je onderbroek naar beneden en kom over mijn knie liggen’, beval Robert.

Marjo schudde weer met haar hoofd en draaide zich zo dat haar ogen de zijne ontmoetten. Ze keek hem smekend aan in de hoop dat hij nog van gedachten zou veranderen. Hij meende het en was niet te vermurwen. Hij klopte weer op zijn bovenbeen en reikte naar haar rechterarm.

Marjo jammerde en kneep haar ogen dicht. Met gesloten ogen kon ze wegvluchten van de bedreigende realiteit. Een deel van haar zou het op een lopen willen zetten, een ander deel berustte in het onvermijdelijke. Haar vingers friemelden aan de knoop en de rits van haar spijkerbroek. Ze maakt haar billen bloot en ging uit zichzelf over zijn schoot liggen.

‘AUW!, gilde ze, toen Robert de spatel voor de eerste keer liet neerdalen.

‘Het lijkt erop dat je pas geleden nog een flink pak op je bips gehad hebt, hè brutaaltje? Hij verwachtte eigenlijk geen antwoord en nam deze keer genoegen met een hoofdknik. Hij glimlachte en liet er verder geen gras over groeien. Heel veel meer klappen volgden de eerste vlak op elkaar. Binnen een paar minuten lag Marjo zo tegen te stribbelen dat Robert even moest stoppen om haar goed vast te kunnen houden.

‘Alsjeblieft, laat me opstaan’, smeekte Marjo tijdens de kleine pauze.

Robert grijnsde. Hij was nog niet van plan om op te houden. Dit pak slaag verliep helemaal zo als hij het zich voorgesteld had en hij was vast van plan om het ook te laten ophouden zoals hij van plan was. Hij was zich ervan bewust dat er een zekere mate van opwinding ontstond in zijn broek, maar dat was niet zijn primaire doel van dit pak op haar billen. Misschien zou hij ooit een vrouw om een andere reden dan straf een pak op haar blote bips geven. Maar deze keer had hij een heel ander doel voor ogen dan de fysieke reacties van zijn lichaam. Zijn geest liet zich niet afleiden. Hij vond het geruststellend dat hij ondanks zijn opwinding zijn doel scherp voor ogen kon houden.

Marjo kreeg die ochtend een hard pak op haar bips. Ze vocht heel hard tegen de tranen en slaagde daar maar amper in. Toen Robert haar uiteindelijk liet opstaan was haar houding drastisch veranderd. Het pak slaag had de lucht geklaard van de nerveuze spanning die ze in zich had. Het vervelende geheim in haar was tot rust gekomen en de spanning die ze had gevoeld sinds hun eerste ontmoeting was verdwenen.

Robert zette haar de rest van de dag aan het werk met het afsteken van het behang in de achterste slaapkamers. Toen het tijd was om op te ruimen en na te denken over het avondeten nam hij de tijd om haar bij te praten over zijn plannen en de werkzaamheden waarvan hij hoopte dat zij ze voor haar rekening kon nemen.

Marjo voelde zich helemaal opgewonden en keerde met een gelukkig gevoel terug naar huis op een manier waarvan ze zich niet kon herinneren zich ooit eerder zo gevoeld te hebben. Ze had zo haar eigen ideeën over sommige plannetjes van Robert, maar over het algemeen kon ze zich helemaal in zijn plannen vinden.

Vlieland (2)

Bea en Wim praatten nog een hele poos na, nadat Robert vertrokken was. Ze waren blij dat Marjo alsnog iets om handen kreeg. Ze waren ook blij dat Robert had besloten voorlopig op Vlieland te blijven. Ze hadden beiden zijn ouders goed gekend. Bea en zijn moeder, Gerda waren zelfs dikke vriendinnen.

Bea was blij dat de voorspelling van haar oude vriendin uit zou komen. Gerda had iedereen verteld dat haar jongste zoon op het eiland thuis hoorde. Robert was zo één met Vlieland, had Gerda aan Bea verteld, dat zijn geest het eiland nooit verlaten had. Gerda zei dat ze diep in haar hart wist dat Robert op een dag terug zou keren. Ze had zijn aanwezigheid altijd in het pension gevoeld. In haar dromen zag ze hem door het huis scharrelen, een praatje makend met de gasten, het eten serverend, net zoals hij altijd gedaan had.

Wim had niet zoveel met al die beschrijvingen van de fantasieën van de dode vriendin van zijn vrouw, maar hij vond het aandoenlijk om te zien hoe ze glimlachte bij de dierbare herinneringen.

Toen Marjo de keuken binnenkwam was het tijd om het eten voor de gasten klaar te maken die Wim eerder die dag van de boot gehaald had. Alle drie staken ze de handen uit de mouwen om de klus te klaren.

‘Marjo meisje, hoe kwam je erbij om Robert mee te nemen naar huis?’, vroeg Wim tussen neus en lippen weg, terwijl hij zijn vrouw hielp het serviesgoed naar de eetkamer te brengen.

‘Ik kwam hem tegen op het strand, oom Wim’, antwoordde Marjo na een paar seconden. Zijn vraag verbaasde haar enigszins. Ze was enorm opgelucht dat Robert niet over haar brutale gedrag begonnen was, maar deze vraag had haar een gevoel van onzekerheid gegeven. Zou hij het dan toch aan haar oom verteld hebben en was dit de manier van haar oom om het ter sprake te brengen?

‘Ik wist niet dat je hem kende’, zei Wim met een licht vragende ondertoon.

‘Dat doe ik ook niet, hij was in de uitsparing tussen de duinen en we hebben een praatje gemaakt’, legde Marjo uit en hoopte dat ze geen tekst en uitleg over de inhoud van de conversatie zou hoeven geven.

‘OK’, knikte Wim met een knipoog. ‘Leuk om te horen dat je je voor de verandering eens sociaal opgesteld hebt.

Marjo kromp ineen toen ze dat hoorde, maar reageerde er verder niet op. Als haar oom wist dat ze zo onbeschoft had gedaan, dan moest hij daar zelf maar mee komen. En als hij dat niet deed, dan hoopte ze maar dat het tot het verre verleden behoorde voor hij er iets van zou horen.

‘Hij is een erg aardige vent zou ik zeggen, vind je niet?’, zette Wim het gesprek voort.

‘Zou best kunnen’, antwoordde Marjo en haalde wat onwillig haar schouders op.

‘Hij is van goede komaf. Ze wonen al generaties lang op het eiland’, legde Wim uit, alsof de familie de Jong van onbesproken gedrag zou zijn.

‘Zoals ik heb horen vertellen is hij er vandoor gegaan. Hij heeft zijn moeder alleen gelaten met al het werk in het pension en bij een man die onuitstaanbaar was’, bracht Marjo in tegen de goede referentie die oom Wim over Robert gaf.

‘De jongen is van het eiland afgegaan om te gaan studeren!’, nam Bea het woord. ‘Zijn moeder wilde dat hij dat zou doen. Hij is er echter pas heel laat toe gekomen omdat hij zijn moeder niet alleen wilde laten, als ik me goed kan herinneren. Hij wilde koste wat het kost hier blijven”.

‘Dat was pas nadat zijn vader het zat was dat hij iedere avond van kroeg naar kroeg trok om zich te bezatten, heb ik horen vertellen’, weersprak Marjo de verdedigende woorden van haar tante jegens de vreemdeling, die tot een uur geleden niet meer was dan een geest uit het verleden van het eiland.

‘Niets anders dan gemene roddel, Marjo. Ordinaire en gemene achterklap. Ik wil die woorden nooit weer horen in dit huis, heb je dat begrepen?’, zei Bea. In de toon in haar stem weerklonk ergernis.


’Weet je, ik wist tot voor kort alleen maar wat roddelverhalen over deze familie en om eerlijk te zijn ben ik in niet veel meer geïnteresseerd’, klaagde Marjo. Nu het onplezierig dreigde te worden, was ze de verhalen over Robert, zijn verleden en zijn familie helemaal beu. ‘Die man interesseert me eigenlijk helemaal niets als jullie dat maar weten!’


’Robert is een goed mens, Marjo. Je behandelt hem met respect, heb je dat goed begrepen?’, waarschuwde Wim.

Marjo reageerde niet op de waarschuwing van haar oom. In plaats daarvan hield ze zich stil en luisterde naar het prietpraat van haar oom en tante die druk waren met het dekken van de tafels.

Of ze op de geur van het eten afkwamen of op dit tijdstip waren uitgenodigd, Marjo wist niet wat de reden was, kwamen de gasten een paar minuten later de eetkamer binnendruppelen.


Vriendelijk gekeuvel over de dingen die op Vlieland gedaan en bekeken konden worden, namen de rest van de avond de plaats in van het gespreksonderwerp Robert de Jong. Marjo liet zich lui in de stoel aan het hoofd van de tafel bij het raam zakken. Als haar iets gevraagd werd gaf ze netjes antwoord maar voor de rest dwaalden haar gedachten over de in het schemer zwart lijkende Noordzee.

Een steeds terugkerende, bijna dwangmatige gedachte kwam telkens in haar hoofd op. Alle schaduwen, bootjes, vlonders, strandpalen leken de perfecte hoogte te hebben voor een man als Robert om op te gaan zitten met haar voorover over zijn knie getrokken of ze hadden de perfecte hoogte voor een meisje van haar postuur om er gebukt over heen te buigen. In beide gevallen was het eindresultaat hetzelfde, namelijk dat ze een pak op haar billen zou krijgen. Nooit eerder had Marjo dergelijke gevoelens of fantasieën gehad. Ze waren echter niet onplezierig, maar wel  verwarrend.


************


Eén van de mooiste momenten op Vlieland was om bij zonsondergang vanaf de duinen naar de haven te kijken. Het dorp op de voorgrond, de waddenzee op de achtergrond. De lucht kleurde ’s avonds vaak vermiljoen. De vissersboten vielen bij eb droog op het strand. In de slenken lagen soms vissen ten dode opgeschreven toen het water in het poeltje waar ze per toeval terecht gekomen waren, langzaam opdroogde. Anderen, die meer geluk hadden kronkelden door de slenken op weg naar het open water, hun vinnen staken boven het water uit, zodat ze net kleine haaien leken. Krabbetjes en andere schaaldieren bewogen zich tussen het drooggevallen zeewier op het strand. Na een paar uur zou de zee terugkeren en alles weer normaal worden.

Het getij hoorde helemaal bij het eiland, net zoals de lucht en de zee. Ze waren meer dan een toeristische attractie alleen. Ze zorgden voor een inkomen voor hen die uit de zee oogsten wat hij hen te bieden had. De getijden hadden ook een andere, destructieve kant. Dit was waarom Marjo en vele anderen er ambivalent tegenover stonden.

In de loop der jaren waren velen, zowel eilanders als toeristen verrast door de plotseling en snel opkomende vloed. Ze waren bij laag water de zeebodem opgelopen, op sommige plaatsen zelfs kilometers lang, om tot de ontdekking te komen dat ze vervolgens werden ingesloten door het opkomende water. Velen lieten op een dergelijke manier het leven.

Veel van de eilander mythes gingen over het getij, gestrande en zoek geraakte zeelieden en scheepswrakken. De wateren rondom de eilanden konden heel gevaarlijk zijn. Over de engte tussen Vlieland en Terschelling werd gezegd: ‘Als je een zuiver hart hebt, zal je niets overkomen, maar als dat niet zo is, kun je er beter uit vandaan blijven’.

Lang nadat ze het eten op hadden, bleven de gasten en gastheer en –vrouw aan tafel zitten. Ze praatten over het eiland, de haven en de zonsondergang. Marjo luisterde zwijgend totdat het te donker geworden was om nog door het raam naar buiten te kijken. Toen het helemaal donker geworden was, excuseerde ze zichzelf. Ze nam de vaat mee naar de keuken en begon aan de schoonmaak. Het laatste wat ze deed was het brengen van een kan hete chocolademelk en koekjes naar de tafel waar de gasten zaten.

Wim en Bea gaven hun nicht een nachtzoen en Marjo trok zich terug op haar kamertje. Robert de Jong vergezelde haar in haar gedachten. Hoe zou het zijn om voor hem te werken? Hij zag er in ieder geval aantrekkelijk uit.


********************
Toen het de volgende ochtend licht werd, was Robert al drie uren op. Hij maakte een lijst met dingen die opgeknapt moesten worden en die hij zelf ter hand zou kunnen nemen en een lijst met materialen die hij daarvoor nodig zou hebben. Hij was hier het grootste deel van de ochtend mee bezig. Tussen de middag zocht hij op internet naar prijzen en leveranciers. Verf en behang stelde niet zoveel voor, maar alle andere zaken zouden allemaal verscheept moeten worden vanaf de wal.


De volgende dag, keek Robert of er een handige vakman op het eiland te vinden was. Hij had het idee dat voor bepaalde klussen hulp noodzakelijk zou zijn.


Een kleine 48 uur nadat hij bij de van Veens zijn ruwe plannen besproken had zat Robert aan een voedzame maaltijd en overdacht zijn inmiddels uitgewerkte plan. Er waren nog wel wat kleine details waarin voorzien moest worden, maar niets zou de start nog hoeven te vertragen.

Hij zou Marjo eerst in de slaapkamers en badkamers aan het werk zetten. Eerst moest het oude behang  er afgestoken worden voordat het stukadoorswerk en de reparatie van de lambriseringen kon beginnen. Daarna moesten de hardhouten vloeren geschuurd worden, de oude ornamenten van de plafonds gerestaureerd en het linoleum in keuken vervangen. En dan nog maar te zwijgen van al het verf- en behangwerk wat zou moeten gebeuren.

Aan de buitenkant was er werk te doen aan de markiezen, de kozijnen en het dak. Dit diende te gebeuren voor de winter in zou treden en het te koud zou zijn om buiten te werken. Daarna zou het binnenwerk volgen. 


Het was maar een ruwe gok, maar als alles een beetje mee zat dan zou het pension zijn eerste gasten begin mei weer kunnen verwelkomen.

‘Laten we hopen dat kruidje-roer-me-niet even fanatiek is met werken als ze is met het geven van een grote mond’, grijnsde Robert terwijl hij de ketel pakte en vulde met water.

Hij nam het zware geëmailleerde materiaal van de oude kooktoestel in zich op terwijl hij aan de knop van het gas draaide. Al snel brandde het vuur onder de ketel. Hij vroeg zich af waar hij een geschikte vervanger voor dit toestel op de kop zou kunnen tikken.

Terwijl hij dat dacht liep Robert van de keuken naar de grote woonkamer. Hij vroeg zich af of het een groot karwei zou zijn om de afscheidingsmuur naar de eetkamer eruit te slopen. Beide kamers liepen langs de zuidoost muur van het huis en gaven een nostalgisch uitzicht op de haven. Waar de tussenwand nu stond scheidde hij de twee ramen met uitzicht op de haven. Tussen beide ramen zouden openslaande deuren niet misstaan en de uitbouw in de vorm van een serre zou de leefoppervlakte nog groter doen lijken.

Hij schreef zijn plannen op om ze later met een aannemer te kunnen bespreken.


*********************
Nadat er twee dagen verstreken waren sinds hun eerste ontmoeting en ze nog helemaal niets gehoord had van het baantje dat Robert beloofd had, begon Marjo onrustig te worden. ‘Als hij zich bedacht heeft en iemand anders voor dat baantje gevonden heeft, zou hij op zijn minst het fatsoen kunnen hebben om haar dat te vertellen’, dacht ze bij zichzelf.

Het was overduidelijk dat Marjo zat te popelen iets van Robert te horen. De middag na hun eerste ontmoeting rekende Marjo al helemaal op die baan. Een baan die haar de gelegenheid gaf veel in de buurt te zijn van de man die zulke verwarrende gevoelens bij haar teweeg bracht. Binnen de kortste keren wilde ze niets liever dan bij hem te zijn.

De eerste middag werd ze onrustig. De tweede dag ging er iedere keer als de telefoon ging een schok door haar heen. Iedere keer als het Robert niet bleek te zijn, voelde als een hevige teleurstelling. Tegen de avond van die dag was ze flink chagrijnig.

Toen ze het avondeten aan het bereiden waren, merkte Wim haar humeur op. Hij vond dat de gasten niet hoefden te lijden onder het humeur van haar gastvrouw. Als Marjo zich niet op heel korte termijn zou herpakken, dan zou hij passende maatregelen nemen om te zorgen dat ze weer wat vriendelijker zou doen.

‘Is er iets, Marjo?’, vroeg hij nadat ze voor de derde keer in korte termijn de besteklade met een luide knal dicht had geslagen.

‘Nee!’, Marjo’s antwoord was korzelig en afgebeten.

‘Ik wil die toon niet van je horen!, waarschuwde Wim.

Omdat ze de onweersbui zag ontstaan, ging Bea zich ermee te bemoeien in een poging het naderende onheil af te wenden. ‘Marjo, leg waar je mee bezig bent even aan de kant en loop even naar de kelder om cranberry’s te halen als je wilt’.

‘Er staan nog cranberry’s in de koelkast’, met een arm beweging naar de koelkast en een boze stamp met haar voet op de grond weigerde Marjo aan het verzoek te voldoen.

‘Ik weet dat daar ook nog staan, maar ik heb meer nodig’, gaf Bea weerwoord en probeerde haar eigen irritatie vanwege Marjo’s gedrag weg te slikken zodat ze geen verdere voeding gaf aan Wims oplopende ergernis.

‘Waarom haal je ze zelf niet?’, zuchtte Marjo terwijl ze haar mes neerlegde en sjokte naar de kelderdeur sjokte.

Bea draaide zich om haar een directe opdracht te geven, maar hield zich stil toen ze zag hoe Marjo wegslenterde om te doen wat haar gevraagd was.

‘Denk een beetje om je houding, meisje!’, waarschuwde Wim.


Marjo trok een lang gezicht naar hem en mompelde wat bijvoeglijke naamwoorden terwijl ze het trapje van de kelder afstommelde. Ze was bijna beneden, toen Wim haar wat achterna riep.

‘Doe de deur achter je dicht! Het is koud in de kelder en dat wil ik graag zo houden!’, foeterde hij.

‘Ja, zo meteen’, riep Marjo terug. ‘Zeurpiet’, voegde ze er in zichzelf aan toe.

‘Nu!’, bulderde Wim naar beneden.

‘Ik ben zo weer boven! Houd je gemak een beetje!, schreeuwde Marjo terug, terwijl ze mopperend langs de schappen in de kelder liep. ‘Argh! Verdomde tiran! Wat doen die vijf seconden er nu toe?’

Wim hoorde het lage binnensmonds gepruttel door de vloer heen. Hij schudde zijn hoofd. Het was een jaar of vier, vijf geleden toen ze zich ook altijd zo gedroeg. Toen waren de consequenties van dergelijk gedrag heel gemakkelijk. Nu ze negentien was, was het minder eenvoudig. Maar dat ze er niet te oud voor was, dat was wel zeker. Voor Wim was geen enkele vrouw te oud voor een stevig pak op haar billen. Hij had gedacht dat ze nu te oud was voor een pak slaag van haar opvoeders en dat het volgende stadium een taak was voor haar toekomstige echtgenoot.

‘Als je zo door gaat, dan zal ik zorgen dat je daar straks erge spijt van krijgt, jongedame!’, riep Wim bij de openstaande kelderdeur.

‘Kom Wim, ze is een volwassen meid, met veel dingen aan haar hoofd op dit moment’, zei Bea zachtjes tegen haar man.

‘Ga je dit gedrag nog vergoeielijken ook?’, Wim draaide zich om naar zijn vrouw.

Bea glimlachte. ‘Nee schat, ik zeg alleen maar dat iedereen menselijke trekjes heeft, zelfs jij’.

Wim gromde en keerde terug naar de mosselen die hij van hun schaal ontdeed voor de vissoep.

Marjo kwam weer naar boven en gaf haar tante een metalen schaal met cranberry’s. ‘Zijn dit genoeg?’, vroeg ze.

’Hartstikke goed, liefje’, zei Bea en liep met de schaal naar de spoelbak. ‘Oh jee! Ik zie een paar die er niet helemaal goed meer uitzien. We moeten ze morgen allemaal even nakijken en vervolgens inmaken voor we straks alles kunnen weggooien’.

Marjo kreunde. Ze had een hekel aan inmaken.

‘Waarom ga je niet even bezig met de salade’, zei Bea, om te voorkomen dat Marjo openlijk haar kop in de nek zou gooien.

Marjo haalde haar schouders op en begon de ingrediënten te verzamelen die ze voor de salade nodig had. Ze zocht een grote schaal, een snijplank en een groot mes. Vervolgens de olijfolie, azijn, zout en peper. Ze zette alles klaar op het aanrecht en liep vervolgens naar de koelkast.


Terwijl ze heen en weer liep tussen de koelkast en het aanrecht, keek Wim op van zijn werk naar wat ze aan het doen was. ‘Kijk nou wat je doet!’, bromde hij.

‘Wat?”, Marjo bleef staan en keek naar het aanrecht waar ze de spulletjes neergezet had.

‘Eerst de kelderdeur, nu de deur van de kast en de koelkast!’, mopperde hij.

‘Wat?’, herhaalde Marjo, ze had momenteel al een kort lontje en nu begon haar oom ook nog te zeuren over allerlei pietluttige details.

‘Je verspilt allemaal energie op deze manier en wie weet wat er nog meer gebeurt als je de warmte toelaat bij al die dingen die koud bewaard moeten worden!’, bulderde Wim. Zijn irritatie begon te groeien omdat hij deze dingen al minstens honderd keer gezegd had.

‘Oh, houd daar toch mee op, oom Wim! Wat aan flauwekul! Bovendien ben je zelf constant aan het verspillen’, sprak Marjo tegen.

‘Houd je grote mond een beetje! Je bent niet te oud om een wandelingetje met me te maken naar de schuur’, sprak Wim koeltjes en draaide zich om, pakte de grote pollepel waarmee hij in de soep aan het roeren was en zwaaide daarmee in de richting van Marjo. De soep spatte in het rond. Bea en Marjo moesten hier beiden om lachen.

Wim vroeg zich af waar de vrouwen zo om lachten. Hij raapte zijn waardigheid weer bij elkaar en pakte een mop om de troep op te dweilen. ‘Noem mij maar eens één ding dat ik in dit huis verspild heb’, mompelde hij terwijl hij stond te poetsen.

Marjo gooide de koelkast met een knal dicht en gooide een citroen op de snijplank voor ze antwoordde. Ze voerde een innerlijke met haar redelijke zelf. Die laatste verloor de strijd.

‘Je verspilt veel te veel woorden, oude man!’, siste ze.

Bea sperde haar ogen open. Hier was geen redden meer aan. Het meisje stond er nu alleen voor.

Wim kreeg een erg donkere gezichtsuitdrukking. Marjo realiseerde zich al voor ze de woorden had uitgesproken dat ze te ver was gegaan. Ze had geen idee wat er met haar aan de hand was, maar de enorme onrust in haar, die iedere keer als de telefoon ging, groter werd, deden de situatie escaleren.

‘Eruit! Nu!’, bulderde Wim. Hij wees naar de deur. Het was een oud en bekend ritueel. Het was een tijd niet toegepast, maar het was bekend genoeg. Dit gebaar betekende dat ze zich naar de schuur moet bewegen.

‘Geen sprake van!’, weigerde Marjo te gehoorzamen. Koppigheid deed haar stokstijf stilstaan met haar kin in de lucht.

Wim deed twee stappen in haar richting. Marjo deinsde achteruit, maar merkte dat ze geen kant op kon. Ze stond opgesloten in de hoek tussen de koelkast en het aanrecht. Hij had de pollepel in zijn hand en zwaaide ermee om zijn woorden kracht bij te zetten.

‘Je doet wat ik je zeg!’, sprak hij rustig. ‘Als je denkt dat je me kunt weerstaan, zul je daar erg veel spijt van krijgen’.

‘Maar oom Wim’, sputterde Marjo tegen. Spijt, boosheid en angst hadden zich van haar meester gemaakt.

‘Spreek me niet tegen, meisje! Doe wat ik je zeg!’, herhaalde Wim.

‘Nee! Dat kunt u niet doen! Daar ben ik veel te oud voor!’, sprak Marjo tegen. Ze kromp ineen. Ze kende haar oom maar al te goed. Hij zou zich niets van haar leeftijd aantrekken.

‘Ik neem aan dat je ook te oud bent om je als een klein kind van 10 gedragen?’, hoonde Wim.

‘Dat deed ik niet!’, probeerde Marjo een laatste strohalm te grijpen.

‘Eruit! Nu!’, Wim deed een stapje aan de kant om haar de kans te geven eieren voor haar geld te kiezen.

‘Nee! Dat kunt u niet doen!’, herhaalde Marjo.

‘OK, dan moet het maar anders’, Wim pakte haar bij haar arm en duwde haar met haar gezicht naar de koelkast. Hij duwde haar bovenlichaam er overheen.

‘Wim, niet hier, de gasten?’, bracht Bea voorzichtig in.

‘Wou jij soms een zelfde behandeling, vrouw?’, was het enige antwoord van Wim op de bemoeienis van zijn vrouw.

Wetend dat verder praten geen zin had, liep Bea de keuken uit en zorgde er voor dat de deuren van de keuken naar de gang en de eetkamer goed dicht waren. Gelukkig bevond de keuken zich aan de andere kant van het huis dan de woonkamer en de slaapvertrekken. Op dit moment was er niemand in de buurt zie zou kunnen horen wat de gastheer met zijn nichtje zou gaan doen.

Marjo probeerde zich uit de greep van haar oom los te worstelen. Zonder succes. ‘Alsjeblieft, oom Wim, ik ben hier te oud voor. Alsjeblieft!’, smeekte ze.

‘Dus jij voelt je hier te groot voor? Ik zal je leren je niet als een klein kind te gedragen!’, beantwoordde hij haar smeekbedes en liet de pollepel met een droge klets op haar corduroybroek neerknallen.

‘Auw!’, gilde Marjo, terwijl ze worstelde om weg te kunnen komen.

‘Laat maar zitten, je kunt toch niet loskomen!’, zei Wim en het klonk als een voldongen feit. ‘Doe je broek naar beneden!’

‘Auw! Nee!’, jammerde Marjo en begon nog harder te stribbelen.

Voor een man van in de zestig, had Wim er verrassend weinig moeite mee het meisje onder controle te houden. Wim liet weer vijf hele harde klappen neerdalen en herhaalde toen zijn order. Eén van de klappen kwam op de knokkels van Marjo terecht toen ze naar achter greep om de klappen af te weren. Marjo liet een dierlijk gehuil horen.

‘Stop! Niet meer!”, smeekte ze.

‘We zijn nog niet eens begonnen, meisje en we beginnen ook nog niet totdat je je broek naar beneden gedaan hebt’, zei Wim met een waarschuwende grijns.

‘Jij kloo…. Auw!’, gilde Marjo, toen Wim een paar kletsen op de achterkant van haar bovenbenen gaf.

“Als ik die taal nog een keer van je hoor, dan laat ik je een zwiepende tak afsnijden nadat ik je mond met zeep uitgewassen heb. En nu doen wat ik je zeg! Broek! Nu!’, Wim zette de laatste woorden kracht bij met een paar kletsen die Marjo opnieuw wanhopig deden stribbelen.

‘Auw! Nee! Alsjeblieft’, huilde ze.

Nog vijf keer daalde de pollepel neer. ‘Weet je zeker dat ik hiermee door moet gaan?’, waarschuwde Wim.

‘Nee!’, Marjo kronkelde en probeerde met haar bovenlichaam van de koelkast af te glijden.

Wim begon nu ritmisch op haar billen te slaan. Marjo smeekte en schopte met haar benen, maar was niet in staat haar straf te laten ophouden.

‘Denk je nog steeds dat je het allemaal beter weet, meisje?’ Wim sprak haar streng toe tussen de klappen door. ‘Je bent bont en blauw en je werkelijke straf is nog niet eens begonnen. Het lijkt me dat je het allemaal vaak genoeg beleefd hebt.

‘Asjeblieft! Ophouden’, klaagde Marjo.

‘Je weet wat je te doen staat, meisje! Er is in vergelijking met de afgelopen jaren niets veranderd’, zei Wim afgebeten.

Marjo stampte met haar voet en begon wanhopig te gillen. ‘Je bet een gemene ouwe kloo… Auw!’, Wim smoorde het scheldwoord in de kiem. Marjo’s benen begonnen te trillen van de inspanning van het schoppen en de verschrikkelijke pijn die de pollepel op haar bips deed.

‘OK! OK! Ik zal het doen! Stop even! Alsjeblieft, even stoppen!’, smeekte Marjo terwijl ze onder zich greep om de knoop en de rits van haar broek los te maken. Nadat ze de rits naar beneden gedaan had, keerde het verzet terug. Ze stampte met haar voet om duidelijk te maken dat ze het er niet mee eens was. ‘Je kunt dit niet met me doen!’

Wim had er schoon genoeg van. Het was bijna tijd dat de gasten zich in de eetzaal zouden verzamelen en dan moest hij klaar zijn met dit klusje. Hij haakte zijn vingers achter de band van haar broek en het elastiek van haar onderbroekje en trok ze met een ruk naar beneden. Hij deed ze ver genoeg naar beneden om haar billen bloot te maken en verstevigde vervolgens zijn greep om verder te kunnen gaan.

Op haar billen was een patroon zichtbaar van rode bladeren van een bloem, hier en daar waren blauwe plekken zichtbaar. Toch was Wim van menig dat het echte pak slaag nog niet eens begonnen was.

‘Ok, Marjo, vijfentwintig voor brutaal zijn, vijfentwintig voor vloeken en vijftig omdat je niet meewerkte. En de eerste vijfentwintig en de laatste tien meetellen, jij!’

‘Oh God! Eén!’, gilde Marjo. ‘Twee’, huilde ze toen de volgende neerkwam.

Wim toonde geen medelijden met de vijfentwintig die ze mee moest tellen. Toen deze portie erop zat, ging het tempo van het pak slaag omhoog. Marjo’s geschreeuw kon de klappen niet bijhouden. Ze was helemaal vergeten hoe zeer een pak op haar blote bips kon doen. Toen ze uiteindelijk bij de laatste tien aankwamen, die gelukkig snel voorbij waren. Tegen die tijd was het verzet van Marjo volledig gebroken.

Toen haar oom haar losliet, kwam ze langzaam overeind en deed haar broek weer omhoog. Ze weigerde te huilen en hem te laten zien dat het pijn deed. Marjo keek liever de vloer in plaats van in het gezicht van haar oom. Pruilend liep ze bij hem vandaan.

‘Heb je genoeg gehad?’, vroeg Wim haar. Marjo knikte. ‘Ga je je nu goed gedragen?’ Marjo knikte nogmaals. ‘OK, terug aan je werk dan!’

Het avondeten verliep vreedzaam. Marjo was stilletjes, maar dat was niet ongebruikelijk. Het enige wat de gasten mogelijk vreemd gevonden hebben, was de weigering van Wim toen Marjo na het eten vroeg of ze van tafel mocht. Maar als het al iemand opgevallen was, begon niemand erover en bleef de sfeer aangenaam.

Ook de avond ging rustig voorbij. Bea serveerde chocolademousse met cranberrycompote om een uur of acht. Daarna gingen de gasten spelletjes doen of keken naar de televisie. Net toen Marjo zichzelf wou excuseren om naar bed te gaan, ging de telefoon.

Bea stond op om hem op te pakken.

‘Voel je je nu beter, meisje?’, vroeg Wim zachtjes aan Marjo.

Marjo knikte, maar gaf geen antwoord.

‘Wat was er toch met je aan de hand?’, wilde Wim weten.

‘Marjo, Robert de Jong voor je’, riep Bea vanuit de keuken.

Marjo’s hart klopte in haar keel. Ze keek haar oom aan, die haar met een hoofdknik toestemming gaf van tafel te gaan.

**************

‘Hallo?’, zei Marjo in de telefoon.

‘Hallo daar’, klonk Roberts stem aan de andere kant van de lijn. Ben je er nog steeds voor in om voor me te komen werken?’

‘Ik dacht dat je van gedachten veranderd was. Je hebt lang niets van je laten horen’, zei Marjo koeltjes.

‘Ik had eerst nog wat werk te doen. Kom je, of niet”, antwoordde Robert al even koel.

‘Daar moet ik even over nadenken’, antwoordde Marjo.

‘Geen probleem. Vergeet het maar. Ik zet wel een advertentie. Er is vast wel iemand op Vlieland die het wil doen. Leuk je gesproken te hebben, wijsneus’. In Roberts antwoord had zowel geamuseerdheid als irritatie doorgeklonken.

‘Nee! Wacht even!’, zei Marjo snel. ‘Verdomme, dat hij mijn bluf zo snel door had’, dacht ze bij zichzelf.

‘Wachten?’, vroeg Robert.

‘Misschien doe ik het’, Marjo probeerde onverschillig te klinken, zodat hij niet zou merken hoe graag ze het baantje wilde hebben.

‘Nee, laat maar, ik heb liever iemand die er zin in heeft’. Goedenavond verder, doeg!’, zei Robert en maakte aanstalten om op te hangen.

‘Stop! Ik zei toch, wacht even!’, Marjo verhief haar stem en stampte uit boosheid met haar voet op de grond. ‘Ik wil die baan hebben.  OK? Ik wil die baan!’

‘Je klinkt helemaal niet als iemand die dat baantje graag wil hebben’, Robert probeerde over te komen alsof hij in verwarring was over het antwoord.

‘Ik zei je toch dat ik die baan wilde hebben? Ik zeg nooit dingen die ik niet meen!’, Marjo haar stem ging een octaaf onhoog en nam zo in volume toe dat haar oom en een paar gasten opkeken om te zien of er iets aan de hand was.

Robert begon aan de andere kant van de lijn te lachen.

‘Wat is er zo grappig?’, wilde Marjo weten.

‘Jij!’, antwoordde Robert eerlijk. 7 uur morgenochtend. Neem kleding mee die vies mag worden. OK?’

‘7 uur!’, Marjo gilde of ze weer op haar billen geslagen werd. Weer gingen een aantal ogen in haar richting.

‘7 uur’, bevestigde Robert.

‘OK’, siste Marjo. ‘7 uur’.

‘Oh en Marjo?’, zei Robert vragend.

‘Ja?’, antwoordde Marjo.

‘Als je het humeur dat je nu hebt, morgen hier mee naar toe neemt, dan hebben we snel ons eerste werkgever, werknemer conflict, Is dat duidelijk?’, waarschuwde Robert.

Marjo gaf geen antwoord, omdat het volgende dat ze hoorde de klik was die de verbinding deed verbreken. Ze voelde de boosheid in haar opkomen. Het is dat haar oom haar met een koele blik aankeek, anders zou ze een hele serie vloekwoorden de kamer ingeslingerd hebben.

Het duurde een uurtje om de keuken op te ruimen. Bea was heel benieuwd naar Marjo’s nieuwe baantje, maar Marjo gaf er de voorkeur aan de stilte van haar kamertje op te zoeken om na te denken.

Haar bips klopte in haar broek, maar in plaats van dat het hinderlijk was, maar deze keer gaf het haar deze keer in combinatie met de waarschuwing van Robert aan het eind van het telefoongesprek, een soort elektrische spanning. Opnieuw moest ze er aan denken hoe Robert haar een pak op haar billen zou geven. Op de één of andere manier was de herinnering hoeveel pijn zoiets kon doen al weer verdwenen en wond de gedachte haar op.

Vlieland (1)

De schreeuwende meeuwen maakten Robert al vroeg wakker. Voor de verandering was hij uitgeslapen die morgen. De afgelopen drie weken waren erg hectisch geweest, hij had niet veel geslapen en wanneer hij dat wel deed, voelde hij zich niet uitgerust wanneer hij zijn bed uit rolde. De begrafenis van zijn moeder was nu vier dagen geleden en afgezien van een paar telefoontjes in de afgelopen twee dagen hadden de dorpelingen hem eindelijk met rust gelaten.

Robert was verbaasd over de herinneringen die de geuren in het huis teweeg brachten. De herinneringen die eens zo pijnlijk waren, voelden nu een stuk milder aan. De oude boosheid maakte plaats voor weemoed nu zijn moeder er niet meer was en de goede herinneringen waren een stuk sterker nu hij alleen in het huis was. Het huis had veel achterstallig onderhoud, maar was nog steeds sfeervol. Het uitzicht over de schuimkoppen van de Noordzee waren nog even biologerend als ze altijd waren geweest. Aan de westkant van het huis lag een stuk grond met struikgewas en bomen. Er groeiden cranberry’s en jeneverbessen. Er liep een zandweggetje naar het dorp waar de vissersboten in de haven lagen. Er stonden veel houten huisjes. Velen wit geverfd, anderen in diverse Oudhollandse tinten.


Eigenlijk was hij helemaal niet van plan hier ooit terug te keren. Hij had zichzelf plechtig beloofd nooit meer voet op het eiland te zetten. Maar toen hij hoorde dat zijn moeder erg ziek was en weigerde haar huis te verlaten om in medische verzorging te voorzien, had hij zijn spullen gepakt en was terug naar huis gegaan. Voor jonge mensen, die de uitdagingen van de wijde wereld wilden ontdekken, viel het leven op Vlieland viel niet mee. Robert keek dan ook ambivalent terug op zijn jeugd op het eiland.

Een deel van de eilandbevolking verdiende de kost met vissen het andere deel was in het toerisme werkzaam. De helft van de bevolking genoot in de periode van oktober tot april een uitkering. De gemeenschap op het eiland was klein en erg op elkaar betrokken. Mensen wisten alles van elkaar en iedereen bemoeide zich met de kinderen. Er heersten strenge waarden en normen. En hoewel de kinderen veel ruimte hadden om op het eiland rond te dolen, was er weinig ruimte om de grenzen te verleggen. Er was op het eiland niets te doen voor mensen in de leeftijd van 16 tot 60 jaar afgezien van werken, eten en slapen.


Zijn familie had een pension ‘Zeezicht’, dat goed bekend stond dankzij zijn moeders kookkunsten. Verder had ze aan de andere kant van het terrein een klein winkeltje waar ze allerlei souvenirs verkocht. Het geheel werd door moeder en kinderen gerund, terwijl hun vader wat verdiende met vissen en soms met rondrijden van toeristen.

Robert was de laatste van de kinderen die het huis uit ging. Hoewel ze tot de meest welgestelde mensen van het eiland behoorden was dit te danken aan dag en nacht hard werken en de onredelijk hoge eisen van een vader die vond dat niks vanzelf kwam en niets voor niets was. Zijn vader was een veeleisende en compromisloze man. Alle broers en zussen van Robert waren uiteindelijk tegen hem in verzet gekomen. Ze waren allemaal naar de wal getrokken om een leven op te bouwen, zich afsluitend voor hun ouders en voor elkaar, in een wanhopige poging de verstikkende sfeer van het eiland te vergeten.

In het jaar dat Robert dezelfde keus maakte werd het bijzonder moeilijk met zijn vader. Zijn moeder was gedwongen om in de zomermaanden hulp in te huren voor de huishouding en de keuken. Dit leidde tot veel gezeur dat de kosten die hiermee gemoeid waren, een verspilling waren. Robert fungeerde als een buffer voor zijn moeder iedere keer als er weer woorden waren over verspilling en betrouwbaarheid.

Deze gevechten vonden nagenoeg dagelijks plaats, zelfs nadat het toeristenseizoen al voorbij was. De druppel die de emmer deed overlopen kwam op de dag na zijn achttiende verjaardag, toen zijn vader met de mattenklopper op hem afkwam. De ruzie was begonnen zoals alle anderen. Het ging om een klus in het huis die nog moest gebeuren. Maar op een gegeven moment veranderde hun gespreksonderwerp zich naar het beperkte leven van Robert buitenshuis en begon zijn vader te zeuren over ‘rondhangen’ en het drinken van bier als onderwerp kreeg. Zijn vader had geen kans gekregen om ook maar één klap met de mattenklopper uit te delen. Robert had deze hem afhandig gemaakt. Uiteindelijk werd de kloof tussen beiden steeds dieper.


In zijn examenjaar op de middelbare school, kreeg Robert het advies om aan de universiteit te gaan studeren. Het eerste jaar liet hij die kans lopen omdat hij zijn moeder niet met al het werk en met zijn vader wou opschepen. De laatste herfst en winter op het eiland hadden hem echter van gedachten doen veranderen. Het volgende collegejaar was hij vertrokken.


Zijn moeder had hem ook aangemoedigd zijn dromen waar te maken. Ze overtuigde hem er ten slotte van dat ze zich best zou redden toen ze hem haar appeltje voor de dorst liet zien. Verder rekende ze hem voor dat ze het pension niet open hoefde te houden omdat het geld dat ze in het winkeltje verdiende samen met de inkomsten van het vissen en de zeewier voldoende was om van rond te komen. Ondanks dat wist Robert dat ze het pension toch wel open zou houden.

Een studiebeurs en een paar parttime baantjes waren voldoende voor Robert om de zes jaar durende studie door te komen. Hij studeerde uiteindelijk af in de Nederlandse taal. Al die jaren had hij alleen telefonisch contact met zijn moeder onderhouden. Robert had zijn vader nooit meer gesproken sinds de dag dat hij het eiland verlaten had. In de afgelopen negen jaar was hij maar één keer naar Vlieland teruggekeerd, na de plotselinge dood van zijn vader.

‘Die ouwe was een enorme klootzak’, dacht Robert bij zichzelf, toen hij zich losmaakte van zijn dagdromen en naar de keuken ging om koffie te zetten.

Geen van zijn broers en zussen was naar het eiland gekomen toen zijn vader begraven werd. En het had erop geleken dat ze het eiland niet snel genoeg konden verlaten toen zijn moeder een paar dagen geleden begraven was. Toen het testament voorgelezen was en gebleken was dat het pension aan Robert nagelaten was, wisten ze niet hoe snel ze Vlieland moesten verlaten.

Er stonden geen verrassingen in het testament en er waren geen scheve ogen tussen de broers en zussen. Robert was de enige die nog contact had gehad met zijn ouders, hoe minimaal ze ook waren. En, gezien de staat van onderhoud vertegenwoordigde het pension geen grote waarde meer.

Daar was hij dan. Alleen in het grote huis, zich afvragend hoe het verder moest gaan.


Toen hij dat zijn moeder ziek was, pas een week of vier geleden, had hij een heel semester vrij genomen van de middelbare school in Den Haag waar hij de laatste vier jaar gewoond en gewerkt had. Niemand had kunnen voorzien dat ze al zo snel zou overlijden. En nu was hij hier en had een heel vrij semester voor zich.

Hij zou het huis kunnen ontruimen en terug kunnen keren naar Den Haag. Het zou geen probleem opleveren zich te melden bij de rector. Hij zou zijn lessen zo terug kunnen krijgen. Maar iets weerhield hem daarvan. Hij besloot nog een poosje op Vlieland te blijven. Hij worstelde de afgelopen dagen met een steeds terugkerende gedachte. Hier blijven? Het pension opknappen en heropenen? Alle vrouwen die producten hadden aangeleverd voor het winkeltje uitnodigen?


***********

Na het ontbijt, trok hij een trui aan en liep het pad af naar het strand. Zijn wandeling bracht hem naar het noordoostelijk deel van het eiland. Het was een heldere september ochtend. De wind van de Noordzee begon al koud te worden, maar de najaarszon gaf toch nog een aangename warmte. In de beschutting van de duinen was het zelfs te warm voor een trui, maar op het strand, aan het water, zonder beschutting, kon de zon het niet meer winnen. Robert gaf de voorkeur aan het strand boven de warmte, zodat het een verfrissende wandeling werd.


Nadat hij een paar kilometer gelopen had, kwam hij bij een uitsparing in de duinen die hij zich nog goed kon herinneren. Bovenop de duin stond pension ‘Zeelucht’. Als kind had Robert daar veel middagen weggebracht, buiten het gehoorsveld van zijn overheersende ouders en weg van de eeuwige klusjes.


In gedachten verzonken liep Robert de uitsparing in de duinen in en ging zitten kijken naar het spectaculaire spel van de zeemeeuwen boven de branding. Af en toe stak een zeehond zijn kop vanuit de golven omhoog. De wind, de vogels en het geluid van de branding vulden zijn bewustzijn. De tijd gleed voorbij zonder dat hij er erg in had.

‘Hee, wie ben jij?”. De stampende voetstappen op de vlonders achter hem versterkten de onvriendelijke woorden. Robert schrok zich een hoedje en werd ruw weggerukt uit dromenland.

Met een ruk draaide hij zich om. De dader was een meisje. Ze stond met haar armen over elkaar en een donkere uitdrukking op haar gezicht. Aan de andere kant deed haar postuur vermoeden dat ze niet veel meer dan een vlieg kwaad zou kunnen doen. Robert kon een grijns niet onderdrukken en zijn hartslag werd weer normaal. “Pittig, maar aandoenlijk’, dacht hij bij zichzelf.

‘Robert de Jong’, antwoordde hij, ‘En wie ben jij?’

‘Wat doe je hier?’, het meisje negeerde zijn vraag.

‘Ik zit mijn tijd hier een beetje te verdoen. En jij?’, grijnsde Robert vriendelijk.

‘Dit is eigen terrein. Je kunt het beste in beweging komen en maken dat je weg komt’. Haar stem klonk uitdagend.

‘Dit is openbaar terrein voor zover ik weet. Is ook altijd zo geweest trouwens. Robert beantwoordde haar toontje door beslistheid in zijn stem door te laten klinken. Iets in haar doen en laten had zijn interesse gewekt.

‘Jullie verdomde toeristen! Dit is privé-terrein. En nu maken dat je wegkomt of ik waarschuw de politie’, waarschuwde ze.


’Is dat zo?’, nam Robert haar uitdaging aan. Zijn interesse in deze brutale meid was nog verder gewekt. Hij koos ervoor om in haar spelletje mee te gaan. ‘Vertel me dan maar eens wanneer ze hebben veranderd dat dit openbaar terrein was?’

‘Wat weet jij daar nou van?’, luidde haar weerwoord.

Robert moest toegeven dat ze doorzettingsvermogen had, ze gaf geen millimeter toe. En hij ook niet. ‘Ik weet dat omdat ik hier geboren en getogen ben’, hij zag haar gezichtsuitdrukking veranderen.

‘Leugenaar! Ik ken alle eilanders en ik ken jou helemaal niet!’, haar antwoord was een nieuwe uitdaging.


Robert liet zich achterover zakken en nam het onvriendelijk meisje van top tot teen op. Hij zorgde ervoor dat zijn blik een mengeling van geschoktheid en vaderlijke strengheid uitstraalde. Ze kon niet veel ouder zijn dan een jaar of twintig. Ze was klein van postuur maar met rondingen op de juiste plaatsen. Haar vlasblonde haar was samengebonden in een staart die op haar rug hing. Ze had de bleke huid en het postuur van de van Veens, maar Robert herkende haar niet als één van de nakomelingen van Wim.


De stilte die volgde op de beschuldiging van het meisje dat Robert een leugenaar was, hing nog steeds in de lucht en werd ongemakkelijk. Robert hield de strenge lerarenblik op zijn gezicht en keek geamuseerd toe hoe ze hem op nam. Ze had niet een harde blik in haar ogen. De combinatie van haar aantrekkelijke voorkomen en pittige optreden had een invloed op hem die hij nog nooit eerder ervaren had. Hij kon de gedachte niet onderdrukken dat hij haar tegelijkertijd zou willen kussen en haar een paar flinke klappen op haar billen zou willen geven.


Na een minuutje doorbrak Robert de stilte.

‘Als ik jou was zou ik een beetje uitkijken wie ik een leugenaar zou noemen. Jij bent degene die van de vaste wal komt, jongedame, niet ik. Ik heb je verteld hoe ik heet, het zou prettig zijn als je hetzelfde zou doen’, sprak hij koeltjes. Hij moest inwendig glimlachen toen hij zag dat ze rood werd tot achter haar oren. ‘Zo’, dacht hij, ‘Ze voelt zich beschaamd als ze toegesproken wordt als een brutaal klein meisje. Van binnen weet dit meisje heel goed het onderscheid tussen beleefd en brutaal. Een klein meisje wat heel goed weet dat ze zich anders behoort te gedragen’. Robert liet met een heimelijke glimlach zijn woorden goed tot haar doordringen. ‘Misschien is ze wel een brutaal meisje, dat graag wil dat iemand haar manieren bijbrengt’, zijn gedachten dwaalden af naar een plaats waar hij zelden toestond dat ze daarheen gingen.

‘Deze duinpan is van mijn oom. Je bent dus op verboden terrein. Ik stel dus voor dat je je kont uit het zand verheft en vertrekt’, het antwoord van het meisje had nòg uitdagender geklonken. Ze was er niet zeker van of ze dat rare kriebelende gevoel dat ze in haar buik voelde, wel aangenaam vond. Ze voelde zich tot zich aangetrokken tot deze vreemdeling die zei een eilander te zijn en was tegelijkertijd een beetje bang van hem. Hij straalde zelfvertrouwen en autoriteit uit en tegelijkertijd was er iets vriendelijks in zijn ogen.


’Aan je gedrag te oordelen, zou ik zeggen dat je inderdaad een eilander bent’, knikte Robert afkeurend, terwijl hij opstond en het zand van zijn corduroybroek klopte. ‘Maar als je het nichtje bent van Wim van Veen, dan weet ik dat je onvriendelijkheden de nodige gevolgen zullen hebben. Van wie van de broers ben jij er eentje?’

‘Gaat je niks aan’, de toon in haar stem veranderde bijna onhoorbaar. Ze had er absoluut geen behoefte aan dat deze man haar gedrag met haar oom zou bespreken. ‘Bemoei je met je eigen zaken, maar doe dat niet hier’.

Robert had de subtiele verandering in haar lichaamstaal en de toon in haar stem direct opgemerkt. Het leed geen twijfel dat ze drommels goed wist hoe ze zich beter kon gedragen en de gedachte dat ze op haar gedrag aangesproken zou worden, maakte haar nerveus.


***********


In de zes jaar dat Marjo van Veen bij haar oom woonde, was haar heel duidelijk geworden hoe haar oom met het gedrag wat ze daarnet vertoonde om zou gaan. Haar houding en gedrag waren precies de reden dat men haar naar Vlieland gestuurd had. Dat tezamen met een paar akkefietjes die haar met justitie in aanraking hadden gebracht.

Haar vader was overleden toen Marjo elf jaar oud was. Hij had haar moeder met drie kleine kinderen achtergelaten. Marjo was de oudste en het meest van de kaart door de dood van haar vader. Ze had op zijn overlijden gereageerd door zich terug te trekken uit het contact met haar moeder en broertje en zusje. In een misplaatste poging om nog meer pijn op te lopen als ze hen ook zou moeten missen, trok ze zich van hen terug en raakte betrokken bij een groep pubers waar drugsgebruik en kleine criminaliteit heel gewoon was. Na drie mislukte pogingen van de Stichting Jeugdzorg om haar weer op het rechte pad te krijgen, had haar moeder Marjo naar Vlieland gestuurd, naar de oudere broer van haar overleden echtgenoot.

Marjo was niet een slecht kind, maar neigde er naar impulsief en koppig te zijn. Dit gecombineerd met een opvliegend en rusteloos karakter maakte dat ze niet een katje was dat zonder handschoenen aangepakt kon worden. Het eerste jaar op het eiland was moeilijk voor haar geweest. Haar oom was streng en soms hardvochtig. In eerste instantie had ze het idee in de hel op aarde terecht gekomen te zijn, maar er zat ook iets goeds en rustgevends in het geordende en gestructureerde leventje dat het wonen bij haar oom en zijn manier van reageren op haar, met zich mee brachten. Ondanks haar gedrag en pittige attitude leek hij oprecht van haar gecharmeerd te zijn. Het had wel een jaar geduurd voor Marjo dat onder ogen had gezien. Ze verzette zich tegen die gedachte. Veel van haar verzet kwam voort uit haar angst iets wat haar dierbaar was te moeten verliezen, zoals ze eerder haar vader had verloren. Maar uiteindelijk had ze zich gesetteld. De rust en de structuur deden haar veel goed, al zou ze dat nooit aan iemand, zelfs niet aan zichzelf, toegeven.

Niet zolang geleden was Marjo in haar oude gedrag teruggevallen. Vlak voor het eindexamen van de middelbare school had de ongehoorzaamheid en brutaliteit weer de kop op gestoken. Ze voelde zich zowel rusteloos als bang. Het was tijd dat ze besluiten ten aanzien van haar toekomst moest nemen. Tegelijkertijd moest ze aan de verwachtingen van de buitenwereld voldoen. Zes jaar lang had ze verlangd om het eiland te verlaten en terug te keren naar de ‘normale’ wereld en nu het zover was dat ze die keuze zou kunnen maken, was ze bang. Ze ging dit dilemma uit de weg door maar steeds geen keuze te maken en door anderen tegen haar in het harnas te jagen zodat ze weggestuurd zou worden. Angst en onzekerheid dat ze verkeerde keuzes zou maken gecombineerd met haar koppigheid en trots weerhielden haar ervan toe te geven dat ze het erg naar haar zin had op Vlieland en niets liever wilde dan er te blijven. Tegelijkertijd zorgden de ergernis over haar eigen passiviteit aan de ene kant en de druk om iets van haar leven te maken, aan de andere kant voor verwarring.

Die ochtend, was Robert het slachtoffer van die passief agressieve houding.


***********

‘Hoe is het eigenlijk met Wim?’, vroeg Robert.

Marjo deed net of ze die vraag niet gehoord had en zocht naar een manier om hem tegemoet te treden. De vrouw van verderop, die vorige week overleden was, heette de Jong. Misschien was dit één van zijn kinderen. Waarschijnlijk wel, omdat hij gezegd had dat hij op Vlieland opgegroeid was en zij hem niet kende. Er woonden wel meer de Jongs op het eiland, maar geen van hen op deze kant van het eiland en geen van hen zou zo snel op dit stuk strand gaan wandelen.

‘Je bent één van die deserteurs, is het niet?’ Eén van die kinderen van de Jong, die hun moeder in de steek hebben gelaten en die haar hebben laten opdraaien voor al het werk daar?’ De uitdagende toon in de stem van Marjo was teruggekeerd. Ze dacht dat ze iets gevonden had om de zelfverzekerde man die voor haar stond, van zijn stuk te brengen.

Haar woorden deden Robert meer pijn dan hij toe wou geven. Schuldgevoelens zijn een krachtige emotie, maar de meeste mensen zullen ze liever voor andere mensen verborgen houden. In plaats daarvan komen ze meestal op een andere manier aan de oppervlakte. In het geval van Robert was het in de vorm van boosheid.

‘Je bent echt een vervelend, arrogant meisje, of niet’, snauwde hij terug.

‘Nu was het de beurt aan Marjo om zelfingenomen te grijnzen. ‘Dat was een schot in de roos’, dacht ze bij zichzelf.

‘Kijk niet zo naar me!!! Ik zeg alleen maar wat ik gehoord heb! Zoals je al zei, ik kom van de vaste wal’, haar stem klonk fluweelachtig onschuldig. Ze herhaalde zijn eerdere woorden en wreef tegelijkertijd zout in de oude wonden.

‘Hoe heet je?’ Deze keer had de toon in Robert’s stem een antwoord geëist en nu ze de reactie had die ze wilde, was Marjo bereid deze te geven.

‘Marjo’, antwoordde ze. ‘Marjo van Veen’.

‘Het wordt tijd dat je eens manieren bijgebracht worden, Marjo van Veen’, zei Robert die al snel zijn autoritaire houding had hervonden, koeltjes.


’Nou en?’, Marjo haalde haar schouders op. Ze liep de inham uit het strand op.

Ze liep naar de branding en pakte daar grote schelpen op die ze met een sierlijke boog in de branding gooide.

Robert was achter haar aangelopen en keek op een klein afstandje toe. Ze was aantrekkelijk en onuitstaanbaar tegelijkertijd. Iets in haar uitdagende karakter prikkelde hem. Ze had af en toe een lesje nodig om haar houding wat op te poetsen, dat was wel zeker.

Robert glimlachte toen hij zich bedacht hoe hij die taak wel ter hand zou willen nemen. En de gevoelens die deze gedachten bij hem teweeg brachten hadden niets met ouderschap te maken.

‘Hoe oud ben je?’, vroeg hij nadat een paar minuten verstreken waren.

‘Oud genoeg’, Marjo keek hem aan en gaf een nietszeggend antwoord.

‘Veertien? Vijftien?’, vroeg Robert uitdagend.

‘Negentien als je het zo nodig wilt weten’, beet ze hem toe. Haar trots liet haar in zijn val lopen.

Robert glimlachte inwendig. Ze was nog jong, maar oud genoeg om er garant voor te staan dat zijn gedachten niet strafbaar waren.

‘Hoelang woon je al bij Wim?’

‘Je stelt wel veel vragen’, mompelde Marjo. ‘Waarom doe je niet gewoon wat ik je gevraagd heb? Bemoei je met je eigen zaken en hoepel op van mijn strand’.

‘Mijn eigen zaken?’, Robert glimlachte opnieuw. ‘Mijn eigen zaken bestaan uit een rustig ochtendje waarin ik opnieuw kennismaak met mijn thuis. Zal ik anders de duin even opklimmen en Wim begroeten?’

‘Nee’, antwoordde Marjo, eigenlijk te snel. ‘Hij is niet thuis. Hij is naar de haven om gasten van de boot op te halen’.

‘Oh prima! Dan zal Bea vast de koffie klaar hebben om ze te verwelkomen. Ik ga maar even naar haar toe, er zal vast een bakkie inzitten voor een buurman’. Robert draaide zich om naar de duin en begon de houten treden op te lopen die bedoeld waren om het beklimmen van de metershoge duin te vergemakkelijken.


’Klootzak!’, gromde Marjo binnensmonds, terwijl ze zo onverschillig mogelijk over zijn voornemen probeerde te doen.

‘Wat hoor ik daar?’, vroeg Robert. De wind had haar woorden gedragen en hij had goed verstaan wat ze gezegd had.

‘Laat maar zitten’, zei Marjo.

‘Je gaat te ver met die brutale mond van je. En dat zal je vroeg of laat bezuren’, waarschuwde Robert.

‘Nou en? Wat gaat jou dat aan?’

‘Dat is voor jou een vraag en voor mij een weet, of niet soms? Maar als je zo doorgaat zul je daar snel achter komen’. Robert zette een paar stappen in haar richting.

Marjo draaide zich om, zodat hij de blos op haar wangen niet zou kunnen zien. ‘Jeetje, wat was die vent irritant!’, dacht ze bij zichzelf. Maar hij gaf haar tegelijkertijd de kriebels. Ze liet haar gedachten afdwalen naar, ‘wat als hij zijn dreigement waar zou maken?’. Die gedachte was heel spannend.

‘Donder toch op, klootzak!’, gromde ze opnieuw binnensmonds en bukte zich voorover om weer een paar stenen op te rapen.

Robert was in een paar passen bij haar. En voordat Marjo overeind kon komen en de benen kon nemen, had hij haar bij haar sweater gepakt en haar voor zich uit geduwd. ‘Kom maar met me mee, dan kun je me opnieuw aan Wim en Bea voorstellen’, siste hij in haar oor.

‘Hee! Laat me los!’, Marjo probeerde zich los te trekken. Haar sweater was wijd en rekte flink uit, maar ze slaagde er niet in voldoende afstand tot Robert te creëren.

Robert liet zijn rechterhand hard op haar bips terecht komen.

‘Auw! Goddomme! Laat me los!’, gilde Marjo.

‘Kom mee”, zei Robert gebiedend. Hij zette zijn woorden kracht bij door nog een keer hard toe te slaan.

‘Verdomme”, gilde Marjo opnieuw, terwijl ze aan de sweater trok en hem probeerde uit te doen zodat ze aan hem kon ontsnappen. Maar voor ze uit haar trui kon glijden, verplaatste Robert zijn grip en pakte haar bij haar arm. ‘Niet doen!’, klaagde Marjo.

‘Kom mee’, herhaalde Robert.

‘Nee! Ik ben nog maar net beneden!’, hoe nietszeggend haar excuus ook klonk, ze wist niets beter te bedenken. Deze lange en sexy meneer had haar daarnet op haar billen geslagen. Deze opwindende mogelijkheid was even tevoren als een electische schok door haar lichaam gegaan en nog geen minuut later was het echt gebeurd!

‘Niets aan te doen, kom mee’, de gezichtsuitdrukking van Robert stond donker en waarschuwend. Marjo reageerde hierop, door te proberen zich uit zijn grip te bevrijden.

‘Nee!’

‘Ja’, Robert trok haar terug. Zonder noemenswaardige moeite trok hij haar tegen zich aan. Hij draaide haar om en liet zijn hand wederom vier keer hard op haar billen neerkomen.

‘Auw! Shit!’, Marjo probeerde haar heupen weg te draaien zodat hij niet meer bij haar billen zou kunnen komen. De klappen brandden op het vlees onder haar spijkerbroek.

‘Dat was voor vloeken, liefje, meekomen nu!’, herhaalde Robert. Als je nu niet vrijwillig met me meekomt, dan zorg ik dat je dat over een paar minuten wel doet, maar dan met hele zere billen. Is dat wat je wilt?’


Aangewakkerd door haar eigen koppigheid en geheime verlangens, zou Marjo een paar minuten geleden mogelijk ja gezegd hebben. Maar haar bips had nu gevoeld dat Robert geen loze dreigementen uitte. En hoe opgewonden ze ook was, Marjo besloot dat ze voor dit moment genoeg van haar fantasie beleefd had. Het deed in werkelijkheid veel te zeer!

‘Ok!’, zei Marjo klagend en begon gehoorzaam in de richting van de trap te lopen.

Robert lachte inwendig terwijl hij het brutale meisje voor zich uit de trap op leidde. Hij was bijna teleurgesteld dat ze haar verzet opgegeven had en besloten had mee te werken. Ze mocht dan een hooghartig uitdagertje zijn, hij zou zich er wel mee redden.

In het huis van de van Veens bracht Robert een paar gezellige uren door in de keuken met Bea en Wim. De tijd vloog voorbij terwijl het echtpaar Robert bijpraatte over de handel en wandel van zijn moeder in de afgelopen jaren. Ze vertelden hem ook over Marjo, hoe en waarom ze zo bij hen terecht gekomen was. Ze praatten lang over dat Marjo de laatste tijd zo’n geweldige terugval in haar gedrag had. Toen Robert later zijn plannen uiteenzette over pension ‘Zeezicht’, kwam Marjo opnieuw ter sprake.

Robert vertelde dat hij met de gedachte speelde het pension en de winkel op te knappen en het zowel voor de toeristen als voor de vrouwen die souvenirs maakten te heropenen. Bea had het idee geweldig gevonden

‘Dat zou heel erg mooi zijn Robert! En weet je? Marjo kan je mooi helpen! Ze heeft veel talent wat inrichten betreft, ook al zal ze dat niet toegeven’, leek de oudere vrouw al plannetjes te smeden.

 
Robert lachte en Wim ook.

‘Als ze hem niet eerst tot waanzin heeft gedreven!’, glimlachte Wim. ‘Marjo, schatje, kom eens hier?’

Toen ze binnenkwam verbaasde Marjo zich erover dat haar oom in zo’n goed humeur was. Ze had wel even in de rats gezeten toen de oudere man thuisgekomen was, ze zorgde dat ze een flink eind uit de buurt was, voor het geval Robert hem over haar brutale gedrag op het strand zou vertellen. Ze had wel verwacht dat ze erbij geroepen zou worden, maar was verbaasd dat ze geen standje, of nog erger, kreeg.

Het verzoek om Robert te helpen bij het opknappen en herinrichten van “Zeezicht’, kwam als een verrassing. Haar eerste reactie was om er niet op in te gaan, maar iets in haar nam haar tegen zich zelf in bescherming. Ze ging akkoord.


Toen Robert weer onderweg was naar huis, zat hij vol met plannen, die een paar uren eerder nog uiterst vaag waren. Hij liet zijn gedachten ook naar het knappe, vlasblonde meisje gaan, wiens hooghartige en irriterende houding op de één of andere manier onder zijn huid is gaan zitten.


Marjo keek Robert na toen hij in zuidelijke richting het onverharde pad, dat evenwijdig liep aan het strand, afliep. Ze vroeg zich af waarom hij haar oom niets verteld had van haar onbeschofte gedrag. Ze vroeg zich trouwens wel meer af. Er was nog een vage prikkeling voelbaar waar zijn hand op haar billen terecht gekomen was. Ook in haar buik was een prikkeling voelbaar. Dat kwam door het sexy gevaar en de autoriteit die hij uitstraalde. Ze zou het vast wel met deze Robert de Jong kunnen vinden, dacht ze.

Nieuwsgierigheid

Dit is niet zomaar een verhaal, maar een interactief verhaal! Voor zover ik weet is het ook het eerste genderneutrale Nederlandstalige spankingverhaal, voor wat het waard is. In de eerste stap kies je de genders van de hoofdpersonen. In de volgende stap kies je de namen van de hoofdpersonen en dan wordt het verhaal voor je gegenereerd. Veel plezier!

    Vul het gender van de straffer in.

    Vul het gender van de gestrafte in.

    De Fiets

    Dit is niet zomaar een verhaal, maar een interactief verhaal! Je kunt zelf de namen invullen van de (on)gelukkige persoon die straf krijgt, en de persoon die de straf uitdeelt. Druk daarna op de knop en het verhaal wordt voor je gegenereerd.

      Vul het gender van de straffer in.

      Vul het gender van de gestrafte in.