Matthias heeft zichzelf net een groot glas ice-tea uitgeschonken als hij de bekende “ping” hoort die aankondigt dat hij een mailtje heeft. Hij neemt een slok en loopt naar zijn computer. De mail is van Joke. Hij was zo trots op haar, gisteren, toen ze alles goed gedaan had. Eigenlijk had het hem niet heel erg verbaasd, na de straf die hij haar de week ervoor had gegeven, maar je weet maar nooit met die meiden. Ja, hij had Joke hard aangepakt. Hij was er zelf een beetje van geschrokken, maar tegelijk wist hij dat het zo moest zijn. Dat dit was wat ze nodig had.
Niet alle meiden die bij hem aanklopten voor studiebegeleiding hadden het. Maar Joke wel, dat had hij intuïtief aangevoeld. De manier waarop ze hem niet goed durfde aankijken terwijl hij haar aansprak op haar studiegewoonten, hoe ze met haar voeten had zitten schuifelen en haar blik neergeslagen had gehouden… Ze had… “iets”. Iets wat hem heel erg aansprak. Toen ze “jaja” had geantwoord nadat hij haar had opgedragen met twee woorden te spreken, niet uit baldadigheid, maar uit oprechte verwarring, toen had hij het erg moeilijk gehad om niet hardop te beginnen lachen. Dat doet hij nu wel, bij de herinnering. Best dat ze toen al over de knie lag en zijn gezicht niet kon zien. Hij betwijfelt of hij zijn gezicht in de plooi had kunnen houden. Daarom had hij haar maar even op weg geholpen. Ze was het nog een paar keer vergeten, maar dat was te verwachten. Een opgetrokken wenkbrauw of een tweetal harde klappen herinnerden er haar meteen aan. Dat bevestigde opnieuw zijn vermoeden dat er een rasechte spankee in haar schuilde. Ook al wist ze het zelf nog niet. Daarom had hij haar straf ook zo hard durven maken. Ze wist het misschien zelf nog niet, maar dit was wat ze nodig had. En kijk, het had zijn vruchten afgeworpen. Een hele week lang was ze op tijd gekomen!
Eens zien wat ze hem te zeggen heeft. Hij opent het mailtje, terwijl hij nog een slokje van zijn ice-tea neemt en laat zijn ogen over het scherm glijden.
Als hij klaar is met lezen, schudt hij zijn hoofd. Het was dus inderdaad te mooi om waar te zijn. Was die zware straf dan echt nog niet genoeg geweest om tot haar door te dringen? Hij heeft haar daarnet geen slaag gegeven, dus hij weet niet hoe het met de staat van haar billen gesteld was, maar hij kan zich niet voorstellen dat alle blauwe plekken al helemaal weggetrokken zijn. Nog eens zo’n harde spanking lijkt hem niet meteen een goed idee. Maar wat dan wel? Nadenkend loopt hij heen en weer in zijn kamer. Er zijn natuurlijk andere opties. Maar kan ze die al wel aan? Het is nog allemaal zo nieuw voor haar… In zijn hoofd begint zich een plannetje te vormen. Plots vastberaden gaat hij weer achter zijn computer zitten en schrijft hij een antwoord. Hij drukt op verzenden en sluit de computer af. Tijd voor ontspanning! Wat gaat hij vanavond eens eten?
Elke twee minuten kijkt Joke of Matthias al geantwoord heeft op haar mail. Na twintig minuten houdt ze het niet meer uit. Ze pakt haar sleutels en haar telefoon en rent de trap af.
Ze staat al bij Marie voor de deur, voor ze beseft dat zij nu les heeft. En daarna had ze ook nog wat te doen. Vanavond geen Marie om haar bij te staan dus. Wat nu? Waar kan ze afleiding vinden? Ze besluit om richting de winkelstraat te lopen. Niet dat ze iets wil kopen, maar ze kan even wat window shoppen. O, en ze moet nog een cadeautje vinden voor de verjaardag van haar zus, volgende maand.
Ze is net de Fnac binnengelopen als ze het mailtje hoort binnenkomen op haar telefoon. Snel gaat ze wat aan de kant staan en opent ze het.
“Dag Joke”, leest ze. “Ik denk dat wij hier even een goed gesprek over moeten hebben. Volgens je lessenrooster is je eerste les morgen pas om 11u. Ik verwacht je om 9u bij mij op kantoor. Tot dan, Matthias.”
Nog twee keer leest ze de mail door, maar ze kan er geen boosheid of andere emoties in ontdekken. Dat “goed gesprek” zal wel een eufemisme zijn, vreest ze. Ze is zwaar de klos. Tenzij… Ze kan net doen alsof ze de mail te laat gezien heeft? Nee, dat gelooft hij nooit.
Haar gedachten zijn er niet echt meer bij als ze een boek uitkiest waarvan ze hoopt dat haar zus het nog niet gelezen heeft. Met zo’n boekenwurm weet je het nooit, maar iets beters dan een boek weet Joke niet te bedenken. En nu al helemaal niet. Morgen om 9u. Dan moet ze wel haar wekker zetten, schrikt ze. Stel je voor dat ze zich morgen weer overslaapt. Dat zou echt niet goed zijn.
Maar daar had ze zich geen zorgen over hoeven te maken. De volgende dag is ze al om 7u wakker. Ze is pas laat in slaap gevallen, omdat ze nog lang had liggen piekeren. Niet dat er veel aan te piekeren valt, ze weet best wat er morgen gaat gebeuren, of dat denkt ze toch. In haar hoofd repeteert ze hoe ze Matthias zal uitleggen wat er gebeurd is. Zoveel mogelijk aan schadebeperking doen, dat is haar plan. En hopen dat hij haar zal geloven.
Om 7u30 besluit ze dat ze nu in elk geval niet meer zal kunnen slapen en rolt ze haar bed uit. Na een boterham met choco te hebben gegeten, gaat ze voor haar kleerkast staan. Geen broek met een dikke stof, dat is zeker. Maar het regent buiten, dus een rokje is ook niet ideaal. Of ze moet een jurk aantrekken, met een legging eronder. Dat is misschien nog de beste optie. Ja, dat gaat ze doen.
En nu? Hoe moet ze de tijd doorkomen tot het 9u is? Als ze een goede indruk op Matthias wil maken, moet ze misschien maar even iets aan haar studie doen. Ze heeft nog een paper te lezen voor verbintenissenrecht. Dat is pas tegen maandag, maar dan heeft ze dat maar gedaan.
Een halfuur later heeft ze de eerste pagina van de paper vijf keer gelezen, maar zou ze nog steeds niet kunnen zeggen wat erin staat. Ze heeft er haar gedachten niet bij. Het is 8u37. Als ze nu vertrekt, is ze ruim op tijd, maar dat is misschien net beter, gezien de omstandigheden.
Om 8u49 staat ze bij Matthias voor de deur. Haar hand trilt als ze de deur van Slaagsleutels openduwt. Kan ze niet beter gewoon wegrennen? Twijfelend blijft ze in het halletje staan. Maar blijkbaar heeft Matthias gemerkt dat ze er al is, want nog geen drie seconden later zwaait de deur van zijn kamer al open.
“Je bent vroeg,” begroet hij haar. Zijn blik staat niet onvriendelijk, maar hij glimlacht ook niet. Hij draagt een zwart hemd, dat hem heel goed staat. Het past bij zijn korte, zwarte haar en zijn donkere ogen. “Je weet de weg,” zegt hij, terwijl hij zijn arm naar achteren zwaait. Zwijgend loopt Joke de kamer in. Ze hoopt dat er een gat zal ontstaan in de vloer dat haar zal opzwelgen. Ze wil overal liever zijn dan hier. Toch gaat ze braaf op een van de stoelen zitten. “Ik moet nog even een paar dingen halen,” zegt Matthias. “Ik ben zo terug.” Dan is ze alleen. Weggaan is geen optie, niet nu Matthias haar al gezien heeft. Het lijkt alsof ze aan de stoel vastgelijmd zit. De zenuwen gieren door haar buik. Dit wordt erg. Heel erg.
Na wat een eeuwigheid lijkt, komt Matthias terug binnen. Hij heeft een paar mappen bij zich, die hij in een van de lades van zijn bureau stopt.
“Zo,” zegt hij dan. “Ik heb je mailtje gelezen en het leek me best als we het daar even over konden hebben.”
Zijn ogen doorboren de hare. Joke slikt en slaat haar blik neer.
“Wel?” vraagt hij genadeloos.
“Ik… Het was niet de bedoeling,” stamelt ze stilletjes. “Mijn wekker is niet afgegaan of zo en daardoor heb ik me overslapen.”
Het blijft stil.
“Het spijt me,” voegt Joke er dan aan toe. “Echt!”
“O, daar twijfel ik niet aan,” zegt Matthias. “En straks zal het je nog veel meer spijten, geloof me.”
Bij die woorden trekt er een kriebel door Jokes buik. Ze is bang. Echt bang. Voor de pijn. Voor de vernedering gestraft te worden. En het ergste is: ze weet dat ze het aan zichzelf te danken heeft.
“Wat ik wil weten,” zegt Matthias, “is waarom je het nodig vond om erover te liegen. Dat je je overslapen hebt, goed, daar ben ik niet blij om, maar dat kan gebeuren. Dat je erover liegt, dat kan echter ab-so-luut niet.” De laatste twee woorden worden langzaam en met veel nadruk uitgesproken. “Ik ben hier om je te helpen om je studiegewoontes te verbeteren, om je te helpen om te slagen. Als je tegen me liegt, dan heeft dat geen zin. Dan zit ik hier gewoon mijn tijd te verdoen.”
Oef. Dat is hard. Joke kijkt nog steeds naar het bureau.
“Kijk me eens aan.” Matthias’ stem klinkt plots zachter.
Joke wil alles liever dan hem aankijken. Op dit moment is ze zelfs klaar om gewoon over zijn knie te gaan liggen en hem maar zijn gang te laten gaan. Als ze hem maar niet moet aankijken. Toch richt ze haar blik op tot haar ogen de zijne ontmoeten. Meteen slaat ze haar ogen weer neer, zodat ze naar zijn kin kijkt.
“Kijk me aan,” zegt Matthias weer, strenger deze keer.
Bevend richt Joke haar blik weer op. Het vraagt alles wat ze heeft om in die strenge ogen te kijken en haar eigen ogen niet te sluiten.
“Verdoe ik mijn tijd met jou?” vraagt Matthias.
“Nee Matthias,” fluistert Joke, terwijl ze haar blik weer neerslaat.
“Kijk me aan,” herhaalt Matthias geduldig.
Opnieuw richt ze haar blik op. Een traan rolt uit haar rechteroog langs haar wang naar beneden. Joke veegt hem niet weg.
“Ik denk het ook niet. Ik hoop het niet. Maar dan wil ik niet… ik herhaal: NIET… dat je tegen me liegt. Is dat duidelijk?”
Joke knikt, terwijl er nu ook uit haar linkeroog een traan naar beneden rolt.
“Mooi zo,” zegt Matthias. “Doe dan nu maar die legging uit en ga in de hoek staan.”
Joke staat op en met trillende handen stroopt ze haar legging langs haar benen naar beneden. Ze legt hem over haar stoel en dan loopt ze naar de hoek. Even aarzelt ze. Wat moet ze met haar handen doen?
“Handen op je hoofd en waag het niet achterom te kijken,” redt Matthias haar uit haar dilemma.
Snel doet ze wat hij zegt. Dan voelt ze hoe hij achter haar komt staan. “Doe die jurk ook maar uit,” hoort ze.
Geen haar op haar hoofd dat eraan denkt om te protesteren. Snel trekt ze de jurk over haar hoofd en geeft ze die aan Matthias, die zijn hand uitgestrekt houdt. Daarna neemt ze haar positie weer in. Het geritsel achter zich vertelt haar dat Matthias haar jurk bij haar legging over de stoel heeft gelegd. Dan komt hij weer achter haar staan.
“Ik duld niet dat er tegen mij gelogen wordt. Je moet de verantwoordelijkheden voor je daden opnemen. Door ervan weg te lopen, gedraag je je als een klein kind. Dus word je nu gestraft als een klein kind.”
Intussen trekt hij haar onderbroek naar beneden, tot die rond haar enkels op de vloer hangt. Joke durft niet te bewegen, ook al heeft ze nu enkel nog haar beha aan. Matthias’ voetstappen verwijderen zich en enkele tellen later hoort ze de bureaustoel kraken ten teken dat hij is gaan zitten. Hij heeft vast mooi zicht, denkt Joke beschaamd. Daar staat ze nu: helemaal naakt op haar beha na, met haar handen op haar hoofd en haar gezicht richting de muur. Haar billen vertonen nog gele en een paar bruine plekken van het pak slaag dat ze vorige week gekregen heeft. Straks is daar vast een heel ander kleurenpatroon te zien.
Ze heeft geen idee hoeveel tijd er intussen verstreken is. Staat ze daar al vijf minuten, tien minuten of een halfuur? Dan roept Matthias haar bij zich. Hij is op een van de houten stoelen gaan zitten.
“Ga op je knieën voor me zitten,” zegt hij.
Joke neemt de gevraagde houding aan, waarbij ze ervoor zorgt dat haar handen haar kruis bedekken. Haar blik houdt ze op de grond gericht. Als ze daarnet al hoopte dat ze door de grond kon zakken en kon verdwijnen, dan hoopt ze dat nu nog honderd keer meer. Maar de vloer blijft solide. Het vloertapijt is niet onzacht, maar de korte haartjes prikken in haar knieën. Ze probeert wat te gaan verzitten, maar dat maakt het alleen maar erger.
Enkele seconden blijft het stil. Dan verschijnt Matthias’ rechterhand in haar blikveld. Hij neemt haar kin vast en dwingt haar zo om hem aan te kijken.
“Vertel me eens, waarom vond je het nodig om tegen me te liegen?” vraagt hij zacht.
Joke slikt. Hoorbaar. Ze is niet meteen in staat om geluid uit haar keel te krijgen, maar Matthias wacht rustig af, terwijl hij zijn strenge blik nog steeds in de hare boort.
“Ik was bang,” fluistert Joke uiteindelijk.
“Bang waarvoor?” vraagt Matthias. “Voor de pijn? Voor de straf?”
Joke knikt.
“Je krijgt enkel straf als je dat verdient, dat weet je toch?”
Opnieuw knikt ze.
“Had je de straf van vorige week verdiend?”
Joke knikt.
“Had je gisteren straf verdiend, omdat je niet naar de les geweest was?”
Weer knikt ze.
“Zeg het.”
“Ja Matthias.”
“Heb je nu straf verdiend, omdat je tegen me gelogen hebt?”
“Ja Matthias.” Het is niet meer dan een zacht gefluister. Ze is nog maar een paar centimeter groot. Matthias zit groot en dreigend voor haar. Nu wil ze echt heel graag verdwijnen, maar het is haar niet gegund.
“Kijk me aan,” zegt Matthias, als haar blik naar de grond afdwaalt.
Moeizaam richt ze haar blik weer op. Als ze weer in zijn ogen kijkt, wordt ze zo mogelijk nog kleiner.
“Ik ben hier voor jou. Maar jij moet het ook willen. Jij moet willen meewerken. En dat houdt in dat je niet tegen me mag liegen.”
Joke knikt. “Ja Matthias,” zegt ze.
“Wil je verder gaan met deze studiebegeleiding?”
De vraag komt compleet onverwacht. Is stoppen dan een optie? Even is Joke helemaal in de war. Dan schudt ze haar hoofd. “Nee Matthias, ik wil er niet mee stoppen.”
Wat zegt ze nu? Hier was haar kans om eronderuit te komen. Maar iets houdt haar tegen. Ze wil dit doorzetten. Hoe eng en vernederend ook. Hoe pijnlijk ook. Het werkt. En ze wil slagen. Voor zichzelf, maar ook voor Matthias. Ze wil hem trots maken.
“Dan mag je me nu vragen om je te straffen.”
Ze slikt hoorbaar en slaat haar blik neer. “Wil je me straffen?” mompelt ze tegen het tapijt.
“Dat kan beter.”
Wanhopig kijkt ze hem aan. Is het zo niet al erg genoeg?
“Wil je me alsjeblieft straffen Matthias?” zegt ze iets luider, terwijl ze langs hem heen naar de muur kijkt.
Gelukkig is het deze keer wel goed genoeg.
“Kom maar hier,” zegt hij, terwijl hij op zijn knie tikt. Haast opgelucht komt Joke recht en gaat ze over zijn knie liggen. Het gewicht van zijn rechterhand drukt zwaar op haar billen.
“Dit is voor het missen van de les nadat je je overslapen hebt,” kondigt Matthias aan. Dan begint hij te slaan. Hard, maar te doen. Het volledige oppervlak van haar billen wordt bewerkt door zijn rechterhand. Als alles gloeit, stopt hij.
“Ga maar over het bureau liggen.”
O nee… Niet weer die riem… Of de paddle. Alsjeblieft niet. Maar Joke is slim genoeg om niet te protesteren. Gedwee legt ze haar bovenlichaam over het bureau. Het gladde hout voelt koel aan op haar blote buik.
Matthias loopt naar de kast en haalt er een lange stok uit. Zou dit een cane zijn? vraagt Joke zich af.
“Dit is een cane,” zegt Matthias dan. “Dit werd vroeger gebruikt in Engelse scholen om stoute kindjes een lesje te leren. Heel effectief, dat zul je wel merken.” Hij gaat schuin achter haar staan. “Dit is je straf voor het liegen. Je krijgt er six of the best. Dit keer ga ik je niet helpen door je vast te binden. Je blijft zelf over het bureau liggen, anders beginnen we opnieuw.”
Six of the best. Zes maar. Dat kan ze wel. Ze neemt zich voor om heel stil te blijven liggen. Deze straf heeft ze tenslotte meer dan verdiend.
“Ben je er klaar voor?”
“Ja Matthias,” antwoordt ze. Ze zet zich schrap.
Het dunne hout tikt even zachtjes tegen haar billen. Dan volgt er een luide zwiep en landt de cane hard op haar billen.
Joke schreeuwt het uit. Ze bijt op haar tanden, terwijl de pijn erger en erger wordt voor ze eindelijk begint te zakken. En dit was nog maar de eerste. Ze krijgt er zes. Zes!
Opnieuw voelt ze de cane zachtjes tegen haar billen. Weer dat zwiepende geluid. En dan de pijn. Als ze had gedacht dat de riem en de paddle erg waren, dan wist ze nu beter. De cane is de hel.
Weer een zwiep, weer die pijn die erger en erger en erger wordt. De tranen lopen over Jokes wangen.
Even aait Matthias’ linkerhand over haar billen. “Halverwege,” kondigt hij aan.
Dit kan ze niet. Dit kan ze echt niet. Het is te erg. “Alsjeblieft…” smeekt ze.
“Dit is straf,” hoort ze Matthias zeggen. Zijn stem klinkt rustig. Meedogenloos. “Jij koos ervoor om tegen mij te liegen. Nu moet je de gevolgen dragen.” Joke snikt het uit. “Het spijt me,” roept ze. “Het spijt me!”
“Nog drie.”
Meteen volgt de volgende zwiep en weer die pijn. Joke bijt in haar linkerarm in een poging de pijn in haar billen te overstemmen. Het helpt niet. Weer een slag met de cane. Ze gilt het uit.
“De laatste,” hoort ze Matthias zeggen. “De laatste is altijd de hardste.” Ze registreert het nauwelijks. Nog harder?
Matthias neemt de tijd om rustig de plek op haar billen te bepalen waar de laatste slag met zal neerkomen. Dan verdwijnt de cane van haar billen, waarna hij met een luide zwiep en een harde krak terug neerkomt.
Pijn. Zoveel pijn. Het beneemt Joke de adem. De pijn wordt erger en erger en erger.
Geleidelijk aan wordt ze zich weer bewust van haar omgeving. Matthias is rond het bureau gelopen en aait met zijn handen door haar haar.
“Het spijt me,” huilt ze. “Ik zal niet meer liegen, het was niet de bedoeling. Ik wilde gewoon… Het spijt me zo enorm.”
“Ik weet het,” zegt Matthias. “Het is al goed. Het is je vergeven.”
“Echt?” vraagt Joke.
“Echt,” bevestigt Matthias. “Je hebt je straf gehad. En je hebt het goed gedaan. Heel goed. Je bent niet één keer van je plek gekomen. Ik ben trots op je.”
Joke glimlacht verlegen door haar tranen heen. Ze gloeit vanbinnen.
Na een tijdje kalmeert ze.
“Mag ik rechtkomen?” vraagt ze stilletjes.
“Ja hoor,” zegt Matthias. “Trek je kleren maar weer aan.”
Dat is waar ook… Ze was bijna vergeten hoe naakt ze was. Snel trekt ze haar onderbroek, legging en jurk terug aan. Intussen heeft Matthias een glas water voor haar uitgeschonken.
“Ga zitten en drink wat,” zegt hij. “Ja, je moet zitten,” beantwoordt hij haar onuitgesproken vraag met een glimlach.
Voorzichtig laat ze zich op de stoel zakken. “Ik zal echt nooit meer tegen je liegen,” zegt Joke nogmaals.
“Goed zo,” zegt Matthias. “Ik meende het: ik wil je echt helpen, maar dat kan alleen als je eerlijk tegen me bent.”
Joke knikt geestdriftig. “Ja Matthias,” zegt ze gedwee.
“Hoe laat is het?” schrikt ze plots.
“Bijna half elf,” antwoordt Matthias. “Je hebt nog genoeg tijd om op tijd in je les te zijn.”
Jokes gezicht betrekt als ze denkt aan de harde houten banken waar ze straks de rest van de dag op moet gaan zitten.
“Tja, dat hoort erbij,” lacht Matthias. Joke kijkt eerst zuur, maar moet dan toch ook lachen. “Jah,” zucht ze. “Ergens vind ik het ook wel fijn om het nog even te voelen, vind je dat gek?”
“Nee hoor. Het herinnert je eraan dat er iemand is die je helpt, dat je er niet alleen voor staat.”
“Precies,” knikt Joke. “Bedankt,” zegt ze dan stilletjes.
“Graag gedaan hoor. Maar nu kun je maar beter vertrekken. Anders ben je straks nog te laat. En dat lijkt me geen goed idee, jou wel?”
“Nee,” lacht Joke, terwijl ze opstaat.
“Tot volgende week dan maar.”
“Tot volgende week,” bevestigt ze.