Nee! Nee, nee, nee! Dit kan toch niet! Het is al halftien. De les is al een halfuur bezig. Ze heeft zich overslapen. Maar hoe dan? Ze had toch haar wekker gezet? Toch? Ze weet het bijna zeker. Dan is hij gewoon niet afgegaan. Of ze heeft hem afgelegd in haar slaap. Daar kan ze niets aan doen, toch? Maar een klein stemmetje in Jokes hoofd vertelt haar wat ze al weet: dat Matthias geen excuses aanvaardt. En ze is bont en blauw na de straf van gisteren. Want dat was het: straf. Ze voelde zich zo klein. En het deed zoveel pijn. Zo verschrikkelijk veel pijn. Maar ze had het verdiend. Dat had Matthias haar heel duidelijk gemaakt en ze wist dat hij gelijk had. Ze had zich zo hard voorgenomen om nooit meer te laat te komen. En meteen al de volgende dag overslaapt ze zich. Met een zucht draait ze zich op haar rug, wat haar protest van haar pijnlijke billen oplevert. Ow, hij heeft haar echt goed te pakken gehad. Wacht tot hij hoort dat ze zich nu meteen overslapen heeft… Gelukkig is de volgende afspraak pas volgende week, maar ze betwijfelt of de blauwe plekken op haar billen dan al helemaal genezen zullen zijn. Plots neemt ze een besluit: ze gaat gewoon niet naar deze les. Dan komt ze ook niet te laat. Met een diepe zucht sluit ze haar ogen weer. Vijf minuten later besluit ze om toch maar uit bed te komen. Dan kan ze nog naar de tweede les.

Stipt om 11 uur loopt ze de aula in. Marie heeft haar zien binnenkomen en zwaait naar haar. Joke loopt op haar af en laat zich voorzichtig op de houten banken zakken.
“Zo erg?” vraagt Marie.
Joke knikt.
“Wat had je gedaan? En waarom was je niet in de vorige les?”
“Ik was te laat,” mompelt Joke, terwijl de prof de aula binnenloopt. “Ik vertel het je straks wel.”
Marie kijkt haar nieuwsgierig aan, maar richt haar aandacht nu ook naar de prof.

“Goed, tien minuten pauze, tot straks,” kondigt de professor aan.
Eindelijk! Joke weet niet hoe vlug ze moet rechtstaan. Even haar billen wat rust gunnen.
“Ga je mee even naar de gang, benen strekken?” vraagt ze aan Marie.
Die kijkt haar grijnzend aan. “Geen zin meer om te zitten?” vraagt ze gemeen.
“Nee, liever niet…”
“Hij heeft je goed te pakken gehad zeg. Wat had je nu gedaan?”
Marie en haar vervloekte nieuwsgierigheid…
“Was je echt zoveel te laat?”
“Achttien minuten,” zegt Joke.
“Wat? Maar… Hoe?”
“Eh, tja,… Een boete gekregen voor tegen de richting rijden. In een poging op tijd te komen.”
Marie kan er niets aan doen: ze schiet in de lach.
“Sorry,” grinnikt ze. “Maar je moet toegeven dat het toch een beetje grappig is.”
Nu lacht Joke ook. “Als je het zo bekijkt… Een beetje wel. Helaas vond Matthias dat niet.” Haar gezicht betrekt weer. “Ik heb gezworen dat ik nooit meer ergens te laat zou zijn.”
“Maar je was niet in de eerste les vanmorgen,” merkt Marie op.
“Ik heb me overslapen… Mijn wekker is niet afgegaan of zo.”
“Ow…” Marie kijkt medelijdend.
“Maar he, ik was niet te laat!” Joke grijnst, ook al voelt ze zich een klein beetje misselijk als ze aan Matthias’ reactie denkt.
“Eh, tja, zo kun je het ook bekijken…” twijfelt Marie. “Ik vrees dat Matthias het anders zal zien…”
“Ik weet het… Gelukkig heb ik pas volgende week een nieuwe afspraak, zitten is nu al pijnlijk genoeg!”
“Heeft hij zijn cane gebruikt?” vraagt Marie nieuwsgierig.
“Zijn wat?”
“Cane. Een soort lange stok. Doet vreselijk veel pijn. Echt, erger bestaat niet.”
“Veel erger dan gisteren kan het niet worden,” meent Joke. “150 met zijn riem en dan nog 18 met de grote paddle.”
“Auw, pijnlijk,” leeft Marie mee. “En hij houdt zich ook nooit in hé, slaat nooit zacht.”
Joke schudt haar hoofd.
“Ik moet vanmiddag weer gaan, hopelijk is hij wat in een beter humeur dan bij jou gisteren!”
“Dat hoop ik voor je!”
“We kunnen beter terug naar binnen gaan,” zegt ze dan, met een knikje in de richting van de prof, die de aula opnieuw binnengaat.
“Nog een uurtje zitten, dan kan ik weer rechtstaan. Gelukkig heb ik vanmiddag geen lessen meer. Ik geloof dat ik liggend op mijn bed die papers voor Vanacker ga lezen.”
“Goed idee,” antwoordt Marie, terwijl ze terug plaatsneemt. “En denk dan even aan mij terwijl ik pijn lijd…”
“Aw, dat zal ik doen. Weet je wat, kom nadien naar mijn kot, dan kunnen we samen koken. Dan heb ik nog een excuus om even rond te lopen als ik boodschappen moet doen.”
Marie steekt haar duim op, want de prof heeft intussen de les weer aangevat. Dan richten beide meiden hun aandacht naar hun notities.

“Hoe ging het?” begroet Joke Marie als ze de deur opendoet. “Ik heb alvast twee kussens op de stoelen gelegd,” knipoogt ze.
Marie lacht. “Dank je, maar het valt mee. Ik had alle notities, maar hij vond dat ze beter konden. Dus we hebben dat samen even bekeken, hij heeft me wat tips gegeven en dan nog even over de knie als aanmoediging.”
“Niet te hard dan, hoop ik?” vraagt Joke. Ze is stiekem best nieuwsgierig naar hoe het tussen Matthias en Marie gaat. Is dat ongeveer hetzelfde als bij haar of doet hij dan andere dingen? Ze moet zichzelf bekennen dat ze het fascinerend vindt. Ergens voelt het fijn om pijnlijk te zitten, maar dat snapt ze niet van zichzelf. Wat is daar nu leuk aan? Waarom blijft ze naar Matthias terugkeren? Ja, omdat haar ouders anders de geldkraan dichtdraaien, maar het is ook wat anders. Het werkt en… het voelt niet verkeerd. Maar daar durft ze niet goed over nadenken.
“Gewoon met de hand,” zei Marie. “Maar zoals we vanmorgen al zeiden: hij slaat nooit zacht. Het gloeit dus wel.”
Marie lijkt het helemaal niet erg te vinden. Integendeel eigenlijk.
“Vind je het leuk?” flapt Joke eruit.
Marie bloost. “Raar om te zeggen, maar ja, eigenlijk wel. Als het gewoon zo is, als aanmoediging, niet als straf… Ik weet het niet, het voelt wel fijn.”
“Zelfs de straf vond ik… niet fijn, maar… ik weet het niet,” hakkelt Joke. Durft ze dit wel toegeven?
“Het is nu tenminste achter de rug,” zegt Marie. “Je hoeft je er niet meer schuldig over te voelen. Je hebt de straf gehad, nu kun je met een schone lei opnieuw beginnen.”
“Ja, dat,” antwoordt Joke opgelucht. “Alleen een beetje jammer dat ik me vanmorgen meteen overslapen heb.” Ze kijkt zuur. “Ik heb echt geen zin in nog zo’n straf…”
“Je hebt nog een week de tijd eer je weer moet gaan. Zorg gewoon dat je de rest wel helemaal goed doet, dan valt het hopelijk mee.”
“Tja, ach, het is gebeurd… Ik ga wel even de ontkenningsfase in tot volgende week. Dus… Zullen we koken?”
“Is goed,” antwoordt Marie opgewekt.
Samen snijden ze de groenten voor de wraps en braden ze spek- en kippenblokjes.
Tijdens het eten komt het gesprekt terug op Matthias.
“Zou ik jouw notities even mogen lenen?” vraagt Marie aan Joke. “Je zei toch dat hij er tevreden over was, hé? Over de mijne niet zo… Misschien helpt het als ik de jouwe even kan bekijken.”
“Ja hoor, geen probleem,” antwoordt Joke. “Neem ze straks maar even mee.”
“Dank je wel.” Marie glimlacht.
“Hé, samen sterk,” knipoogt Joke. “Wij zijn met twee en hij weet het niet eens, dan kunnen we hem toch wel aan!”
“Haha, ja!” roept Marie uit. “Twee tegen één, hij maakt geen schijn van kans!”
“Ik vraag me af of hij het zelfs zou merken als je mijn notities gewoon overschreef,” zegt Joke bedachtzaam. “Volgens mij wil hij toch enkel maar slaan en let hij nauwelijks op de rest.”
“Hm, nee, dat denk ik niet hoor,” antwoordt Marie. “Ik bedoel, het is duidelijk dat hij graag slaat, maar hij wil ook echt dat we het goed doen en dat we slagen voor onze examens.”
“Ja, dat weet ik wel. Maar zou hij door hebben dat hij die notities al eens gezien heeft? Ik betwijfel het.”
“Misschien moeten we dat eens uittesten,” lacht Marie.
Joke lacht mee. “Slaan doet hij toch, dan kunnen we beter zorgen dat hij een reden heeft, of niet?”
“Je zou niet zeggen dat je pijnlijk zit, als je jou zo bezig hoort.”
“Het kussentje helpt,” zegt Joke, wijzend naar haar stoel. “En ik weet nu al dat ik er volgende week toch weer aanhang, ik heb niets te verliezen.”
“Je kunt maar beter zorgen dat er niets meer bij komt,” waarschuwt Marie.
“Ik weet het, ik weet het.” Joke zucht.
“Hoop maar dat hij er de cane niet bijhaalt…”

De rest van de week slaagt Joke er elke dag in om op tijd uit bed te komen én om op tijd in de les te zijn. Ze houdt haar notities bij en doet het werk dat wordt opgegeven. Op die ene les na, heeft ze het helemaal goed gedaan.
Toch is ze erg zenuwachtig als ze weer in de kleine wachtzaal zit. De blauwe plekken op haar billen zijn intussen vervaagd, maar niet weg, zag ze vanochtend in de spiegel. Het doet geen pijn meer als ze gaat zitten, maar ze heeft niet veel zin om uit te vinden hoe het voelt als ze erop geslagen wordt.
Het duurt lang deze keer. De vorige afspraak is vast wat uitgelopen. Of lijkt het maar zo? Haar telefoon geeft aan dat het 16u59 is. Eindelijk gaat de deur open en nodigt Matthias haar uit om hem te volgen naar zijn kantoor. Joke bijt op haar tong om geen opmerkingen te maken over op tijd komen. Dat zou hij vast niet kunnen waarderen…
“Hoe is het gegaan?” begroet Matthias haar.
“Wel goed geloof ik.”
“Mooi zo! Ben je nog te laat gekomen?” vraagt hij dan. Zijn stem klinkt plots streng.
“Nee,” antwoordt Joke snel. Te snel? Maar ze is geen enkele keer te laat gekomen. Voor de les waar ze niet heen is geweest, was ze ook niet te laat, want ze is niet geweest. En de vraag was of ze te laat was gekomen, niet of ze naar de les was geweest. Ze begint te zweten, maar Matthias lijkt het niet op te merken.
“Goed gedaan! Laten we dan nu even je notities bekijken.”
Hij bladert door de map die Joke hem aanreikt.
“Dit ziet er weer allemaal heel goed uit.” Dan zwijgt hij even en fronst hij zijn voorhoofd. “Waar zijn de notities van publiekrecht?” vraagt hij dan.
De les die ze gemist heeft… “Eh, bij een vriendin. Die wilde ze even bekijken om haar eigen notities te verbeteren.” Het is niet eens gelogen: Marie heeft haar notities van vorige week.
“Ok,” antwoordt Matthias. “Heb je nog vragen? Dingen waar je zit? Bepaalde problemen?”
Joke schudt haar hoofd.
“Dan zie ik je volgende week,” zegt hij. “Ik ben trots op je, je hebt het goed gedaan!”
Geen pak slaag dus deze keer, oef. Waarom voelt ze zich dan zo rot? Dat komt omdat ze gelogen heeft, fluistert het stemmetje in haar hoofd, terwijl ze door de deur naar buiten stapt en haar fiets van het slot haalt.
Als ze terug op haar kot komt, zit het haar nog steeds niet lekker. Vorige week had ze tegen Marie verklaard dat het best fijn voelde om met een schone lei opnieuw te kunnen beginnen. Dat heeft ze nu niet. Nu heeft ze alleen een kanjer van een schuldgevoel. Twijfelend bekijkt ze Matthias’ kaartje, dat op haar koelkast vasthangt met een blauwe magneet. “Slaagsleutels”, staat er in grote letters. “Studiebegeleiding.” En dan een telefoonnummer en een mailadres. Zou ze? Is dat wel een goed idee?
In een opwelling start ze haar computer op en opent ze een nieuwe mail.

“Dag Matthias,” typt ze. “Er is iets wat ik daarnet niet verteld heb. Je vroeg me of ik nog te laat was gekomen en ik antwoordde van niet. Dat was ook zo, ik was niet te laat. Maar de eerste dag na onze vorige afspraak heb ik me overslapen. Mijn wekker ging niet af en ik werd pas wakker toen de les al bezig was. Daarom ben ik dan maar niet naar de les geweest. Het spijt me. Ik zal het deze week beter doen. Joke”

Voor ze zich kan bedenken, drukt ze op verzenden.