Amanda vs de buurtwacht (1)

Amanda kon zich niet bedenken waarom mw Lambert haar in godsnaam niet mocht. Ze was toch leuk? Die non binaire nerd die boven haar woonde, vond haar leuk. Die zocht steeds excuusjes om met haar te praten. En haar overbuurvrouw, waarvan ze dacht dat ze camde, glimlachte altijd vriendelijk. En ze hadden soms een kort praatje waarbij Amanda dacht dat de buurvrouw flirte, maar dat wist ze niet zeker.
Maar mevrouw Lambert…wat was er mis met die vrouw?
Haar gezicht leek extra aangedaan door de zwaartekracht.  Misschien de rest van haar lichaam ook. Daarom was ze zo klein en compact.
Amanda zat er echt mee. Een ze probeerde het echt.
Ze groette altijd beleefd…
Ja, er waren natuurlijk incidenten geweest.
Het muziek incident.
Het feestjes incident.
Het cannabis incident.
Het kaugom incident, maar dat liep nog en daarvan wist  Lambert ook niet dat Amanda ervoor verantwoordelijk was dus dat deed er niet echt toe.
En waarschijnlijk nog een paar die Amanda vergeten was, maar… het was al fout gegaan bij de kennismaking. Lam (dat was haar bijnaam voor mw Lambert) had haar meteen op de regels gewezen en haar met een afkeurende blik aangekeken. Ze was de ‘beheerder’ en nam die rol erg serieus, verder had ze waarschijnlijk niks in haar leven.
En onlangs, Amanda wist niet eens meer wat er precies aan de hand was, had ze zoiets geks gezegd. Ze had iets gezegd van, ‘Als je mijn dochter was, zou ik je over de knie leggen en een flink pak voor je blote billen hebben gegeven’.
Amanda was geschokt geweest, de woorden bleven door haar hoofd spoken. Die nacht had ze er zelfs over gedroomd.
Nou ja een soort van. Het was zo’n droom waarin alle muren doorzichtig waren en Lam vreemd roze haar had en er om de een of andere onverklaarbare reden een vis is (wat dat moest symboliseren, kon Amanda echt niet bedenken, maar ze maakte zich er wel zorgen over). Anyway, dat was er allemaal, maar Amanda had dus ook gedroomd dat ze billenkoek kreeg van Lam.
Vreemd en verontrustend. Het bleef door haar hoofd spoken.

Een paar dagen later… Het vuilnis incident.

Het begon met het feit dat Amanda geen zin had om het vuilnis buiten te zetten. Dus had ze haar volle vuilniszak voor haar voordeur gezet met het idee dat ze hem dan wel weg zou kunnen brengen als ze boodschappen zou gaan doen. Lang verhaal kort, daar had ze ook geen zin in.
En die vuilniszak was ze eigenlijk ook vergeten. Totdat er gebeld werd en er een knalrode Lam voor de deur stond die meteen begon uit te leggen over muizen en ongedierte. Daar stond Amanda’s hoofd echt even niet naar, maar omdat ze de vrede wilde bewaren (en ze niet wilde dat haar ouders, die dit appartement voor haar kochten, erover te horen zouden krijgen) bracht ze, vergezeld door wat gezond protest, de vuilniszak weg. Ze heeft toen misschien onder haar adem Lam een kutwijf genoemd, maar dat kon ze toch niet gehoord hebben toch?
Toch wel.
6 seconden later had Amanda 3 flinke tikken op het zitvlak van haar shortshorts te pakken. Ze schrok, haar adem stokte in haar keel.
Wat was daar gebeurt?
Was ze nou net gemetoo’d door een bejaarde?
Haar hand greep automatisch naar haar bil waardoor ze de vuilniszak liet vallen en alles over de grond uitstorten.
Lam stopte haar preek, die helemaal niet tot Amanda door was gedrongen en zei met een gemeen lachje.
‘Als je maar zorgt dat het hier brandschoon is als ik weer kom kijken, anders was dit nog maar een voorproefje, jonge dame.’
En toen liep ze weg.
Amanda’s hoofd tolde, ze wist niet wat links of rechts was, maar zonder dat ze het wist had ze alles opgeruimd en de vuilniszak netjes weggebracht.
Misschien was Lam later nog gekomen om de gang te inspecteren, maar Amanda durfde niet meer te gaan kijken.
Ze schaamde zich een beetje, haar billen tintelden. En die nacht droomde ze weer. Ze werd badend in het zweet wakker. Op een goede manier.

In de eerste instantie probeerde Amanda Lam te ontlopen. Ze schaamde zich, maar ze merkte ook dat ze het spannend vond. Ze vroeg zich af of Lam haar echt een pak voor haar billen zou geven. Ze kon het zich bijna niet voorstellen, maar ze geloofde haar eigen brein niet. Haar brein was ondertussen al allemaal plannetjes aan het bedenken om wraak te nemen op Lam, om haar uit de tent te lokken.
Kijken wat er gebeurt.
Haar gedachten sloegen op hol. Het mondde uit op brandstichting, maar dat leek achteraf niet zo’n goed idee. En dat terwijl het eigenlijk niet eens nodig was.

Het kauwgom incident.

Het was iets dat al langer speelde. Vlakbij de tuin van Lam was een put. Amanda maakte er met zichzelf een wedstrijd van om haar kauwgom in de put te mikken. Soms lukte dat, meestal niet. Lam vond het vies dat er allemaal kauwgom in en rond de put lag. Ze had briefjes opgehangen en in de app groep gevraagd of ze wisten wie het deed en of diegene alsjeblieft kon stoppen. Amanda voelde zich wel schuldig, maar het bleef een gewoonte en ze vond het moeilijk ermee te stoppen.
Dus deed ze dat niet.
Wat ze niet wist was dat Lam, na ongeveer 2 maanden kauwgom terreur, een camera had opgehangen. En ongeveer een week na het vuilnis incident werd er op een rustige, zonnige zondag middag op Amanda’s deur gebonsd.
Amanda was nog net niet wakker, muziek stond aan. Haar krullende haar was nog een warboel. Ze had haar pyjama nog aan en de slaap zat nog in haar ogen. Ze maakte strompelend haar weg naar de voordeur. Daar wachtte haar de eerste semi grijns van Lam die ze ooit had gezien.
‘Schijnheilige troela, jij was het de hele tijd.’
Amanda begreep niet wat ze bedoelde.
‘Sorry, maar kunnen we dit later doen?’
Voor ze het wist voelde Amanda hoe Lam haar oorlel vastpakte en haar mee trok.
‘Ik wist al de hele tijd dat jij het was en nu heb ik bewijs. En ik heb je een belofte gedaan, waar of niet?’
Amanda had het iets te druk met haar oor om echt te luisteren, maar ze had een idee van wat er nu zou komen. Vlinders van afgrijzen en spanning ontsproten in haar buik.
Lam sleepte haar naar de bank, smeet wat van de kleren die daar lagen op de grond zonder Amanda’s oor los te laten. En voor Amanda het wist lag ze bij Lam over de knie met haar gezicht in de kussens. Lam leek even van het moment te genieten, misschien ook wel van het uitzicht. Haar linker hand lag stevig op Amanda’s onderrug.
‘Ik wist dat jij het was, het was ook geen toeval dat de ellende begon toen jij hier kwam wonen. Maar nu heb ik je meisje en jij gaat hier voorlopig niet meer weg.’
SMAK
Een flinke klap landde op Amanda’s linker bil. Een elektrisch schokje ging door haar lichaam en haar adem stokte in haar keel. Maar echt veel tijd om te reflecteren had ze niet, want Lam ging gretig door en Amanda’s arme billen kregen nauwelijks rust. Ze tintelden voordat ze gloeiden voordat ze brandden. Amanda probeerde het allemaal over zich heen te laten komen, maar haar lichaam en mond hadden andere plannen. Kleine kreetjes en schokjes namen haar lichaam over en voor ze het wist lag ze spartelend als een vis op het droge over haar aartsvijands’ schoot.
Nu we vast hebben gesteld dat Amanda de controle over haar lichaamsfuncties een beetje was kwijt geraakt, kunnen we niet verbaasd zijn dat er een scheldwoord uitfloepte.
Iets wat Lam natuurlijk niet zomaar liet gaan. Ze stopte meteen.
‘Dat is de druppel, jonge dame. Ik was dit eigenlijk niet van plan, maar…. dat soort taal kan echt niet door de beugel.’
Het voelt als slowmotion. De vingers haken zich in het elastiek van Amanda’s pyjama broek en langzaam schuiven ze die naar beneden. Even blaast er een briesje op Amanda’s blote achterste. Ze kan niet geloven dat ze dit laat gebeuren. Ze protesteert wel, maar houd het niet tegen.
‘Wat doe je gek wijf, hou daarmee op!’
Lam glundert bij het zien van de rozerode billen van de jonge vrouw over haar knie.
‘Ik zie dat ik al wat schade heb gedaan, maar ik denk dat ik nog even iets meer mijn best moet doen om je echt een lesje te laten leren.’
Nu begint ze langzamer en ritmisch te slaan, het geluid van de harde klappen op Amanda’s blote billen en haar steeds harder en wanhopiger wordende kreten vullen de kamer.
Haar achterste brandt, ze kan zich niet beheersen. Ze trappelt en spartelt en voelt zich net een stout klein kind. De bak met vloek en scheld woorden die ze uitspuwt raakt steeds wat leger. Tranen springen in haar ogen.
Lam is iets aan het preken, maar het dringt allemaal niet meer tot haar door. Haar billen branden, ze schaamt zich, voor haar positie, voor hoe ze zich gedragen heeft, dat ze zich niet groot kon houden, dat dat kleine kreng heeft gewonnen. De klappen regenen neer op haar billen als een hagelstorm en dan opeens is het klaar. Lam helpt haar omhoog en kijkt haar streng in de ogen. Amanda’s handen schieten naar haar achterste.
‘Als ik dit nog eens moet doen, zal ik niet meer zo aardig zijn. Heb je dat begrepen meisje’
Als Amanda geen antwoord geeft, pakt Lam haar kin en dwingt ze oogcontact af.
‘Begrepen?’
‘Ja mevrouw,’ stottert Amanda.
‘Goed, fijn dat we elkaar begrijpen. Fijne dag nog.’
En Lam is weg.
Amanda staat in haar eentje in het midden van haar woonkamer over haar vuurrode bloedhete achterste te wrijven.
Het duurt even voordat ze weer tot haar zinnen komt.
Ze bekijkt haar billen in de spiegel en schrikt. Ze had niet verwacht dat ze zo rood zouden zijn.
Zou ze de politie moeten bellen?
Dit is toch eigenlijk aanranding of geweld of zo…
Maar dan moet ze iedereen haar rode kont laten zien. En of ze daar nou op zit te wachten. Misschien toch zelf het heft in handen nemen.
En meteen beginnen Amanda’s gedachten zich op wraak te richten.
Het zou iets indrukwekkends en vernederends zijn. Iets wat die heks op haar plaats zou zetten. En misschien….
Nee, niet nu al aan nog meer problemen denken.
Ze googlede tips om de pijn in haar achterste iets te verminderen, maar eindigde op haar buik met een koelpak voor de tv.

Eef en mari

Waar er twee zoenen, hebben twee schuld

Ze werd net wakker toen ik thuis kwam. En ze was net in bed gekropen voordat ik op moest staan om te gaan werken. Ik zat net nog in de kamer koffie te drinken, toen ze met warrig haar en in een van mijn t shirts de kamer binnen kwam.
‘Zware nacht gehad?’
Met een zucht gaf ze me een kus en plofte op de bank.
‘Ik heb echt een dijk van een kater.’
Ik stond op om nog wat extra koffie in te schenken voor haar.
‘Dus dat betekent een geslaagde avond?’
‘Ja was leuk. Lekker gedanst, net iets te veel gedronken. Was leuk om weer eens wat met Patrick en Mari te gaan doen. En heb jij lekker gewerkt?’
Ik haalde m’n schouders op.
‘Zoals altijd. Wil je straks wat mee eten?’
‘Denk het wel. Ik denk dat als ik gedoucht heb, ik me alweer wat beter voel.’
Ze zat opgekruld op de bank met haar handen rond een grote mok koffie. Ik ging naast haar zitten.
Zachtjes begon ze me te vertellen wat ze allemaal gedaan hadden de afgelopen avond en nacht en hoe het met haar vrienden ging.
‘Eerst waren we de kroeg in gegaan, beetje indrinken en toen met Patrick en Bart naar de Roze Toeter, maar dat was echt verschrikkelijk. Dus toen zijn Mari en ik nog naar Pleasure gegaan, kwam Patrick daar ook weer naartoe. Hebben we met z’n drieën gedanst. Toen kwam Patrick een of andere kerel tegen en hebben Mari en ik voor de grap gezoend en toen nog naar de mac want die was alweer open.’
Het duurde even voor ik het doorhad en ze was alweer wat verder in haar verhaal over hoe smerig het ontbijt was.
‘Wacht even, Eef, wat the fuck. Heb je met Mari gezoend?’
Ze leek het even niet te begrijpen.
‘Eh… ja. Maar dat was voor de grap, ik was nieuwsgierig.’
‘Maar…’
‘Is dat erg dan?’
Ik dacht even na, ik merkte dat ik het wel erg vond.
‘Eigenlijk wel. Je hebt met iemand anders gezoend, dat is… we hebben een relatie, dan ga je toch niet met iemand anders lopen zoenen?’
‘Oké, maar ik ben toch niet lesbisch. Het was maar voor de grap. Er zat niks achter.’
‘Maar Mari is bi’
Ze was even stil.
‘Ja maar ik ben helemaal haar type niet.’
Een beetje onzekerder.
‘Jij hebt toch ook wel eens met mannen gezoend?’
Dit irriteerde me nog meer.
‘Jezus Eef daar gaat het niet om. Toen had ik nog geen relatie. Als we hier nou afspraken over gemaakt hadden… maar nu besluit je gewoon zelf dat het wel goed om met iemand anders te gaan lopen zoenen. Ik voel me bedrogen, ik hoop dat je dat snapt. Ik dacht dat we iets serieus hadden.’
Ze staarde een beetje wezenloos voor zich uit. Ik zuchtte.
‘Laten we het erover hebben als je je wat beter voelt. Ik heb niet echt het idee dat we het er nu echt over kunnen hebben.’

De rest van de middag was stil en ongemakkelijk. We vermeden elkaar, tot ’s avonds laat. Ik zat nog wat te schrijven toen ze opeens voor me stond. Ze staarde naar de grond, had haar armen achter haar rug.
‘Sorry, ik voel me er echt heel rot over.’
Ik keek op. Ik had het ook niet van me af kunnen zetten. Hoewel ik wist dat het iets ondoordachts, impulsiefs en relatief onschuldigs was, voelde ik me toch verraden.
‘Snap je waarom ik het naar vind?’
Ze knikte en keek weer naar de grond.
‘Ik wil het goed maken.’
‘Ik zou even niet weten hoe.’
‘Ik heb wel een idee. Ik…’
Ze bloosde hevig en durfde me niet aan te kijken.
‘Je moet me billenkoek geven.’
Ik keek haar onbegrijpend aan.
‘Waar heb je het over?’
‘Ik heb je pijn gedaan en dat spijt me heel erg, dus nu mag je mij pijn doen. Hopelijk is het daarna weer goed.’
Ik wist niet wat ik ervan moest vinden, ik kon haar logica niet helemaal volgen, maar ik moest eerlijk zeggen dat het idee me niet afstootte. Sterker nog, hoe meer ik erover nadacht hoe meer het me aansprak.
‘Oké,’ zei ik.
‘Een ding…ik vind niet dat ik hier alleen verantwoordelijk voor ben. Waar er twee zoenen hebben er twee schuld en Mari wist dat ik een relatie had.’
‘Ik snap wat je bedoelt, maar ik denk niet dat ze enthousiast ja zal zeggen tegen een pak slaag van iemand waar ze alleen nog maar van gehoord heeft.’
Er verscheen een lachje van opluchting op haar gezicht.
‘Ik zal haar bellen en het uitleggen, misschien verrast ze ons nog wel.’

Ik weet niet hoe ze het voor elkaar kreeg, maar toen ik  de volgende middag thuiskwam, zaten zij en Mari samen op de bank een kopje thee te drinken.
Eef stond meteen op en stelde ons aan elkaar voor. Zij kenden elkaar nog van hun studie en hoewel ik de meeste van haar vrienden wel had ontmoet, was het er met Mari nooit van gekomen.
Eef ging nog meer thee halen en Mari en ik bleven een beetje ongemakkelijk samen achter.
‘Ik…’ begon ze, maar maakte haar zin niet af. Eef stond weer in de kamer.
‘Ik… ik heb het er al een beetje met Mari over gehad en dat we het willen goed maken.’
‘Ja sorry,’ zei Mari, ‘ik had er ook niet echt over nagedacht.’ Ze pauzeerde even en keek naar Eef.
‘Wat gaan we doen dan? Een taart bakken ofzo?’
Even keek ik verbaasd naar Eef en toen zonk mijn hoofd in m’n handen.
‘Je hebt haar je plan niet verteld. Ik dacht al wat dat het zo makkelijk ging.’
‘Welk plan?’ Mari keek verbaasd de kamer rond, ‘Eef waar gaat dit over?’
Eef was helemaal rood geworden, nam even in een poging om nonchalant te lijken een slokje thee.
‘Nou…’ ze begon te hakkelen, ‘ik … had dus het idee… dat hij ons… billenkoek kon geven….’
Even keek Mari haar verbaasd aan, toen begon ze hard te lachen.
Ik zuchtte nog eens en keek naar Eef die midden in de kamer een beetje zenuwachtig heen en weer stond te hoppen. De lach verdween langzaam van Mari’s gezicht. Ze keek eerst naar mij vol verbazing.
‘Het was allemaal haar idee.’
Mari keek naar Eef vol ongeloof en toen weer naar mij.
‘Is dit een of andere poging om me in jullie thrupple te krijgen? Niet dat ik daar tegen ben, ik bedoel…’
Nu werd Eef wat feller.
‘Je wist dat ik een relatie had en toch zoende je me. Je greep zelfs m’n kont.’
Een schunnig lachje verscheen op Mari’s gezicht.
‘Kan je het me kwalijk nemen?’
Even werd het weer ongemakkelijk stil. Mari’s blik dwaalde naar van Eef naar mij waar hij een tijdje bleef hangen. Ze dacht na.
‘Weet je wat? Oké. Geef alles een kans is mijn motto en dan kan ik billenkoek ook weer van mijn bucketlist af strepen.’
‘Maar dit is niet een of ander kink ding,’ zei Eef verontwaardigd, ‘dit wordt echt straf!’
Mari haalde haar schouders op.
‘Tuurlijk, als je het doet moet je het goed doen.’
Ik had gisteren nadat Eef erover begonnen was wat research gedaan. Ik had een verrassing voor haar gekocht toen ik op weg terug van mijn werk was. Een klein leren paddeltje. De vrouw van de winkel was erg aardig en had me wat tips gegeven, zelfs nog aangeboden dat ik hem op haar uit kon testen. Toen had ik nog niet verwacht dat Mari zomaar mee zou willen doen.
‘Willen jullie samen of een voor een?’
‘Samen,’ zeiden ze tegelijk.
‘Ik denk dat de slaapkamer het meeste privacy heeft, dus gaan jullie daar maar alvast naartoe. Als ik binnenkom wil ik jullie over de rand van het bed zien liggen met jullie billen bloot.’
Eef keek me schuldig aan, Mari kon nauwelijks een grinnikje onderdrukken.
‘Ja meneer,’ gniffelde ze.
Ik gaf ze even de tijd om zich klaar te maken, haalde de paddle uit mijn tas en liep langzaam achter ze aan.

Ze keken allebei zenuwachtig, zelfs Mari, die eerder nog wat laconiek was. Ze lagen zij aan zij. Mari had haar leggings op jaar knieën hangen, Eef haar spijkerbroek lag om haar enkels op de grond. De mooie ronde billen van mijn vriendin die ik zo gied kende. Daarnaast het bescheiden achterwerk van haar studievriendin.
Ik vind mijn plaats, mijn ritme en mijn houding. Ik voelde me wat groter. Ik ben van nature niet de meest dominante persoon en ik ben niet makkelijk boos te krijgen. Maar ik kan streng zijn als het nodig is.
Ik liet ze nog even in spanning.
‘Ik wil hier niet te veel woorden aan vuil maken. Jullie hebben me beiden erg gekwetst met jullie gedrag. Ik hoop dat jullie je realiseren dat jullie dit alleen maar aan jezelf te danken hebben.’
Voordat ze konden antwoorden was ik begonnen. Eerst Eef. Ik merkte dat ik bozer op haar was dan ik me had gerealiseerd. Hoewel ik me inhield, vulde het geluid van de petsen de kamer. Ik hoorde haar piepen en voelde haar lichaam aanspannen. Ik zag vanuit mijn ooghoek dat Mari geïntrigeerd lag te kijken. Haar achterste trilde onder mijn neerkomende hand. Ik zag mijn hand weerspiegeld in rode afdrukken. Ik draaide me naar Mari. Ik had het idee dat ik me nog meer in moest houden, maar dat zou niet eerlijk zijn. Dus begon ik ook haar een flink pak voor haar billen te geven. Waar Eef zich nog had ingehouden met haar reacties, lukte Mari dat maar slecht. Na twee klappen liet ze zich gewoon gaan.
‘Holy shit! Ow, mijn kont. Jezus man! Jij bent een stuk sterker dan je eruit ziet!’ Ik moest hard werken om streng te blijven. Ik gaf haar nog een paar flinke klappen. Ze begon te lachen van de zenuwen. Toen ik mijn aandacht weer op Eef vestigde schoten haar handen naar achter en begon ze haar billen te wrijven. Toch leek ze instinctief te weten dat we nog lang niet klaar waren.
Ik weet niet of het door de reactie van Mari kwam, maar bij de volgende ronde begon Eef ook verbaler te reageren. Ze lag te kermen en te wriemelen terwijl ik haar een flink pak op haar billen gaf. Met iedere tik werd haar achterste roder en roder en haar adem zwaarder. Snel terug naar Mari, die het weer uitgilde. Ik had mijn linkerhand stevig op haar onderrug liggen en dat was maar goed ook anders was van het bed afgestuiterd Ze sloeg als een klein kind met gebalde vuisten op een kussen en haar benen schopten alle kanten op. Vreemd genoeg zorgde dit ervoor dat ik haar alleen maar meer en fermer billenkoek wilde geven. Ook haar achterste kreeg een al een aardig kleurtje. Ik wreef even over de billen van de beide dames.
‘Beginnen jullie al een beetje een lesje te leren dames?’
Mari was nog zenuwachtig aan het giechelen en echt veel meer kreeg ik niet te horen.
‘Blijkbaar niet.’
Ik gaf ze tegelijk een paar harde klappen, die werden begroet met luide kreten.
Een beetje stil en zenuwachtig klonk het; ‘ja meneer’
Ik begon het nu af te wisselen, links rechts voor Eef, links rechts voor Mari. Hun kreetjes en gilletjes wisselden elkaar melodieus af. Ik voelde de schokjes door hun lichaam gaan. Onwillekeurige bewegingen. Ze hadden elkaars hand vast gepakt en knepen erin.
Ik hield op en streelde weer even.
‘Ik heb nog een verrassing voor de grote finale. Maar misschien hebben jullie eerst nog iets te zeggen voordat we daar mee beginnen…’
‘Het spijt me echt heel erg,’ Eef klinkt oprecht, ik twijfelde ook niet echt aan haar.
‘Mij ook.’ Mari klinkt niet erg oprecht, maar dat had ik ook niet verwacht.
Ik haalde de paddle uit mijn achterzak en sloeg hem even tegen de palm van mijn hand. Twee paar ogen werden zo groot als schoteltjes.
‘De vrouw in de winkel zei dat dit wel indruk zou maken.’
En daar kletste het leer tegen hun al felrode billen. Ik ging weer van links naar rechts, allebei de dames langs. Ze spartelden en gilden nu volop, maar tot mijn grote verbazing bleven ze wel liggen. Opeens spuwde Mari er een bekentenis uit.
‘Het spijt me echt! Ow, ik wist dat ze een relatie had, ow, maar dat kon me niet schelen. Ik wilde gewoon aan haar kont zitten, sorry echt sorry.’
Ik wist dat ik was waar ik wilde zijn, we waren bijna klaar. Maar ik wilde nog echt een laatste indruk maken.
‘Mooi om te horen dat dit hele gebeuren het juiste effect heeft gehad. Ik denk nog 5 om een laatste indruk te maken.’
Ik wachtte niet op antwoord, maar gaf ze allebei nog vijf flinke tikken die met luid gegil ontvangen werden.
Ik hielp ze omhoog en vielen in een groepsknuffel. Ik liet ze even achter om elkaars billen te vergelijken.

Even later zaten we rond de tafel, ik had voor de zekerheid een paar kussentjes neergelegd. Ze gaan allebei voorzichtig zitten.
‘Jezus man, ik dacht dat m’n kont eraf zou vallen. Maar ik meende wat ik zei. Het was een klote streek van me. Echt sorry.’
Ik gaf haar een warme glimlach en kreeg er een terug.
‘Het is al goed, als het maar niet nog een keer gebeurd.’
Ze keken elkaar aan, een klein ondeugend glinsteringetje in hun ogen en schudden tegelijk giechelend hun hoofd. Misschien dat Mari toch nog wel haar thrupple zou krijgen.

Keuzes (169)

Niet meedoen Irene

Je zegt ja

Je zegt nee

      Keuzes (168)

      Je kijkt Doortje vragend aan, “Denk je dat we ermee wegkomen?” “Tuurlijk!” antwoordt ze enthousiast, “ze letten hier zo slecht op, en iedereen kan het gedaan hebben. Jou verdenken ze al helemaal nooit, je bent helemaal veilig!” Nienke rolt met haar ogen. “Je moet het zelf weten, maar ik zou er echt niet aan beginnen.” Je denkt even na. In principe hoef je je niet te laten straffen als je betrapt wordt, maar je weet ook wel dat je dan met zoveel schuldgevoel zou zitten dat je liever nog wel over de knie zou gaan. Nienke had wel gelijk, dit soort spelletjes loopt zelden goed af. Maar.. het klinkt wel leuk, en spannend. Toen je nog student was had je nooit iemand om je verlangens te delen, nu kon ze wat van die tijd inhalen. “Waar gaan we beginnen?” vraag je grijnzend aan Doortje. Ze lacht en trekt je mee aan de arm terwijl Nienke nog eens met haar ogen rolt. Amira rent ook gauw mee. Met zijn drieën ren je de gang op. Doortje stopt en kijkt je je aan. “Ok, dit is het plan!” fluistert ze.

      Irene

      Je zegt ja

      Je zegt nee

          Keuzes (167)

          Je gaat door twee grote openslaande deuren naar de eetzaal. Michiel wijst aan waar je een dienblad kunt halen. Er is een ruime keuze en alles ziet er lekker uit! Je gaat voor soep en een broodje, daarnaast natuurlijk ook een koffie. Je hoeft zelf niet af te rekenen, want Michiel schiet het voor. “We kunnen daar wel even gaan zitten,” wijst hij, “dat zijn wat studentes die hier al wat langer rondlopen. Ze halen ook wel veel kattenkwaad uit, maar hun cijfers zijn prima, dus dan is daar wat ruimte voor. Tot op zekere hoogte natuurlijk.” Je gaat zitten en Michiel stelt je voor. “Dat is Doortje, Amira, Nienke en Jasmine. “Irene, aangenaam,” beantwoord je de begroeting. “Ben je een nieuwe studente? No offense, maar je ziet er niet uit als achttien,” zegt Doortje brutaal. Michiel kijkt haar even streng aan, maar ze beantwoordt de blik vrijpostig. “Nee, ik ben vandaag op bezoek om meer te weten te komen over de leermethoden hier. Ik werk voor een school en mijn baas wil graag weten hoe jullie aan zulke goede cijfers komen. Al weet ik niet zeker of de methoden die ik tot nu toe heb gezien, bij ons ook toepasbaar zijn.” De andere vrouwen lachen. “Nee, dit is niet voor iedereen,” geeft Nienke toe. Dan zie je hoe Michiel zijn telefoon tevoorschijn haalt, even met een frons kijkt en opstaat. “Het spijt me, dames, maar zo te zien ben ik even ergens anders nodig.” Voor het geval het nog niet duidelijk was, zegt Amira woordeloos “straf” en maakt nog even een slaand gebaar met haar hand. “Irene, als jij vanmiddag een uur bij dit groepje aansluit terwijl ze zelfstudie hebben, dan zie ik je daarna weer.”

          Zelfstudie? Wat moet je studeren dan? Terwijl je je afvraagt of Michiel hier wel goed over nagedacht heeft, blijkt dat je niet de enige bent met deze gedachten. “Zelfstudie? Soms denk ik dat Michiel zelf slaag nodig heeft. Wat moet je studeren dan?” zegt Jasmine. Je lacht. “Ja, dat weet ik ook niet zo goed.. Ik ben al een tijdje klaar met studeren.” “Tsja, en straf krijgen zul je ook wel niet,” zegt Nienke er onmiddellijk achteraan. Je voelt dat je ontzettend gaat blozen en je ziet Nienkes ogen groot worden. “Ow, wel dus! Krijg je dan net als wij op je billen?” Je probeert haar blik te ontwijken. “Misschien …?” “Nee, niet misschien, ik zie het aan je,” gaat ze door. “En van wie krijg je dan billenkoek?” Je voelt dat je hier niet uit gaat komen door te zwijgen en weg te kijken en tenslotte ben je ook onder mensen die het snappen. Dat maakt het iets gemakkelijker, al neemt het de schaamte niet helemaal weg om zo ‘betrapt’ te worden. “Nou, door mijn vriend, Paul. Als hij vindt dat ik me niet goed gedragen heb of gewoon als ik het ‘nodig heb’.” Je maakt quotes in de lucht en rolt met je ogen. De andere dames lachen. Je voelt dat je een band hebt.

          “Pff, ik heb hier echt he-le-maal geen zin in,” zucht Amira als Nienke na een kwartiertje kletsen oppert de boeken er toch maar eens bij te pakken, voordat een overijverige docent komt controleren wat ze aan het doen zijn. “Ik ook niet,” sluit Jasmine aan. Doortje krijgt een twinkeling in haar ogen en kijkt je aan. “Eigenlijk hoeven we dit helemaal niet te doen, alleen, ze komen steeds dreigen met die stomme straffen en daarom moeten we wel. Je zou ons kunnen helpen! In elk lokaal hangt wel iets, een strap, een paddle of een cane om ons straf te geven, terwijl we dat helemaal niet verdienen natuurlijk.” Even kijkt ze je met een pruillip aan. “Als we nu eens al die spullen jatten en verstoppen, kunnen ze ons niet meer slaan!” Amira giechelt, Jasmine rolt met haar ogen. “Dat is echt zo’n dom idee, uiteindelijk krijgen ze ons te pakken en dan zijn we nog niet jarig.” “Nou ja, dat is toch leuk!” werpt Doortje tegen. “Voor jou misschien, ik heb vandaag wel weer genoeg gehad,” zegt Jasmine. Doortje kijkt vragend naar Nienke. “O nee, de vorige keer dat je me meesleurde met een van die gekke plannetjes van je heb je me keihard verraden. Ik wil morgen liever gewoon kunnen zitten, dankjewel.” Nu kijkt Doortje jou vragend aan. “Doe jij mee? Jij komt er wel mee weg denk ik.” Daar heb je je twijfels over, maar is dit wel een goed idee?

          Je zegt ja

          Je zegt nee

              Keuzes (166)

              Je gaat door twee grote openslaande deuren naar de eetzaal. Michiel wijst aan waar je een dienblad kunt halen. Er is een ruime keuze en alles ziet er lekker uit! Je gaat voor soep en een broodje, daarnaast natuurlijk ook een koffie. Je hoeft zelf niet af te rekenen, want Michiel schiet het voor. “We kunnen daar wel even gaan zitten,” wijst hij, “dat zijn wat studentes die hier al wat langer rondlopen. Ze halen ook wel veel kattenkwaad uit, maar hun cijfers zijn prima, dus dan is daar wat ruimte voor. Tot op zekere hoogte natuurlijk.” Je gaat zitten en Michiel stelt je voor. “Dat is Doortje, Amira, Nienke en Jasmine ken je al.” Jasmine kleurt rood bij die woorden, maar strekt toch haar hand uit. “Irene, aangenaam,” beantwoord je de begroeting. “Ben je een nieuwe studente? No offense, maar je ziet er niet uit als achttien,” zegt Doortje brutaal. Michiel kijkt haar even streng aan, maar ze beantwoordt de blik vrijpostig. “Nee, ik ben vandaag op bezoek om meer te weten te komen over de leermethoden hier. Ik werk voor een school en mijn baas wil graag weten hoe jullie aan zulke goede cijfers komen. Al weet ik niet zeker of de methoden die ik tot nu toe heb gezien bij ons ook toepasbaar zijn.” De andere vrouwen lachen. “Nee, dit is niet voor iedereen,” geeft Nienke toe. Dan zie je hoe Michiel zijn telefoon tevoorschijn haalt, even met een frons kijkt en opstaat. “Het spijt me, dames, maar zo te zien ben ik even ergens anders nodig.” Voor het geval het nog niet duidelijk was, zegt Amira woordeloos “straf” en maakt nog even een slaand gebaar met haar hand. “Irene, als jij vanmiddag een uur bij dit groepje aansluit terwijl ze zelfstudie hebben, dan zie ik je daarna weer.”

              Zelfstudie? Wat moet je studeren dan? Terwijl je je afvraagt of Michiel hier wel goed over nagedacht heeft, blijkt dat je niet de enige bent met deze gedachten. “Zelfstudie? Soms denk ik dat Michiel zelf slaag nodig heeft. Wat moet je studeren dan?” zegt Jasmine. Je lacht. “Ja, dat weet ik ook niet zo goed. Ik ben al een tijdje klaar met studeren.” “Tsja, en straf krijgen zul je ook wel niet krijgen,” zegt Nienke er onmiddellijk achteraan. Je voelt dat je ontzettend gaat blozen en je ziet Nienke’s ogen groot worden. “Ow, wel dus! Krijg je dan net als wij op je billen?” Je probeert haar blik te ontwijken. “Misschien …?” “Nee, niet misschien, ik zie het aan je,” gaat ze door. “En van wie krijg je dan billenkoek?” Je voelt dat je hier niet uit gaat komen door te zwijgen en weg te kijken en tenslotte ben je ook onder mensen die het snappen. Dat maakt het iets gemakkelijker, al neemt het de schaamte niet helemaal weg om zo ‘betrapt’ te worden. “Nou, door mijn vriend, Paul. Als hij vindt dat ik me niet goed gedragen heb of gewoon als ik het ‘nodig heb'”. Je maakt quotes in de lucht en je rolt met je ogen. de andere dames lachen. Je voelt dat je een band hebt.

              “Pff, ik heb hier echt he-le-maal geen zin in,” zucht Amira als Nienke na een kwartiertje kletsen oppert de boeken er toch maar eens bij te pakken, voordat een overijverige docent komt controleren wat ze aan het doen zijn.” “Ik ook niet,” sluit Jasmine aan. Doortje krijgt een twinkeling in haar ogen en kijkt je aan. “Eigenlijk hoeven we dit helemaal niet te doen, alleen, ze komen steeds dreigen met die stomme straffen en daarom moeten we wel. Je zou ons kunnen helpen! In elk lokaal hangt wel iets, een strap, een paddle, of een cane om ons straf te geven, terwijl we dat helemaal niet verdienen natuurlijk.” Even kijkt ze je met een pruillip aan. “Als we nu eens al die spullen jatten en verstoppen, kunnen ze ons niet meer slaan!” Amira giechelt, Jasmine rolt met haar ogen. “Dat is echt zo’n dom idee, uiteindelijk krijgen ze ons te pakken en dan zijn we nog niet jarig.” “Nou ja, dat is toch leuk!” werpt Doortje tegen. “Voor jou misschien, ik heb vandaag wel weer genoeg gehad,” zegt Jasmine. Doortje kijkt vragend naar Nienke. “O nee, de vorige keer dat je me meesleurde met een van die gekke plannetjes van je heb je me keihard verraden. Ik wil morgen liever gewoon kunnen zitten, dankjewel.” Nu kijkt Doortje jou vragend aan. “Doe jij mee? Jij komt er wel mee weg denk ik.” Daar heb je je twijfels over, maar is dit wel een goed idee?

              Je zegt ja

              Je zegt nee

                  Spanking in het openbaar

                  Iets wat velen aantrekt is het idee om betrapt te worden, Dat jij weet dat je billenkoek krijgt als je je misdraagt is al erg genoeg, dat anderen het zien of horen maakt het nog duizend keer erger (en leuker). Aan de andere kant, dat is misschien niet iets dat je wil delen met de rest van de wereld. Wat zijn jouw ervaringen met spanking in het openbaar?

                  Heb je ooit aan spanking gedaan in het openbaar?
                  58 stemmen · 101 antwoorden

                  Bunker in het bos

                  “Wat is dat toch met jou?” vraagt hij. “Je lijkt de muren op te lopen.”

                  Ze zucht. Het is waar: ze is vreselijk ongedurig.

                  “Geen idee,” antwoordt ze. “Ik weet echt niet hoe het komt. Ik weet gewoon geen blijf met mezelf.”

                  “Ga even wandelen,” spoort hij aan.

                  Ze haalt haar schouders op. “Geen zin in.”

                  Heb je ergens wel zin in?

                  Ze denkt even na en schudt dan haar hoofd.

                  “Dan ga je dus wandelen,” besluit hij.

                  Aan zijn blik te zien kan ze maar beter niet te hard protesteren.

                  “Waar zou ik dan heen moeten?”

                  “Gewoon, even het bos in. Als je de knooppunten volgt, kom je uit op ongeveer 5 kilometer dacht ik. Een uurtje stappen. Daar kom je vast van tot rust.”

                  “Is het niet al een beetje laat om nu nog te gaan wandelen?” probeert ze.

                  Hij schiet in de lach. “Het is nog niet eens 20 uur,” antwoordt hij. “Het duurt nog twee uur eer de zon ondergaat. Ruim tijd. Zeker als je niet blijft treuzelen en gewoon vertrekt.”

                  Urgh. Het zal dan wel. In zichzelf mopperend trekt ze haar wandelschoenen aan. Een rugzak neemt ze niet mee. Ze zal immers maar een uurtje weg zijn? Dan is het veel minder vervelend om wat dorst te hebben, die ze na dat uur meteen kan lessen, dan om een heel uur lang haar rug te verwarmen door een rugzak mee te slepen.

                  Het duurt even, maar na een tweetal kilometer moet ze toegeven dat Bas gelijk had. De gedachten lopen over elkaar heen in haar hoofd, maar daarna verdwijnen ze geleidelijk aan op het ritme van haar voetstappen.

                  Er zijn niet veel andere wandelaars op pad in dit deel van het bos. Toch was er daarnet een man die langs haar heen kwam gejogd. Gek. Hij zou net rustig de tijd moeten nemen om van de omgeving te genieten, vindt Zoë. En niet alle dieren wegjagen met zijn haastige gedoe. Tot nu toe hoorde ze minstens drie konijnen of eekhoorns wegschieten tussen de struiken. Ook sprongen vier kikkers met een plons in het water toen ze een bruggetje overstak. En daarnet zag ze zelfs, voor het eerst in haar leven, een specht met zijn snavel tegen de boom tikken. Dat klonk veel luider dan ze had gedacht. En die vogel was slechts piepklein! Wat een sterke snavel moet die hebben…

                  De joggende man van daarnet staat iets verderop vertwijfeld stil bij een kruispunt. Net wanneer ze rechtsaf wil slaan richting wandelknooppunt 53, zoals het bordje aangeeft te doen, spreekt hij haar aan.

                  “Sorry, weet u soms welke richting ik uit moet om naar nummer 53 te gaan?”

                  “Ja hoor, gewoon rechtdoor,” antwoordt ze.

                  “Bedankt!” roept de man over zijn schouder, terwijl hij alweer verder jogt.

                  Zoë giechelt in zichzelf. Eigenlijk is ze een beetje geschrokken over zichzelf. Hem zomaar de verkeerde kant op sturen… Ach, dan leert hij het bos misschien waarderen, praat ze het voor zichzelf goed. Als hij niet zo’n haast had gehad, had hij misschien ook het bordje gezien met de pijl erop. Akkoord, het stond niet vlák naast de weg, maar zo moeilijk was het nu ook weer niet te spotten. In elk geval is er nu al niet veel meer aan te doen. De man is al uit het zicht verdwenen. Zelf slaat Zoë wel rechtsaf, op weg naar knooppunt 53. Die man komt ook wel uit waar hij moet zijn. Uiteindelijk. Zo gigantisch is dit bos nu ook weer niet.

                  Ze wandelt verder en eenmaal ze bij knooppunt 53 aangekomen is, slaat ze linksaf op weg naar knooppunt 52. Ze is de man al bijna vergeten. Ze geeft het niet graag toe, maar Bas had gelijk dat hij haar even naar buiten stuurde. De wandeling doet haar goed. Ze is nu ongeveer halverwege. Ze blijft even staan om haar schoenveter opnieuw te strikken. Wanneer ze overeind komt, schrikt ze. Op een tweehonderdtal meter voor haar uit ziet ze de man van daarnet. Waar komt die nu vandaan? Vast vanuit een zijweggetje ergens. Alle wegen in dit verdomde bos lopen in kringetjes die elkaar regelmatig kruisen. Belangrijk is om te weten of hij haar gezien heeft. In elk geval komt hij vastberaden deze kant op. Paniekerig kijkt ze om zich heen, maar er zijn geen vluchtroutes. Geen zijwegen, alleen bomen, bramenstruiken en brandnetels. Als ze zich nu omdraait, ziet dat er ook maar gek uit. Dus loopt ze verder en hoopt ze maar dat hij haar niet herkent en haar gewoon laat passeren.

                  IJdele hoop, zo blijkt al snel.

                  “Wat dacht je wel niet?” zegt hij boos, zodra hij binnen gehoorsafstand is. “Me zomaar de verkeerde kant opsturen. Dat vond je zeker wel grappig?”

                  Een beetje wel, maar dat durft ze nu echt niet meer toegeven.

                  “Ik zou je moeten arresteren voor smaad aan de politie en obstructie van de rechtsgang.”

                  “Pardon?” Ze verslikt zich bijna.

                  “Wat als ik een boef achterna had gezeten en jij me de verkeerde kant opstuurde? Daar staan strenge straffen op, hoor.”

                  “Bent u een politieagent?”

                  De man knikt.

                  “Dat kon ik toch niet weten?”

                  “Mooi, dan werkt m’n undercoveroutfit. Maar dat wil nog niet zeggen dat je mensen zomaar de verkeerde kant mag opsturen. Heel m’n operatie had wel in het water kunnen vallen.”

                  “Loopt die boef hier nu dan nog ergens rond?” Ze kijkt nerveus om zich heen.

                  “Nee, nee,” stelt hij haar gerust. “Hij blijkt er vandaag niet te zijn. Maar als hij er wel was geweest en ik was hem door jou misgelopen…”

                  “Tja, eh, sorry?” zegt ze. Wat moet je daar nu ook op gaan zeggen?

                  “Sorry? Daar koop ik niets voor,” bromt de man. “Jij gaat met mij mee naar het politiebureau. Dan gaan we samen een paar documenten invullen.”

                  “Politiebureau? Documenten? Wat voor documenten?”

                  Een officiële waarschuwing voor obstructie van de rechtsgang. Misschien leert dat je om je voortaan wat socialer op te stellen.

                  “Hé, ik kon dit toch niet weten!” roept Zoë uit. “Wie zegt trouwens dat je een echte politieagent bent?” merkt ze plots slim op. “Straks vertel je me dat alleen maar om me te kunnen meelokken en ontvoeren.”

                  Hij reikt in zijn borstzak en haalt er een badge uit, die hij haar voorhoudt. Het ziet er legitiem uit. Dan steekt hij zijn hand in zijn kontzak en houdt haar een stel handboeien voor. “Ga je nu netjes met me mee of moet ik je deze omdoen?”

                  “Ho, wacht even.” Ze deinst achteruit. “Moet ik echt mee naar het politiebureau? Kunnen we dit niet op een andere manier oplossen?”

                  “Wat stel je voor?”

                  “Ik heb al mijn verontschuldigingen aangeboden,” begint ze. “Ik beloof u dat ik voortaan nooit meer mensen de verkeerde kant op zal sturen.”

                  “En ik moet dat zomaar geloven?”

                  Ze knikt heftig. Ja, alsjeblieft, geloof het.

                  “Als je mijn vrouw was, zou ik je een pak slaag geven waardoor je drie dagen niet meer kon zitten.”

                  Een pak slaag. Zoë’s hersenen draaien op volle toeren. Zou hij veel harder slaan dan Bas? Zijn armen zien er best gespierd uit en hij heeft ook grote handen.

                  “Zo te zien spreekt dat idee je wel aan,” grijnst hij. “Ben je al eens eerder geslagen?”

                  Ze voelt hoe haar wangen rood worden. Stil knikt ze.

                  “Dan hoef ik je vast niet meer uit te leggen dat een pak slaag op de blote billen gegeven wordt?”

                  Nu kijkt ze naar de grond. Gebeurt dit echt?

                  “Wel?”

                  “Nee, meneer,” mompelt ze.

                  “Hmm.” Hij denkt even na. “Weet je zeker dat je dit wil?”

                  “Zolang ik maar niet mee hoef naar het politiebureau,” zegt ze stil.

                  “Dan regelen we het onder ons,” gaat hij akkoord. “Maar je doet wel deze aan, zodat je er niet vandoor gaat.” Hij zwaait met de handboeien. “Draai je maar om.”

                  Ze slikt even. Dan draait ze zich om en houdt haar handen op haar rug. Even later zitten haar handen vast. Het metaal voelt koud en hard tegen haar huid.

                  “Iets verderop is een gebouwtje van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening. Weet je dat zijn?”

                  Ze knikt, haar rug nog steeds naar hem toe. “Daar gaan we heen. Jij gaat voorop.”

                  Als ze nu maar niemand tegenkomen… Gelukkig is het niet ver. De betonnen constructie is omheind door prikkeldraad en een gesloten poort met daarop een bordje “verboden toegang – privédomein”.

                  De politieagent haalt een sleutel tevoorschijn. “Ik lig hier regelmatig op wacht, daarom heb ik een sleutel. Niemand zal ons hier storen.”

                  Hij sluit de poort achter hen en gaat haar voor, een bunkerachtig gebouw binnen. Er staat niet veel in het gebouw. Een groot reservoir met water en verder wat leidingen. Maar ook een stoel, die de man nu in het midden van de beperkte ruimte zet. Hij graaft even in zijn rugzak en haalt dan, tot Zoë’s grote verbazing, een kleine houten paddle tevoorschijn. Is dit nu ook al standaard uitrustig voor politieagenten, vraagt ze zich af.

                  “Kom maar even hier voor me staan,” geeft de man aan. “Weet je zeker dat je dit wil? Je kunt nu nog terug. Zoals je ziet, ben ik niet van plan om mild voor je te zijn.”

                  Weet ze het zeker? Geen idee. Maar een pak slaag is straks voorbij, terwijl een officiële waarschuwing vast twee jaar op haar strafblad gaat staan. Eigenlijk heeft ze geen idee wat ze van een officiële waarschuwing moet verwachten. Wat ze van een pak slaag kan verwachten, weet ze wel. Dan kiest ze liever voor het bekende en de korte pijn.

                  “Laatste kans,” geeft hij aan.

                  “Nadien is het klaar?” vraagt ze nogmaals, ter bevestiging.

                  “Dan ga jij even niet kunnen zitten, maar er zullen geen verdere gevolgen zijn,” herhaalt hij.

                  Dus knikt ze.

                  Hij tikt op zijn bovenbil en ze gaat naast hem staan. “Zoals ik daarbuiten al zei,” kondigt hij aan, “gebeurt een pak slaag op de blote billen. Hij maakt de knoop van haar broek los en trekt die naar beneden. Haar onderbroek volgt meteen.

                  Zoë schaamt zich dood, maar kan er niet veel tegen beginnen, met haar handen geboeid op haar rug. Dan neemt hij haar bovenarm vast en begeleidt hij haar over zijn knie. Oef. Haar voeten komen niet aan de grond, merkt ze. En haar billen steken hoog de lucht in. Hij legt zijn ene arm om haar heupen, zodat ze niet kan vallen.

                  Zoë zet zich schrap, maar hij begint niet meteen te slaan. In plaats daarvan doet hij zijn preek van daarnet nog even dunnetjes over.

                  “Je mag mensen niet zomaar de verkeerde kant opsturen als ze je de weg vragen. Je weet nooit of ze haast hebben en waarom ze ergens heen moeten. Je hebt echt heel veel geluk gehad dat er geen ernstigere gevolgen van jouw kleine grapje zijn. Niet omdat ik toevallig politieagent ben, maar omdat je bij niemand, helemaal niemand, ooit kunt weten welke reden ze hebben om ergens snel heen te willen. Het is helemaal niet netjes om hen dan opzettelijk te vertragen en misschien zelfs in de problemen te brengen door hen de verkeerde kant op te sturen.”

                  Ze laat het stilletjes over zich heen komen. Hij heeft natuurlijk gelijk. Geen idee wat haar bezielde. Het was gewoon een opwelling.

                  “Ik heb er niet bij nagedacht,” antwoordt ze uiteindelijk.

                  “Nee, dat denk ik ook niet,” reageert hij meteen. “Dus ik ga er nu even voor zorgen dat je een pak slaag krijgt dat je nog lang zal heugen. Volgende keer als iemand je de weg vraagt, zul je er wel degelijk over nadenken, dat garandeer ik je.”

                  Dan begint hij te slaan. Niet zacht, maar ook niet heel hard. De klappen weergalmen luid in deze bunker. jammer genoeg v oor Zoë lijkt de man door te hebben dat ze meer gewend is, want hij voert het tempo op en begint ook steviger te slaan. Na een tijdje kan ze niet meer stil liggen en trapt ze met haar benen. Gelukkig heeft hij haar stevig vast aan haar heup, want doordat haar handen nog steeds vastgebonden zijn op haar rug, kan ze moeilijk zelf haar evenwicht houden.

                  “Zo, begint de boodschap al door te dringen?” vraagt hij uiteindelijk.

                  Zoë hijgt. “Ja!” roept ze. “Ik zal voortaan nooit meer iemand de verkeerde kant opsturen.”

                  “Goed zo,” zegt hij. “Die boodschap gaan we er nog wat steviger in slaan.”

                  Hij neemt de houten paddle en legt die op haar billen.

                  “Nee, alsjeblieft…” kreunt ze.

                  “Oh jawel,” zegt hij ferm. “Dit is je verdiende loon. Jij zult leren om geen grapjes uit te halen met onschuldige voorbijgangers die genoeg vertrouwen in jou hadden om je om hulp te vragen.”

                  Shit. Als hij het zo stelt, klinkt het wel heel erg wat ze gedaan heeft. Veel tijd om er lang bij stil te staan, krijgt ze niet, want hij begint meteen opnieuw te slaan. En zo’n houten paddle doet echt veel meer pijn dan zijn hand, hoe hard zijn handen ook waren. Algauw staan haar billen in brand. Ze jammert en smeekt, maar het haalt allemaal niets uit.

                  “Ik had je gewaarschuwd dat je hierna minstens een paar dagen niet meer zult kunnen zitten,” zegt hij zonder een spoortje van medelijden in zijn stem. “Ik wil dat de boodschap goed doordringt.”

                  “Het is doorgedrongen!” jammert ze. “Ik ga het echt nooit meer doen.”

                  “Echt?” Hij slaat ongenadig door.

                  “Echt!” belooft ze. “Auwww.”

                  “Het klinkt in elk geval alsof we de goede kant opgaan,” geeft hij toe. “Maar ik wil heel zeker zijn.” En dus slaat hij verder.

                  Pas na wat een eeuwigheid lijkt, houdt hij op. Waarderend laat hij zijn rechterhand over haar gezwollen billen gaan.

                  “Die voelen warm,” geeft hij aan.

                  “Het doet pijn,” jammert Zoë.

                  “Mooi zo. Dat is namelijk exact de bedoeling.”

                  Even is het stil. Het voelt vreemd stil, want de akoestiek in de bunker zorgde dat de klappen en haar gejammer enorm versterkt werden doordat ze tegen de betonnen muren aan galmden.

                  “Wat denk je? Ga je nog mensen de verkeerde kant op sturen?”

                  “Nee!” roept Zoë meteen. “Dat doe ik helemaal nooit meer.” Ze meent het hartsgrondig. “Nooit, nooit, nooit meer.”

                  De man glimlacht. “Mooi zo.”

                  Een sleutel klikt in haar handboeien en dan zijn haar handen plots vrij. Haar schouders zijn stram door haar armen zo lang gedwongen naar achter te hebben gehouden. Voorzichtig helpt hij haar overeind.

                  Ze bloost bij het besef dat haar broek nog steeds rond haar enkels had en bukt zich snel om die op te trekken.

                  “Alles oké?”

                  Ze knikt. En glimlacht. “Ik weet eigenlijk niet hoe je heet,” zegt ze dan.

                  “Je hebt mijn badge toch gezien?”

                  “Tja, eh, ik ben je naam een beetje vergeten,” geeft ze toe.

                  “Foei, foei,” grapt hij. “Ik ben Sander.”

                  “Zoë,” zegt ze en ze steekt haar hand uit. “Aangenaam.”

                  Hij grinnikt. “Aangenaam.”

                  Dan opent hij de deur. “Na jou,” gebaart hij galant. “En laat ik niet merken dat je nog mensen de verkeerde kant op stuurt!”

                  “Nee, nee,” haast ze zich te zeggen. “Dat doe ik nooit meer.”

                  En dan maakt ze dat ze wegkomt. Ze is al veel langer dan uur weggebleven. Hoe moet ze dit straks aan Bas uitleggen?