Wanneer je spankos vraagt naar hun favoriete positie, dan komt de klassieke “over de knie” al snel bovendrijven. Andere posities hebben ook zeker hun aanhangers. Vaak blijkt er een positie echt een splijtzwam te zijn: de “diaper position”, ofwel liggend op de rug met de benen omhoog. Weerloos, pijnlijk en uniek in de zin dat er eenvoudig oogcontact mogelijk is. De een haakt al af bij de naam, de ander heeft een diep verborgen liefde voor deze beschamende positie. Hoe denk jij erover?
Schokeffect
Toen ze de deur had opengedaan, bijna letterlijk stuiterend van opwinding, was het eerst wat ongemakkelijk geweest. Maar ja, wat wil je, als je elkaar al meer dan een jaar niet meer in persoon hebt gezien. Het contact was wel levendig gehouden door wekelijkse, zo niet dagelijkse, appjes over en weer. Waarin er heel wat afgeplaagd werd ook. Maar als hij dan plots voor je staat, ja, dat is toch wel een beetje gek. Het is ook de eerste keer dat ze met hem alleen is. Vorige keer dat ze hem zag, was in een grote groep. Allemaal leuke mensen met wie ze contact had gehouden. Ook met hem. Dat contact verdiepte zich naarmate ze zich meer bloot durfde geven en ze steeds intensere en serieuzere gesprekken gingen voeren. Over de app weliswaar. Nooit in persoon. Daarvoor was de afstand te groot. Maar nu is hij terug in het land, dus had ze hem uitgenodigd om bij haar te komen eten. Gezellig, had ze gedacht. Maar het begin van de avond was dus vrij stroef verlopen. Ook hij leek eerst niet goed te weten hoe zich te gedragen. Maar gaandeweg kwamen de gesprekken op gang en werd de sfeer losser. Inmiddels stond het hoofdgerecht op tafel – ze had zich uitgesloofd in de keuken, omdat ze een goede indruk wilde maken, maar ook gewoon omdat ze het leuk vond om eens helemaal los te gaan met koken – en waren er al redelijk wat plagerijtjes uitgedeeld. Vooral van haar kant. Af en toe een kleine opmerking, een steekje onder water. Hij vond dat best grappig, ook als ze op de app zo deed. Het was een onontbeerlijk deel van hun vriendschap. Via app was ze natuurlijk wel veilig. Hij zat immers aan de andere kant van de wereld, een jaar in Zuid-Afrika, voor het werk. Nu zit hij aan de andere kant van de tafel. Vooralsnog krijgt ze niet heel veel reactie uit hem. Ze weet ook nog niet goed of ze dat wel wil. Ergens wel, maar het is ook eng. In elk geval kan ze het niet laten om wat te plagen. De borden zijn leeg, de magen gevuld.
Ze stapelt de borden op elkaar. “Nee, blijf maar zitten,” geeft ze aan, als hij aanstalten maakt om recht te staan. “Op jouw leeftijd moet je niet te veel meer tillen, dat kan je rug niet aan.” Ze grijnst erbij. Zijn leeftijd – hij is 7 jaar ouder – is een vast onderwerp voor het geplaag. “Zo oud ben ik niet,” lacht hij. En hij staat recht. Plots staat hij vlak voor haar, een kop groter dan zij. De sfeer is veranderd. Voor een buitenstaander zou het onmogelijk op te merken zijn, maar ze voelt het. Snel probeert ze zich uit de voeten te maken, maar hij verspert haar de weg. Staat tussen haar en de keuken in. Even aarzelt ze. Moet ze de borden terug op tafel zetten? Nee, ze wil zich niet laten doen.
“Laat me er even langs,” zegt ze lachend. Lachen is nu haar enige verdedigingsmiddel. Dat weet hij vast ook.
Tot haar verrassing laat hij haar er inderdaad langs. In de keuken stopt ze de borden en het bestek in de vaatwasser. Intussen ademt ze diep uit. Nu pas beseft ze dat ze haar adem had ingehouden. Zou hij, zou hij niet? Enerzijds hunkert ze ernaar. Anderzijds is het doodeng. Er is niets afgesproken. Hij zal vast niets doen, bedenkt ze.
“Zal ik je zout geven voor je koffie?” vraagt ze als ze de woonkamer terug binnenkomt. “Of zal ik lief zijn en toch maar de suikerpot op tafel zetten?”
“Zou je dat durven?” vraagt hij met een twinkeling in zijn ogen. Hij zet een stap naar voren, tot hij vlak voor haar staat. Oncomfortabel dichtbij.
Ze zet een stap naar achteren. “Wie weet,” antwoordt ze. Meteen zet hij nog een stap naar voren, zij gaat weer naar achteren. Zenuwachtig slikt ze. Dan staat ze met haar rug tegen de muur. Letterlijk.
“Jij bent al de hele avond aan het plagen en uitdagen.”
Ze zegt niets. Er valt niets te zeggen, het is zo. Het was niet per se de bedoeling, maar het is sterker dan haarzelf. Hij roept dat bij haar op. Ze kan er niets aan doen. Maar dat zou hij natuurlijk nooit als excuus aanvaarden. Dus zwijgt ze. Ze probeert haar blik niet neer te slaan, hem te blijven aankijken, maar verliest het gevecht met zichzelf en zijn sterke wil. Voor het eerst die avond raakt hij haar aan. Zacht grijpt hij haar elleboog. Ze verzet zich niet als hij haar omdraait, met haar gezicht naar de muur. “Het wordt tijd dat jij een toontje lager zingt.” Met haar blik op de grond gericht en haar rug naar hem toe, blijft ze staan. Ze beseft maar al te goed dat ze zonet in de hoek is gezet. Haar wangen worden rood van schaamte.
“Til je jurk op tot boven je billen,” klinkt zijn stem achter haar. Ze schrikt. Dit kan hij niet menen. Toch? Meteen beseft ze dat hij het wel meent. En dat er niet veel ruimte is voor tegenspraak. Zeker, als ze echt niet zou willen, kan ze dit zo stoppen. Maar ze wil het wel. Ze wil op haar plek gezet worden. Door hem. Ze wil dat hij haar al het geplaag betaald zet. Van vanavond, maar ook van het afgelopen jaar. Veilig had ze zich gevoeld. Wel, nu is ze niet meer veilig. Dat beseft maakt haar licht in het hoofd. Zorgt dat haar gedachten tot stilstand komen. Ze denkt niet meer na. En dus doet ze wat hij vraagt, tilt haar jurk op tot boven haar billen. Vingers haken zich achter haar onderbroek, die tot halverwege haar dijen naar beneden wordt getrokken.
“Blijf zo maar even staan,” hoort ze. En dan verdwijnt zijn nadrukkelijke nabijheid. Hij is vast weer gaan zitten. Kijkend naar het uitzicht van haar blote billen in de hoek. Intens klein staart ze naar de grond. Zo klein, dat het haar duizelt. Na wat slechts dertig seconden lijkt, maar achteraf 10 minuten zou blijken te zijn, roept hij haar bij zich. Aarzelend draait ze zich om. Moet ze haar jurk nog omhoog houden? Ze besluit het erop te wagen en laat de stof los. Hem aankijken kan ze niet. Dus blijft ze gewoon staan, haar blik nog steeds op de grond gericht.
“Kom voor me staan.”
Voetje voor voetje schuifelt ze naar voren, zich pijnlijk bewust van het kleine driehoekje stof dat te laag tussen haar dijen hangt.
Een vinger onder haar kin dwingt haar om hem eindelijk aan te kijken. Hij zit, zij staat en toch lijkt hij nog steeds boven haar uit te torenen. Het voelt verkeerd om hem recht in de ogen te kijken, maar hij geeft haar geen keuze. “Je weet dat je dit verdient,” zegt hij. Haast onmerkbaar knikt ze. De vinger onder haar kin verdwijnt. Opluchting. “Waarom dan wel?” O nee, ze wil dit niet zelf moeten zeggen. Even blijft het stil. Hij wacht, geeft haar de tijd om zichzelf tegen te komen. “Omdat ik je zo vaak heb uitgedaagd,” fluistert ze uiteindelijk.
Hij knikt. Ze ziet het niet, want haar ogen zijn op haar tenen gericht, maar ze voelt het. “Dat heb je zeker.” Ze hoort de grijns op zijn gezicht.
“En je vindt het zelf leuk,” barst ze plots uit. Nu kijkt ze hem wel aan. Zijn ogen staan vastberaden. “O zeker vind ik het leuk. En ik zal het nog leuker vinden om het jou betaald te zetten.”
Opnieuw slaat ze haar ogen neer. Liefst had ze ook haar handen over haar oren gehouden, maar dat plezier wil ze hem niet gunnen.
“Vraag me erom,” zegt hij dan.
Wat? Wat! Nee. Dat kan ze niet. Zwijgend schudt ze haar hoofd. Meteen heeft hij haar oor in een houdgreep. Opnieuw dwingt hij haar om hem aan te kijken.
“Vraag me erom,” herhaalt hij.
Shit, dit is erger dan eerst. Gejammer ontsnapt uit haar keel. Haar handen grijpen naar de hand die haar oor vasthoudt, maar ze maken geen schijn van kans tegen zijn gespierde arm. Stilzwijgend voert ze het gevecht met zichzelf.
“Wil je me alsjeblieft straffen?” Nauwelijks meer dan een gefluister. Blijkbaar is het goed genoeg. Hij laat haar oor los en neemt in plaats haar pols vast.
“Kom maar liggen.”
Ongemakkelijk buigt ze zich voorover. Hij begeleidt haar beweging, zodat ze nog vrij elegant over zijn knie terecht komt. Met beide handen tilt hij haar jurk omhoog. Nu steken haar blote billen hoog de lucht in. Met zijn linkerhand omvat hij haar heup, de rechter laat hij nonchalant op haar billen liggen.
“Tijd om jou een toontje lager te laten zingen, jongedame,” zegt hij plagend. “Geloof me, als ik met je klaar ben, ben jij even klaar met plagen.”
Ze slikt. Ze gelooft hem.
“Vind je zelf niet ook dat je dit verdiend hebt?”
“Ja,” fluistert ze. Het is haar finale toestemming met wat er staat te gebeuren. Ze weet best dat ze hiermee een ongelofelijk pak slaag over zichzelf afroept. Maar het is wel waar: ze heeft het verdiend. Hoe vaak heeft ze hem niet uitgedaagd, hem willens en wetens jeukende handen bezorgd, in het besef dat ze veilig was, dat hij haar niets kon doen? Ze heeft dit meer dan verdiend.
“Ja wie?” klinkt het streng.
“Ja meneer.” Zei ze nu net “meneer”? Maar het voelt goed zo. Als er iemand is die ze meneer kan noemen, is hij het wel. Door de vele appjes hebben ze een hechte band gekregen. Maar doordat ze elkaar niet in persoon zagen, is er toch een zekere afstand. Ja, “meneer” is de goede aanspreking. Blijkbaar vindt hij dat zelf ook, want zijn rechterhand verdwijnt van haar bil.
“Kijk daar eens,” wijst hij aan.
Ze kijkt. En slikt. Een stuk of tien instrumenten, de ene nog enger en afschrikwekkender dan de andere, liggen voor haar op de salontafel. Die moet hij daarnet hebben klaargelegd.
“Die ga je vanavond allemaal voelen. Zitten zit er voor jou voorlopig niet meer in.”
Veel tijd om daarover na te denken krijgt ze niet, want meteen landt zijn rechterhand op haar bil. Het is begonnen.
In haar fantasie was dit altijd het moment waarop het stopte. De spanning vooraf, de vernedering van met blote billen over zijn knie te liggen. Dat deed het voor haar. En de pijn, ja, die hoort erbij, maar die voel je niet in je fantasie. Nu beseft ze plots dat de ergste vernedering nog moet komen: het moment waarop ze niet langer stil kan liggen, waarop ze haar pijn wel moet tonen. En natuurlijk zal hij dan niet stoppen. Hij zal pas stoppen als zij de controle over zichzelf helemaal verloren is. Als ze helemaal en volledig verloren heeft. Als ze al haar pijn en kwetsbaarheid open en bloot aan hem heeft laten zien. Ze kan enkel proberen om dat moment zolang mogelijk uit te stellen. Vermijden kan ze het niet. De kriebels in haar buik stuwen haar pijngrens de hoogte in. Ondanks haar benarde situatie wordt ze warm vanbinnen. Eindelijk. Zo is het goed. Hier moet ze zijn, over zijn knie. Hoe eng en vernederend het ook is. Eindelijk is ze thuis.
Volwassenheid (9)
Gina kijkt weg en draait zich weer terug. Waarom kon ze zich niet inhouden? Geamuseerd drinkt hij zijn koffie op. Hij ziet dat ze nadenkt en dat ze zichtbaar gefrustreerd is. Hij neemt de tijd om haar goed in zich op te nemen.
‘Aangezien je het nodig vond om mij voor schut te zetten ten overstaan van mijn vader leek het me eerlijk om je ook te straffen in het bijzijn van mijn vader.’
Gina verstijfd. Dat zal toch niet? ‘Toch heb ik besloten dat niet te doen.’
Gina zucht opgelucht. ‘Kom bij me.’
Haar hart maakt een sprongetje als ze in zijn ogen kijkt. Hoe krijgt ze zichzelf toch elke keer weer in deze positie? ‘Kijk me aan Gina. Als je zo doorgaat dan zal ik je elke dag moeten straffen. Dat wil ik niet. Je gaat serieus met je gedrag aan de gang. Anders zal ik er wel voor zorgen dat je een gehoorzame vrouw wordt, maar dan op een andere manier.’
Gina slikt. Ze weet niet dat hij alleen maar zit te bluffen.
‘Over de knie nu.’
Hij blijft haar strak aankijken. Even sluit ze haar ogen en haalt ze diep adem. Een beetje onhandig gaat ze over zijn schoot liggen. Jonas laat er geen gras over groeien. Hij begint haar meteen hard en snel op haar billen te slaan. Verschrikt trappelt ze met haar voeten. In korte tijd zet hij haar billen in vuur en vlam. Het duurt dan ook niet lang voor hij weer stopt. Er prikken tranen van pijn in haar ogen.
‘Sta op.’
Snel krabbelt ze overeind. Ze heeft hem nog niet eerder zo boos horen klinken. Hij knikt naar de schouw. Zonder dat hij iets hoeft te zeggen voelt ze wat ze moet doen. Als ze de lat van de schouw pakt kan ze het huilen niet meer tegenhouden. Zonder hem aan te kijken overhandigt ze hem het tot nu toe meest gevreesde voorwerp. Haar lichaam trilt als ze zich over de leuning heen buigt. Als ze zijn hand troostend op haar rug voelt moet ze nog harder huilen. ‘Kom eerst maar even tot rust.’
Het lukt haar niet goed om te kalmeren. ‘Ik vind dat je vreselijk tegen me gesproken hebt. Erg onredelijk ook. Ik vind niet dat ik dat verdiend heb. Ook vind ik het niet kunnen dat mijn vrouw zich zo onbeheersbaar kan laten gaan. Dus ik vind dat een passende straf op zijn plaats is.’
Gina luistert naar zijn stem. Dat maakt haar rustiger. Hij heeft gelijk. Het was onbehoorlijk hoe ze tegen hem gesproken heeft en totaal onterecht.
Ondanks de spanning trilt ze niet meer. Dat is voor hem het teken dat ze er klaar voor is. Hij brengt de lat op en geeft haar de eerste, hard tik. Wanhopig hapt ze naar adem. Dit doet heel veel zeer. Ze knijpt een kussen fijn, maar presteert het om te blijven liggen. Het voelt als een brandende striem. Met moeite kan ze de verleiding weerstaan om het brandende gevoel van haar billen te wrijven. De volgende brandt mogelijk nog erger. Bij de derde slaat ze met haar vuisten in het kussen. ‘Au au au. Ik kan dit niet!’
Hij glimlacht om haar strijd. Ze doet zo haar best. ‘Ja hoor, dit kan jij wel.’
De vierde en vijfde komen zo rap achter elkaar. Daar was ze niet op bedacht. Boos veert ze op. Daar staan ze dan, neus aan neus. Zijn ogen spreken boekdelen. ‘Terug! Meer kansen krijg je niet. Geloof me, je wil het echt niet meemaken dat ik echt boos word.’
Zijn woorden laten haar rillen. Met grote tegenzin gaat ze weer in positie liggen.
Jonas wisselt het tempo. Hij wil haar van haar stuk brengen. Het duurt dan ook niet lang voor ze zielig snikkend over de leuning ligt. Al haar verzet heeft ze opgegeven. ‘Zo hoort het meisje. De laatste tien krijg je om je een herinnering te geven zodat je je de komende tijd gedraagt.’
‘Nee nee nee alsjeblieft niet meer.’ Snikt ze wanhopig.
‘Toch wel. Laat jij maar weten wanneer je er klaar voor bent.’
Even overweegt ze net zo lang niks te zeggen tot het tijd is om naar bed te gaan, maar die gedachte laat ze snel varen. In deze positie is het niet bepaald handig om hem uit te testen.
Met haar hand veegt ze haar tranen weg. Een paar keer ademt ze diep in en uit.
‘Ik ben er klaar voor Jonas.’
‘Goed dan. Het zal niet makkelijk voor je worden, maar ik verwacht dat je je best doet en in positie blijft liggen.’
Zonder op antwoord te wachten laat hij de eerste tik neerkomen. Verschrikt schudt ze haar hoofd. Dit doet nog veel meer zeer dan de eerste ronde. Elke drie seconde voelt ze die vreselijke lat neerkomen. Als een slappe vaatdoek hangt ze snikkend over de leuning. Zichzelf berustend in haar lot. Als ze de laatste, ergste tik voelt vloeit ook het laatste restje spanning uit haar lichaam.
Hij helpt haar met opstaan en hij houdt haar dan stevig in zijn armen. Zo blijven ze staan totdat ze alleen nog zachtjes snikt. ‘Het spijt me zo Jonas. Echt het spijt me heel erg.’
Hij geeft haar een kus. ‘Ik weet het lieverd.’
Hij veegt de losse haren uit haar gezicht. ‘Ga je maar even opfrissen. Daarna kunnen we nog even wat drinken.’
Gina pakt haar kleren en loopt voorzichtig naar boven. Elke beweging doet pijn. Even overweegt ze om dat onding te verbranden, maar als ze de pijn in haar billen voelt verwerpt ze die gedachte meteen.
Als ze weer beneden komt zit hij in de woonkamer en heeft hij het gezellig gemaakt.
Voorzichtig gaat ze naast hem op de bank zitten. Hij trekt haar knus tegen zich aan. ‘Gaat het meisje?’
Ze knikt. Hij kust haar. ‘Doet het veel zeer?’
‘Ja.’ Klinkt het klagend.
Hij glimlacht. ‘Heb je zin om morgenavond bij mijn ouders te eten? Zondag komen jouw ouders bij ons op de koffie. Maar als je geen zin hebt is het ook goed hoor.’
Een beetje vermoeid komt ze overeind. ‘Nee is goed, gezellig. Ik kwam je moeder nog tegen vandaag. We hebben afgesproken voortaan samen naar het dorp te gaan voor boodschappen.’
Jonas geeft haar haar glas aan. Ongemakkelijk wiebelt Gina wat heen en weer.
‘Waarom laat je het niet bezorgen, dat is toch makkelijker?’
Gina haalt haar neus op. ‘Daar vind ik niks aan. Ik wil naar de supermarkt en de markt. Dat is veel gezelliger. Zeker samen met mijn schoonmoeder. Dan doen we iets samen.’
Jonas knikt. ‘Als jullie dat leuk vinden moeten jullie dat zeker doen.’
Zo wordt het toch nog een ontspannen avond. Ze kletsen wat en mijmeren over hoe Oscar en Shirley het hebben op reis. Het zit er al bijna op voor hun en ze kijken er naar uit om hun weer te zien.
‘Kom we gaan lekker naar bed.’
Gina laat zich graag meevoeren naar boven. Alle emoties en werkzaamheden op de dag hebben haar uitgeput. Als ze uit de badkamer komt zit Jonas op bed. ‘Kom eens hier.’
Hij klopt op zijn bovenbeen. Gina begint spontaan te huilen. ‘Ik heb echt genoeg gehad Jonas!’
Hij zucht diep. ‘Ik geloof niet dat ik om een discussie gevraagd heb.’
Ze is zo bezig met haar zelfmedelijden dat ze niet ziet wat hij van plan is. Als ze over zijn schoot ligt schuift hij haar slipje iets naar beneden. Hij pakt de tube zalf van het bed en knijpt er wat uit. Gina schrikt als ze de koele substantie op haar huid voelt. Meteen daarna ontspant ze als ze zijn hand voelt die voorzichtig over haar billen wrijft. ‘Meisje toch, je hebt nog zoveel te leren.’
Gina schaamt zich voor haar reactie. Wat haar betreft mag dit wel eeuwig duren.
Ze is al bijna in slaap als hij haar omhoog helpt. Snel kruipt ze in bed. Als hij dit altijd doet na die vreselijke lat, dan mag het voorwerp toch blijven. Het duurt niet lang voor ze in een diepe slaap valt.
Het is een droge winterdag. Gina is er al vroeg uit om de dieren te voeren. Als ze daarna gedoucht heeft maakt ze zingend en dansend een uitgebreid ontbijt. Het is immers weekend. Als Jonas fris en wel de keuke in loopt slaat hij een arm om haar middel. ‘Het getrouwde leven doet je goed’ Hij klopt veelbetekenend op haar billen. Gina bloost en doet haar best niet te laten merken dat het nog erg gevoelig is. ‘Wat heb jij er een werk van gemaakt zeg! Ik mag wel oppassen dat ik niet ontzettend aankom van al die lekkere verwennerijen van je.’
Gebiologeerd kijkt hij naar de taart. ‘Oh, maar het is allemaal heel gezond hoor. Dit is ontbijttaart, dat is allemaal heel verantwoord enzo. Alleen je croissantje met zelfgemaakte jam is wat minder verantwoord. En ik dacht ik maak een grote taart, dan kan ik wat aan je ouders geven vanavond.’
Jonas grijpt haar bij haar middel en trekt haar naar zich toe. Hij kust haar en streelt even teder over haar wang. ‘Ik heb zoveel geluk met jou. Ik kan me geen lievere vrouw wensen.’
Gina krijgt een kleur. ‘Ben je gek. Zo geweldig ben ik helemaal niet. Kijk maar naar gister.’
Jonas neemt het dienblad van haar over. Gina pakt de theepot mee. ‘Ieder echtpaar heeft onenigheid en strijd. Er zouden meer koppels moeten zijn die leven zoals wij. Dan zouden er veel minder echtscheidingen zijn. Een pak op de billen klaart de lucht.’
Gina snijdt een stuk van de ontbijttaart voor Jonas en schenkt een kop thee in. ‘Maar goed, jij kan toch ook wel eens iets doen waarvan we vinden dat het niet zo handig was of jij kan toch ook wel eens fouten maken.’
Jonas knikt. ‘Ja en dan praten we erover en krijg je alsnog billenkoek.’
Gina fronst. ‘Waarom?’
‘Omdat we daarna goede seks hebben.’ Lacht Jonas.
Gina hapt naar adem en gooit een servet naar zijn hoofd. ‘Jonas! Praat niet zo onbehoorlijk.’
De sfeer is meteen bepaald. Het is erg gezellig. Gina kletst honderduit over de dieren en hoe ze daarvan geniet. Ook kan ze niet wachten tot het voorjaar is om de mooie omgeving te kunnen schilderen.
‘Morgen komen Oscar en Shirley weer terug. Zonde dat ze niet een langere reis hebben kunnen maken, maar ik denk dat ze dat in de zomer wel inhalen. Ik zal blij zijn als ik maandag weer met mijn broertje aan het werk ben.’
Gina weet zeker dat ze maandag even bij Shirley langs gaat. ‘Zullen we anders even wat boodschappen voor ze halen? Dan komen ze tenminste een beetje ontspannen thuis. En misschien kan ik wat te eten voor hun klaar zetten?’
Jonas knijpt zachtjes in haar hand. ‘Dat is lief van je. Dat gaan we straks zeker even doen. Ik wil vandaag ook nog een klein beetje werken. Hooguit een uurtje hoor, maar er is nog het een en ander blijven liggen.’
Gina knikt. ‘Goed. Ik ga even opruimen. Dan kan ik als jij werkt nog even wat schilderen als je het goed vindt.’
Jonas legt zijn vinger onder haar kin en dwingt haar hem aan te kijken. ‘Jij mag altijd schilderen. Of ik nou aan het werk ben of niet. Heb je dat begrepen lieverd?’
Gina slikt. ‘Ja maar…’
Hij geeft haar een tik op haar billen. Dat voelt ze behoorlijk na het pak slaag van gister.
‘Begrepen?’
Nog even en ze verdrinkt in zijn ogen. ‘Ja schat.’
Hij knipoogt en drukt een kus op haar mond.
Voor ze naar het dorp gaan wil Gina nog snel even de woonkamer stofzuigen. Dat doet ze wel een beetje op zijn Gina’s. Wat je niet ziet is er ook niet. Jonas kijkt het aan. Hij wil haar niet ergens op aanspreken. Hij ziet dat ze ontzettend haar best doet. Dan weet hij hoe hij haar kan helpen. ‘Zal ik de bank even voor je verschuiven? Dan kan je daarachter er ook bij. Je moet ervan profiteren als ik thuis ben liefje.’
Gina bloost. Ze zou er gewoonweg niet aan denken om iets te verschuiven om erachter ook schoon te maken. Teleurgesteld in zichzelf stampt ze de woonkamer door. Verwoede pogingen om haar tranen terug te dringen mislukken. Jonas drukt de stofzuiger uit. Bezorgd pakt hij haar vast. ‘Wat is er aan de hand? Heb ik iets verkeerds gezegd?’
Boos schudt ze haar hoofd. ‘Ik ben een waardeloze huisvrouw. Als je dat niet zou zeggen over de bank dan zou er over een jaar genoeg stof liggen om de boerderij mee in te pakken.’
Jonas kan er niks aan doen, maar hij moet erg lachen om haar dwarse, stampvoetende houding. ‘Het is niet grappig!’
Er stromen nog meer tranen over haar wangen. Hij neemt haar gezicht in zijn handen en kust haar. ‘Je bent zo lief. Het maakt toch niet uit. Je bent nog zo jong. Denk je dat onze moeders meteen alles konden? Mijn moeder deed de was toen ze net getrouwd was met mijn vader en alle witte overhemden van mijn vader waren daarna roze.’
Er verschijnt een glimlach op haar gezicht. ‘Zo erg ben ik dus niet.
Jonas schudt zijn hoofd. ‘Nee lieverd, je bent juist fantastisch.’
Volwassenheid (8)
Adeleine ruimt al fluitend de boodschappen op. ‘Ik hoop niet dat we je een naar gevoel hebben gegeven. Ik heb er persoonlijk nogal moeite mee hoe ze tegen je sprak.’
Adeleine haalt lachend haar schouders op. ‘Ik ben het gewend. Eigenlijk denk ik dat jij een beetje uniek in jouw soort bent. Als ze hoort dat ik jou Gina noem dan wordt ze gek. Jouw man ook trouwens.’
Gina heeft de mooiste vazen uit de bijkeuken gehaald. ‘Echt? Wat een onzin. Ik ben niet meer of minder dan jij. Ik zal nooit wennen aan dat standengezanik.’
Grinnikend schuift Adeleine de telefoon naar Gina. ‘Je hebt beloofd te bellen. Misschien moet je het even doen. Het is al aardig laat.’
Verschrikt kijkt Gina naar de klok. Dat is wel wennen dat ze nu een telefoon heeft en dat er verwacht wordt dat ze die ook gebruikt. ‘Bedankt dat je me eraan herinnert.’
Het duurt niet lang voor Jonas opneemt. ‘Goedemiddag Gina. Hoe gaat het?’
Gina zucht. ‘Zo klink je net alsof een klant je opbelt. Ik ben je vrouw hoor. Vanmorgen sprak je nog heel anders tegen mij.’
Er klinkt een geïrriteerde zucht. Meteen heeft Gina spijt van haar reactie. In plaats van het goed te maken maakt ze het alleen maar erger. ‘Als ik zin heb in een zakelijk gesprek dan zoek ik wel een baan.’
Nog zo’n geïrriteerde zucht. ‘Gina Clarckx, na het avondeten zorg jij dat je met je blote billen in de hoek gaat staan van de woonkamer. Zorg ervoor dat ik je er niet aan hoef te helpen herinneren. Daarna zal je wat beleven jongedame.’
Het kost haar grote moeite om niet hem de huid vol te schelden. ‘Heb je dat begrepen? Ik wil graag een reactie als ik met je praat.’
‘Voel je je nou stoer? Kunnen al je collega’s het horen? Stoer hoor om de baas te spelen over je vrouw! Zoek het lekker uit.’
Kwaad drukt ze de telefoon uit. Adeleine staart haar met open mond aan. Ergens halverwege is ze in een beweging blijven steken waardoor haar hand een beetje vreemd in de lucht hangt. Als Gina dat ziet begint ze te lachen tot de tranen over haar wangen lopen. Adeleine lacht niet mee. ‘Jij hebt echt lef. Of zin in pijn. Maar ik weet wel dat ik niet met je zou willen ruilen vanavond.’
Gina heeft spijt van haar explosieve reactie. Dit zal haar duur komen te staan. Er klinkt een meldingstoon van een inkomend bericht. Nee, alleen mijn vader heeft wat meegekregen. Ik zat namelijk met hem in overleg. Je bent echt veel te ver gegaan zojuist.
‘Wil jij de bloemen even verder schikken? Dan zet ik het stoofvlees vast op.’
Binnen mum van tijd staat de stoofschotel te pruttelen. Dit gerecht heeft ze zo vaak met haar moeder gemaakt dat ze het kan maken met haar ogen dicht. Pas als alles klaar staat reageert ze op zijn bericht.
Ik weet het. Het spijt me, maar je maakt me ook zo boos.
Niet veel later krijgt ze een reactie. Maar nooit zo boos als ik nu ben. Ik geloof niet dat je echt spijt hebt. Dan had je je wel anders opgesteld. We hebben het hier vanavond wel over. x.
Dat kusje erachter doet haar wat. De zenuwen slikt ze weg. Hoe kan het dat ze zich toch altijd zo in de problemen werkt.
Adeleine drukt een beker koffie in haar handen. ‘Nog voor Mijnheer Clarckx thuis komt ben ik vertrokken.’
‘Dan ga ik met je mee.’
Adeleine schudt haar hoofd. ‘Echt niet. Dan heb ik het straks weer gedaan.’
‘Dan hoop ik maar dat mijn kookkunsten hem wat kunnen milder kunnen stemmen.’
De rest van de middag vliegt voorbij. De boodschappen die nog bezorgd zouden worden pakt Adeleine aan terwijl Gina zich uitleefd in de keuken. Het hele huis ruikt heerlijk naar het gerecht wat Gina gemaakt heeft. Adeleine kijkt op de klok. ‘Nou ik ga maar. Sterkte vanavond. Fijn weekend en tot maandag.’
Gina geeft haar een knuffel en Adeleine vlugt dan letterlijk het huis uit. In de verte ziet ze hem al aan komen rijden. Snel steekt ze nog even wat kaarsen aan op de eettafel. Fijn weekend had Adeleine gezegd. Daar had ze nog niet bij stil gestaan. Een heel weekend met Jonas. Als ze zijn boosheid überhaupt zou overleven.
Er draait zich een knoop in haar maag als ze de sleutel in de deur hoort. Met haar zoetste glimlach loopt ze hem tegemoet. Hij kijkt haar strak aan. Zijn strenge blik maakt haar nerveus. Zwijgzaam staren ze elkaar aan. Voorzichtig loopt ze dichter naar hem toe. Onverwachts trekt hij haar bezitterig tegen zich aan. Zacht drukt ze haar lippen op die van hem. Hij kust haar hebberig terug. ‘Goedenavond echtgenoot.’ Fluistert ze.
‘Goedenavond opvliegend meisje.’ Met een simpele zin voelt ze zich enorm op haar plek gezet. Schuldbewust slaat ze haar ogen neer. ‘Wat ruikt het lekker.’
Als door een wesp geprikt rent ze naar de keuken. Hoofdschuddend trekt Jonas zijn jas uit. Gina is net op tijd om de groente te redden. Het vlees staat al een tijd te pruttelen, dat zal voorlopig niet verbranden. Met beleid maakt ze de borden op. De gegratineerde aardappels, het stoofvlees en de groente schikt ze vakkundig op de borden. Tevreden neemt ze het mee. Haar schoonmoeder heeft haar een geschikte rode wijn aanbevolen. Die staat al klaar op tafel. Als ze met de borden naar de eettafel slaat haar hart een slag over. Hoe hij zit aan tafel, met zijn been nonchalant over de de ander, arm los leunend op de stoel, gemene grijns en fonkelende ogen. Woestaantrekkelijk! ‘Tering, ik wist niet dat verliefd worden zo hard binnen kan komen.’
Het kost hem moeite om het niet uit te proesten van het lachen. ‘Dat is geen taalgebruik voor een jonge dame. En zeker niet voor mijn vrouw!’
Hij laat zijn hand hard op de tafel neerkomen. Daar schrikt ze van. Met trillende handen zet ze de borden op tafel en gaat zitten. ‘Het spijt me. Het overviel me gewoon nogal.’ Zegt ze timide.
Jonas blijft haar strak aankijken. ‘Eet smakelijk Gina.’
‘Eet smakelijk Jonas.’
Hij pakt zijn vork, maar houdt hem nog even doelloos vast. ‘Wat kwam er precies zo hard binnen?’
Gina verslikt zich haast in een champignon. ‘Dat je zo ontzettend knap bent. En zo eh hard, standvastig en toch liefdevol. Denk ik.’
Hij blijft grijnzen.
Het valt haar op dat hij onder de indruk is van haar kookkunst. Hij geniet er zichtbaar van.
‘Hemels. Je hebt voortreffelijk gekookt. Dank je wel Gina.’
Het brengt haar even van haar stuk. Ze heeft haar vader nog nooit iemand horen bedanken voor het eten. ‘Lief dat je dat zegt.’
Hij knipoogt naar haar. Ze wordt helemaal warm van binnen. Voorzichtig nipt ze aan de wijn.
‘Ben je al uitgegeten?’
Gina knikt. ‘Ik heb niet zo’n trek.’
‘Laat je wijn maar even staan. Ik wil je niet roezig hebben.’
Hij pakt hun borden van tafel. ‘Nee, ben jij gek, ga zitten.’
Als ze hem aankijkt ziet ze een bepaalde blik waardoor ze zich beseft wat zijn bedoeling is. Het voelt zo tegennatuurlijk, maar het lukt haar om zonder te mopperen naar de woonkamer te lopen. Het is even priegelen, maar het lukt toch om met haar trillende handen haar rok los te maken. Ze legt deze op de leuning van de bank. Daarop legt ze haar maillot en als laatste met de grootst mogelijke tegenzin haar slipje. Er ontsnapt haar een traan. Een traan van boosheid, frustratie en schaamte. Bovenal voelt ze spijt. Ze kan er niet bij dat ze daadwerkelijk zo vreselijk tegen hem gesproken heeft. Ze leunt met haar voorhoofd tegen de muur. Het voelt erg beschamend om zo als een klein kind in de hoek te staan.
‘Kijk, zo zie ik het graag.’ Jonas klinkt kil en afstandelijk.
Ze ruikt koffie. Meteen voelt ze de weerstand weer opborrelen. Gaat hij nou daadwerkelijk koffie drinken terwijl ze daar zo staat?
Gefrustreerd balt ze haar handen tot vuisten. Jonas merkt haar veranderende lichaamshouding op. Hij gaat er eens goed voor zitten. Dit gaat een interessante avond worden.
Met een ruk draait ze zich om. Hij kijkt haar waarschuwend aan. Een paar tellen kijkt ze hem fel aan. Hij zit in zijn stoel, met inderdaad koffie. De slechtste krachttermen komen bij haar boven. Even haalt ze diep adem.
Het verhaal van de munt (1)
“You’re not feeling well today, are you?”Je blauwgrijze ogen kijken weer eens dwars door me heen. Ik had het niet willen laten merken maar het is simpelweg mijn dag niet. Ik heb me verslapen, de bus reed net te vroeg voor mijn neus weg en de trein had vertraging. Op het station bleek het nog te vroeg om een bak koffie te halen en ik herinnerde me te laat dat ik mijn e-reader op mijn nachtkastje had laten liggen. Om onverklaarbare reden voelt het alsof de wereld vandaag tegen me is.
Hooguit een paar keer per jaar heb ik een ontmoeting met een Amerikaanse vriend, waarbij het een hoop gepuzzel is om tijd te vinden om elkaar te ontmoeten, dus ik baal als een stekker dat alles precies vandaag zo tegenzit.
Het maakt me enigszins nerveus om in deze gemoedstoestand tegenover je te zitten. Ik ben een half uur later dan afgesproken omdat ik mijn aansluiting met de bus niet gehaald heb. Opnieuw neem ik me voor binnenkort mijn rijbewijs te halen. Dan behoort het extra te laat komen door het OV écht tot de verleden tijd.
Je blijft me aankijken rustig je koffiekopje neerzet. In tegenstelling tot mijn vrouwelijke humeurigheden heb ik je nooit anders meegemaakt dan hoe je nu tegenover me zit, zelfverzekerd, beheerst, en je laat je door niets van de wijs brengen.”I should punish you for being late. You could have planned your trip better. “
Ik zucht en voel me gefrustreerd omdat ik niet echt iets tegen alle vertraging kon doen vandaag. Ik probeer mijn tranen te bedwingen. Het is zo’n dag waarbij alles me lijkt te raken. Het liefste zou ik mijn bed weer instappen en een potje janken.
“But I think a spanking will not help you feel better today. Lets try something different instead. It won’t hurt, I promiss, unless you misbehave, young lady.”Ik frons. Ik krijg geen tijd van je om te reageren want je staat resoluut op, pakt mijn arm vast en trekt me zachtjes mee. Zonder een woord te zeggen bereiken we je hotelkamer.
Opnieuw word ik zenuwachtig. Ik ben vergeten hoe lang je bent ten opzichte van mij, jij 1.90 en ik 1.58, en het bedwelmende effect dat het op me heeft.Je sluit zachtjes de deur en mijn hart gaat vanzelf wat harder slaan, ik ben me bewust van het feit dat ik geen kant meer opkan en nu compleet aan jou ben overgeleverd.
“I want you to undress right away. Don’t just stand there, hurry up a bit,” spoor je me aan terwijl je iets in je bagage zoekt. Ondertussen kleed me uit en vouw mijn kleren netjes op en ik hoor je iets openritsen. Een portefeuille.
Je ogen nemen mijn lichaam goedkeurend op.”You really have been working out lately, it defenatly shows.””Well I would not lie about such things, that wouldn’t be a smart thing to do,” lach ik een beetje verlegen. Het blijft voor mij een onzeker puntje, maar ik doe hard mijn best zo goed mogelijk uit te zien, ook al kost het me moeite om soms in beweging te komen en de spierpijn lijkt nooit te wennen.
Je houdt een euromunt in je hand. Voor het eerst zie ik je lachen vandaag, blijkbaar zie ik er compleet verbijsterd uit.”I want you to stand in the corner today, but you have to keep this coin to the wall. You keep your arms on your head en this coin to the wall, with your nose. Understand?” Je grijnst.
Ik frons opnieuw en ik begin te blozen. Ik voel een protest opkomen, ik ben toch geen kind meer, en wat is dat nou voor iets vreemds met die munt, maar het lijkt me toch beter om er niet tegenin te gaan. Het voelt heel gênant om in de hoek te moeten en ik kan me eigenlijk helemaal niet herinneren ooit gebloosd te hebben.
“You will have no choice but to calm down, young lady,” Je pakt mijn kin vast en kijkt me streng aan.”You have to stand there for ten minutes. But, if you let that coin drop, I still need to spank you.” Opnieuw wil ik protesteren maar slaag ik erin om mijn mond te houden en een keer diep adem te halen.
“You can do this, i’m pretty sure you succeed. Since this is new to you I’ll let you practice for a minute, just this once.”
Ik merk meteen hoe lastig het is want de munt valt onmiddellijk naar beneden al voordat ik überhaupt in een beetje comfortabele houding sta. Bij iedere poging om mijn lichaam te ontspannen voel ik de munt weer schuiven.
“The ten minutes goes in right…. now. Be an angel and keep that coin at the wall,” waarschuw je me.
Ik voel een rilling opkomen, ik weet echt niet of ik dit tien minuten kan volhouden. Door de rilling voel ik de munt alweer iets zakken en ik duw mijn neus nog wat harder erop. Mijn hart klopt als een bezetene en in plaats van te ontspannen probeer ik mijn spieren vast te zetten zodat ik niet meer kan bewegen.
Laat de munt alsjeblieft niet vallen blijf ik mezelf in gedachte inprenten en het is mijn mantra voor de komende tien minuten, om gefocust te blijven.
Mijn armen verzuren en net als ik denk dat ik het niet meer langer vol kan houden sta je achter me. Behendig trek je me van de muur af en vang je de munt op.
“You did very well,” zeg je en je geeft me een kus op mijn hoofd. Je trekt me op schoot en ik leun vermoeid tegen je aan. Ik vraag me af of ik na deze ervaring ooit nog zonder te blozen naar een muntstuk kan kijken.
“Thank you for understanding me,” zeg ik zachtjes.Je fluistert in mijn oor: “I already told you I’m mostly nice,” en ik lach voor de eerste keer vandaag.
De Onderdirecteur
Wanneer een oud-leerling na jaren onderdirecteur Koolhof treft, blijkt dat hij niet vergeten is hoe goed ze destijds is weggekomen. Hij besluit dat ze alsnog een lesje verdient.
Inhoudsopgave
De onderdirecteur (2)
Twee weken later op een vrijdag sta ik nerveus te wachten op de afgesproken plek. Hij stond erop om bij een afgelegen klein treinstation af te spreken in the middle of nowhere. Iedere andere suggestie wees hij resoluut van de hand, alsof hij extra wilde benadrukken dat hij de touwtjes nog steeds in handen heeft.
Ik ben tien minuten te vroeg, gelukkig maar, en nog geen teken van meneer Kolhoff. De zon schijnt en ik hoor de vogels fluiten. Aan de overkant van de weg staat een houten bankje met een grote bloembak met prachtige tulpen erin en ik besluit daar even van de zon te genieten. Even de zenuwen proberen te kalmeren. Adem in, adem uit.
De kalmte is snel voorbij als er een grijze auto voor mijn neus stopt. “Stap in, snel,” zegt meneer Kolhoff nors.Vlug stap ik in en schenk hem een klein glimlachje.“Je hebt straks niks meer om te lachen jongedame. Reken er maar op dat je vanavond moeite hebt met zitten.”Nou zeg, een beetje beleefdheid kan er vandaag blijkbaar niet af. Ik wil er een opmerking over maken maar besluit dat het waarschijnlijk beter is om mijn mond te houden.“We moeten een half uurtje rijden. Ik wil graag dat je stil bent en hou je telefoon maar in je tas. Nu je in je gordel zit wil ik dat je netjes met je armen over elkaar gaat zitten, begrepen?”“Ja meneer Kolhoff,” stamel ik en ik voel hoe mijn wangen branden bij dit verzoek.
“Wakker worden jongedame,” hoor ik ineens en verbaasd open ik mijn ogen en schrik ik als ik me realiseer dat we al op de plaats van bestemming zijn. Mijn hoofd voelt zwaar en wattig na het slaapje en traag stap ik uit. Ik hoop dat dit gevoel snel zakt want dit geeft me altijd een zeer kort lontje, en is dat ook niet precies wat me uiteindelijk in deze bizarre situatie heeft doen laten belanden?
Meneer Kolhoff pakt me zachtjes bij mijn bovenarm en neemt me mee naar de deur van een houten huisje, het lijkt op een vakantiehuisje in een bungalowpark, midden in de bossen en het ruikt er sterk naar dennennaalden. Het zou heerlijk zijn om hier te kunnen wandelen maar ik heb het vermoeden dat dat straks niet meer zo comfortabel zal zijn als meneer Kolhoff klaar met me is. Het liefste wil ik me losrukken en wegrennen, maar ik heb helaas geen flauw idee waar ik ben.
Eenmaal binnen lijkt het al helemaal ingericht voor het geven van een flink pak slaag. Op de tafel ligt een houten haarborstel klaar en nog wat slaginstrumenten, die ik nog nooit eerder gezien heb.“Wat zijn dat,” hoor ik mezelf bijna fluisterend vragen en ik voel paniek opkomen.“Wat zijn dat, meneer,” corrigeer je me, “en afhankelijk van hoe je meewerkt, zal ik genoodzaakt zijn om naast de haarborstel ook de paddle, tawse of strap te gebruiken. Duidelijk?” Mijn hart begint te bonken en mijn mond voelt ineens kurkdroog. Ik voel er eigenlijk weinig voor om erachter te komen welk instrument bij welke naam hoort. “Ja meneer,” fluister ik nauwelijks hoorbaar.
“Je zult wel dorst hebben, dus ik stel voor dat we even iets drinken. Daarna kun je je even opfrissen maar daarna zul je je echt de consequenties moeten aanvaarden voor je eerdere gedrag, begrepen jongedame?”“Ja meneer Kolhoff,” en ik probeer het gevoel van opkomende paniek te onderdrukken.Hij schenkt een kopje thee voor me in en we gaan op de bank zitten met prachtig uitzicht op het bos. In de bomen zie ik eekhoorntjes klimmen en het is eigenlijk zo’n normaal tafereel als ik het vergelijk met deze surrealistische situatie dat ik nerveus in de lach schiet, oh fuck….Ik zie hoe de wenkbrauwen van meneer Kolhoff gelijk omhoog schieten.“Paddle erbij dus,” zegt hij droogjes. Ik voel een rilling over mijn rug lopen. Dat ding is mega groot en voorspelt niet veel goeds.
Al snel zijn de kopjes leeg en ga ik naar de badkamer om me op te frissen. In de badkamer zit een prachtige jacuzzi hmmm hoe fijn zou het zijn om daar lekker te badderen.Veel tijd om te mijmeren heb ik niet want ik hoor meneer Kolhoff roepen “opschieten jongedame, niet zo treuzelen,” en ik haal eens diep adem. Ik ben hier niet klaar voor maar ik moet. Dan lijkt het alsof iets mijn lichaam overneemt want heel rustig loop ik de badkamer uit en mijn straf tegemoet.
De onderdirecteur (1)
Voor de derde keer vandaag krijg ik een winkelwagentje hardhandig tegen me aan gereden en ik ben er nu echt klaar mee.”Ja hállo zeg, je kan niet door me heen hoor,” snauw ik geïrriteerd en draai me om met de bedoeling diegene nog verder uit te kafferen. Genoeg is genoeg, mijn grens is bereikt.
“Meneer Kolhoff,” stamel ik verschrikt als ik de persoon achter het karretje herken. Duidelijk ouder en toch geen spat veranderd want je bezit nog steeds dezelfde autoritaire vibe als jaren terug toen ik naar de middelbare school ging en jij daar onderdirecteur was.
Je bezat voor de jaren negentig een bijzonder talent om een hele school stil te krijgen, in de les was iedereen stil, en je kon echt een speld horen vallen. Ik was net twaalf en had de eerste les nauwelijks durven bewegen en had je vol verbazing gade geslagen terwijl je door een doodstille klas ijsbeerde nadat je iedereen aan het werk had gezet.
Ik zie aan je ogen dat je me herkent en je kijkt me een paar seconden taxerend aan en dan verschijnt een lach op je gezicht.
“Goh wat leuk, een oud leerling van me. Ik kan me jou nog wel herinneren.” Na een paar tellen noem je mijn naam. “De jongedame die als eerste van de school een wenkbrauwpiercing had toch?”
Ik knik en sla een beetje beschaamd mijn ogen neer omdat ik precies bij een bekende mijn geduld verlies. Ik glimlach bij de herinnering aan de piercing. Toen ik voor het eerst met die piercing op school verscheen was de hele school in rep en roer, er zat een “oorbel” in mijn wenkbrauw, zoiets hadden ze nog niet eerder gezien. Later liep bijna iedereen ermee, maar op dat moment wat zo’n piercing nog erg onbekend.
“Ga anders even mee een kopje koffie drinken, dan kunnen we nog wat herinneringen ophalen. Volgens mij kun je wel even een ontstress momentje gebruiken.” stel je vriendelijk voor.
Mijn hoofd draait even overuren als ik denk aan wat ik vandaag allemaal nog moet doen. Eigenlijk is het een soort eindeloze lijst met taken waarvan ik vind dat ze echt die dag gedaan moeten worden, maar er is nooit genoeg tijd om alles af te krijgen.
“Gelukkig is het café aan de overkant weer open, het was maar een saaie bedoening de laatste tijd, dus nu moeten we er gewoon maar even van genieten, toch,” zeg je en ik durf eigenlijk niet meer te weigeren omdat je oprecht zin lijkt te hebben om nog even verder te praten.
We zitten beide aan een Cappuccino en we halen wat herinneringen op aan verschillende leraren.“Meneer Peters, van Nederlands, heeft trouwens voorkomen dat ik je toen van school gestuurd heb, weet je dat nog? Je was een hele goede leerling, kwam eigenlijk bijna nooit in problemen, maar als je het voorkwam was het ook wel gelijk goed raak.”
Ik moet even denken maar weet even niet precies wat hij bedoelt. “Er was een jongeman bij betrokken, en er was iets met de klapdeur bij het Nederlandse lokaal,” help je me herinneren.
En dan ineens schiet het me te binnen, ik onderdruk een grijns terwijl de herinnering boven komt. Tijdens de pauze brachten we de tassen meestal alvast naar het lokaal en Patrick plaagde me vaak. Ik was toen dertien en had net met mijn beste vriendinnetje mijn tas neergegooid. Patrick liep voor ons, en hield ineens de tussendeur dicht zodat we er niet uit konden. Ik pikte dat niet en gaf een paar een keer flinke duw tegen de deur. Ineens hoorden we een raar geluid en scheurde het veiligheidsglas in.
Het leek op een enorme spinnenweb dat voor onze ogen verscheen. We schrokken er beide ontzettend van en na de eerste schrik maakten we ons lachend we uit de voeten en ik lag bijna de hele pauze in een deuk. Ik probeerde rustig worden en zei vlak voordat de bel weer ging tegen Patrick: “Shit, we moeten dit wel gaan melden bij meneer Kolhoff anders komen we echt in de problemen straks.” Hij keek wat bedenkelijk maar op stoere wijze liepen we toch naar het kantoor van meneer Kolhoff.
Hij liet ons binnen en zenuwachtig begonnen we door elkaar te praten over de deur en dat het glas inscheurde. Ik kon het niet helpen maar ik kreeg opnieuw vreselijk de slappe lach, natuurlijk tot groot ongenoegen van meneer Kolhoff.
“Jongedame,” barstte hij uit, “Als je het nu nog steeds zo leuk vind dan ga je maar een andere school zoeken.” De bel ging en wij bleven zenuwachtig staan.
“Ik ga wel alvast een lijst met andere scholen voor je opzoeken en kijken waar je terecht kan. En ik zal ook je ouders bellen en uitleggen waarom je naar een andere school moet. Tot hoe laat heb je les?”
Compleet overrompeld mompelde ik wanneer ik uit was en Patrick bleef verdacht stil naast me. Ik lachte niet meer en probeerde ondertussen mijn tranen in te houden.
“Ga nu nog maar beide naar de les toe en meld je daarna hier bij mij terwijl ik bedenk naar welke school je moet en wat ik met jou aan moet, jongeman,”
Uiteindelijk was ik zo over mijn toeren dat meneer Peters me naar huis had gestuurd en een goed woordje voor me had gedaan bij meneer Kolhoff.
Het beeld van het inscheurende glas komt als een film weer in mijn herinnering voorbij en voor het eerst in dik een week schiet ik in de lach, zo erg dat de tranen over mijn gezicht rollen. Ik moet een paar keer diep ademhalen om mezelf tot bedaren te brengen.
Ineens voel ik hoe je je hand op de mijne legt en je met je vingers mijn pols op de tafel drukt. Ik kijk je verbaasd aan en je kijkt me met een vreemde blik aan.
“Jongedame, je gaat me toch niet vertellen dat je dit na al die jaren nog steeds zo grappig vind,”
“Sorry,” stamel ik en schiet in opnieuw in de lach, nu meer zenuwachtig vanwege de plotseling verandering in de toon van je stem.
“Je mag blij zijn dat je we in een openbare ruimte zijn, want als ik alleen ergens met je was geweest had je nu over mijn knie gelegen voor een flink pak slaag.”
Er loopt een rilling over mijn rug. Je hand lijkt wel een bankschroef zo stevig blijf je me vasthouden. Je kijkt me doordringend aan. “Het kan je uiteindelijk enorm helpen tegen de stress.”
Ik onderdruk de neiging om mijn pols los te rukken, je bent duidelijk veel sterker dan ik en ik voel dat ik begin te transpireren.“Wat?! Ik ben geen klein kind meer. Wat is er nou erg aan een beetje lachen,” sputter ik tegen maar met een handgebaar weet je me het zwijgen op te leggen.
“Jongedame, als je dat niet begrijpt is het erger met je gesteld dan dat ik al dacht. Vertel me maar eens wanneer je binnenkort een paar vrije uren hebt, dan leer ik je een lesje dat je lang geleden al had moeten leren.”
Mijn mond valt open. Ik ben even niet in staat om helder te denken of iets te zeggen. Meent hij dit nou serieus?
Genoeg instrumenten?
Wanneer heb je genoeg instrumenten? Sommige mensen hebben aan een stevige leren riem en een ouderwetse haarborstel voldoende, anderen kunnen bijna een eigen winkel beginnen. Hoe zit dat voor jou?
Volwassenheid (7)
Het is eind van de middag als ze wakker wordt. Gina luistert waar Adeleine is. Het is stil. Voorzichtig loopt ze naar beneden. ‘Zo heb je lekker geslapen?’ Adeleine kijkt haar bezorgd aan. ‘Was je zo moe? Geeft niet hoor. Ga maar lekker zitten. Wil je wat hebben? Je zal wel honger hebben. Ik zal even je bord pakken. Ik heb een broodje voor je gesmeerd, niks bijzonders hoor gewoon een broodje.’
Gina wrijft over haar slapen. ‘Sorry Adeleine. Ik ben in de war. Dit is mijn leven niet. Ik wil helemaal niets leren.’
‘Ik begrijp het mevrouw.’ Adeleine kijkt haar even bezorgd aan. ‘Oh ik wil me nergens mee bemoeien, maar je telefoon bliepte een aantal keer. Misschien is het belangrijk.’
Gina pakt de telefoon en kijkt op het scherm. Het zijn berichtjes. Allemaal van Jonas. Eerst om haar te bedanken voor het lieve briefje. Dan om de lunch de hemel in te prijzen en vervolgens een bezorgd berichtje omdat ze niet reageert. Ze besluit heel kort te reageren om hem niet boos te maken.
De rest van de dag probeert ze Adeleine te ontwijken. Het lukt aardig, voornamelijk omdat Adeleine haar met rust laat.
Als ze de deur hoort merkt ze pas dat het heerlijk ruikt. Blijkbaar heeft Adeleine eten opgezet. Adeleine staat al klaar met haar jas aan. ‘Goedenavond Mijnheer.’
‘Dag Adeleine is het goed gegaan?’
‘Ja hoor, ze leert snel. Komt vast goed.’ Zonder verdere confrontatie aan te gaan loopt ze de deur uit.
‘Dag knappe vrouw. Hoe gaat het?’
Hij neemt haar in zijn armen en houdt haar stevig vast. Gina wringt zich los. ‘We moeten praten.’
Jonas kijkt haar even strak aan. Het kriebelt in haar buik. ‘Wacht, ik haal het eten van het vuur anders brandt het aan.’
Snel loopt ze naar de keuken. Ze draait het gas uit en barst dan in huilen uit. Dit maakt de verwarring compleet. Vanaf het moment dat hij in haar aanwezigheid is wordt ze weer de brave, welwillende huisvrouw. Zodra hij uit het zicht verdwenen is wordt ze weer de opstandige, weerbarstige Gina.
‘Kom bij me Gina, je wilde praten. Hier ben ik. Praat met me.’
Hij neemt haar mee naar zijn makkelijke stoel en trekt haar op schoot. Ze legt haar wang op zijn schouder. ‘Ik heb het zo verpest. Ik ben zo in de war. Adeleine heeft gelogen. Ik heb vandaag helemaal niks van haar geleerd.’
Jonas ademt rustig. Het brengt ontspanning. ‘Ik ben een slechte vrouw geweest.’
Jonas streelt haar rug. ‘Wat goed dat je me dit vertelt. Ik ben blij dat je eerlijk bent. Wat maakt je zo in de war?’
Er ontsnapt een traan uit haar ogen. ‘Ik vind het moeilijk om te accepteren dat ik nooit meer zal zijn dan alleen maar een simpele huisvrouw. Ik heb altijd makelaar willen worden. Een eenvoudige versie van wie jij bent zeg maar.’
Jonas houdt haar nog steviger vast. ‘Je zal nooit een simpele huisvrouw zijn. Je bent mijn vrouw. De vrouw naast mij. Samen zijn we een team. Mijn vader kan wel een goede frisse blik gebruiken binnen het bedrijf. Wij zijn allemaal gefocust, hebben misschien wel last van tunnelvisie. Ga met hem sparren. Gewoon als schoonvader en schoondochter. Wie weet steekt hij wat van je op en jij van hem.’
Gina gaat rechtop zitten. ‘Ben je niet boos?’
‘Nee Gina, ik ben niet boos. Je bent eerlijk, je bent in de war. Het is een compleet nieuw leven waar je in bent gerold. Ik verwacht niet dat je in een keer perfect alles accepteert.’
Gina haalt diep adem. ‘Het spijt me zo. Ik heb iedereen teleurgesteld vandaag.’
‘Wie dan? Je bent eerlijk geweest, je hebt je emoties getoond en je hebt je gevoelens en gedachten met me gedeeld. Morgen nieuwe dag nieuwe kansen.’
Gina huilt. Het is allemaal zo ingewikkeld. Was Shirley er maar om haar te helpen.
‘Adeleine probeerde zo te helpen, maar ik liet haar niet toe.’
‘Het is al goed meisje. Het is niet erg. Je doet zo je best. En vandaag vond je het lastig. Ik ben blij dat je zo open en eerlijk bent tegen me.’
Gina kijkt hem bedenkelijk aan. ‘Ben je echt niet boos?’
Hij lacht. ‘Nee, tenzij je me nog langer laat wachten met eten dan word ik wel boos.’
Gina lacht. ‘Oké, ik begin ook wel trek te krijgen ja.’
Het is een gezellige avond. Ze praten nog veel over haar onzekerheden, haar frustratie en haar angst om niet te kunnen voldoen aan zijn verwachtingen. Het is dan ook laat als ze eindelijk in slaap vallen.
De volgende ochtend begint Gina met goede moed aan een nieuwe dag. Het loopt precies hetzelfde als de dag ervoor. Als Adeleine de gang in loopt, loopt Gina haar meteen tegemoet. ‘Het spijt me van gister. Ik hoop dat ik het vandaag goed kan maken met je.’
Adeleine slaat een arm om haar heen. ‘Joh het is al helemaal goed. Zullen we er een leuke dag van maken vandaag?’
Gina knikt. Ze draait zich om naar Jonas en geeft hem een kus. ‘Vergeet je lunch niet lieverd?’ Jonas schudt zijn hoofd. ‘Die heb ik allang veilig gesteld. Fijne dag schat. Ben je me even halverwege de dag?’
Gina knikt. Hij geeft een bemoedigende tik op haar billen. ‘Ik ben trots op je meisje.’
Gina houdt hem nog even stevig vast.
‘Maar wat jou betreft Adeleine.’ Hij laat een korte stilte vallen. Er verschijnt meteen een kleur op haar gezich. Gina kijkt gespannen toe. Hij zal toch niet?
‘Ik ben er niet van gediend dat je tegen me liegt. Ook al was het uit goede bedoeling.’
Hij pakt een spatel die hij overduidelijk al klaargelegd had en knikt naar het werkblad. Adeleine laat haar broek zakken en leunt met haar armen op het werkblad. Gina staart haar man met grote ogen aan. Jonas laat de spatel tien keer hard neerkomen. Adeleine trekt een van pijn verwrongen gezicht. ‘Goed. Laat me dit in de laatste dagen dat je hier bent niet nog een keer hoeven doen.’
Adeleine komt overeind en wrijft over haar billen. ‘Nee Mijnheer. Het spijt me dat ik gelogen heb.’
Hij knikt goedkeurend. De verbaasde Gina geeft hij nog een laatste kus en dan loopt hij echt de deur uit.
Adeleine heeft haar broek weer omhoog gedaan en leunt nonchalant tegen de muur. Gina voelt een steek van jaloezie.
‘Oké Adeleine, op naar de dieren. Alleen die boodschappen? Die gaan we toch echt in de winkel doen.’
Adeleine loopt achter Gina aan en als ze haar ingehaald heeft slaat ze een arm om haar heen. ‘Ik ben blij dat je je beter voelt dan gister.’
Gina lacht voorzichtig. ‘Het spijt me echt dat ik gister zo’n monster was. Ik moet nog zo wennen aan dit leven.’ Met een wijds gebaar zwaait ze om zich heen.
‘Ik snap het wel. Zo’n huwelijk uit status in plaats van liefde is niet niks. Je kan er nog zo in geloven, de praktijk blijft toch hard werken om het te laten slagen.’
Gina knikt. ‘Maar eigenlijk is dat wel bij elk huwelijk.’
Gina duwt de staldeuren open en trekt het overall aan wat Adeleine haar gister heeft aangeraden. Het zit een beetje vreemd zo over haar rok, maar dat hindert niet. Haar schoenen verwisselt ze voor laarzen. Samen verversen ze het voer voor de geiten en het water wordt ook vervangen. ‘Zeker met deze kou zou ik het water vaker op een dag verversen. Anders is het wel heel koud. Ze zijn nou eenmaal verwend door mij.’
Daar zou Gina nooit bij stil gestaan hebben. ‘Staat dat op die instructielijst die je voor me gemaakt hebt?’
Adeleine knikt. ‘Dank je wel. Vertel eens wat meer over jezelf. Hoe oud ben je? Ben je getrouwd? Je komt hier niet vandaan toch? Ik kende je eerst nog niet dus ik denk dat je niet hier woont.’
Adeleine pakt de bezem aan van Gina. Samen vegen ze de stal. ‘Ik ben 28. Oorspronkelijk kom ik uit de hoofdstad, maar woon sinds zeven jaar met mijn vrouw in Venen. Ik heb voor de rest geen school afgemaakt dus ik werk bij gezinnen in de huishouding. De laatste drie jaar ongeveer voor Mijnheer Clarckx en over vier weken ga ik naar een familie in de stad.’
Gina laat alle informatie even op zich inwerken. ‘Hoe heb je jouw vrouw leren kennen? Jullie zijn getrouwd uit liefde neem ik aan.’
Adeleine begint hard te lachen. ‘Ja mijn familie had voor mij een hele andere partner voor ogen. Maar die heb ik voor het altaar laten staan. Op dat moment had iedereen het te druk met de bruiloft waardoor ik kon vluchten met Mara. We waren altijd al vriendinnen. Alleen haar ouders lieten haar wel vrij in haar keuze voor de liefde. Het zijn fantastische mensen. Dus ik ben mijn familie verloren, maar ook een familie rijker.’
Al kletsend lopen ze naar de kippen. ‘In de winter leggen de kippen over het algemeen niet. Dus als je eieren wil moet je die in de winkel kopen. Maar je moet wel goed voor ze zorgen. Ze hebben lichaamsbeweging nodig om zich goed warm te houden. En ze moeten goed eten natuurlijk.’
Gina probeert alles zo goed mogelijk te onthouden wat Adeleine haar allemaal laat zien en vertelt. Ze lopen nog een stukje verder het land op waar normaal de moestuin is. ‘Als het straks voorjaar wordt is dit wel jouw verantwoordelijkheid. Heb je verstand van groente verbouwen?’
Gina knikt. ‘Ik ben altijd gek geweest op het buitenleven. Mijn ouders wilde geen dieren, maar groenten en fruit telen deden we wel zelf.’
‘Mooi. Negeer die pagina’s uit mijn instructieboekje dan maar.’
Gina haakt haar arm in die van haar. ‘Kom ik doe dit overall uit en dan gaan we lekker naar binnen.’
Het is aangenaam warm binnen. Samen lopen ze naar de bijkeuken. In een kast staan alle schoonmaakspullen keurig geordend. ‘Hier staan alle schoonmaakspullen. Hier op de deur heb ik een briefje geplakt met welke kleuren en middelen voor welk doeleinde is. Je wil natuurlijk niet met de doek van de wc het bureau van je man schoonmaken.’
Gina schiet in de lach. ‘Ach als hij onuitstaanbaar is behoort het tot de mogelijkheden.’
Adeleine grijnst. ‘Dan ben je in ieder geval verzekerd van een pak op je billen.’
Gina bloost en voelt zich ongemakkelijk. Adeleine merkt het. ‘Sorry ik wil je niet in verlegenheid brengen.’
Ze pakt wat spullen. ‘Ik ga er van uit dat je weet hoe je moet poetsen. Daar twijfel ik niet aan. Er zijn alleen een paar dingen waar Mijnheer specifieke wensen voor heeft en dat zal ik je laten zien.’
De tijd vliegt voorbij. Gina geniet ervan om te kletsen met Adeleine. Het is jammer dat ze over twee weken afscheid moet nemen. De hele bovenverdieping is gedaan. Het is eind van de ochtend en Gina heeft dorst. ‘Zullen we een boodschappenlijst maken onder het genot van een kopje thee?’
Adeleine knikt. ‘Is goed, lekker.’
Gina wil het water opzetten, maar Adeleine is haar voor. ‘De vrouw des huizes zet nooit thee voor de hulp.’
Verontwaardigd zet Gina de waterkoker aan. ‘Wat een onzin. In mijn huis beslis ik dat zelf wel. En als Jonas daar problemen mee heeft gaat hij zelf maar over de knie.’
Adeleine proest het uit. ‘Laat het hem maar niet horen.’
Ondertussen heeft Adeleine een theepot klaargezet en twee grote theeglazen. Gina vult de pot en pakt de boodschappenlijst en een pen. ‘Kom we gaan in de salon zitten. In de serre is het nu niet zo warm.’
‘Ik heb gister wel gewoon boodschappen besteld hoor. Die komen eind van de middag. Maar niet zo uitgebreid, want ik wilde het vandaag nog een keer met je doen zodat je alles zou weten.’
Gina zucht. ‘Ik ga echt never nooit meer bestellen. Ik wil naar de winkel en naar de markt.’
Adeleine schudt haar hoofd. ‘Je hebt geen rijbewijs. Hoe wil je alles meenemen?’
‘De ene hand een boodschappenmand en de andere hand een boodschappentas op wielen. En ik kan best een paar keer per week boodschappen doen.’
‘Wat jij wil.’
Samen stellen ze de boodschappenlijst op. Adeleine geeft haar tips over wat Jonas graag eet en drinkt en welke verzorgingsproducten hij graag in huis heeft.
Als ze alles doorgenomen hebben staat Gina op. ‘Ga je mee?’
Adeleine kijkt haar afwachtend aan als ze bij de deur staan. ‘Mevrouw, volgens mij liggen de sleutels, de telefoon en de pinpas nog in de keuken.’
‘Heb jij die niet dan? En noem me alsjeblieft Gina.’
Adeleine grijnst. ‘Oké Gina, maar vanaf nu is het jouw huis, zijn het jouw boodschappen en moet jij daaraan denken.’
Gina rolt met haar ogen en loopt terug. Aan de kapstok hangt haar handtas.Alles propt ze daarin. ‘Die telefoon is echt onhandig, die laat ik thuis hoor.’
Adeleine kijkt bedenkelijk. ‘Geloof me, daar zal Mijnheer Clarckx niet blij mee zijn. Stel dat er wat gebeurt en je kan niemand bellen of hij heeft je ergens voor nodig en je neemt niet op. Hoe denk je dat hij zal reageren?’
Gina ziet hem al staan met zijn strenge blik en de haarborstel in zijn handen. ‘Oké, dan kan ik straks in het dorp gelijk kijken naar een grotere tas.’
Het is een flinke wandeling naar het dorpsplein. Gina twijfelt of ze in de winter echt een paar keer per week dit zal ondernemen. Maar als ze op de markt aankomen weet ze weer waarom ze het doet. Ondanks dat er vanwege de winter veel marktkramen er niet zijn is het toch erg gezellig. ‘Eerst even snel de supermarkt in, dat is het handigst lijkt me.’
Gina knikt. ‘Doen we.’
Als ze een tijdje later weer buiten komen is Gina blij dat Adeleine mee is. Twee extra handen zijn nu erg welkom. ‘Nu op zoek naar een tas voor jou.’ Adeleine sleept haar mee naar een kraam. Gina ziet meteen een tas waar ze helemaal weg van is. ‘Die is echt gaaf! Mevrouw zou ik die eens mogen bekijken alstublieft?’
Het is een beetje norse dame. Zonder al te veel woorden reikt ze de tas aan zonder Gina uit het oog te verliezen. Gina bekijkt hem van alle kanten. ‘Perfect. Wat kost deze, mevrouw?’
‘Even kijken hoor. Honderdzestig euro.’
Gina zucht even. ‘Gewoon doen.’ Adviseert Adeleine. Gina kijkt bedenkelijk. ‘Zal Jonas dat wel goed vinden?’
‘Smijt je gewoonlijk met geld?’
Resoluut schudt Gina haar hoofd. ‘Zeker niet. Ik ben juist erg zuinig en ik vind sparen belangrijk.’
‘Dan is het toch niet erg?’
Gina kijkt op naar de marktkoopvrouw. ‘Ik neem hem.’
De mevrouw is plots een stuk vriendelijker. Tevreden pakt Gina haar nieuwe aanwinst aan.
Na de groente- en fruitkraam wil Gina alleen nog naar de bloemenstal. ‘Echt niet meer hoor Gina. Ik kan het haast niet dragen!’ Klaagt Adeleine.
‘Kom, neem jij de trolley, dan neem ik de tassen wel.’
Het gaat allemaal zo snel dat Adeleine niet kan protesteren. ‘Maar dat was niet de bedoeling! Kom, geef die tassen terug.’
‘Gina!’ Verheugd draait Gina zich om. Haar schoonmoeder komt aangesneld. ‘Wat leuk je hier tegen te komen.’
Gina kust haar schoonmoeder op haar wang. ‘Gaat u ook altijd naar de markt?’
Mevrouw Clarckx schudt Adeleine de hand. ‘Ja ik ga elke week. Zo fijn altijd even rondkijken en verse producten te kopen. Zo te zien heb jij ook aardig ingeslagen schat.’
Gina bloost. ‘Ik hoorde van Adeleine dat Jonas de boodschappen altijd laat bezorgen, maar ik wil graag zelf naar de supermarkt. Zeker als er markt is.’
Mevrouw Clarckx kijkt naar de tassen. ‘Heb je nog meer nodig? Ik breng jullie wel even thuis. Dit is geen doen. En voortaan gaan we lekker samen naar het dorp. Dan haal ik je op en kunnen we ook even samen tijd doorbrengen. Goed idee kind?’
‘Nou graag! Dat vind ik enig. Dat zou ik erg gezellig vinden. Ik wilde eigenlijk alleen nog bloemen halen, vindt u dat goed?’
Mevrouw Clarckx overhandigd Adeleine de autosleutels. ‘Je weet welke auto van mij is toch? Als jij vast de spullen inlaad, komen wij er zo aan.’
Adeleine pakt de sleutels aan. ‘Geen probleem mevrouw. Dan zie ik u beide zometeen. Zal ik de auto vast laten verwarmen?’
‘Graag Adeleine.’
Een beetje verbouwereerd door de hele situatie laat Gina zich meevoeren naar de bloemenstal. Daar kijkt ze haar ogen uit. Voor de keuken, de eettafel, de woonkamer, haar atelier en de werkkamer wil ze eigenlijk wat bloemen hebben, maar dat is misschien teveel van het goede. Ze besluit het te houden bij de eettafel en de woonkamer. Haar schoonmoeder adviseert haar. Toch weet ze ook aardig haar eigen keuze naar voren te brengen. Het worden uiteindelijk twee prachtige bloemstukken. Tevreden loopt ze arm in arm met haar schoonmoeder naar de parkeerplaats.