“We kunnen nog wel even blijven,” zeg je zonder veel enthousiasme. “Ha, gezellig!” zegt Michiel. De wijn wordt geschonken en Tessa zet wat hapjes op tafel. Het is gezellig. Tenminste, voor de andere drie, want je krijgt geen hap door je keel. Na een paar minuten krijgt Paul het ook door. “Irene, wat is er toch, je bent zo stil?” Je weet nog steeds niets uit te brengen. Tessa geeft je een medelevende blik en pakt je hand vast. “Volgens mij voelt ze zich een beetje schuldig omdat ik als enige straf heb gekregen voor die inhaalactie en ze toch ergens vindt dat ze zelf aan de situatie heeft bijgedragen.” Je weet nog steeds niks te zeggen, wat door kan gaan voor een bekentenis. “Ik zie het, dank je Tessa,” zegt Paul. Dan tilt hij je kin op en kijkt hij je strak aan. “Kom jij even met me mee?”
Gedwee volg je hem richting dezelfde hoek waarin Tessa niet lang hiervoor nog stond. “Billen bloot, benen een stukje uit elkaar en handen op je hoofd,” beveelt Paul. Je doet wat hij zegt en dan sta je daar. Je voelt je ontzettend klein, zelfs al voor Paul aan zijn preek begint. “Tessa opjutten in de auto was niet slim en zelfs kinderachtig, maar je hebt gelijk, ik vind dat de bestuurder verantwoordelijk is. Dat je Tessa volledig de schuld geeft, zonder ook maar een moment naar jezelf te kijken, is wel ernstig. Ik ben blij dat je toch wel enig schuldgevoel kreeg, nadat zag hoe je vriendin er zo van langs kreeg, maar volgens mij heb je zelf ook een lesje nodig. Neem maar plaats over de bank.”
Je gaat over de bank liggen en staart naar de zitting. Wat zal Paul in gedachten hebben? Dan hoor je het, het gemene zoeven van de cane. “Ik zal het bij een korte straf houden. Je krijgt, net als Tessa, zes slagen met de cane.” Shit, zonder opwarming? Je wil je bijna aanmelden voor een extra pak slaag, maar besluit toch te blijven liggen. Zes slagen, je kunt het. Een slag, en je moet er nog maar 5. Twee slagen, en je bent bijna op de helft. Kleine stukjes, je kunt het. Dan suist de cane door de lucht en voel je een gloeiende streep over je billen. Direct schreeuwen je hersenen: “Nee, je kunt het niet, dit is gekkenwerk!” Gelukkig neemt de pijn dan iets af en krijg je jezelf weer onder controle. Lang heb je niet om na te denken over het psychologische effect van een enkele slag, want Paul laat de volgende alweer landen. Owww, wat een rotding is het ook!
Bij de derde slag stamp je hard met je voet op de grond om de ergste golf van pijn af te schudden. “Irene, blijven staan,” zegt Paul streng. Ja, probeer jij maar eens te blijven staan wanneer iemand keihard met een stok tegen je billen mept, denk je. Uit ervaring weet je dat het niet verstandig is om zulke dingen te zeggen. Dan voel je Paul zachtjes met de cane tegen je bovenbenen tikken. “Nee!” roep je uit. “Jawel, en als je niet meewerkt, komen er gewoon slagen bij.” Paul maakt direct duidelijk dat hij niet op tegenspraak zit te wachten en haalt hard uit. “Owowowow!” roep je uit als je de cane in het vlees bovenaan je dijen voelt bijten. “Blijven staan!” geeft Paul aan. Hij tikt nogmaals, onderaan de billen. Je zet je schrap. De vijfde slag landt en je knijpt je ogen dicht. Net op het hoogtepunt van de pijnopbouw, landt de zesde slag al. Je piept het uit en vliegt met beide handen naar je billen. “Handen weg! Anders beginnen we opnieuw!” Zo langzaam als je durft haal je je handen weg. Je billen lijken wel te stralen van pijn, maar je hebt het gered. Wanneer het mag, kom je opgelucht overeind.
Tessa loopt direct naar je toe en geeft je een dikke knuffel. “Goed gedaan hoor! En eerlijk gezegd, een klein beetje straf had je volgens mij ook wel verdiend.” Je kijkt op. “Een klein beetje? Dit is wel meer dan een klein beetje hoor!” Dan zie je Tessa lachen met een twinkeling in haar ogen, en je begint zelf ook te lachen. “Zo, dames, helemaal opgelost. Nog een beetje wijn?” stelt Michiel voor. Nou, dat gaat er wel in. Houterig en voorzichtig neem je plaats op de stoel. “Doe mij maar een glaasje, hoor!”
Naar het hoofdmenu