“Nee Naomi, ik heb geen zin in gezeur met de badmeesters,” zeg je nu wat strenger dan bij binnenkomst. Naomi trekt een pruillip, maar gaat wel alleen in een hokje. Enkele minuten later zit je weer in de auto en is de sfeer in no time weer gezellig. Je rijdt deze keer wel wat voorzichtiger, want één boete is meer dan genoeg. “Zal ik Paul vragen of jij en George kunnen blijven eten?” Naomi heeft er wel zin in en appt vast naar George terwijl je Paul op de speaker zet. “Hey schatje, ik weet dat je straks thuiskomt en misschien nog moe bent, maar zullen we Naomi en George uitnodigen om samen te eten?” Paul aarzelt even. “Hmm, ja kan wel, al hebben we nog wel wat te bespreken.” Bespreken? Dat klinkt niet perse goed. Nog voor je kan vragen wat dan, hoor je Paul weer. “Hoor ik daar Naomi naast je?” “Ja,” bevestig je, “we zijn samen naar het zwembad geweest. Ik had vandaag een dagje vrij.” “Ah, ik snap het,” zegt Paul. Dan lijkt het me een goed idee als George en Naomi blijven eten. Zie je straks!” Paul klinkt een stuk vrolijker en je vergeet al snel de ondertoon bij het woord ‘bespreken’. Niet veel later parkeer je de auto bij het huis. Paul blijkt er al te zijn en George sluit niet veel later aan. “Ik heb chinees besteld,” zegt Paul en een half uur later wordt het bezorgd. Uitgehongerd neem je plaats aan tafel.
Het diner