“Euhm, ja?” zeg je met een klein stemmetje. Je kijkt naar de grond. Michiel durf je nooit meer aan te kijken. “Zoiets dacht ik al,” zegt Michiel, duidelijk tevreden met zichzelf. “Dat is niks om je over te schamen hoor. Zoals ik zei: “Je bent de enige niet. Ben je daarom ook zo snel naar ons toegekomen?” Je haalt diep adem en probeert jezelf te herpakken. “Ja, ik zag het staan op de site. Ik kon eigenlijk niet zo goed geloven dat het echt was.” Hij buigt een beetje naar je toe. “Krijg je ook straf als je iets gedaan hebt wat je niet zou moeten doen?” “Soms…” antwoord je, nu bijna onhoorbaar. “Zoals… te laat komen op een belangrijke afspraak?” Je kijkt snel op wanneer je beseft waar dit gesprek naartoe gaat. Michiel kijkt je echter strak aan en je slaat je ogen weer naar. Je knikt en probeert je woorden weer terug te vinden. “Ik voelde me er wel schuldig over, ja. Ik dacht dat ik nog wel snel een kop koffie zou kunnen drinken, maar toen zat werkelijk alles tegen.” “Daar had je ook rekening mee kunnen houden in de planning,” werpt Michiel tegen. “Ja, dat zegt Paul ook altijd,” mompel je.
“Natuurlijk is het niet direct mijn plek om je straf te geven,” gaat Michiel verder, “maar ik heb wel een planning en als iemand te laat komt, heb ik daar ook last van. Dat is ook iets wat de studenten hier leren, ook al is daar soms best wel wat tijd voor nodig om het duidelijk te maken. Volgens mij weet je dat wel al, daarom voel je je schuldig. Als je je schuldig voelt, kan het soms best handig zijn om een oude les nog eens te herhalen. Daarna voel je je dan weer beter. Denk je dat zoiets nu het geval is?” Je zucht en knikt. “Ik denk het wel…” “Ik denk het ook,” beaamt Michiel. Hij staat op, pakt een stevige houten stoel en zet die in het midden van de kamer. Hij gaat zitten en tikt een aantal keer op zijn knie. “Je weet hoe het werkt!” Je zucht nogmaals en loopt naar hem toe. Wanneer je gaat liggen,word je tegengehouden. “Mag je normaalgesproken je broek aanhouden als je straf krijgt?” Je kijkt hem even aan, maar wanneer hij toevoegt dat dit pak slaag is om iets te doen aan jouw schuldgevoel en het verbeteren van jouw gedrag, geef je je over en trek je je broek naar beneden. Daarna komt Michiel je een klein beetje te hulp. “Laat je onderbroek maar aan en kom over mijn schoot liggen.” Ondanks alles ben je hem een beetje dankbaar. Je doet wat hij zegt en voelt al snel hoe hij de stof van je ondergoed strak trekt tussen je bilnaad. “Normaal gesproken wordt straf hier altijd op de blote billen gegeven, maar omdat je te gast bent en dit je eerste keer is, moet dit ook voldoende zijn. Ben je er klaar voor?” Het lukt je niet om direct antwoord te geven, maar blijkbaar is hij dat wel gewend en besluit hij zelf maar te beginnen. De klappen zijn niet hard, maar ze komen gestaag. Langzaam begint het toch wel zeer te doen. “Was het verstandig om te te laat te komen?” “Nee…” Je voelt een harde klap op je linkerbil en je gilt even. “Nee wat?” “Nee, Michiel…” Nee meneer gaat je veel te ver, maar zo te voelen was dat ook niet nodig. “Mooi, dan zijn we hier zo klaar. Nog even zorgen dat de les blijft hangen.” Nu begint hij sneller en harder te slaan en je hebt moeite om te blijven liggen. Je benen schieten omhoog. Plots voel je hoe Michiel met zijn linkerhand de bovenkant van je onderbroek strak trekt. Je voelt dat je minder goed kunt bewegen, maar het is ook gruwelijk beschamend om zo vastgehouden te worden. Je kreunt zachtjes terwijl klappen vallen en dan is het voorbij. Hij helpt je overeind en je wrijft even over je billen. Je hebt veel pijnlijker gehad, maar om hier te staan bij iemand die je nog maar net kent, voelt toch heel erg. “Laten we de hoek maar even overslaan, volgens mij is het punt wel gemaakt,” zegt Michiel glimlachend. Je wil niet dankbaar zijn, maar je bent het toch. “Mag ik je een knuffel geven?” Hij kijkt ineens een stuk vriendelijker dan net en je staat het toe. Het voelt wel fijn, zo direct na de straf. Je doet je kleren goed, gaat weer zitten en Michiel neemt ook weer plaats. “Ik voel me wel een stuk beter,“ geef je toe. “Nou ja, behalve mijn billen dan.” Je wrijft even om je opmerking te onderstrepen. Michiel lacht. Kom, ik zal je de school eens laten zien.”
Jullie staan op en Michiel gaat voor door de deur. De klaslokalen zijn modern en goed voorzien en er zijn vaak maar kleine groepjes leerlingen per leraar. Je neemt aan dat dat helpt om controle te houden. In de bibliotheek is een groepje meiden bezig met de zelfstudie en in de hoek staat iemand die zo te zien zo net bestraft is. Aan het verre eind van het gebouw zitten zelfs verschillende kleine studentenkamers. “Hier is ruimte voor negen studentes en zeker in deze tijden zijn de kamers zeer gewild. We maken wel duidelijk wat voor ruimtes het zijn en dat er regels met gevolgen gelden voor de bewoners, maar zolang dat je niet afschrikt, is iedereen vrij om zich aan te melden.” Dan is de tour bijna ten einde. “Hier is de eetzaal en het is een mooi moment om daar naartoe te gaan. De lunch staat net klaar.”
Tijd voor lunch