Je besluit dat het verstandigste, en uiteindelijk ook het leukste, is om gewoon tegen Paul te zeggen wat je wil. Eerst is het tijd om eens lekker te gaan koken. De gember houd je apart, of toch tenminste een stuk dat niet te groot is (je moet er niet aan denken) en er stevig uitziet. Goh, wat is dit erg om aan te denken eigenlijk, waarom wil je dit ook? Net als je midden in je overpeinzingen zit, komt Paul thuis. Je vliegt hem om de nek en algauw is hij zijn vermoeidheid van de lange dag vergeten en ben je gezellig aan het kletsen terwijl je samen het eten op tafel zet. Tijdens het eten vertelt hij over zijn reis en vertel jij dat je vandaag met Tessa en Naomi naar het pretpark bent geweest. Dat je op beschamende wijze op je plek gezet bent, laat je tactisch achterwege.
Eenmaal bij het toetje en de wijn aangekomen besluit je je stoute schoenen aan te trekken. Dat valt niet mee … “Paul, ik was straks in de winkel en toen zag ik bij de groenteafdeling gember liggen. Weet je nog dat we altijd een keer figging wilde proberen? Misschien moeten we dat straks maar doen.” Je schaamt je zo dat je hem nauwelijks aan kunt kijken, maar de grote glimlach op zijn gezicht maakt veel goed. “Dat lijkt me leuk om eens te proberen, ja! Had je nog iets specifieks in gedachten?” Je hebt hier gelukkig al even over nagedacht. “Het is eigenlijk al te erg om hierom te vragen, dus wil je zelf me straks een beetje overvallen met een scenario? Me laten voelen alsof ik geen kant meer op kan? Dan lukt ’t wel.” Paul knikt. “Tuurlijk schatje, zullen we eerst wat thee drinken?”
Nadat je een tijdje knus op de bank gezeten hebt, staat Paul op om naar de keuken te gaan. Even later komt hij terug met een snijplank, een mesje, een bankje voor de schillen en … de gemberwortel, die groter en angstaanjagender lijkt dan hij vanmiddag was. “Euhm, waar is dit voor, we hebben toch al thee gedronken?” zeg je, deels om niet te veel na te denken, deels om aan te geven dat je nog steeds graag wil. “Nou, de laatste paar keren dat je over de knie ging, lag je niet echt goed stil.” Je wil protesteren, maar Paul snoert je de mond en door zijn toon voel je je direct al een stukje kleiner. “Wat ik dus zeg, is dat jij moet leren om je straf beter te accepteren. Ik denk dat dit stukje gember jou een heleboel kan leren over zelfbeheersing en het proberen te onderdrukken van een ongemakkelijk gevoel.” “Nee Paul, dat is echt niet nodig! Je slaat gewoon te hard, daar kan ik ook niets aan doen!” Hij glimlacht. “Dat kun je wel, dat ga je zo wel merken. Broek en onderbroek uit, netjes opvouwen en hier met je handen op je rug wachten.” Hij kijkt je doordringend aan. Je zucht en begint je uit te kleden. Intussen is Paul begonnen de wortel te schillen. De kamer vult zich met de geur van gember en langzaam krijgt de gember zijn vorm, met een inkeping rondom om gênante ongelukken te voorkomen. Wanneer hij klaar is, steekt hij zijn hand naar je uit. Het is een zacht gebaar: aan de ene kant heel dwingend, aan de andere kant niet, en dat past bij hoe je je voelt. Aan de ene kant wil je graag proberen, aan de andere kant wil je gedwongen worden. Je laat je over de knie helpen. Paul legt zijn hand op je onderrug, de andere op je bovenbeen. “Ik ga de gember nu naar binnen brengen en dan ga je netjes blijven liggen, zonder te wiebelen en te wurmen, heb je dat begrepen?” “Ja Paul,” piep je met een klein stemmetje. Je voelt hoe je billen een stukje uit elkaar geduwd worden en je sluit je ogen. De gemberwortel voelt koud en vochtig tegen je anus en wanneer de druk groter wordt, gaat deze langzaam naar binnen. Het begint direct te branden en iedere keer dat je hersenen je gerust proberen te stellen door te zeggen dat het onder controle is, dat je dit wel aankunt, wordt de brand groter. “Hoe voelt het?” vraagt Paul nieuwsgierig. “Het brandt,” stoot je uit tussen twee pogingen om je adem onder controle te krijgen. “Goed zo, dat is ook de bedoeling. Stil blijven liggen, he.” Hij tikt een paar keer zacht maar snel tegen je billen en de schokgolf verspreidt zich van het zitvlees naar binnen, waar het nog een beetje extra begint te branden. Je kreunt. Duidelijk aangemoedigd door dit resultaat begint Paul je billen te kneden, ze tegen elkaar te drukken en het vuur van binnen wordt groter en groter. Je kreunt en schudt met je heupen, maar het helpt niets. “Ga je de volgende keer netjes blijven liggen?” Je belooft het, maar nu zou je alles beloven als dit maar afgelopen is. “Goed zo meisje.” Ineens word je verrast door een arm die je optilt en je op zijn schoot zet. Daarna geeft hij je een dikke knuffel en aait zachtjes over je rug. De ellende van het gevoel tussen je billen en de combinatie met de zachte aaitjes is op een bepaalde manier erg fijn. Op een andere manier is het ook gewoon afzien. Dan voel je hoe Paul de gember beetpakt. Je kreunt terwijl de wortel langzaam verwijderd wordt, maar dan gaat het langzaam beter.
Nadat de brand tot een acceptabel niveau is weggezakt, neemt Paul je weer over de knie. “Zo, nu gaan we eens kijken of je inderdaad stil kunt blijven liggen.” Nog voor je kunt tegenstribbelen begint hij te slaan. Gelukkig merk je algauw dat hij niet hard slaat, maar ritmisch en gelijkmatig, wel prettig eigenlijk. Langzaam worden je billen warm en je zakt weg in een rozige gloed. Je maakt een geluid dat nog het meest op spinnen lijkt. “Goed zo, Irene, nu lig je goed stil. Zie je wel dat het helpt? Misschien moeten we dit vaker doen.” “Hmm, ja Paul,” bevestig je. Je wil dat het nooit stopt, maar helaas komt aan alles een eind. Hij helpt je naar bed en haalt dan wat crème waarmee hij je billen goed insmeert, ook tussen je billen, tot je schaamte, want “daar brandt het ook en moet het dus ook afgekoeld worden”. Op het einde ben je bijna in slaap. “Ga nog snel even tandenpoetsen en dan doe ik nog even wat meer” zegt Paul. Je kijkt hem verliefd aan. Het voelt zo fijn om zo verzorgd te worden. Niet veel later lig je weer in bed. De volgende dag weet je niet wanneer je precies in slaap bent gevallen.
Naar het hoofdmenu