Vanochtend heb je je les wel geleerd: zomaar over het hekje heen springen kan niet. Je zoekt nog een keer en vindt eindelijk je kaart. Gauw ga je door het hekje richting het perron. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij glimlacht naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Je schiet in de lach, wat een toeval! “Haha ja, nog niet veel geleerd he!” Hij kijkt iets serieuzer, “Nou, niet qua op tijd komen misschien, maar je hebt nu wel netjes ingecheckt, zag ik. Je hebt dus in elk geval wel wat geleerd.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Kies maar gauw een plekje uit.” Snel ga je ervandoor, het geplaag van Tessa negerend.
Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!
Naar de winkel