‘En hoe gaat het met mijn sterren vanochtend?’, de stem van Jan Willem Beukelaar had een lijzige klank toen hij uit de luidspreker van de telefoon van Philip Michels klonk voor de dagelijkse briefing. ‘Ik heb van de cameraman begrepen dat er interessante ontwikkelingen zijn in huize Gerben en Britt, terwijl het aan jullie kant een beetje gezapig blijft. Nadat ik hen gesproken heb, ben ik tot de conclusie gekomen dat ze weinig warme gevoelens voor elkaar hebben’.
Philip wierp Kitty een nerveuze blik toe. Ze wist dat hij zich zorgen maakte over de indruk die zijn vrouw op Gerben gemaakt moest hebben. Ze kon zich zijn zorgen goed voorstellen.
‘Er bestaan tussen jullie beiden geen spanning, Kitty en Philip?’, viste Jan Willem. ‘Jullie zijn geen onderhuidse spanningen aan het verbergen?’
‘Meneer de Beukelaar’, dit is reality tv, toch?’, vroeg Kitty. ‘Nee, het valt niet mee om de echtgenoot te moeten spelen van iemand die je nog nooit eerder gezien hebt, maar u suggereert toch niet dat we kunstmatig spanningen moeten oproepen als de camera draait?’
‘Nee, god nee’, zei de presentator, maar Kitty vond het niet erg oprecht klinken. ‘Maar Philip, zou je niet willen proberen om Kitty een beetje uit haar evenwicht te krijgen, zoals Gerben overduidelijk wel bij Britt gedaan heeft?’
‘Ik weet niet of ik u kan volgen’, vroeg Philip twijfelend.
‘Ze is een vrouw uit de middenklasse’, zei Jan Willem. ‘Verwen haar maar eens flink. Laat haar eens lekker shoppen op jouw kosten. Behandel haar zoals je Britt zou behandelen’.
‘Ik ben Britt niet’, bracht Kitty er tegen in.
‘Daar draait het precies om’, zei Jan Willem. ‘Ik vraag jullie niet om zaken in scene te zetten, maar om situaties te creėren waarin de verschillen tussen jullie een beetje naar voren komen. Denken jullie dat dit gaat lukken?’
Philip leek geen woorden te kunnen vinden.
‘Je vrouw, Philip – vroeg hoe het hier ging en leek een beetje van slag toen wij zeiden dat dingen hier prima verliepen’, drong Jan Willem aan. ‘Ik geloof dat ze graag zou zien dat je Kitty wat minder op haar gemak zou stellen’.
‘Ze wil dat ik als het lachertje neergezet wordt’, zei Kitty. ‘Als een boerentrien die voor het eerst in de grote stad is’.
Maar Philip had haar niet gehoord, of deed althans of hij niets gehoord had. ‘Tja, als Britt dat graag wil… ja, natuurlijk’, zei hij.
‘Prachtig! Ik wist dat je het zou begrijpen’, zei Jan Willem. De cameraman zal er zo wel zijn. Ik ben heel benieuwd wat ze allemaal te zien zullen krijgen’.
De lijn gaf een klik en Jan Willem was weg. Kitty zat op de bank en staarde Philip vol ongeloof aan. ‘Ik wil je wat vragen’, zei ze, ‘even snel voor de cameraman hier is’. Ze pauzeerde even. ‘Waarom ben je zo bang voor je vrouw?’
Philip snoof verontwaardigd. ‘Dat is belachelijk. Ik ben helemaal niet bang voor mijn vrouw’. Hij liet even een pauze vallen. ‘Ik ben erg gecharmeerd van haar pittige karakter’.
‘Oh, noem je dat zo?’, vroeg Kitty zacht. ‘Wat jij pittig noemt, wordt door anderen als brutaal of zelfs als kwetsend ervaren’.
Philip schudde zijn hoofd en zuchtte. ‘Ik probeer haar zo goed mogelijk te omschrijven, Kitty. Dat moet ik wel doen. Ze is mijn vrouw en ik hou van haar. Toen we trouwden was deze kant van haar me niet opgevallen, ze is een uitgesproken meid, die weet wat ze wil. Maar ze heeft ook haar zachte kanten en toen we trouwden, dacht ik dat die zachte kant wel de overhand zou krijgen. Het is anders gelopen. Het is alleen maar erger geworden. Ik heb altijd gedacht dat het kwam omdat ik haar niet gelukkig genoeg maakte. En god weet hoe hard ik dat geprobeerd heb. Ik heb haar alles gegeven wat een mens kon wensen, maar het was nooit genoeg. Het afgelopen jaar heeft ze het steeds over de modellenwereld en dacht dat dit programma wel eens een springplank zou kunnen zijn, voor een definitieve doorbraak….’ Zijn stem werd steeds zachter. ‘Ik ben nogal op mijn privéleven gesteld, Kitty, je weet niet half hoe moeilijk dit voor me is. Het valt zelfs niet mee om het er met jou, een volslagen vreemde, over te hebben, dus deze toestand, dit programma, die camera’s, het valt niet mee. Maar ik heb het voor haar gedaan, omdat ik geen idee heb hoe ik het beste met haar om moet gaan, behalve haar d’r zin te geven.
‘Er zijn best meer mogelijkheden hoor’, zei Kitty.
‘Zoals?’, vroeg Philip.
‘Je zou eens kunnen proberen je poot stijf te houden’, zei ze.
Philip moest lachen. ‘Ja, dat is gemakkelijk om te zeggen, maar probeer je eens voor te stellen dat iemand jouw echtgenoot zou adviseren. En dat hij daardoor in een soort autoriteit zou veranderen die geen enkele tegenspraak duld’.
‘Philip’, zei Kitty, ‘Ik heb zo’n echtgenoot. Als ik me ook maar een seconde zoals Britt zou gedragen, dan zou hij dat niet tolereren. En ik denk ook niet dat hij het van jouw vrouw zal accepteren’.
Philip legde zijn hand op zijn voorhoofd. ‘Oh, mijn God’, zei hij. ‘Dat is precies wat Jan Willem met ‘interessante ontwikkelingen’ bedoelde.
‘Waarschijnlijk wel’, zei Kitty. ‘Ik denk dat onze partners hun gelijke gevonden hebben’.
‘Hoe denk je dat jouw man met haar om zal gaan?’, vroeg Philip.
De deurbel ging, en voor het eerst was Kitty blij met de onderbreking. Ze wist niet of ze wel zin had om aan een vreemde man uit te leggen dat ze af en toe een pak op haar billen krijgt, en hoeveel goeds haar dit gebracht heeft. Aan de andere kant zou ze het juist wel graag willen. Maar zelfs als ze het hem zou vertellen, zou Philip ooit in staat zijn om zijn ongehoorzame vrouw onder de duim te houden? Kitty hoopte van wel, want als iemand een stevig pak op haar blote bips nodig had, dan was het Britt Michels wel.
‘Ik ga er even op uit, ik heb nog een klusje te doen’. Gerben keek naar Britt, die op de bank zat en in een tijdschrift bladerde.
‘Op zaterdag? Schoonmaken, koken en klusjes in het weekend. Geen wonder dat jullie allemaal zo gespannen zijn’. Ze gooide haar tijdschrift aan de kant. ‘Ik vermaak me ook wel zonder je’.
‘OK, en als je je dan probeert te vermaken terwijl ik weg ben, ga dan de keuken maar schoonmaken, tenzij je de komende dag wilt leven in de stank van zure melk en bedorven etensresten’. Gerben deed zijn jasje aan en pakte zijn autosleutels.
‘Ik heb je al gezegd: Ik maak niks schoon’, zei ze. ‘Als je wilt dat heel Nederland ziet hoe smerig jouw keuken is, dan heb ik daar geen probleem mee’.
‘En als heel Nederland kan zien wat voor verwend nest je bent, dan is dat jouw probleem’, antwoordde hij.
‘Het kan me niks schelen wat heel Nederland denkt’, lachte ze. ‘Jij bent de gemiddelde Nederlander. Jij zou het moeten weten’.
Gerben haalde zijn schouders op en beet op zijn tong. Hij was er zich meer dan ooit van bewust dat de camera’s draaiden, en de frustratie hierover nam toe. Hij was niet gewend om met zoveel tegengas om te moeten gaan en hij was zeker niet gewend op deze manier op de proef gesteld te worden. Hij begon al flink spijt te krijgen dat hij zich ingeschreven had voor ‘Jouw vrouw, mijn vrouw’.
Gerben stapte het huis uit en liep naar zijn auto, terwijl de camera zijn vertrek vastlegde. Hij was woest op Britt omdat ze hem overbluft had met de keuken. Hij was er van overtuigd dat het nog steeds een bende zou zijn als hij thuiskwam en dat als dit het geval zou zijn, hij het op zou moeten ruimen. Het zou wel moeten, want hoewel het hem moeite kostte het toe te geven, ze had gelijk. Hij wilde niet dat heel Nederland zou denken dat hij er de man naar was om een pak melk geopend een week lang op tafel te laten staan, net zoals hij Britt niet te eten kon geven, als ze niet wilde koken.
Maar daar zou hij zich straks wel mee bezig houden. Op dit moment was er werk aan de winkel. Hij ging naar zijn opperman, Jan, en bekeek de pas gestorte fundamenten. Daarna ging hij naar de groothandel om materialen te bestellen voor een ander project wat hij aan de andere kant van de stad had lopen.
Het was al middag toen hij bij de supermarkt parkeerde. Hij grijnsde toen hij bedacht dat nu Britt gister zoveel voedsel verspild had, er momenteel weinig eten in huis was voor haar. Mooi zo. Laat haar maar mooi wachten tot hij thuis zou komen met de boodschappen. Hopelijk zou ze door de honger zo verzwakt zijn, dat hij haar beter zou kunnen hanteren.
De rekening om al het eten dat verloren gegaan was te vervangen, kostte € 74,16 – geld wat Gerben niet ingecalculeerd had om uit te geven. Het irriteerde hem dat hij een greep in zijn geldkistje had moeten doen, de reserves voor onvoorziene situaties op zakelijk en privé terrein. Zowel Kitty als hij waren zich ervan bewust dat een bedrijf wat één of twee huizen tegelijk bouwde, geen vetpot was. Het zou jaren duren voor hij de mogelijkheid zou krijgen op een wat ruimere voet te leven. Maar ze waren beide pas begin dertig en bekeken één en ander op de langere termijn. Gerben glimlachte toen hij zich bedacht hoe zijn vrouw inkopen deed in tweedehands winkeltjes en genoegen nam met een picknick in het park boven dure etentjes in luxe restaurants.
De cameraploeg kwam naar buiten toen hij het erf opreed en ging van een afstandje staan filmen hoe hij zijn auto parkeerde. De geur van de keuken kwam hem tegemoet toen hij het huis binnenstapte. Het bewijs dat Britt zich inderdaad niet, zoals te verwachten viel, bezig had gehouden met het opruimen van de rommel.
Hij duwde wat blikjes aan de kant, om ruimte te maken op het aanrecht en begon de boodschappen op te ruimen.
‘Britt?’, riep hij. ‘Britt, ik vind het behoorlijk onbeschoft dat je de troep niet opgeruimd hebt. Ik zal het wel doen, maar dat betekent wel dat het nog zeker een uur zal duren voor het eten op tafel staat’.
Zijn woorden werden met een ijzige stilte beantwoord. Na een poosje kreeg Gerben een onbestendig voorgevoel. ‘Britt?’, riep hij en liep de keuken uit. De cameramensen die in de kamer stonden filmden zwijgend. Gerben draaide zich om en riep nog eens ‘Britt?’
Hij liep naar een van de cameramensen. ‘Waar is Britt?’
‘Ze is naar buiten gegaan’, antwoordde een van hen. ‘Ze zei dat ze ergens iets ging eten en dat ze zou gaan shoppen’.
Gerben keek van de een naar de ander. ‘Shoppen? Waarmee? Ze heeft niets bij zich om mee te gaan shoppen. Ze heeft immers geen –-’
Hij zweeg plotseling, draaide zich om en snelde door de hal naar zijn kantoor. Had hij de deur niet afgesloten? Waarom had hij de deur niet op slot gedaan? Waarom niet? Omdat hij nooit gedacht had dat iemand die bij hem te gast was van hem zou stelen. Zijn schouders hingen naar beneden, terwijl hij probeerde zijn ademhaling onder controle te krijgen. Het geldkistje stond op zijn bureau, het was helemaal leeg.
Hij draaide zich om en botste bijna tegen de cameraman. Hij moest zich inhouden de man niet klem tegen de muur te zetten. ‘Wist jij hiervan?’, gromde hij. ‘Heb je gezien hoe ze mijn geld pakte?’
‘We hebben alles gefilmd wat ze gedaan heeft’, zei de cameraman nerveus. Daarom zijn we hier.’
‘Heb je het gezien?’ Gerben schreeuwde nu. ‘Je zag hoe ze mijn geld pikte en je hebt haar gewoon haar gang laten gaan?’
‘We zijn slechts toehoorders, maatje. We hebben er niets mee te maken’. De man keek ogenschijnlijk zenuwachtig naar de lens. ‘Zo staat het in het contract’.
Gerben draaide zich om en streek met zijn hand door zijn haar. ‘Verdomme. Dit was mijn appeltje voor de dorst. Ik had graag gezien dat jullie me geroepen hadden’.
‘Sorry’, zei de cameraman. We behoren alleen maar te filmen.
‘Ja ja, ik weet het. Jullie doen alleen je werk maar’. Gerben deed een stap naar voren en deed het deksel van het geldkistje dicht.
‘En, wat ga je nu doen?’, vroeg de cameraman.
‘Ik weet het nog niet precies’, zei Gerben. Maar dat was niet waar. Hij wist heel goed wat hij ging doen. Wanneer Britt terug zou komen, zou hij haar een lesje leren wat ze niet snel zou vergeten.
‘Weet je, je hoeft dit echt niet te doen’. Kitty keek vanuit het raam van de limo naar de winkels. ‘Ik ben helemaal niet zo’n shopper’.
‘Misschien niet, maar welke vrouw zou niet op zijn tijd een nieuw jurkje willen? Als Britt thuis was geweest, dan had ik geen keus gehad en had ik mee moeten winkelen. Nu jij een week lang mijn vrouw bent, zou ik niet weten waarom ik jou niet mee zou nemen’. Hij pakte haar bij haar hand. ‘Kom met mee. Alsjeblieft’.
Hij glimlachte naar haar en Kitty voelde zich schuldig omdat ze alweer dacht hoe knap hij eigenlijk was. ‘Bovendien’, voegde hij eraan toe, ‘Jan Willem zal je ogen graag zien schitteren. Misschien kunnen we die scene uit ‘Pretty Woman’ wel naspelen’.
Kitty keek hem aan. ‘Is dat hoe je het bekijkt, Philip? Vergelijk je me alleen maar met Britt, en denk je nu werkelijk dat ik alleen maar val voor materiėle dingen?’
Philip maakte afwerende gebaren. ‘N-nee, Kitty. Zo bedoelde ik het niet. Ik zou alleen maar zeggen — ’
‘Zo ben ik helemaal niet. Ik ben een gewone vrouw. Het klopt mijn klerenkast hangt niet vol met mooie jurken. Maar dat is mijn eigen keuze. Gerben en ik sparen voor de toekomst. Hij is bezig een eigen bedrijf op te bouwen en ik steun hem daar in, ook als dat inhoudt dat ik me dingen moet ontzeggen. Die komen misschien later nog eens…’
Philip ziet zijn blik naar de grond zakken en keek vervolgens op naar Kitty. ‘God, het spijt me. Ik maakte alleen maar een grapje. Ik heb je geen pijn willen doen. Ik heb eerlijk gezegd grote bewondering voor je. Gerben is een geluksvogel zo’n volgzame vrouw te hebben… oh, God, ik bedoelde niet volgzaam. Dat klinkt zo denigrerend…’
Kitty glimlacht. ‘Ik vind dat helemaal niet’, zei ze. ‘Ik ben inderdaad een volgzame vrouw, Philip. En weet je wat? Ik voel me daar erg bij op mijn gemak. En mijn man ook’.
Philip keek haar aan, een mengeling van verbazing en geschoktheid stond op zijn gezicht te lezen. ‘Ik heb geen idee hoe dat moet zijn’.
‘Wat?’, drong Kitty aan. ‘Je op je gemak voelen, of een volgzame vrouw hebben?’
‘Misschien beide wel’, zei hij.
‘Nou, tot het eind van de week heb je beide’, zei Kitty. ‘Vertel eens, wat zou je willen?’
‘Ik wil graag dat je die winkel binnengaat en twee mooie jurken voor jezelf uitzoekt, een rode die bij je haar past en een groene die bij je ogen kleurt.
Kitty grinnikte. ‘Ok, als je dat graag wilt’, zei ze.
‘Waarom duurde het zo lang?’, vroeg de cameraman toen ze de limo uit stapten.
‘We hadden moeite te beslissen in welke winkel we zouden beginnen’, loog Philip. ‘We hebben besloten als eerste naar ‘Monique’s boetiek’ te gaan. Hij wees een paar pandjes verder op en nam Kitty mee daar naar toe. De cameraploeg volgde hen op een afstandje. Toen ze bij het boetiekje aankwamen, hield Philip de deur open en stapte Kitty naar binnen. Ze had zich voorgenomen iets gewoons uit te zoeken.
Het viel niet mee. Het interieur van de boetiek straalde een soort slordige elegantie uit, die verraadde dat de gemiddelde klant niet te paaien was met blingbling of met spetterende aanbiedingen. Aan beide kanten van de zaak bevonden zich rekken vol kleding van beroemde ontwerpers. In een vitrinekast lagen exclusieve juwelen uitgestald. Zelfs de verkoopster glom en Kitty dacht dat ze zo uit een modetijdschrift gestapt was.
‘Meneer Michels?’ Een lange, elegante brunette kwam er aan lopen. ‘Wat leuk om u te zien’. Het viel Kitty op, dat de vrouw kennelijk niet zo haar gemak was en dacht dat dit verband hield met haar aanwezigheid.
‘Hallo Iris. Ik wil je even aan iemand voorstellen. Britt heeft je vast wel verteld over het televisieprogramma waar we aan mee doen. Deze is week is dit mijn partner, Kitty de Vries’.
‘J-ja’, antwoordde de brunette, en stak haar zorgvuldig gemanicuurde hand uit.
‘Ik zou graag willen dat je Kitty helpt een paar jurkjes uit te zoeken, iets wat bij haar ogen en d’r haar past. Wat ze maar mooi vindt. Je mag alles op mijn rekening zetten’.
‘Oh, met plezier’, piepte Iris een beetje angstig. ‘Maar we zijn momenteel druk bezig met een andere klant. Kunt u een andere keer niet terugkomen?’
‘Wat een onzin’, zei Philip. ‘Ik zie verder niemand in de winkel en er staan verkoopsters die niets te doen hebben. Ik snap niet waar dit over gaat?’
‘Kijk eens wie we daar hebben! Wat doe jij hier, Philip?’ Ze draaiden zich om en zagen Britt, die een paars fluwelen broekpak droeg, een kleedhokje uitkomen.
‘Britt?’, Philip keek ongemakkelijk van Britt naar Kitty en weer terug. ‘Wat doe jij hier?’
‘Hetzelfde als jij’, zei zijn vrouw met een flauwe glimlach. ‘Ik ben een middagje aan het shoppen’. Toen verflauwde de glimlach. ‘Wat leuk van je Philip, dat je Kitty meegenomen heeft om haar eens fatsoenlijk in de kleren te steken’.
Kitty voelde haar wangen gloeien, maar zich bewust van de camera en de ongemakkelijke uitdrukking van Iris, besloot ze niet te reageren.
‘En hij gaat twee jurken voor je kopen? Wat lief! Maar goed, Philip kan het zich gemakkelijk veroorloven. Ik ben bang dat het geld wat ik van Gerben gekregen heb, amper genoeg voor één jurkje zal zijn’.
‘Heb je geld van Gerben gekregen?’ De woorden waren er al uit voor Kitty het wist.
‘Je zou me dankbaar moeten zijn, liefje. Hij is een heel andere man geworden. Hij leert om minder bazig te zijn en daarnaast vrijgeviger. Ik vind het lief van hem dat hij zijn kleine geldkistje geleegd heeft zodat ik vanmiddag de stad in kon gaan. Britt draaide een rondje om haar as. ‘Vind je het mooi?’
Kitty schudde haar hoofd. ‘Dat geld in het kistje was bedoeld voor noodsituaties’, zei ze zachtjes, terwijl de tranen in haar ogen opwelden. ‘We komen nooit aan dat geld, tenzij het niet anders kan’.
‘Tja, dan heeft Gerben gevonden dat het niet anders kon dan het geld aan een mooie vrouw te spenderen’. Ze draaide zich om, om zich zelf in de spiegel te bekijken. ‘Tot nu toe heeft hij die nooit gehad’.
‘Zo is het wel genoeg!’. Philip stapte naar voren, zijn gezicht rood van woede. ‘Het heeft helemaal geen zin om gemeen te doen, Britt’.
‘Oh, Philip, liefje’. Britt pakte Philip bij zijn kin en duwde zijn gezicht omhoog. ‘Wat een rechtvaardigheidsgevoel. Altijd opkomen voor de underdog’. Ze greep in haar tasje en haalde een handvol bankbiljetten tevoorschijn. ‘Hier’, zei ze tegen de verkoopster. ‘Laat de rest maar zitten’.
Zonder nog een woord te zeggen liep ze naar buiten. De cameraman kwam tevoorschijn van achter een gordijn en haastte zich achter haar aan.
‘Je had ons best mogen waarschuwen’, zei Philip verhit.
‘Sorry, maatje, daar zijn we niet voor’, zei de cameraman.
Het was even doodstil. Kitty keek naar de grond en vocht tegen haar tranen en Philip wreef over zijn gezicht. Naast hen stond Iris, die eruit zag of ze elk moment over zou kunnen gaan geven. ‘Het spijt me heel erg. Ik had jullie nog willen waarschuwen’.
‘Het is al goed’, zei Philip. ‘Jij kunt er ook niets aan doen’.
Een ander verkoopstertje kwam eraan lopen met een aantal jurken over haar arm. Twee rode en een groene. ‘Ik denk dat deze u heel goed zal staan’.
‘Nee’. Kitty pakte met trillende handen haar tasje. Nee, dank je. U wordt heel erg bedankt, maar ik kan maar beter gaan’. Ze draaide zich in de richting van Philip. ‘Ik hoop dat je het niet erg vindt, maar zou je me naar huis willen brengen?’
‘Natuurlijk, Kitty’, zei hij en leidde haar in de richting van de uitgang.
Kitty zat helemaal in elkaar gedoken bij het raam. Ze zei niets, omdat ze bang was in huilen uit te zullen barsten. ‘Hoe kon hij?’, vroeg ze zichzelf af. ‘Hoe kon haar echtgenoot hun reservepotje aan die vreselijke vrouw geven, terwijl hij heeft kunnen zien hoe zijn eigen vrouw zich er jarenlang van alles voor ontzegd heeft? Was het waar wat Britt gezegd had? Verdiende mooie vrouwen het om beter behandeld te worden? Hoe lelijk ze ook aan de binnenkant waren?’
Ze probeerde zich voor te stellen hoe het zou voelen als deze aflevering uitgezonden zou worden en het in alle huiskamers van Nederland te zien zou zijn? Ze kneep haar ogen dicht om de beelden niet te hoeven zien. Dikke tranen rolden over haar wangen terwijl ze dit deed. Ze voelde zich ellendig en wenste dat ze nooit van ‘Jouw vrouw, mijn vrouw’ gehoord had.
Naast haar deed Philip Michels zijn best troostende woorden te vinden. Maar niets leek te helpen. Hij legde zijn hand op haar schouder en zei het enige wat in deze situatie juist leek: ‘Het spijt me’.