Slaagsleutels (slot)

Ze wil net een handvol spaghetti in het kokende water gooien als haar telefoon aangeeft dat ze een berichtje heeft. Ze dropt de pasta in het water, stelt de eierwekker in en grijpt naar haar telefoon. Het bericht is van Marie. Ze kijkt even over haar schouder, maar Matthias is verdiept in zijn boek.

“Mijn punten staan online, ik heb 1 onvoldoende,” leest ze. Haar hart slaat een slag over. Staan de punten online? Nu al? Maar ze zouden morgen toch pas komen? Moet zij nu ook kijken?

“Wauw, supergoed!” typt Joke snel terug. Dan legt ze haar telefoon aan de kant en roert in de saus. Langs de ene kant wil ze meteen haar laptop nemen en inloggen op het platform van de universiteit om te kijken of haar punten ook al online staan. Langs de andere kant wil ze het niet weten. Wat als het slecht is? Dan gaat Matthias moes maken van haar billen! En dan kan ze evengoed stoppen met studeren. Zal ze voor altijd vast zitten in een of ander rotbaantje waarvoor je net genoeg hersenen moet hebben om je naam te kunnen schrijven. Dat wil ze niet. Het moet goed zijn. Dat moet. Haar knokkels worden wit omdat ze de houten lepel waar ze mee in de saus roert zo stevig vastklemt.

Dan staat Matthias plots achter haar. Hij slaat zijn armen om haar middel en laat zijn handen omhoog glijden naar haar borsten. Joke laat hem begaan, maar reageert niet.

“Wat scheelt er?” laat hij zijn armen teleurgesteld weer zakken. Dan ziet hij de gespannen trek op haar gezicht. Hij neemt haar kin vast. “He meisje, kijk me even aan. Scheelt er iets? Is er iets gebeurd?”

Even overweegt Joke om te liegen en te zeggen dat er niets aan de hand is, maar dat idee verwerpt ze al snel. Liegen tegen Matthias is geen goed idee. Dat heeft hij in het verleden al ondubbelzinnig duidelijk gemaakt. En Marie heeft hem vast ook laten weten hoe goed ze haar examens gehaald heeft. Dus dan weet hij meteen dat zij haar resultaten ook al kan hebben.

“Marie heeft haar resultaten,” zegt ze daarom maar.

“En?” vraagt Matthias belangstellend.

“Ze heeft het heel goed gedaan, maar 1 examen waar ze niet voor geslaagd is.”

Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. “Mooi zo. Jammer van dat ene. Maar dat bespreek ik met haar wel. Zullen we even kijken of jouw resultaten ook al online staan?”

Bleek schudt Joke haar hoofd. “Ik denk dat ik liever tot morgen wacht.”

Matthias kijkt bedenkelijk. “Hoezo, zodat je er de hele avond mee in je hoofd kunt zitten en vannacht niet zult slapen door de spanning? Je kunt het maar beter gehad hebben.”

“Nee … Nee, liever niet. Ik wil het niet weten.”

“Ik wil het wél weten,” antwoordt Matthias beslist. “Als jij niet kijkt, dan kijk ik.”

Joke kijkt hem aarzelend aan. “Goed dan, kijk maar,” zegt ze. “Ik werk de spaghetti wel af.”

Matthias lijkt te willen vragen of ze echt niet met hem mee komt kijken, maar dan legt hij zich erbij neer en loopt naar de laptop die op tafel staat. Eerst stuurt hij snel Marie een berichtje om haar te feliciteren. Joke blijft achter bij het fornuis en roert nog steeds in de saus, ook al heeft ze het vuur net moeten afleggen omdat die al warm genoeg heeft. Nerveus kijkt ze over haar schouder, naar Matthias achter de laptop. Ze hoopt dat haar cijfers nog niet beschikbaar zijn, maar tegelijk heeft Matthias gelijk: ze zal vannacht niet kunnen slapen als ze het nog niet weet. Langs de andere kant hoopt ze dat ze vannacht wel zal kunnen slapen als ze het wél weet.

“Ze staan online,” kondigt Matthias aan.

Kreunend legt Joke haar handen op haar oren. “Nee, ik wil het niet weten.”

“Kom hier.”

Ze schudt haar hoofd en kijkt weg. Ze wil het echt gewoon niet weten. Ze durft niet. Wat als … Nee, ze durft het zelfs niet denken.

“Kom hier!” Hij klinkt plots streng. Ze verstijft. Ze wil niets liever dan protesteren, maar durft niet. Als haar cijfers slecht zijn, kan ze het beter niet nog erger voor zichzelf maken. Dus loopt ze schoorvoetend naar hem toe, zonder hem aan te kijken. Hij klopt uitnodigend op zijn knie. “Kom op mijn schoot zitten, dan bekijken we ze samen.”

Joke slikt. “Mag ik mijn ogen dichthouden?” vraagt ze.

Matthias schiet in de lach. “Mij best, zolang je maar op mijn schoot komt zitten. Ik ken je al een beetje, uiteindelijk word je toch wel nieuwsgierig.”

Nu moet ook Joke even grijnzen. Ja, daar herkent ze zich wel in. En inderdaad kan ze er niets aan doen dat haar ogen toch aan het scherm van haar laptop vastgekleefd lijken. Ze durft niet te kijken, maar ze durft ook niet weg te kijken. Ze wil niet dat Matthias haar punten eerder kent dan zij. Het voelt ook ergens veilig om hem zo dicht bij haar te hebben. Hij is er voor haar. Ook als het slecht is. Al wil ze daar niet aan denken, aan wat de gevolgen dan zullen zijn. Zowel voor haar billen als daarbuiten.

“Klaar?” vraagt Matthias.

Even wacht ze nog, dan knikt ze. Het is maar een miniem knikje, maar het is goed genoeg voor Matthias. Hij klikt de link naar haar rapport open.

Even glijden haar ogen niet-begrijpend over de cijferlijst. Ze ziet veel onvoldoendes, die van vorig semester, ze staan er hier ook tussen. Maar dan ziet ze ook een heel aantal cijfers die uit twee getallen bestaan: voldoendes. Hoe langer ze naar de lijst kijkt, hoe groter haar opluchting.

Samen met Matthias overloopt ze elk cijfer. “Die was van vorig semester, die ook, maar deze voldoende is van dit semester en … Wow! Ik heb gewoon een 16 gehaald op publieksrecht? En een 13, een 12 … Een 7 voor familierecht. En dan nog een 14. Maar één extra herexamen!”

Plots voelt ze zich euforisch en tegelijk een beetje slap. Maar één extra herexamen. Samen met de 3 onvoldoendes uit het eerste semester betekent dat 4 herexamens. Dat wordt nog pittig, maar het is niet onmogelijk.

“Ik ben trots op je,” hoort ze Matthias zeggen. Ze registreert het nauwelijks, zo groot is haar opluchting.

“Stuur Marie maar even een berichtje, die zit vast vol spanning op nieuws van jou te wachten.” Joke knikt. Matthias heeft wellicht gelijk.

“Ik heb ook maar 1 herexamen!!!!! Woehoe!!!” stuurt ze. Dan laat ze zich slap op haar stoel vallen.

“Heel goed gedaan,” lacht Matthias haar toe.

“Ben je niet boos omwille van die ene 7?” vraagt Joke dan.

“Boos? Nee, ik ben niet boos. Ik ben net trots. Wat een verschil met vorig semester! Je hebt het enorm goed gedaan.”

De eierwekker gaat af, ten teken dat de pasta klaar is. Snel staat Joke op. “Ik heb ineens superveel honger,” grijnst ze.

“Schep het eten dan maar snel op!” Matthias geeft haar een klap op haar billen terwijl ze wegloopt. Triomfantelijk wiegt ze met haar heupen.

“Is dat een uitdaging meisje?”

“Misschien.” Joke kijkt grijnzend over haar schouder. Matthias’ ogen twinkelen donker. Ongetwijfeld neemt hij de uitdaging straks nog aan. Nu eerst eten.

***

Het dessert aten ze op de bank, voor een aflevering van The Simpsons. Joke had nadrukkelijk haar ogen gerold toen Matthias het voorstelde. The Simpsons… Maar toch had ze geboeid zitten kijken. Haar Ben&Jerry’s is op, de aflevering is gedaan. Intussen zit ze met haar knieën opgetrokken en haar armen erom heen geslagen. Matthias drukt de tv uit. Hij kijkt haar even aandacht aan. Nee, hij kijkt even door haar heen.

“Wil je het er nu over hebben?” vraagt hij dan.

“Waarover?” antwoordt ze, ook al weet ze heel goed wat hij bedoelt.

“Je resultaten. Tenzij je liever een afspraak maakt,” knipoogt hij. “Maar ik kan zien dat je ermee zit.”

Joke haalt haar schouders op.

“Hé, kijk me eens aan.” Een vinger onder haar kin is haar voor. Het is het laatste zetje dat ze nodig heeft. Ze barst in tranen uit.

“Sorry,” snikt ze ineens.

“Waarvoor?” Matthias lijkt licht verbouwereerd. Deze reactie had hij duidelijk niet verwacht.

“Van die zeven. Het spijt me. Ik heb echt mijn best gedaan, maar dat examen was gewoon veel te moeilijk. Dat zei ik meteen al toen ik buiten kwam en Marie heeft voor net hetzelfde vak een onvoldoende, dat wil toch ook wat zeggen en…” ratelt ze zonder Matthias aan te kijken en zonder ook maar één keer adem te halen.

“Dat weet ik toch.”

“Ik wed dat er nog mensen zijn die…” Plots dringt het tot haar door wat Matthias zei. Eensklaps valt ze stil. Nu is het haar beurt om verbouwereerd te kijken.

“Maar… Ik dacht…” stamelt ze snikkend.

“Liefste Joke, ik straf niet omwille van resultaten. Soms is iets inderdaad gewoon te moeilijk. Dan moeten we later – ik herhaal: later, niet nu – samen even kijken wat je kunt doen om te zorgen dat je de materie beter snapt om een nieuwe poging te wagen op het herexamen. Eerst moet je wat vakantie nemen. Even ontspannen, je batterijen opladen. Voor nu ben ik heel trots dat je het zoveel beter hebt gedaan dan vorig semester. Omdat je attitude beter was. Attitude, Joke. Het gaat me om je attitude. Natuurlijk ben ik blij als dan blijkt dat als je hard werkt, je resultaten navenant zijn.”

Joke snuift even. ‘Navenant’, wat een oudemensenwoord. Ze is echter verstandig genoeg om dat niet uit te spreken. Niet nu het onderwerp zo serieus is.

“Ga je me dan niet straffen?” vraagt ze klein.

“Dat was ik niet van plan, nee.”

Even blijft het stil.

“Wil je dat ik je straf? Zou je je beter voelen als ik je zeg maar twee caneslagen geef voor elk punt dat ontbreekt om je een voldoende te bezorgen? Six of the best dus?”

Ze rilt. Six of the best klinkt vreselijk. Maar het was zoals dat ze verwacht had, ja. Daar had ze zich al op ingesteld. Dat wil ze misschien ook wel.

“Want dat ga ik niet doen,” is hij haar voor. Alweer. Het lijkt wel alsof hij, sinds ze hem kent, haar altijd minstens één of twee stappen voor is.

Joke zegt daarom maar niets meer, wacht af. De controle krijgt ze toch niet. Die heeft ze nooit gehad. Tijdens dit hele gesprek heeft ze hem nog niet aangekeken. In plaats daarvan staart ze over haar nog steeds opgetrokken knieën heen naar een onbepaald punt op de muur.

Het blijft stil.

“Ga je Marie dan ook niet straffen?” vraagt ze ineens, met een klein stemmetje.

“Je weet dat dat eigenlijk tussen Marie en mij is,” wijst Matthias haar terecht. “Maar nee, ik straf niet omwille van resultaten, zei ik net. Attitude, naar de les gaan, studeren, zonder dat je een kater hebt omdat je op een ongepast moment te hard bent gaan feesten, dat zijn de dingen die ik belangrijk vind.”

Joke knikt. Ze snapt het, denkt ze.

“En voor nu,” gaat Matthias verder, “wil ik vooral nog een keer herhalen dat ik trots op je ben. Je resultaten zijn er enorm op vooruitgegaan. Omdat je attitude een stuk beter was dit semester.”

“Soms toch,” grinnikt Joke. Voor het eerst kijkt ze hem schuin aan. Zijn bruine ogen lachen met haar mee.

“Af en toe had je een duwtje in de rug nodig,” bevestigt hij. “Maar je hebt het goed gedaan.”

“Ik wist niet dat mijn rug zo laag zat,” mompelt ze.

Nu lacht Matthias voluit. “Bijdehandje.”

“Moet je me daar dan niet voor straffen?” Het is eruit voor ze het weet. Ze bijt op haar lip.

Hij kijkt haar aan. Zijn blik is donkerder geworden. Snel slaat ze haar ogen neer. Nog steeds kan ze hem niet aankijken als hij zo kijkt. Hij legt een vinger onder haar kin en dwingt zo haar ogen naar de zijne.

“Wil je dat dan?” vraagt hij. Zijn stem klinkt neutraal. Veel te neutraal. Ze kan er niet uit peilen welk antwoord hij verwacht. Wat moet ze zeggen?

Ze knikt. Niet makkelijk met zijn vinger onder haar kin, maar het is toch maar een klein knikje.

“Je weet dat als je iets wil, je het me moet vragen,” zegt hij dan. Hij laat haar los.

Niet dit weer. Dit is zo frustrerend. Waarom kan hij nu nooit een gewoon… Argh! Ze krijgt bijna zin om te stampvoeten.

Nukkig draait ze haar hoofd weg.

“Laat maar,” mokt ze.

Matthias’ blik blijft even op haar rusten. “Zetten we dan maar een volgende aflevering op?” Nog steeds die vreselijk neutrale stem.

Joke geeft geen antwoord, maar Matthias trekt er zich niets van aan. De begingeneriek van The Simpsons schalt voor de tweede keer die avond door de woonkamer.

Als de aflevering gedaan is, schakelt Matthias de tv uit. Het wordt ongemakkelijk stil.

“Waarom zit je jezelf zo in de weg?” vraagt hij uiteindelijk.

Joke haalt haar schouders op. Omdat hij zo moeilijk doet, maar als ze dat zegt, maakt hij er weer zo’n probleem van.

“Kom voor me zitten. Op je knieën.”

Urgh. Moet dat? Ze heeft hier nu echt geen zin in. Maar als ze hem met bliksemende ogen aankijkt, beseft ze meteen dat ze maar beter niet kan protesteren. Dus laat ze zich met een diepe zucht op haar knieën zakken. Ze kijkt hem recht in de ogen. Hij maakt het haar niet gemakkelijk? Wel, zij hem ook niet!

Zwijgend kijkt hij op haar neer. Zijn gezicht staat ondoorgrondelijk, zijn ogen dreigend en donker. Het kost haar moeite om zijn blik vast te houden. Om niet weg te kijken. Maar ze houdt vol.

“Meisje, meisje toch,” zucht hij. Hij legt zijn handpalm tegen haar linkerwang. Nu kijkt ze wel weg. Dit voelt plots nog een heel stuk intiemer.

“Waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Je weet best wat ik wil horen.”

“Maar waarom?” Ze heft haar gezicht met een ruk op. “Ik ben niet degene die het moeilijk maakt,” snauwt ze. “Dat doe je helemaal zelf. Waarom wil je per se dat ik erom vraag? Je weet wat ik wil. Zelfs als ik het niet wil, doe je het toch gewoon. Dus waarom kan dat nu niet?”

“Klaar?” Zijn stem klinkt zacht. Te zacht. Gevaarlijk. Het is dat ze nog steeds op haar knieën zit, bijna tussen zijn benen in, anders zou ze willen achteruit deinzen. Wegrennen. Nu gaat dat niet.

Ze knikt, kijkt langs hem heen.

“Kijk me aan,” zegt hij.

Nog steeds nukkig kijkt ze hem aan. Wat wil hij toch?

“Weet je, sla dan maar niet,” zegt ze in een opwelling. “Bekijk het maar.” Ze probeert recht te staan, maar twee handen op haar schouders houden haar tegen.

“O nee,” waarschuwt hij. “Niet weer zo beginnen hoor. Je gaat me niet van je af duwen.” Hij trekt haar recht en neemt haar aan haar oor mee naar de hoek.

“Ga hier maar even nadenken over wat je zonet gedaan hebt en hoe je in deze situatie bent beland. En ook over hoe je dat had kunnen voorkomen en waarom je me er niet gewoon om kon vragen als je slaag wilde.”

Ziedend staat ze in de hoek. Natuurlijk had ze erom kunnen vragen. Maar dat is het net: dat kàn ze niet. Ze krijgt het gewoon niet over haar lippen. En nu is hij boos. Natuurlijk, zij was eerst boos, dus ze heeft het wat uitgelokt. Maar argh, waarom maakt hij alles steeds zo moeilijk?

Waarom vindt ze het eigenlijk zo moeilijk? Ze zou blij moeten zijn dat hij haar niet straft omwille van die zeven. Maar omdat ze zich erop had ingesteld en het toen toch niet kwam, werd ze plots boos. Waarom?

Omdat het wéér eens anders ging dan ze verwacht had? Omdat hij, telkens als ze denkt hem door te hebben, toch weer iets anders doet, haar steeds minstens één stap voor blijft? Omdat ze nog steeds probeert de controle te behouden, beseft ze. Daarom kan ze er ook niet om vragen. Want dan heeft ze de controle, of toch een illusie daartoe, en geeft ze die vrijwillig af. Dat kan ze niet.

Matthias is vlak achter haar komen staan. Hij raakt haar niet aan, maar toch voelt ze zijn aanwezigheid vlak achter zich.

“Blijf voor je kijken,” zegt hij zacht. Haar broek gaat omlaag, net als haar onderbroek. Kippenvel verschijnt op haar billen, ook al heeft ze het niet koud.

“Vertel het nu eens, wat scheelt eraan?” Nog steeds die zachte stem. Er gaat geen enkele dreiging van uit, maar dat kan bedrieglijk zijn, weet Joke maar al te goed. “Blijf naar de muur kijken. Vertel het aan de muur, niet aan mij, als dat te moeilijk is.”

Ze zucht. “Het is gewoon allemaal moeilijk,” fluistert ze dan tegen de muur.

Matthias blijft stil. Geeft haar de ruimte om haar gedachten te ordenen.

“Ik begrijp oprecht niet waarom ik erom moet vragen,” gaat ze verder. “Je weet toch wel dat ik het nodig heb, dat ik het wil. Dat wil ik niet ook nog eens hardop moeten toegeven.”

“En waarom niet?”

“Omdat het raar is! Omdat ik dit niet hoor te willen!” Nu draait ze zich wel om, maar Matthias draait haar meteen terug.

“Maar je wil het wel,” zegt hij. “Het helpt je. Kijk maar naar die goede resultaten.”

“Op die stomme zeven na dan,” moppert Joke.

“Is dat waar je mee zit?”

“Ja… Nee… Ik weet het niet. Dat examen ging gewoon ook echt niet goed. Maar ik heb zo hard gewerkt dit semester. Ik ben bijna niet uit geweest, heb Stephanie en de anderen compleet verwaarloosd…” Ook al wil ze het niet, de tranen stromen intussen over haar wangen.

“En met resultaat,” geeft Matthias na een korte stilte aan. “Ik meende wat ik eerder al zei: ik ben echt trots op je. Je hebt het ongelooflijk goed gedaan. Je hebt hard gewerkt en je hebt hele mooie resultaten om voor te leggen. En die zeven, dat lossen we wel op in de herexamens.”

“Ik heb nog zoveel andere herexamens ook.”

“Daar zullen we samen aan werken.”

Nu draait hij haar om. Ze weet niet goed waar te kijken. Ze wil hem niet aankijken, maar hij staat zo dichtbij dat ze bijna geen andere optie heeft. “Vertrouw je mij?” vraagt hij.

Ze knikt.

“Ik wil het je horen zeggen.”

“Ja Matthias,” zucht ze.

“Nu moet je eerst even vakantie nemen. Stoom afblazen. Je ontspannen. Feesten. Twee weken. Daarna beginnen we te studeren voor je herexamens. We. Ik ga je helpen, zoals ik je dit semester ook geholpen heb.”

Joke knikt.

“En geloof me, geniet maar van die twee weken, want daarna zul je geen kans krijgen om de kantjes ervan af te lopen,” waarschuwt hij streng.

“Ik geloof je,” mompelt ze met een half lachje.

Hij doet een stap achteruit. “Is er dan nog iets wat je me wil vragen?”

“Moet dit echt?” jammert ze.

“Dat is aan jou.”

“Maar waarom?”

“Omdat ik zeker moet zijn dat jij het wil. Ik doe dit voor jou. Het is jouw keuze.”

“Ik word liever gedwongen.” Zei ze dat nu echt? Ook al was het heel erg binnensmonds?

Aan Matthias’ onderdrukte grijns te zien, zei ze het inderdaad echt.

“Bekijk het zo: ik dwing je nu om erom te vragen,” haalt hij zijn schouders op.

“Dat is niet eerlijk!”

“Nee, klopt. Dat is het niet.”

Ze zucht. Staart naar haar voeten. “Wil je me slaan?” vraagt ze.

“Waarom?” is zijn onmiddellijke wedervraag.

Even kijkt ze hem woedend aan, dan slaat ze haar ogen weer neer.

“Voor de manier waarop ik je zonet behandelde,” fluistert ze dan. “Omdat ik me gedroeg als een verwend nest, je wegduwde.”

“Nog iets?”

Verward kijkt ze hem aan. “Ik denk het niet?” aarzelt ze.

“Goed, kom maar mee.”

Eindelijk. Eindelijk mag ze over zijn knie. Ze verbaast zich erover hoe comfortabel en veilig dit is gaan voelen. Ook al is ze allesbehalve veilig, dat weet ze best.

Haar broek hangt nog rond haar enkels, dus hij begint meteen te slaan. De eerste klappen doen haar naar adem snakken. Oef, hij slaat hard. Ze probeert geen geluid te maken en zo stil mogelijk te liggen. Maar als de klappen ook op haar bovenbenen beginnen te regenen, blijkt dat een onbegonnen zaak. Ze piept en spartelt, maar hij houdt haar stevig vast. Ze kan geen kant op.

Dan laat hij haar plots los. Was dit het? Opluchting en teleurstelling strijden om voorrang.

“Haal de paddle maar even,” hoort ze hem dan zeggen.

Met tegenzin komt ze overeind. Ze speurt naar de tafel, maar ziet hem niet.

“Hij ligt beneden.”

Beneden? In zijn werkkamer?

Berustend bukt ze zich om haar broek terug op te trekken. Ze zal de trap op en af moeten.

“Die heb je niet nodig.”

“Ik kan toch niet in m’n blote billen naar beneden!” roept ze verontwaardigd.

“Jawel hoor. De examens zijn gedaan, er is niemand meer in dit gebouw. Behalve wij.”

“Dat weet je niet. Dat kun je niet zeker weten.”

“Dat risico zul je moeten nemen.” Hij grijnst. De klootzak. Hij vindt dit nog leuk ook. “Of trek je liever ook je t-shirtje uit? Mag hoor.”

Snel schudt ze haar hoofd.

“Ga dan maar. De paddle zit in mijn bureau in de onderste lade.”

Dat weet ze best. Ze heeft hem vaak genoeg zijn instrumenten zien uithalen.

“Breng de tawse ook maar mee. En de cane.”

Ze slikt even. Dit wordt nog een zware avond. Toch knikt ze.

Voorzichtig doet ze de deur op een kier en gluurt naar buiten. Niemand te zien. Zo snel mogelijk sprint ze de trap af. Het voelt best gek, zomaar zonder broek door de gang denderen. Hoort ze nu iets? Is daar iemand? Nee, toch niet. Zo snel als ze kan draait ze de sleutel in het slot van Matthias’ deur en springt ze naar binnen. Dan slaat ze de deur achter zich dicht en ademt lang uit. Wat doet hij haar toch aan? Dan loopt ze naar de lade waar hij zijn instrumenten bewaart. Ze trekt ‘m open en rilt even bij het zien van al die martelwerktuigen. Paddle, tawse en cane was het. Hij zei niet welke cane. Welke moet ze nemen? Straks neemt ze de verkeerde en moet ze terug. Maar als ze ze alle drie meeneemt, gaat hij ze vast ook alledrie gebruiken. Misschien moet ze de middelste maar nemen. De gulden middenweg. Ze haalt de drie uitverkoren instrumenten uit en duwt de lade weer toe. Even kijkt ze om zich heen. Nu ze hier toch is, kan ze even goed snel even kijken of hij niet nog meer martelwerktuigen verstopt in andere lades. Zou ze? Dat brengt haar wel sowieso in de problemen als hij het te weten komt. Als. Hoe groot is die kans?

Haar hand heeft de handgreep van de volgende lade al vast. Dan denkt ze aan alle keren dat ze dacht iets voor Matthias te kunnen verzwijgen. Of hem te kunnen voorliegen. Straks vraagt hij haar ernaar! Nee, dit soort dingen zijn nog nooit goed afgelopen voor haar. Ze kan maar beter gewoon naar boven gaan. Later kan ze altijd nog vragen wat erin zit. Misschien vertelt hij het haar wel. Of misschien niet. Het zijn vast geen staatsgeheimen. Dossiers van zijn klanten. Dat wil ze eigenlijk niet weten. Goed dan, ze gaat terug naar boven.

Snel spurt ze door de gang om pas bij de trap aangekomen te beseffen dat ze de deur niet op slot heeft gedraaid. In zichzelf vloekend loopt ze terug. Nu moet ze nog langer met haar blote billen in deze gemeenschappelijke hal staan. Gelukkig lijkt Matthias gelijk te hebben dat er niemand anders is. Toch is ze opgelucht als ze weer in zijn appartement staat.

“Alles in orde?” vraagt Matthias, terwijl zij de instrumenten op de door hem aangeduide plek op tafel legt.

“Ja hoor,” knikt ze.

“Iets wat ik moet weten?” Hoe wist hij dat? Hoe wist hij dat ze in de verleiding zou komen? Hij is natuurlijk niet gek. Kent haar al een beetje.

“Nee,” schudt ze haar hoofd.

“Weet je het zeker?” Hij kijkt haar onderzoekend aan. “Je hebt niet, ik zeg maar iets, in lades zitten snuffelen?”

“Nee,” herhaalt ze. “Ik kwam wel even in de verleiding,” geeft ze toe onder zijn onderzoekende blik. “Maar ik heb het niet gedaan. Beloofd.”

Een glimlach breekt door op zijn gezicht. “Mooi zo,” zegt hij. “Misschien hebben we deze dan niet nodig,” merkt hij op, met een knikje in de richting van de cane. “Maar de rest wel. Buig je maar over tafel.”

Zonder hem aan te kijken doet ze wat hij zegt. De drie instrumenten liggen net binnen haar gezichtsveld. Ze probeert ze te negeren. Zijn hand grijpt naar de paddle, die van tafel en uit haar ooghoeken verdwijnt.

“Je voeten blijven op de grond, je bovenlichaam blijft op de tafel liggen. Anders beginnen we opnieuw.” Het klinkt dreigend.

Hij geeft haar geen tijd om te reageren, maar begint meteen te slaan. Hard. Voornamelijk op en rond haar sitspots. Het kost veel moeite, maar toch slaagt ze erin om in positie te blijven. Wel balt ze haar handen tot vuisten en propt die in haar mond in een poging geen geluid te maken. Dat mislukt.

Even later ligt ze snikkend over de tafel. Het lijkt wel alsof alle examenstress en spanning om haar resultaten in een keer naar buiten komt.

“Kom maar overeind,” hoort ze na wat wel een eeuwigheid lijkt. “Kijk me aan.”

Door de tranen heen kijkt ze hem aan. “Handen op je hoofd.”

Wat? Wat is dat nu? Dat moet ze toch alleen maar als ze in de hoek staat? Niet als ze tegenover hem staat… Maar de brand in haar billen waarschuwt haar om vooral niet te protesteren. Dus legt ze haar handen op haar hoofd. Als vanzelf wordt haar blik naar de grond getrokken.

“Waarom sta je hier?”

De vraag overvalt haar. “Omdat ik straf heb verdiend,” antwoordt ze aarzelend.

“Waarvoor dan?”

“Jou wegduwen.”

“En wat nog?”

Het blijft stil. Ze weet het niet.

“Voor die zeven?” aarzelt ze.

“Nee, niet voor die zeven.”

Weer blijft het stil.

“Je krijgt straf omdat je me niet durfde vragen wat je nodig hebt.”

Dat is niet eerlijk! Maar Joke weet wel beter dan te protesteren. Blijkbaar heeft Matthias haar vuile blik toch gezien. “Ik kan geen gedachten lezen, meisje,” zegt hij.

“Dat is nieuws,” mompelt Joke.

“Ja, vaak voelt het vast zo,” geeft Matthias toe. “Je gezicht spreekt regelmatig boekdelen. Maar je mag er niet vanuit gaan dat ik het altijd goed zal hebben. IK wil daar niet van uitgaan. Daarom vind ik het zo belangrijk dat je er zelf om vraagt. Straf, daar beslis ik over. Als je het verdient hebt. De rest: aanmoediging, stress-release, zomaar omdat het leuk is … Dat moet je me vragen. Dan moet ik zeker weten dat je het zelf wil. Begrijp je dat?”

Ze denkt dat ze het begrijpt. Het klinkt in elk geval niet onlogisch. Dus knikt ze.

“Mooi. Dan krijg je er nu nog tien met de tawse om je straf af te ronden. Buig maar weer over de tafel.”

Haar arme billen … Het brandt al zo erg. Toch doet ze wat hij zegt.

“Je vraagt me om elke klap,” hoort ze achter zich.

Ze schrikt. Nee, dat wil ze niet! Maar dat is net het punt, beseft ze meteen. Dus zet ze haar tanden op elkaar. “Wil je me slaan?” knarst ze.

“Dat hoorde ik niet. En ik hoorde je al helemaal niet met twee woorden spreken.” Ze kan zijn grote grijns gewoon horen. De rotzak.

“Wil je me alsjeblieft slaan Matthias?” vraagt ze poeslief.

Hoort ze hem nu onderdrukt grinniken? “Als je dat zo lief vraagt, dan doe ik dat met plezier.” Jup, zeker weten, hij heeft de grootste lol. En dat is te voelen ook. Vol landt de eerste klap op haar sitspot.

Even haalt ze diep adem. “Wil je me alsjeblieft slaan Matthias?” Haar intonatie klinkt al een stuk anders, ze hoort het zelf. Maar ze beseft ook dat ze dit niet gaat winnen. Weer een harde slag.

“Wil je me alsjeblieft slaan Matthias?”

“Wil je me alsjeblieft slaan Matthias?”

Na elke slag komt het er iets gemakkelijker uit. En klinkt haar stem breekbaarder, dat wel. Maar de drempel in haar hoofd wordt lager en lager.

“Dat was tien”, klinkt het uiteindelijk. “Sta maar recht.”

Moeizaam komt ze overeind. Haar billen staan in vuur en vlam, zeker na deze laatste tien. Maar het voelt niet onaangenaam, moet ze toegeven. Deze nabrand is altijd wel lekker. Ze wil in zijn armen wegkruipen, maar hij houdt haar tegen.

“Heb je iets geleerd, meisje?” Zijn ogen staan nog steeds donker, streng.

Ze knikt. “Ik moet je erom vragen als ik slaag wil.”

“Goed zo. Onthoud dat maar. Of moet ik het je nog even extra inpeperen met de cane?”

“Nee!”

“Weet je het zeker?”

Even twijfelt ze. Weet ze het zeker? Ze weet het op den duur zelf niet meer.

Matthias ziet haar twijfelen, maar wacht rustig af.

“Voor nu heb ik genoeg gehad,” besluit ze.

“Laat het me maar weten als dat verandert,” geeft Matthias aan. “Ik help je met alle plezier.”

“Ja, dat weet ik,” lacht Joke.

Gelukkig, de lucht tussen hen is geklaard. En nu kan ze ook blij zijn met haar resultaten. Alle stress moest er eerst even uitgehuild worden, denkt ze.

Twee weken. Ze krijgt twee weken vakantie. Met Matthias. Ze kan er maar beter goed gebruik van maken, want daarna zal hij haar vast weer zwaar aan het werk zetten. Hopelijk werkt het voor haar herexamens even goed. Op een of andere manier heeft ze er wel vertrouwen in. Zoals Matthias al aangaf: ze kan het wel, ze heeft gewoon wat discipline nodig. En met dat laatste komt het wel goed zolang Matthias er is … Op deze manier ziet ze zichzelf afstuderen. Ook al wordt het een pijnlijk proces. Dit gaat lukken.

Fennes temperament (2)

Dave zat in de auto en was onderweg naar de woonboulevard.
Vlak daarvoor had hij telefonisch contact gehad met het waarborgfonds om te vragen of zij de schade aan de auto van Fenne konden vergoeden. Er waren geen ooggetuigen dus ze hadden geen dader die ze konden aanwijzen. De vriendelijke vrouw die hem geholpen had, had hem gevraagd of er camerabewaking aanwezig was op de parkeerplaats.
Daar had hij geen antwoord op kunnen geven. Ze had hem laten weten dat hij dat wel zou moeten controleren. Pas wanneer ze met zekerheid konden zeggen dat de identiteit van de dader niet te achterhalen was zouden ze eventueel uitkeren.

Dave was er meteen achteraan gegaan en had de eigenaar van de meubelzaak gesproken. Er hing een camera welke een groot gedeelte van de parkeerplaats registreerde.
Hij vroeg Dave om de kenmerken van de auto, de datum en het tijdstip dat het gebeurd was, dan zou hij kijken of hij de beelden erbij kon vinden. Een half uurtje later had de goede man hem terug gebeld met het nieuws dat de auto inderdaad was vastgelegd op camera maar daarop was heel duidelijk te zien dat de schade al aanwezig was op het moment dat ze de parkeerplaats op reden.
Eerst was hij sprakeloos geweest en daarna voelde hij irritatie en ongeloof opborrelen. Vandaar dat hij had gevraagd of hij zelf kon komen kijken. Maar nu hij eenmaal in de auto zat en hij er eens goed over nadacht begonnen er opeens wat puzzelstukjes in elkaar te vallen. Zo had Fenne bijvoorbeeld de auto vooruit op de oprit gezet een paar dagen voordat het was gebeurd. Terwijl ze normaal gesproken altijd de auto achteruit inparkeerde. Ook had ze wel heel dicht tegen de heg aan gestaan. Had ze dit met een reden gedaan? Hij herinnerde zich dat ze die dag wat zenuwachtig was geweest. Maar ook dat ze perse met de Mazda had willen gaan en de heenweg zelf had willen rijden. Had ze dit allemaal gedaan om te voorkomen dat hij de schade zou zien? Had hij die pas op de terugweg mogen ontdekken? Fenne was degene geweest die meteen geopperd had dat er vast “iemand” tegen hun auto was aangereden.
Zou ze hem echt zó om de tuin geleid hebben vroeg hij zich af….
Hij wilde het eigenlijk niet geloven maar hij wist ook dat ze er wel een handje van had om haar best te doen ergens onderuit te komen.

Dave reed terug naar zijn werk en hij kookte van woede. Hij kwam net terug van de meubelzaak waar hij met eigen ogen had gezien dat de enorme deuk er al zat toen ze kwamen aanrijden. Hij zag zelfs duidelijk hoe Fenne er nog een snelle blik op wierp en hem daarna vlug bij zijn hand pakte. Waarschijnlijk had de eigenaar van de winkel dat ook gezien. Hij had zich de ogen uit zijn hoofd geschaamd. Hij kon zich niet herinneren dat hij ooit zo kwaad op haar was geweest.
Hier zou ze spijt van krijgen, heel erg veel spijt. Hij zou er voor zorgen dat ze een geintje als dit nooit meer zou uithalen.

Hij kon zich die dag maar moeilijk concentreren op zijn werk. Hij vroeg zich af hoe hij dit ging aanpakken. Het leek hem niet verstandig haar te straffen nu hij nog zo laaiend was. En hij wilde haar de kans geven om eerlijk op te biechten wat ze gedaan had. Hij was benieuwd of ze die kans zou aangrijpen. Daarnaast had hij even de tijd nodig om over een gepaste straf na te denken. Er zouden in elk geval elementen in moeten zitten die ze totaal niet zou verwachten en waarvan hij wist dat ze die vreselijk zou vinden. Want Dave wist inmiddels ook dat Fenne kon genieten van een pak slaag, dat het haar opwond. Dat was ook precies wat het voor hem in het begin allemaal zo ingewikkeld had gemaakt. Hij zag er gewoon het nut niet van in. Hij had dan juist het idee dat hij haar gedrag beloonde door haar te slaan. Hij had het gevoel dat ze het ging uitlokken, zich ging misdragen omdat ze wilde dat hij haar over de knie zou trekken om haar billen vuurrood te slaan. Dat was een tijd lang een behoorlijk struikelblok geweest. Elke keer als puntje bij paaltje kwam leek het hem de meest gepaste straf om haar brutale gedrag te negeren. Al kwam hij er al snel achter dat dat ook niet de beste manier was. Fenne was dan daarna vaak stil en in zichzelf gekeerd. Chagrijnig, teleurgesteld, soms verdrietig maar vaak ook ronduit irritant. Er hing dan dagen een gespannen sfeer. Maar wanneer hij vroeg wat er aan de hand was kreeg hij geen antwoord. Uiteindelijk had hij dan toch besloten om het geven van straf door middel van een pak slaag te proberen. Ze had hem al vaker proberen uit te leggen dat er verschil was tussen “straf” en straf. En dan was er ook nog zoiets als een erotische spanking of een spanking zodat ze haar hoofd even helemaal leeg kon maken. Voor haar was het allemaal zo klaar als een klontje maar voor hem was het volkomen nieuw geweest. Hij had haar maar moeilijk kunnen bij houden en hij was ook wel onzeker geweest. Haar slaan omdat hij wist dat ze er van genoot was toch anders dan haar slaan tot een punt dat ze hem huilend smeekte om te stoppen. Toch had hij het gedaan en het resultaat was verbluffend geweest. Hij was in eerste instantie geschrokken van haar tranen maar enorm ontroerd geweest door de dankbare en liefdevolle blik in haar ogen. Ze had zich in zijn armen laten vallen en zich door hem laten troosten. Hem oprecht bedankt voor het feit dat hij haar op haar plek gezet had. Hij had de opluchting van haar gezicht af kunnen lezen en ook voelde hij hoe totaal ontspannen ze was. En dat was de sfeer in de dagen, zelfs weken daarna ook geweest. Ze was in een opperbest humeur en ze deed erg haar best om het hem naar de zin te maken. En dan had je nog haar libido… Ze leek niet van hem af te kunnen blijven en ze zorgde ervoor dat ze hem in de slaapkamer, of andere plekken in huis of buitenshuis, op de meest inventieve manieren verwende.
Inmiddels was hij er dus van overtuigd dat het daadwerkelijk heel nuttig was om haar zo nu en dan flink te straffen voor haar misdragingen.

Aangezien ze dit keer wel erg ver was gegaan was hij van plan het haar moeilijk te maken. Eerst zou hij proberen het haar ongemakkelijk te maken door wat vragen te stellen. Tevens zou haar dat de mogelijkheid bieden eerlijk te vertellen wat er gebeurd was.
Als ze dat deed dan zou hij haar evengoed hard aanpakken maar wanneer ze er voor koos om te blijven liegen dan zou hij dubbel zo streng zijn.
Ze hadden het weleens over de cane gehad en hij wist dat het haar fascineerde maar dat ze er tegelijkertijd ook bang voor was. Fenne had zelf geregeld instrumenten gekocht maar wat de cane betreft leek het bij nieuwsgierigheid te blijven. Misschien moest hij dit keer maar eens tot actie overgaan en zelf eens wat onderzoek doen naar welke hij het beste kon kopen en hoe hij deze precies moest gebruiken.

Nu hij had besloten om nog niet meteen al zijn kaarten op tafel te leggen en een plan van aanpak in zijn hoofd had voelde Dave zich wat kalmer. Omdat hij tot 20:00uur op het werk was geweest wist hij dat de kinderen al in bed zouden liggen. Dat betekende dat hij rustig de tijd had om haar reactie te peilen.
Toen hij de keuken binnen kwam was ze nog bezig met opruimen.
Hij kuste haar en vroeg hoe haar dag was geweest.
“Oh goed hoor! Druk… zoals altijd. Hoe was jouw dag?”
“Ook druk. Ik heb nog gebeld met het waarborgfonds, weet je wel, voor de schade aan de auto.”
Zonder hem aan te kijken vroeg ze “En… wat zeiden ze?”
“Alvorens ze uitkeren willen ze eerst dat we nagaan of er camerabewaking aanwezig was. Dat zou veel duidelijkheid geven over wat er precies gebeurd is. Ik ga er morgen meteen achteraan.”
Er viel een korte stilte. Dave zag Fenne heel even verstijven. Toen draaide ze zich om en keek hem recht in de ogen.
“Dat kan ik ook wel voor je doen als je wil? Jij hebt het al zo druk op je werk.”
Even was hij met stomheid geslagen door het gemak waarmee ze tegen hem loog. Op die kleine aarzeling na leek ze er geen enkele moeite mee te hebben.
Maar wat zij kon, kon hij beter.
“Als je dat zou willen doen dan heel graag. Laat je me morgen dan wel even weten wat ze gezegd hebben?”
“Ja natuurlijk schatje.” zei ze glimlachend.

Het was zaterdagmiddag en er was inmiddels een week verstreken. Het was Dave wel duidelijk geworden dat Fenne haar misstap niet ging opbiechten.
Dus had hij geregeld dat de kinderen allemaal zouden gaan logeren. Hij wilde zeker weten dat ze niet gestoord zouden worden.
Hij bracht de drie koffertjes naar de auto en riep de kinderen bij elkaar.
“Gaan jullie maar vast in de auto zitten en doe jullie gordel om, dan kom ik er zo aan.”
Fenne was boven bezig met het opmaken van de bedden. Hij liep naar boven en ging achter haar staan, zodra ze hem hoorde draaide ze zich om.
Toen pakte hij onverwacht haar linkeroor stevig vast, trok er lichtjes aan en kneep er hard in.
“Auwww wat doe jij nou verdomme?!” riep ze uit terwijl ze met haar linkerhand haar oor probeerde te bevrijden. Wat overigens met geen mogelijkheid lukte, zijn greep was gewoon te sterk.
Fenne keek naar hem op en haar ogen spoten vuur.
Ze was verdomd sexy als ze kwaad was. Al schudde hij die gedachte snel van zich af.
Hij keek haar streng aan en zei “ik ga nu de kinderen wegbrengen, zodra ik de deur uit ben ga je naar beneden en met je blote billen in de hoek staan. Daar wacht je op me tot ik terug ben.”
Het kostten hem weinig moeite zijn stem dreigend te laten klinken. Hij zag een zweem van paniek in haar ogen, vertwijfeling en toen opstandigheid.
“Waarom in vredesnaam?” vroeg ze.
“Ik denk dat je heel goed weet waarom. En ik zou maar gehoorzamen als ik jou was. Ik verwacht je netjes in de hoek aan te treffen wanneer ik thuis kom. Zo niet, dan heb je een heel groot probleem. En geloof me, dat wil je absoluut niet, gezien de hoeveelheid problemen waar je al in zit.”
Hij drukte een kus op haar mond, liet haar oor los en draaide zich resoluut om.
Fenne verbijsterd achterlatend.

Dave was inmiddels op de terugweg naar huis. Hij vroeg zich af of Fenne zou gehoorzamen. Hij had haar nog nooit eerder een dergelijke opdracht gegeven. Wat als ze er niet zou staan? Wat zou hij dan doen? Waarschijnlijk haar aan haar oor de hoek in sleuren, haar billen bloot maken en haar met een aantal fikse klappen te kennen geven dat ze naar hem moest luisteren.
Hij hoopte echter dat dat niet nodig zou zijn. Een beetje gespannen stapte hij uit de auto en liep naar binnen. Dave was lichtelijk verbaasd toen hij haar in de hoek aantrof, precies zoals hij had opgedragen.
“Ga je me nu dan eindelijk eens vertellen waar dit allemaal over gaat?” snauwde ze.
“Ik zou maar een beetje aan je toon denken want je weet nog niet half hoe diep je je in de nesten hebt gewerkt. Als ik zeg dat je een heel smerig spelletje met me hebt gespeeld en je tegen me gelogen hebt om je misstap te verdoezelen, gaat er dan een lampje branden!?!” Bij elk woord dat hij uitsprak voelde hij zijn woede weer toenemen. Fenne had het ook opgemerkt want opeens bleef het opvallend stil aan haar kant. In de tijd dat hij weg was had ze zich waarschijnlijk al beseft waarom ze daar stond. Maar had ze stiekem ook gehoopt dat het misschien toch ergens anders over ging.
“Wat bedoel je?” vroeg ze aarzelend.
“Wat denk jij dat ik bedoel?” antwoordde hij met een wedervraag.

Het bleef stil, heel erg stil. Dave liet deze bewust voortduren. Hij zag dat ze haar lichaam aanspande alsof ze geen enkele beweging wilde maken, hij hoorde haar zelfs maar amper ademhalen. Hij vroeg zich af wat er nu door haar heen ging. Het leek alsof ze totaal blokkeerde. Mooi zo, het feit dat ze zich zo ongemakkelijk voelde was een goed begin.
Hij wist dat toegeven voor haar een hele hoge drempel was en hij vermoedde dat ze dat moment zolang mogelijk zou proberen uit te stellen.
“Nou??” vroeg hij na enkele minuten.
“Zoek het uit, je weet het allemaal toch al zo goed?”
Deze reactie verbaasde hem niet. Het was typisch Fenne. Hij vroeg zich af of er ooit een moment zou komen dat ze zich zonder weerwoord zou overgeven. Want uiteindelijk zou ze zeggen wat hij wilde horen, dat wisten ze allebei. Ze maakte het op deze manier alleen maar moeilijker voor zichzelf.
“Je gaat dus bijdehand doen. Inmiddels zou je beter moeten weten”.
Nadat hij dat gezegd had draaide hij zich om en liep naar boven.

Daar aangekomen opende hij de schuifdeur van de kast en zocht in de tas naar wat hij nodig had.
De badborstel. Hij wist dat ze dat ding haatte, perfecte keuze dus om daar mee te beginnen.
Nog nooit had hij deze gebruikt op koude billen en maar een enkele keer had hij er echt voluit mee geslagen.
Maar daar zou vandaag verandering in komen. Hij zou haar eens een toontje lager laten zingen.

Eenmaal weer beneden stond ze nog steeds roerloos in de hoek.
Hij pakte een stoel uit de keuken en zette hem in het midden van de kamer maar ging er nog niet op zitten. Hij wilde dat wanneer ze naar hem toe kwam ze tegen hem op moest kijken.
“Fenne kom hier”.
Geen enkele reactie.
Hij begon nu echt boos te worden. Het spelletje was uit. Ze had lef genoeg gehad om hem te bedonderen en compleet voor paal te zetten en nu ging ze ook nog eigenwijs lopen doen. Hij was er helemaal klaar mee.
“NU!!” hij zei het met flinke stemverheffing en zijn oplaaiende boosheid kon hij niet uit zijn stem houden. Ze schrok zichtbaar en het leek haar blokkade enigszins op te heffen.
“Doe eens normaal zeg” hoorde hij haar mompelen. Hij negeerde het.
Want terwijl ze het zei draaide ze zich om en kwam langzaam naar hem toe lopen. Ongemakkelijk en met kleine stapjes omdat haar broek nog ergens tot halverwege haar knieën hing.
Hij zag haar wangen rood worden van schaamte. Toen ze uiteindelijk voor hem stond nam hij vastberaden haar kin tussen zijn vingers en dwong haar om hem in de ogen te kijken.
Heel even zag hij haar blik naar zijn rechterhand schieten waarin hij de badborstel vasthield.
Ze slikte moeizaam. “Je hebt me behoorlijk voor de gek gehouden of niet?”
Ze haalde haar schouders op.
“Ja Dave of nee Dave?”
Hij zag haar even verbaasd kijken maar zei toen: “misschien een beetje maar ik…..”
Hij liet haar haar zin niet afmaken. Jezus, waarom kon ze nou nooit eens gewoon toegeven wat ze fout gedaan had. Ze moest en zou er omheen blijven draaien.

Hij liet haar kin los en ging op de stoel zitten.
Met zijn linkerhand greep hij resoluut haar arm en trok haar over de knie.
Haar landing was niet heel gracieus en ze deed haar best haar balans te vinden door haar handen op de grond te plaatsen.
Dave nam van de gelegenheid gebruik om haar wat naar voren te duwen zodat hij één been vrij had om haar klem te zetten.
Toen legde hij de badborstel op haar, nu nog, prachtige blanke billen. Hij voelde een lichte huivering door haar lichaam gaan toen ze het gladde koude oppervlak op haar blote huid voelde.
Zonder enige waarschuwing hief hij de badborstel op en liet hem met volle kracht op haar linkerbil landen.
En nog voor ze goed en wel een kreet van pijn had kunnen slaken liet hij de borstel wederom snoeihard op exact dezelfde plek neerkomen. Haar hand schoot naar achteren om te proberen de slagen af te weren. Hij greep direct haar pols en pinde deze op haar rug vast. Nu was ze volkomen weerloos en kon ze niets anders dan het ondergaan.
Toen concentreerde hij zich op de rechterkant en sloeg weer net zo hard.
Meteen zag hij een witte plek ontstaan met een rode rand eromheen. Hij snapte soms werkelijk niet hoe ze het volhield, de pijn en de vernedering.

Fenne hield zich vaak lang stil, wilde hem niet laten zien dat ze het moeilijk had. Hij had de afgelopen week veel nagedacht over haar gedrag en was tot de conclusie gekomen dat die karaktertrek niet alleen zichtbaar was wanneer ze een pak slaag kreeg. Ook in het dagelijks leven vond ze het lastig om aan te geven als ze ergens niet uit kwam en eigenlijk wel wat hulp zou kunnen gebruiken.
Daarom begon hij ook steeds meer te begrijpen dat spanking voor haar een diepere betekenis had, nog een andere behoefte vervulde dan alleen die op seksueel vlak en het opzoeken van spanning.
Ook nu, ze had het hem waarschijnlijk niet willen vertellen omdat ze er zelf ook van baalde dat ze weer zo onvoorzichtig was geweest. Het feit dat hij haar dan de les zou lezen versterkte dat gevoel alleen maar. Ze was soms onterecht onzeker over zichzelf en daarom had ze, zo dacht hij, alles uit de kast getrokken om dit te verbergen.
Maar dat was ook juist de reden waarom hij zo teleurgesteld en boos was, dat ze hem niet in vertrouwen had genomen.
Ja, het zou consequenties hebben gehad, maar dat was niet waar ze het ergste tegenop zag vermoedde hij. Wanneer hij haar zou aanspreken over haar onoplettende rijgedrag zou ze zich meteen aangevallen voelen. Het gevoel hebben dat ze helemaal niets goed kon doen. Dat was uiteraard niet zo, ze kon prima autorijden wanneer ze gewoon goed oplette en niet ook nog met honderd anderen dingen bezig was.
Dat zou hij haar nu dan ook goed duidelijk moeten maken want ondanks dat ze deze leugen met een bepaalde reden zolang had volgehouden, zou hij het niet accepteren.

Het feit dat Fenne dit keer vanaf de eerste klap al van zich liet horen was een teken dat ze het niet kon opvangen. Niet kon verbergen hoeveel pijn het deed.
Dave had geen medelijden met haar, ondanks dat hij dacht te begrijpen hoe dit bedrog tot stand was gekomen, was hij nog steeds van mening dat een harde straf op zijn plaats was.
Hij besloot er nog een schepje bovenop te doen door het gevoelige plekje, daar waar haar billen overgingen in haar bovenbenen, op te zoeken.
Aan beide kanten liet hij de badborstel vijf keer op volle kracht landen.
“AAAUUWWW, STOP, ALSJEBLIEFT!!” Nog nooit eerder had hij haar zo wanhopig horen schreeuwen om te stoppen.
Hij hield op.
“Nu ga je me exact vertellen wat er gebeurd is met de auto. Begrepen?”
“Ok” zei ze met zachte stem.
“Ok wie?” vroeg Dave streng terwijl hij zijn vraag kracht bij zette door nogmaals heel hard te slaan.
“Ok Dave” hoorde hij haar wanhopig uitbrengen.

Voor Dave was het de eerste keer dat hij haar met twee woorden liet spreken. Hij had gehoopt dat het wat extra schaamte zou toevoegen voor haar. Hij stond ervan te kijken wat het met hemzelf deed.
Het gaf hem een soort van superieur gevoel en dat maakte hem nog zelfverzekerder. Gaf hem meer en meer het vertrouwen dat hij haar zou kunnen breken. Het bracht hem enigszins in verwarring. Maar tijd om daar lang bij stil te staan had hij niet.
“Hoe komt die deuk in de auto Fenne?”
“ Ik had haast, moest de kinderen bij mijn ouders afzetten en heb toen niet goed opgelet met achteruit zetten” ratelde ze met opeengeklemde kaken.
Het was duidelijk dat ze dit zo snel mogelijk achter de rug wilde hebben.
“Daar gaat het al mis. Je had haast omdat je weer eens te laat was opgestaan. Zo is het toch?”
“Ja .. misschien” zei ze geirriteeerd.
Zonder aankondiging liet hij de badborstel weer spreken door drie keer snoeihard uit te halen.
Ze begreep het meteen en riep “Ja Dave!”
“Ik geloof dat we daar ook een afspraak over hadden, dat je op tijd op zou staan. Maar daar hebben we het later nog wel over. En wat heb je vervolgens gedaan?”
“Ervoor gezorgd dat jij de schade niet zou zien.” Het was niet veel meer dan een gefluister.
“En toen?”
“Toen heb ik het laten lijken alsof iemand anders het gedaan had.”
Dave hoorde een zekere opluchting doorklinken in haar stem en hij voelde zijn boosheid wat wegebben.
“Waarom heb je me niet in vertrouwen genomen Fenne? Ik heb je nog de gelegenheid geboden de waarheid op te biechten maar je koos ervoor me recht in de ogen te kijken en de leugen vol te houden.” Onbewust nam zijn net afgenomen woede weer wat toe. Hij had een ontzettende hekel aan liegen.
“Ik… ik… weet het niet.” stamelde ze .

Maar daar nam Dave geen genoegen mee. Ze wist het donders goed en ze zou het uitspreken ook. Hoe erg ze dit vragenspelletje ook haatte. Hij zou het eruit krijgen, hij zou het er zo nodig uit slaan.
Hij verstevigde zijn grip op haar lichaam om zich er van te verzekeren dat ze geen kant op kon.
Haar lijf reageerde meteen door in opstand te komen maar dat had geen enkele zin.
Hij keek op de klok die aan de muur voor hem hing en besloot haar precies vijf minuten met de badborstel te slaan. Hij zou zich niet inhouden, hoe moeilijk ze het ook kreeg. Hoe moeilijk hij het ook kreeg. Uiteindelijk zou ze er niets aan over houden behalve hele pijnlijke en blauwe billen.
Toen begon hij… Nog nooit eerder had Fenne hem zo intens gesmeekt om te stoppen.
En tegen zijn eigen verwachtingen in vond hij het minder moeilijk dan gedacht om de tijd vol te maken. De gedachte aan haar zelfvoldane glimlach terwijl ze hem voor de gek hield maakte het een stuk makkelijker. Ook al wist hij dat dat voor een deel was omdat ze zich geen houding had weten te geven. Toch was hij van mening dat ze het gewoonweg verdiende.

Toen de vijf minuten voorbij waren lag Fenne hijgend over zijn schoot.
Even wreef hij over haar gloeiende billen. De witte plekken begonnen al rood te kleuren en zagen er opgezwollen uit. Hij had geen enkel stukje gemist en zelfs een deel van haar bovenbenen meegenomen. Hij kon zich er geen voorstelling van maken hoeveel pijn het had gedaan. Maar de wetenschap dat dit voor haar nodig was en ze zich er uiteindelijk beter door zou voelen zorgde ervoor dat hij geen schuldgevoel had over waar hij mee bezig was.
Wel besefte hij dat hij het dit keer niet alleen voor haar deed maar ook voor zichzelf. Hij had dit ook nodig om het achter zich te kunnen laten en weer met een frisse start verder te gaan.

“Waarom hield je de leugen zo lang vol Fenne?” vroeg hij nogmaals.
“Ik was bang voor je reactie, bang dat je me stom zou vinden omdat ik alweer in de fout ben gegaan.” Dat was het moment waarop ze begon te huilen.
Een golf van trots ging door Dave heen. Ze had het gezegd en ze was volkomen eerlijk geweest. Hij wist hoe moeilijk het voor haar was om zich zo kwetsbaar op te stellen.
Pijn brak haar niet zo snel maar gaf haar wel het zetje om het voor haar bijna onmogelijke te doen.
Namelijk haar onzekerheid tonen, een barst in haar pantser te laten zien.
Hoe zwaar moest het zijn wanneer je iedereen altijd maar de perfecte versie van jezelf wilde voorhouden? vroeg Dave zich af.
Hij voelde haar lichaam schokken terwijl ze snikkend over zijn schoot lag en hielp haar overeind zodat ze kon gaan zitten. Haar gezicht vertrok van pijn op het moment dat haar billen contact maakte met zijn benen.
Liefdevol trok hij haar tegen zich aan en dankbaar legde ze haar hoofd op zijn schouder.
Hij streelde haar haar en liet haar huilen tot haar snikken wat minder heftig werden.
“Kijk me eens aan.”
Ze gehoorzaamde en keek met betraande ogen naar hem op.
“Je weet toch dat een fout maken niet erg is hé?”
Hij zag hoe ze haar schouders ophaalde en op haar onderlip beet om te voorkomen dat deze zou gaan trillen. En hoe ze het gevecht tegen haar tranen verloor en deze opnieuw over haar wangen naar beneden liet rollen.
Teder veegde hij ze weg met de rug van zijn hand.
“Ik hou nog net zoveel van je als je een keer de mist in gaat en ik denk ook niet minder over je. Dit is niet gebeurd omdat je niet kunt autorijden maar omdat je weer eens haast had en met je hoofd ergens anders zat. Allemaal dingen die voorkomen hadden kunnen worden. Snap je dat?” vroeg hij rustig.
De stroom aan tranen werd alleen maar erger wat hem duidelijk maakte dat hij het bij het juiste eind had.
Ze knikte” ja” bij wijze van antwoord en zei toen snikkend “alleen voelt het voor mezelf niet zo”.
“Dan wordt het misschien tijd dat ik je dat eens goed duidelijk maak” antwoordde hij met een knipoog en trok haar weer tegen zich aan.

Terwijl Fenne in zijn armen lag na te snikken sloeg de twijfel toe. Eigenlijk vond hij het opeens genoeg zo. Hij wilde niets liever dan gewoon zo blijven zitten en haar troosten.
Zeggen hoeveel hij van haar hield, hoe vaak ze ook de mist inging. Dat hij haar perfect vond zoals ze was en dat ze niets kon doen om daar verandering in te brengen. Het deed hem pijn dat ze blijkbaar zo weinig vertrouwen had in zichzelf. Lief en zorgzaam voor haar zijn voelde voor hem nu zoveel beter dan de cane erbij te pakken en nog meer straf uit te delen.
Maar diep van binnen wist hij dat voor haar waarschijnlijk het tegenovergestelde gold.
Hij was bang dat ze het hele gebeuren niet van zich af zou kunnen zetten als ze zich niet volledig gestraft voelde.
Hij was in dubio en besloot dat hij haar misschien moest betrekken in zijn beslissing. Dave wist dat ze het liefste wilde dat hij de leiding nam maar nu wist hij het gewoonweg niet zeker.

“Fenne denk je zelf dat het genoeg is geweest of vind je dat je meer straf hebt verdiend?” vroeg hij fluisterend in haar oor.

Slaapzaal zes

Ik kijk naar mijn arm en zie het kippenvel. Het is aardig koud in slaapzaal 6. Ik lig niet onder de dikke wollen deken die je bij aankomst op de universiteit krijgt uitgedeeld, maar dat is niet de enige reden dat de haren recht overeind staan. Net als de andere jongedames op deze zaal sta ik namelijk voorover gebogen over het einde van het bed, ellebogen op het matras, benen recht en billen hoog in de lucht. Ontblote billen, wel te verstaan. Ik kan de anderen niet zien, maar ik weet dat ze er allemaal staan, net als ik, met hun ogen gericht op het houten bordje met “Ogen hier tijdens de straf” dat als een voortdurend geheugensteuntje van het tuchtregime boven het hoofdeind is geschroefd. We waren gewaarschuwd. Ik dacht dat het niet zo’n vaart zou lopen, maar zoveel vertrouwen heb ik nu niet meer.

Het is niet de eerste keer dat ik gestraft word. Het universitaire jaar is nu drie maanden bezig en alleen de meest geconcentreerde studentes zijn er nog zonder “Leermoment”, zoals het hier heet, vanaf gekomen. Enkelen zijn ook al voor een serieuze correctie bij de slaapzaaloverste of de rector langs geweest, maar voor mij is het bij twee leermomenten gebleven. Even apart genomen worden voor een pak slaag hoort er, op de meest prestigieuze, maar ook strengste, universiteit van het land, wel een beetje bij. Die momenten zijn erg genoeg, maar staan in geen enkele verhouding tot wat me, wat ons, nu te wachten staat.

Dan hoor ik hoe de deur geopend wordt. Een rilling loopt over mijn lijf, maar ik durf niet te kijken. Eigenlijk hoeft dat ook niet, want ik weet wie daar staan. “Dames!” roept de overste met haar doordringende lage stem, “Goed om te zien dat jullie nu wel allemaal in de juiste zaal kunnen zijn! Dat wil ik ook zien tijdens jullie straf. Werk je niet goed mee, dan volgt morgen een bezoek aan de rector. Hebben jullie dat begrepen?” “Ja mevrouw!” zeg ik hard en duidelijk, zoals van me verwacht wordt. Mijn stem mengt zich met mijn zaalgenoten. De overste laat met een kort geluidje haar goedkeuring merken. “Omdat een pak slaag duidelijk nog niet genoeg afschrikt, heb ik nog een andere straf in petto. Blijkbaar waren jullie maar al te bereidwillig. Eens zien of dat straks nog zo is”. Daarna is het weer stil. Nou ja, niet helemaal. Van vlakbij de deur hoor ik nog wat geschuifel. “Ontspan!” beveelt de overste. Dan volgen er zware voetstappen in mijn richting. Ik weet dat de overste nu stilstaat bij het volgende bed. Wanneer ze even later weer dichterbij komt, hoor ik ook een ander geluid. Gekreun, eerst zacht en dan harder. Al snel is het ook niet meer één stem. Net als de voetstappen komen de kreunen ook naar me toe. Even kijk ik snel opzij, een seconde maar, zodat ik niet betrapt wordt. Ik zie hoe Lina al haar spieren aanspant en haar ogen dichtknijpt. Dan spert ze deze wijd open en slaakt ze een hoog, bijna dierlijk geluid. Ik weet dat ik nu de volgende ben.

Ik voel hoe een hand op mijn linkerbil gelegd wordt en hoe deze zachtzinnig, bijna teder naar buiten wordt geduwd. Dan voel ik wat kouds en nats in de zojuist gecreëerde ruimte tussen de beide billen. Een lichte druk op mijn anus en dan gaat het voorwerp naar binnen. De sensatie van de plug zelf is moeilijk te beschrijven. Het voelt gevuld, voor zover dat een gevoel is. Het voelt vooral ook heel beschamend. Dat is echter niet het ergste. Al direct ontstaat er ook een branderig gevoel dat blijft groeien en groeien. Als snel lijkt het alsof het niet meer te houden is, maar het wordt alleen maar erger. Wanneer de hand van de overste mijn bil loslaat, komt er in eens nog een golf van het gevoel vrij. Ik sluit mijn ogen en kreun, ook al wil ik dat niet. Ik probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen. In mijn gedachten zoek ik tevergeefs naar oude ontspanningsoefeningen die me kunnen helpen, maar het lukt me niet om me langer dan een seconde te concentreren.

Mijn heupen maken steeds wildere draaibewegingen. Vaag ben ik me ervan bewust hoe gênant dit eruit moet zien, maar op het moment kan ik niets anders dan kreunen en heen en weer wiebelen. Dit is echt verschrikkelijk! Hoe lang sta ik hier nu? Het kan niet langer dan een paar minuten zijn, al voelt het al langer dan een uur. Dan hoor ik uit de richting van de deur nieuwe geluiden. Een zwiep, een slag en dan luid gejammer en ge-au. Dat herhaalt zich, en nog eens en nog eens. Elke keer wordt het schreeuwen urgenter tot het na een lange kreun bij de tiende slag overgaat in gesnik. Er volgen nog twee slagen, waarna het huilen en kreunen heel langzaam minder wordt. Al snel volgen er nieuwe slagen, een stukje dichterbij nu. Het resultaat is bijna hetzelfde, ook al lijken er nu geen tranen te zijn. Wanneer de geluiden weer dichterbij komen, knijp ik onbewust mijn billen samen. Shit, dat had ik beter niet kunnen doen. Dat het nog zoveel erger kon! Snel ontspan ik en dat brengt wel wat verlichting. Ondanks het intense brandende gevoel probeer ik me te concentreren. Lina is de volgende en dan ben ik zelf aan de beurt. Ik moet de kracht vinden om de cane te ondergaan.

Keer op keer komt de cane neer en elke keer klinkt de schreeuw van Lina luider en wanhopiger. Ze hijgt steeds heviger, toch breekt ze niet. Dan tel ik de twaalfde slag en weet ik dat mijn beurt gekomen is. Ik wil dat het voorbij is, ik wil weg en toch blijf ik volslagen roerloos staan. Zachtjes voel ik de stok tegen mijn billen, tik-tik-tik. De stok zwiept omhoog en ik knijp mijn ogen dicht. Dan suist het ding naar beneden en komt pal op het midden van mijn billen terecht. Een klein moment registreren mijn hersenen niet wat er gebeurd is. Ik ben een stuk naar voren geduwd, met mijn heupen tegen het bed, en ik voel hoe mijn billen worden samengedrukt. Dan komt de pijn, als een golf, brandend en heftig. De lucht stoot uit mijn longen. Jezus, wat doet dit zeer! Een tweede tikje kondigt de volgende slag aan en ik maak de klassieke fout; ik span mijn billen aan om de klap op te vangen. Het gevoel van de gember zorgt direct voor een nieuwe reflex en op het moment dat mijn billen zich weer ontspannen om verlichting te geven, komt de tweede slag. Deze is net onder de eerste gemikt. Deze keer is mijn brein er beter op voorbereid. De pijn is zo mogelijk nog heftiger, maar ik knijp mijn vuisten samen en houd me stil.

Ik kijk naar mijn armen en zie ze zachtjes trillen door de spanning die ik op mijn lichaam zet. Het lukt me om de derde klap op te vangen zonder de spieren rondom de plug nog meer aan te spannen, maar de eerste twee klappen hebben hun sporen al nagelaten. De huid lijkt te trekken en te branden op de plek waar de cane al is neergekomen en daar is nu een nieuwe streep bijgekomen. Bij de vierde en de vijfde kan ik me niet langer stilhouden. Die laatste is ook echt gemeen, laag gemikt, net in de overgang tussen billen en benen. Ik weet zeker dat ik dat tijdens elke les zal blijven voelen, zeker op die hardhouten ondingen die ze hier voor schoolbanken laten doorgaan. Dan komt nummer zes, precies op dezelfde plek. Ik schreeuw het uit en kom half overheid, waardoor de gember zijn werk ook weer doet. “Blijven staan!” hoor ik scherp en ik word hardhandig in mijn rug geduwd. Snel grijp ik een stuk van het matras vast. Hopelijk helpt me dat te blijven staan. Wat ze van plan is wanneer ik mijn straf niet onderga hoef ik echt niet te weten.

Bijna plagerig tikt de overste met de stok tegen mijn billen, tot ze deze eindelijk weer snoeihard laat neerkomen. Ik schreeuw harder deze keer en ik voel ook een traan prikken in mijn linkerooghoek. De combinatie van de brand van binnen en van buiten word me langzaam teveel, maar ik heb geen keus anders dan vol te houden. Nummer acht overlapt weer een van de eerdere slagen. In mijn andere ooghoek springt nu ook een traan. Toch vind ik ergens extra kracht, want nummer negen en nummer tien weet ik bijna zonder geluid te ondergaan. Niet dat ze minder hard zijn, integendeel. Ergens voelt het als een overwinning, ook omdat ik er nu bijna ben. Dan komt nummer elf en al mijn zelfvertrouwen vliegt het raam uit. De overste wist dat ze mijn wil kon breken, moest breken, en wist ook precies hoe ze dat moest doen. Met een lage slag, gemikt op de bovenbenen en zeker vijf centimeter onder de billen, maak ze een einde aan mijn verzet. Ik gil het uit en mijn stem gaat nog een octaaf omhoog wanneer het gevoel helemaal binnenkomt. Deze ene streep lijkt meer pijn te doen dan de andere tien bij elkaar. De tranen beginnen te lopen en ik schok zachtjes met mijn schouders. Achter me hoor ik een woordeloos goedkeurend geluid. De laatste slag, weer op het midden van de billen, doet me kermen. Mijn spieren ontspannen en ik blijf slap over de spijlen van het bed liggen, zacht snikkend terwijl de volgende straf begint.

Wanneer de laatste straf geweest is, is de ergste pijn overgegaan in een wat dieper gevoel, een soort spierpijn langs de dunne lijnen van de stok. De gember lijkt ook uit te werken, toch voelt het als een enorme verlichting wanneer de plug langzaam naar buiten getrokken wordt. “Ik hoop dat jullie allemaal jullie les geleerd hebben!” klinkt het met luide stem uit de deuropening. “Ja mevrouw,” mompel ik. Ook de anderen klinken minder enthousiast, maar het wordt door de vingers gezien. “De lichten gaan uit, ik wil geen geluid meer horen. Welterusten dames.” De groet wordt beantwoord en de lichten gaan uit. Even zie ik de blik van Lina, geen blik van opluchting maar van pijn en schaamte. Waarschijnlijk zie ik er net zo uit. Woordeloos ga ik op bed liggen en kruip onder de deken. Ik trek mijn knieën op tot aan mijn borst. Met mijn hand wrijf ik over mijn billen en voel een voor een de strepen die wel een centimeter uit lijken te steken. Ik draai op mijn buik en duw voorzichtig de deken een stukje van mijn achterwerk af in een poging alles een beetje draaglijker te maken. Langzaam zak ik weg met nog maar een gedachte aan de rand van mijn bewustzijn: slapen op de eigen slaapzaal is toch een stuk verstandiger dan bij de jongens.

Te laat (1)

Een toevallige digitale ontmoeting mondde uit in een gezamenlijk verhaal over een gedeelde fantasie…. het was me een waar genoegen Diderod om dit verhaal met jou te schrijven!

Ik kijk in de spiegel en mijn blik vangt de jouwe. Je bekijkt opvallend aandachtig hoe ik de borstel door mijn lange golvende haar laat glijden. Onbewogen sta je daar, ik probeer je blik te duiden. Een mysterieus glimlachje op je lippen. Je ogen volgen mijn armbeweging en ik voel je blik vervolgens over mijn billen glijden. Een siddering gaat door mijn lijf. ‘Je ziet er prachtig uit lieverd.’ Je zet een stap in mijn richting en met jouw hand omvat je mijn hand en de borstel. Je legt de borstel neer en neemt me in je armen en geeft me een innige kus. ‘Meisje… wat moet ik toch met jou’.

Ik weet dat ik te ver ben gegaan dit keer. Ik moet je tot waanzin hebben gedreven. Ik hoorde de lichte paniek in je stem toen je me eindelijk aan de telefoon kreeg en ik zag de wanhoop in je ogen toen ik vannacht ineens in de slaapkamer stond. Er viel al een voorzichtige straal zonlicht door de ramen.

Het was weer zo’n avond. Een dansende mensenmassa. Verhitte en opgetogen lijven. Golven van opwinding trillend op de muziek. Ik werd erdoor meegenomen. De tijd leek stil te staan. De alcohol vloeide rijkelijk. Lachende gezichten, een zinderende zomeravond. Bewegende monden. Nietszeggend maar toch allesomvattend. Drukke uitbundige gebaren. Ik ging uit mijn dak. Het was lang geleden. Een klamme hand om mijn middel. Een man op leeftijd met een jongensachtige blik. Misschien was mijn met zorg uitgekozen truitje toch net iets te kort. Onze lichamen deinden mee op de maat van de muziek. We smolten voor even samen en dansten alsof ons leven er vanaf hing.

Ik zou slechts één drankje gaan doen in de stad. Één drankje om te vieren dat Hanna eindelijk bij die lul van een vent weg was. Ze voelde zich vrij en met één drankje had ik haar zeker tekort gedaan. Ik liet me meenemen in haar enthousiasme -ik heb echt zó veel goede verhalen over die nieuwe tent- en voor ik het wist was ging de avond over in de nacht, mijn telefoon diep weggestopt in m’n tasje.

‘Je laat me echt geen keus lieverd.’ Ik haat het als je zo tegen me praat. Ik heb je diep teleurgesteld. Terwijl jij het dierbaarste bent wat ik heb. Het liefst zak ik ter plekke door de grond. Ineens stopt de omhelzing en je neemt me resoluut bij m’n arm mee naar de slaapkamer. Ik durf niet eens tegen te stribbelen, ik volg gedwee. Zwijgend stroop je m’n spijkerbroek naar beneden en zet je je duimen achter het elastiek van mijn slipje. Je zit op de rand van het bed en ineens lig ik over je knieën. Kwetsbaar, mijn billen hulpeloos in de lucht.

Een regen van slagen daalt neer op mijn billen. Ik hap naar adem. Waar je gewoonlijk mijn billen uitgebreid laat wennen aan jouw handen voel ik nu dat het menens is. Ik klem mijn kiezen op elkaar en probeer het pak slaag stilletjes te ondergaan. Ik heb het verdiend. De slagen zijn te hard voor mijn tere billen. Ik ben nog niet zoveel gewend. Ik wil niet huilen, niet meteen. Maar ik voel mijn tranen opwellen in mijn ogen. Ik voel mijn billen branden en een rode gloed zal nu al onmisbaar zijn. Je stopt een ogenblik.

‘Ik vraag zo weinig van je lieverd. Maar je zet me op deze manier voor schut’. Je hervat het ritme en ik voel mijn handen klam worden. Ik probeer stil te blijven liggen maar dit blijkt onmogelijke opgave. Ik weet niet hoe lang ik dit nog vol ga houden. ‘Dit is pas warming up lieverd, ik ben echt nog lang niet met jou klaar’, zeg je alsof je mijn bange gedachten kan lezen. Het lukt me niet langer om stil te blijven liggen en ik probeer met m’n handen m’n billen te beschermen. Je klemt met één hand mijn polsen bijeen en dwingt ze op m’n rug. Het helpt me om me over te geven en even lig ik weer stil. Hij stopt even.

‘Geen handen voor je billen houden meisje. Je krijgt écht straf dit keer’. Straf. Nooit eerder nam hij dit woord in de mond. Die paar keer dat hij me over zijn knie heeft gelegd was naar aanleiding van kleine vergrijpen: een brutale opmerking, of, omdat ik te lui was om boodschappen te doen, terwijl het echt mijn beurt was. ‘Straf’ werd het niet genoemd. Wel heeft hij eens gedreigd met de haarborstel toen ik hem onterecht uitschold voor ‘lul’. Ik hoop maar dat hij dat vergeten is. Haarborstels doen pijn als ik de verhalen mag geloven.

Zijn klappen worden harder. Scherpe kletsende geluiden vullen de slaapkamer en vermengen zich met mijn steeds opzichtig wordende ge-auw. Ik weiger nog altijd te huilen. Hij voert zijn tempo op, zoals hij dat altijd doet aan het einde van een pak slaag. Tijdens de laatste klappen bijt ik op mijn tanden. Hij stopt, gebiedt me op strenge toon op te staan en pal voor hem te gaan staan. Even hoop ik dat dit moment ook echt het einde is. Ik wil huilen, omhelzen, in hem kruipen, hem zeggen dat het me spijt, en leg mijn hand op zijn middel. Hij pakt mijn pols en duwt mijn arm weer langs mijn zij. ‘Dat is nog niet de bedoeling, meisje.’ Zijn afstandelijkheid raakt me. Voordat hij loslaat knijpt hij me gelukkig kort en liefdevol in de bovenarm. Dan staat hij op.

Ik sta met mijn slipje en broek op de knieën tegenover hem. ‘Kijk me aan!’, zegt hij. Ik kijk omhoog en schrik opnieuw van de woede in zijn ogen. ‘Je snapt dat het nog niet is afgelopen?’ Het kost me moeite om te antwoorden.

‘Ja’, fluister ik zacht. ‘Ja wie?’, vraagt hij. ‘Even netjes met twee woorden praten en mijn naam uitspreken! En graag luider want ik hoor je nauwelijks.’ Ik kan wel door de grond zakken. ‘Ja Stan, ik snap dat het nog niet is afgelopen.’ Ik zeg het op net iets te boze toon. Stan pakt me bij zijn bovenarm en wijst op de kussens van het bed. Pak er maar twee, leg ze op het midden van het bed en met je heupen op de kussens op je buik liggen.’ ‘Ja-jaaah’, het was eruit voordat ik er erg in had. Het kost me twee flinke klappen op mijn billen. Auw! Normaal is hij nooit zo streng.

Ik ga over de kussens liggen zoals mij is gevraagd. Mijn billen bollend in de lucht. Ik hoor zijn ademhaling en het geritsel van leer en ijzer. ‘De riem, oh my god’ ‘Maar’, zeg ik,’… is dat echt nodig?’ ‘Hou je mond!’, zegt hij. ‘Ik geef je er veertig, je telt en bij elke tel zeg je: ik zal nooit meer zonder iets te laten weten laat thuis komen. Luid en duidelijk. Heb je dat begrepen?!’ ‘Ja Stan’, hoor ik mijzelf zeggen. Ik haat dit. Tellen en dit soort zinnetjes opdreunen. ‘Ben je er klaar voor?’, vraagt hij. Iets in me wil heel hard ‘neeee’ roepen, maar ik kijk wel uit. ‘Ja Stan, ik ben er klaar voor.’

De eerste slag met de riem ontneemt me mijn adem. Een scherpe pijn kruipt van mijn billen omhoog. ‘Hoeveel?!!!’

‘Één. Ik zal nooit meer zonder iets te laten weten laat thuis komen!’ Auw! De ‘twee’, ‘drie’ en ‘vier’ volgen snel. Nog nooit heeft hij me zo hard met de riem gegeven. Mijn billen gloeien. Na tien slagen lijkt te pijn gek genoeg wat minder te worden. Na twintig stopt Stan even. ‘Ben je je les aan het leren meisje?’ Ik zucht, ‘ja Stan’.

De laatste twintig slagen zijn hard. Maar te doen. Tot mijn verbazing.

Hoe warmer mijn billen worden, hoe minder venijnig de slagen voelen. Na de ‘veertig, ik zal nooit meer zonder iets te laten weten laat thuiskomen!’, voel ik me opgelucht en een tikkeltje opgewonden.

Dit was het. Knuffeltime!

Niet dus. ‘Sta op en kom voor me staan!’ Even dacht ik dat ik weer een preek kreeg. Maar nee. . ‘Doe je broek en onderbroek maar gewoon uit, leg ze netjes op bed, en ga de haarborstel halen uit de badkamer! NU!’

Ik schrik van zijn stem, doe mijn broek en onderbroek uit en loop in enkel een T-shirt naar de badkamer. De haarborstel ligt na nog onbewogen op de rand van de wasbak. Ik vrees voor wat gaat komen en treuzel wat. ‘Nu terugkomen!’, hoor ik uit de slaapkamer.

‘Mooi, hou die borstel maar even in je hand zo. Je gaat in de hoek staan, en voor een flink tijdje en blijft daar staan totdat ik terugkom. Hup! Nu! Handen met haarborstel op je rug.’ Ik doe wat hij vraagt. Ik sta in de hoek en voel hoe zwaar deze haarborstel is. Tot mijn verbazing lijkt hij te vertrekken. ‘Zo blijven staan, zo lang als het duurt, je blijft hoe dan ook staan. Als ik terugkom krijg je ongenadig hard met de haarborstel. Duidelijk?’ ‘Ja Stan’, mompel ik enigszins overrompeld. Ik hoor de deur dichtslaan. Mijn billen voel ik bonken. Ik moet me bedwingen om niet over mijn billen te wrijven. Ik knijp mijn handen fijn in de haarborstel. Waarom gaat hij nu weg en laat hij me alleen hier? En ‘ongenadig’ ook weer een woord die hij nooit gebruikt. Wat staat me te wachten? De haarborstel. Een rilling trekt over mijn rug en ik heb het ineens ijskoud.

Ik wacht voor mijn gevoel al twee uur. Zou hij me vergeten zijn? Misschien is hij boodschappen gaan doen en even wat koffie gaan drinken bij een vriend? Het is per slot van rekening een vrije zondag. Buiten hoor ik vogels vrolijk fluiten. Het duurt lang, te lang. Ik voel mij alleen. Alleen gelaten. Dit is niet leuk meer. Ik wil hem roepen maar durf niet. Ik was fout ik weet het, en zelfs als hij me tot de avond hier laat staan, ik heb het verdiend. Waar blijft hij nou?’

Dan komt hij binnen. Ik schrik ervan. Stan heeft de leuningloze stoel uit de logeerkamer meegenomen en zet hem voor het bed neer. ‘Het laatste deel van je straf gaat beginnen, en deze zal aankomen!’ Ik wil ook dat hij begint, ik wil ervan af. Hij gaat zitten op de stoel en roept me bij hem. Ga eens even op je knieën voor me zitten! Ik doe het. ‘En kijk me aan!’ Hij spreekt ineens niet luid meer maar zacht. ‘Hoe voelde je je daarnet?’ ‘Alleen’, zeg ik, ‘waar was je al die tijd?’ Hij glimlacht even en ik realiseer me nu pas waarom ik zo lang alleen moest staan. ‘Zo voelde jij je vannacht zeker ook’, mompel ik.

‘Juist! Luister eens goed nu naar me. Ik ben je partner, en zal je nooit kooien of knechten. Ik laat je vrij rondvliegen, want zo ben je voor mij de mooiste vogel. Ik houd van je. Dat weet je toch?’ Ik knik van ja. Ik zie zijn blik, streng, maar zijn ogen staan droef. Zijn stem klinkt ineens enorm kwetsbaar. Ik voel tranen opwellen en een brok nestelt zich in mijn keel. Ik heb hem echt teleurgesteld. ‘Maar ik ben een man. En jij mijn liefde.’ Ik knik weer, maar kan hem niet aankijken. Met zijn hand onder mijn kind beweeg hij mijn hoofd weer naar hem toe. ‘Kijk. Me. Aan. En luister naar me. Een man moet zijn liefde kunnen beschermen. Ik weet dat ik ouderwets klink, maar zo ben ik. En je weet dat. Het is de reden waarom ik wil weten waar je bent en dat je contact met me houdt. Want als er iets misgaat, moet ik er voor je kunnen zijn. Dat is heel belangrijk voor me. Nogmaals, je mag alles doen, dansen en drinken en liefhebben, zolang ik in staat ben er voor je te zijn als het moet. Ik vertrouwde erop dat jij dit begreep, want dit is niet de eerste keer dat ik dit zeg.’

Zijn woorden zijn messteken in mijn hart. Hij heeft gelijk. Hoe vaak heeft hij niet gezegd dat ik mag doen wat ik wil, míts ik laat weten waar en hoe. ‘Je houdt toch nog wel van me?’, vraagt hij. Zielsveel, wil ik zeggen, je bent mijn leven, mijn alles, maar mijn stembanden doen het niet meer. Ik huil en probeer mijn stem weer te vinden. Liever heb ik een keihard pak op mijn billen dan nog meer dan deze preek, Ik heb het verknald. Mijn grote liefde pijn gedaan en teleurgesteld. ‘Ik wil dat je me keihard straft’, zeg ik huilend, ‘ik heb niet anders verdiend’.

‘Dat ga ik doen meisje. Ik ga je met de haarborstel een pak slaag geven die je nog lang zal heugen. Je mag huilen brullen schreeuwen maar ik zal pas stoppen wanneer ik vind dat je genoeg bent gestraft. En vergeet niet, ik doe het uit liefde. En ik zal het elke keer opnieuw doen zolang jij je niet weer te gedragen’. Je geeft me een kus op mijn voorhoofd en pakt me bij mijn bovenarm en trekt me opnieuw over je schoot heen. Een moment ben ik blij dat die vreselijke preek voorbij is maar zodra ik de haarborstel op mijn billen voel neerkomen zou ik willen dat de preek eindeloos had geduurd. Op deze pijn ben ik niet voorbereid. Het zware hout dreunt op mijn billen die toch al zo beurs aanvoelde.

Ik voel de woede die in je uithalen zit. Ingetogen, want jij zal je beheersing nooit verliezen. Mijn rots in de branding, mijn stabiele thuishaven. Je laat de borstel in een rap tempo op mijn billen neerkomen. Boven, onder, links, rechts. Je slaat geen plekje over. Ik voel mijn verzet hevig toenemen. Uit alle macht probeer ik mijn billen te beschermen maar je geeft me geen kans. Je duwt mijn handen resoluut op mijn rug en gaat onverstoorbaar verder. Mijn billen staan in vuur en vlam. Ik probeer m’n billen weg te draaien om je slagen te ontwijken. Je klemt je been over mijn benen zodat ik geen kant meer op kan. Mijn tranen hebben vrij spel. ‘Asjeblieft Stan stop het is te veel’, snik ik. Je bent ongevoelig voor mijn smeekbedes.

Ik voel me zo ontzettend klein. Inmiddels lig ik luid snikkend over Stan zijn schoot. Alle schaamte en alle weerstand zijn weg. Ik voel me gebroken. Dikke tranen druppen op de vloer. Ik voel dat het stugge hout zijn sporen nalaat. Het voelt alsof de borstel in mijn billen gegriefd staat. De borstel die ik nog niet zo lang geleden nietsvermoedend door mijn haar liet glijden. Ik herinner me het mysterieuze glimlachje van Stan nog. Was hij dit toen al van plan met me? Wist hij toen al dat ik niet veel later luidkeels schreeuwend over zijn schoot zou eindigen? Een pak slaag in ontvangst nemen zoals ik nog nooit gehad had? Ik kan niet meer. Ik lig hartverscheurend te huilen en voel me alleen nog maar immens verdrietig. Ik voel de zwaarte van de borstel afnemen. Er zit meer tijd tussen de slagen. ‘Kom maar meisje, laat het maar los’.

En los laat ik. Alles. De pijn, mijn verzet, de spijt voor die onbezonnen acties. Ik huil zoals ik nog nooit gehuild. ‘Het spijt me zo’, zeg ik met een kraakstem, ‘echt, ik zal je nooit meer zo behandelen.’ ‘Nee, meisje dat ga je nooit meer doen’, hoor ik hem zeggen. Hij grijpt me even goed vast bij mijn middel. ‘En de laatste harde tikken die ik je zometeen ga geven, zullen een je hieraan herinneren.’ De klappen zijn snoeihard en volgen elkaar in vliegend tempo op. Ik schreeuw het uit van de pijn, kronkel maar hij houdt me in zijn ijzeren greep, ‘Noohooit meer, echt echt nooit meer, alsjeblieft stop, ik beloof het!!!!’, smeek ik. Een keiharde tik volgt. ‘Nooit meer?’, vraagt hij. ‘Nooit meer’, huil ik.

‘Dan is het genoeg zo.’

Ik lig nog op zijn schoot uit te huilen. Hij wrijft zacht over mijn beurse billen. De kleinste streling bezorgt me kippenvel. ‘Kom even op adem en kom dan op mijn schoot zitten. Je weet hoeveel ik van je hou en dat ik dit daarom moest doen.’ Zijn stem is rustig, maar door zijn laatste woorden ga ik nog harder huilen. Gelukkig helpt hij me overeind, pakt een kussen van het bed, en legt deze op zijn schoot. ‘Kom’.

Ik ga zitten en verdwijn in zijn armen. Mijn billen doen pijn, maar het voelt goed. Ik kijk hem aan en zie dat alle boosheid en verdriet uit zijn ogen is verdwenen. Hij kust me kort. ‘Het is voorbij nu’ zegt hij. ‘Dit was echt straf meisje en je had het echt verdiend.’ Maar vanaf nu hebben we het er niet meer over. Schone lei. Ik neem aan dat je je les geleerd hebt?’ Hij stelt de vraag lachend. Zijn leuke lach. Nog altijd biggelen er tranen uit mijn ogen, maar een klein lachje kan er al af: ‘Ja dat weet ik heel heel heel erg zeker’.

We omhelzen elkaar, kussen en knuffelen. Hij tilt me op met zijn sterke armen en legt me zachtjes in ons bed. Ik voel een enorme rust op me neerdalen. Het is nog middag, maar de korte nacht en de zenuwen hebben hun werk gedaan. ‘Ik hou van je, zoveel’, zeg ik als hij naast me gaat liggen en me naar zich toe trekt. Ik weet zijn antwoord, maar hoor het niet meer. Net voor ik in slaap val, voel ik zijn hand geruststellend op mijn billen.

Schokeffect

Toen ze de deur had opengedaan, bijna letterlijk stuiterend van opwinding, was het eerst wat ongemakkelijk geweest. Maar ja, wat wil je, als je elkaar al meer dan een jaar niet meer in persoon hebt gezien. Het contact was wel levendig gehouden door wekelijkse, zo niet dagelijkse, appjes over en weer. Waarin er heel wat afgeplaagd werd ook. Maar als hij dan plots voor je staat, ja, dat is toch wel een beetje gek. Het is ook de eerste keer dat ze met hem alleen is. Vorige keer dat ze hem zag, was in een grote groep. Allemaal leuke mensen met wie ze contact had gehouden. Ook met hem. Dat contact verdiepte zich naarmate ze zich meer bloot durfde geven en ze steeds intensere en serieuzere gesprekken gingen voeren. Over de app weliswaar. Nooit in persoon. Daarvoor was de afstand te groot. Maar nu is hij terug in het land, dus had ze hem uitgenodigd om bij haar te komen eten. Gezellig, had ze gedacht. Maar het begin van de avond was dus vrij stroef verlopen. Ook hij leek eerst niet goed te weten hoe zich te gedragen. Maar gaandeweg kwamen de gesprekken op gang en werd de sfeer losser. Inmiddels stond het hoofdgerecht op tafel – ze had zich uitgesloofd in de keuken, omdat ze een goede indruk wilde maken, maar ook gewoon omdat ze het leuk vond om eens helemaal los te gaan met koken – en waren er al redelijk wat plagerijtjes uitgedeeld. Vooral van haar kant. Af en toe een kleine opmerking, een steekje onder water. Hij vond dat best grappig, ook als ze op de app zo deed. Het was een onontbeerlijk deel van hun vriendschap. Via app was ze natuurlijk wel veilig. Hij zat immers aan de andere kant van de wereld, een jaar in Zuid-Afrika, voor het werk. Nu zit hij aan de andere kant van de tafel. Vooralsnog krijgt ze niet heel veel reactie uit hem. Ze weet ook nog niet goed of ze dat wel wil. Ergens wel, maar het is ook eng. In elk geval kan ze het niet laten om wat te plagen. De borden zijn leeg, de magen gevuld.

Ze stapelt de borden op elkaar. “Nee, blijf maar zitten,” geeft ze aan, als hij aanstalten maakt om recht te staan. “Op jouw leeftijd moet je niet te veel meer tillen, dat kan je rug niet aan.” Ze grijnst erbij. Zijn leeftijd – hij is 7 jaar ouder – is een vast onderwerp voor het geplaag. “Zo oud ben ik niet,” lacht hij. En hij staat recht. Plots staat hij vlak voor haar, een kop groter dan zij. De sfeer is veranderd. Voor een buitenstaander zou het onmogelijk op te merken zijn, maar ze voelt het. Snel probeert ze zich uit de voeten te maken, maar hij verspert haar de weg. Staat tussen haar en de keuken in. Even aarzelt ze. Moet ze de borden terug op tafel zetten? Nee, ze wil zich niet laten doen.

“Laat me er even langs,” zegt ze lachend. Lachen is nu haar enige verdedigingsmiddel. Dat weet hij vast ook.

Tot haar verrassing laat hij haar er inderdaad langs. In de keuken stopt ze de borden en het bestek in de vaatwasser. Intussen ademt ze diep uit. Nu pas beseft ze dat ze haar adem had ingehouden. Zou hij, zou hij niet? Enerzijds hunkert ze ernaar. Anderzijds is het doodeng. Er is niets afgesproken. Hij zal vast niets doen, bedenkt ze.

“Zal ik je zout geven voor je koffie?” vraagt ze als ze de woonkamer terug binnenkomt. “Of zal ik lief zijn en toch maar de suikerpot op tafel zetten?”

“Zou je dat durven?” vraagt hij met een twinkeling in zijn ogen. Hij zet een stap naar voren, tot hij vlak voor haar staat. Oncomfortabel dichtbij.

Ze zet een stap naar achteren. “Wie weet,” antwoordt ze. Meteen zet hij nog een stap naar voren, zij gaat weer naar achteren. Zenuwachtig slikt ze. Dan staat ze met haar rug tegen de muur. Letterlijk.

“Jij bent al de hele avond aan het plagen en uitdagen.”

Ze zegt niets. Er valt niets te zeggen, het is zo. Het was niet per se de bedoeling, maar het is sterker dan haarzelf. Hij roept dat bij haar op. Ze kan er niets aan doen. Maar dat zou hij natuurlijk nooit als excuus aanvaarden. Dus zwijgt ze. Ze probeert haar blik niet neer te slaan, hem te blijven aankijken, maar verliest het gevecht met zichzelf en zijn sterke wil. Voor het eerst die avond raakt hij haar aan. Zacht grijpt hij haar elleboog. Ze verzet zich niet als hij haar omdraait, met haar gezicht naar de muur. “Het wordt tijd dat jij een toontje lager zingt.” Met haar blik op de grond gericht en haar rug naar hem toe, blijft ze staan. Ze beseft maar al te goed dat ze zonet in de hoek is gezet. Haar wangen worden rood van schaamte.

“Til je jurk op tot boven je billen,” klinkt zijn stem achter haar. Ze schrikt. Dit kan hij niet menen. Toch? Meteen beseft ze dat hij het wel meent. En dat er niet veel ruimte is voor tegenspraak. Zeker, als ze echt niet zou willen, kan ze dit zo stoppen. Maar ze wil het wel. Ze wil op haar plek gezet worden. Door hem. Ze wil dat hij haar al het geplaag betaald zet. Van vanavond, maar ook van het afgelopen jaar. Veilig had ze zich gevoeld. Wel, nu is ze niet meer veilig. Dat beseft maakt haar licht in het hoofd. Zorgt dat haar gedachten tot stilstand komen. Ze denkt niet meer na. En dus doet ze wat hij vraagt, tilt haar jurk op tot boven haar billen. Vingers haken zich achter haar onderbroek, die tot halverwege haar dijen naar beneden wordt getrokken.

“Blijf zo maar even staan,” hoort ze. En dan verdwijnt zijn nadrukkelijke nabijheid. Hij is vast weer gaan zitten. Kijkend naar het uitzicht van haar blote billen in de hoek. Intens klein staart ze naar de grond. Zo klein, dat het haar duizelt. Na wat slechts dertig seconden lijkt, maar achteraf 10 minuten zou blijken te zijn, roept hij haar bij zich. Aarzelend draait ze zich om. Moet ze haar jurk nog omhoog houden? Ze besluit het erop te wagen en laat de stof los. Hem aankijken kan ze niet. Dus blijft ze gewoon staan, haar blik nog steeds op de grond gericht.

“Kom voor me staan.”

Voetje voor voetje schuifelt ze naar voren, zich pijnlijk bewust van het kleine driehoekje stof dat te laag tussen haar dijen hangt.

Een vinger onder haar kin dwingt haar om hem eindelijk aan te kijken. Hij zit, zij staat en toch lijkt hij nog steeds boven haar uit te torenen. Het voelt verkeerd om hem recht in de ogen te kijken, maar hij geeft haar geen keuze. “Je weet dat je dit verdient,” zegt hij. Haast onmerkbaar knikt ze. De vinger onder haar kin verdwijnt. Opluchting. “Waarom dan wel?” O nee, ze wil dit niet zelf moeten zeggen. Even blijft het stil. Hij wacht, geeft haar de tijd om zichzelf tegen te komen. “Omdat ik je zo vaak heb uitgedaagd,” fluistert ze uiteindelijk.

Hij knikt. Ze ziet het niet, want haar ogen zijn op haar tenen gericht, maar ze voelt het. “Dat heb je zeker.” Ze hoort de grijns op zijn gezicht.

“En je vindt het zelf leuk,” barst ze plots uit. Nu kijkt ze hem wel aan. Zijn ogen staan vastberaden. “O zeker vind ik het leuk. En ik zal het nog leuker vinden om het jou betaald te zetten.”

Opnieuw slaat ze haar ogen neer. Liefst had ze ook haar handen over haar oren gehouden, maar dat plezier wil ze hem niet gunnen.

“Vraag me erom,” zegt hij dan.

Wat? Wat! Nee. Dat kan ze niet. Zwijgend schudt ze haar hoofd. Meteen heeft hij haar oor in een houdgreep. Opnieuw dwingt hij haar om hem aan te kijken.

“Vraag me erom,” herhaalt hij.

Shit, dit is erger dan eerst. Gejammer ontsnapt uit haar keel. Haar handen grijpen naar de hand die haar oor vasthoudt, maar ze maken geen schijn van kans tegen zijn gespierde arm. Stilzwijgend voert ze het gevecht met zichzelf.

“Wil je me alsjeblieft straffen?” Nauwelijks meer dan een gefluister. Blijkbaar is het goed genoeg. Hij laat haar oor los en neemt in plaats haar pols vast.

“Kom maar liggen.”

Ongemakkelijk buigt ze zich voorover. Hij begeleidt haar beweging, zodat ze nog vrij elegant over zijn knie terecht komt. Met beide handen tilt hij haar jurk omhoog. Nu steken haar blote billen hoog de lucht in. Met zijn linkerhand omvat hij haar heup, de rechter laat hij nonchalant op haar billen liggen.

“Tijd om jou een toontje lager te laten zingen, jongedame,” zegt hij plagend. “Geloof me, als ik met je klaar ben, ben jij even klaar met plagen.”

Ze slikt. Ze gelooft hem.

“Vind je zelf niet ook dat je dit verdiend hebt?”

“Ja,” fluistert ze. Het is haar finale toestemming met wat er staat te gebeuren. Ze weet best dat ze hiermee een ongelofelijk pak slaag over zichzelf afroept. Maar het is wel waar: ze heeft het verdiend. Hoe vaak heeft ze hem niet uitgedaagd, hem willens en wetens jeukende handen bezorgd, in het besef dat ze veilig was, dat hij haar niets kon doen? Ze heeft dit meer dan verdiend.

“Ja wie?” klinkt het streng.

“Ja meneer.” Zei ze nu net “meneer”? Maar het voelt goed zo. Als er iemand is die ze meneer kan noemen, is hij het wel. Door de vele appjes hebben ze een hechte band gekregen. Maar doordat ze elkaar niet in persoon zagen, is er toch een zekere afstand. Ja, “meneer” is de goede aanspreking. Blijkbaar vindt hij dat zelf ook, want zijn rechterhand verdwijnt van haar bil.

“Kijk daar eens,” wijst hij aan.

Ze kijkt. En slikt. Een stuk of tien instrumenten, de ene nog enger en afschrikwekkender dan de andere, liggen voor haar op de salontafel. Die moet hij daarnet hebben klaargelegd.

“Die ga je vanavond allemaal voelen. Zitten zit er voor jou voorlopig niet meer in.”

Veel tijd om daarover na te denken krijgt ze niet, want meteen landt zijn rechterhand op haar bil. Het is begonnen.

In haar fantasie was dit altijd het moment waarop het stopte. De spanning vooraf, de vernedering van met blote billen over zijn knie te liggen. Dat deed het voor haar. En de pijn, ja, die hoort erbij, maar die voel je niet in je fantasie. Nu beseft ze plots dat de ergste vernedering nog moet komen: het moment waarop ze niet langer stil kan liggen, waarop ze haar pijn wel moet tonen. En natuurlijk zal hij dan niet stoppen. Hij zal pas stoppen als zij de controle over zichzelf helemaal verloren is. Als ze helemaal en volledig verloren heeft. Als ze al haar pijn en kwetsbaarheid open en bloot aan hem heeft laten zien. Ze kan enkel proberen om dat moment zolang mogelijk uit te stellen. Vermijden kan ze het niet. De kriebels in haar buik stuwen haar pijngrens de hoogte in. Ondanks haar benarde situatie wordt ze warm vanbinnen. Eindelijk. Zo is het goed. Hier moet ze zijn, over zijn knie. Hoe eng en vernederend het ook is. Eindelijk is ze thuis.

Volwassenheid (9)

Gina kijkt weg en draait zich weer terug. Waarom kon ze zich niet inhouden? Geamuseerd drinkt hij zijn koffie op. Hij ziet dat ze nadenkt en dat ze zichtbaar gefrustreerd is. Hij neemt de tijd om haar goed in zich op te nemen. 

‘Aangezien je het nodig vond om mij voor schut te zetten ten overstaan van mijn vader leek het me eerlijk om je ook te straffen in het bijzijn van mijn vader.’

Gina verstijfd. Dat zal toch niet? ‘Toch heb ik besloten dat niet te doen.’

Gina zucht opgelucht. ‘Kom bij me.’

Haar hart maakt een sprongetje als ze in zijn ogen kijkt. Hoe krijgt ze zichzelf toch elke keer weer in deze positie? ‘Kijk me aan Gina. Als je zo doorgaat dan zal ik je elke dag moeten straffen. Dat wil ik niet. Je gaat serieus met je gedrag aan de gang. Anders zal ik er wel voor zorgen dat je een gehoorzame vrouw wordt, maar dan op een andere manier.’

Gina slikt. Ze weet niet dat hij alleen maar zit te bluffen. 

‘Over de knie nu.’

Hij blijft haar strak aankijken. Even sluit ze haar ogen en haalt ze diep adem. Een beetje onhandig gaat ze over zijn schoot liggen. Jonas laat er geen gras over groeien. Hij begint haar meteen hard en snel op haar billen te slaan. Verschrikt trappelt ze met haar voeten. In korte tijd zet hij haar billen in vuur en vlam. Het duurt dan ook niet lang voor hij weer stopt. Er prikken tranen van pijn in haar ogen. 

‘Sta op.’

Snel krabbelt ze overeind. Ze heeft hem nog niet eerder zo boos horen klinken. Hij knikt naar de schouw. Zonder dat hij iets hoeft te zeggen voelt ze wat ze moet doen. Als ze de lat van de schouw pakt kan ze het huilen niet meer tegenhouden. Zonder hem aan te kijken overhandigt ze hem het tot nu toe meest gevreesde voorwerp. Haar lichaam trilt als ze zich over de leuning heen buigt. Als ze zijn hand troostend op haar rug voelt moet ze nog harder huilen. ‘Kom eerst maar even tot rust.’

Het lukt haar niet goed om te kalmeren. ‘Ik vind dat je vreselijk tegen me gesproken hebt. Erg onredelijk ook. Ik vind niet dat ik dat verdiend heb. Ook vind ik het niet kunnen dat mijn vrouw zich zo onbeheersbaar kan laten gaan. Dus ik vind dat een passende straf op zijn plaats is.’

Gina luistert naar zijn stem. Dat maakt haar rustiger. Hij heeft gelijk. Het was onbehoorlijk hoe ze tegen hem gesproken heeft en totaal onterecht.

Ondanks de spanning trilt ze niet meer. Dat is voor hem het teken dat ze er klaar voor is. Hij brengt de lat op en geeft haar de eerste, hard tik. Wanhopig hapt ze naar adem. Dit doet heel veel zeer. Ze knijpt een kussen fijn, maar presteert het om te blijven liggen. Het voelt als een brandende striem. Met moeite kan ze de verleiding weerstaan om het brandende gevoel van haar billen te wrijven. De volgende brandt mogelijk nog erger. Bij de derde slaat ze met haar vuisten in het kussen. ‘Au au au. Ik kan dit niet!’

Hij glimlacht om haar strijd. Ze doet zo haar best. ‘Ja hoor, dit kan jij wel.’

De vierde en vijfde komen zo rap achter elkaar. Daar was ze niet op bedacht. Boos veert ze op. Daar staan ze dan, neus aan neus. Zijn ogen spreken boekdelen. ‘Terug! Meer kansen krijg je niet. Geloof me, je wil het echt niet meemaken dat ik echt boos word.’

Zijn woorden laten haar rillen. Met grote tegenzin gaat ze weer in positie liggen. 

Jonas wisselt het tempo. Hij wil haar van haar stuk brengen. Het duurt dan ook niet lang voor ze zielig snikkend over de leuning ligt. Al haar verzet heeft ze opgegeven. ‘Zo hoort het meisje. De laatste tien krijg je om je een herinnering te geven zodat je je de komende tijd gedraagt.’

‘Nee nee nee alsjeblieft niet meer.’ Snikt ze wanhopig. 

‘Toch wel. Laat jij maar weten wanneer je er klaar voor bent.’

Even overweegt ze net zo lang niks te zeggen tot het tijd is om naar bed te gaan, maar die gedachte laat ze snel varen. In deze positie is het niet bepaald handig om hem uit te testen. 

Met haar hand veegt ze haar tranen weg. Een paar keer ademt ze diep in en uit. 

‘Ik ben er klaar voor Jonas.’

‘Goed dan. Het zal niet makkelijk voor je worden, maar ik verwacht dat je je best doet en in positie blijft liggen.’

Zonder op antwoord te wachten laat hij de eerste tik neerkomen. Verschrikt schudt ze haar hoofd. Dit doet nog veel meer zeer dan de eerste ronde. Elke drie seconde voelt ze die vreselijke lat neerkomen. Als een slappe vaatdoek hangt ze snikkend over de leuning. Zichzelf berustend in haar lot. Als ze de laatste, ergste tik voelt vloeit ook het laatste restje spanning uit haar lichaam.

Hij helpt haar met opstaan en hij houdt haar dan stevig in zijn armen. Zo blijven ze staan totdat ze alleen nog zachtjes snikt. ‘Het spijt me zo Jonas. Echt het spijt me heel erg.’

Hij geeft haar een kus. ‘Ik weet het lieverd.’

Hij veegt de losse haren uit haar gezicht. ‘Ga je maar even opfrissen. Daarna kunnen we nog even wat drinken.’

Gina pakt haar kleren en loopt voorzichtig naar boven. Elke beweging doet pijn. Even overweegt ze om dat onding te verbranden, maar als ze de pijn in haar billen voelt verwerpt ze die gedachte meteen. 

Als ze weer beneden komt zit hij in de woonkamer en heeft hij het gezellig gemaakt. 

Voorzichtig gaat ze naast hem op de bank zitten. Hij trekt haar knus tegen zich aan. ‘Gaat het meisje?’

Ze knikt. Hij kust haar. ‘Doet het veel zeer?’

‘Ja.’ Klinkt het klagend.

Hij glimlacht. ‘Heb je zin om morgenavond bij mijn ouders te eten? Zondag komen jouw ouders bij ons op de koffie. Maar als je geen zin hebt is het ook goed hoor.’

Een beetje vermoeid komt ze overeind. ‘Nee is goed, gezellig. Ik kwam je moeder nog tegen vandaag. We hebben afgesproken voortaan samen naar het dorp te gaan voor boodschappen.’

Jonas geeft haar haar glas aan. Ongemakkelijk wiebelt Gina wat heen en weer. 

‘Waarom laat je het niet bezorgen, dat is toch makkelijker?’

Gina haalt haar neus op. ‘Daar vind ik niks aan. Ik wil naar de supermarkt en de markt. Dat is veel gezelliger. Zeker samen met mijn schoonmoeder. Dan doen we iets samen.’

Jonas knikt. ‘Als jullie dat leuk vinden moeten jullie dat zeker doen.’

Zo wordt het toch nog een ontspannen avond. Ze kletsen wat en mijmeren over hoe Oscar en Shirley het hebben op reis. Het zit er al bijna op voor hun en ze kijken er naar uit om hun weer te zien.

‘Kom we gaan lekker naar bed.’

Gina laat zich graag meevoeren naar boven. Alle emoties en werkzaamheden op de dag hebben haar uitgeput. Als ze uit de badkamer komt zit Jonas op bed. ‘Kom eens hier.’

Hij klopt op zijn bovenbeen. Gina begint spontaan te huilen. ‘Ik heb echt genoeg gehad Jonas!’

Hij zucht diep. ‘Ik geloof niet dat ik om een discussie gevraagd heb.’

Ze is zo bezig met haar zelfmedelijden dat ze niet ziet wat hij van plan is. Als ze over zijn schoot ligt schuift hij haar slipje iets naar beneden. Hij pakt de tube zalf van het bed en knijpt er wat uit. Gina schrikt als ze de koele substantie op haar huid voelt. Meteen daarna ontspant ze als ze zijn hand voelt die voorzichtig over haar billen wrijft. ‘Meisje toch, je hebt nog zoveel te leren.’

Gina schaamt zich voor haar reactie. Wat haar betreft mag dit wel eeuwig duren. 

Ze is al bijna in slaap als hij haar omhoog helpt. Snel kruipt ze in bed. Als hij dit altijd doet na die vreselijke lat, dan mag het voorwerp toch blijven. Het duurt niet lang voor ze in een diepe slaap valt. 

Het is een droge winterdag. Gina is er al vroeg uit om de dieren te voeren. Als ze daarna gedoucht heeft maakt ze zingend en dansend een uitgebreid ontbijt. Het is immers weekend. Als Jonas fris en wel de keuke in loopt slaat hij een arm om haar middel. ‘Het getrouwde leven doet je goed’ Hij klopt veelbetekenend op haar billen. Gina bloost en doet haar best niet te laten merken dat het nog erg gevoelig is. ‘Wat heb jij er een werk van gemaakt zeg! Ik mag wel oppassen dat ik niet ontzettend aankom van al die lekkere verwennerijen van je.’

Gebiologeerd kijkt hij naar de taart. ‘Oh, maar het is allemaal heel gezond hoor. Dit is ontbijttaart, dat is allemaal heel verantwoord enzo. Alleen je croissantje met zelfgemaakte jam is wat minder verantwoord. En ik dacht ik maak een grote taart, dan kan ik wat aan je ouders geven vanavond.’

Jonas grijpt haar bij haar middel en trekt haar naar zich toe. Hij kust haar en streelt even teder over haar wang. ‘Ik heb zoveel geluk met jou. Ik kan me geen lievere vrouw wensen.’

Gina krijgt een kleur. ‘Ben je gek. Zo geweldig ben ik helemaal niet. Kijk maar naar gister.’

Jonas neemt het dienblad van haar over. Gina pakt de theepot mee. ‘Ieder echtpaar heeft onenigheid en strijd. Er zouden meer koppels moeten zijn die leven zoals wij. Dan zouden er veel minder echtscheidingen zijn. Een pak op de billen klaart de lucht.’ 

Gina snijdt een stuk van de ontbijttaart voor Jonas en schenkt een kop thee in. ‘Maar goed, jij kan toch ook wel eens iets doen waarvan we vinden dat het niet zo handig was of jij kan toch ook wel eens fouten maken.’

Jonas knikt. ‘Ja en dan praten we erover en krijg je alsnog billenkoek.’

Gina fronst. ‘Waarom?’

‘Omdat we daarna goede seks hebben.’ Lacht Jonas.

Gina hapt naar adem en gooit een servet naar zijn hoofd. ‘Jonas! Praat niet zo onbehoorlijk.’

De sfeer is meteen bepaald. Het is erg gezellig. Gina kletst honderduit over de dieren en hoe ze daarvan geniet. Ook kan ze niet wachten tot het voorjaar is om de mooie omgeving te kunnen schilderen. 

‘Morgen komen Oscar en Shirley weer terug. Zonde dat ze niet een langere reis hebben kunnen maken, maar ik denk dat ze dat in de zomer wel inhalen. Ik zal blij zijn als ik maandag weer met mijn broertje aan het werk ben.’

Gina weet zeker dat ze maandag even bij Shirley langs gaat. ‘Zullen we anders even wat boodschappen voor ze halen? Dan komen ze tenminste een beetje ontspannen thuis. En misschien kan ik wat te eten voor hun klaar zetten?’

Jonas knijpt zachtjes in haar hand. ‘Dat is lief van je. Dat gaan we straks zeker even doen. Ik wil vandaag ook nog een klein beetje werken. Hooguit een uurtje hoor, maar er is nog het een en ander blijven liggen.’

Gina knikt. ‘Goed. Ik ga even opruimen. Dan kan ik als jij werkt nog even wat schilderen als je het goed vindt.’

Jonas legt zijn vinger onder haar kin en dwingt haar hem aan te kijken. ‘Jij mag altijd schilderen. Of ik nou aan het werk ben of niet. Heb je dat begrepen lieverd?’

Gina slikt. ‘Ja maar…’

Hij geeft haar een tik op haar billen. Dat voelt ze behoorlijk na het pak slaag van gister. 

‘Begrepen?’

Nog even en ze verdrinkt in zijn ogen. ‘Ja schat.’

Hij knipoogt en drukt een kus op haar mond. 

Voor ze naar het dorp gaan wil Gina nog snel even de woonkamer stofzuigen. Dat doet ze wel een beetje op zijn Gina’s. Wat je niet ziet is er ook niet. Jonas kijkt het aan. Hij wil haar niet ergens op aanspreken. Hij ziet dat ze ontzettend haar best doet. Dan weet hij hoe hij haar kan helpen. ‘Zal ik de bank even voor je verschuiven? Dan kan je daarachter er ook bij. Je moet ervan profiteren als ik thuis ben liefje.’

Gina bloost. Ze zou er gewoonweg niet aan denken om iets te verschuiven om erachter ook schoon te maken. Teleurgesteld in zichzelf stampt ze de woonkamer door. Verwoede pogingen om haar tranen terug te dringen mislukken. Jonas drukt de stofzuiger uit. Bezorgd pakt hij haar vast. ‘Wat is er aan de hand? Heb ik iets verkeerds gezegd?’

Boos schudt ze haar hoofd. ‘Ik ben een waardeloze huisvrouw. Als je dat niet zou zeggen over de bank dan zou er over een jaar genoeg stof liggen om de boerderij mee in te pakken.’

Jonas kan er niks aan doen, maar hij moet erg lachen om haar dwarse, stampvoetende houding. ‘Het is niet grappig!’

Er stromen nog meer tranen over haar wangen. Hij neemt haar gezicht in zijn handen en kust haar. ‘Je bent zo lief. Het maakt toch niet uit. Je bent nog zo jong. Denk je dat onze moeders meteen alles konden? Mijn moeder deed de was toen ze net getrouwd was met mijn vader en alle witte overhemden van mijn vader waren daarna roze.’

Er verschijnt een glimlach op haar gezicht. ‘Zo erg ben ik dus niet.

Jonas schudt zijn hoofd. ‘Nee lieverd, je bent juist fantastisch.’

Volwassenheid (8)

Adeleine ruimt al fluitend de boodschappen op. ‘Ik hoop niet dat we je een naar gevoel hebben gegeven. Ik heb er persoonlijk nogal moeite mee hoe ze tegen je sprak.’

Adeleine haalt lachend haar schouders op. ‘Ik ben het gewend. Eigenlijk denk ik dat jij een beetje uniek in jouw soort bent. Als ze hoort dat ik jou Gina noem dan wordt ze gek. Jouw man ook trouwens.’

Gina heeft de mooiste vazen uit de bijkeuken gehaald. ‘Echt? Wat een onzin. Ik ben niet meer of minder dan jij. Ik zal nooit wennen aan dat standengezanik.’

Grinnikend schuift Adeleine de telefoon naar Gina. ‘Je hebt beloofd te bellen. Misschien moet je het even doen. Het is al aardig laat.’

Verschrikt kijkt Gina naar de klok. Dat is wel wennen dat ze nu een telefoon heeft en dat er verwacht wordt dat ze die ook gebruikt. ‘Bedankt dat je me eraan herinnert.’

Het duurt niet lang voor Jonas opneemt. ‘Goedemiddag Gina. Hoe gaat het?’

Gina zucht. ‘Zo klink je net alsof een klant je opbelt. Ik ben je vrouw hoor. Vanmorgen sprak je nog heel anders tegen mij.’

Er klinkt een geïrriteerde zucht. Meteen heeft Gina spijt van haar reactie. In plaats van het goed te maken maakt ze het alleen maar erger. ‘Als ik zin heb in een zakelijk gesprek dan zoek ik wel een baan.’

Nog zo’n geïrriteerde zucht. ‘Gina Clarckx, na het avondeten zorg jij dat je met je blote billen in de hoek gaat staan van de woonkamer. Zorg ervoor dat ik je er niet aan hoef te helpen herinneren. Daarna zal je wat beleven jongedame.’ 

Het kost haar grote moeite om niet hem de huid vol te schelden. ‘Heb je dat begrepen? Ik wil graag een reactie als ik met je praat.’

‘Voel je je nou stoer? Kunnen al je collega’s het horen? Stoer hoor om de baas te spelen over je vrouw! Zoek het lekker uit.’

Kwaad drukt ze de telefoon uit. Adeleine staart haar met open mond aan. Ergens halverwege is ze in een beweging blijven steken waardoor haar hand een beetje vreemd in de lucht hangt. Als Gina dat ziet begint ze te lachen tot de tranen over haar wangen lopen. Adeleine lacht niet mee. ‘Jij hebt echt lef. Of zin in pijn. Maar ik weet wel dat ik niet met je zou willen ruilen vanavond.’

Gina heeft spijt van haar explosieve reactie. Dit zal haar duur komen te staan. Er klinkt een meldingstoon van een inkomend bericht. Nee, alleen mijn vader heeft wat meegekregen. Ik zat namelijk met hem in overleg. Je bent echt veel te ver gegaan zojuist. 

‘Wil jij de bloemen even verder schikken? Dan zet ik het stoofvlees vast op.’

Binnen mum van tijd staat de stoofschotel te pruttelen. Dit gerecht heeft ze zo vaak met haar moeder gemaakt dat ze het kan maken met haar ogen dicht. Pas als alles klaar staat reageert ze op zijn bericht. 

Ik weet het. Het spijt me, maar je maakt me ook zo boos.

Niet veel later krijgt ze een reactie. Maar nooit zo boos als ik nu ben. Ik geloof niet dat je echt spijt hebt. Dan had je je wel anders opgesteld. We hebben het hier vanavond wel over. x.

Dat kusje erachter doet haar wat. De zenuwen slikt ze weg. Hoe kan het dat ze zich toch altijd zo in de problemen werkt. 

Adeleine drukt een beker koffie in haar handen. ‘Nog voor Mijnheer Clarckx thuis komt ben ik vertrokken.’

‘Dan ga ik met je mee.’

Adeleine schudt haar hoofd. ‘Echt niet. Dan heb ik het straks weer gedaan.’

‘Dan hoop ik maar dat mijn kookkunsten hem wat kunnen milder kunnen stemmen.’

De rest van de middag vliegt voorbij. De boodschappen die nog bezorgd zouden worden pakt Adeleine aan terwijl Gina zich uitleefd in de keuken. Het hele huis ruikt heerlijk naar het gerecht wat Gina gemaakt heeft. Adeleine kijkt op de klok. ‘Nou ik ga maar. Sterkte vanavond. Fijn weekend en tot maandag.’

Gina geeft haar een knuffel en Adeleine vlugt dan letterlijk het huis uit. In de verte ziet ze hem al aan komen rijden. Snel steekt ze nog even wat kaarsen aan op de eettafel. Fijn weekend had Adeleine gezegd. Daar had ze nog niet bij stil gestaan. Een heel weekend met Jonas. Als ze zijn boosheid überhaupt zou overleven.  

Er draait zich een knoop in haar maag als ze de sleutel in de deur hoort. Met haar zoetste glimlach loopt ze hem tegemoet. Hij kijkt haar strak aan. Zijn strenge blik maakt haar nerveus. Zwijgzaam staren ze elkaar aan. Voorzichtig loopt ze dichter naar hem toe. Onverwachts trekt hij haar bezitterig tegen zich aan. Zacht drukt ze haar lippen op die van hem. Hij kust haar hebberig terug. ‘Goedenavond echtgenoot.’ Fluistert ze. 

‘Goedenavond opvliegend meisje.’ Met een simpele zin voelt ze zich enorm op haar plek gezet. Schuldbewust slaat ze haar ogen neer. ‘Wat ruikt het lekker.’

Als door een wesp geprikt rent ze naar de keuken. Hoofdschuddend trekt Jonas zijn jas uit. Gina is net op tijd om de groente te redden. Het vlees staat al een tijd te pruttelen, dat zal voorlopig niet verbranden. Met beleid maakt ze de borden op. De gegratineerde aardappels, het stoofvlees en de groente schikt ze vakkundig op de borden. Tevreden neemt ze het mee. Haar schoonmoeder heeft haar een geschikte rode wijn aanbevolen. Die staat al klaar op tafel. Als ze met de borden naar de eettafel slaat haar hart een slag over. Hoe hij zit aan tafel, met zijn been nonchalant over de de ander, arm los leunend op de stoel, gemene grijns en fonkelende ogen. Woestaantrekkelijk! ‘Tering, ik wist niet dat verliefd worden zo hard binnen kan komen.’

Het kost hem moeite om het niet uit te proesten van het lachen. ‘Dat is geen taalgebruik voor een jonge dame. En zeker niet voor mijn vrouw!’

Hij laat zijn hand hard op de tafel neerkomen. Daar schrikt ze van. Met trillende handen zet ze de borden op tafel en gaat zitten. ‘Het spijt me. Het overviel me gewoon nogal.’ Zegt ze timide.

Jonas blijft haar strak aankijken. ‘Eet smakelijk Gina.’

‘Eet smakelijk Jonas.’

Hij pakt zijn vork, maar houdt hem nog even doelloos vast. ‘Wat kwam er precies zo hard binnen?’

Gina verslikt zich haast in een champignon. ‘Dat je zo ontzettend knap bent. En zo eh hard, standvastig en toch liefdevol. Denk ik.’

Hij blijft grijnzen. 

Het valt haar op dat hij onder de indruk is van haar kookkunst. Hij geniet er zichtbaar van. 

‘Hemels. Je hebt voortreffelijk gekookt. Dank je wel Gina.’

Het brengt haar even van haar stuk. Ze heeft haar vader nog nooit iemand horen bedanken voor het eten. ‘Lief dat je dat zegt.’

Hij knipoogt naar haar. Ze wordt helemaal warm van binnen. Voorzichtig nipt ze aan de wijn. 

‘Ben je al uitgegeten?’

Gina knikt. ‘Ik heb niet zo’n trek.’

‘Laat je wijn maar even staan. Ik wil je niet roezig hebben.’

Hij pakt hun borden van tafel. ‘Nee, ben jij gek, ga zitten.’

Als ze hem aankijkt ziet ze een bepaalde blik waardoor ze zich beseft wat zijn bedoeling is. Het voelt zo tegennatuurlijk, maar het lukt haar om zonder te mopperen naar de woonkamer te lopen. Het is even priegelen, maar het lukt toch om met haar trillende handen haar rok los te maken. Ze legt deze op de leuning van de bank. Daarop legt ze haar maillot en als laatste met de grootst mogelijke tegenzin haar slipje. Er ontsnapt haar een traan. Een traan van boosheid, frustratie en schaamte. Bovenal voelt ze spijt. Ze kan er niet bij dat ze daadwerkelijk zo vreselijk tegen hem gesproken heeft. Ze leunt met haar voorhoofd tegen de muur. Het voelt erg beschamend om zo als een klein kind in de hoek te staan. 

‘Kijk, zo zie ik het graag.’ Jonas klinkt kil en afstandelijk. 

Ze ruikt koffie. Meteen voelt ze de weerstand weer opborrelen. Gaat hij nou daadwerkelijk koffie drinken terwijl ze daar zo staat?

Gefrustreerd balt ze haar handen tot vuisten. Jonas merkt haar veranderende lichaamshouding op. Hij gaat er eens goed voor zitten. Dit gaat een interessante avond worden. 

Met een ruk draait ze zich om. Hij kijkt haar waarschuwend aan. Een paar tellen kijkt ze hem fel aan. Hij zit in zijn stoel, met inderdaad koffie. De slechtste krachttermen komen bij haar boven. Even haalt ze diep adem.   

Het verhaal van de munt (1)

“You’re not feeling well today, are you?”Je blauwgrijze ogen kijken weer eens dwars door me heen. Ik had het niet willen laten merken maar het is simpelweg mijn dag niet. Ik heb me verslapen, de bus reed net te vroeg voor mijn neus weg en de trein had vertraging. Op het station bleek het nog te vroeg om een bak koffie te halen en ik herinnerde me te laat dat ik mijn e-reader op mijn nachtkastje had laten liggen. Om onverklaarbare reden voelt het alsof de wereld vandaag tegen me is.
Hooguit een paar keer per jaar heb ik een ontmoeting met een Amerikaanse vriend, waarbij het een hoop gepuzzel is om tijd te vinden om elkaar te ontmoeten, dus ik baal als een stekker dat alles precies vandaag zo tegenzit.
Het maakt me enigszins nerveus om in deze gemoedstoestand tegenover je te zitten. Ik ben een half uur later dan afgesproken omdat ik mijn aansluiting met de bus niet gehaald heb. Opnieuw neem ik me voor binnenkort mijn rijbewijs te halen. Dan behoort het extra te laat komen door het OV écht tot de verleden tijd.
Je blijft me aankijken rustig je koffiekopje neerzet. In tegenstelling tot mijn vrouwelijke humeurigheden heb ik je nooit anders meegemaakt dan hoe je nu tegenover me zit, zelfverzekerd, beheerst, en je laat je door niets van de wijs brengen.”I should punish you for being late. You could have planned your trip better. “
Ik zucht en voel me gefrustreerd omdat ik niet echt iets tegen alle vertraging kon doen vandaag. Ik probeer mijn tranen te bedwingen. Het is zo’n dag waarbij alles me lijkt te raken. Het liefste zou ik mijn bed weer instappen en een potje janken.
“But I think a spanking will not help you feel better today. Lets try something different instead. It won’t hurt, I promiss, unless you misbehave, young lady.”Ik frons. Ik krijg geen tijd van je om te reageren want je staat resoluut op, pakt mijn arm vast en trekt me zachtjes mee. Zonder een woord te zeggen bereiken we je hotelkamer.
Opnieuw word ik zenuwachtig. Ik ben vergeten hoe lang je bent ten opzichte van mij, jij 1.90 en ik 1.58, en het bedwelmende effect dat het op me heeft.Je sluit zachtjes de deur en mijn hart gaat vanzelf wat harder slaan, ik ben me bewust van het feit dat ik geen kant meer opkan en nu compleet aan jou ben overgeleverd.
“I want you to undress right away. Don’t just stand there, hurry up a bit,” spoor je me aan terwijl je iets in je bagage zoekt. Ondertussen kleed me uit en vouw mijn kleren netjes op en ik hoor je iets openritsen. Een portefeuille.
Je ogen nemen mijn lichaam goedkeurend op.”You really have been working out lately, it defenatly shows.””Well I would not lie about such things, that wouldn’t be a smart thing to do,” lach ik een beetje verlegen. Het blijft voor mij een onzeker puntje, maar ik doe hard mijn best zo goed mogelijk uit te zien, ook al kost het me moeite om soms in beweging te komen en de spierpijn lijkt nooit te wennen.
Je houdt een euromunt in je hand. Voor het eerst zie ik je lachen vandaag, blijkbaar zie ik er compleet verbijsterd uit.”I want you to stand in the corner today, but you have to keep this coin to the wall. You keep your arms on your head en this coin to the wall, with your nose. Understand?” Je grijnst.
Ik frons opnieuw en ik begin te blozen. Ik voel een protest opkomen, ik ben toch geen kind meer, en wat is dat nou voor iets vreemds met die munt, maar het lijkt me toch beter om er niet tegenin te gaan. Het voelt heel gênant om in de hoek te moeten en ik kan me eigenlijk helemaal niet herinneren ooit gebloosd te hebben.
“You will have no choice but to calm down, young lady,” Je pakt mijn kin vast en kijkt me streng aan.”You have to stand there for ten minutes. But, if you let that coin drop, I still need to spank you.” Opnieuw wil ik protesteren maar slaag ik erin om mijn mond te houden en een keer diep adem te halen.
“You can do this, i’m pretty sure you succeed. Since this is new to you I’ll let you practice for a minute, just this once.”
Ik merk meteen hoe lastig het is want de munt valt onmiddellijk naar beneden al voordat ik überhaupt in een beetje comfortabele houding sta. Bij iedere poging om mijn lichaam te ontspannen voel ik de munt weer schuiven.
“The ten minutes goes in right…. now. Be an angel and keep that coin at the wall,” waarschuw je me.
Ik voel een rilling opkomen, ik weet echt niet of ik dit tien minuten kan volhouden. Door de rilling voel ik de munt alweer iets zakken en ik duw mijn neus nog wat harder erop. Mijn hart klopt als een bezetene en in plaats van te ontspannen probeer ik mijn spieren vast te zetten zodat ik niet meer kan bewegen.
Laat de munt alsjeblieft niet vallen blijf ik mezelf in gedachte inprenten en het is mijn mantra voor de komende tien minuten, om gefocust te blijven.
Mijn armen verzuren en net als ik denk dat ik het niet meer langer vol kan houden sta je achter me. Behendig trek je me van de muur af en vang je de munt op.
“You did very well,” zeg je en je geeft me een kus op mijn hoofd. Je trekt me op schoot en ik leun vermoeid tegen je aan. Ik vraag me af of ik na deze ervaring ooit nog zonder te blozen naar een muntstuk kan kijken.
“Thank you for understanding me,” zeg ik zachtjes.Je fluistert in mijn oor: “I already told you I’m mostly nice,” en ik lach voor de eerste keer vandaag.