Te laat (2)

Ik probeer mijn fietsleutel in het slot te stoppen maar tot drie keer toe laat ik hem onhandig op de grond vallen. Mijn motoriek laat het flink afweten op dit tijdstip en ik probeer het stemmetje in mijn zware hoofd te negeren. ‘Was je maar verstandig na dat hapje en drankje met Lize in de stad direct naar huis gefietst en had je jezelf maar niet wéér door haar over laten halen om nog één drankje te doen in dat gezellige stadscafe waar het op zaterdag avond wemelt van de hippe veertigers’. De wijn had gevloeid als water en ik had de hele avond mee gedeind op het ritme van de nacht. En het was juist Lize die me aanvankelijk om 1:00 nog waarschuwde dat we misschien beter konden gaan -ik had de vorige keer uitvoerig met haar gedeeld hoe pijnlijk teleurgesteld Stan had gereageerd op mijn vorige misser met kloklezen-. Maar ik had haar zorgen weggewuifd en me voorgenomen om in ieder geval Stan even te berichten dat het wat later was geworden, maar op hetzelfde moment werd ik afgeleid door een ontzettend guitig paar ogen die mij vragend aankeken en naar de dansvloer seinde en voor ik het wist stond ik te swingen alsof mijn leven er vanaf hing en was Stan allang weer weggevaagd uit mijn hoofd.

Het lukt me eindelijk mijn fiets van het slot te halen en op mijn horloge zie ik dat het inmiddels ver na vieren is. Ik fiets alleen, dat heeft Stan liever niet, maar Lize heeft een uur geleden vanaf een afstandje al met een kushandje afscheid van me genomen met aan haar arm een nieuwe veroving. Ik moest in mezelf glimlachen toen ik dat zag. Hoewel ik enorm kan genieten van een avondje flirten en aandacht ben ik altijd weer gelukkig als ik thuis kom bij Stan.

Het kost me moeite om recht te blijven fietsen en ik mopper hardop op mezelf als ik de donkere polder infiets. Ik voel me kwetsbaar en alleen op dit stukje en begin als een bezetene te fietsen, tevens een laffe poging om de tijd nog een beetje in te kunnen halen. Ik voel dat de drank me naar m’n hoofd stijgt en de frisse wind in het open veld suist langs m’n blote benen. Ik probeer m’n opwaaiende rokje naar beneden te houden en kijk schichtig om me heen of ik hier wel alleen fiets. Ik verlang enorm naar de sterke en geruststellende armen van Stan nu. Samen hebben we dit stukje al ontelbare keren gefietst -we hebben bewust gekozen voor een huisje net buiten de stad- en vaak legt hij zijn hand op m’n rug en maak ik daar dankbaar van gebruik met de harde tegenwind.

Ik ben blij als ik eindelijk onze straat in fiets en zie door het raam dat de lichten gelukkig uit zijn. Stan is vast al vroeg naar bed gegaan, hij werkt zo hard, en als ik nu zachtjes naast hem schuif hoeft hij niet te weten dat het vannacht weer nachtwerk was. Ik haal opgelucht adem en laat m’n hand even kort over m’n billen glijden. De waarschuwing die hij me enkele weken geleden nog gaf heb ik dagen gevoeld en ik heb me toen heilig voorgenomen het nooit meer zo ver te laten komen.

Heel zachtjes sluit ik de voordeur en op m’n tenen sluip ik de gang in. Het is doodstil in huis. Ik zet me schrap om de trap op te gaan, ik weet normaliter precies welke treden kraken en ik moet overslaan maar de alcohol brengt me aan het twijfelen.

‘Waar denk jij naar toe te gaan jongedame?’ Ik schrik zo dat ik me aan de leuning vast moet grijpen om niet te vallen. Ik kijk betrapt achterom en uit de woonkamer doemt een gestalte op. Stan. Niet zachtjes snurkend boven in ons warme grote bed zoals ik zo had gehoopt en waar ik stiekem zelfs voor het gemak al vanuit was gegaan. Nouja eigenlijk mezelf wijs had gemaakt tegen beter weten in. Want ik had het kunnen weten. Stan is trots als een pauw en ontzettend zuinig op me. De zorgzaamheid en de geborgenheid die ik bij hem vind lieten me vanaf ons eerste afspraakje al smelten en na het tweede afspraakje was ik verkocht.

Stan blijft in de deuropening van de woonkamer staan en kijkt me onderzoekend aan. Ik kijk beschaamd naar beneden en voel tranen opwellen. Ik kan hem niet aankijken. Zijn lieve ogen, ze staan bedroefd en boos. Ik durf niet eens door m’n wimpers te gluren. ‘Ik denk dat ik je deze keer de preek maar ga besparen Lotte. Schijnbaar hebben mijn woorden de vorige keer weinig indruk op je gemaakt en ben je die paar dagen moeilijk zitten ook allang weer vergeten.’ Ik verplaats mijn handen naar m’n billen maar moet de leuning terug grijpen omdat ik me wiebelig voel. Directe spijt overvalt me van dat laatste wijntje. Ik kijk zwijgend naar de grond. Kon ik maar ter plekke oplossen en morgenochtend in Stans armen wakker worden. Opgewekt kibbelend over wiens beurt het voor het ontbijt is. Uitdagend in z’n oor bijten omdat hij daar helemaal wild van wordt. Stoeiend in bed waarbij het meestal voor mij in de houdgreep eindigt en Stan me plagend flink op m’n billen petst. Ik moet even lachen, de drank veroorzaakt spontaan een mist in m’n hoofd en te laat bedenk ik me dat lachen op dit moment niet in m’n voordeel zal werken.

‘Ik vraag me af of je over een uurtje nog steeds lacht Lotte’. Stan beent naar me toe en grijpt me bij m’n bovenarm en trekt me ruw mee naar de woonkamer. ‘Auuuuuuu Stan asjeblieft…’, ik struikel achter hem aan en merk dat de alcohol verder naar m’n hoofd stijgt. Stan schat goed in dat hij me beter niet over z’n knie kan slingeren in mijn toestand en duwt m’n bovenlichaam ruw over de keukentafel. ‘Rok omhoog en vasthouden. Je krijgt met de paddle zoals je nog nooit gevoeld hebt. Zonder opwarming, zonder genade, en als je je rokje laat zakken krijg je er direct 20 tussendoor met de allerzwaarste cane. Je ontgaat dit als een flink meisje. Stoer genoeg om ’s nachts het huis in te sluipen als een dief in het holst van de nacht, zonder appje of telefoontje, met teveel alcohol dan goed is voor jouw fijne lijfje. Je neemt me niet serieus, je neemt een loopje met me. Je daagt me uit en denkt misschien dat ik niet weet wat échte straf is. Of dat ik je niet durf te straffen. Nou Lotte ik kan je vertellen dat je me dan nog niet niet kent. En ik heb zo mijn eigen manieren’.

Ik onderga zijn stortvloed aan woorden in stilte en lig als bevroren over de tafel met m’n rokje omhoog. Ik schrik enorm van de impact van de eerste klap, onaangekondigd. De paddle gebruikt Stan wel eens als ik over z’n knie lig, waarbij slechts een kleine hefboom mogelijk is. Nu voel ik dat hij vol uithaalt en ik vlieg bij elke klap overeind. Mijn billen zijn deze impact niet gewend en ik voel dat m’n billen diepblauw zullen gaan kleuren. Gek genoeg kan ik door alle alcohol in m’n lijf de pijn toch verrassend goed dragen. In stilte glimlach ik, laat ik Stan maar niet wijzer maken dan hij is. Ik klem m’n kiezen op elkaar en probeer het pak slaag dapper te ondergaan. Want de pijn is te verdragen, maar aangenaam is het zeker niet. Af en toe ontsnapt er een hik als ik kreun en even ben ik zelfs bang dat ik moet braken. Ik probeer me te ontspannen en merk echt dat de alcohol verdovend werkt. Of zijn het de doffe klappen van de paddle? Ik heb me geen besef meer van tijd maar merk dat ik moe begin te worden. Ik onderdruk een gaap. ‘Serieus Lotte, ben je aan het gapen terwijl ik je billen er enorm van langsgeef? Je maakt me belachelijk.’ Abrupt stopt het pak slaag. Stan sleurt me aan m’n arm mee naar boven, rukt m’n kleding af en stopt me in bed.

‘Ik kan je één ding vast vertellen Lotte. Dit pak slaag is slechts een heel klein begin van wat jou overmorgen te wachten staat. Ik ga zorgen dat je je gestrafter gaat voelen dan ooit tevoren. De maat is vol en geloof me je gaat nog heel vaak wensen dat je netjes na het etentje naar huis was gefietst samen met Lize. Je zult gaan roepen, gillen, smeken maar er zal niet naar je geluisterd worden. Je weet dondersgoed dat ik gevoelig ben voor je smeekbedes en tranen wanneer ik je straf. Maar hier ga je dit keer niet mee wegkomen Lotte. De straf die jij gaat krijgen voor dit onbeschofte grenzeloze en onrespecvolle gedrag ga ik je namelijk niet zelf geven…’

Volwassenheid (12)

Als de wekker gaat staat Gina moeizaam op. Het rauwe gevoel tussen haar benen laat haar glimlachen. Zachtjes loopt ze naar beneden om het ontbijt klaar te zetten. Als ze zijn voetstappen hoort haast ze zich meteen weer naar boven. Het is gewoonte geworden om bij hem onder de douche te stappen. Zonder veel te zeggen genieten ze van de douche. ‘Het was fijn gisteravond.’ Fluistert Jonas zacht. Gina knikt en kijkt hem met een grote glimlach aan.

‘We moeten opschieten anders kom je te laat. We staan weer veel te lang onder de douche.’

Terwijl Jonas zich aankleedt rommelt Gina wat aan in de keuken. Gek eigenlijk hoe snel ze heeft kunnen wennen aan dit leven. Gina gaat aan tafel zitten. Jonas lacht als hij bij haar komt zitten. ‘Het ziet er weer fantastisch uit. Ik zal nooit honger hebben als jij zulke heerlijke dingen voor me blijft maken.’

Gina kijkt blij toe hoe hij genietend zijn uitsmijter opeet. ‘Wil jij niet?’

Gina roert door haar yoghurt. ‘Nee hoor. Ik heb liever yoghurt en fruit op de vroege ochtend.’

Jonas werpt een blik op de klok. Snel slaat hij zijn koffie achterover en pakt dan zijn tas. ‘Ik moet gaan lieverd. Ik ga je missen.’

Gina bloost. ‘Fijne werkdag schat.’

Op haar gemak ruimt Gina op. Adeleine komt met veel lawaai de keuken binnen. ‘Goedemorgen! Zo wat ruikt het hier lekker. Je zou een restaurant moeten beginnen. Over restaurant gesproken, we hebben zo lekker gegeten gister. Mijn vrouw was door dolle heen dat we uit eten gingen. Fantastisch! We zijn jullie zo dankbaar. Hoe gaat het nou met jou? Beetje bijgekomen van gister? Nee zeker, het is ook niet niks toch. Heb je nog plannen voor vandaag of is er nog iets wat je wil leren nu ik er nog ben?’

Gina schiet in de lach van de stortvloed aan woorden. 

‘Ook goedemorgen. Laten we beginnen met koffie. Waar zijn jullie geweest?’

Adeleine krijgt een kleur. ‘Sorry ik praat veel. Ik voel me op mijn gemak bij jou dus ja dan ga ik dus ratelen.’

Gina geeft haar een kop koffie en knikt naar de bank. ‘Vertel me alles.’

‘We hebben bij Lounge 4 gegeten. Zo lekker. We hebben kaasfondue besteld. Mara had een hele mooie jurk aangetrokken. Ze heeft me helemaal betoverd.’

‘Heerlijk zo’n avond! Fijn dat jullie genoten hebben. We moeten echt contact houden hoor als je straks weg bent.’

Adeleine kijkt haar aan. ‘Dat hoort niet.’

‘Dat bepaal ik zelf wel wat hoort en wat niet hoort. Maar als je er geen behoefte aan hebt is dat ook prima.’

Adeleine schiet vol. ‘Ik zou graag nog contact met je houden. Heel graag!’

‘Je vroeg nog of ik plannen heb vandaag. Nou ik heb nog niks bedacht. Gisteravond stond mijn zwager ineens op de stoep en dat was geen soepel gesprek wat er volgde. Eigenlijk heb ik nergens zin in vandaag.’

‘Groot gelijk. Beter kwijt dan rijk die rijke krentenkakker. Mis je niks aan.’

Adeleine steekt dwars haar neus in de lucht. Gina lacht. ‘Nou ja het is familie dus ik heb het er mee te doen. Ik ga even een rondje bij de dieren doen. Wil jij de was vouwen alsjeblieft?’

Gina draait haar haar in een slordige knot en trekt haar laarzen aan. Het is nog erg koud buiten, maar het ergste winterweer is nu wel geweest. Het wollen vest is voldoende voor de oversteek naar de schuur. Ze besluit de tijd te nemen om alle dieren even goed de aandacht te geven. Snel schiet ze in een overall en ze begint te vegen. In mum van tijd heeft ze het warm van het harde werk. Ze geniet van de geiten die om haar heen lopen. Een voor een worden ze geborsteld. Ondertussen kletst Gina tegen ze. Ze gaat er zo in op dat ze niet hoort dat er een auto het terrein op rijdt. ‘Ah hier ben je.’

Verschrikt springt ze op. Haar schoonvader staat achter haar. ‘Meneer Clarckx! Mijnheer Eh pa bedoel ik. Wat doet u hier!’

Door alle verwarring verliest ze haar evenwicht en valt ze achterover in het hooi. Meneer Clarckx lacht en reikt zijn hand uit naar haar. ‘Een meisje uit duizenden. Ik kom je halen. Althans, als je bent omgekleed.’

Schaapachtig staart ze hem aan. ‘Ja we lopen vast in onze meeting. Tunnelvisie vindt Jonas. Jij moet er een blik op werpen volgens hem dus ik kom je halen. Dus kleedt je om en dan gaan we.’

Van blijdschap klapt Gina in haar handen. ‘Oké, geef me een half uur.’

‘Vijf minuten!’

Gina rolt met haar ogen. ‘Een kwartier dan.’

Er verschijnt een strenge blik op zijn gezicht, maar zijn ogen verraden dat hij zijn lachen inhoudt. ‘Tien minuten dan. Wel een beetje netjes wil je?’

‘Deal!’

Gina rent vooruit en laat hem in de schuur achter. Vertwijfeld kijkt hij om zich heen. Dan sluit hij maar de deur en laat hij de boel de boel. ‘Adeleine, misschien moet je even in de schuur kijken straks. Ik wist niet of ik nog iets speciaal dicht moest doen.’

‘Heeft ze u gewoon laten staan?’

Meneer Clarckx grinnikt. ‘Ja daar lijkt het wel op.’

Adeleine schudt lachend haar hoofd. ‘Wat een wereldvrouw!’

Meneer Clarckx knipoogt naar Adeleine. ‘Daar ben ik het mee eens.’

Meneer Clarckx staat, in tegenstelling tot zijn vrouw, vaak open voor een praatje. Zo valt het ook niet op dat Gina toch meer de tijd neemt. 

Het valt stil als ze de keuken inloopt. ‘Gaan we?’

Adeleine en meneer Clarckx staren haar beide met open mond aan. ‘Wie ben jij en wat heb je met Gina gedaan?’ Verbreekt Adeleine de ongemakkelijke stilte. 

Gina heeft een zwarte pantalon, een lichtroze blouse aan en een bijpassend colbert aan. Om haar hals prijkt een mooie ketting. Haar haren heeft ze netjes opgestoken en de lichte make-up maakt het helemaal af. In haar hand heeft ze haar aktetas die ze voorheen gebruikte voor school. Zenuwachtig draait ze aan de parel die aan haar oorsteker zit. ‘Dit is echt een slecht idee.’ Besluit ze dan. 

Meneer Clarckx springt op en pakt haar hand. ‘Niks! Je ziet er gewoon prachtig uit. Gewoon een heel andere vrouw. Nu meekomen want die mannen bakken er niks van.’

Gina zwaait naar Adeleine. ‘Bel me als er wat is!’

Adeleine blijft lachend achter. Zoveel plezier heeft ze nog nooit op haar werk gehad.

De rit verloopt zwijgzaam. Gina wordt er zenuwachtig van. ‘Waar loopt het op vast?’ Vraagt ze uiteindelijk. 

Meneer Clarckx zucht. ‘Kort gezegd groeien we niet meer. We willen een nieuw project starten, maar we kunnen niet tot een goede locatie komen. Die lijkt er niet te zijn. Ik riep dat ik hun maar beter kon ontslaan en met jou in zee kon gaan en toen riep Jonas dat ik je moest gaan halen. Mij werd tunnelvisie voor de voeten geworpen dus toen ben ik boos weggelopen en ben ik jou gaan halen.’

Gina knikt alleen maar. Kan ze het wel aan om haar ideeën op te dringen aan zoveel testosteron? Veel tijd om na te denken heeft ze niet, want ze zijn er. Met open mond staart ze naar het imposante gebouw. Vaak genoeg heeft ze langs dit gebouw gelopen en weggedroomd van een toekomst in een gelijkwaardig kantoor. 

De zenuwen gieren door haar lichaam als ze door de hal achter meneer Clarckx aanloopt. 

Bij een deur houdt hij halt. Er klinkt een verhit gesprek. Het geluid verstomt als de deur openzwaait en ze binnen lopen. Vier mannen staren haar aan. Het zweet breekt haar uit. ‘Goedemorgen.’ Stamelt ze zacht. Het blijft stil. Meneer Clarckx kucht overdreven. ‘Mijn hemel, Gina, wat een metamorfose.’ Jonas kijkt haar gevaarlijk aan. Met trots bekijkt hij haar van top tot teen. ‘Zeg dat wel, want kort geleden liep ze met haar haar in een rommelige toestand in een boeren overall geitenpoep te scheppen.’

Gina begint te lachen. ‘Ja dat is wel een zeer complete beschrijving.’

Jonas staat op en neemt haar mee naar de andere mannen. ‘Dit zijn David en Onno, twee van onze architecten.’

‘Aangenaam.’ Gina schudt hun de hand. ‘Aangenaam mevrouw Clarckx.’

Gina loopt naar Oscar en schudt ook hem de hand. Onhandig buigt hij voorover om haar een kus op de wang te geven, maar Gina draait zich alweer om en gaat zitten.  

‘Vertel, wat kan ik voor jullie betekenen?’

Ondertussen haalt ze haar schrijfblok en pen uit de tas. 

Weer valt er een stilte. Gina kijkt haar schoonvader vragend aan. ‘We zoeken een locatie. Grote huizen voor gezinnen.’

Gina bekijkt de papieren die op de vergadertafel liggen. Het valt haar op dat er gezocht wordt in de stad. Ze trekt de computer naar zich toe en tikt het een en ander in. Verwachtingsvol staren ze haar aan. Uiteindelijk draait Gina het scherm. ‘Dit gebied al bekeken?’

‘Dat is geen optie.’ Ketst Oscar af. 

Gina haalt diep adem en wendt zich tot haar schoonvader. ‘Gezinnen met jonge kinderen willen juist de stad uit. Die willen de rust en veiligheid van een dorp. Echter willen ze wel faciliteiten in de buurt zoals scholen, een supermarkt en verenigingen. Dit gebied heeft dat allemaal en een middelbare school op maximaal een half uur fietsafstand.’

Meneer Clarckx buigt zich voorover om de kaart op het scherm eens beter te bekijken. 

‘Geen gek idee.’

Triomfantelijk kijkt ze naar Oscar. Ze kan het niet laten. Jonas werpt haar een waarschuwende blik toe. Van binnen gloeit hij van trots. Dat is mooi wel zijn vrouw. 

‘Jullie zijn echt slechte gastheren zeg. Ik heb wel zin in thee onderhand.’

Meneer Clarckx proest het uit. Hij wijst naar de deur. ‘Gaan jullie dat gebied maar verkennen. Ik ga graag even verder in gesprek met mevrouw Clarckx.’

De mannen staan op en lopen vlug de ruimte uit. Jonas blijft nog even hangen. ‘Ik ben onder de indruk lieverd.’

‘Van hoe ik eruit zie of van mijn inbreng?’ 

Jonas laat zijn hand hard op haar pantalon neerkomen. ‘Pas op jij.’ Zegt hij met een knipoog. 

‘Tot later meisje.’

Haar schoonvader steekt zijn hand uit. ‘Kom, wij gaan zorgen dat jij thee krijgt.’

Op loopafstand van het kantoor zit het leukste theehuis van de omgeving. Gina heeft daar menig uren met Shirley doorgebracht. Ze zoeken een plekje uit en meneer Clarckx haalt meteen een schrijfblok tevoorschijn. 

‘Vertel, als jij een gezin zou stichten welke eisen stel je dan aan jouw woonomgeving?’

 Die vraag overvalt haar. Een gezin. Zou ze dat al op korte termijn willen? Enerzijds wel, maar ze merkt dat ze zich toch nog niet helemaal berust heeft in het huisvrouwen leven. De korte, maar interessante bespreking van zojuist heeft haar hernieuwde energie gegeven. Het kan toch niet zo zijn dat dat niet voor haar weggelegd is? Toch smelt haar hart bij het idee dat er ooit een kleine baby bij hun geboren zou kunnen worden als het hun gegund is. 

‘Wat ik net al noemde en wat ik eigenlijk nu heb. Een mooie, rustige omgeving maar met allerlei voorzieningen in de buurt. Binnen een paar minuten ben ik bij de dorpskern waar ik voor de primaire voorzieningen terecht kan en binnen twintig minuten ben ik in de grote stad. Het dorp heeft een basisschool en het volgende dorp heeft een middelbare school.’

‘Je zei dat gezinnen juist uit de stad wegtrekken. Waarom doen ze dat denk je? Het is toch juist ideaal om alles in de buurt te hebben?’

Gina schudt haar hoofd en neemt een slok van haar thee. ‘Kinderen moeten kunnen buiten spelen zonder dat er verkeer voorbij raast. De drukte van de stad brengt iets gehaast met zich mee. De huizen in de stad zijn vaak ook kleiner met name de tuin. Dorpen zijn gemoedelijker, er heerst saamhorigheid en het geeft rust.’

Meneer Clarckx kijkt haar even doordringend aan. ‘Je zegt dat kinderen moeten kunnen buitenspelen. Is dat mogelijk als je aan een rivier woont?’

Gina krijgt het warm. ‘Gaat dit nog over een locatie voor het nieuwe project? Wat is er toch met die rivier?’

‘Ik ben blij met jouw inbreng. Moeten we vaker doen.’

Gina straalt. Ze vergeet de rivier, ze vergeet het idee van het gezin. Ze doet er toe in de mannenwereld, dat is alles wat nu telt. 

Volwassenheid (11)

Gina schenkt een tweede kop koffie in. De zelfgemaakte koekjes smaken heerlijk. De deurbel gaat. Jonas staat op. ‘Wie zou dat nou zijn?’ Vraagt Gina. 

‘Ik heb zo’n vermoeden.’ Antwoordt Jonas als hij richting de deur loopt. 

Als ze de bekende stem van Oscar hoort slaakt een diepe zucht. Het was net zo gezellig. 

‘Goedenavond Gina.’

Gina werpt een koele blik toe. ‘Oscar.’ Zegt ze met een knik. 

Jonas lacht om haar hooghartige houding. Daar heeft ze ook alle recht toe. 

‘Wil je koffie?’ Vraagt ze, maar niet van harte.

‘Graag Gina.’

Met tegenzin pakt ze een kopje erbij en schenkt ze voor hem ook wat in. Het liefste kiept ze de hele zoutpot leeg, maar ze wil de gezellige avond met Jonas niet laten eindigen met een bestraffing. 

Ruw zet ze het kopje op tafel. Met haar armen over elkaar gaat ze bij de mannen zitten. 

‘Gina, ik wil je mijn excuses aanbieden.’

Enigszins wantrouwend, maar ook nieuwsgierig kijkt ze hem aan. ‘Ik luister.’ 

De mannen lachen. ‘Je maakt het me niet bepaald makkelijker zeg. Maar ik begrijp je gereserveerde houding naar mij toe. Daar heb je ook alle recht toe.’

Beetje bij beetje ontspant Gina wat meer. ‘Verklaar je nader.’

Het kost Jonas de grootste moeite om niet hardop te lachen. De koppigheid van zijn vrouw is vermakelijk. 

‘Jij staat bekend om jouw moeilijke karakter, de moeilijke dochter van de familie van Laeren. Ik heb dat aangenomen als de waarheid zonder eerst de moeite te nemen je daadwerkelijk te leren kennen. Het spijt me dat ik al mijn oordeel klaar had voordat ik zelf heb ondervonden hoe je eigenlijk bent. Maar zo werd er nou eenmaal over jou gesproken. Mijn mening heb ik te veel aan Shirley opgedrongen. Met als resultaat dat mijn vrouw onterecht onaardig tegen je gedaan heeft.’

Er springen tranen in haar ogen. Alle remmen gaan los. ‘Onaardig? Dat is nogal zacht uitgedrukt vind je niet? Mijn hele leven ben ik nog nooit een dag zonder Shirley geweest. We zijn eerder zussen dan nichten. Het is al moeilijk genoeg dat ik haar zo lang heb moeten missen! Tot overmaat van ramp geeft ze mij het gevoel alsof ik er niet meer toe doe en heeft ze mij behandelt alsof ik een vreselijk slecht persoon ben. Ik heb er veel verdriet van en jouw excuus betekent helemaal niks! Alles maak je weer ongedaan door te zeggen dat er nou eenmaal zo over mij gesproken werd! Als je ooit een carrièreswitch overweegt adviseer ik je roddeljournalist te worden!’

Tranen van frustratie stromen over haar wangen. Er valt een ongemakkelijke stilte. Jonas pakt haar hand vast en knijpt er bemoedigend in. Als ze in zijn ogen kijkt ziet ze een geruststellende blik. Dat verbaast haar. Eigenlijk zit te wachten op het moment dat Jonas haar naar de hoek dirigeert of haar per direct over de knie legt. Het gebeurt niet. 

‘Daar heeft ze wel een punt broer. Duidelijker kan ik het niet verwoorden. Misschien wat subtieler, maar feit blijkt dat ze wel gelijk heeft.’

Oscar blijft peinzend naar de grond kijken. 

‘Heeft Shirley vertelt wat ze allemaal heeft gezegd?’

Oscar haalt licht zijn schouders op. ‘We hebben het er wel over gehad, maar ik ben niet zo zeker of ik alles heb gehoord.’

‘Gina, wil je mij vertellen wat ze heeft gezegd tegen je?’

‘Nee, ik denk dat als jij even op een rijtje zet hoe jij denkt over mij en over ons huwelijk dat je het antwoord wel hebt.’

Oscar kijkt haar nu recht aan. ‘Ik ben blij dat je mij zo duidelijk een spiegel voorhoudt. Dank je wel daarvoor Gina. Het spijt me oprecht en ik ga eens goed overdenken hoe ik het goed kan maken met je.’

‘Je hoeft niks goed te maken. Geef het een kans om me te leren kennen. Zo simpel kan het zijn.’ Er klinkt verdriet in haar stem. 

Oscar staat op en Jonas loopt met hem mee naar de deur. ‘Gina wil geen kwaad woord spreken over Shirley en dat siert haar. Het weerhoudt mij er niet van om je te informeren over hun samenzijn van vanmorgen. Ik wil namelijk wel dat jouw vrouw aangesproken wordt op haar gedrag.’

Oscar trekt zijn wenkbrauw op. ‘Was het zo erg?’

‘Ze moet je alles zelf vertellen, maar een ding wil ik kwijt. Ze heeft ontrouw geïnsinueerd. Gina is er kapot van.’

Oscar knikt. ‘Ik begrijp het. Shirley en ik hebben flink wat te bespreken.’

Als Jonas weer de kamer inkomt ziet hij de verslagenheid bij Gina. ‘Het komt wel goed schat.’

Gina haalt haar schouders op. ‘Denk je?’

‘Heb je er ooit bij stilgestaan dat Shirley het getrouwde leven toch niet zo makkelijk vindt? Dat ze wellicht jaloers is op jou, omdat het bij jou makkelijker gaat dan verwacht?’

De tranen stromen bij Gina over haar wangen. ‘Misschien is dat zo, maar ik kan niet begrijpen dat dat groter is dan onze band.’

Jonas houdt haar stevig vast. ‘Ja dat moet vreselijk voelen meisje. Ik wou dat ik het van je kon wegnemen.’

Gina kruipt tegen hem aan. ‘Misschien moet je me afleiden.’ Klinkt het zachtjes.

Jonas grijnst. ‘Uw wens is mijn bevel mevrouw Clarckx.’

Volwassenheid (10)

Gina loopt fluitend het huis door. Het is een heerlijk weekend geweest Het was gezellig om alle ouders weer te zien en zondagavond heeft ze kort nog even gebeld met Shirley. Vandaag gaat ze naar haar toe. Eerst doet ze met Adeleine een rondje door het huis en eind van de ochtend heeft ze bij Shirley afgesproken. 

‘Adeleine? Kan je even helpen? Ik snap maar niet waarom die wasmachine niet doet wat ik wil.’

Adeleine steekt haar hoofd op het hoekje. ‘Wat is er aan de hand?’

‘Waarom zijn er zoveel opties? Bij mam had ik gewoon een knop voor het aantal graden en dat was het. Ik wil dat beddengoed aanzetten, maar als ik dat programma kies kan hij niet aan.’

‘Het is eigenlijk heel simpel. Van links naar rechts. Eerst het programma, dan temperatuur en als laatst heel of half kiezen. Dan kan je hem aandoen.’

Gina zucht. ‘Dank je wel. Vind je het echt niet erg dat ik wegga?’

Adeleine rolt met haar ogen. ‘Jij begrijpt het principe van de hulp niet echt geloof ik. Al laat je me alles doen en ben je de hele dag weg. Het maakt niet uit.’

‘Ja, maar ik moet toch van je leren. Zorg wel goed voor jezelf hè. Eten, drinken, alles pakken hoor.’

Adeleine lacht. Ze zal het nooit echt leren, omdat het niet in haar zit. Hopelijk treft ze in het volgende gezin net zulke goede werkgevers als deze lieve mensen. 

Gina checkt voor de tiende keer hoe ze eruit ziet en doet dan haar jas aan. ‘Weet je zeker dat je gaat lopen? Ik kan een taxi bellen.’

‘Nee ik vind het niet erg om even te wandelen. Heerlijk juist. Succes en tot later. Bellen hoor als er iets is.’

En weg is ze. Vrolijk loopt ze naar de weg. Het is rustig dus ze kan zo oversteken naar het voetpad. Het is een zachte winterdag dus het is zeker geen straf om naar Shirley te lopen. 

Een tikkeltje zenuwachtig drukt ze op de bel van het grote huis. Oscar heeft een hele andere smaak dan Jonas. Shirley doet open. ‘Kijk nou! Wat zie je er goed uit Shir. Jeetje wat ben jij ineens volwassen.’

Er verschijnt een grote glimlach bij Shirley op het gezicht. ‘Kom binnen, kom binnen. Jij bent anders ook geen meisje meer hoor.’

Als Gina haar jas heeft opgehangen vliegt ze Shirley om de hals. Wat is het fijn om elkaar eindelijk weer te zien. ‘Hoe was jullie reis? Heb je genoten?’

Shirley schenkt twee koppen thee vol en schuift Gina een gebakje toe. ‘Het was fantastisch. Het voelt zo vertrouwd met Oscar en hij is zo lief en gezellig. We hebben gewandeld, vaak ergens wat geluncht en gedineerd en vooral veel gepraat om elkaar beter te leren kennen. Ik denk echt dat we heel goed bij elkaar passen. Niet zoals de meeste huwelijken van onze stand. Wat wij hebben is uniek.’ Iets in de toon van haar stem bevalt Gina niet zo. Alleen kan ze er niet goed de vinger op leggen wat het nu is.

‘Zeker nog geen pak op je billen gehad brave huisvrouw.’

Shirley bloost en kijkt naar buiten. ‘Wel? Shirley toch. Dat had ik niet van jou verwacht.’

‘Oscar is nog traditioneler dan jouw vader dus dan kan je je wel indenken hoe dat gaat.’

Als Shirley opstaat om de gebaksbordjes weg te brengen loopt Gina achter haar aan. ‘Jeetje Shir, wat vervelend. Wat had je in hemelsnaam gedaan dat je op jullie huwelijksreis hem boos gemaakt had?’

‘Hij vond mijn blouse te modern. Toen ik vroeg wat hij er niet goed aan vond zag hij dat als tegenspreken. Ik denk dat het hele hotel heeft gehoord hoe ik er van langs kreeg met de borstel. Maar daar kan jij over meepraten toch.’

Shirley steekt haar neus in de lucht. Gina voelt zich enigszins gekwets, maar probeert het luchtig te houden. ‘Nou ben jij gewoon heel volgzaam en lief dus ik verwacht niet dat jij vaak gestraft zal worden. Maar ik denk dat ze ons perfect gematcht hebben. Jonas is compleet anders dan Oscar en ik denk dat we bij onze mannen op onze plek zijn. Ik vind jullie leuk samen voor zover ik dat kan beoordelen en ik vind dat Jonas en ik ook heel goed bij elkaar passen.’

Shirley lacht schamper. Dat negeert Gina maar even, maar het voelt niet prettig.  

‘Oscar is ook heel romantisch hoor en hij is ook heel zachtaardig, maar hij heeft zijn standpunten. Volgens hem is Jonas strenger en hij denkt dat jij het heel zwaar zal krijgen. Jullie huwelijk zal echt een standenhuwelijk zijn. Zoals jouw ouders eigenlijk.’

Het steekt een beetje. Gina krijgt het gevoel dat Oscar een heel verkeerd beeld van haar heeft. ‘Is hij echt zo streng als Oscar beweert?’

Onverschillig haalt Gina haar schouders op. ‘Als ik hem moet vergelijken met iemand die een redelijke vraag bestempeld als tegenspreken dan zie ik mijn echtgenoot als een hele redelijke, milde man.’

Dat kwam er gemener uit dan bedoelt. Shirley blijft stil en de sfeer is gespannen. 

‘Ik denk dat ik verliefd ben.’ Zegt Gina in een poging de spanning te doorbreken.

Shirley trekt een wenkbrauw op. ‘Jij? Op Jonas?’ Er klinkt flinke spot door in haar stem. 

Gina probeert haar tranen weg te slikken. ‘Weet je Shirley, wij hebben nog nooit ruzie gehad en er is nog nooit een moment geweest dat ik het niet prettig vond om bij je te zijn. Als het getrouwde leven ons dit brengt dan begin ik mij af te vragen of die man van jou wel de juiste is voor jou. Het is overduidelijk dat hij een mening over mij heeft en dit projecteert op jou. Fijne dag en ik hoop dat het de volgende keer een stuk gezelliger is. Als er al een volgende keer komt.’

Zo snel als ze kan loopt Gina de deur uit. Pas als ze buiten is en een zijstraat ingelopen is doet ze haar jas aan. Meteen komen alle emoties eruit. Trillend en snikkend leunt ze tegen een muur. Gina haalt een paar keer diep adem en veegt boos haar tranen weg. Met snelle tred loopt ze terug naar huis. Een verbaasde Adeleine komt haar tegemoet als ze de voordeur hoort. ‘Wat ben jij snel terug.’

Dan ziet ze het betraand gezicht van Gina. ‘Och jeetje wat is er aan de hand? Is er onderweg iets gebeurd? Kom geef je jas.’

Ze pakt de jas van Gina aan en neemt de opnieuw huilende Gina mee naar de woonkamer. ‘Vertel eens waar je zo’n verdriet van hebt.’

Gina neemt dankbaar een zakdoek aan. ‘Het was helemaal niet gezellig. Shirley was heel afstandelijk en heel erg uit de hoogte. Dat ken ik helemaal niet van haar en ik ben weggelopen. Ik was zo gekwetst.’

Adeleine pakt haar hand en knijpt er bemoedigend in. ‘Wat ontzettend naar. Ik zou ook verdrietig zijn. Kan ik wat voor je doen?’

Gina knikt. ‘Wil je mijn telefoon pakken? Ik wil Jonas bellen.’

Adeleine geeft haar de telefoon en laat haar even alleen, zodat ze ongestoord kan bellen. 

Zodra ze Jonas hoort aan de andere kant van de lijn begint ze weer met huilen. 

‘Och jeetje lieverd is er wat gebeurd? Zal ik naar je toe komen?’

De verleiding is groot om ja te zeggen, maar ze wil het niet van zijn werk houden. ‘Nee dat hoeft niet het was gewoon heel rot bij Shirley en ik weet niet wat ik nu moet doen.’

Jonas blijft even stil. ‘Vertel het maar lieverd, ik ben even alleen gaan zitten zodat ik alle aandacht voor je heb.’

‘Ik vind dat ik heel respectvol bleef ook al was ik het oneens over een beslissing van Oscar. Het is niet aan mij om daarover te oordelen, maar Shirley deed ronduit respectloos en neerbuigend over ons. Ik kreeg heel erg het gevoel dat Oscar een mening over mij heeft en die overbrengt op Shirley. We hebben nog nooit ruzie gehad, maar ik kan me niet voor schut laten zetten, zelfs niet door Shirley. Het was gewoon heel naar.’

Het blijft weer stil. ‘Sorry ik wil helemaal niet jouw broer ergens van beschuldigen, maar zo kwam het over.’

‘Alsjeblieft meisje, verontschuldig je niet. Dat is niet nodig. Ik vind het heel erg voor je dat het zo gelopen is. Jullie hebben elkaar zo gemist en dan is het weerzien niet bepaald wat je voor ogen had. Hebben jullie erg ruzie gemaakt?’

Gina snuit even haar neus. ‘Nee helemaal niet. Ik ben opgestaan en heb gezegd dat ik hoop dat het de volgende keer gezelliger is, maar dat als ze de mening van haar man overneemt dat er dan geen volgende keer komt. Helemaal letterlijk zo zei ik het niet, maar het kwam daar wel op neer. Ook heb ik gezegd dat als haar man zo duidelijk een mening vormt over iemand die hij niet kent dat ik betwijfel of het dan wel zo’n geschikte man is.’

Er klinkt een lach. ‘Sorry het was niet de bedoeling om te lachen, maar ik denk dat je daar een hele slechte eigenschap van mijn broer blootlegt. Vanavond praten we er verder over. Maak je niet te druk oké? Probeer te ontspannen. Ga anders even met Adeleine een stuk wandelen of iets leuks doen.’

Gina zucht diep. ‘Fijn dat je even naar me geluisterd hebt.’

Jonas kijkt met een schuin oog naar zijn agenda. Een uurtje eerder weg moet geen probleem zijn. ‘Ik ben blij dat je me gebeld hebt. Tot later lieverd.’

Het kriebelt aangenaam van binnen als hij dat zegt. ‘Tot later lieve Jonas.’

Nog snikkend loopt ze naar de keuken om Adeleine te zoeken. ‘Wil je me leren hoe je die koekjes bakt waar je het laatst over had?’

Verschrikt veert Adeleine op. Ze had haar niet aan horen komen. ‘Gelukkig kijk je een stuk minder sip. Gaat het weer? Koekjes bakken, leuk! Ik stem voor!’

Gina lacht. Ze heeft nog nooit iemand ontmoet die zoveel praat als Adeleine.

Het is erg gezellig om zo samen te bakken. Adeleine leert haar de lievelingskoekjes bakken van Jonas en omdat het zo gezellig is en ze de smaak te pakken hebben leert Gina haar het succesrecept van haar citroentaart.

Door alle gezelligheid en plezier hebben ze geen benul van de tijd. Als de taart helemaal klaar is en de koekjes in het blik gedaan zijn schrikken ze dat het al eind van de middag is. Samen maken ze de keuken weer toonbaar. ‘Ik maak het hier wel af, zet jij even de droger aan?’

Als Adeleine naar het washok vertrokken is gaat Gina op zoek naar iets waarin ze de taart voor Adeleine in kan doen. Als ze de voordeur hoort kijkt ze verbaasd op de klok. Zou dat haar schoonmoeder zijn die onaangekondigd langskomt? Nee die zal aanbellen. 

Jonas loopt haar tegemoet. ‘Goedemiddag schoonheid.’

Gina kruipt dicht tegen hem aan. ‘Wat ben je vroeg. Is er iets gebeurd?’

‘Nee, ik ben eerder thuisgekomen om lekker bij jou te zijn. Wat ruikt het hier trouwens heerlijk.’

Adeleine komt ook weer de keuken in. ‘Huh Mijnheer wat bent u vroeg.’

Jonas lacht. ‘Goedemiddag Adeleine. Ik ben lekker op tijd thuis. Maar hebben jullie gebakken samen?’

‘Ja Adeleine heeft mij geleerd hoe ik jouw lievelingskoekjes maak en ik heb haar mijn beroemde citroentaart geleerd. Maar die maak ik nog wel een andere keer, deze is voor haar.’

Jonas geeft Gina een dikke kus. ‘Ik ben blij dat jullie je hebben vermaakt. Ga jij ook lekker naar huis Adeleine, ik betaal je gewoon je normale uren. En hier, neem je vrouw lekker uit eten vanavond.’ Hij steekt haar een envelop toe. 

Adeleine krijgt een kleur. ‘Nee hoor dat kan ik niet aannemen hoor echt niet. Niet doen hoor ik doe gewoon mijn werk en zoveel gewerkt heb ik vandaag niet en.’

Ze houdt even in als ze de stenge blik van Jonas ziet. ‘Ga je die envelop nog aannemen of moet ik eerst nog even wat anders doen?’

Verlegen neemt ze het aan. ‘Dank u wel. Ik weet niet wat ik moet zeggen Mijnheer. Ik ben sprakeloos.’

‘Bel je vrouw op dat je eraan komt en dat jullie uit eten gaan. En nu lekker gaan, want ik heb het nodige te bespreken met mijn vrouw.’

Adeleine zwaait en rent snel de deur uit. Gina loopt met Jonas naar de woonkamer en gaat lekker tegen hem aanzitten. Hij slaat een arm om haar heen. ‘Ik heb even met mijn broer gesproken. Nou ja, eigenlijk niet even maar een hele tijd. Ik heb verteld wat voor een fantastische vrouw jij bent en hoe blij ik ben dat jij in mijn leven bent. Ook heb ik hem duidelijk gemaakt dat het niet goed is om invloed uit te oefenen op de band tussen jou en Shirley. En nu wil ik heel graag weten wat Shirley precies tegen jou heeft gezegd waardoor je zo overstuur was.’

Het raakt haar dat Jonas zo in de bres gesprongen is voor haar. ‘Wat lief dat je met hem hebt gepraat. En dat je dat over mij gezegd hebt.’

Jonas streelt haar gezicht. ‘Ik heb alleen maar de waarheid gezegd, niets meer en niets minder. Nu wil ik antwoord op mijn vraag, want die ontwijk jij om Shirley te beschermen. Zie, ook dat siert je. Ondanks dat ze je gekwetst heeft bescherm je haar nog.’

Vertwijfeld staart Gina naar de grond. Waarschuwend knijpt hij in haar hand. ‘Nou ze had allemaal van die opmerkingen die zeer deden. Alsof ze me naar beneden wilde halen. Ook deed ze alsof haar huwelijk en match helemaal perfect is en door de dingen die ze zei leek het alsof ze ons huwelijk naar beneden wilde halen. Dat ons huwelijk vergelijkbaar is met dat van mijn ouders. En toen ik uiteindelijk zei.’

Er valt een stilte. Jonas geeft haar even de tijd. ‘Wat zei je lieverd?’

‘Ik zei dat ik denk dat ik verliefd ben. Toen lachte ze heel neerbuigend en vroeg ze of ik verliefd was op jou. Met een toon alsof het dan wel op iemand anders moet zijn.’

Ze gaat steeds zachter praten. Het voelt alsof ze haar vriendin verraadt en tegelijk een bekentenis doet naar haar echtgenoot.

Opgelucht haalt Jonas adem en hij knijpt haar haast fijn. ‘Ik ben blij dat jij dezelfde kriebels voelt.’

Verbaasd kijkt ze hem aan. Dan drukt hij een dikke zoen op haar mond. ‘Ik eh weet even niet wat ik moet zeggen.’

‘Je hoeft niks te zeggen lieverd. Ik ben gewoon blij dat we hetzelfde voelen. Ik denk dat het heel moeilijk zou worden als ik liefde voor jou ontwikkel en jij niet voor mij.’

Gina lacht. ‘Als ik bij je ben dan voelt het helemaal perfect, maar zodra je weg bent dan voel ik alle dwarsheid en weerstand weer optrekken.’

‘Daar hebben we mijn grote vriend voor.’ Hij knikt lachend naar de schouw waar de lat prominent pronkt. 

‘Maar even terug naar Shirley. Ik ben ontzettend trots op je dat je geen scène hebt getrapt en dat je heel netjes en duidelijk je uitgesproken hebt. Als jij zo tegen iemand had gesproken zoals zij tegen jou heeft gedaan dan had ik ervoor gezorgd dat je dagen niet zou kunnen zitten. Je hebt je eigenlijk een beetje te veel laten kwetsen. Dat zegt wat over hoeveel je geeft om Shirley. Ik ben echt ontzettend trots op je.’

Dan beseft Gina dat als Oscar hoort hoe Shirley zich heeft gedragen dat hij haar daar ook op zal aanspreken. Er draait zich een knoop in haar maag. Straks wordt Shirley gestraft door haar. ‘Wat is er Gina, wat kijk je ineens bang.’

Haar schouders beginnen te schokken. De tranen stromen over haar wangen. ‘Straks wordt Shirley misschien gestraft door mijn geklik.’

Jonas pakt haar schouders beet en dwingt haar hem aan te kijken. ‘Ik mag hopen dat ze gestraft wordt. Het is geen klikken. Als je dit voor me achtergehouden had en ik had hier later achter gekomen dan had ik jou gestraft. Niemand mag jou ooit zo behandelen. Zelfs je beste vriendin en schoonzus verdient daarvoor een ongenadig pak slaag. Al praat zij honderd keer zo tegen jou, dan verwacht ik dat jij dat ook honderd keer tegen mij verteld.’

Gina werkt zich los uit zijn greep om weer lekker tegen hem aan te kunnen kruipen. Hij troost haar en ze laat alles even op zich inwerken. Wat een dag. Het had in haar voorstelling zo anders kunnen lopen.

‘Zullen we samen koken?’

Verbaasd kijkt ze naar hem op. ‘Samen?’

Jonas lacht om haar verbaasde gezicht. ‘Ja ik kan helemaal niet koken en het lijkt mij wel leuk om samen te doen. Aangezien jij heerlijk bakt en kookt denk ik dat jij het meest geschikt bent om het mij te leren.’

Met een verbeterd humeur springt Gina op. ‘Nou aan de slag dan maar!’

Voorzichtig knoopt hij haar schort vast. Gina geniet van zijn aandacht. ‘Deze groenten moeten allemaal gesneden worden. Daar beginnen we mee.’

Ze schuift hem een mes en een snijplank toe. ‘Jij bent wel van de groente zeg. Ik heb nooit zoveel groente gegeten als nu met jou.’

Gina lacht. ‘Kletsen en werken tegelijk hoor, anders staan we hier vanavond nog. Gezond eten is belangrijk. En het is ook gewoon heel lekker. Ik kan niet wachten tot ik het gewoon allemaal weer uit de tuin kan halen.’

Met enige aanwijzingen en bijsturingen snijdt hij de aubergine en courgette. Gina doet de rest. Het gaat bij haar een stuk sneller. ‘Het is belangrijk dat je de pan eerst goed heet laat worden en je moet je aandacht erbij houden. Op mijn teken kan je de ui en knoflook in de pan doen.’

Jonas bekijkt haar aandachtig. ‘Waar zit je met je gedachte? Ik zei nu.’

Betrapt! Hij doet vlug wat ze vraagt. Onhandig roert hij wat in de pan. Hoofdschuddend pakt ze zijn hand. ‘Kijk zo moet het. Dan krijg je ook geen lamme arm.’

De rest van de ingrediënten doet ze erbij en dat laat ze zachtjes garen. In een andere pan bakt ze gehaktballetjes. Als alles gaar is doet ze alles in een pan en maakt ze de saus aan. 

‘Wat is dat?’ Vraagt hij verbaasd. 

‘Gnocchi. Echt super lekker dit zo samen. Mijn ouders houden hier helemaal niet van, maar ik ben er gek op. Het meeste wat ik kook vinden zij niks trouwens.’

Jonas snuift alle geuren op. ‘Ze weten niet wat ze missen. Ik heb trek gekregen.’

‘Eerst even brood snijden! Daarna kunnen we het opdienen.’

‘Ja mevrouw Clarckx.’ Lacht hij plagerig. Hij slaat een arm om haar heen. ‘Ik vind het gezellig met jou.’

Gina kust hem verlegen. ‘Ik vind het ook gezellig met jou.’

Slaagsleutels (slot)

Ze wil net een handvol spaghetti in het kokende water gooien als haar telefoon aangeeft dat ze een berichtje heeft. Ze dropt de pasta in het water, stelt de eierwekker in en grijpt naar haar telefoon. Het bericht is van Marie. Ze kijkt even over haar schouder, maar Matthias is verdiept in zijn boek.

“Mijn punten staan online, ik heb 1 onvoldoende,” leest ze. Haar hart slaat een slag over. Staan de punten online? Nu al? Maar ze zouden morgen toch pas komen? Moet zij nu ook kijken?

“Wauw, supergoed!” typt Joke snel terug. Dan legt ze haar telefoon aan de kant en roert in de saus. Langs de ene kant wil ze meteen haar laptop nemen en inloggen op het platform van de universiteit om te kijken of haar punten ook al online staan. Langs de andere kant wil ze het niet weten. Wat als het slecht is? Dan gaat Matthias moes maken van haar billen! En dan kan ze evengoed stoppen met studeren. Zal ze voor altijd vast zitten in een of ander rotbaantje waarvoor je net genoeg hersenen moet hebben om je naam te kunnen schrijven. Dat wil ze niet. Het moet goed zijn. Dat moet. Haar knokkels worden wit omdat ze de houten lepel waar ze mee in de saus roert zo stevig vastklemt.

Dan staat Matthias plots achter haar. Hij slaat zijn armen om haar middel en laat zijn handen omhoog glijden naar haar borsten. Joke laat hem begaan, maar reageert niet.

“Wat scheelt er?” laat hij zijn armen teleurgesteld weer zakken. Dan ziet hij de gespannen trek op haar gezicht. Hij neemt haar kin vast. “He meisje, kijk me even aan. Scheelt er iets? Is er iets gebeurd?”

Even overweegt Joke om te liegen en te zeggen dat er niets aan de hand is, maar dat idee verwerpt ze al snel. Liegen tegen Matthias is geen goed idee. Dat heeft hij in het verleden al ondubbelzinnig duidelijk gemaakt. En Marie heeft hem vast ook laten weten hoe goed ze haar examens gehaald heeft. Dus dan weet hij meteen dat zij haar resultaten ook al kan hebben.

“Marie heeft haar resultaten,” zegt ze daarom maar.

“En?” vraagt Matthias belangstellend.

“Ze heeft het heel goed gedaan, maar 1 examen waar ze niet voor geslaagd is.”

Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. “Mooi zo. Jammer van dat ene. Maar dat bespreek ik met haar wel. Zullen we even kijken of jouw resultaten ook al online staan?”

Bleek schudt Joke haar hoofd. “Ik denk dat ik liever tot morgen wacht.”

Matthias kijkt bedenkelijk. “Hoezo, zodat je er de hele avond mee in je hoofd kunt zitten en vannacht niet zult slapen door de spanning? Je kunt het maar beter gehad hebben.”

“Nee … Nee, liever niet. Ik wil het niet weten.”

“Ik wil het wél weten,” antwoordt Matthias beslist. “Als jij niet kijkt, dan kijk ik.”

Joke kijkt hem aarzelend aan. “Goed dan, kijk maar,” zegt ze. “Ik werk de spaghetti wel af.”

Matthias lijkt te willen vragen of ze echt niet met hem mee komt kijken, maar dan legt hij zich erbij neer en loopt naar de laptop die op tafel staat. Eerst stuurt hij snel Marie een berichtje om haar te feliciteren. Joke blijft achter bij het fornuis en roert nog steeds in de saus, ook al heeft ze het vuur net moeten afleggen omdat die al warm genoeg heeft. Nerveus kijkt ze over haar schouder, naar Matthias achter de laptop. Ze hoopt dat haar cijfers nog niet beschikbaar zijn, maar tegelijk heeft Matthias gelijk: ze zal vannacht niet kunnen slapen als ze het nog niet weet. Langs de andere kant hoopt ze dat ze vannacht wel zal kunnen slapen als ze het wél weet.

“Ze staan online,” kondigt Matthias aan.

Kreunend legt Joke haar handen op haar oren. “Nee, ik wil het niet weten.”

“Kom hier.”

Ze schudt haar hoofd en kijkt weg. Ze wil het echt gewoon niet weten. Ze durft niet. Wat als … Nee, ze durft het zelfs niet denken.

“Kom hier!” Hij klinkt plots streng. Ze verstijft. Ze wil niets liever dan protesteren, maar durft niet. Als haar cijfers slecht zijn, kan ze het beter niet nog erger voor zichzelf maken. Dus loopt ze schoorvoetend naar hem toe, zonder hem aan te kijken. Hij klopt uitnodigend op zijn knie. “Kom op mijn schoot zitten, dan bekijken we ze samen.”

Joke slikt. “Mag ik mijn ogen dichthouden?” vraagt ze.

Matthias schiet in de lach. “Mij best, zolang je maar op mijn schoot komt zitten. Ik ken je al een beetje, uiteindelijk word je toch wel nieuwsgierig.”

Nu moet ook Joke even grijnzen. Ja, daar herkent ze zich wel in. En inderdaad kan ze er niets aan doen dat haar ogen toch aan het scherm van haar laptop vastgekleefd lijken. Ze durft niet te kijken, maar ze durft ook niet weg te kijken. Ze wil niet dat Matthias haar punten eerder kent dan zij. Het voelt ook ergens veilig om hem zo dicht bij haar te hebben. Hij is er voor haar. Ook als het slecht is. Al wil ze daar niet aan denken, aan wat de gevolgen dan zullen zijn. Zowel voor haar billen als daarbuiten.

“Klaar?” vraagt Matthias.

Even wacht ze nog, dan knikt ze. Het is maar een miniem knikje, maar het is goed genoeg voor Matthias. Hij klikt de link naar haar rapport open.

Even glijden haar ogen niet-begrijpend over de cijferlijst. Ze ziet veel onvoldoendes, die van vorig semester, ze staan er hier ook tussen. Maar dan ziet ze ook een heel aantal cijfers die uit twee getallen bestaan: voldoendes. Hoe langer ze naar de lijst kijkt, hoe groter haar opluchting.

Samen met Matthias overloopt ze elk cijfer. “Die was van vorig semester, die ook, maar deze voldoende is van dit semester en … Wow! Ik heb gewoon een 16 gehaald op publieksrecht? En een 13, een 12 … Een 7 voor familierecht. En dan nog een 14. Maar één extra herexamen!”

Plots voelt ze zich euforisch en tegelijk een beetje slap. Maar één extra herexamen. Samen met de 3 onvoldoendes uit het eerste semester betekent dat 4 herexamens. Dat wordt nog pittig, maar het is niet onmogelijk.

“Ik ben trots op je,” hoort ze Matthias zeggen. Ze registreert het nauwelijks, zo groot is haar opluchting.

“Stuur Marie maar even een berichtje, die zit vast vol spanning op nieuws van jou te wachten.” Joke knikt. Matthias heeft wellicht gelijk.

“Ik heb ook maar 1 herexamen!!!!! Woehoe!!!” stuurt ze. Dan laat ze zich slap op haar stoel vallen.

“Heel goed gedaan,” lacht Matthias haar toe.

“Ben je niet boos omwille van die ene 7?” vraagt Joke dan.

“Boos? Nee, ik ben niet boos. Ik ben net trots. Wat een verschil met vorig semester! Je hebt het enorm goed gedaan.”

De eierwekker gaat af, ten teken dat de pasta klaar is. Snel staat Joke op. “Ik heb ineens superveel honger,” grijnst ze.

“Schep het eten dan maar snel op!” Matthias geeft haar een klap op haar billen terwijl ze wegloopt. Triomfantelijk wiegt ze met haar heupen.

“Is dat een uitdaging meisje?”

“Misschien.” Joke kijkt grijnzend over haar schouder. Matthias’ ogen twinkelen donker. Ongetwijfeld neemt hij de uitdaging straks nog aan. Nu eerst eten.

***

Het dessert aten ze op de bank, voor een aflevering van The Simpsons. Joke had nadrukkelijk haar ogen gerold toen Matthias het voorstelde. The Simpsons… Maar toch had ze geboeid zitten kijken. Haar Ben&Jerry’s is op, de aflevering is gedaan. Intussen zit ze met haar knieën opgetrokken en haar armen erom heen geslagen. Matthias drukt de tv uit. Hij kijkt haar even aandacht aan. Nee, hij kijkt even door haar heen.

“Wil je het er nu over hebben?” vraagt hij dan.

“Waarover?” antwoordt ze, ook al weet ze heel goed wat hij bedoelt.

“Je resultaten. Tenzij je liever een afspraak maakt,” knipoogt hij. “Maar ik kan zien dat je ermee zit.”

Joke haalt haar schouders op.

“Hé, kijk me eens aan.” Een vinger onder haar kin is haar voor. Het is het laatste zetje dat ze nodig heeft. Ze barst in tranen uit.

“Sorry,” snikt ze ineens.

“Waarvoor?” Matthias lijkt licht verbouwereerd. Deze reactie had hij duidelijk niet verwacht.

“Van die zeven. Het spijt me. Ik heb echt mijn best gedaan, maar dat examen was gewoon veel te moeilijk. Dat zei ik meteen al toen ik buiten kwam en Marie heeft voor net hetzelfde vak een onvoldoende, dat wil toch ook wat zeggen en…” ratelt ze zonder Matthias aan te kijken en zonder ook maar één keer adem te halen.

“Dat weet ik toch.”

“Ik wed dat er nog mensen zijn die…” Plots dringt het tot haar door wat Matthias zei. Eensklaps valt ze stil. Nu is het haar beurt om verbouwereerd te kijken.

“Maar… Ik dacht…” stamelt ze snikkend.

“Liefste Joke, ik straf niet omwille van resultaten. Soms is iets inderdaad gewoon te moeilijk. Dan moeten we later – ik herhaal: later, niet nu – samen even kijken wat je kunt doen om te zorgen dat je de materie beter snapt om een nieuwe poging te wagen op het herexamen. Eerst moet je wat vakantie nemen. Even ontspannen, je batterijen opladen. Voor nu ben ik heel trots dat je het zoveel beter hebt gedaan dan vorig semester. Omdat je attitude beter was. Attitude, Joke. Het gaat me om je attitude. Natuurlijk ben ik blij als dan blijkt dat als je hard werkt, je resultaten navenant zijn.”

Joke snuift even. ‘Navenant’, wat een oudemensenwoord. Ze is echter verstandig genoeg om dat niet uit te spreken. Niet nu het onderwerp zo serieus is.

“Ga je me dan niet straffen?” vraagt ze klein.

“Dat was ik niet van plan, nee.”

Even blijft het stil.

“Wil je dat ik je straf? Zou je je beter voelen als ik je zeg maar twee caneslagen geef voor elk punt dat ontbreekt om je een voldoende te bezorgen? Six of the best dus?”

Ze rilt. Six of the best klinkt vreselijk. Maar het was zoals dat ze verwacht had, ja. Daar had ze zich al op ingesteld. Dat wil ze misschien ook wel.

“Want dat ga ik niet doen,” is hij haar voor. Alweer. Het lijkt wel alsof hij, sinds ze hem kent, haar altijd minstens één of twee stappen voor is.

Joke zegt daarom maar niets meer, wacht af. De controle krijgt ze toch niet. Die heeft ze nooit gehad. Tijdens dit hele gesprek heeft ze hem nog niet aangekeken. In plaats daarvan staart ze over haar nog steeds opgetrokken knieën heen naar een onbepaald punt op de muur.

Het blijft stil.

“Ga je Marie dan ook niet straffen?” vraagt ze ineens, met een klein stemmetje.

“Je weet dat dat eigenlijk tussen Marie en mij is,” wijst Matthias haar terecht. “Maar nee, ik straf niet omwille van resultaten, zei ik net. Attitude, naar de les gaan, studeren, zonder dat je een kater hebt omdat je op een ongepast moment te hard bent gaan feesten, dat zijn de dingen die ik belangrijk vind.”

Joke knikt. Ze snapt het, denkt ze.

“En voor nu,” gaat Matthias verder, “wil ik vooral nog een keer herhalen dat ik trots op je ben. Je resultaten zijn er enorm op vooruitgegaan. Omdat je attitude een stuk beter was dit semester.”

“Soms toch,” grinnikt Joke. Voor het eerst kijkt ze hem schuin aan. Zijn bruine ogen lachen met haar mee.

“Af en toe had je een duwtje in de rug nodig,” bevestigt hij. “Maar je hebt het goed gedaan.”

“Ik wist niet dat mijn rug zo laag zat,” mompelt ze.

Nu lacht Matthias voluit. “Bijdehandje.”

“Moet je me daar dan niet voor straffen?” Het is eruit voor ze het weet. Ze bijt op haar lip.

Hij kijkt haar aan. Zijn blik is donkerder geworden. Snel slaat ze haar ogen neer. Nog steeds kan ze hem niet aankijken als hij zo kijkt. Hij legt een vinger onder haar kin en dwingt zo haar ogen naar de zijne.

“Wil je dat dan?” vraagt hij. Zijn stem klinkt neutraal. Veel te neutraal. Ze kan er niet uit peilen welk antwoord hij verwacht. Wat moet ze zeggen?

Ze knikt. Niet makkelijk met zijn vinger onder haar kin, maar het is toch maar een klein knikje.

“Je weet dat als je iets wil, je het me moet vragen,” zegt hij dan. Hij laat haar los.

Niet dit weer. Dit is zo frustrerend. Waarom kan hij nu nooit een gewoon… Argh! Ze krijgt bijna zin om te stampvoeten.

Nukkig draait ze haar hoofd weg.

“Laat maar,” mokt ze.

Matthias’ blik blijft even op haar rusten. “Zetten we dan maar een volgende aflevering op?” Nog steeds die vreselijk neutrale stem.

Joke geeft geen antwoord, maar Matthias trekt er zich niets van aan. De begingeneriek van The Simpsons schalt voor de tweede keer die avond door de woonkamer.

Als de aflevering gedaan is, schakelt Matthias de tv uit. Het wordt ongemakkelijk stil.

“Waarom zit je jezelf zo in de weg?” vraagt hij uiteindelijk.

Joke haalt haar schouders op. Omdat hij zo moeilijk doet, maar als ze dat zegt, maakt hij er weer zo’n probleem van.

“Kom voor me zitten. Op je knieën.”

Urgh. Moet dat? Ze heeft hier nu echt geen zin in. Maar als ze hem met bliksemende ogen aankijkt, beseft ze meteen dat ze maar beter niet kan protesteren. Dus laat ze zich met een diepe zucht op haar knieën zakken. Ze kijkt hem recht in de ogen. Hij maakt het haar niet gemakkelijk? Wel, zij hem ook niet!

Zwijgend kijkt hij op haar neer. Zijn gezicht staat ondoorgrondelijk, zijn ogen dreigend en donker. Het kost haar moeite om zijn blik vast te houden. Om niet weg te kijken. Maar ze houdt vol.

“Meisje, meisje toch,” zucht hij. Hij legt zijn handpalm tegen haar linkerwang. Nu kijkt ze wel weg. Dit voelt plots nog een heel stuk intiemer.

“Waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Je weet best wat ik wil horen.”

“Maar waarom?” Ze heft haar gezicht met een ruk op. “Ik ben niet degene die het moeilijk maakt,” snauwt ze. “Dat doe je helemaal zelf. Waarom wil je per se dat ik erom vraag? Je weet wat ik wil. Zelfs als ik het niet wil, doe je het toch gewoon. Dus waarom kan dat nu niet?”

“Klaar?” Zijn stem klinkt zacht. Te zacht. Gevaarlijk. Het is dat ze nog steeds op haar knieën zit, bijna tussen zijn benen in, anders zou ze willen achteruit deinzen. Wegrennen. Nu gaat dat niet.

Ze knikt, kijkt langs hem heen.

“Kijk me aan,” zegt hij.

Nog steeds nukkig kijkt ze hem aan. Wat wil hij toch?

“Weet je, sla dan maar niet,” zegt ze in een opwelling. “Bekijk het maar.” Ze probeert recht te staan, maar twee handen op haar schouders houden haar tegen.

“O nee,” waarschuwt hij. “Niet weer zo beginnen hoor. Je gaat me niet van je af duwen.” Hij trekt haar recht en neemt haar aan haar oor mee naar de hoek.

“Ga hier maar even nadenken over wat je zonet gedaan hebt en hoe je in deze situatie bent beland. En ook over hoe je dat had kunnen voorkomen en waarom je me er niet gewoon om kon vragen als je slaag wilde.”

Ziedend staat ze in de hoek. Natuurlijk had ze erom kunnen vragen. Maar dat is het net: dat kàn ze niet. Ze krijgt het gewoon niet over haar lippen. En nu is hij boos. Natuurlijk, zij was eerst boos, dus ze heeft het wat uitgelokt. Maar argh, waarom maakt hij alles steeds zo moeilijk?

Waarom vindt ze het eigenlijk zo moeilijk? Ze zou blij moeten zijn dat hij haar niet straft omwille van die zeven. Maar omdat ze zich erop had ingesteld en het toen toch niet kwam, werd ze plots boos. Waarom?

Omdat het wéér eens anders ging dan ze verwacht had? Omdat hij, telkens als ze denkt hem door te hebben, toch weer iets anders doet, haar steeds minstens één stap voor blijft? Omdat ze nog steeds probeert de controle te behouden, beseft ze. Daarom kan ze er ook niet om vragen. Want dan heeft ze de controle, of toch een illusie daartoe, en geeft ze die vrijwillig af. Dat kan ze niet.

Matthias is vlak achter haar komen staan. Hij raakt haar niet aan, maar toch voelt ze zijn aanwezigheid vlak achter zich.

“Blijf voor je kijken,” zegt hij zacht. Haar broek gaat omlaag, net als haar onderbroek. Kippenvel verschijnt op haar billen, ook al heeft ze het niet koud.

“Vertel het nu eens, wat scheelt eraan?” Nog steeds die zachte stem. Er gaat geen enkele dreiging van uit, maar dat kan bedrieglijk zijn, weet Joke maar al te goed. “Blijf naar de muur kijken. Vertel het aan de muur, niet aan mij, als dat te moeilijk is.”

Ze zucht. “Het is gewoon allemaal moeilijk,” fluistert ze dan tegen de muur.

Matthias blijft stil. Geeft haar de ruimte om haar gedachten te ordenen.

“Ik begrijp oprecht niet waarom ik erom moet vragen,” gaat ze verder. “Je weet toch wel dat ik het nodig heb, dat ik het wil. Dat wil ik niet ook nog eens hardop moeten toegeven.”

“En waarom niet?”

“Omdat het raar is! Omdat ik dit niet hoor te willen!” Nu draait ze zich wel om, maar Matthias draait haar meteen terug.

“Maar je wil het wel,” zegt hij. “Het helpt je. Kijk maar naar die goede resultaten.”

“Op die stomme zeven na dan,” moppert Joke.

“Is dat waar je mee zit?”

“Ja… Nee… Ik weet het niet. Dat examen ging gewoon ook echt niet goed. Maar ik heb zo hard gewerkt dit semester. Ik ben bijna niet uit geweest, heb Stephanie en de anderen compleet verwaarloosd…” Ook al wil ze het niet, de tranen stromen intussen over haar wangen.

“En met resultaat,” geeft Matthias na een korte stilte aan. “Ik meende wat ik eerder al zei: ik ben echt trots op je. Je hebt het ongelooflijk goed gedaan. Je hebt hard gewerkt en je hebt hele mooie resultaten om voor te leggen. En die zeven, dat lossen we wel op in de herexamens.”

“Ik heb nog zoveel andere herexamens ook.”

“Daar zullen we samen aan werken.”

Nu draait hij haar om. Ze weet niet goed waar te kijken. Ze wil hem niet aankijken, maar hij staat zo dichtbij dat ze bijna geen andere optie heeft. “Vertrouw je mij?” vraagt hij.

Ze knikt.

“Ik wil het je horen zeggen.”

“Ja Matthias,” zucht ze.

“Nu moet je eerst even vakantie nemen. Stoom afblazen. Je ontspannen. Feesten. Twee weken. Daarna beginnen we te studeren voor je herexamens. We. Ik ga je helpen, zoals ik je dit semester ook geholpen heb.”

Joke knikt.

“En geloof me, geniet maar van die twee weken, want daarna zul je geen kans krijgen om de kantjes ervan af te lopen,” waarschuwt hij streng.

“Ik geloof je,” mompelt ze met een half lachje.

Hij doet een stap achteruit. “Is er dan nog iets wat je me wil vragen?”

“Moet dit echt?” jammert ze.

“Dat is aan jou.”

“Maar waarom?”

“Omdat ik zeker moet zijn dat jij het wil. Ik doe dit voor jou. Het is jouw keuze.”

“Ik word liever gedwongen.” Zei ze dat nu echt? Ook al was het heel erg binnensmonds?

Aan Matthias’ onderdrukte grijns te zien, zei ze het inderdaad echt.

“Bekijk het zo: ik dwing je nu om erom te vragen,” haalt hij zijn schouders op.

“Dat is niet eerlijk!”

“Nee, klopt. Dat is het niet.”

Ze zucht. Staart naar haar voeten. “Wil je me slaan?” vraagt ze.

“Waarom?” is zijn onmiddellijke wedervraag.

Even kijkt ze hem woedend aan, dan slaat ze haar ogen weer neer.

“Voor de manier waarop ik je zonet behandelde,” fluistert ze dan. “Omdat ik me gedroeg als een verwend nest, je wegduwde.”

“Nog iets?”

Verward kijkt ze hem aan. “Ik denk het niet?” aarzelt ze.

“Goed, kom maar mee.”

Eindelijk. Eindelijk mag ze over zijn knie. Ze verbaast zich erover hoe comfortabel en veilig dit is gaan voelen. Ook al is ze allesbehalve veilig, dat weet ze best.

Haar broek hangt nog rond haar enkels, dus hij begint meteen te slaan. De eerste klappen doen haar naar adem snakken. Oef, hij slaat hard. Ze probeert geen geluid te maken en zo stil mogelijk te liggen. Maar als de klappen ook op haar bovenbenen beginnen te regenen, blijkt dat een onbegonnen zaak. Ze piept en spartelt, maar hij houdt haar stevig vast. Ze kan geen kant op.

Dan laat hij haar plots los. Was dit het? Opluchting en teleurstelling strijden om voorrang.

“Haal de paddle maar even,” hoort ze hem dan zeggen.

Met tegenzin komt ze overeind. Ze speurt naar de tafel, maar ziet hem niet.

“Hij ligt beneden.”

Beneden? In zijn werkkamer?

Berustend bukt ze zich om haar broek terug op te trekken. Ze zal de trap op en af moeten.

“Die heb je niet nodig.”

“Ik kan toch niet in m’n blote billen naar beneden!” roept ze verontwaardigd.

“Jawel hoor. De examens zijn gedaan, er is niemand meer in dit gebouw. Behalve wij.”

“Dat weet je niet. Dat kun je niet zeker weten.”

“Dat risico zul je moeten nemen.” Hij grijnst. De klootzak. Hij vindt dit nog leuk ook. “Of trek je liever ook je t-shirtje uit? Mag hoor.”

Snel schudt ze haar hoofd.

“Ga dan maar. De paddle zit in mijn bureau in de onderste lade.”

Dat weet ze best. Ze heeft hem vaak genoeg zijn instrumenten zien uithalen.

“Breng de tawse ook maar mee. En de cane.”

Ze slikt even. Dit wordt nog een zware avond. Toch knikt ze.

Voorzichtig doet ze de deur op een kier en gluurt naar buiten. Niemand te zien. Zo snel mogelijk sprint ze de trap af. Het voelt best gek, zomaar zonder broek door de gang denderen. Hoort ze nu iets? Is daar iemand? Nee, toch niet. Zo snel als ze kan draait ze de sleutel in het slot van Matthias’ deur en springt ze naar binnen. Dan slaat ze de deur achter zich dicht en ademt lang uit. Wat doet hij haar toch aan? Dan loopt ze naar de lade waar hij zijn instrumenten bewaart. Ze trekt ‘m open en rilt even bij het zien van al die martelwerktuigen. Paddle, tawse en cane was het. Hij zei niet welke cane. Welke moet ze nemen? Straks neemt ze de verkeerde en moet ze terug. Maar als ze ze alle drie meeneemt, gaat hij ze vast ook alledrie gebruiken. Misschien moet ze de middelste maar nemen. De gulden middenweg. Ze haalt de drie uitverkoren instrumenten uit en duwt de lade weer toe. Even kijkt ze om zich heen. Nu ze hier toch is, kan ze even goed snel even kijken of hij niet nog meer martelwerktuigen verstopt in andere lades. Zou ze? Dat brengt haar wel sowieso in de problemen als hij het te weten komt. Als. Hoe groot is die kans?

Haar hand heeft de handgreep van de volgende lade al vast. Dan denkt ze aan alle keren dat ze dacht iets voor Matthias te kunnen verzwijgen. Of hem te kunnen voorliegen. Straks vraagt hij haar ernaar! Nee, dit soort dingen zijn nog nooit goed afgelopen voor haar. Ze kan maar beter gewoon naar boven gaan. Later kan ze altijd nog vragen wat erin zit. Misschien vertelt hij het haar wel. Of misschien niet. Het zijn vast geen staatsgeheimen. Dossiers van zijn klanten. Dat wil ze eigenlijk niet weten. Goed dan, ze gaat terug naar boven.

Snel spurt ze door de gang om pas bij de trap aangekomen te beseffen dat ze de deur niet op slot heeft gedraaid. In zichzelf vloekend loopt ze terug. Nu moet ze nog langer met haar blote billen in deze gemeenschappelijke hal staan. Gelukkig lijkt Matthias gelijk te hebben dat er niemand anders is. Toch is ze opgelucht als ze weer in zijn appartement staat.

“Alles in orde?” vraagt Matthias, terwijl zij de instrumenten op de door hem aangeduide plek op tafel legt.

“Ja hoor,” knikt ze.

“Iets wat ik moet weten?” Hoe wist hij dat? Hoe wist hij dat ze in de verleiding zou komen? Hij is natuurlijk niet gek. Kent haar al een beetje.

“Nee,” schudt ze haar hoofd.

“Weet je het zeker?” Hij kijkt haar onderzoekend aan. “Je hebt niet, ik zeg maar iets, in lades zitten snuffelen?”

“Nee,” herhaalt ze. “Ik kwam wel even in de verleiding,” geeft ze toe onder zijn onderzoekende blik. “Maar ik heb het niet gedaan. Beloofd.”

Een glimlach breekt door op zijn gezicht. “Mooi zo,” zegt hij. “Misschien hebben we deze dan niet nodig,” merkt hij op, met een knikje in de richting van de cane. “Maar de rest wel. Buig je maar over tafel.”

Zonder hem aan te kijken doet ze wat hij zegt. De drie instrumenten liggen net binnen haar gezichtsveld. Ze probeert ze te negeren. Zijn hand grijpt naar de paddle, die van tafel en uit haar ooghoeken verdwijnt.

“Je voeten blijven op de grond, je bovenlichaam blijft op de tafel liggen. Anders beginnen we opnieuw.” Het klinkt dreigend.

Hij geeft haar geen tijd om te reageren, maar begint meteen te slaan. Hard. Voornamelijk op en rond haar sitspots. Het kost veel moeite, maar toch slaagt ze erin om in positie te blijven. Wel balt ze haar handen tot vuisten en propt die in haar mond in een poging geen geluid te maken. Dat mislukt.

Even later ligt ze snikkend over de tafel. Het lijkt wel alsof alle examenstress en spanning om haar resultaten in een keer naar buiten komt.

“Kom maar overeind,” hoort ze na wat wel een eeuwigheid lijkt. “Kijk me aan.”

Door de tranen heen kijkt ze hem aan. “Handen op je hoofd.”

Wat? Wat is dat nu? Dat moet ze toch alleen maar als ze in de hoek staat? Niet als ze tegenover hem staat… Maar de brand in haar billen waarschuwt haar om vooral niet te protesteren. Dus legt ze haar handen op haar hoofd. Als vanzelf wordt haar blik naar de grond getrokken.

“Waarom sta je hier?”

De vraag overvalt haar. “Omdat ik straf heb verdiend,” antwoordt ze aarzelend.

“Waarvoor dan?”

“Jou wegduwen.”

“En wat nog?”

Het blijft stil. Ze weet het niet.

“Voor die zeven?” aarzelt ze.

“Nee, niet voor die zeven.”

Weer blijft het stil.

“Je krijgt straf omdat je me niet durfde vragen wat je nodig hebt.”

Dat is niet eerlijk! Maar Joke weet wel beter dan te protesteren. Blijkbaar heeft Matthias haar vuile blik toch gezien. “Ik kan geen gedachten lezen, meisje,” zegt hij.

“Dat is nieuws,” mompelt Joke.

“Ja, vaak voelt het vast zo,” geeft Matthias toe. “Je gezicht spreekt regelmatig boekdelen. Maar je mag er niet vanuit gaan dat ik het altijd goed zal hebben. IK wil daar niet van uitgaan. Daarom vind ik het zo belangrijk dat je er zelf om vraagt. Straf, daar beslis ik over. Als je het verdient hebt. De rest: aanmoediging, stress-release, zomaar omdat het leuk is … Dat moet je me vragen. Dan moet ik zeker weten dat je het zelf wil. Begrijp je dat?”

Ze denkt dat ze het begrijpt. Het klinkt in elk geval niet onlogisch. Dus knikt ze.

“Mooi. Dan krijg je er nu nog tien met de tawse om je straf af te ronden. Buig maar weer over de tafel.”

Haar arme billen … Het brandt al zo erg. Toch doet ze wat hij zegt.

“Je vraagt me om elke klap,” hoort ze achter zich.

Ze schrikt. Nee, dat wil ze niet! Maar dat is net het punt, beseft ze meteen. Dus zet ze haar tanden op elkaar. “Wil je me slaan?” knarst ze.

“Dat hoorde ik niet. En ik hoorde je al helemaal niet met twee woorden spreken.” Ze kan zijn grote grijns gewoon horen. De rotzak.

“Wil je me alsjeblieft slaan Matthias?” vraagt ze poeslief.

Hoort ze hem nu onderdrukt grinniken? “Als je dat zo lief vraagt, dan doe ik dat met plezier.” Jup, zeker weten, hij heeft de grootste lol. En dat is te voelen ook. Vol landt de eerste klap op haar sitspot.

Even haalt ze diep adem. “Wil je me alsjeblieft slaan Matthias?” Haar intonatie klinkt al een stuk anders, ze hoort het zelf. Maar ze beseft ook dat ze dit niet gaat winnen. Weer een harde slag.

“Wil je me alsjeblieft slaan Matthias?”

“Wil je me alsjeblieft slaan Matthias?”

Na elke slag komt het er iets gemakkelijker uit. En klinkt haar stem breekbaarder, dat wel. Maar de drempel in haar hoofd wordt lager en lager.

“Dat was tien”, klinkt het uiteindelijk. “Sta maar recht.”

Moeizaam komt ze overeind. Haar billen staan in vuur en vlam, zeker na deze laatste tien. Maar het voelt niet onaangenaam, moet ze toegeven. Deze nabrand is altijd wel lekker. Ze wil in zijn armen wegkruipen, maar hij houdt haar tegen.

“Heb je iets geleerd, meisje?” Zijn ogen staan nog steeds donker, streng.

Ze knikt. “Ik moet je erom vragen als ik slaag wil.”

“Goed zo. Onthoud dat maar. Of moet ik het je nog even extra inpeperen met de cane?”

“Nee!”

“Weet je het zeker?”

Even twijfelt ze. Weet ze het zeker? Ze weet het op den duur zelf niet meer.

Matthias ziet haar twijfelen, maar wacht rustig af.

“Voor nu heb ik genoeg gehad,” besluit ze.

“Laat het me maar weten als dat verandert,” geeft Matthias aan. “Ik help je met alle plezier.”

“Ja, dat weet ik,” lacht Joke.

Gelukkig, de lucht tussen hen is geklaard. En nu kan ze ook blij zijn met haar resultaten. Alle stress moest er eerst even uitgehuild worden, denkt ze.

Twee weken. Ze krijgt twee weken vakantie. Met Matthias. Ze kan er maar beter goed gebruik van maken, want daarna zal hij haar vast weer zwaar aan het werk zetten. Hopelijk werkt het voor haar herexamens even goed. Op een of andere manier heeft ze er wel vertrouwen in. Zoals Matthias al aangaf: ze kan het wel, ze heeft gewoon wat discipline nodig. En met dat laatste komt het wel goed zolang Matthias er is … Op deze manier ziet ze zichzelf afstuderen. Ook al wordt het een pijnlijk proces. Dit gaat lukken.

Fennes temperament (2)

Dave zat in de auto en was onderweg naar de woonboulevard.
Vlak daarvoor had hij telefonisch contact gehad met het waarborgfonds om te vragen of zij de schade aan de auto van Fenne konden vergoeden. Er waren geen ooggetuigen dus ze hadden geen dader die ze konden aanwijzen. De vriendelijke vrouw die hem geholpen had, had hem gevraagd of er camerabewaking aanwezig was op de parkeerplaats.
Daar had hij geen antwoord op kunnen geven. Ze had hem laten weten dat hij dat wel zou moeten controleren. Pas wanneer ze met zekerheid konden zeggen dat de identiteit van de dader niet te achterhalen was zouden ze eventueel uitkeren.

Dave was er meteen achteraan gegaan en had de eigenaar van de meubelzaak gesproken. Er hing een camera welke een groot gedeelte van de parkeerplaats registreerde.
Hij vroeg Dave om de kenmerken van de auto, de datum en het tijdstip dat het gebeurd was, dan zou hij kijken of hij de beelden erbij kon vinden. Een half uurtje later had de goede man hem terug gebeld met het nieuws dat de auto inderdaad was vastgelegd op camera maar daarop was heel duidelijk te zien dat de schade al aanwezig was op het moment dat ze de parkeerplaats op reden.
Eerst was hij sprakeloos geweest en daarna voelde hij irritatie en ongeloof opborrelen. Vandaar dat hij had gevraagd of hij zelf kon komen kijken. Maar nu hij eenmaal in de auto zat en hij er eens goed over nadacht begonnen er opeens wat puzzelstukjes in elkaar te vallen. Zo had Fenne bijvoorbeeld de auto vooruit op de oprit gezet een paar dagen voordat het was gebeurd. Terwijl ze normaal gesproken altijd de auto achteruit inparkeerde. Ook had ze wel heel dicht tegen de heg aan gestaan. Had ze dit met een reden gedaan? Hij herinnerde zich dat ze die dag wat zenuwachtig was geweest. Maar ook dat ze perse met de Mazda had willen gaan en de heenweg zelf had willen rijden. Had ze dit allemaal gedaan om te voorkomen dat hij de schade zou zien? Had hij die pas op de terugweg mogen ontdekken? Fenne was degene geweest die meteen geopperd had dat er vast “iemand” tegen hun auto was aangereden.
Zou ze hem echt zó om de tuin geleid hebben vroeg hij zich af….
Hij wilde het eigenlijk niet geloven maar hij wist ook dat ze er wel een handje van had om haar best te doen ergens onderuit te komen.

Dave reed terug naar zijn werk en hij kookte van woede. Hij kwam net terug van de meubelzaak waar hij met eigen ogen had gezien dat de enorme deuk er al zat toen ze kwamen aanrijden. Hij zag zelfs duidelijk hoe Fenne er nog een snelle blik op wierp en hem daarna vlug bij zijn hand pakte. Waarschijnlijk had de eigenaar van de winkel dat ook gezien. Hij had zich de ogen uit zijn hoofd geschaamd. Hij kon zich niet herinneren dat hij ooit zo kwaad op haar was geweest.
Hier zou ze spijt van krijgen, heel erg veel spijt. Hij zou er voor zorgen dat ze een geintje als dit nooit meer zou uithalen.

Hij kon zich die dag maar moeilijk concentreren op zijn werk. Hij vroeg zich af hoe hij dit ging aanpakken. Het leek hem niet verstandig haar te straffen nu hij nog zo laaiend was. En hij wilde haar de kans geven om eerlijk op te biechten wat ze gedaan had. Hij was benieuwd of ze die kans zou aangrijpen. Daarnaast had hij even de tijd nodig om over een gepaste straf na te denken. Er zouden in elk geval elementen in moeten zitten die ze totaal niet zou verwachten en waarvan hij wist dat ze die vreselijk zou vinden. Want Dave wist inmiddels ook dat Fenne kon genieten van een pak slaag, dat het haar opwond. Dat was ook precies wat het voor hem in het begin allemaal zo ingewikkeld had gemaakt. Hij zag er gewoon het nut niet van in. Hij had dan juist het idee dat hij haar gedrag beloonde door haar te slaan. Hij had het gevoel dat ze het ging uitlokken, zich ging misdragen omdat ze wilde dat hij haar over de knie zou trekken om haar billen vuurrood te slaan. Dat was een tijd lang een behoorlijk struikelblok geweest. Elke keer als puntje bij paaltje kwam leek het hem de meest gepaste straf om haar brutale gedrag te negeren. Al kwam hij er al snel achter dat dat ook niet de beste manier was. Fenne was dan daarna vaak stil en in zichzelf gekeerd. Chagrijnig, teleurgesteld, soms verdrietig maar vaak ook ronduit irritant. Er hing dan dagen een gespannen sfeer. Maar wanneer hij vroeg wat er aan de hand was kreeg hij geen antwoord. Uiteindelijk had hij dan toch besloten om het geven van straf door middel van een pak slaag te proberen. Ze had hem al vaker proberen uit te leggen dat er verschil was tussen “straf” en straf. En dan was er ook nog zoiets als een erotische spanking of een spanking zodat ze haar hoofd even helemaal leeg kon maken. Voor haar was het allemaal zo klaar als een klontje maar voor hem was het volkomen nieuw geweest. Hij had haar maar moeilijk kunnen bij houden en hij was ook wel onzeker geweest. Haar slaan omdat hij wist dat ze er van genoot was toch anders dan haar slaan tot een punt dat ze hem huilend smeekte om te stoppen. Toch had hij het gedaan en het resultaat was verbluffend geweest. Hij was in eerste instantie geschrokken van haar tranen maar enorm ontroerd geweest door de dankbare en liefdevolle blik in haar ogen. Ze had zich in zijn armen laten vallen en zich door hem laten troosten. Hem oprecht bedankt voor het feit dat hij haar op haar plek gezet had. Hij had de opluchting van haar gezicht af kunnen lezen en ook voelde hij hoe totaal ontspannen ze was. En dat was de sfeer in de dagen, zelfs weken daarna ook geweest. Ze was in een opperbest humeur en ze deed erg haar best om het hem naar de zin te maken. En dan had je nog haar libido… Ze leek niet van hem af te kunnen blijven en ze zorgde ervoor dat ze hem in de slaapkamer, of andere plekken in huis of buitenshuis, op de meest inventieve manieren verwende.
Inmiddels was hij er dus van overtuigd dat het daadwerkelijk heel nuttig was om haar zo nu en dan flink te straffen voor haar misdragingen.

Aangezien ze dit keer wel erg ver was gegaan was hij van plan het haar moeilijk te maken. Eerst zou hij proberen het haar ongemakkelijk te maken door wat vragen te stellen. Tevens zou haar dat de mogelijkheid bieden eerlijk te vertellen wat er gebeurd was.
Als ze dat deed dan zou hij haar evengoed hard aanpakken maar wanneer ze er voor koos om te blijven liegen dan zou hij dubbel zo streng zijn.
Ze hadden het weleens over de cane gehad en hij wist dat het haar fascineerde maar dat ze er tegelijkertijd ook bang voor was. Fenne had zelf geregeld instrumenten gekocht maar wat de cane betreft leek het bij nieuwsgierigheid te blijven. Misschien moest hij dit keer maar eens tot actie overgaan en zelf eens wat onderzoek doen naar welke hij het beste kon kopen en hoe hij deze precies moest gebruiken.

Nu hij had besloten om nog niet meteen al zijn kaarten op tafel te leggen en een plan van aanpak in zijn hoofd had voelde Dave zich wat kalmer. Omdat hij tot 20:00uur op het werk was geweest wist hij dat de kinderen al in bed zouden liggen. Dat betekende dat hij rustig de tijd had om haar reactie te peilen.
Toen hij de keuken binnen kwam was ze nog bezig met opruimen.
Hij kuste haar en vroeg hoe haar dag was geweest.
“Oh goed hoor! Druk… zoals altijd. Hoe was jouw dag?”
“Ook druk. Ik heb nog gebeld met het waarborgfonds, weet je wel, voor de schade aan de auto.”
Zonder hem aan te kijken vroeg ze “En… wat zeiden ze?”
“Alvorens ze uitkeren willen ze eerst dat we nagaan of er camerabewaking aanwezig was. Dat zou veel duidelijkheid geven over wat er precies gebeurd is. Ik ga er morgen meteen achteraan.”
Er viel een korte stilte. Dave zag Fenne heel even verstijven. Toen draaide ze zich om en keek hem recht in de ogen.
“Dat kan ik ook wel voor je doen als je wil? Jij hebt het al zo druk op je werk.”
Even was hij met stomheid geslagen door het gemak waarmee ze tegen hem loog. Op die kleine aarzeling na leek ze er geen enkele moeite mee te hebben.
Maar wat zij kon, kon hij beter.
“Als je dat zou willen doen dan heel graag. Laat je me morgen dan wel even weten wat ze gezegd hebben?”
“Ja natuurlijk schatje.” zei ze glimlachend.

Het was zaterdagmiddag en er was inmiddels een week verstreken. Het was Dave wel duidelijk geworden dat Fenne haar misstap niet ging opbiechten.
Dus had hij geregeld dat de kinderen allemaal zouden gaan logeren. Hij wilde zeker weten dat ze niet gestoord zouden worden.
Hij bracht de drie koffertjes naar de auto en riep de kinderen bij elkaar.
“Gaan jullie maar vast in de auto zitten en doe jullie gordel om, dan kom ik er zo aan.”
Fenne was boven bezig met het opmaken van de bedden. Hij liep naar boven en ging achter haar staan, zodra ze hem hoorde draaide ze zich om.
Toen pakte hij onverwacht haar linkeroor stevig vast, trok er lichtjes aan en kneep er hard in.
“Auwww wat doe jij nou verdomme?!” riep ze uit terwijl ze met haar linkerhand haar oor probeerde te bevrijden. Wat overigens met geen mogelijkheid lukte, zijn greep was gewoon te sterk.
Fenne keek naar hem op en haar ogen spoten vuur.
Ze was verdomd sexy als ze kwaad was. Al schudde hij die gedachte snel van zich af.
Hij keek haar streng aan en zei “ik ga nu de kinderen wegbrengen, zodra ik de deur uit ben ga je naar beneden en met je blote billen in de hoek staan. Daar wacht je op me tot ik terug ben.”
Het kostten hem weinig moeite zijn stem dreigend te laten klinken. Hij zag een zweem van paniek in haar ogen, vertwijfeling en toen opstandigheid.
“Waarom in vredesnaam?” vroeg ze.
“Ik denk dat je heel goed weet waarom. En ik zou maar gehoorzamen als ik jou was. Ik verwacht je netjes in de hoek aan te treffen wanneer ik thuis kom. Zo niet, dan heb je een heel groot probleem. En geloof me, dat wil je absoluut niet, gezien de hoeveelheid problemen waar je al in zit.”
Hij drukte een kus op haar mond, liet haar oor los en draaide zich resoluut om.
Fenne verbijsterd achterlatend.

Dave was inmiddels op de terugweg naar huis. Hij vroeg zich af of Fenne zou gehoorzamen. Hij had haar nog nooit eerder een dergelijke opdracht gegeven. Wat als ze er niet zou staan? Wat zou hij dan doen? Waarschijnlijk haar aan haar oor de hoek in sleuren, haar billen bloot maken en haar met een aantal fikse klappen te kennen geven dat ze naar hem moest luisteren.
Hij hoopte echter dat dat niet nodig zou zijn. Een beetje gespannen stapte hij uit de auto en liep naar binnen. Dave was lichtelijk verbaasd toen hij haar in de hoek aantrof, precies zoals hij had opgedragen.
“Ga je me nu dan eindelijk eens vertellen waar dit allemaal over gaat?” snauwde ze.
“Ik zou maar een beetje aan je toon denken want je weet nog niet half hoe diep je je in de nesten hebt gewerkt. Als ik zeg dat je een heel smerig spelletje met me hebt gespeeld en je tegen me gelogen hebt om je misstap te verdoezelen, gaat er dan een lampje branden!?!” Bij elk woord dat hij uitsprak voelde hij zijn woede weer toenemen. Fenne had het ook opgemerkt want opeens bleef het opvallend stil aan haar kant. In de tijd dat hij weg was had ze zich waarschijnlijk al beseft waarom ze daar stond. Maar had ze stiekem ook gehoopt dat het misschien toch ergens anders over ging.
“Wat bedoel je?” vroeg ze aarzelend.
“Wat denk jij dat ik bedoel?” antwoordde hij met een wedervraag.

Het bleef stil, heel erg stil. Dave liet deze bewust voortduren. Hij zag dat ze haar lichaam aanspande alsof ze geen enkele beweging wilde maken, hij hoorde haar zelfs maar amper ademhalen. Hij vroeg zich af wat er nu door haar heen ging. Het leek alsof ze totaal blokkeerde. Mooi zo, het feit dat ze zich zo ongemakkelijk voelde was een goed begin.
Hij wist dat toegeven voor haar een hele hoge drempel was en hij vermoedde dat ze dat moment zolang mogelijk zou proberen uit te stellen.
“Nou??” vroeg hij na enkele minuten.
“Zoek het uit, je weet het allemaal toch al zo goed?”
Deze reactie verbaasde hem niet. Het was typisch Fenne. Hij vroeg zich af of er ooit een moment zou komen dat ze zich zonder weerwoord zou overgeven. Want uiteindelijk zou ze zeggen wat hij wilde horen, dat wisten ze allebei. Ze maakte het op deze manier alleen maar moeilijker voor zichzelf.
“Je gaat dus bijdehand doen. Inmiddels zou je beter moeten weten”.
Nadat hij dat gezegd had draaide hij zich om en liep naar boven.

Daar aangekomen opende hij de schuifdeur van de kast en zocht in de tas naar wat hij nodig had.
De badborstel. Hij wist dat ze dat ding haatte, perfecte keuze dus om daar mee te beginnen.
Nog nooit had hij deze gebruikt op koude billen en maar een enkele keer had hij er echt voluit mee geslagen.
Maar daar zou vandaag verandering in komen. Hij zou haar eens een toontje lager laten zingen.

Eenmaal weer beneden stond ze nog steeds roerloos in de hoek.
Hij pakte een stoel uit de keuken en zette hem in het midden van de kamer maar ging er nog niet op zitten. Hij wilde dat wanneer ze naar hem toe kwam ze tegen hem op moest kijken.
“Fenne kom hier”.
Geen enkele reactie.
Hij begon nu echt boos te worden. Het spelletje was uit. Ze had lef genoeg gehad om hem te bedonderen en compleet voor paal te zetten en nu ging ze ook nog eigenwijs lopen doen. Hij was er helemaal klaar mee.
“NU!!” hij zei het met flinke stemverheffing en zijn oplaaiende boosheid kon hij niet uit zijn stem houden. Ze schrok zichtbaar en het leek haar blokkade enigszins op te heffen.
“Doe eens normaal zeg” hoorde hij haar mompelen. Hij negeerde het.
Want terwijl ze het zei draaide ze zich om en kwam langzaam naar hem toe lopen. Ongemakkelijk en met kleine stapjes omdat haar broek nog ergens tot halverwege haar knieën hing.
Hij zag haar wangen rood worden van schaamte. Toen ze uiteindelijk voor hem stond nam hij vastberaden haar kin tussen zijn vingers en dwong haar om hem in de ogen te kijken.
Heel even zag hij haar blik naar zijn rechterhand schieten waarin hij de badborstel vasthield.
Ze slikte moeizaam. “Je hebt me behoorlijk voor de gek gehouden of niet?”
Ze haalde haar schouders op.
“Ja Dave of nee Dave?”
Hij zag haar even verbaasd kijken maar zei toen: “misschien een beetje maar ik…..”
Hij liet haar haar zin niet afmaken. Jezus, waarom kon ze nou nooit eens gewoon toegeven wat ze fout gedaan had. Ze moest en zou er omheen blijven draaien.

Hij liet haar kin los en ging op de stoel zitten.
Met zijn linkerhand greep hij resoluut haar arm en trok haar over de knie.
Haar landing was niet heel gracieus en ze deed haar best haar balans te vinden door haar handen op de grond te plaatsen.
Dave nam van de gelegenheid gebruik om haar wat naar voren te duwen zodat hij één been vrij had om haar klem te zetten.
Toen legde hij de badborstel op haar, nu nog, prachtige blanke billen. Hij voelde een lichte huivering door haar lichaam gaan toen ze het gladde koude oppervlak op haar blote huid voelde.
Zonder enige waarschuwing hief hij de badborstel op en liet hem met volle kracht op haar linkerbil landen.
En nog voor ze goed en wel een kreet van pijn had kunnen slaken liet hij de borstel wederom snoeihard op exact dezelfde plek neerkomen. Haar hand schoot naar achteren om te proberen de slagen af te weren. Hij greep direct haar pols en pinde deze op haar rug vast. Nu was ze volkomen weerloos en kon ze niets anders dan het ondergaan.
Toen concentreerde hij zich op de rechterkant en sloeg weer net zo hard.
Meteen zag hij een witte plek ontstaan met een rode rand eromheen. Hij snapte soms werkelijk niet hoe ze het volhield, de pijn en de vernedering.

Fenne hield zich vaak lang stil, wilde hem niet laten zien dat ze het moeilijk had. Hij had de afgelopen week veel nagedacht over haar gedrag en was tot de conclusie gekomen dat die karaktertrek niet alleen zichtbaar was wanneer ze een pak slaag kreeg. Ook in het dagelijks leven vond ze het lastig om aan te geven als ze ergens niet uit kwam en eigenlijk wel wat hulp zou kunnen gebruiken.
Daarom begon hij ook steeds meer te begrijpen dat spanking voor haar een diepere betekenis had, nog een andere behoefte vervulde dan alleen die op seksueel vlak en het opzoeken van spanning.
Ook nu, ze had het hem waarschijnlijk niet willen vertellen omdat ze er zelf ook van baalde dat ze weer zo onvoorzichtig was geweest. Het feit dat hij haar dan de les zou lezen versterkte dat gevoel alleen maar. Ze was soms onterecht onzeker over zichzelf en daarom had ze, zo dacht hij, alles uit de kast getrokken om dit te verbergen.
Maar dat was ook juist de reden waarom hij zo teleurgesteld en boos was, dat ze hem niet in vertrouwen had genomen.
Ja, het zou consequenties hebben gehad, maar dat was niet waar ze het ergste tegenop zag vermoedde hij. Wanneer hij haar zou aanspreken over haar onoplettende rijgedrag zou ze zich meteen aangevallen voelen. Het gevoel hebben dat ze helemaal niets goed kon doen. Dat was uiteraard niet zo, ze kon prima autorijden wanneer ze gewoon goed oplette en niet ook nog met honderd anderen dingen bezig was.
Dat zou hij haar nu dan ook goed duidelijk moeten maken want ondanks dat ze deze leugen met een bepaalde reden zolang had volgehouden, zou hij het niet accepteren.

Het feit dat Fenne dit keer vanaf de eerste klap al van zich liet horen was een teken dat ze het niet kon opvangen. Niet kon verbergen hoeveel pijn het deed.
Dave had geen medelijden met haar, ondanks dat hij dacht te begrijpen hoe dit bedrog tot stand was gekomen, was hij nog steeds van mening dat een harde straf op zijn plaats was.
Hij besloot er nog een schepje bovenop te doen door het gevoelige plekje, daar waar haar billen overgingen in haar bovenbenen, op te zoeken.
Aan beide kanten liet hij de badborstel vijf keer op volle kracht landen.
“AAAUUWWW, STOP, ALSJEBLIEFT!!” Nog nooit eerder had hij haar zo wanhopig horen schreeuwen om te stoppen.
Hij hield op.
“Nu ga je me exact vertellen wat er gebeurd is met de auto. Begrepen?”
“Ok” zei ze met zachte stem.
“Ok wie?” vroeg Dave streng terwijl hij zijn vraag kracht bij zette door nogmaals heel hard te slaan.
“Ok Dave” hoorde hij haar wanhopig uitbrengen.

Voor Dave was het de eerste keer dat hij haar met twee woorden liet spreken. Hij had gehoopt dat het wat extra schaamte zou toevoegen voor haar. Hij stond ervan te kijken wat het met hemzelf deed.
Het gaf hem een soort van superieur gevoel en dat maakte hem nog zelfverzekerder. Gaf hem meer en meer het vertrouwen dat hij haar zou kunnen breken. Het bracht hem enigszins in verwarring. Maar tijd om daar lang bij stil te staan had hij niet.
“Hoe komt die deuk in de auto Fenne?”
“ Ik had haast, moest de kinderen bij mijn ouders afzetten en heb toen niet goed opgelet met achteruit zetten” ratelde ze met opeengeklemde kaken.
Het was duidelijk dat ze dit zo snel mogelijk achter de rug wilde hebben.
“Daar gaat het al mis. Je had haast omdat je weer eens te laat was opgestaan. Zo is het toch?”
“Ja .. misschien” zei ze geirriteeerd.
Zonder aankondiging liet hij de badborstel weer spreken door drie keer snoeihard uit te halen.
Ze begreep het meteen en riep “Ja Dave!”
“Ik geloof dat we daar ook een afspraak over hadden, dat je op tijd op zou staan. Maar daar hebben we het later nog wel over. En wat heb je vervolgens gedaan?”
“Ervoor gezorgd dat jij de schade niet zou zien.” Het was niet veel meer dan een gefluister.
“En toen?”
“Toen heb ik het laten lijken alsof iemand anders het gedaan had.”
Dave hoorde een zekere opluchting doorklinken in haar stem en hij voelde zijn boosheid wat wegebben.
“Waarom heb je me niet in vertrouwen genomen Fenne? Ik heb je nog de gelegenheid geboden de waarheid op te biechten maar je koos ervoor me recht in de ogen te kijken en de leugen vol te houden.” Onbewust nam zijn net afgenomen woede weer wat toe. Hij had een ontzettende hekel aan liegen.
“Ik… ik… weet het niet.” stamelde ze .

Maar daar nam Dave geen genoegen mee. Ze wist het donders goed en ze zou het uitspreken ook. Hoe erg ze dit vragenspelletje ook haatte. Hij zou het eruit krijgen, hij zou het er zo nodig uit slaan.
Hij verstevigde zijn grip op haar lichaam om zich er van te verzekeren dat ze geen kant op kon.
Haar lijf reageerde meteen door in opstand te komen maar dat had geen enkele zin.
Hij keek op de klok die aan de muur voor hem hing en besloot haar precies vijf minuten met de badborstel te slaan. Hij zou zich niet inhouden, hoe moeilijk ze het ook kreeg. Hoe moeilijk hij het ook kreeg. Uiteindelijk zou ze er niets aan over houden behalve hele pijnlijke en blauwe billen.
Toen begon hij… Nog nooit eerder had Fenne hem zo intens gesmeekt om te stoppen.
En tegen zijn eigen verwachtingen in vond hij het minder moeilijk dan gedacht om de tijd vol te maken. De gedachte aan haar zelfvoldane glimlach terwijl ze hem voor de gek hield maakte het een stuk makkelijker. Ook al wist hij dat dat voor een deel was omdat ze zich geen houding had weten te geven. Toch was hij van mening dat ze het gewoonweg verdiende.

Toen de vijf minuten voorbij waren lag Fenne hijgend over zijn schoot.
Even wreef hij over haar gloeiende billen. De witte plekken begonnen al rood te kleuren en zagen er opgezwollen uit. Hij had geen enkel stukje gemist en zelfs een deel van haar bovenbenen meegenomen. Hij kon zich er geen voorstelling van maken hoeveel pijn het had gedaan. Maar de wetenschap dat dit voor haar nodig was en ze zich er uiteindelijk beter door zou voelen zorgde ervoor dat hij geen schuldgevoel had over waar hij mee bezig was.
Wel besefte hij dat hij het dit keer niet alleen voor haar deed maar ook voor zichzelf. Hij had dit ook nodig om het achter zich te kunnen laten en weer met een frisse start verder te gaan.

“Waarom hield je de leugen zo lang vol Fenne?” vroeg hij nogmaals.
“Ik was bang voor je reactie, bang dat je me stom zou vinden omdat ik alweer in de fout ben gegaan.” Dat was het moment waarop ze begon te huilen.
Een golf van trots ging door Dave heen. Ze had het gezegd en ze was volkomen eerlijk geweest. Hij wist hoe moeilijk het voor haar was om zich zo kwetsbaar op te stellen.
Pijn brak haar niet zo snel maar gaf haar wel het zetje om het voor haar bijna onmogelijke te doen.
Namelijk haar onzekerheid tonen, een barst in haar pantser te laten zien.
Hoe zwaar moest het zijn wanneer je iedereen altijd maar de perfecte versie van jezelf wilde voorhouden? vroeg Dave zich af.
Hij voelde haar lichaam schokken terwijl ze snikkend over zijn schoot lag en hielp haar overeind zodat ze kon gaan zitten. Haar gezicht vertrok van pijn op het moment dat haar billen contact maakte met zijn benen.
Liefdevol trok hij haar tegen zich aan en dankbaar legde ze haar hoofd op zijn schouder.
Hij streelde haar haar en liet haar huilen tot haar snikken wat minder heftig werden.
“Kijk me eens aan.”
Ze gehoorzaamde en keek met betraande ogen naar hem op.
“Je weet toch dat een fout maken niet erg is hé?”
Hij zag hoe ze haar schouders ophaalde en op haar onderlip beet om te voorkomen dat deze zou gaan trillen. En hoe ze het gevecht tegen haar tranen verloor en deze opnieuw over haar wangen naar beneden liet rollen.
Teder veegde hij ze weg met de rug van zijn hand.
“Ik hou nog net zoveel van je als je een keer de mist in gaat en ik denk ook niet minder over je. Dit is niet gebeurd omdat je niet kunt autorijden maar omdat je weer eens haast had en met je hoofd ergens anders zat. Allemaal dingen die voorkomen hadden kunnen worden. Snap je dat?” vroeg hij rustig.
De stroom aan tranen werd alleen maar erger wat hem duidelijk maakte dat hij het bij het juiste eind had.
Ze knikte” ja” bij wijze van antwoord en zei toen snikkend “alleen voelt het voor mezelf niet zo”.
“Dan wordt het misschien tijd dat ik je dat eens goed duidelijk maak” antwoordde hij met een knipoog en trok haar weer tegen zich aan.

Terwijl Fenne in zijn armen lag na te snikken sloeg de twijfel toe. Eigenlijk vond hij het opeens genoeg zo. Hij wilde niets liever dan gewoon zo blijven zitten en haar troosten.
Zeggen hoeveel hij van haar hield, hoe vaak ze ook de mist inging. Dat hij haar perfect vond zoals ze was en dat ze niets kon doen om daar verandering in te brengen. Het deed hem pijn dat ze blijkbaar zo weinig vertrouwen had in zichzelf. Lief en zorgzaam voor haar zijn voelde voor hem nu zoveel beter dan de cane erbij te pakken en nog meer straf uit te delen.
Maar diep van binnen wist hij dat voor haar waarschijnlijk het tegenovergestelde gold.
Hij was bang dat ze het hele gebeuren niet van zich af zou kunnen zetten als ze zich niet volledig gestraft voelde.
Hij was in dubio en besloot dat hij haar misschien moest betrekken in zijn beslissing. Dave wist dat ze het liefste wilde dat hij de leiding nam maar nu wist hij het gewoonweg niet zeker.

“Fenne denk je zelf dat het genoeg is geweest of vind je dat je meer straf hebt verdiend?” vroeg hij fluisterend in haar oor.

Slaapzaal zes

Ik kijk naar mijn arm en zie het kippenvel. Het is aardig koud in slaapzaal 6. Ik lig niet onder de dikke wollen deken die je bij aankomst op de universiteit krijgt uitgedeeld, maar dat is niet de enige reden dat de haren recht overeind staan. Net als de andere jongedames op deze zaal sta ik namelijk voorover gebogen over het einde van het bed, ellebogen op het matras, benen recht en billen hoog in de lucht. Ontblote billen, wel te verstaan. Ik kan de anderen niet zien, maar ik weet dat ze er allemaal staan, net als ik, met hun ogen gericht op het houten bordje met “Ogen hier tijdens de straf” dat als een voortdurend geheugensteuntje van het tuchtregime boven het hoofdeind is geschroefd. We waren gewaarschuwd. Ik dacht dat het niet zo’n vaart zou lopen, maar zoveel vertrouwen heb ik nu niet meer.

Het is niet de eerste keer dat ik gestraft word. Het universitaire jaar is nu drie maanden bezig en alleen de meest geconcentreerde studentes zijn er nog zonder “Leermoment”, zoals het hier heet, vanaf gekomen. Enkelen zijn ook al voor een serieuze correctie bij de slaapzaaloverste of de rector langs geweest, maar voor mij is het bij twee leermomenten gebleven. Even apart genomen worden voor een pak slaag hoort er, op de meest prestigieuze, maar ook strengste, universiteit van het land, wel een beetje bij. Die momenten zijn erg genoeg, maar staan in geen enkele verhouding tot wat me, wat ons, nu te wachten staat.

Dan hoor ik hoe de deur geopend wordt. Een rilling loopt over mijn lijf, maar ik durf niet te kijken. Eigenlijk hoeft dat ook niet, want ik weet wie daar staan. “Dames!” roept de overste met haar doordringende lage stem, “Goed om te zien dat jullie nu wel allemaal in de juiste zaal kunnen zijn! Dat wil ik ook zien tijdens jullie straf. Werk je niet goed mee, dan volgt morgen een bezoek aan de rector. Hebben jullie dat begrepen?” “Ja mevrouw!” zeg ik hard en duidelijk, zoals van me verwacht wordt. Mijn stem mengt zich met mijn zaalgenoten. De overste laat met een kort geluidje haar goedkeuring merken. “Omdat een pak slaag duidelijk nog niet genoeg afschrikt, heb ik nog een andere straf in petto. Blijkbaar waren jullie maar al te bereidwillig. Eens zien of dat straks nog zo is”. Daarna is het weer stil. Nou ja, niet helemaal. Van vlakbij de deur hoor ik nog wat geschuifel. “Ontspan!” beveelt de overste. Dan volgen er zware voetstappen in mijn richting. Ik weet dat de overste nu stilstaat bij het volgende bed. Wanneer ze even later weer dichterbij komt, hoor ik ook een ander geluid. Gekreun, eerst zacht en dan harder. Al snel is het ook niet meer één stem. Net als de voetstappen komen de kreunen ook naar me toe. Even kijk ik snel opzij, een seconde maar, zodat ik niet betrapt wordt. Ik zie hoe Lina al haar spieren aanspant en haar ogen dichtknijpt. Dan spert ze deze wijd open en slaakt ze een hoog, bijna dierlijk geluid. Ik weet dat ik nu de volgende ben.

Ik voel hoe een hand op mijn linkerbil gelegd wordt en hoe deze zachtzinnig, bijna teder naar buiten wordt geduwd. Dan voel ik wat kouds en nats in de zojuist gecreëerde ruimte tussen de beide billen. Een lichte druk op mijn anus en dan gaat het voorwerp naar binnen. De sensatie van de plug zelf is moeilijk te beschrijven. Het voelt gevuld, voor zover dat een gevoel is. Het voelt vooral ook heel beschamend. Dat is echter niet het ergste. Al direct ontstaat er ook een branderig gevoel dat blijft groeien en groeien. Als snel lijkt het alsof het niet meer te houden is, maar het wordt alleen maar erger. Wanneer de hand van de overste mijn bil loslaat, komt er in eens nog een golf van het gevoel vrij. Ik sluit mijn ogen en kreun, ook al wil ik dat niet. Ik probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen. In mijn gedachten zoek ik tevergeefs naar oude ontspanningsoefeningen die me kunnen helpen, maar het lukt me niet om me langer dan een seconde te concentreren.

Mijn heupen maken steeds wildere draaibewegingen. Vaag ben ik me ervan bewust hoe gênant dit eruit moet zien, maar op het moment kan ik niets anders dan kreunen en heen en weer wiebelen. Dit is echt verschrikkelijk! Hoe lang sta ik hier nu? Het kan niet langer dan een paar minuten zijn, al voelt het al langer dan een uur. Dan hoor ik uit de richting van de deur nieuwe geluiden. Een zwiep, een slag en dan luid gejammer en ge-au. Dat herhaalt zich, en nog eens en nog eens. Elke keer wordt het schreeuwen urgenter tot het na een lange kreun bij de tiende slag overgaat in gesnik. Er volgen nog twee slagen, waarna het huilen en kreunen heel langzaam minder wordt. Al snel volgen er nieuwe slagen, een stukje dichterbij nu. Het resultaat is bijna hetzelfde, ook al lijken er nu geen tranen te zijn. Wanneer de geluiden weer dichterbij komen, knijp ik onbewust mijn billen samen. Shit, dat had ik beter niet kunnen doen. Dat het nog zoveel erger kon! Snel ontspan ik en dat brengt wel wat verlichting. Ondanks het intense brandende gevoel probeer ik me te concentreren. Lina is de volgende en dan ben ik zelf aan de beurt. Ik moet de kracht vinden om de cane te ondergaan.

Keer op keer komt de cane neer en elke keer klinkt de schreeuw van Lina luider en wanhopiger. Ze hijgt steeds heviger, toch breekt ze niet. Dan tel ik de twaalfde slag en weet ik dat mijn beurt gekomen is. Ik wil dat het voorbij is, ik wil weg en toch blijf ik volslagen roerloos staan. Zachtjes voel ik de stok tegen mijn billen, tik-tik-tik. De stok zwiept omhoog en ik knijp mijn ogen dicht. Dan suist het ding naar beneden en komt pal op het midden van mijn billen terecht. Een klein moment registreren mijn hersenen niet wat er gebeurd is. Ik ben een stuk naar voren geduwd, met mijn heupen tegen het bed, en ik voel hoe mijn billen worden samengedrukt. Dan komt de pijn, als een golf, brandend en heftig. De lucht stoot uit mijn longen. Jezus, wat doet dit zeer! Een tweede tikje kondigt de volgende slag aan en ik maak de klassieke fout; ik span mijn billen aan om de klap op te vangen. Het gevoel van de gember zorgt direct voor een nieuwe reflex en op het moment dat mijn billen zich weer ontspannen om verlichting te geven, komt de tweede slag. Deze is net onder de eerste gemikt. Deze keer is mijn brein er beter op voorbereid. De pijn is zo mogelijk nog heftiger, maar ik knijp mijn vuisten samen en houd me stil.

Ik kijk naar mijn armen en zie ze zachtjes trillen door de spanning die ik op mijn lichaam zet. Het lukt me om de derde klap op te vangen zonder de spieren rondom de plug nog meer aan te spannen, maar de eerste twee klappen hebben hun sporen al nagelaten. De huid lijkt te trekken en te branden op de plek waar de cane al is neergekomen en daar is nu een nieuwe streep bijgekomen. Bij de vierde en de vijfde kan ik me niet langer stilhouden. Die laatste is ook echt gemeen, laag gemikt, net in de overgang tussen billen en benen. Ik weet zeker dat ik dat tijdens elke les zal blijven voelen, zeker op die hardhouten ondingen die ze hier voor schoolbanken laten doorgaan. Dan komt nummer zes, precies op dezelfde plek. Ik schreeuw het uit en kom half overheid, waardoor de gember zijn werk ook weer doet. “Blijven staan!” hoor ik scherp en ik word hardhandig in mijn rug geduwd. Snel grijp ik een stuk van het matras vast. Hopelijk helpt me dat te blijven staan. Wat ze van plan is wanneer ik mijn straf niet onderga hoef ik echt niet te weten.

Bijna plagerig tikt de overste met de stok tegen mijn billen, tot ze deze eindelijk weer snoeihard laat neerkomen. Ik schreeuw harder deze keer en ik voel ook een traan prikken in mijn linkerooghoek. De combinatie van de brand van binnen en van buiten word me langzaam teveel, maar ik heb geen keus anders dan vol te houden. Nummer acht overlapt weer een van de eerdere slagen. In mijn andere ooghoek springt nu ook een traan. Toch vind ik ergens extra kracht, want nummer negen en nummer tien weet ik bijna zonder geluid te ondergaan. Niet dat ze minder hard zijn, integendeel. Ergens voelt het als een overwinning, ook omdat ik er nu bijna ben. Dan komt nummer elf en al mijn zelfvertrouwen vliegt het raam uit. De overste wist dat ze mijn wil kon breken, moest breken, en wist ook precies hoe ze dat moest doen. Met een lage slag, gemikt op de bovenbenen en zeker vijf centimeter onder de billen, maak ze een einde aan mijn verzet. Ik gil het uit en mijn stem gaat nog een octaaf omhoog wanneer het gevoel helemaal binnenkomt. Deze ene streep lijkt meer pijn te doen dan de andere tien bij elkaar. De tranen beginnen te lopen en ik schok zachtjes met mijn schouders. Achter me hoor ik een woordeloos goedkeurend geluid. De laatste slag, weer op het midden van de billen, doet me kermen. Mijn spieren ontspannen en ik blijf slap over de spijlen van het bed liggen, zacht snikkend terwijl de volgende straf begint.

Wanneer de laatste straf geweest is, is de ergste pijn overgegaan in een wat dieper gevoel, een soort spierpijn langs de dunne lijnen van de stok. De gember lijkt ook uit te werken, toch voelt het als een enorme verlichting wanneer de plug langzaam naar buiten getrokken wordt. “Ik hoop dat jullie allemaal jullie les geleerd hebben!” klinkt het met luide stem uit de deuropening. “Ja mevrouw,” mompel ik. Ook de anderen klinken minder enthousiast, maar het wordt door de vingers gezien. “De lichten gaan uit, ik wil geen geluid meer horen. Welterusten dames.” De groet wordt beantwoord en de lichten gaan uit. Even zie ik de blik van Lina, geen blik van opluchting maar van pijn en schaamte. Waarschijnlijk zie ik er net zo uit. Woordeloos ga ik op bed liggen en kruip onder de deken. Ik trek mijn knieën op tot aan mijn borst. Met mijn hand wrijf ik over mijn billen en voel een voor een de strepen die wel een centimeter uit lijken te steken. Ik draai op mijn buik en duw voorzichtig de deken een stukje van mijn achterwerk af in een poging alles een beetje draaglijker te maken. Langzaam zak ik weg met nog maar een gedachte aan de rand van mijn bewustzijn: slapen op de eigen slaapzaal is toch een stuk verstandiger dan bij de jongens.

Te laat (1)

Een toevallige digitale ontmoeting mondde uit in een gezamenlijk verhaal over een gedeelde fantasie…. het was me een waar genoegen Diderod om dit verhaal met jou te schrijven!

Ik kijk in de spiegel en mijn blik vangt de jouwe. Je bekijkt opvallend aandachtig hoe ik de borstel door mijn lange golvende haar laat glijden. Onbewogen sta je daar, ik probeer je blik te duiden. Een mysterieus glimlachje op je lippen. Je ogen volgen mijn armbeweging en ik voel je blik vervolgens over mijn billen glijden. Een siddering gaat door mijn lijf. ‘Je ziet er prachtig uit lieverd.’ Je zet een stap in mijn richting en met jouw hand omvat je mijn hand en de borstel. Je legt de borstel neer en neemt me in je armen en geeft me een innige kus. ‘Meisje… wat moet ik toch met jou’.

Ik weet dat ik te ver ben gegaan dit keer. Ik moet je tot waanzin hebben gedreven. Ik hoorde de lichte paniek in je stem toen je me eindelijk aan de telefoon kreeg en ik zag de wanhoop in je ogen toen ik vannacht ineens in de slaapkamer stond. Er viel al een voorzichtige straal zonlicht door de ramen.

Het was weer zo’n avond. Een dansende mensenmassa. Verhitte en opgetogen lijven. Golven van opwinding trillend op de muziek. Ik werd erdoor meegenomen. De tijd leek stil te staan. De alcohol vloeide rijkelijk. Lachende gezichten, een zinderende zomeravond. Bewegende monden. Nietszeggend maar toch allesomvattend. Drukke uitbundige gebaren. Ik ging uit mijn dak. Het was lang geleden. Een klamme hand om mijn middel. Een man op leeftijd met een jongensachtige blik. Misschien was mijn met zorg uitgekozen truitje toch net iets te kort. Onze lichamen deinden mee op de maat van de muziek. We smolten voor even samen en dansten alsof ons leven er vanaf hing.

Ik zou slechts één drankje gaan doen in de stad. Één drankje om te vieren dat Hanna eindelijk bij die lul van een vent weg was. Ze voelde zich vrij en met één drankje had ik haar zeker tekort gedaan. Ik liet me meenemen in haar enthousiasme -ik heb echt zó veel goede verhalen over die nieuwe tent- en voor ik het wist was ging de avond over in de nacht, mijn telefoon diep weggestopt in m’n tasje.

‘Je laat me echt geen keus lieverd.’ Ik haat het als je zo tegen me praat. Ik heb je diep teleurgesteld. Terwijl jij het dierbaarste bent wat ik heb. Het liefst zak ik ter plekke door de grond. Ineens stopt de omhelzing en je neemt me resoluut bij m’n arm mee naar de slaapkamer. Ik durf niet eens tegen te stribbelen, ik volg gedwee. Zwijgend stroop je m’n spijkerbroek naar beneden en zet je je duimen achter het elastiek van mijn slipje. Je zit op de rand van het bed en ineens lig ik over je knieën. Kwetsbaar, mijn billen hulpeloos in de lucht.

Een regen van slagen daalt neer op mijn billen. Ik hap naar adem. Waar je gewoonlijk mijn billen uitgebreid laat wennen aan jouw handen voel ik nu dat het menens is. Ik klem mijn kiezen op elkaar en probeer het pak slaag stilletjes te ondergaan. Ik heb het verdiend. De slagen zijn te hard voor mijn tere billen. Ik ben nog niet zoveel gewend. Ik wil niet huilen, niet meteen. Maar ik voel mijn tranen opwellen in mijn ogen. Ik voel mijn billen branden en een rode gloed zal nu al onmisbaar zijn. Je stopt een ogenblik.

‘Ik vraag zo weinig van je lieverd. Maar je zet me op deze manier voor schut’. Je hervat het ritme en ik voel mijn handen klam worden. Ik probeer stil te blijven liggen maar dit blijkt onmogelijke opgave. Ik weet niet hoe lang ik dit nog vol ga houden. ‘Dit is pas warming up lieverd, ik ben echt nog lang niet met jou klaar’, zeg je alsof je mijn bange gedachten kan lezen. Het lukt me niet langer om stil te blijven liggen en ik probeer met m’n handen m’n billen te beschermen. Je klemt met één hand mijn polsen bijeen en dwingt ze op m’n rug. Het helpt me om me over te geven en even lig ik weer stil. Hij stopt even.

‘Geen handen voor je billen houden meisje. Je krijgt écht straf dit keer’. Straf. Nooit eerder nam hij dit woord in de mond. Die paar keer dat hij me over zijn knie heeft gelegd was naar aanleiding van kleine vergrijpen: een brutale opmerking, of, omdat ik te lui was om boodschappen te doen, terwijl het echt mijn beurt was. ‘Straf’ werd het niet genoemd. Wel heeft hij eens gedreigd met de haarborstel toen ik hem onterecht uitschold voor ‘lul’. Ik hoop maar dat hij dat vergeten is. Haarborstels doen pijn als ik de verhalen mag geloven.

Zijn klappen worden harder. Scherpe kletsende geluiden vullen de slaapkamer en vermengen zich met mijn steeds opzichtig wordende ge-auw. Ik weiger nog altijd te huilen. Hij voert zijn tempo op, zoals hij dat altijd doet aan het einde van een pak slaag. Tijdens de laatste klappen bijt ik op mijn tanden. Hij stopt, gebiedt me op strenge toon op te staan en pal voor hem te gaan staan. Even hoop ik dat dit moment ook echt het einde is. Ik wil huilen, omhelzen, in hem kruipen, hem zeggen dat het me spijt, en leg mijn hand op zijn middel. Hij pakt mijn pols en duwt mijn arm weer langs mijn zij. ‘Dat is nog niet de bedoeling, meisje.’ Zijn afstandelijkheid raakt me. Voordat hij loslaat knijpt hij me gelukkig kort en liefdevol in de bovenarm. Dan staat hij op.

Ik sta met mijn slipje en broek op de knieën tegenover hem. ‘Kijk me aan!’, zegt hij. Ik kijk omhoog en schrik opnieuw van de woede in zijn ogen. ‘Je snapt dat het nog niet is afgelopen?’ Het kost me moeite om te antwoorden.

‘Ja’, fluister ik zacht. ‘Ja wie?’, vraagt hij. ‘Even netjes met twee woorden praten en mijn naam uitspreken! En graag luider want ik hoor je nauwelijks.’ Ik kan wel door de grond zakken. ‘Ja Stan, ik snap dat het nog niet is afgelopen.’ Ik zeg het op net iets te boze toon. Stan pakt me bij zijn bovenarm en wijst op de kussens van het bed. Pak er maar twee, leg ze op het midden van het bed en met je heupen op de kussens op je buik liggen.’ ‘Ja-jaaah’, het was eruit voordat ik er erg in had. Het kost me twee flinke klappen op mijn billen. Auw! Normaal is hij nooit zo streng.

Ik ga over de kussens liggen zoals mij is gevraagd. Mijn billen bollend in de lucht. Ik hoor zijn ademhaling en het geritsel van leer en ijzer. ‘De riem, oh my god’ ‘Maar’, zeg ik,’… is dat echt nodig?’ ‘Hou je mond!’, zegt hij. ‘Ik geef je er veertig, je telt en bij elke tel zeg je: ik zal nooit meer zonder iets te laten weten laat thuis komen. Luid en duidelijk. Heb je dat begrepen?!’ ‘Ja Stan’, hoor ik mijzelf zeggen. Ik haat dit. Tellen en dit soort zinnetjes opdreunen. ‘Ben je er klaar voor?’, vraagt hij. Iets in me wil heel hard ‘neeee’ roepen, maar ik kijk wel uit. ‘Ja Stan, ik ben er klaar voor.’

De eerste slag met de riem ontneemt me mijn adem. Een scherpe pijn kruipt van mijn billen omhoog. ‘Hoeveel?!!!’

‘Één. Ik zal nooit meer zonder iets te laten weten laat thuis komen!’ Auw! De ‘twee’, ‘drie’ en ‘vier’ volgen snel. Nog nooit heeft hij me zo hard met de riem gegeven. Mijn billen gloeien. Na tien slagen lijkt te pijn gek genoeg wat minder te worden. Na twintig stopt Stan even. ‘Ben je je les aan het leren meisje?’ Ik zucht, ‘ja Stan’.

De laatste twintig slagen zijn hard. Maar te doen. Tot mijn verbazing.

Hoe warmer mijn billen worden, hoe minder venijnig de slagen voelen. Na de ‘veertig, ik zal nooit meer zonder iets te laten weten laat thuiskomen!’, voel ik me opgelucht en een tikkeltje opgewonden.

Dit was het. Knuffeltime!

Niet dus. ‘Sta op en kom voor me staan!’ Even dacht ik dat ik weer een preek kreeg. Maar nee. . ‘Doe je broek en onderbroek maar gewoon uit, leg ze netjes op bed, en ga de haarborstel halen uit de badkamer! NU!’

Ik schrik van zijn stem, doe mijn broek en onderbroek uit en loop in enkel een T-shirt naar de badkamer. De haarborstel ligt na nog onbewogen op de rand van de wasbak. Ik vrees voor wat gaat komen en treuzel wat. ‘Nu terugkomen!’, hoor ik uit de slaapkamer.

‘Mooi, hou die borstel maar even in je hand zo. Je gaat in de hoek staan, en voor een flink tijdje en blijft daar staan totdat ik terugkom. Hup! Nu! Handen met haarborstel op je rug.’ Ik doe wat hij vraagt. Ik sta in de hoek en voel hoe zwaar deze haarborstel is. Tot mijn verbazing lijkt hij te vertrekken. ‘Zo blijven staan, zo lang als het duurt, je blijft hoe dan ook staan. Als ik terugkom krijg je ongenadig hard met de haarborstel. Duidelijk?’ ‘Ja Stan’, mompel ik enigszins overrompeld. Ik hoor de deur dichtslaan. Mijn billen voel ik bonken. Ik moet me bedwingen om niet over mijn billen te wrijven. Ik knijp mijn handen fijn in de haarborstel. Waarom gaat hij nu weg en laat hij me alleen hier? En ‘ongenadig’ ook weer een woord die hij nooit gebruikt. Wat staat me te wachten? De haarborstel. Een rilling trekt over mijn rug en ik heb het ineens ijskoud.

Ik wacht voor mijn gevoel al twee uur. Zou hij me vergeten zijn? Misschien is hij boodschappen gaan doen en even wat koffie gaan drinken bij een vriend? Het is per slot van rekening een vrije zondag. Buiten hoor ik vogels vrolijk fluiten. Het duurt lang, te lang. Ik voel mij alleen. Alleen gelaten. Dit is niet leuk meer. Ik wil hem roepen maar durf niet. Ik was fout ik weet het, en zelfs als hij me tot de avond hier laat staan, ik heb het verdiend. Waar blijft hij nou?’

Dan komt hij binnen. Ik schrik ervan. Stan heeft de leuningloze stoel uit de logeerkamer meegenomen en zet hem voor het bed neer. ‘Het laatste deel van je straf gaat beginnen, en deze zal aankomen!’ Ik wil ook dat hij begint, ik wil ervan af. Hij gaat zitten op de stoel en roept me bij hem. Ga eens even op je knieën voor me zitten! Ik doe het. ‘En kijk me aan!’ Hij spreekt ineens niet luid meer maar zacht. ‘Hoe voelde je je daarnet?’ ‘Alleen’, zeg ik, ‘waar was je al die tijd?’ Hij glimlacht even en ik realiseer me nu pas waarom ik zo lang alleen moest staan. ‘Zo voelde jij je vannacht zeker ook’, mompel ik.

‘Juist! Luister eens goed nu naar me. Ik ben je partner, en zal je nooit kooien of knechten. Ik laat je vrij rondvliegen, want zo ben je voor mij de mooiste vogel. Ik houd van je. Dat weet je toch?’ Ik knik van ja. Ik zie zijn blik, streng, maar zijn ogen staan droef. Zijn stem klinkt ineens enorm kwetsbaar. Ik voel tranen opwellen en een brok nestelt zich in mijn keel. Ik heb hem echt teleurgesteld. ‘Maar ik ben een man. En jij mijn liefde.’ Ik knik weer, maar kan hem niet aankijken. Met zijn hand onder mijn kind beweeg hij mijn hoofd weer naar hem toe. ‘Kijk. Me. Aan. En luister naar me. Een man moet zijn liefde kunnen beschermen. Ik weet dat ik ouderwets klink, maar zo ben ik. En je weet dat. Het is de reden waarom ik wil weten waar je bent en dat je contact met me houdt. Want als er iets misgaat, moet ik er voor je kunnen zijn. Dat is heel belangrijk voor me. Nogmaals, je mag alles doen, dansen en drinken en liefhebben, zolang ik in staat ben er voor je te zijn als het moet. Ik vertrouwde erop dat jij dit begreep, want dit is niet de eerste keer dat ik dit zeg.’

Zijn woorden zijn messteken in mijn hart. Hij heeft gelijk. Hoe vaak heeft hij niet gezegd dat ik mag doen wat ik wil, míts ik laat weten waar en hoe. ‘Je houdt toch nog wel van me?’, vraagt hij. Zielsveel, wil ik zeggen, je bent mijn leven, mijn alles, maar mijn stembanden doen het niet meer. Ik huil en probeer mijn stem weer te vinden. Liever heb ik een keihard pak op mijn billen dan nog meer dan deze preek, Ik heb het verknald. Mijn grote liefde pijn gedaan en teleurgesteld. ‘Ik wil dat je me keihard straft’, zeg ik huilend, ‘ik heb niet anders verdiend’.

‘Dat ga ik doen meisje. Ik ga je met de haarborstel een pak slaag geven die je nog lang zal heugen. Je mag huilen brullen schreeuwen maar ik zal pas stoppen wanneer ik vind dat je genoeg bent gestraft. En vergeet niet, ik doe het uit liefde. En ik zal het elke keer opnieuw doen zolang jij je niet weer te gedragen’. Je geeft me een kus op mijn voorhoofd en pakt me bij mijn bovenarm en trekt me opnieuw over je schoot heen. Een moment ben ik blij dat die vreselijke preek voorbij is maar zodra ik de haarborstel op mijn billen voel neerkomen zou ik willen dat de preek eindeloos had geduurd. Op deze pijn ben ik niet voorbereid. Het zware hout dreunt op mijn billen die toch al zo beurs aanvoelde.

Ik voel de woede die in je uithalen zit. Ingetogen, want jij zal je beheersing nooit verliezen. Mijn rots in de branding, mijn stabiele thuishaven. Je laat de borstel in een rap tempo op mijn billen neerkomen. Boven, onder, links, rechts. Je slaat geen plekje over. Ik voel mijn verzet hevig toenemen. Uit alle macht probeer ik mijn billen te beschermen maar je geeft me geen kans. Je duwt mijn handen resoluut op mijn rug en gaat onverstoorbaar verder. Mijn billen staan in vuur en vlam. Ik probeer m’n billen weg te draaien om je slagen te ontwijken. Je klemt je been over mijn benen zodat ik geen kant meer op kan. Mijn tranen hebben vrij spel. ‘Asjeblieft Stan stop het is te veel’, snik ik. Je bent ongevoelig voor mijn smeekbedes.

Ik voel me zo ontzettend klein. Inmiddels lig ik luid snikkend over Stan zijn schoot. Alle schaamte en alle weerstand zijn weg. Ik voel me gebroken. Dikke tranen druppen op de vloer. Ik voel dat het stugge hout zijn sporen nalaat. Het voelt alsof de borstel in mijn billen gegriefd staat. De borstel die ik nog niet zo lang geleden nietsvermoedend door mijn haar liet glijden. Ik herinner me het mysterieuze glimlachje van Stan nog. Was hij dit toen al van plan met me? Wist hij toen al dat ik niet veel later luidkeels schreeuwend over zijn schoot zou eindigen? Een pak slaag in ontvangst nemen zoals ik nog nooit gehad had? Ik kan niet meer. Ik lig hartverscheurend te huilen en voel me alleen nog maar immens verdrietig. Ik voel de zwaarte van de borstel afnemen. Er zit meer tijd tussen de slagen. ‘Kom maar meisje, laat het maar los’.

En los laat ik. Alles. De pijn, mijn verzet, de spijt voor die onbezonnen acties. Ik huil zoals ik nog nooit gehuild. ‘Het spijt me zo’, zeg ik met een kraakstem, ‘echt, ik zal je nooit meer zo behandelen.’ ‘Nee, meisje dat ga je nooit meer doen’, hoor ik hem zeggen. Hij grijpt me even goed vast bij mijn middel. ‘En de laatste harde tikken die ik je zometeen ga geven, zullen een je hieraan herinneren.’ De klappen zijn snoeihard en volgen elkaar in vliegend tempo op. Ik schreeuw het uit van de pijn, kronkel maar hij houdt me in zijn ijzeren greep, ‘Noohooit meer, echt echt nooit meer, alsjeblieft stop, ik beloof het!!!!’, smeek ik. Een keiharde tik volgt. ‘Nooit meer?’, vraagt hij. ‘Nooit meer’, huil ik.

‘Dan is het genoeg zo.’

Ik lig nog op zijn schoot uit te huilen. Hij wrijft zacht over mijn beurse billen. De kleinste streling bezorgt me kippenvel. ‘Kom even op adem en kom dan op mijn schoot zitten. Je weet hoeveel ik van je hou en dat ik dit daarom moest doen.’ Zijn stem is rustig, maar door zijn laatste woorden ga ik nog harder huilen. Gelukkig helpt hij me overeind, pakt een kussen van het bed, en legt deze op zijn schoot. ‘Kom’.

Ik ga zitten en verdwijn in zijn armen. Mijn billen doen pijn, maar het voelt goed. Ik kijk hem aan en zie dat alle boosheid en verdriet uit zijn ogen is verdwenen. Hij kust me kort. ‘Het is voorbij nu’ zegt hij. ‘Dit was echt straf meisje en je had het echt verdiend.’ Maar vanaf nu hebben we het er niet meer over. Schone lei. Ik neem aan dat je je les geleerd hebt?’ Hij stelt de vraag lachend. Zijn leuke lach. Nog altijd biggelen er tranen uit mijn ogen, maar een klein lachje kan er al af: ‘Ja dat weet ik heel heel heel erg zeker’.

We omhelzen elkaar, kussen en knuffelen. Hij tilt me op met zijn sterke armen en legt me zachtjes in ons bed. Ik voel een enorme rust op me neerdalen. Het is nog middag, maar de korte nacht en de zenuwen hebben hun werk gedaan. ‘Ik hou van je, zoveel’, zeg ik als hij naast me gaat liggen en me naar zich toe trekt. Ik weet zijn antwoord, maar hoor het niet meer. Net voor ik in slaap val, voel ik zijn hand geruststellend op mijn billen.

Schokeffect

Toen ze de deur had opengedaan, bijna letterlijk stuiterend van opwinding, was het eerst wat ongemakkelijk geweest. Maar ja, wat wil je, als je elkaar al meer dan een jaar niet meer in persoon hebt gezien. Het contact was wel levendig gehouden door wekelijkse, zo niet dagelijkse, appjes over en weer. Waarin er heel wat afgeplaagd werd ook. Maar als hij dan plots voor je staat, ja, dat is toch wel een beetje gek. Het is ook de eerste keer dat ze met hem alleen is. Vorige keer dat ze hem zag, was in een grote groep. Allemaal leuke mensen met wie ze contact had gehouden. Ook met hem. Dat contact verdiepte zich naarmate ze zich meer bloot durfde geven en ze steeds intensere en serieuzere gesprekken gingen voeren. Over de app weliswaar. Nooit in persoon. Daarvoor was de afstand te groot. Maar nu is hij terug in het land, dus had ze hem uitgenodigd om bij haar te komen eten. Gezellig, had ze gedacht. Maar het begin van de avond was dus vrij stroef verlopen. Ook hij leek eerst niet goed te weten hoe zich te gedragen. Maar gaandeweg kwamen de gesprekken op gang en werd de sfeer losser. Inmiddels stond het hoofdgerecht op tafel – ze had zich uitgesloofd in de keuken, omdat ze een goede indruk wilde maken, maar ook gewoon omdat ze het leuk vond om eens helemaal los te gaan met koken – en waren er al redelijk wat plagerijtjes uitgedeeld. Vooral van haar kant. Af en toe een kleine opmerking, een steekje onder water. Hij vond dat best grappig, ook als ze op de app zo deed. Het was een onontbeerlijk deel van hun vriendschap. Via app was ze natuurlijk wel veilig. Hij zat immers aan de andere kant van de wereld, een jaar in Zuid-Afrika, voor het werk. Nu zit hij aan de andere kant van de tafel. Vooralsnog krijgt ze niet heel veel reactie uit hem. Ze weet ook nog niet goed of ze dat wel wil. Ergens wel, maar het is ook eng. In elk geval kan ze het niet laten om wat te plagen. De borden zijn leeg, de magen gevuld.

Ze stapelt de borden op elkaar. “Nee, blijf maar zitten,” geeft ze aan, als hij aanstalten maakt om recht te staan. “Op jouw leeftijd moet je niet te veel meer tillen, dat kan je rug niet aan.” Ze grijnst erbij. Zijn leeftijd – hij is 7 jaar ouder – is een vast onderwerp voor het geplaag. “Zo oud ben ik niet,” lacht hij. En hij staat recht. Plots staat hij vlak voor haar, een kop groter dan zij. De sfeer is veranderd. Voor een buitenstaander zou het onmogelijk op te merken zijn, maar ze voelt het. Snel probeert ze zich uit de voeten te maken, maar hij verspert haar de weg. Staat tussen haar en de keuken in. Even aarzelt ze. Moet ze de borden terug op tafel zetten? Nee, ze wil zich niet laten doen.

“Laat me er even langs,” zegt ze lachend. Lachen is nu haar enige verdedigingsmiddel. Dat weet hij vast ook.

Tot haar verrassing laat hij haar er inderdaad langs. In de keuken stopt ze de borden en het bestek in de vaatwasser. Intussen ademt ze diep uit. Nu pas beseft ze dat ze haar adem had ingehouden. Zou hij, zou hij niet? Enerzijds hunkert ze ernaar. Anderzijds is het doodeng. Er is niets afgesproken. Hij zal vast niets doen, bedenkt ze.

“Zal ik je zout geven voor je koffie?” vraagt ze als ze de woonkamer terug binnenkomt. “Of zal ik lief zijn en toch maar de suikerpot op tafel zetten?”

“Zou je dat durven?” vraagt hij met een twinkeling in zijn ogen. Hij zet een stap naar voren, tot hij vlak voor haar staat. Oncomfortabel dichtbij.

Ze zet een stap naar achteren. “Wie weet,” antwoordt ze. Meteen zet hij nog een stap naar voren, zij gaat weer naar achteren. Zenuwachtig slikt ze. Dan staat ze met haar rug tegen de muur. Letterlijk.

“Jij bent al de hele avond aan het plagen en uitdagen.”

Ze zegt niets. Er valt niets te zeggen, het is zo. Het was niet per se de bedoeling, maar het is sterker dan haarzelf. Hij roept dat bij haar op. Ze kan er niets aan doen. Maar dat zou hij natuurlijk nooit als excuus aanvaarden. Dus zwijgt ze. Ze probeert haar blik niet neer te slaan, hem te blijven aankijken, maar verliest het gevecht met zichzelf en zijn sterke wil. Voor het eerst die avond raakt hij haar aan. Zacht grijpt hij haar elleboog. Ze verzet zich niet als hij haar omdraait, met haar gezicht naar de muur. “Het wordt tijd dat jij een toontje lager zingt.” Met haar blik op de grond gericht en haar rug naar hem toe, blijft ze staan. Ze beseft maar al te goed dat ze zonet in de hoek is gezet. Haar wangen worden rood van schaamte.

“Til je jurk op tot boven je billen,” klinkt zijn stem achter haar. Ze schrikt. Dit kan hij niet menen. Toch? Meteen beseft ze dat hij het wel meent. En dat er niet veel ruimte is voor tegenspraak. Zeker, als ze echt niet zou willen, kan ze dit zo stoppen. Maar ze wil het wel. Ze wil op haar plek gezet worden. Door hem. Ze wil dat hij haar al het geplaag betaald zet. Van vanavond, maar ook van het afgelopen jaar. Veilig had ze zich gevoeld. Wel, nu is ze niet meer veilig. Dat beseft maakt haar licht in het hoofd. Zorgt dat haar gedachten tot stilstand komen. Ze denkt niet meer na. En dus doet ze wat hij vraagt, tilt haar jurk op tot boven haar billen. Vingers haken zich achter haar onderbroek, die tot halverwege haar dijen naar beneden wordt getrokken.

“Blijf zo maar even staan,” hoort ze. En dan verdwijnt zijn nadrukkelijke nabijheid. Hij is vast weer gaan zitten. Kijkend naar het uitzicht van haar blote billen in de hoek. Intens klein staart ze naar de grond. Zo klein, dat het haar duizelt. Na wat slechts dertig seconden lijkt, maar achteraf 10 minuten zou blijken te zijn, roept hij haar bij zich. Aarzelend draait ze zich om. Moet ze haar jurk nog omhoog houden? Ze besluit het erop te wagen en laat de stof los. Hem aankijken kan ze niet. Dus blijft ze gewoon staan, haar blik nog steeds op de grond gericht.

“Kom voor me staan.”

Voetje voor voetje schuifelt ze naar voren, zich pijnlijk bewust van het kleine driehoekje stof dat te laag tussen haar dijen hangt.

Een vinger onder haar kin dwingt haar om hem eindelijk aan te kijken. Hij zit, zij staat en toch lijkt hij nog steeds boven haar uit te torenen. Het voelt verkeerd om hem recht in de ogen te kijken, maar hij geeft haar geen keuze. “Je weet dat je dit verdient,” zegt hij. Haast onmerkbaar knikt ze. De vinger onder haar kin verdwijnt. Opluchting. “Waarom dan wel?” O nee, ze wil dit niet zelf moeten zeggen. Even blijft het stil. Hij wacht, geeft haar de tijd om zichzelf tegen te komen. “Omdat ik je zo vaak heb uitgedaagd,” fluistert ze uiteindelijk.

Hij knikt. Ze ziet het niet, want haar ogen zijn op haar tenen gericht, maar ze voelt het. “Dat heb je zeker.” Ze hoort de grijns op zijn gezicht.

“En je vindt het zelf leuk,” barst ze plots uit. Nu kijkt ze hem wel aan. Zijn ogen staan vastberaden. “O zeker vind ik het leuk. En ik zal het nog leuker vinden om het jou betaald te zetten.”

Opnieuw slaat ze haar ogen neer. Liefst had ze ook haar handen over haar oren gehouden, maar dat plezier wil ze hem niet gunnen.

“Vraag me erom,” zegt hij dan.

Wat? Wat! Nee. Dat kan ze niet. Zwijgend schudt ze haar hoofd. Meteen heeft hij haar oor in een houdgreep. Opnieuw dwingt hij haar om hem aan te kijken.

“Vraag me erom,” herhaalt hij.

Shit, dit is erger dan eerst. Gejammer ontsnapt uit haar keel. Haar handen grijpen naar de hand die haar oor vasthoudt, maar ze maken geen schijn van kans tegen zijn gespierde arm. Stilzwijgend voert ze het gevecht met zichzelf.

“Wil je me alsjeblieft straffen?” Nauwelijks meer dan een gefluister. Blijkbaar is het goed genoeg. Hij laat haar oor los en neemt in plaats haar pols vast.

“Kom maar liggen.”

Ongemakkelijk buigt ze zich voorover. Hij begeleidt haar beweging, zodat ze nog vrij elegant over zijn knie terecht komt. Met beide handen tilt hij haar jurk omhoog. Nu steken haar blote billen hoog de lucht in. Met zijn linkerhand omvat hij haar heup, de rechter laat hij nonchalant op haar billen liggen.

“Tijd om jou een toontje lager te laten zingen, jongedame,” zegt hij plagend. “Geloof me, als ik met je klaar ben, ben jij even klaar met plagen.”

Ze slikt. Ze gelooft hem.

“Vind je zelf niet ook dat je dit verdiend hebt?”

“Ja,” fluistert ze. Het is haar finale toestemming met wat er staat te gebeuren. Ze weet best dat ze hiermee een ongelofelijk pak slaag over zichzelf afroept. Maar het is wel waar: ze heeft het verdiend. Hoe vaak heeft ze hem niet uitgedaagd, hem willens en wetens jeukende handen bezorgd, in het besef dat ze veilig was, dat hij haar niets kon doen? Ze heeft dit meer dan verdiend.

“Ja wie?” klinkt het streng.

“Ja meneer.” Zei ze nu net “meneer”? Maar het voelt goed zo. Als er iemand is die ze meneer kan noemen, is hij het wel. Door de vele appjes hebben ze een hechte band gekregen. Maar doordat ze elkaar niet in persoon zagen, is er toch een zekere afstand. Ja, “meneer” is de goede aanspreking. Blijkbaar vindt hij dat zelf ook, want zijn rechterhand verdwijnt van haar bil.

“Kijk daar eens,” wijst hij aan.

Ze kijkt. En slikt. Een stuk of tien instrumenten, de ene nog enger en afschrikwekkender dan de andere, liggen voor haar op de salontafel. Die moet hij daarnet hebben klaargelegd.

“Die ga je vanavond allemaal voelen. Zitten zit er voor jou voorlopig niet meer in.”

Veel tijd om daarover na te denken krijgt ze niet, want meteen landt zijn rechterhand op haar bil. Het is begonnen.

In haar fantasie was dit altijd het moment waarop het stopte. De spanning vooraf, de vernedering van met blote billen over zijn knie te liggen. Dat deed het voor haar. En de pijn, ja, die hoort erbij, maar die voel je niet in je fantasie. Nu beseft ze plots dat de ergste vernedering nog moet komen: het moment waarop ze niet langer stil kan liggen, waarop ze haar pijn wel moet tonen. En natuurlijk zal hij dan niet stoppen. Hij zal pas stoppen als zij de controle over zichzelf helemaal verloren is. Als ze helemaal en volledig verloren heeft. Als ze al haar pijn en kwetsbaarheid open en bloot aan hem heeft laten zien. Ze kan enkel proberen om dat moment zolang mogelijk uit te stellen. Vermijden kan ze het niet. De kriebels in haar buik stuwen haar pijngrens de hoogte in. Ondanks haar benarde situatie wordt ze warm vanbinnen. Eindelijk. Zo is het goed. Hier moet ze zijn, over zijn knie. Hoe eng en vernederend het ook is. Eindelijk is ze thuis.