Vaag bewust dat ze alleen maar een ochtendjas aan had, haastte Kiria zich over de overloop en rende de trap af. Ze gooide de voordeur open en ging naar buiten. Het weelderige grasveld was vochtig van de vroege avondatmosfeer. Ze begon te rennen, het gestage ritme verjoeg alle gedachten uit haar hoofd. Na een paar honderd meter ging het grasveld over in de bestrating van de weg. Ze merkte de overgang in ondergrond nauwelijks. Blindelings bleef ze de weg volgen. Pas na een minuut of tien werd ze zich ervan bewust dat haar voeten zeer deden. Ze stopte aan de kant van de weg om ze kunnen bekijken. Door de talloze schrammen bloedde ze flink.

Na een eindeloze stilte draaide Miriam zich in de hoek om en zag Ansel nog steeds op de stoel zitten. Hij leunde met zijn gezicht in zijn handen.

‘Ga haar achterna’, zei ze.

Ansel ging rechtop zitten en wreef met zijn handen over zijn voorhoofd. ‘Wat?’

‘GA haar zoeken. Zeg haar dat het je spijt’.

Ansel zuchtte diep. ‘Ze weet dat ik een gloeiende hekel heb aan liegen. Ze weet ook dat het niet vertellen van de waarheid gelijk staat aan liegen. Waarom zou ze dit gedaan hebben?’

‘Dat klinkt behoorlijk zwart-wit Ansel. Als een vrouw verstandig is, neemt ze geen stelling tegen zijn familie. Ze heeft je niet gemanipuleerd, ze kon je alleen niet vertellen wat er gebeurd was, hoe graag ze ook wilde’.

Ansel bleef nog lange tijd naar de vloerbedekking staren tot Miriam uit de hoek kwam en hem een kusje op zijn wang gaf. ‘Ansel, je moet haar vinden, voor het te laat is’, zei en liep langs hem heen de kamer uit.

Kiria ging langs de kant van de weg op een boomstam zitten. Het was al bijna donker en ze zou over niet al te lange tijd terug moeten gaan naar het huis van de ouders van Ansel. Ze keek niet uit naar het vooruitzicht hen onder ogen te moeten komen, maar het was de enige manier om thuis te kunnen komen. Ansel geloofde echt dat ze hem gemanipuleerd had, en ze vertrouwde hem niet genoeg om hem de waarheid te vertellen. Met een zwaar gemoed begon ze aan de schors te trekken, tot ze twee grote stukken had losgewerkt die ze onder haar voeten kon binden. Toen scheurde ze twee repen stof van de ceintuur van haar ochtendjas. Zo had ze toch nog wat geleerd van de survival tocht met Ansel. Hij vulde haar hoofd met gedachten en haar hart met liefde en dat zou straks allemaal verleden tijd zijn.

Ze ging staan op haar zelf gemaakte schoeisel en begon langs de weg terug te kreupelen. Iedere stap deed zeer, maar was niet onverdraagbaar. Ze bedacht zich dat ze steeds beter tegen pijn kon. Lichamelijke pijn dan wel te verstaan. Ze kon nog steeds niet met emotionele pijn omgaan. Er passeerde een auto. Ze bleef strak voor zich uitkijken, zich bewust van de inzittenden wel niet moesten denken als ze haar slechts gehuld in een ochtendjas zagen lopen. Een paar minuten later verschenen weer een paar koplampen. De auto hield in en stopte vlak voor haar. Ansel was haar komen zoeken, wist ze en hoop begon te gloren. Onzeker van zijn ontvangst bleef ze doorstrompelen.

‘Mevrouw?’

Kiria bleef stokstijf staan toen ze een onbekende stem hoorde. Ze draaide zich langzaam om en zag een grote man op zich aflopen. Ze kon zijn gezicht niet zien door de felle rode licht van de achterlichten van de auto. Opeens was ze zich bewust van de kou en trok de ochtendjas dicht om zich heen, haar beide vuisten onder haar kin geklemd.

‘kan ik u een lift aanbieden? U zou hier niet zo helemaal alleen en halfgekleed moeten zijn!’ Zijn dwingende stem gaf haar eerder de bibbers dan dat hij haar gerust stelde.

Kiria glimlachte nerveus terwijl de man voor haar bleef staan. ‘Oh, nee, dank u wel, er is niets aan de hand’. Haar iele stem was onherkenbaar. Als je in gevaar bent, moet je geen angst laten blijken! Ansels woorden schoten door haar hoofd. Probeer zelfverzekerd over te komen! Ze dwong haar handen te zakken en nam een zelfverzekerde houding aan. Er verscheen een spijtig lachje om haar lippen toen ze zei. ‘Ik had ruzie met mijn vriend en ben een eindje gaan lopen. Ik weet ook niet wat me mankeerde. Ik zou hier eigenlijk helemaal niet moeten zijn. Ik ben mijn schoenen vergeten en heb hem net met mijn mobieltje gebeld dat hij me moet komen halen!’ Ze klopte op de zak van haar ochtendjas. “Maar bedankt voor het aanbod’.

Hij dacht even na. Hij leek te beoordelen of ze de waarheid sprak. ‘Ik zal hier bij u blijven wachten. Het is niet veilig om hier helemaal alleen te zijn. Kiria kon hem nu wat beter bekijken, blond, kort geknipt haar, een neus die in het verleden zo te zien een paar keer gebroken is geweest, platte jukbeenderen en ingevallen ogen, alsof hij een paar nachten niet geslapen had. ‘Kom in de auto zitten om een beetje op te warmen’. Met een dunne glimlach liep hij in de richting van de achterlichten, kennelijk verwachtend dat ze achter hem aan zou komen.

Kiria lachte zwakjes. ‘Dat hoeft niet. Ansel kan hier ieder moment zijn.

Hij draaide zich om. ‘Ansel? Ansel White?’

‘Ja…’

‘Jeetje, hij vilt me levend als ik je hier in de kou laat staan! Kom, ga in de auto zitten, zoals een braaf meisje betaamd’.

Klein meisje? Kiria schudde haar hoofd. ‘Hij zou mij levend villen wanneer ik dat zou doen…’ Ze liep bij de man vandaan terwijl ze dat zei, maar hij liep achter haar aan.

‘Onzin’.  Opeens bleef hij staan. Zijn gezicht trok samen in een kwaadaardige glimlach. ‘Liefje, ik geef je nog een kans om in de auto te stappen, anders zal ik je er persoonlijk in zetten’.

Kiria keek hem met grote ogen aan. Zijn intenties waren zonder twijfel niet erg eerzaam. Ze probeerde een opkomende paniek te onderdrukken. Ze had geen schijn van kans als ze met deze vent het gevecht aan ging en er was geen kwestie van dat ze weg kon rennen met haar zere en bloedende voeten. Ze had weinig hoop dat Ansel plotseling ten tonele zou verschijnen. Toen deed ze zich voor alsof ze mee zou werken. ‘Ja meneer’, zei ze onderdanig en liep in de richting van de auto.

‘Dat is een stuk beter’, zei hij terwijl hij vlak achter haar aan liep. ‘Ga maar snel zitten, dan kun je wat warm worden’.

‘Ja, meneer’, herhaalde ze. Ze wilde hem het idee geven dat hij de controle over de situatie had. Haar ogen verkenden het met bomen begroeide gebied wat door de lichten van zijn auto werd verlicht. Die zou ze misschien wel kunnen bereiken op een moment dat hij niet verwachtte dat ze de benen zou nemen. Ze was ervan overtuigd dat ze sneller zou kunnen klimmen dan hij en waarschijnlijk ook een stuk hoger komen dan hij. Maar ze wist ook dat het enige voordeel dat ze had, de verrassingsaanval was.

Ze bereikten de achterkant van de auto, terwijl Kiria naar het portier aan de passageriskant liep en deze opende. Ze ging zedig zitten en trok de deur dicht. Zodra hij zijn deur opende en ging zitten, stootte ze haar deur oppen en sprong naar buiten en verdween met een paar stappen richting een boom met laaghangende takken. Ze klom als een aap omhoog. Ze was zich er niet van bewust dat haar ochtendjas opengevallen was en dat ze ieder intiem plekje van haar lichaam bloot gaf toen ze omhoog klom. De blonde man liet van beneden een bewonderend fluitje horen.

‘Ga weg!’, schreeuwde Kiria en bleef even staan om haar ochtendjas dicht te doen. Ze zag hem om zich heen kijken en vervolgens naar zijn auto lopen om de lichten uit te doen. Kiria klemde zich vast aan de boomstam en huiverde toen ze zijn voeten door de bladeren hoorde ritselen. Misschien dat hij niet meer zou weten in welke boom ze zat als ze heel stil zou blijven. Opeens werd er met een licht in haar gezicht geschenen; hij had een zaklamp. Ze hoorde zijn kwaadaardige gegrinnik onder zich.

‘Ik kom naar boven om je te halen’, riep hij met een zangerige stem. ‘Of je klaar bent of niet’.

Kiria klom nog verder omhoog, toen ze onder zich takken hoorde breken onder zijn gewicht. Haar handen trilden zo erg dat zich nog maar nauwelijks beet kon houden. Plotseling ging de zaklamp uit en zag ze een zag ze een vage gloed verschijnen in de bocht van de weg. Er verschenen een paar koplampen en Kiria begon hard te schreeuwen en aan te takken te rukken. Een tak brak af in haar hand en ze gooide deze in de richting van het naderende voertuig. Het minderde snelheid en Kiria brak een nieuwe tak af en gooide die ook naar beneden. Ze hoorde hem langs metaal schrappen en het piepen van remmen die daar onmiddellijk op volgden.

‘Help!’, riep Kiria zo hard ze kon, ‘Hier boven! Help!’ Ze hoorde en deur open gaan en een fel licht scheen omhoog.

‘Kiria? Wat is hier aan de hand?’, klonk ze zware stem van Ansel.

‘Ansel! Hier boven!’, gilde ze. Ze voelde zich zwak worden toen een golf van opluchting door haar heen ging.

‘Je vriendin zit vast hier in de boom en ik probeer haar naar beneden te helpen’, riep de blonde man voor Kiria kon antwoorden. ‘Niet bewegen’, fluisterde hij tegen Kiria. ‘Ik heb een pistool en schiet hem neer. Met zijn hand pakte hij haar enkel. ‘Ze is erg bang’.

Kiria wist dat Ansel wachtte tot hij zijn woorden zou bevestigen, maar wist niet wat ze moest doen – wat als hij echt een pistool had? Maar zou hij die dan niet gebruikt om haar te bedreigen?

‘Kom maar, je bent veilig. Ik ben vlak onder je’, fleemde de man, ‘doe maar een stapje naar beneden. Je zult niet vallen. Hij kneep veelbetekenend in haar enkel.

‘Kiria?’, de stem van Ansel klonk meer verbaasd dan bang en ze dacht dat hij geloofde dat de man haar probeerde te helpen. ‘Je hebt me laten geloven dat iets waar was, wat het helmaal niet was’. Ze hoorde de stem, van Ansel weer in haar hoofd, beschuldigend en kritiserend. En toch gaf het haar moed…’

‘Nee!’, schreeuwde ze en schopte de man met haar andere voet. ‘Ansel, hij liegt! Hij heeft me de boom ingejaagd. Hij zegt dat hij een pistool heeft!’ Kiria trok zich op aan een tak boven zich in een poging om uit de man zijn greep los te komen.

‘Trut!’, hoorde ze de man brommen. Hij pakte haar nog steviger vast.

De tak brak af en ze gooide hem naar beneden de duisternis in – waar was het licht gebleven? Het ging weer aan en tegelijkertijd Was de onmiskenbare klik te horen van een geweer dat gespannen werd.

‘Laat haar gaan’, klonk de stem van Ansel ijzig, ‘of ik schiet je dwars door je kop. Laat haar los met je smerige handen en kom naar beneden.

Kiria trok haar voet een eind op toen de man deze los liet en klom nog een eindje verder omhoog.

‘Hij zei dat hij een pistool had’, waarschuwde ze Ansel en vocht tegen de tranen van opluchting. Ze klemde zich stevig vast aan de boomstam en hoorde de man naar beneden klauteren. Het gepiep van het mobieltje vertelde haar dat hij 1-1-2 belde.

‘U spreekt met Ansel White. Ik houd een man onder schot die mijn vriendin heeft aangevallen. Ik bevind met ongeveer een kilometer ten noorden van het huis van mijn ouders, op de N115… Nee, nee er zijn geen slachtoffers… nog niet… goed….bedankt’.

‘Ga daar zitten en leg je handen in je nek’, hoorde ze Ansel tegen de man zeggen. ‘Kiria, red je het om alleen naar beneden te komen?’

‘Ja, ik denk het wel’, antwoordde ze. Langzaam en voorzichtig klom ze tak voor tak naar beneden, terwijl Ansel ze zaklamp en het geweer op de man gericht hield. Een paar minuten later kwamen twee politieauto’s met sirene en zwaailichten aan rijden. Vier agenten kwamen behoedzaam naderbij, terwijl Ansel ze van informatie voorzag. Ze boeiden de man en zetten hem op de achterbank van een van de politiewagens.

Ansel sloot Kiria in zijn armen toen ze de laatste stap naar vaste bodem maakte. ‘Oh, godzijdank’, fluisterde ze in zijn oor, ‘wat ben ik blij dat je op tijd was’.

Kiria barstte van opluchting in tranen uit. Ze had geen kracht meer om iets te zeggen en haar pijnlijke armen ontspanden zich. Haar benen werden slap en ze zakte naar de grond. Ansel pakte haar op alsof ze een baby was en droeg haar naar zijn Jeep.

‘Blijf hier zitten, terwijl ik met de politie praat’, zei hij en deed haar veiligheidsriem vast.

‘Waar is die man? Is hij nog steeds hier?’vroeg ze terwijl haar ogen koortsachtig de omgeving afzochten. Laat me niet alleen, Ansel!’

Hij is geboeid en zit in de politieauto. Hij kan niets meer uitrichten, dat beloof ik’.

Kiria knikte en keek Ansel aan. Ze zag dat ze zich met haar beide vuisten zo hard aan zijn overhemd vastklemde, dat haar knokkels wit waren. Het deed zeer toen ze haar vingers ontspande en ze langzaam probeerde te strekken.

‘Ik ben zo terug. Je bent hier veilig. Ok?’

Kiria knikte en leunde achterover in de stoel. Ze zag hoe twee agenten de zuto van de man doorzochten. Ze lieten iets aan Ansel en de twee andere agenten zien.

Niet lang daarna kwamen Ansel en een politieagent naar haar toe om haar wat vragen te stellen. Toen ze bij het stuk van haar voeten was aanbeland, pakte Ansel een van haar voeten en deed de professoriche schoen uit.

‘We moeten naar huis om hier zorg voor te dragen’, liep hij weten.

‘We zijn bijna klaar’, stelde de agent hem gerust en maakte snel wat aantekeningen. Het duurde nog een minuut of tien voor ze mochten gaan en Kiria barstte opnieuw in tranen uit toen ze wegreden. Ansel parkeerde zijn auto op de oprit en drukte haar net zolang tegen zich aan tot ze gekalmeerd was.

‘Wat hebben ze uit de auto van die vent gehaald?’ Haar tem beefde.

‘Drugs’.

‘Oh. Geen wonder dat hij zo gek deed’.

‘Ja’.

‘We kunnen wel naar binnen gaan. Wat mij betreft’.

‘Goed’. Ansel gaf haar een kus op haar voorhoofd en kneep haar bijna fijn voordat hij uitstapte om haar naar haar kamer te dragen.

‘Bedankt dat je me gered hebt, Ansel’, liet ze een beetje laat weten toen hij haar voorzichtig op het bed neerlegde.

‘Het was mijn schuld’, zei hij. ‘Als ik je niet lastig gevallen had met mijn belachelijke beschuldigingen dan zou dit nooit gebeurd zijn. Het spijt me, Kiria’.

‘Bedoel je dat je het me niet kwalijk neemt dat ik niet verteld heb wat Miriam deed?’

‘Nee, daar ben ik fout in geweest. Ik was zo boos dat je me de waarheid niet vertelde, dat ik over het hoofd gezien heb dat je daar een goede reden voor had’.

De tranen brandden in haar ogen toen Ansel haar in zijn armen nam. Toen ging hij rechtop zitten en haalde de boomschors van haar voet af.

‘Het is goed dat je nog wist hoe je dit moest doen, anders hadden je voeten er nog veel erger uit gezien.

Haar gezicht vertrok van pijn toen hij de boomschors verwijderde.

‘En het was ook een heel goed idee van je om in die boom te klimmen. Je bent echt een slim meisje’. Glimlachte hij.

‘Op blote voeten over de weg rennen was anders niet zo slim’, pareerde ze.

‘Je was boos. En zoals ik al zei, was het mijn schuld. Ik beloof je dat ik je nooit meer zo boos zal maken’.

‘En ik beloof dat ik nooit meer op die manier de benen zal nemen’, glimlachte ze terug.

Nadat Kiria een poos in een warm bad gezeten had, verbond Ansel haar voeten en nam een snelle douche. Hij viel naast haar, in hetzelfde bed, in slaap,

Laat in de ochtend was Ansel de eerste die wakker werd. Hij voelde aan zijn kruis dat er iets anders was dan anders. Zij lag met haar blote billen tegen zijn erectie gedrukt. Haar nachthemd was tot in haar middel omhoog gekropen en was aan de voorkant opengevallen waardoor een van haar borsten bloot lag. Zijn arm was maar een eindje van de ronding die zich aan hem presenteerde verwijderd. Hij gromde zachtjes, hoe belangrijk was het eigenlijk dat ze nog maagd was als ze met hem in het huwelijksbootje stapte? Ze wilde het zelf helemaal niet. Ze had gezegd dat ze hem zo snel mogelijk aan hem wilde geven.

Gisteravond, was hij banger dan ooit tevoren in zijn leven. Ze was bijna vermoord en als hij niet op dat moment gekomen was… Hij huiverde en herinnerde zich de afmetingen van het mes wat in de auto van de man gevonden was. Hij had tegen Kiria gelogen, hij vond het niet nodig haar nog meer overstuur te maken. Hij had altijd gedacht dat er nooit een goede reden kon zijn om tegen degene waar je van houdt te liegen. Maar nu had hij het zelf gedaan en het voelde goed. Hij was een dwaas geweest met zijn strakke denkbeelden over liegen en vanaf nu zou hij daar wat flexibeler over denken.

Kiria bewoog in haar slaap en duwde zichzelf nog harder tegen hem aan, zijn penis begon als reactie hierop te kloppen, Wat als er geen huwelijksnacht zou zijn? Wat als het lot ingegrepen had voordat hij de moed had opgevat om haar te bezitten? Hij had nog nooit een meisje ontmaagd en wilde haar geen pijn doen, maar het zou binnenkort toch een keer moeten gebeuren. God, hij zou barsten als hij niet snel wat verlichting zou vinden. Een koude douche zou misschien helpen…

Met een grote gaap draaide Kiria zich om en haar warme, blote borsten drukten tegen zijn borst, terwijl ze haar armen om hem heen sloeg. Haar been duwde tussen zijn benen en schuurde langs zijn ballen. Zijn penis klopte tegen haar buik. Oh, God, hij moest opstaan, nu of nooit… Toen Kiria haar gezicht tegen zijn hals duwde en haar warme adem streek over de gevoelige huid waar zijn halsader liep. Haar hand gleed langs zijn borst omlaag, naar zijn… Dat deed de deur dicht. Hij was per slot van rekening ook maar een mens.

Geef een reactie