Ik probeer mijn fietsleutel in het slot te stoppen maar tot drie keer toe laat ik hem onhandig op de grond vallen. Mijn motoriek laat het flink afweten op dit tijdstip en ik probeer het stemmetje in mijn zware hoofd te negeren. ‘Was je maar verstandig na dat hapje en drankje met Lize in de stad direct naar huis gefietst en had je jezelf maar niet wéér door haar over laten halen om nog één drankje te doen in dat gezellige stadscafe waar het op zaterdag avond wemelt van de hippe veertigers’. De wijn had gevloeid als water en ik had de hele avond mee gedeind op het ritme van de nacht. En het was juist Lize die me aanvankelijk om 1:00 nog waarschuwde dat we misschien beter konden gaan -ik had de vorige keer uitvoerig met haar gedeeld hoe pijnlijk teleurgesteld Stan had gereageerd op mijn vorige misser met kloklezen-. Maar ik had haar zorgen weggewuifd en me voorgenomen om in ieder geval Stan even te berichten dat het wat later was geworden, maar op hetzelfde moment werd ik afgeleid door een ontzettend guitig paar ogen die mij vragend aankeken en naar de dansvloer seinde en voor ik het wist stond ik te swingen alsof mijn leven er vanaf hing en was Stan allang weer weggevaagd uit mijn hoofd.
Het lukt me eindelijk mijn fiets van het slot te halen en op mijn horloge zie ik dat het inmiddels ver na vieren is. Ik fiets alleen, dat heeft Stan liever niet, maar Lize heeft een uur geleden vanaf een afstandje al met een kushandje afscheid van me genomen met aan haar arm een nieuwe veroving. Ik moest in mezelf glimlachen toen ik dat zag. Hoewel ik enorm kan genieten van een avondje flirten en aandacht ben ik altijd weer gelukkig als ik thuis kom bij Stan.
Het kost me moeite om recht te blijven fietsen en ik mopper hardop op mezelf als ik de donkere polder infiets. Ik voel me kwetsbaar en alleen op dit stukje en begin als een bezetene te fietsen, tevens een laffe poging om de tijd nog een beetje in te kunnen halen. Ik voel dat de drank me naar m’n hoofd stijgt en de frisse wind in het open veld suist langs m’n blote benen. Ik probeer m’n opwaaiende rokje naar beneden te houden en kijk schichtig om me heen of ik hier wel alleen fiets. Ik verlang enorm naar de sterke en geruststellende armen van Stan nu. Samen hebben we dit stukje al ontelbare keren gefietst -we hebben bewust gekozen voor een huisje net buiten de stad- en vaak legt hij zijn hand op m’n rug en maak ik daar dankbaar van gebruik met de harde tegenwind.
Ik ben blij als ik eindelijk onze straat in fiets en zie door het raam dat de lichten gelukkig uit zijn. Stan is vast al vroeg naar bed gegaan, hij werkt zo hard, en als ik nu zachtjes naast hem schuif hoeft hij niet te weten dat het vannacht weer nachtwerk was. Ik haal opgelucht adem en laat m’n hand even kort over m’n billen glijden. De waarschuwing die hij me enkele weken geleden nog gaf heb ik dagen gevoeld en ik heb me toen heilig voorgenomen het nooit meer zo ver te laten komen.
Heel zachtjes sluit ik de voordeur en op m’n tenen sluip ik de gang in. Het is doodstil in huis. Ik zet me schrap om de trap op te gaan, ik weet normaliter precies welke treden kraken en ik moet overslaan maar de alcohol brengt me aan het twijfelen.
‘Waar denk jij naar toe te gaan jongedame?’ Ik schrik zo dat ik me aan de leuning vast moet grijpen om niet te vallen. Ik kijk betrapt achterom en uit de woonkamer doemt een gestalte op. Stan. Niet zachtjes snurkend boven in ons warme grote bed zoals ik zo had gehoopt en waar ik stiekem zelfs voor het gemak al vanuit was gegaan. Nouja eigenlijk mezelf wijs had gemaakt tegen beter weten in. Want ik had het kunnen weten. Stan is trots als een pauw en ontzettend zuinig op me. De zorgzaamheid en de geborgenheid die ik bij hem vind lieten me vanaf ons eerste afspraakje al smelten en na het tweede afspraakje was ik verkocht.
Stan blijft in de deuropening van de woonkamer staan en kijkt me onderzoekend aan. Ik kijk beschaamd naar beneden en voel tranen opwellen. Ik kan hem niet aankijken. Zijn lieve ogen, ze staan bedroefd en boos. Ik durf niet eens door m’n wimpers te gluren. ‘Ik denk dat ik je deze keer de preek maar ga besparen Lotte. Schijnbaar hebben mijn woorden de vorige keer weinig indruk op je gemaakt en ben je die paar dagen moeilijk zitten ook allang weer vergeten.’ Ik verplaats mijn handen naar m’n billen maar moet de leuning terug grijpen omdat ik me wiebelig voel. Directe spijt overvalt me van dat laatste wijntje. Ik kijk zwijgend naar de grond. Kon ik maar ter plekke oplossen en morgenochtend in Stans armen wakker worden. Opgewekt kibbelend over wiens beurt het voor het ontbijt is. Uitdagend in z’n oor bijten omdat hij daar helemaal wild van wordt. Stoeiend in bed waarbij het meestal voor mij in de houdgreep eindigt en Stan me plagend flink op m’n billen petst. Ik moet even lachen, de drank veroorzaakt spontaan een mist in m’n hoofd en te laat bedenk ik me dat lachen op dit moment niet in m’n voordeel zal werken.
‘Ik vraag me af of je over een uurtje nog steeds lacht Lotte’. Stan beent naar me toe en grijpt me bij m’n bovenarm en trekt me ruw mee naar de woonkamer. ‘Auuuuuuu Stan asjeblieft…’, ik struikel achter hem aan en merk dat de alcohol verder naar m’n hoofd stijgt. Stan schat goed in dat hij me beter niet over z’n knie kan slingeren in mijn toestand en duwt m’n bovenlichaam ruw over de keukentafel. ‘Rok omhoog en vasthouden. Je krijgt met de paddle zoals je nog nooit gevoeld hebt. Zonder opwarming, zonder genade, en als je je rokje laat zakken krijg je er direct 20 tussendoor met de allerzwaarste cane. Je ontgaat dit als een flink meisje. Stoer genoeg om ’s nachts het huis in te sluipen als een dief in het holst van de nacht, zonder appje of telefoontje, met teveel alcohol dan goed is voor jouw fijne lijfje. Je neemt me niet serieus, je neemt een loopje met me. Je daagt me uit en denkt misschien dat ik niet weet wat échte straf is. Of dat ik je niet durf te straffen. Nou Lotte ik kan je vertellen dat je me dan nog niet niet kent. En ik heb zo mijn eigen manieren’.
Ik onderga zijn stortvloed aan woorden in stilte en lig als bevroren over de tafel met m’n rokje omhoog. Ik schrik enorm van de impact van de eerste klap, onaangekondigd. De paddle gebruikt Stan wel eens als ik over z’n knie lig, waarbij slechts een kleine hefboom mogelijk is. Nu voel ik dat hij vol uithaalt en ik vlieg bij elke klap overeind. Mijn billen zijn deze impact niet gewend en ik voel dat m’n billen diepblauw zullen gaan kleuren. Gek genoeg kan ik door alle alcohol in m’n lijf de pijn toch verrassend goed dragen. In stilte glimlach ik, laat ik Stan maar niet wijzer maken dan hij is. Ik klem m’n kiezen op elkaar en probeer het pak slaag dapper te ondergaan. Want de pijn is te verdragen, maar aangenaam is het zeker niet. Af en toe ontsnapt er een hik als ik kreun en even ben ik zelfs bang dat ik moet braken. Ik probeer me te ontspannen en merk echt dat de alcohol verdovend werkt. Of zijn het de doffe klappen van de paddle? Ik heb me geen besef meer van tijd maar merk dat ik moe begin te worden. Ik onderdruk een gaap. ‘Serieus Lotte, ben je aan het gapen terwijl ik je billen er enorm van langsgeef? Je maakt me belachelijk.’ Abrupt stopt het pak slaag. Stan sleurt me aan m’n arm mee naar boven, rukt m’n kleding af en stopt me in bed.
‘Ik kan je één ding vast vertellen Lotte. Dit pak slaag is slechts een heel klein begin van wat jou overmorgen te wachten staat. Ik ga zorgen dat je je gestrafter gaat voelen dan ooit tevoren. De maat is vol en geloof me je gaat nog heel vaak wensen dat je netjes na het etentje naar huis was gefietst samen met Lize. Je zult gaan roepen, gillen, smeken maar er zal niet naar je geluisterd worden. Je weet dondersgoed dat ik gevoelig ben voor je smeekbedes en tranen wanneer ik je straf. Maar hier ga je dit keer niet mee wegkomen Lotte. De straf die jij gaat krijgen voor dit onbeschofte grenzeloze en onrespecvolle gedrag ga ik je namelijk niet zelf geven…’