Als Joke terug bij haar kot is, staat Marie al voor de deur. “Heb je een lekke band?” vraagt ze, als ze Joke naast haar fiets ziet lopen.
“Nee,” antwoordt die. “Ik zag het niet zitten om op het zadel heen en weer te botsen…”
Marie begrijpt de hint en grijnst. “Zo erg?” vraagt ze.
Joke knikt en haalt haar sleutel uit haar zak. Ze opent de deur en nodigt Marie mee uit naar binnen.
“Ik ga me eerst even omkleden hoor,” waarschuwt ze, voor ze naar de badkamer verdwijnt. Moeizaam wurmt ze zich uit haar spijkerbroek. Auw, wat doet dat pijn… Voorzichtig legt ze haar handen op haar billen. Ze stralen warmte uit. Zou ze in de spiegel kunnen kijken? Die hangt vrij hoog, maar als ze op de rand van de douche gaat staan, kan ze misschien wel haar billen zien. Dat lukt inderdaad. Joke slaat een hand voor haar mond als ze de dieprode kleur, doorspekt met hier en daar wat blauw, waarschijnlijk van die paddle, gadeslaat. Geen wonder dat het pijn doet!
Snel trekt ze een rokje aan en dan loopt ze terug naar haar kamer, waar Marie op haar wacht.
“Ik blijf geloof ik maar even rechtstaan,” grimast ze.
“Hij heeft je dus goed te pakken gehad,” antwoordt Marie. “Ik dacht dat je naar alle lessen geweest was?”
“Ja, maar toen kwam hij erachter dat ik een keer te laat was geweest en dat ik ook een keer mijn boeken was vergeten. Hij ging door het lint.”
“Ik kan me er iets bij voorstellen,” knikt haar vriendin medelijdend. “Blijf inderdaad maar even rechtstaan. Dat is trouwens gemakkelijker om bij het fornuis te kunnen om te koken,” knipoogt ze.
“Koken?” vraagt Joke.
“Ja, we zouden toch samen eten. Of heeft hij je geheugen eruit gemept?” Marie grinnikt om haar eigen mop.
“Nee, maar ik dacht dat we pizza konden bestellen of zo. Ik kook eigenlijk nooit,” geeft ze toe.
“Nooit?”
Joke schudt haar hoofd. “Geen zin in. Iets bestellen is veel makkelijker.”
“Zorg maar dat Matthias dat niet hoort.”
“Hoezo, daar heeft hij toch niets mee te maken?”
“In principe niet, nee. Maar ik liet ooit eens vallen dat ik probeerde om wat gewicht kwijt te raken en toen besloot hij om samen met mij een aantal regels op te stellen daarvoor. Ik moet elke dag zelf koken en mag geen chips eten.”
“Echt? Maar… Dat kan hij toch niet zomaar voor je beslissen?”
“Nee, dat hebben we samen beslist. Al heb ik er op sommige momenten wel spijt van hoor… Zoals nu, ik zou best wel een pizza willen.”
“Tja, ik heb echt niets in huis om klaar te maken,” zegt Joke. “En de winkel op de hoek is al gesloten.”
“Dan moet het maar.” Marie haalt haar schouders op. “Een keertje zondigen kan geen kwaad. Het levert hooguit pijnlijke billen op.”
“Weet je het zeker?” Joke twijfelt. “Ik wil niet dat je door mijn schuld…” Ze kan de woorden niet uitspreken.
“Ja, doe maar gewoon. Ik heb echt heel veel zin in een pizza, dat is al tijden geleden!”

Joke loopt heen en weer voor de deur van de aula. De les begint pas over tien minuten, maar ze hoopt Marie eerst nog even te spreken. Die had twee uur geleden een afspraak met Matthias en Joke wil weten of ze niet te hard in de problemen is gekomen door die pizza. Anders is het haar schuld…
Drie minuten voor de les begint, komt Marie toe.
“Hoe gaat het?” schiet Joke op haar af. “Was hij niet te erg?”
“Nee, het viel wel mee,” glimlacht Marie.
“Was hij niet boos over die pizza?”
“Ik heb uitgelegd dat de winkel al dicht was en dat er dus niet veel anders op zat. Hij snapte ook wel dat het maar een keertje was en vond het daarom niet erg.”
“Dus je hebt geen straf gekregen?” vraagt Joke opgelucht.
Marie schudt haar hoofd. “Zolang ik me verder maar gedraag…” Ze steekt haar wijsvinger in de lucht en zwaait die overdreven voor Jokes gezicht heen en weer in een imitatie van Matthias. Beide meisjes beginnen te giechelen. Dan gaan de deuren van de aula open en stroomt de vorige groep naar buiten, waarna zij binnen kunnen. Ze nemen naast elkaar plaats achteraan in de aula.
“Zou hij eigenlijk weten dat we elkaar kennen?” fluistert Joke, terwijl de prof iets op het bord schrijft.
Marie haalt haar schouders op. “Geen idee. Vast niet. Ik bedoel, misschien weet hij dat we sommige lessen allebei volgen, maar kijk eens rond, er zit hier een paar honderd man. Hij gaat er vast niet vanuit dat we elkaar kennen, laat staan dat we van elkaar weten dat we naar hem gaan.”
Joke knikt. Dat klinkt logisch. Om een of andere reden lucht het haar ook op. Het is fijn om een vriendin te hebben met wie ze dit kan delen. Maar Matthias hoeft dat daarom nog niet te weten. En hij hoeft al helemaal niet te weten hoe ze soms de draak steken met hem. Dat lijkt haar beter voor de gezondheid van haar billen en die van Marie…
Dan richt ze haar aandacht op de prof vooraan. Die is al enkele zinnen ver in zijn betoog. Snel buigt ze zich over haar cursusblok en begint ze notities te nemen. De pijn in haar billen is dan wel weggetrokken, bij de dagelijkse inspectie van haar billen in de spiegel, merkte ze vanochtend dat er nog een grote bruingele vlek zit. Een goede herinnering om haar best te doen. Matthias had gezegd dat hij haar notities wilde zien, ze mag dus geen half werk leveren.

Ze is laat. Erg laat. Haar afspraak met Matthias is om 17u en het is nu al 16u55. Gelukkig is het niet ver, maar ze zal zich toch moeten haasten om nog op tijd te zijn. Ze vloekt. Snel rent ze de trap af en bevrijdt haar fiets uit het fietsslot. Eigenlijk moet ze naar links vertrekken om dan het blokje om te rijden, anders rijdt ze tegen de richting, maar in een poging om nog op tijd te komen, besluit ze om toch maar naar rechts te rijden. Het is maar een klein stukje, een paar honderd meter.
Ze duwt haar trappers stevig in en fietst zo snel als ze kan de straat uit. Voorbij de bocht, roept iemand haar plots na: “He, juffrouw! Stop eens even.”
Ze kijkt om. Het is een politieagent. Nee hé…
“Gehaast?” vraagt die.
Ja, duh… Waarom zou ze zich anders zo in het zweet trappen? Hijgend knikt ze.
“Tja, ik vrees dat dat toch geen goede reden is om tegen de richting te fietsen. Nu zul je helaas nog wat later zijn.”
Rotzak. Joke kan hem wel slaan.
“Mag ik je identiteitskaart even?”
“Ik ben echt heel laat, kunt u dit niet voor één keer door de vingers zien?” smeekt Joke.
De agent schudt zijn hoofd. “Nee nee,” antwoordt hij betuttelend. “De regels zijn er voor iedereen. En het staat overal heel duidelijk aangegeven dat deze straat eenrichtingsverkeer is.”
Joke rolt met haar ogen en haalt haar identiteitskaart uit.
“Dat zag ik, jongedame. Let maar op dat ik er geen smaad aan de politie bijschrijf.”
Nu komt de stoom vast uit haar oren, maar ze slaagt erin om haar gezicht in de plooi te houden terwijl de agent een boete van 150 euro uitschrijft. 150 euro!
“Ziezo,” zegt hij tevreden, terwijl hij haar het papiertje toesteekt. “Binnen de drie dagen te betalen. En voortaan je aan het verkeersreglement houden hoor.”
Als ze eindelijk het gebouw van SLAAGSLEUTELS betreedt, staat de deur naar Matthias’ kamer al open. Hij kijkt op en wenkt haar naar binnen. De moed zakt Joke in de schoenen.
“Het spijt me,” stamelt ze.
“Nu ben je alweer te laat,” stelt Matthias vast. “Ik dacht dat we daar vorige week nog maar net een gesprekje over gevoerd hadden.”
Ja, vast, een “gesprekje”, denkt Joke stilletjes bij zichzelf, maar ze weet wel beter dan het uit te spreken.
“En nu ben je maar liefst achttien minuten te laat. Achttien!”
“Ik kon er niets aan doen!” roept Joke uit. “Het is allemaal de schuld van die politieagent!”
“Welke politieagent?” vraagt Matthias. Joke is nog steeds te verontwaardigd om de gevaarlijke toon in zijn stem op te merken.
“Die die het nodig vond om me een boete te geven,” briest ze. “Enkel omdat ik tweehonderd meter in de verkeerde richting fietste. Het was maar tweehonderd meter! Wat maakt dat nu voor verschil?”
Verontwaardigd kijkt ze Matthias aan. Ze schrikt als ze de blik in zijn ogen ziet.
“Ga even zitten,” zegt hij. “Begrijp ik het goed dat jij, een rechtenstudent, een boete hebt gekregen omdat je je niet aan de verkeersregels hield?”
“Een belachelijke regel,” stuift Joke weer op. Matthias houdt zijn hand omhoog om haar te laten zwijgen.
“Het doet er niet toe wat jij van die regel vindt. De wet is de wet, daar heb je je aan te houden. Dat zou je als rechtenstudent moeten weten. Of wil je straks een strafblad?”
“Zo’n simpele overtreding komt heus niet op mijn strafblad terecht hoor,” antwoordt Joke verontwaardigd, omdat Matthias niet haar kant kiest.
“Nee, de eerste keer niet. Maar als dit nog gebeurt, dan wellicht wel. Dan blijft het vast niet bij een boete van…” Hij kijkt haar vragend aan.
“150 euro!” vult Joke behulpzaam aan. “Dat is toch ferm overdreven!”
“Blijkbaar niet, want je lijkt niet in te zien dat je dit vooral aan jezelf te danken hebt.”
Eindelijk hoort ze het scherpe randje in zijn stem en ziet ze de donkere blik in zijn ogen.
“Maar… ik… Ik wilde gewoon niet te laat zijn!” stamelt ze.
“Dan had je maar wat eerder moeten vertrekken,” vindt Matthias. “Nu ben je nog veel later, mét een boete erbovenop.”
Joke zwijgt.
“Goed, dat handelen we straks wel af. Laten we het eerst even over je lessen hebben.”
Er trekt een kriebel door Jokes buik. Zou hij bedoelen…? Nee toch… Maar terwijl ze het denkt, weet ze al dat dat precies is wat Matthias bedoelt. Misschien wordt hij wat milder als hij haar notities ziet en hoort dat ze naar alle lessen is geweest. Snel trekt ze haar rugzak open en haalt ze haar mappen eruit.
Zenuwachtig bijt ze op haar nagels terwijl Matthias aandachtig de bladen een voor een bekijkt.
“Dit ziet er vrij goed uit,” zegt hij eindelijk. Ze kijkt op en wordt getrakteerd op een warme glimlach. “Je kunt het best,” gaat hij verder. “Dit zijn prima notities. Hiermee zul je vlot je examens kunnen voorbereiden. Als je zo verder doet en naar alle lessen gaat en dit soort notities neemt, dan zie ik het helemaal goedkomen.”
Joke bloost. Ze is blij dat hij zo tevreden is.
“Dit bevestigt wat ik al dacht: je kunt het best, het ontbreekt je gewoon aan de nodige discipline. Maar daar kan ik je bij helpen.” Matthias grijnst.
De sadist. Hij vindt het gewoon leuk om haar te slaan! Natuurlijk vindt hij dat leuk, schiet het door Joke heen, waarom zou hij het anders doen? Maar het werkt ook wel. Kijk maar naar deze notities. En ze is naar elke les geweest. Dat is haar vorig semester niet één keer gelukt. Ze glundert. Nu zal hij het te laat komen en die boete hopelijk door de vingers zien.
“Was je wel voor alle lessen op tijd?” vraagt Matthias dan. Hij kijkt haar aandachtig aan. Joke schuifelt met haar voeten. Wat is het toch met die blik? Als hij zo naar haar kijkt, wordt ze meteen klein. Dan kan ze ook niet liegen. Gelukkig is hij in een goed humeur door haar notities.
“Ik was één keertje vijf minuten te laat,” geeft ze toe. “Maar de les was nog niet begonnen, dus het gaf niet.”
“Hm,” is Matthias’ enige reactie.
Joke kijkt hem aan, maar moet na enkele seconden haar blik neerslaan.
“Dat te laat komen is toch een terugkerend probleem bij jou,” zegt Matthias dan, terwijl zij de nerven in het hout van het bureau bestudeert.
“De les was nog niet begonnen, zeg ik toch. Het gaf niet.”
“Daar heb je geluk mee gehad, maar dat wist je niet vooraf. Voor hetzelfde geld was de les wel al begonnen en was je echt te laat. Net zoals je vandaag te laat was.”
Joke kijkt op om te protesteren, maar slikt haar woorden in als ze zijn blik opvangt.
“Daar moeten we geloof ik maar even aan werken,” besluit Matthias.
Hij schuift een balpen en wat papier naar haar toe.
“Hoeveel was die boete ook alweer?” vraagt hij dan.
“150 euro,” antwoordt Joke met tegenzin, ook al vermoedt ze dat hij het heus nog wel wist.
“Juist. Dan mag jij 150 keer schrijven ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen’.”
Joke staart hem aan. Strafregels? Echt?
“Moet ik het nog eens herhalen?” vraagt Matthias gespeeld onschuldig. Je kunt het beter opschrijven. En nummer elke regel.”
Verward richt Joke haar blik op het papier. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen’, schrijft ze. Opnieuw kijkt ze Matthias aan, maar die staart ondoorgrondelijk terug. Met een zucht zet ze de balpen terug op het papier. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.’ Keer op keer schrijft ze de zin over. Ze kijkt op als ze Matthias een lade hoort opentrekken, maar zijn ogen dwingen de hare terug naar het papier. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen. Ik zal voortaan…’ Wat is Matthias intussen aan het doen? Zit hij naar haar te kijken? Nee, hij leest een boek. Ze kan niet zien welk: de omslag ligt op het bureau. Toch kan hij niet heel aandachtig aan het lezen zijn, want meteen als ze opkijkt, trekt hij een wenkbrauw op. Snel schrijft ze verder. ‘Ik zal op tijd komen om…’ Oei, wat doet ze nu? Ze doorkrast de zin en begint opnieuw. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.’ Dat is beter. Zenuwachtig probeert ze vanuit haar ooghoeken Matthias’ reactie te peilen, maar zijn blik is nog even ondoorgrondelijk als daarnet.
Zin na zin schrijft ze verder. Af en toe stopt ze om haar hand even open en dicht te knijpen tegen de kramp. Matthias zit nog steeds te lezen of doet alsof. In elk geval geeft hij geen reactie meer. Nog voor ze aan zin 100 zit, is de kramp in haar hand permanent aanwezig, knijpen helpt niet meer. Nog iets meer dan 50 te gaan. ‘Ik zal voortaan…’ Wat is dit saai! Joke zucht theatraal. Moet dit echt? Even overweegt ze om de pen neer te gooien, maar ze besluit om dat toch maar niet te doen. Geen goed idee. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.’ Haar handschrift wordt steeds slordiger en de woorden beginnen door elkaar te lopen in haar hoofd. ‘Ik zal voortaan op tijd komen door niet…’ Nee, dat klopt niet. Opnieuw schudt ze haar rechterhand even uit voor ze de zin doorstreept. 138. Nog 12 te gaan.
Even later legt ze de balpen opgelucht neer. Ze stopt haar rechterhand tussen haar benen in een poging de kramp tegen te gaan. Deze zin zal ze vannacht dromen, dat weet ze nu al.
“Klaar?” vraagt Matthias overbodig.
Ze knikt. Opnieuw die opgetrokken wenkbrauw en die blik die haar zo klein maakt.
“Ja, Matthias,” zegt ze kleintjes, terwijl ze naar het bureau kijkt.
“Laat eens zien.” Hij neemt het blad en laat er zijn ogen over glijden. “Hmm.”
Gespannen wacht Joke af of er nog een iets minder neutrale reactie komt. Dan staat hij plots recht. “Sta maar op.”
Zenuwachtig doet Joke wat haar gezegd wordt. Hoe moet ze zich een houding aanmeten? Wat moet ze met haar handen? Ze betrapt zichzelf erop dat ze aan haar vingers staat te wriemelen en houdt daar snel mee op.
“Buig je voorover en zet je handen op het bureau.” Matthias legt het blad met de door haar geschreven regels voor haar neus. Dan trekt hij met een snelle haal zijn riem uit zijn broek en legt die ernaast. Hij draagt een brede, zwarte, leren riem. Wat zou hij ermee willen? Gaat hij haar daarmee slaan? Met zijn riem? Jokes hart begint sneller te kloppen als ze de intussen bekende kriebel in haar onderbuik voelt. Zou het veel pijn doen? Daar gaat ze snel achter komen vreest ze.
Intussen is Matthias achter haar gaan staan en tilt hij haar rokje op – deze keer geen spijkerbroek, ze weet intussen wel beter. Hij legt het op haar rug en trekt daarna langzaam haar onderbroek naar beneden tot aan haar knieën. Nu heeft hij vol zicht op haar blote billen, en alles daartussen… Joke is blij dat ze hem niet hoeft aan te kijken. Het voelt onwennig om de lucht rechtstreeks op haar billen te voelen, zonder beschermend laagje stof.
“Twee doorgekraste zinnen,” zegt Matthias. Zonder verdere waarschuwing begint hij haar te slaan met zijn vlakke hand.
“Ow!” roept ze uit. Ze was zo gefocust op haar naakte billen dat ze dit helemaal niet had zien aankomen. Ze danst heen en weer, maar houdt haar handen wel op het bureau.
Even later stopt hij. “Hoeveel waren dat er?” vraagt hij.
Weet zij veel… “Ik weet het niet,” antwoordt ze.
Een harde klap op elke bil volgt.
“Auw, auw!”
“Wat had ik je vorige keer gezegd over met twee woorden spreken?”
“Ik weet het niet, Matthias!” roept ze uit. God, moet hij daar nu echt weer over beginnen? Ze voelt zich boos worden. En hoe moet zij weten hoeveel het er waren, hij had niet gezegd dat ze moest tellen!
“Dan proberen we nog eens.” Hij zegt het heel rustig. Meteen begint hij opnieuw te slaan. Deze keer telt Joke wel. Na twintig klappen houdt het op.
“Wel?” vraagt Matthias.
“Twintig,” zegt ze, na even diep adem te hebben gehaald.
Hij klakt even met zijn tong. “Twintig Matthias,” corrigeert ze snel.
Nu neemt hij de riem van het bureau en wijst met zijn andere hand naar het blad papier. “Om de boodschap nog wat meer te laten doordringen, ga ik je nu slaan met deze riem. Na elke slag zeg je het nummer en lees je de zin die je geschreven hebt.”
Dat zijn 150 klappen. Met de riem. Hopelijk is die niet zo erg als die paddle van vorige keer. Veel tijd om erover na te denken krijgt ze echter niet. De eerste slag landt op haar billen.
“Ow!” roept ze. Dat brandt!
Dan herinnert ze zich dat ze moet lezen. “Eén. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
Meteen landt de tweede slag. “Twee. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
De derde slag landt gemeen op de overgang tussen haar billen en bovenbenen. In een reflex doet ze haar handen naar achteren om zich te beschermen.
“Houd je handen op het bureau,” klinkt het achter haar. “Deze telt niet. Opnieuw.”
Met tegenzin plaatst Joke haar handen opnieuw op het bureau. De riem landt op dezelfde plaats als daarnet.
“Auwauwauw!” Haar voeten dansen in het rond, maar ze houdt met veel moeite haar handen op hun plaats. “Drie. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.” De pijn klinkt door in haar stem. Nu al.
“Vier. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
De vijfde slag landt opnieuw op de overgang tussen billen en bovenbenen en opnieuw laat ze het bureau los.
“Deze telt niet,” klinkt het onverstoorbaar achter haar.
Weer landt de riem op hetzelfde gevoelige plekje en weer schieten Jokes handen naar achteren.
“Zo werkt het niet,” moppert Matthias. Hij loopt naar de kast en opent een van de deuren. Joke ziet niet wat hij uithaalt, maar daar komt ze al snel achter: met snelle bewegingen bindt Matthias haar polsen aan elkaar. Het andere uiteinde van het touw haakt hij vast aan een lusje achter het bureau. Hij spant het touw strak aan, waardoor Jokes hele bovenlichaam op het bureau belandt. Nu kan ze haar handen niet meer beschermend voor haar billen houden. Veel andere bewegingen laat het touw trouwens ook niet toe. Ze kan nog een beetje met haar voeten dansen, maar niet veel. Geen enkele kans om de riem te ontwijken.
“Zes!” roept ze uit bij de volgende slag. “Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
“Nee, niet zes,” zegt Matthias. “De vorige telden niet. We zitten nog maar aan vijf.”
Moedeloos laat Joke haar hoofd op haar armen zakken, om het bij de volgende slag met een ruk op te tillen.
“Zes!” roept ze weer. “Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
Ze raakt in een patroon: de klap opvangen, tellen, de zin lezen, de klap opvangen, tellen, de zin lezen. Ze weet nauwelijks meer wat ze zegt en telt nog enkele keren verkeerd, waarna de klap opnieuw moet en ze weer even bij de les is. Matthias verdeelt de slagen over het hele oppervlak van haar billen en bovenbenen. Alles brandt.
Eindelijk zijn ze bij de laatste klap. “Honderdvijftig,” perst Joke eruit. “Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.” Dan legt ze haar hoofd op haar armen en huilt ze voluit en met lange halen.
Na een tijdje dringt het tot haar door dat Matthias zijn hand op haar rug heeft gelegd en haar voorzichtig aait. Het kalmeert haar. Eindelijk wordt ze weer rustig.
“Stil maar, je hebt het goed gedaan.” Er klinkt warmte door in zijn stem.
“Is het voorbij?” vraagt ze, nog wat nasnikkend. Haar armen liggen nog steeds vastgebonden voor zich uitgestrekt.
“Bijna.”
Dat ene woordje brengt haar bijna tot wanhoop. “Maar de 150 zijn voorbij,” kreunt ze.
“Ja. Maar we moeten ook nog de achttien minuten afrekenen die je te laat was.”
Nog achttien slagen met de riem? Echt? Ze begint opnieuw te huilen.
“Je kunt het,” zegt Matthias. “Ik weet dat je het kunt. En ik weet ook dat je hierna niet snel nog eens te laat zult komen.”
Ondanks de pijn ontsnapt er een klein lachje aan Jokes keel. Nee, dat denkt ze ook niet.
De laatste achttien, een voor elke minuut die je te laat was voor onze afspraak, krijg je met de grote paddle.
De grote paddle? Was de vorige dan een kleine? Blijkbaar wel… De paddle die Matthias nu uit de kast haalt, kan in één keer het volledige oppervlak van haar beide billen beslaan. Achttien klappen…
“Ben je er klaar voor?” vraagt Matthias. Hij aait haar nog een keer over haar rug, dan verdwijnt zijn hand. Ze voelt het hout tegen haar billen leunen.
Joke knikt en zet zich schrap. De eerste klap duwt alle lucht uit haar longen. Ze houdt niets over om te schreeuwen. Dat komt pas enkele seconden later. Matthias geeft haar even de tijd om bij te komen, daarna volgt de tweede slag. Gelukkig moet ze niet tellen, want dat zou ze nu echt niet kunnen opbrengen. Ze kan niet meer denken. Haar hoofd is leeg. Enkel de pijn bestaat nog. Dat, en Matthias’ stem, die rustig de slagen telt. En het gewicht van zijn linkerhand, die hij na de derde klap op haar rug heeft gelegd. Deels om te zorgen dat ze stil blijft liggen, deels als steun. Ze is niet alleen. Hij is bij haar, hij sleept er haar doorheen.
… Zeventien, achttien.
Ze heeft niet meteen door dat het voorbij is. Alles is pijn. Ze huilt hardop en zonder schroom. Alle schaamte, alle barrières zijn weggevallen. Matthias blijft nog een tijdje staan, terwijl zijn hand opnieuw over haar rug aait. Als haar ademhaling weer rustiger en minder gierend wordt, trekt hij haar onderbroek voorzichtig op over haar gehavende billen en laat hij haar rokje terug naar beneden vallen. Dan loopt hij naar de andere kant van het bureau om haar armen los te maken. Nog wat nasnikkend komt ze overeind. Ze draait met haar schouders om de stijfheid eruit te krijgen. Met de rug van haar hand wrijft ze de tranen uit haar ogen. Om zich een houding te geven, zoekt ze naar een zakdoek in haar rugzak. Ze ontwijkt Matthias’ blik terwijl ze haar neus snuit.
“Ga zitten,” zegt hij.
“Moet dat?” antwoordt ze met een klein lachje, dat op een snik lijkt.
Matthias lacht nu ook.
“Daarom heb je zeker van die harde houten stoelen,” zegt Joke met een waterig glimlachje.
“Uiteraard!” Matthias grijnst.
Voorzichtig laat Joke zich op een stoel zakken.
“Ik ben trots op je,” zegt Matthias, terwijl hij een glaasje water voor haar uitschenkt. “Je hebt het heel goed gedaan.”
Joke bloost en kijkt naar het bureau, terwijl ze een paar slokjes neemt. Haar keel voelt inderdaad droog aan. De aders kloppen in haar pijnlijke billen, terwijl ze zo stil mogelijk blijft zitten.
“Ik wil nog even herhalen dat je notities echt heel goed waren. Doe zo verder. Ga naar elke les, wees op tijd. Die laatste instructie krijgt de nadruk. Joke knikt heftig. Ze komt nooit meer ergens te laat. Nooit meer. En ze gaat ook niet meer tegen de richting rijden, hoeveel haast ze ook heeft.
“Gaat het weer?” vraagt Matthias als ze haar glaasje water op heeft.
Joke knikt. En ze meent het ook. Ze voelt zich vreemd licht. Alsof ze alles aan kan. Behalve te lang zitten.
“Goed, dan zie ik je volgende week. Als er tussendoor wat is, dan heb je mijn nummer.”
Snel staat ze recht. Oef, dat is beter. Haar arme billen…
Matthias grijnst als hij haar gezicht ziet en zelf kan ze er ook wel een beetje om lachen. Volgende week krijgt hij geen reden om haar billen te bewerken, dat neemt ze zich heilig voor.