“Heb je een leuk weekend gehad?” begroet Sandra Lieze op maandagochtend enthousiast.
“Ja hoor,” antwoordt ze neutraal. In feite heeft ze het hele weekend vooral op de bank gehangen, voor de tv. Ze is enkel even een uurtje naar buiten geweest om boodschappen voor de week te halen.
“En jij?” vraagt ze.
“Ook!”
“Ik ben dit weekend met vriendinnen naar een subtropisch zwemparadijs geweest,” valt Tine binnen. “Dat was hééérlijk.”
“Dat klinkt goed, ja!”
“Goeiemorgen iedereen!” bast Marks stem door de ruimte.
“Goeiemorgen Mark,” roept iedereen braaf terug.
“Laten we maar aan het werk gaan,” giechelt Sandra. “Het is nog te vroeg om slaag te krijgen, toch?” Ze knipoogt.
Snel gaat Lieze zitten en duwt ze de opstartknop van haar computer in.
Ze is bijna klaar met haar inbox te overlopen als ze merkt dat Sandra in paniek naar haar scherm zit te kijken. “Nee,” mompelt ze steeds. “Nee, nee, nee.”
Tine heeft het ook gemerkt. “Wat scheelt er?” vraagt ze.
“Weet je nog dat ik vrijdagavond het voorstel van de zeepcampagne naar de klant moest sturen?”
“Ja, dat heb je gedaan, toch?” vraagt Tine bezorgd.
Sandra knikt. “Ja,” zegt ze. “Alleen heb ik het verkeerde bestand doorgestuurd. Ik heb ons allereerste voorstel voor Mark doorgestuurd en niet waar we de rest van de week aan hebben zitten werken.
“Shit,” vloekt Tine. “Wat zegt de klant?” Ze buigt zich over Sandra’s schouder om mee te kunnen lezen wat er op haar scherm staat. Ook Lieze komt erbij staan.
“Onprofessioneel, totaal niet wat we ervan verwacht hadden, teleurgesteld,” leest ze diagonaal. En dan de laatste zin: “Misschien is het beter als we een ander bedrijf inhuren voor onze marketing.”
Sandra kreunt en legt haar hoofd in haar handen.
“Mark staat in kopie,” wijst Tine. “Je kunt best zo snel mogelijk naar hem toe gaan en het uitleggen.”
“Shit,” vloekt Sandra nu ook. “Dat had ik nog niet gezien. Ik hoopte dat ik even tijd zou hebben om moed te verzamelen.”
“Je kunt beter nu snel gaan,” geeft Tine aan. “Voor hij je komt halen.” Ze kijkt Sandra veelbetekenend aan. Die knikt, vergrendeld haar computer en loopt dan met trillende knieën weg, naar Marks kantoor.
“Wat … Wat gaat er nu gebeuren?” vraagt Lieze bezorgd, terwijl ze weer op haar stoel gaat zitten.
“Mark zal waarschijnlijk de klant hoogstpersoonlijk een mailtje sturen met de juiste versie en onze verontschuldigingen. We zullen de klant vast wel kunnen behouden,” stelt Tine haar gerust.
“En Sandra?”
“Sja, die zal de rest van de week vast moeite hebben met zitten.” Het klinkt grimmig, maar Tine kijkt er bezorgd bij.
Een halfuur later is Sandra nog steeds niet terug. Als Lieze een paar pagina’s die ze moest afdrukken gaat ophalen bij de printer, komt ze langs Marks kantoor. Van schrik blijft ze even staan als ze vaag een ritmisch getik hoort. En is dat gesnik? Is Sandra aan het huilen? “Auwww! Auww auw!!”
Ja, dat is zeker Sandra. Ondanks haar geschreeuw blijven de klappen zo te horen vallen. Even aarzelt Lieze. Moet ze niet iets doen? Maar wat kan ze doen? Zomaar binnenlopen? Dat durft ze echt niet hoor. Dus loopt ze snel door, haalt de papieren op die ze nodig heeft en keert dan met een omwegje terug naar haar eigen plek, om niet opnieuw langs Marks kantoor te moeten passeren.
Het duurt nog eens een halfuur eer Sandra eindelijk weer verschijnt. Aan haar gezicht is duidelijk te zien dat ze gehuild heeft.
Tine staat recht en geeft haar een knuffel. “Gaat het?” vraagt ze. Sandra knikt. Lieze zit er maar wat onbeholpen bij. Ze durft Sandra nauwelijks aan te kijken na haar door de deur heen te hebben horen schreeuwen van de pijn. Ze had toch naar binnen moeten gaan, iets moeten doen. De volgende keer zou ze niet meer zo laf zijn, neemt ze zich voor. Uit haar ooghoeken ziet ze hoe Sandra heel voorzichtig gaat zitten. Haar gezicht vertrekt als haar gewicht op haar billen leunt.
“Was het heel erg?” vraagt Tine medelevend.
Sandra knikt. “Ja, maar ik had het dan ook heel erg verprutst,” zegt ze. “Meteen toen ik hem de mail toonde en hem vertelde wat er gebeurd was, “mocht” ik me uitkleden.” Met haar vingers maakt ze aanhalingstekens in de lucht bij het woord “mocht”.
“Helemaal?” vraagt Tine, duidelijk belust op details.
Sandra bloost en knikt. “Knijpers en alles,” zegt ze.
“Knijpers?” vraagt Lieze.
“Eh, ja, je weet wel, op m’n tepels,” mompelt Sandra met een vuurrood hoofd. “In elk geval,” gaat ze snel verder, “terwijl ik in de hoek stond, hoorde ik dat hij met hen aan de telefoon was. Het duurde even, maar uiteindelijk wist hij hen ervan te overtuigen om ons nog een kans te geven om het goede document door te sturen.”
“Oef, gelukkig.”
“Dan was alles weer goed toch?” vraagt Lieze. “Waarom moest hij je dan nog slaan, het is toch in orde gekomen?”
Lieze kijkt haar verbaasd aan. “Ik had een gigantische fout gemaakt,” zegt ze. “Het scheelde maar een haartje of we waren de klant kwijtgeraakt.” Ze schudt haar hoofd. “Ik had de straf echt verdiend.”
“Hij sloeg vast niet zacht,” stelt Tine nuchter vast.
“Niet bepaald, nee,” grinnikt Sandra. “Eerst sloeg hij me bont en blauw met die houten paddle met gaten, ook op mijn bovenbenen. En daarna moest ik over het bureau buigen voor nog 12 met de cane.” Ze huivert even bij de herinnering. “Wat een onding is dat toch.”
Tine knikt meelevend. “Ze zouden die dingen moeten verbieden,” zegt ze.
Lieze durft het bijna niet te vragen, maar ze kan haar nieuwsgierigheid nauwelijks de baas. “Wat is een cane?” vraagt ze daarom toch maar.
“Een soort lange, dunne stok. Dat doet echt heel veel pijn.”
Lieze kan er zich niets bij voorstellen, maar als ze de beschrijving hoort van het pak slaag dat Sandra net gekregen heeft, loopt er een koude rilling over haar rug.
“Waarom doen jullie dit eigenlijk?” vraagt ze dan. “Waarom laten jullie je zo behandelen?”
Tine en Sandra kijken haar verbaasd aan.
“Zo werkt het nu eenmaal,” antwoordt Sandra.
“Nee, zo werkt het niét!” roept Lieze. Onbewust is haar stemvolume flink gestegen. “Jullie laten je gewoon allemaal doen door die … die …”
“Die wat?” klinkt het zachtjes achter haar.
Geschrokken draait Lieze zich om. Daar, twee meter verder, staat Mark. En het is duidelijk dat hij elk woord gehoord heeft.