Hij had hem zien liggen in een antiekzaakje. Hij had geen idee waarom het zijn aandacht getrokken had. Toegegeven, hij was erg mooi. Maar normaal gesproken had hij niet zo veel met tweedehands haarborstels.
Brian had al een vermogen uitgegeven aan een ring, parfum en een keukenmachine. Maar het was hun eerste kerst samen en daar wilde hij iets speciaals van maken.
‘Oh, die borstel’. Het was uiteindelijk tot de oude man van de winkel doorgedrongen. ‘Die heeft al heel wat meegemaakt, moet u weten. Een top stuk, hoewel dat niemand daar oog voor schijnt te hebben. Ik geloof niet dat iemand er in de afgelopen twintig jaar belangstelling voor gehad heeft’.
Hij was een zonderlinge oude man, een baard en een flink bos pluizig witgrijs haar en zware sneeuwwitte wenkbrauwen. De rol van Kerstman zou hem niet misstaan.
‘Hij is al die tijd niet verkocht? Waarom hebt u hem dan zo’n prominent plaatsje in de etalage gegeven?’, vroeg Brian nieuwsgierig.
‘Een prominente plaats? Komt dat zo op u over?’, glimlachte hij. ‘Ach, misschien heeft u ook wel gelijk. En hij is al heel vaak verkocht geweest, maar ik ben altijd bereid hem terug te nemen als hij zijn doel gediend heeft.’
‘Zijn doel? Het is een haarborstel, maar het lijkt me niet erg hygiënisch hem daarvoor te gebruiken’. Brian begon zich af te vragen waarom hij er eigenlijk belangstelling voor had.
‘Je kunt een haarborstel voor heel veel doelen gebruiken. Dit exemplaar heeft over de jaren heel veel eigenaren gehad. Het is een heel oud beestje’.
‘Hoe oud precies, weet u dat? Ik herken de stijl niet echt, het lijkt bijna wel middeleeuws en in ieder geval van voor de Victoriaanse tijd’. Brian was gefascineerd door de botachtige kwaliteit van het hout en de haren zagen er nog erg schoon uit, alsof ze nog maar pas geleden, tja hoe zou je het kunnen zeggen? Uit een egel geplukt zijn? Ze zagen eruit alsof ze van zilver of chroom waren, maar hij wist dat ze van natuurlijk materiaal gemaakt waren.
‘Oh, zeker van de voor de Victoriaanse tijd’, grinnikte de oude man. “Ze zeggen dat het in die dagen een heel populair cadeautje was voor een jonkvrouw?’.
‘Jonkvrouw? Uit de middeleeuwen? Volgens mij zijn de straten hier ongeveer driehonderd jaar oud. De tijd van de jonkvrouwen lag daar nog ver voor’. Brian probeerde de oude man uit zijn tent te lokken.
‘Dat klopt. Maar de borstel is nog veel ouder. Sommigen zeggen zelfs dat hij in ons land gebruikt werd, nog voor de Romeinen ons met een bezoekje kwamen vereren.’ De ogen van de man schitterden.
‘Ik realiseer me dat u nog helemaal geen prijs genoemd heeft’, glimlachte Brian. ‘Hoeveel vraagt u voor dit bijzondere kleinood, dat ongetwijfeld thuis hoort in het nationaal oudheidkundig museum?’
‘Doe maar een bod’.
‘Ik vraag me af of ik hem wel kan betalen als alles wat u zegt waar is’. Brians mond voelde droog aan. Op de een of andere manier wilde hij de haarborstel meer als cadeautje voor Anne, dan hij kon begrijpen.
‘Doe maar een bod’, herhaalde de man.
‘Vijftig euro’, zei Brian. ‘Het was veel te hoog voor een borstel uit grootmoeders tijd en veel te laag voor een eeuwenoud handgemaakt exemplaar.
‘Verkocht’.
Brian wilde protesteren. Ergens had hij het gevoel bedonderd te worden. Maar hij wilde weg uit de winkel, dus hij bedacht zich. Hij kon zich niet herinneren dat hij de winkel verlaten had en even later kon hij zich niet eens meer herinneren waar de winkel was. Nu hij eraan dacht, hij woonde hier al jaren en had de winkel nooit eerder opgemerkt. Hij zou zweren dat hij er zelfs nooit geweest was, ware het niet dat hij een in bruin papier gewikkelde haarborstel in zijn tas had en een briefje van 20 en drie tientjes uit zijn portemonnee verdwenen waren.
Toen hij die avond zijn vreemde aankoop uitpakte, voelde hij een vreemde tevredenheid toen hij zijn hand over het ivoorachtige hout liet glijden. Voor het eerst ontdekte hij een patroon in het korrelige oppervlak. Het leken bijna wel letters. Hij kon ze niet ontcijferen, maar het deed hem denken aan oude gotische letters, die je wel eens in oude documenten tegenkwam. Bijna met tegenzin legde hij de haarborstel in een kartonnen doosje en pakte hem in kerstpapier.
Eerste kerstdag arriveerde en Anne gedroeg zich als een opgewonden klein meisje toen ze haar cadeautjes openmaakte. Ze gaf een gilletje van vreugde toen ze de ring zag en ze drukte de doos met de keukenmachine tegen zich aan alsof het een baby was. De parfum ontlokte zelfs een dikke kus.
Hij had gehoopt dat ze de haarborstel als eerste uit zou pakken, maar vreemd genoeg was hij niet teleurgesteld met de door haar gekozen volgorde.
‘Wat zit hierin?’, lachte ze, terwijl ze het pakje heen en weer schudde.
Hij haalde nonchalant zijn schouders op.
Ze scheurde het papier eraf en opende de doos. Hij meende enige teleurstelling op haar gezicht te zien terwijl ze de antieke borstel in haar handen nam.
‘Hij is mooi. Waar heb je hem op de kop getikt?’ Ze leek al even betoverd als hij geweest was. Ze liet haar vingers over het hout glijden en ze had een afwezige blik in haar ogen.
‘Ik weet het niet precies meer. Een winkeltje hier in de buurt’. Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik kan me niet meer herinneren wat de man erover gezegd heeft. Hij is antiek. Hij is heel oud’.
‘Dat komt vaker voor bij antiek’, plaagde ze.
Maar het plagen klonk krengerig. Het was een nare gewoonte van haar. Het irriteerde hem als ze zo deed, ook al bedoelde ze er niets kwaads mee.
De eerste kerst samen verliep precies zoals ze gehoopt had. De eerste keer dat ze kalkoen klaargemaakt had en de bavarois pudding was in een ommezien verdwenen.
Ze waren beide moe en na een paar glazen Remy Martin besloten ze te gaan slapen.
Anne droomde die nacht. Normaal gesproken was ze niet zo’n dromer, tenminste ze kon zich het nooit herinneren, daarom was deze droom extra bijzonder. In haar droom bevond ze zich in een koel donker bos. Het was helder groen om haar heen en de bodem van het bos was bedekt met exotische bloemen, waar ze de meeste ervan nog nooit eerder gezien had.
‘Ik moet die blauwe onthouden als ik wakker word’, nam ze zichzelf voor.
‘Dat zal niet gebeuren’, antwoordde het bos met een vriendelijke stem.
Ze liep dieper het bos in tot ze het geluid van muziek hoorde. Het klonk heel uitnodigend en dus liep ze door. Al snel hoorde ze niet alleen het geluid van de muziek, maar ook van zagen en schuren. Op een open plek zag ze een prachtige jongen aan het werk met een stuk melkwit hout. De jongen bleek een man te zijn en aan zijn ogen kon ze zien dat hij al heel oud was.
‘Wat ben je aan het maken’, vroeg ze verwonderd.
‘Het moet een haarborstel worden, maar ik moet nog wel een eenhoorn zien te vinden voor de haren’.
Anne moest lachen om het idee dat hij in eenhoorns geloofde en liet hem dat weten.
‘Je onwetendheid en minachting getuigen van weinig respect’, snauwde hij.
‘Mijn onwetendheid?’, giechelde ze, ‘wie ben je eigenlijk?’
‘Uiteindelijk zal hij voor jou zijn, maar die tijd is nog niet gekomen’, antwoordde hij cryptisch.
‘Hoe kan hij nu voor mij zijn? We hebben elkaar pas voor het eerst ontmoet’, zei Anne, opnieuw met een flinke dosis minachting.
‘Er zijn veel die hem nodig hebben en op een dag zul je een van hen zijn’, antwoordde hij. ‘en scheer je nu weg, voor dat ik je een pak op je billen geef’.
‘Daar heb je het lef helemaal niet voor’, hijgde Anne, getriggerd door zijn dreigement.
De bejaarde jongen legde de haarborstel neer, draaide zich om en keek haar aan. Ze wist wat hij van plan was.
Naast Anne, lag Brian ook te dromen. Hij droomde wel vaker, maar kon zich er meestal niets van herinneren. Deze keer was anders.
Hij bevond zich in een koel donker bos en waar hij ook naar toe liep, hij hoorde muziek. Maar hij kon niet ontdekken waar het precies vandaan kwam. Hoe dan ook, hij was op zoek naar Anne en de onwereldse muziek was maar bijzaak.
‘Die vermaledijde meid ook, om er zomaar vandoor te gaan’.
‘Je zou haar eens in haar nekvel moeten pakken’, zei de eenhoorn.
‘Hoe zou ik dat moeten doen?’, vroeg Brian, in het geheel niet verbaasd dat hij door een eenhoorn aangesproken werd.
‘Daar kom je wel achter als het zover is. Ze wacht tot jij het initiatief neemt’, antwoordde de eenhoorn.
Toen hoorde hij allemaal commotie en herkende opeens de stem van Anne. Hij haastte zich in de richting van het geluid tot hij op een open plek aankwam. Op een omgevallen boomstronk zat een man die hij nog nooit eerder gezien had, hoewel hij hem aan de oude man in de winkel deed denken.
‘De antiekzaak. Hoe kan ik die toch vergeten zijn? Ik moet zorgen dat ik het me herinner als ik wakker wordt’.
‘Dat zal niet gebeuren’, antwoordde het bos.
Normaal gesproken zou Brian de discussie aangegaan zijn, maar hij werd door iets anders afgeleid. Anne lag over de knie van de zittende man en haar broek hing rond haar knieën zodat haar billen bloot waren. De man sloeg haar hard op haar blote bips hoewel hem dat weinig inspanning leek te kosten.
‘Help me alsjeblieft’, jammerde Anne, terwijl haar billen steeds roder werden.
Brians eerste aandrang was om haar te hulp te schieten, maar hij wist tegelijkertijd dat ze dat pak op haar billen dik verdiend had. Ze verdiende wel vaker een flink pak op haar bips. Hij zou haarer zelfs een geven zodra de oude man klaar met haar was.
‘Hoe kom ik erop?’, vroeg hij hardop.
‘Wat zei je?”, zei Anne naast hem, terwijl ze de slaap uit haar ogen wreef.
‘Oh god!’, gaapte hij. ‘Ik had zonet een hele vreemde droom’.
‘Ik ook’, bloosde Anne, terwijl ze haar hand naar haar billen liet gaan. ‘Ik was…’
Ze maakte haar zin niet af en keek hem niet aan.
Geen van beiden had om verschillende reden zin om hun droom aan de ander te vertellen. Toen zag Brian iets vreemds, wat hem aan zijn droom in het bos deed denken. Toen Anne opstond en naakt naar de badkamer liep, zag hij dat haar billen behoorlijk rood waren, alsof ze de hele nacht over de lakens had liggen schuren of een flink pak slaag gehad had terwijl ze lag te slapen.
Anne was overstuur van haar droom. Ze stond onder de douche en liet het water over haar naakte lichaam stromen en dacht terug aan het bos. Twee zaken aan het pak slaag hielden haar bezig. Om te beginnen had ze niet veel gedaan om een pak op haar billen te verdienen. Ze had zich per slot van rekening niet veel anders tegen de oude man uitgelaten als ze normaal gesproken tegen haar partner deed. In de tweede plaats, had het haar geroerd om in haar blote billen over zijn schoot te belanden, daar waar ze woedend had moeten zijn.
‘Het was maar een droom’, stelde ze zichzelf gerust terwijl ze over haar bips wreef. Ze verbeeldde zich de warmte van het pak slaag te kunnen voelen.
Toen ze onder de douche vandaan stapte, hoorde ze Brian beneden het ontbijt klaarmaakte. Terwijl ze zich aankleedde nam ze de gelegenheid de haarborstel nog eens goed te bekijken. Het was vreemd, maar ze zou zweren dat het de zelfde borstel was als die de man in haar droom aan het maken was.
Ze voelde haar maag samentrekken. Ze stelde zich voor hoe haar billen bloot gemaakt werden en ze over de schoot van een man gelegd werd voor een pak slaag. En voor het eerst stelde zich voor dat Brian dit deed. Ze legde de borstel snel neer en kleedde zich verder aan.
Ze liep naar de keuken om te kijken wat Brian klaargemaakt had.
‘Waarom sjouw je daar mee om?’, vroeg hij.
Ze zag met afschuw dat ze de haarborstel in haar handen hield.
‘Ik heb hem weggelegd. Ik weet het zeker’, zei ze, meer tegen zichzelf dan tegen hem.
‘Nou ja, leg hem nu maar weg. Ik heb een omelet gemaakt met champignons’, antwoordde hij en zette twee borden op de tafel.
‘Ik heb spijt van de dingen die ik gezegd heb’, zei ze terwijl ze hem de borstel overhandigde. Hoewel ze niet wist waarom, schaamde ze zich. En dat voelde best goed.
‘Wat zei je?’, zei hij terwijl hij met de borstel een paar keer op zijn handpalm tikte.
‘Ik zei dat het me speet’, zei ze. Ze richtte haar blik omlaag.
‘Ja, dat hoorde ik. Maar waarvoor?’, hij deed alsof hij haar niet begreep. Maar al haar cynische opmerkingen en alle keren dat ze te laat was op hun afspraken, schoten door zijn gedachten.
‘Dat weet je best’. Ze bloosde.
‘Ja’. Hij slikte, maar de borstel in zijn hand gaven hem de juiste woorden. ‘Ik weet het. En wat denk je dat ik daaraan zou moeten doen’.
‘Dat weet je ook wel’.
‘Het zal zeer doen’, zei hij streng en deed een stap naar voren.
‘Dat is volgens mij ook de bedoeling’.
Ze had haar haren in een staart geboden. Hij trok eraan om te zorgen dat ze hem aankeek. Hij liet haar de borstel zien, met de vlakke kant naar boven gedraaid.
‘Wat ik nu ga doen kan niet meer teruggedraaid worden. Weet je het zeker?’ Het maakte hem niet eens zoveel uit of ze het zeker wist, hij had het nu voor het zeggen, maar een deel van hem wilde toch de omgangsvormen van de eenentwintigste eeuw hanteren.
Ze durfde niets te zeggen. Ze wist dat ze zich nu in een andere tijd bevonden. Ze boog zich voorover en gaf een kus op de achterkant van de haarborstel.
Hij nam haar aan haar paardenstaart mee naar de woonkamer. Ze protesteerde niet. Ook niet toen hij ging zitten, haar over zijn knie legde en haar rok omhoog deed. Hij pakte met zijn linkerhand haar handen en dwong deze op haar rug, terwijl hij met zijn rechterhand haar witte onderbroekje omlaag deed.
Ze jammerde een beetje toen ze de lucht om haar blote billen voelde. De verwarming stond aan en het tochtte niet, maar het gevoel van de lucht aan haar billen deed haar terugdenken aan het bos.
Ze associeerde het geluid dat aan een pistoolschot deed denken niet onmiddellijk aan de pijn in haar bips. Toen het geluid zich herhaalde werd het verband wel gelegd.
Hij had nog nooit eerder een vrouw een pak op haar billen gegeven, maar het voelde alsof hij ervoor in de wieg gelegd was. Waar de borstel neergekomen was tekende zich een ovale rode vlek af. Na verloop van tijd ontstond er een heel patroon van rode plekken op haar bips.
Ze bewoog haar mond, maar er kwam geen geluid. Hij besefte zich dat een deel van haar wanhopig probeerde de controle te bewaren, alsof ze een brutale opmerking aan het voorbereiden was of hem ging voorschrijven hoe hij het verder allemaal moest doen. Ze hield echter wijselijk haar mond. Hij sloeg opnieuw toe en haar gejammer overstemde het geluid van de borstel.
Hij sloeg haar beurtelings op beide billen. Niet zo, wilde ze zeggen. Maar het begon steeds zeerder te doen en ze kon geen woord uitbrengen. Toen sloeg hij op beide billen tegelijk. ‘Ja’, dacht ze en begon te huilen. Ik kan dit bijna niet uitstaan en zo hoort het ook.
Het pak op haar bips ging maar door. Brian vroeg zich op een gegeven moment wie nu eigenlijk de regie voerde, hij of die borstel. Maar het kon hem niets schelen, hij moest dit doen en wilde nog niet ophouden. En Anne had niets te willen. Ze huilde nu hardop.
Na lange tijd begon Anne zich een beetje te verzetten en zette haar tanden in de kussens van de bank. Brian besefte zich dat het bijna genoeg was, maar liet de borstel nog een paar keer neerdalen. Toen besloot hij op te houden.
Hij nam Anne in zijn armen. Zij huilde en duwde zich stevig tegen hem aan.
‘Dat was heel hard nodig’, zei hij na een poos.
‘Ja’, zei ze nog steeds huilend. ‘De omelet is naar de filistijnen, zal ik een nieuwe maken?’
‘Nadat je eerst een poos in de hoek gestaan hebt’, zei hij streng.
Ze keek hem aan en was van plan om hem eens flink de waarheid te zeggen over zijn voorstel. Maar ze zag aan zijn ogen dat het geen voorstel was en ze wist dat ze hem zou gehoorzamen.
‘Gaat het?’, vroeg hij na een poos.
Ze vond het vreselijk om met haar neus in de hoek te staan en wilde protesteren. Maar in plaats daarvan zei ze mokkend, ‘Alsof het nooit anders geweest is’.
‘Mooi zo, want zo zal het er voortaan aan toe gaan’, gromde hij. ‘En nu naar de keuken. En je billen bloot houden’.
Ze was bezig haar rok naar beneden te doen, maar trok deze weer omhoog en stopte hem achter de band in haar middel en liep gehoorzaam naar de keuken.
Een maand en zes of zeven pakken slaag later liep Brian door de stad toen zijn oog op het antiekzaakje viel waar hij de borstel gekocht had. Hij stapte naar binnen en trof dezelfde oude man aan.
‘De borstel die ik gekocht heb, heeft ons veel goeds gebracht.
‘Ik weet het’, antwoordde de man raadselachtig.
‘Ik heb hem in bruikleen, is het niet?’, realiseerde Brian zich.
‘Zo ongeveer. Bewaar hem en geef hem later aan je kinderen. Als je nooit kinderen krijgt, breng je hem terug bij mij. Ik vind te zijner tijd wel weer een andere koper’. De oude man haalde zijn schouders op. ‘Kan ik je verder nog van dienst zijn?’
‘Heb je nog meer dingen zoals die haarborstel?’ De belangstelling van Brian was gewekt.
‘Ik heb heel veel interessante dingen, je zou versteld staan’.
‘Kun je ze laten zien? Dan kan ik iets uitkiezen’.
‘Je kunt de cadeautjes niet uitkiezen. Zij kiezen jou. Maar ik weet zeker dat hier iets voor je moet zijn, anders had je de weg naar de winkel niet weten te vinden’.
Brian besefte dat hij beter niet meer kon vragen. Zijn blik dwaalde de winkel door. Hij zag veel attributen maar kon zich nergens op concentreren. Opeens zag hij het.
‘Is dat wat ik denk dat het is?’ Hij snakte naar adem.
‘Het hangt er vanaf. Wat denk je dat het is?’