De volgende ochtend vertelde Kiria haar moeder alles over haar avond met Ansel de Wit. Giechelend en blozend vertelde ze haar ook van zijn dreigement van een pak op haar blote bips. ‘Ik vraag me af of hij het ook echt gedaan zou hebben?’, vroeg ze haar moeder.

‘Dat weet ik wel zeker. Ik zou maar een beetje voorzichtig zijn als ik jou was’, antwoordde haar moeder terloops, terwijl ze zorgvuldig haar nagels lakte met een roze neon kleur.

‘Na het eten hebben we een wandeling gemaakt op het plein. Iedereen keek naar ons. Het was echt cool’.

Angela glimlachte naar haar dochter. ‘Weet je zeker dat je hem niet alleen maar leuk vindt omdat hij een bekendheid is, rijk is en er goed uit ziet? Je hebt per slot van rekening een hekel aan mannen die nogal nadrukkelijk aanwezig zijn, je bent kleinzerig, je verteld aan de lopende band leugens en je vloekt als een dragonder als je daartoe uitgedaagd wordt’.

‘Mam, de enig keer dat ik hem als een beroemdheid zag, was toen we door het dorp liepen. Ik vind hem een grote, aantrekkelijke man! Misschien is hij inderdaad een beetje nadrukkelijk aanwezig, maar hij is aardig, lief en eerlijk…’

‘Dus je binnenkort weer met hem uit?’

‘Ja! Vanmiddag gaan we slangen merken op zijn land’.

‘Wat gaan jullie doen?’ Angela was nu een en al aandacht.

Kiria moest lachen. ‘We gaan slangen vangen, zodat hij ze kan merken, zodat hij kan volgen of de oude blijven hangen en of er nieuwe bijkomen. Zoiets’.

‘Misschien moet ik maar eens met hem praten’, mijmerde Angela. ‘Ik wil wel weten of hij je niet in gevaar zal brengen’.

‘Ach mam, je hebt zijn televisieprogramma’s toch gezien? Hij is echt heel deskundig. Hij zal me heus niet in gevaar brengen’.

‘Maar dan moet je wel goed naar hem luisteren’.

‘Nou… ik heb anders wel de onbedwingbare behoefte hem uit te dagen zodat hij me over de knie zal leggen…’

‘Dan kun je hem beter testen voor jullie op Safari gaan. Dan weet ik tenminste zeker dat je niets zal overkomen’.

‘Afgesproken! Dat zal ik doen! Dat is een goed idee. We zullen eens kijken of de daad bij het woord durft te voegen… Ik bedoel of hij de hand op mijn billen durft te leggen…’ Ze moest hard lachen om haar eigen grapje, terwijl haar moeder haar hoofdschuddend aanhoorde.

‘Je zult er spijt van krijgen, ben ik bang’, zei ze en bracht een toplaag op haar nagels aan. Kiria ging uitgebreid in bad en deed vervolgens een kaki broek aan en een halter topje. Ansel had haar gezegd dat ze een broek aan moest trekken, dus ze hoopte dat het niet al te warm zou worden. Ze had een hekel aan dat geplak. Ze deed een beetje mascara op. Ze had goed onthouden dat hij had gezegd dat hij haar zonder veel knapper vond. War bedoelde hij daar eigenlijk mee? Had hij een hekel aan make-up? Of vond hij alleen maar dat ze teveel op gehad had? Goed dan, dan alleen een waterbestendige basis mascara en een beetje oogschaduw, een beetje rouge en een roze lippenstift. Mooi, het leek allemaal heel natuurlijk. Ze miste nog het zelfvertrouwen het helemaal achterwege te laten. Hij moest gewend zijn aan vrouwen met veel klasse en ze had geen zin hem teleur te stellen. Ze vlocht haar haren in twee vlechten en deed een hoed met een brede rand van haar moeder op. Toen ze in de spiegel keek, vond ze zichzelf teveel op een klein meisje lijken met die vlechtjes. Ze smeet haar hoed af en trok de vlechten eruit en haalde er een borstel doorheen. Zo, dat zag er een stuk beter uit.

Kiria reed de oprit van het huis van Ansel op. Ze zag hem bij de voordeur staan. Ze moest zichzelf weerhouden naar hem toe te rennen en zich in zijn armen te werpen. God, een knapper en aantrekkelijker man liep er waarschijnlijk niet op deze aarde rond. Ze keek op haar horloge en zag dat ze twintig minuten te laat was, precies zoals ze gepland had. Zijn gezichtsuitdrukking veranderde van een glimlach naar een strenge blik toen ze op hem af liep.

‘Is het je gewoonte om te laat te komen?’, vroeg hij.

Ze moest erom lachen. ‘Ja, ik ben bang van wel… Ik let meestal niet zo op de tijd. De laatste keer dat ik op de klok keek, had ik nog zeeën van tijd’.

‘En toch ben je te laat. Hoe is dat dan gekomen?’

‘Niets Ansel. Ik heb gewoon teveel tijd nodig gehad om me klaar te maken, denk ik’. Ze glimlachte en bedacht zich dat wanneer ze niet bezig was hem op de kast te jagen, ze zichzelf aan zijn houding geërgerd zou hebben.

Hij zuchtte, pakte haar bij haar arm en trok haar mee naar binnen. ‘Ik maakte me al weer ongerust. Je had toch wel even kunnen bellen? Je hebt kennelijk geen idee hoe het is om te bedenken wat er wel niet allemaal met iemand gebeurd kan zijn als je zolang zit te wachten’. Kiria moest onmiddellijk aan zijn verloofde denken, die niet meer thuis gekomen is. Ze voelde haar maag omdraaien – waarom deed ze hem dit aan?

‘Het spijt me Ansel. Het was niet mijn bedoeling om je ongerust te maken. Je hebt gelijk, ik heb daar nooit aan gedacht. Maar ik ben nu eenmaal heel vaak te laat, je moet daar niet teveel bij denken. Je moet er gewoon niet teveel rekening mee houden dat ik op tijd ben’. Kiria keek hem aan en zag een verblufte blik in zijn ogen.

Toen begonnen zijn ogen te glimmen en zijn mondhoek te trillen. Vervolgens barstte hij in lachen uit. ‘Zo heb ik het nog nooit eerder bekeken’, zei hij. ‘Dus vanaf nu zal ik er rekening mee houden dat je een half uur later zult zijn dan we afgesproken hebben’.

‘Dat is een strak plan. Ik denk niet dat ik meer dan een half uur te laat zal zijn’. Ze ging op de bank zitten terwijl hij wat te drinken ging halen. Tja, dacht ze, dat ging niet helemaal zoals ze het zich voorgesteld had. Hij was niet kwaad geworden, en hij dreigde helemaal niet haar een pak op haar billen te geven omdat ze te laat was. Hij was een stuk redelijker dan ze verwacht had. Het was tijd voor plan ‘B…’

Ansel kwam terug met ijskoude limonade. Terwijl ze een slok nam begon hij uit de doeken te doen hoe hij de slangen wilde vangen.

‘Verdomme!’, zei ze, ‘Moet je ze echt aanraken?’ Toen ze zag hoe hij ineenkromp moest ze inwendig lachen.

‘Niet alleen dat, maar ik laat zou het merkje inbrengen terwijl ik de slang vasthoud’, antwoordde hij.

‘Kut! Dat meen je niet!’, riep Kiria uit. Ze kreeg het er warm van, ze vloekte normaal helemaal niet, tenzij ze helemaal over de rooie was. Ansel schraapte zijn keel, haar zei niets over haar woordkeuze. Hij begon te vertellen over zijn eerdere ervaringen met de slangenjacht’.

‘Dat is verdomme niet te geloven’, riep ze opgewonden toen hij vertelde hoe hij een keer door een slang gebeten was.

Ansel ging opeens staan en keek haar strak aan.

‘Wat?’, vroeg ze en zette onschuldige ogen op.

‘Je hebt gisteravond niet een keer gevloekt en nu doe je het constant. En aan de manier waarop je het uitspreekt valt af te leiden dat je ook niet vaak doet. En mocht ik het nog niet gezegd hebben, ik heb een bloedhekel aan vloeken. Ik verzoek je dus ermee op te houden en je als een dame te gedragen! Ik heb je al eerder gezegd dat ik je aardig vindt zoals je bent, en dat meende ik!’

Kiria keek hem verbaasd aan. ‘Maar probeerde me helemaal niet…’ Ze kon hem de ware reden van haar vloeken niet vertellen. Dat zou haar doel voorbij schieten. Dat stond gelijk aan hem letterlijk vragen haar over de knie te leggen!

‘Als je niet probeerde je als een dame te gedragen, waar was je dan wel mee bezig?’

‘Ik… ik was…’

‘kijk, wat je bedoeling ook was, als je nog meer van dergelijke taal uitslaat, dan geef ik je een pak op je billen. Over de knie, met je broek rond je enkels. En dat wordt geen pretje, dat kan je wel verzekeren!’

Bij het horen van deze woorden voelde Kiria hoe de vlammen haar uitsloegen. Ze kwam ook nergens mee weg bij deze man! ‘Het spijt me’, haastte ze zich te zeggen. ‘Ik zal niet meer vloeken. Dat beloof ik!’ Nu het moment bijna daar was, was het dreigement van een pak op haar blote bips ineens niet zo spannend meer.

Ansel ging weer zitten. ‘Nou goed. En ook geen leugens, vergeet dat niet!’

Kiria keek hem verbaasd aan. Ze kon bijna niet geloven dat deze man haar vertelde wat ze wel en niet moest doen, zonder dat ze tegen hem in ging. De woorden die erop volgden verbaasden haar zelfs nog meer.

‘Oh ja, je ziet er geweldig uit vandaag’.

Ze voelde een golf door haar heengaan. Dit gevoel werkte verslavend. Ze vergat het half uur wat erop volgde haar snode plannen hem uit de dagen en toen ging hij staan met de boodschap dat het tijd was geworden om de slangen te merken. Kiria herinnerde zich vaag dat ze eerst nog een pak op haar billen wilde, maar was vergeten waarom. Ze voelde niet langer de aandrang de strijd met hem aan te gaan.

Ansel gaf haar een jerrycan water. Ze keek toe hoe hij verschillende gereedschappen aan de lussen van zijn riem haakte en in zijn zakken stopte. Hij pakte ook nog een metalen stang en toen waren ze klaar om te vertrekken. Ze liepen door de tuin, door het hek, het weiland in. Kiria bleef vlakbij Ansel lopen. Ze wist inmiddels dat het hier gevaarlijk kon zijn. Na een poosje bereikten ze een rivier, met rotsachtige oevers en overhangende bomen. Het water was zo helder als kristal en stroomde her en der over grote steen partijen, waardoor er af en toe een versnelling ontstond.

‘Wat is het hier prachtig!’, kirde Kiria. Ze vergat helemaal dat ze voorzichtig moet zijn en sprong langs de oever van de ene steen op de andere.

‘Niet te ver gaan’, riep Ansel, die stil was blijven staan om zijn zakken te doorzoeken. ‘Kijk uit voor de slangen’.

Kiria haastte zich naar de kant. ‘Zitten hier veel?’, vroeg ze.

‘Laten we het hopen!’ Hij grinnikte om haar angstige blik en hield haar een plastic spuit voor?’

‘Wat is dat?’

‘Een merkje’.

‘Huh?’

‘Een merk chip. Een injecteerbare chip’

‘Als je chinees blijft praten, ben ik het spoor bijster’, mokte Kiria en trok een pruillip.

Ansel moest lachen. Het is een elektronische chip ter grootte van een rijstkorrel in een glazen capsule. Het wordt in de buik van de slang geïnjecteerd.

‘En je wilt dat ik dat doe?’, vroeg Kiria en deed haar best haar weerzin niet te laten blijken.

‘Het is dat of je moet de slag vast willen houden’. Hij moest lachen toen ze hem de injectiespuit uit zijn hand trok.

‘Goed, pak er maar eentje’, zei ze met een glimlach.

‘Zo gemakkelijk gaat dat niet. We moeten er eerst een zien te vinden’.

‘Nee, JIJ moet er eentje zien te vinden. Ik blijf hier wel zitten wachten’.

‘Je hebt geen geweer, dus je gaat met mij mee’.

‘Je kunt je geweer toch bij mij achterlaten?’

‘En wie moet mij dan beschermen?’

‘Heeft meneer de deskundige bescherming nodig?’ Kiria trok vol ongeloof haar wenkbrauw op.

‘Kiria, we hebben het niet over knuffeldieren. Ik dacht dat je dat na gisteren wel zou begrijpen.

‘Goed dan’, zuchtte ze. ‘Ik ben er klaar voor’.

Ansel pakte de metalen stang. Kiria zag dat hij aan het uiteinde afgerond was.

‘Wat is dat?’, vroeg ze.

‘Een slangenhaak’, antwoordde hij raadselachtig. Hij draaide zich om en liep in de richting van de rivier. Kiria haastte zich om hem te volgen. Ze botste tegen hem aan toen hij plotseling halt hield bij een grote partij steen.

‘Ik wil wedden dat hier een of twee zitten’, zei hij en wees naar een grote spleet tussen twee stenen.

‘Ik heb het niet zo op gokken’, mompelde Kiria en deed een paar stappen achteruit. Ze keek toe hoe Ansel zich voorover bukte en de stang tussen de twee stenen duwde en hem voorzichtig heen en weer bewoog. Vervolgens kwam hij duidelijk teleurgesteld overeind.

‘Als je niet meteen succes hebt…’, zei hij en begon weer te lopen. Kiria haastte zich achter hem aan. Ze klom met enige tegenzin over de twee stenen waar hij net met de stang tussen had zitten prikken. Plotseling verstijfde ze toen ze voor zich een grote slang in de zon zag liggen’.

‘Ansel’, zei ze zachtjes.

‘Ik ben zo klaar’.

‘Ansel kom hier’. Ze hield haar ogen strak op de slang gericht. Ze hoopte dat deze niet wakker zou worden en haar in het oog zou krijgen. Of haar zou horen. Konden slangen eigenlijk horen?

‘Even wachten’, antwoordde hij terwijl hij met de stang tussen twee stenen bleef poeren.

‘Nee!’, bleef ze met een hese stem aandringen. ‘Je moet NU hier komen’.

Ansel ging rechtop staan en keek haar aan. ‘Als ik hier klaar ben, kom ik bij je’, antwoordde hij streng. ‘Even geduld, of anders kom je een pak op je bips brengen’.

‘Prima’, dacht Kiria en voelde een aangenaam gevoel door zich heen gaan, een gevoel wat haaks stond op haar gedachten. Ze bestudeerde de slang. Hij was grijs met zwarte en witte banden die elkaar kruisten. Over zijn rug liep een bruinrode streep. Ze boog zich voorover om zijn staart te kunnen bekijken. Zouden dat ratels zijn, daar op het eind? Ze boog zich nog verder voorover. Het leken wel degelijk ratels… Ze huiverde hoewel de warme zonnestralen door de bomen heen schenen.

‘Zo, en wat was er zo belangrijk?’ Ze hoorde Ansel achter zich naderen en glimlachte in zichzelf.

‘Niets’, ze ze zachtjes. Ze probeerde zo nonchalant mogelijk te klinken. ‘Alleen maar een slang’.

In een ogenblik stond hij naast haar. Hij stapte om haar heen en boog zich in de richting van de volgende staan.

‘Een ratelslang’, zei hij en wreef voorzichtig met de slang langs de zij van de slang. ‘Ligt behoorlijk diep te slapen’. Hij wreef voorzichtig over zijn kop en probeerde vervolgens de haak onder zijn buik te schuiven. Plotseling kwam de slang tot leven. Hij begon te kronkelen en begon luid te ratelen. Ansel greep hem snel achter zijn kop.

Kiria was van de steen weggevlucht zodra de slang begon te bewegen en stond gechokt te kijken naar Ansel en zijn verovering. Hij sprong van de steen, lachte en hield de slang tegen de steel en rekte hem met beide handen uit. De staart bleef driftig bewegen en ratelen.

‘Pak de rolmaat eens die aan mijn riem hangt’, vroeg hij haar. Ze trok hem los en overhandigde het aan hem. Hij keek verwachtingsvol naar haar, toen naar de slang en

Vervolgens weer naar de slang.

‘Wil je dat ik hem ga meten?’, bibberde Kiria.

‘Nee, dat zal ik wel doen’, antwoordde hij vrolijk. Hij liet de staart van de slang los en stak zijn hand uit in de richting van de rolmaat. Kiria sprong gillend achteruit toen de slang langs haar arm streek.

‘Goed, goed, maar blijf stil staan’, riep ze een trok de centimeter uit zijn behuizing.

Ansel rekte de slang weer uit en Kiria spande met meetlint voor de steen langs.

‘Zesennegentig centimeter’, constateerde hij. ‘Pak nu de injectiespuit’.

Kiria keek hem vol ongeloof aan. ‘N-nu?’, stotterde ze terwijl ze haar hand in zijn zak stak.

‘Steek hem daar tussen, tussen de schubben, een kleine centimeter diep’.

Kiria slikt moeizaam en legde haar hand aarzelend op de buik van de slang. Het voelde tot haar verrassing warm en droog aan.

‘Je kunt misschien beter het dopje van de naald halen’.

Ze keek naar de puit en trok de plastic dop van de spuit waardoor een grote stalen naald tevoorschijn kwam. ‘Oooh…’, kreunde ze en keek er met grote ogen naar.

‘Doe het dopje in je broekzak’.

Kiria gehoorzaamde op de automatische piloot. Ze keek hoe de slang met zijn ratels trillen en voelde zich licht in het hoofd worden. ‘Ik kan dit niet’, fluisterde ze.

‘Kijk naar me’.

Ze keek op zoals haar opgedragen was. ‘Je kunt het. Ik weet dat je het kunt. Ik zal ervoor zorgen dat je niets kan overkomen. Doe het nu maar gewoon’. Toen ze in zijn blauwe ogen keek, was ze bereid verder te gaan dan ze ooit gegaan was. Ze wilde dat Ansel trots op haar zou zijn. Ze voelde zijn kracht op haar afstralen en dat gaf haar moed. Ze haalde diep adem, legde een hand op de slang en plaatste de naald tussen twee schubben.

‘Druk hem erin’.

Ze duwde, maar de huid was verbazingwekkend taai en de naald kwam er gewoon niet door.

‘Harder’.

‘Oh, God’, hijgde ze en kromp ineen terwijl ze harder op de spuit duwde. Plotseling schoot de naald door de huid en drong meer dan drie centimeter in de kronkelende slang. ‘Oh, ik heb hem doorboord’, piepte ze en raakte bijna in paniek’.

‘Trek hem een beetje terug en druk dan de zuiger naar beneden’, zei Ansel kalm.

‘Ok, Ok…’ Ze was zich er vaag van bewust dat haar stem bijna een octaaf lager was dan normaal. Ze trok de spuit een eindje terug en drukte de zuiger naar beneden. Toen trok ze naald terug en deed haastig een stap achteruit, terwijl Ansel de slang inspecteerde.

‘Prima werk’, liet hij weten en gooide de slang met een boogje een einde verderop in het gras. De slang koos meteen het hazenpad en Kiria slaakte een zucht van opluchting.

‘Doe het dopje weer over de naald, voordat je jezelf er aan prikt’, zei hij toen hij naar haar toeliep.

Met trillende handen schoof ze het dopje over de naald. Ansel sloeg zijn sterke armen om haar heen. ‘Je hebt het heel goed gedaan! Ik ben trots op je!’

Kiria legde haar hoofd op zijn borst. Ze genoot van zijn armen om haar heen, de frisse geur van zijn shirt en zijn krachtige hartslag tegen haar oor. ‘Dank je wel’, mompelde ze. ‘Nu kan ik zeggen dat ik een slag geïnjecteerd heb’.

Ansel lachte en drukte haar nog dichter tegen zich aan. Toen gaf hij haar een klets op haar linkerbil, liet haar los en haalde een notitieboekje uit zijn zak. ‘Nu alleen nog even noteren’.

Kiria stond als aan de grond genageld. Haar bips gloeide en ze wist niet goed hoe ze moest reageren op zijn uiting van genegenheid. Ze voelde zich als een voetballer die net het winnende doelpunt had gemaakt. Ze keek toe hoe hij de lengte van de slang en zijn registratienummer noteerde.

‘En hoe kun je hem nu terugvinden nu hij ‘gemerkt’ is?’, vroeg ze.

‘Hij wordt niet door een satelliet gevolgd of zoiets. Maar als ik in de toekomst weer een slang vang, dan houd ik er een apparaatje bij die de chip uitleest’.

‘En waarom doe je dit eigenlijk?’

‘Slangen zijn een belangrijk onderdeel van de keten hier in de natuur. Ze zorgen dat de muizenpopulatie en die van andere schadelijke dieren hier in toom blijft. Door te observeren hoe de slangenpopulatie zich verplaatst, kan ik voorspellen hoe het natuurlijk evenwicht zich zal ontwikkelen’.

‘Oh’, zei Kiria. ‘Maar is er niet een vriendelijker manier om ze te merken?’

‘Vriendelijker? We hebben hem alleen maar een prikje gegeven. Voordat deze techniek beschikbaar was, moesten we een merkje maken door schubben te verwijderen, waar door een litteken ontstond waaraan de slang te herkennen was. De schubben gingen vaak bloeden en als je pech had ontsteken. Een vervelende toestand dus. Wat dat betreft is het inbrengen van een chip snel en gemakkelijk.

‘Oh’, zei Kiria en knikte.

Ansel deed zijn notitieboekje dicht. ‘Zullen we op zoek naar de volgende?’

Kiria keek hem aan. ‘Hoe weet je eigenlijk of de slangen die we vangen niet al een chip dragen?’

‘De volgende keer zal ik het DMS meenemen. ‘Hij moest lachen om haar verbaasde gezicht.

‘De Mobiele Satelliet?”, raadde ze.

Ansel schudde zijn hoofd.

‘De Mechanische Slangenzoeker?’

Hij lag dubbel van het lachen. ‘De Mini Scanner’, vertelde hij.

‘Hè, ik was nog niet klaar met raden’, zei Kiria klagend en trok een pruillip. ‘Je had het nog niet moeten zeggen!’

Het keek haar verbaasd aan. ‘Je houdt geloof ik wel van puzzelen, of niet?’, vroeg hij.

Het was er al uit voor ze na kon denken. ‘Oh ja! Ik ben dol op kruiswoordraadsels, cryptogrammen, raadsels…’

‘Ik heb thuis nog wel de nodige voor je liggen.

‘Cool!’ Kiria boog zich voorover om haar veters vast te maken. Ik werkelijkheid was ze in haar leven niet veel verder gekomen als een houten legpuzzel, maar ze had ze had wel eens toegekeken hoe haar moeder met die andere puzzels bezig was. Zo moeilijk kon dat niet zijn.

Ansel begon langs de rivier te lopen. Zo nu en dan bleef hij staan om wat in een spleet tussen twee stenen te prikken. Kiria volgde hem. Ze hoopte dat hij niet een volgend slachtoffer zou vinden.

‘Ansel waarom heb je nu die DMS niet bij je?’

‘Die heb ik niet nodig’ Hij ging op zijn hurken in een diepe spleet zitten porren.

‘Waarom niet?’

‘Omdat dit de eerste keer is dat ik met de chips werk’.

‘Bedoel je te zeggen dat je nog nooit eerder een in een slang gespoten hebt?’

Hij ging staan en keek haar schaapachtig lachend aan. ‘Dat zou wel eens waar kunnen zijn’.

Kiria rolde met haar ogen. ‘Ik kan niet geloven dat je mij iets hebt laten doen, wat jezelf nog nooit eerder gedaan hebt!”

‘Oh, haar ik heb wel eens een slang een injectie gegeven, maar dit met een chip. Bovendien heb ik je niet gedwongen om het te doen. Het was je eigen beslissing’.

‘Niet echt – Je stond te commanderen als een sergeant van het leger en ik was zo bang van die slang dat ik maar alles gedaan heb wat je zei’.

‘Waarom? Je had ook ‘nee’ kunnen zeggen’.

‘Tja, dat is waarschijnlijk wel zo… Dat wilde ik ook wel, maar was gewoon bang het te doen’.

‘Daarom heb ik je ‘gecommandeerd’. Je had nu geen tijd om er over na te denken, toch?’

‘Nee’.

Ansel glimlachte tegen haar. Hij vergat de slangen en liep naar haar toe. Hij ging vlak voor haar staan. Kiria was op haar hoede.

‘Was het dan zo erg?’, vroeg hij zacht.

‘Jou moeten gehoorzamen of de slang een injectie geven?’

‘Mij gehoorzamen’.

Ze trok haar wenkbrauwen op, terwijl ze even nadacht. ‘Nee, het was niet zo erg’. Er brak een brede grijns bij haar door. “Weet je, je zult het bijna niet willen geloven, maar ik ben helemaal niet gewend iemand te gehoorzamen’.

‘Oh, maar dat geloof ik graag”, lachte Ansel terug. Door wat je me verteld hebt en door wat ik gezien heb, heb ik de indruk dat je je behalve door de leraren op school door niemand iets hebt laten voorschrijven’.

‘Tja’, gaf ze toe, ‘ik heb me zelfs van de leraren op school niet zoveel aangetrokken’.

Hij lachte. Toen kregen zijn ogen een ernstige blik. ‘Dan hoop ik wel dat je je realiseert waar je nu aan begonnen bent.

Kiria keek de andere kant op. ‘Ik… ik weet dat ik me hier in de gevarenzone begeef’.

‘Niet alleen hier… maar bij mij’.

‘Ja. Ik bedoel… dat geloof ik ook’. Ze keek hem vluchtig aan en begon te blozen. ‘Ik, eh… het bevalt me wel’. Ze slikte moeizaam. ‘Ik heb nog nooit eerder zoiets gevoeld’.

‘Ik ook niet’. Er stak een koel briesje op, dat verkoelend werkte op de opgelopen lichaamstemperatuur bij hun beiden. ‘Weet je, het is ook niet mijn gewoonte om je maar wat te commanderen. Alleen als we hier zijn, of als je andere gevaarlijke dingen doet…’

‘Ok’. De gedachte dat ze iets gevaarlijk zou doen zorgde ervoor dat er een rilling door haar heen ging. Ze vroeg zich af wat hij allemaal gevaarlijk vond, maar voor ze iets kon vragen, nam hij het woord weer.

‘Ik wil wederzijds respect en vertrouwen’.

Kiria knikte instemmend. ‘Dat wil ik ook’.

‘En als ik iets niet kan uitstaan, dan is dat liegen’.

Haar gezicht werd nog roder. ‘Daar ga ik iets aan doen’.

‘Ik kan aan je zien wanneer je staat te liegen’.

‘Dat weet ik’.

‘En ik zal je een pak op je bips geven waar de vonken vanaf vliegen als je weer tegen me liegt’.

Haar hard ging sneller slaan bij de gedachte. ‘Eh… ik moet je iets vertellen’.

‘Nu al? Een blik van ongeloof zorgde er bijna voor dat ze terug begon te lopen in de richting van zijn huis.

Voor de spanning nog verder opliep, zei ze, ‘Ik heb daarnet gezegd dat het leuk vond om te puzzelen, maar dat was overdreven. Hoewel ik het leuk vind om te doen, lukt het me nooit om ze op te lossen. Het is vooral mijn moeder die er goed in is, niet ik’. Ze kuchte even voor ze haar blik op zijn schoenen richtte.

‘Is dat zo’. Hij deed zijn armen over elkaar, waardoor haar hart nog sneller ging kloppen.

Ze probeerde het haastig goed te maken. “Het spijt me. Het was niet mijn bedoeling je te laten geloven dat ik er goed in zou zijn. Hij floepte eruit voor ik het wist. Maar het was niet echt liegen, want ik heb niet gezegd dat ik er goed in was. Ik heb alleen maar gezegd dat ik het leuk vond om te doen. En dat is ook zo. Ik zou het ook graag wat beter kunnen. Maar toen jij dat dacht dat ik het goed zou kunnen, heb ik het besloten dat zo te laten. En nu denk ik dat jij, eh… dat net zo erg vindt als liegen, of niet?’ Ze stopte om diep adem te halen en keek op naar zijn verbaasde blik.

‘Zeg dat nog eens? Nee, wacht. Laat mij even. We nu nog bezig, de basisafspraken te maken, dus ik zal hier nog niets mee doen. Maar je hebt wel gelijk, als je niets zegt als de ander iets voor waar aanneemt, is het zelfde als liegen. Het is verzuimen de waarheid te vertellen.

Kiria glimlachte voorzichtig. ‘Ja, dat is wat ik bedoel. Maar ik vraag me af of iemand anders zou begrijpen wat wij net gezegd hebben’.

Hij keek haar lachend aan. Maar toen werd zijn blik ernstig. ‘Als ik je een pak op je billen geef omdat je gelogen hebt, dan zal dat zeer doen. Heel zeer. Het zal niet zo zijn als de laatste keer, toen je je spijkerbroek aan mocht houden’.

Kiria voelde hoe haar buik begon te kriebelen, maar ze bleef naar zijn halsketting staren. ‘Ik zou… ik zou zelf ook heel graag willen stoppen met het vertellen van leugens’.

‘Dat is mooi. Want ik ben vast van plan het je af te leren’.

Ze zweeg en liet zijn woorden tot haar doordringen. Niemand had haar nog nooit eerder iets af willen leren, en ze was ook verbaasd dat het geen verontwaardiging bij haar opriep. ‘Goed’, hoorde ze haar zelf zeggen. ‘Probeer jij me dat maar af te leren’.

‘Over het algemeen lukken dingen me aardig als ik mijn best ervoor doe’. Zijn stem klonk zelfverzekerd, zoals hij in alles zelfverzekerd was.

‘Dat is bij mi ook zo’. Kiria durfde hem weer aan te kijken.

‘En welke dingen wil jij dan?’

‘Tja… ik wil gewoon avonturen beleven, zoals vandaag…’

‘Ik ook’, lachte hij.

‘Ik heb er altijd een hekel aan gehad als mijn vriendjes me na een paar woorden al mijn zin gaven’.

‘Ik houd wel van een pittige discussie en geef niet snel toe’.

‘Dat is ook goed’.

‘Tenzij je goede argumenten hebt natuurlijk. Maar je zult wel je best ervoor moeten doen’.

Kiria grinnikte. ‘Op de middelbare school zat ik een discussieforum’.

‘Dan ken je de regels van een goede discussie. Niet beginnen te schelden’, glimlachte hij.

‘Natuurlijk niet’.

‘Dus geen gescheld?’

Ze twijfelde even. ‘Eh… ik heb wel de neiging te gaan schelden als ik boos ben. Je zult me toch niet, eh… je zult me daar toch niet een pak op mijn billen voor geven, toch?’

‘Misschien niet. Het hangt een beetje van de omstandigheden af, denk ik. Je weet al dat ik niet van vloeken houd’.

‘Ja, maar wanneer ik echt boos ben, dan kan ik behoorlijk vloeken en schelden. En ik heb geen zin daar een pak slaag voor te krijgen’.

‘Dat is goed. Zolang je maar niet tegen mij begint te schelden’.

Kiria schudde haar hoofd. ‘Dat zal ik niet doen’.

Ansel knikte en veranderde van onderwerp. ‘Heb je een relatie?’

‘Ik heb er zelfs drie’.

‘Ik ben anders niet van plan je met iemand te delen’.

‘Dat is goed, maar dan geldt dat beide kanten op’.

‘Dan denk ik dat we elkaar begrijpen’.

Kiria knikte. Hij deed een stap dichterbij, zodat hij vlak bij haar stond. Hij boog voorover en drukte zijn lippen zachtjes op de hare. Er ging een huivering door haar heen. Ze bedwong de aandrang haar armen om hem heen te slaan, ze wilde het initiatief aan hem overlaten. Weer raakten zijn lippen de hare. Ze deed haar ogen dicht en genoot van de warme sensaties in haar lichaam. Haar hart ging sneller kloppen toen ze zich de volgende stap probeerde voor te stellen, maar toen er een poos niets gebeurde, stak ze haar hand uit naar zijn overhemd. Maar ze tastte in het luchtledige. Toen hoorde ze een paar meter verder het onmiskenbare geluid van zijn slangenhaak op de stenen. Ze draaide haar hoofd met een ruk in de richting van het geluid, volkomen verbaasd dat hij op zo’n intiem moment weggelopen was. Ze vroeg zich zelfs af of hij de onzichtbare energie die zich tussen hen had opgebouwd wel gevoeld had…

Ze vonden nog twee slangen, beiden niet giftig en Kiria was een stuk beter dan bij de eerste in staat hen van een chip te voorzien. Ze vroeg zich af wat ze in de toekomst niet allemaal zou doen met haar nieuw verworven vaardigheden.

‘Ben je klaar om weer terug te gaan?’, vroeg Ansel, nadat het derde reptiel weer vrij gelaten had.

‘Nu al? Ik ben dit net leuk te vinden!’ Ze deed het dopje weer terug op de gebruikte injectiespuit.

‘Het wordt zo meteen snel donker’.

‘Ah, laten we er nog eentje vangen. Deze keer wil ik het doen’.

Ansel trok een wenkrauw op toen ze haar hand uitstak om de stang met de haak aan te pakken. ‘Ik dacht het niet’.

‘Ach toe, laat het me eens proberen. Alsjeblieft? Als we een giftige slang tegen komen zal ik er af blijven. Dat beloof ik’.

‘En hoe jij zien of hij wel of niet giftig is? Hij kan je bijten voor ik kan zien wat voor slag het is. Je hebt hier geen enkele ervaring in’.

‘Tja, voor jou is er ook ooit een eerste keer zijn, of niet?’

‘Dat wel, maar ik heb de verschillende soorten eerst uitgebreid bestudeerd. Boven dien heb ik de eerste paar keren behoorlijk veel geluk gehad’. Ansel pakte haar bij haar uitgestoken hand. ‘Het spijt me, maar we gaan nu terug naar huis.

Hij begon langs de rivier te lopen en Kiria volgde hem gewillig. Ze niet echt een slang vangen, ze wilde alleen maar dat hij dat zou denken. De schaamte over haar reactie toen ze de eerste slang vingen, voelde ze nog steeds en ze hoopte hem nu te laten zien dat ze niet bang meer was.

Ansel maakte thuis het eten klaar. Heerlijke gebakken zalm met wilde rijst en asperges. Kiria smulde.

‘Vind jij het leuk om te koken?’, vroeg hij terwijl ze zijn kookkunsten complimenteerde.

‘Oh, zeker! Ik heb me onlangs bedreven in de Franse keuken, die is echt geweldig’, flapte ze eruit. Haar geweten begon onmiddellijk hard op te spelen. Waarom zei ze dat nu? ‘Crepe Suzettes, canard à lórange, je weet wel…’ Kiria bestudeerde haar zalm. Ze durfde niet op te kijken. Als hij wist dat ze niet veel verder kwam dan thee zetten, dan zou dat weinig indruk maken.

‘Hmmm. Dan denk ik dat jij de volgende keer maar moet koken. Laat me van tevoren maar weten welke ingrediënten je nodig hebt’.

‘Goed’. Kiria zou onthouden dat ze de volgende dag wat Franse recepten van internet moest downloaden. Zo moeilijk kon het zijn. Haar moeder had het zomaar opgepikt tijdens een cursus in het plaatselijke wijkgebouw. Ze kon zichzelf wel een draai om haar oren geven, dat ze zo snel al weer een nieuwe leugen verteld had, maar ze zou proberen er het beste van te maken. Ze was ervan overtuigd dat ze het snel genoeg op zou kunnen pikken. Vreemd genoeg had ze nooit eerder belangrijk gevonden of ze voor een man zou kunnen koken of niet.

Na het eten bleven ze nog wel een uur in de huiskamer zitten praten. Ze vertelden elkaar hun jeugdherinneringen. Ze waren totaal verschillend opgevoed, de een met veel vrijheid en verwennerij, de ander met een strenge, liefdevolle sturing, maar toch hadden ze zo’n beetje dezelfde normen en waarden. Het grote verschil was echter dat Ansel ernaar leefde en dat Kiria er alleen maar in geloofde. Ze was vaak met een flinterdun excuus van haar waarden afgedwaald, maar nam zich altijd voor zich er de volgende keer beter aan te houden.

‘Tja, ik moet morgen vroeg op, dus ik ben bang dat we de avond maar eens moeten beëindigen’, liet hij haar weten.

Kiria keek hem ontzet aan, maar herstelde zich snel en toverde een glimlach tevoorschijn. ‘Ok, ik heb genoten van de maaltijd, en de slangenjacht was geweldig. Bedankt voor je uitnodiging’.

‘Niets te danken’, lachte hij en stak zijn hand uit om haar van de bank overeind te trekken. Kiria pakte haar handtasje en vest en liep in de richting van de voordeur. Toen ze naar buiten liepen, gaf hij haar een briefje.

‘Kijk, hier heb je mijn telefoonnummer. Ik wil dat je me belt als je thuis bent, zodat ik weet dat je veilig overgekomen bent’.

Kiria stopte het briefje in haar tas en schreef vervolgens het nummer van hun huistelefoon voor hem op. ‘Nogmaals bedankt voor de leuke middag en avond’, zei ze. Ze deed de deur van haar auto open en wilde instappen, maar toen Ansel zijn hand op haar arm legde, draaide ze zich om en zag zijn ernstige blik. Hij pakte haar tasje van haar aan en gooide die op de bestuurdersstoel, en sloeg zijn armen om haar heen. Kiria voelde hoe zijn borstspieren zijn spanden tegen haar wang, terwijl zijn handen over haar billen streelden.

Het voelde heel natuurlijk om haar kin op te lichten en hij streek zachtjes met zijn mond over de hare. Ze voelde hoe ze warm van binnen werd toen hij zijn lippen steviger op de hare drukte. Een golf van verlangen ging door haar heen, toen Ansel haar steviger tegen zich aandrukte. Hun tongen kwamen tegen elkaar aan, eerst ontdekkend daarna dansend. Hij rook naar een ongewone eau de toilette en smaakte naar de zoete wijn die ze bij het eten gedronken hadden. Het was bedwelmend en overweldigend en toen ze zich steviger tegen hem aandrukte voelde ze een grote bobbel tegen haar buik drukken. Met een schok van pure paniek, duwde ze tegen zijn borst. Hij liet haar onmiddellijk los.

Geef een reactie