Na alle jaren die Alice als een zeer gelukkige jeugd had ervaren, wilde ze nu eindelijk op haar achttiende toch wel eens de wijde wereld gaan ontdekken en waar kon ze dat nu beter doen dan bij de marine.
Daar had je tenslotte de mogelijkheid om overal ter wereld uitgezonden te worden en kon je met allerlei culturen en landen in aanraking komen. Bovendien was Alice iemand die van het avontuur hield en wat dat betrof zou ze daar zeker voldoende van krijgen op alle trips die ze voor de boeg had. Maar voordat ze de grote zee op kon, moest ze eerst nog een jaar in opleiding. Twee dagen in de klas en drie dagen in de week allerlei oefeningen doen, om haar doel te bereiken.
Op maandag 1 september had haar vader haar gebracht naar de bossen rondom Baarn, waar de kazerne lag die voor de opleiding van de rekruten zorgdroeg. Het was een heel groot ouderwets gebouw dat iets van een oud herenhuis weg had.
Na een stoer afscheid (ze had wel een brok in haar keel gehad toen ze haar vader een afscheidsknuffel gaf, maar wilde dat natuurlijk niet laten blijken aan haar opleidingsmaatjes) werden ze naar een grote hal gebracht. Daar werden ze welkom geheten door een grote, stevige vrouw met donkerblond haar. Ze was gekleed in een groen camouflage pak dat niets van haar ronde borsten en stevige achterwerk verborg. Ze was nou niet echt charmant, maar het was zeker een vrouw die haar mannetje kon staan. Dat nu was juist het probleem wat Alice had. Ze was een redelijk fragiel meisje, met maat 36 en maar zo’n 1,65 lang. Zij was eigenlijk juist wel een aantrekkelijke verschijning, maar had nog niet het stoere uiterlijk en postuur wat je over het algemeen zag bij meiden die kozen voor een carrière bij de marine.
Tot haar grote spijt had ze dan ook tijdens de keuring te horen gekregen dat ze tijdens de opleiding extra in het fitnesshonk aan de slag moest om te zorgen dat ze fysiek sterk genoeg werd om de taken die bij een cadet hoorden te kunnen vervullen. Psychisch had ze alle tests goed gemaakt, maar het ontbrak haar aan de lichamelijke kracht.
Na een korte toespraak van de stevige dame, werden ze voorgesteld aan commandant De Vries,een statige man, uiteraard met snor. Hij gaf een kort overzicht van de zaken die hen allemaal te wachten stonden en wat er van hen verwacht werd. Je merkte meteen dat het woord discipline hem niet vreemd was, wat een autoritaire uitstraling had hij. Alice merkte gewoon dat ze direct respect voor hem had. Soms heb je dat bij mensen, dat ze door hun voorkomen en stem meteen een indruk achterlaten die je het gevoel geeft dat ze niet met zich laten sollen.
Na zijn heldere speech werden ze naar de barakken begeleid. Deze lagen zo’n vijfhonderd meter naast het hoofdgebouw en waren gemaakt van hout met een lemen dak. Ze moesten met tien mensen op één kamer slapen. Er stonden twee rijen van vijf bedden tegenover elkaar. Tussen de bedden stonden hoge, groene kasten van metaal, waar ieder zijn persoonlijke zaken in op kon bergen. Natuurlijk waren er geen vrouwenkamers, dus kwam Alice op een kamer met zes mannen en drie andere vrouwen te liggen.
Ze had het gevoel dat het een leuk groepje kon worden en maakte vrolijk met iedereen kennis. Er was één meisje bij met rood haar dat een nogal stugge indruk maakte, ze voelde zich duidelijk nog niet op haar gemak. Zij heette Esther.
De dagen die volgden waren zwaar, heel zwaar. Naast de normale oefeningen kreeg Alice dus een aangepast programma en werd daarin bijgestaan door een sportleraar. Samen met nog drie andere meiden werd ze door hem onder handen genomen op een manier die ze het beste kon omschrijven als afgebeuld. Ze kregen allerlei trainingen en iedere keer dat ze dachten dat ze echt niet meer konden hebben, kregen ze de opdracht er nog een klein schepje bovenop te doen. Hij vertelde hun dat ze op die manier de grens van hun eigen kunnen iedere keer weer een stukje verlegden. Hij had daar ongetwijfeld gelijk in, maar op het moment dat ze al buiten adem waren dachten ze daar echt anders over. Na iedere sportles plofte Alice na een heerlijke douche op haar bed en hoopte dat ze nooit meer op hoefde te staan, zo’n spierpijn had ze.
Maar na verloop van enkele weken merkte ze dat ze sterker en sterker werd en steeds beter met de anderen mee kon komen. Ze had ook erg veel honger. Bij ieder ontbijt en lunch at ze minstens zes boterhammen op om op krachten te komen en ook de avondmaaltijden waren goed aan haar besteed, heel wat keren schepte ze twee keer op.
Na zes weken intensieve training kregen ze een test waarbij bepaald werd of je wel of niet mee mocht doen met de eerste grote oefening. Alice en haar directe sportmaatjes waren natuurlijk zeer gespannen en na een goede nachtrust kwamen ze fris aan de start voor de test. Deze bestond uit vijf kilometer hardlopen met je rugzak en twee kilometer zwemmen in je kleren. Er werd een tijdslimiet gesteld van twintig minuten voor het lopen en vijfenveertig minuten voor het zwemmen. Als je binnen de tijd was, werd je toegelaten tot de groep die mee mocht, als je buiten de tijd binnen kwam moest je de gehele test voor straf nog een keer doen en mocht je niet mee op oefening.
Ze startten met zo’n tweehonderd man in groepen van tien en Alice zat in groep zeven. Samen met Esther, die met die rode haren die op haar kamer sliep en ook op alle sportlessen geweest was, ging ze van start. Al gauw moesten ze de getrainde mannen laten gaan, die uiteraard veel sneller waren, en bleven ze achter met twee andere meiden, die Alice nog niet kende. Met het hardlopen konden ze die nog bijhouden, ze waren binnen negentien minuten binnen, dus net op tijd. Maar na zo’n tweehonderd meter zwemmen moesten ze hen toch echt laten gaan, Alice moest haar eigen ritme houden anders zou ze haar spieren opblazen en de eindstreep nooit op tijd halen. Maar tot haar grote schrik moest ze haar maatje Esther na een kilometer zwemmen ook laten gaan. Ze kreeg verzuring in haar spieren en begon te twijfelen of ze die tijd van vijfenveertig minuten wel zou gaan halen. Tijdens de trainingen had ze haar vaak genoeg wel bijgehouden, maar uitgerekend vandaag haakte ze af. Shit, wat baalde ze daarvan.
In de verte zag ze de finish, maar haar horloge gaf aan dat ze nog maar twee minuten had en de afstand tussen haar en die roodharige … was inmiddels al flink opgelopen. Zou zij het nu wel gaan halen en Alice niet? Met een achterstand van zo’n tweehonderd meter zag ze haar over de finish gaan en haar armen gingen de lucht in, kennelijk had zij het gered. Alice zette alles op alles en perste alle kracht uit haar lichaam om op tijd over de streep te komen, maar toen ze over de denkbeeldige lijn zwom en op haar horloge keek zag ze dat ze bijna twee minuten te laat was. Ze sloeg hard met haar vuist op het water, mijn god wat had ze er de balen van. Esther wel en zij niet en ze was zo gemotiveerd en had zo haar best gedaan.
Toen ze uit het water kroop kwam een van de sportleraren naar haar toe en zei: ”Helaas meid, volgende keer beter, je weet wat het gevolg is hè, je mag het parcours nog een keer afleggen.”
Wat een klootzak, hij had gewoon een glimlach op zijn gezicht toen hij haar de opdracht gaf.
Helaas kon ze niets anders doen dan zijn commando opvolgen en begon ze dus nogmaals met de vijf kilometer hardlopen en vervolgens het zwemmen. Na deze anderhalf uur sporten kon ze nog maar amper het water uit kruipen en droop ze af naar haar barak, waar ze haar kleren uittrok en uitgeput op bed viel.
Ze was gebroken, op dit moment zowel lichamelijk als psychisch. Ze had zo haar best gedaan maar had gefaald. Alhoewel ze het niet wilde toegeven aan zichzelf wist ze diep in haar hart wel dat ze er lichamelijk ook gewoon nog niet klaar voor was. Maar haar eigenwijze kop dacht daar heel anders over. Terwijl ze tot rust kwam, gingen haar gedachten naar het uitdokteren van een plannetje om ervoor te zorgen dat zij toch mee kon op oefening.
Twee dagen na de deceptie was het zover en zouden de anderen, zonder haar, een dag weg gaan. Voor het eerst in marine kleding, zouden ze naar Den Helder gebracht worden en kennis maken met hun overste. Aldaar zouden ze op een schip een oefening gaan doen waarbij ze een tocht zouden maken naar Texel waar ze met amfibie voertuigen aan wal gezet zouden worden en daar moesten ze dan vervolgens een vesting innemen. Hoezo avontuur!
Dat wilde ze dus absoluut niet missen, en dat zou ze ook niet missen.
Op deze ochtend heel vroeg had Alice haar roodharige maatje wakker gemaakt en gevraagd of ze even mee wilde wandelen, want ze wilde even met haar praten.
Buiten in de ochtenddauw vertelde ze haar hoe graag ze mee wilde met de oefening en dat ze haar plaats wilde innemen. Ze wist dat je op deze trip je gezicht moest schminken en aangezien ze ongeveer hetzelfde postuur hadden zou niemand haar herkennen als Alice.
Natuurlijk was Esther hoogverbaasd en werd zelfs boos: hoe ze dat kon voorstellen en of ze dacht dat ze gek was om deze eerste grote test te laten schieten. Ze bond echter al snel in toen Alice haar het volgende verhaal vertelde: Ze, Esther, rookte immers als het haar even teveel werd of ze gewoon even wilde ontspannen wat wiet dat ze verstopt had in haar kast. Ze had dat Alice zelf verteld, ervan uitgaande dat ze dat tegen haar nieuwe vriendin wel kon vertellen. Terwijl ze dat zei haalde Alice een deel van de bundel tevoorschijn die ze ’s nachts had gepikt. Esther schrok hevig en begon haar voor van alles en nog wat uit te schelden, maar na haar korte tirade realiseerde ze zich dat ze geen andere keuze had dan hiermee akkoord te gaan, al was het wel onder zwaar protest. Met een boos gezicht liep ze Alice achterna, terug naar de slaapvertrekken en liet zich moedeloos op bed vallen. Alice had haar plek veroverd!
Toen de ochtendhoorn ging sprong Alice energiek uit bed, ze had niet meer geslapen na haar nachtelijke wandeling en samen met Esther ging ze na het wassen snel naar de eetzaal. Na het nuttigen van een stevige maaltijd werd hun verteld dat ze binnen een half uur terug moesten zijn in hun marine gevechtsuniform en met hun gezichten onherkenbaar geschminkt. Dat zou ze zeker zijn, onherkenbaar!
Aangezien ze, als ze op de kazerne gebleven was, een dag vrij zou hebben, viel het niet op dat Esther achterbleef en Alice mee op oefening ging.
Ze gingen samen naar de badkamer en na zo’n twintig minuten kwam Alice in haar mooie uniform naar buiten en bleef Esther achter onder de douche en wachtte totdat iedereen weg was uit de kamer voordat ze tevoorschijn kwam.
In grote bussen werden ze opgehaald en gingen ze in colonne richting Den helder, oh wat was ze blij, eindelijk het echte werk.
In de havenstad aangekomen gingen ze aan boord van het fregat “Hr. Mr. De Ruyter” met op de boeg het nummer F802. Het was een schip van zo’n 140 meter lang en het had een grote radar bovenop het dek en vele kanonnen.
Aan boord aangekomen werden ze verwelkomd door overste Pietersen, “opperbevelhebber der strijdkrachten op zee”. Een grote statige man in een keurig donkerblauw marine kostuum, volgehangen met onderscheidingen. Hij deed hen uit de doeken hoe de dag er uit zou zien. Onder in het schip mochten ze hun spullen leggen en al gauw voeren ze de haven uit op weg naar Texel. Wat een fantastisch moment!
Na een half uur varen kwamen ze aan bij de kust, werden ze in de amfibie voertuigen gedirigeerd en voeren ze door de golven naar het strand. Alice vond het wel behoorlijk spannend, omdat ze wist dat achter de duinen hun tegenstanders op hun stonden te wachten die hun, weliswaar met losse flodders, zouden gaan beschieten. Ook was ze toch nog wel aardig vermoeid van de test die ze hadden moeten doen, dus vroeg ze zich af hoe het allemaal zou gaan.
Nadat de klep open ging moesten ze zo snel mogelijk door het water heen naar de duinen toe rennen om zich in veiligheid te brengen en over te gaan tot het veroveren van de vesting.
Na het zware water volgde het spervuur van losse flodders. Dit viel Alice allemaal erg tegen en bij de duinen aangekomen was ze al redelijk uitgeput.
Na een minuut rust moesten ze al weer verder en bij het binnenvallen van de vesting zakte ze hopeloos door het ijs, ze bleek absoluut nog niet opgewassen tegen deze zware lichamelijke inspanningen. Bij het binnen vallen van de te nemen vesting moest ze een maatje een “schouder” geven waar hij op kon staan om over een muur heen te klimmen. Maar toen hij op haar schouder stond zakte ze door haar enkel. Hij viel achterover en werd geraakt door een losse flodder. Die waren gekleurd om aan te geven wanneer iemand geraakt werd en “dood” was. Hiermee was hij dus buiten spel gezet. Vlak naast Alice stond een officier die haar boos aankeek en zei: ”Slappeling, als dit in het echt gebeurt is je collega dus dood! Wat is je naam?”
“Al…Esther, meneer” stotterde ze, in alle consternatie vergat ze bijna dat ze een ander was.
”Dit wordt uiteraard gemeld en hier komen we nog op terug”, blafte hij haar toe op niet mis te verstane wijze.
De rest van de oefening verging haar niet veel beter en ze ging nog twee keer goed in de fout toen ze uitgleed over de vloer in een gang en daarmee een mede cadet onderuit duwde die hard met zijn hoofd tegen de muur viel. Verderop liep ze tegen een andere cadet op die ze in haar knulligheid een zet gaf, waardoor hij in het zicht kwam van een verdediger van de vesting en nog maar ternauwernood kon wegduiken toen er op hem geschoten werd.
Al deze voorvallen waren het gevolg van ongecontroleerdheid, doordat ze gewoonweg uitgeput was. Dit viel haar zwaar tegen. Tot haar grote spijt had dezelfde officier als bij de eerste blunder de daarop volgende fouten ook gezien en hij trok haar apart toen de oefening klaar was.
”Meisje, volgens mij heb jij conditioneel nog een flinke achterstand om hier als een volwaardige cadet aan de oefeningen mee te doen. Drie van zulke grove fouten waarbij je je maten zo in gevaar brengt. Wat denk je er zelf van?”
Ze had absoluut geen zin om ook maar iets van een fout toe te geven en antwoordde: ”Nou het is best zwaar, maar ik vond nou niet echt dat ik iets heel erg fout deed, in het heetst van de strijd gebeuren dit soort dingen soms helaas. Daarnaast, als ik iets fout gedaan heb, het is toch onze eerste oefening?” Met een gezicht vol zelfvertrouwen keek ze de officier aan.
”Ik zal jou vertellen dat het er hier zo zeker niet aan toe gaat, ook al is het je eerste oefening. Natuurlijk moet je nog leren, maar drie van zulke fouten wijt ik meer aan een zwaar gebrek aan conditie dan dat dingen gewoon zo gaan! Ik geloof dat ik jou maar eens even mee neem naar de overste, dan moet die maar verder oordelen wat hier voor straf op volgt, want dit soort gedrag is onacceptabel!”, bulderde hij en sommeerde haar hem te volgen naar de boten die hen weer terug brachten naar het marine fregat.
Daar aangekomen was ze inmiddels behoorlijk gespannen geworden, want ze had het vage vermoeden dat ze hier niet zo makkelijk vanaf zou komen. Ze moest de officier volgen naar het achterdek waar ze het ruim in gingen. Ze werd in een kamer gezet waar ze moest wachten tot ze geroepen werd.
Na alle inspanningen van die dag was Alice behoorlijk uitgeput. Ze kon maar met moeite alle gedachten op een rijtje krijgen over wat er gebeurd was en wat eventueel de gevolgen konden zijn voor haar. Doordat ze diep in gedachten verzonken was merkte ze niet dat de officier terugkwam met de overste Pietersen.
“Laat ons maar even alleen officier Jansen, ik zal eens even een hartig woordje met deze jongedame praten”, zei Pietersen op norse toon.
Hij bekeek Alice van top tot teen. De officier verliet de kamer en de overste gebood Alice hem te volgen naar zijn kantoor. Ze liepen door nog een andere deur en kwamen in een behoorlijk grote kamer met een groot bureau, een dichte robuuste eiken kast en, zoals overal op het schip, met een stalen vloer. Hij liep om zijn bureau heen en nam daar plaats in een grote leren fauteuil, Alice moest voor het bureau blijven staan.
”Zo, Esther, dat is toch je naam? Vertel eens wat er vandaag gebeurd is?”
Ze slikte even en begon toen uiteen te zetten wat er volgens haar gebeurd was. Maar al gauw onderbrak de overste haar en zei:” Dat is nou niet echt het verhaal dat de officier verteld heeft, hij was er toch van overtuigd dat jij conditioneel gewoon absoluut niet in staat geweest was om met de anderen mee te komen en dat dat de reden was dat je zoveel fouten maakte. Ik neem aan dat je de test goed gemaakt hebt, anders was je hier niet. Maar je hebt zwaar onder het niveau gepresteerd. Geef mij eens kort en duidelijk uitleg hoe dat komt?”
Om nou te zeggen dat Alice die had…nee, maar wat moest ze nou antwoorden op deze vraag? Ze stotterde wat, totdat er opeens op de deur geklopt werd en de officier vroeg of hij binnen mocht komen. Toen die binnen kwam, keek hij Alice nogal vuil aan, liep naar de overste en fluisterde de man iets in zijn oor. Die knikte, keek Alice streng aan en wachtte met praten totdat de officier weer weg was uit de kamer.
”Alice, ik geloof dat jij een groot probleem hebt!”, bulderde hij.
Shit, ze waren er op één of andere manier achter gekomen.
”Ik hoor net dat jij een erg gemene truc hebt uitgehaald om hierbij te zijn, klopt dat?”, vervolgde hij.
”Hoe bedoelt u en waarom noemt u mij Alice?”, antwoordde ze aarzelend.
”Als ik jou was zou ik er maar niet meer zoveel omheen draaien, want dan maak je het alleen maar erger!”, reageerde hij furieus.
Alice realiseerde zich dat ze zich er niet meer uit kon praten, nu ze er toch achter waren, en probeerde het op de gevoelige toer te gooien door te antwoorden dat ze het allemaal alleen maar gedaan had omdat ze zo ontzettend gemotiveerd was. En of hij daar toch misschien begrip voor kon hebben, ze wilden toch graag gemotiveerde mensen hebben!?
”Wel gemotiveerd Alice, maar ook eerlijke mensen, en collegiaal en dat ontbreekt er bij jou erg aan!”, antwoordde hij terwijl hij opstond van achter zijn bureau en op Alice afliep.
Met zijn grote postuur, hij stak minstens anderhalve kop boven haar uit, ging hij voor haar staan en keek haar diep in haar ogen.”
Wil jij echt zo graag bij de marine Alice?”, vroeg hij nu met wat mildere stem.
”Ik wil niets liever dan dat, meneer, alleen ben ik fysiek gewoon nog niet ver genoeg”, antwoordde Alice met een trillende onderlip.
”Dus als ik jou om dit verhaal zou schorsen, of zelfs van de opleiding zou verwijderen, dan zou ik je zeer teleurstellen?”
Alice schrok hevig van deze dreiging.
”Meneer Pietersen, mijn wereld zou instorten, alstublieft doe dat niet!”, smeekte ze.
Overste Pietersen keek Alice nog steeds diep in haar ogen en moest even denken aan zijn eigen dochter, die inmiddels al 30 was, maar ook vroeger wel eens zo voor hem gestaan had. Maar dan vaak met als reden dat ze probeerde haar welverdiende straf te ontlopen als ze weer eens iets stouts had gedaan.
”Alice, ik wil je die kans best geven, maar dan zul je eerst moeten boeten voor je actie van vandaag en mij dan vervolgens vertellen dat je zoiets dergelijks nooit meer in je leven zal doen en je maatjes altijd zal bijstaan in plaats van hen zo te behandelen. Denk je dat je dat er voor over hebt?”, vroeg hij rustig.
”Ja, meneer, alles, als u me maar niet wegstuurt!”, antwoordde ze bedeesd.
”Goed”, zei hij. Hij pakte een stoel van onder het bureau vandaan en ging daarop zitten.
”Omdat ik vertrouwen in je heb zal ik je een kans geven en iets doen wat zeker niet gebruikelijk is: je een straf geven in de vorm van een stevig pak voor je billen.”
Hij keek Alice nog steeds strak aan en zag de schrik in haar ogen.
”Wat zegt u!!”, riep ze.
”U mag dit toch niet zomaar doen!” stamelde ze.
De overste keek haar streng aan en antwoordde: ”Dat klopt Alice, normaal gezien mag dit niet, maar de regels zijn erg duidelijk. Iemand die zoiets als deze actie uithaalt, wordt op z’n minst een maand geschorst en als het in de opleiding gebeurt, is de kans groot dat de tuchtcommissie hem of haar wegstuurt. Maar ik denk dat jij met jouw pittige karakter en inzet zeker een aanwinst kan zijn voor ons korps. Er zal echter wel een stuk bijgespijkerd moeten worden. Ik wil je dus een kans geven, maar die kans heeft wel deze consequentie, dus aan jou de keuze.”
Alice keek beteuterd voor zich uit en dacht aan haar grote wens van een baan bij de marine, om de wereld te zien en op avontuur te gaan. Zo’n pak slaag zou ze toch best overleven, ze had wel vaker wat klappen van haar vader gehad. Dat had natuurlijk wel pijn gedaan maar had haar niet meer dan een paar rode billen opgeleverd.
”Als ik geen andere keuze heb, dan zal ik hier maar mee instemmen”, zei Alice.
De overste wachtte geen moment en voor ze verder kon spreken pakte hij haar stevig bij haar arm en trok haar over zijn knie. Alice was zwaar geschokt en was eigenlijk nog aan het bijkomen van de schrik toen de eerste klappen neerkwamen op haar, gelukkig, dikke uniform. Haar gedachten trokken haar mee van ongeloof naar verbazing en naar haar billen die inmiddels toch aardig zeer begonnen te doen, ondanks die dikke bescherming. Het slaan stopte even en Alice was verbaasd. Zou hij nu al klaar zijn? Mijn god, wat gebeurde er nu? Ze voelde hoe er een hand onder haar buik schoof die haar riem los knoopte en haar broek losmaakte. Deze werd vervolgens door de andere hand boven haar billen aan de band vast gepakt en naar beneden getrokken. Ze schrok erg toen ze de koele lucht over de achterzijde van haar blote bovenbenen voelde waaien en voelde onder zich de prikkeling van de wollen broek, die de benen bekleedde waarover ze lag. Wederom kwamen er klappen op haar billen, maar nu een stuk bijtender, zo zonder bescherming. Alleen haar slipje bedekte nog haar schaamte, maar dat was op dit moment het minste waar ze zich zorgen over maakte. Mijn hemel wat een grote eeltige handen had die man! Klets, Klats, klets, klats.
“Au, shit, ggrrr”, reageerde Alice.
Naarmate de klappen langer duurden kreeg ze het steeds moeilijker om zo stoer te blijven en het niet uit te gillen. Zo’n pak slaag had haar vader haar nog nooit gegeven! Die had hoogstens een stuk of dertig klappen gegeven en dan was het meestal wel klaar. Maar dit duurde nu al zo’n drie minuten, wanneer zou hij stoppen?
”Ik wist wel dat je een stijfkop was en niet zou laten merken dat het pijn deed”, becommentarieerde de overste en terwijl hij dat zei pakte hij van zijn bureau een houten liniaal en vervolgde zijn strafsessie. Na zo’n tien klappen had hij hier al heel wat meer resultaat mee.
”AAUUU,OOHH,AUUU”, gilde Alice.
Ze draaide en sloeg met haar armen waar ze de overste maar op zijn onderbenen kon raken. Die stopte even, pakte haar rechterarm vast en weerhield haar zo ervan in ieder geval veel te bewegen. Hij sloeg vervolgens stevig door en bedekte Alice haar billen met een wirwar van rode strepen, die de kleur van het geheel steeds egaler diep rood maakten. Hevig schokkend lag Alice over zijn knie. Na nog twee minuten stopte hij, legde de liniaal op haar onderrug en zijn hand op haar gloeiende billen.
”Ik geef je nu een minuut de tijd om na te denken waarom je hier ligt en zo stevig gestraft wordt. En wat je ultieme doel is en waar je voor wilt gaan bij de marine. Na die minuut zal ik je slipje naar beneden doen en afsluiten met nog twintig stevige tikken.”
Alice had geen enkele behoefte meer om tegen te stribbelen, ze wilde alleen maar dat deze tuchtiging zo snel mogelijk klaar was. Haar gedachten gingen wel naar haar droom van een carrière bij de marine en dat ze daar alles voor over had. Hevig snikkend dacht ze ook even aan Esther die ze op zo’n lage manier had behandeld. De overste had gelijk, dat was erg slecht geweest, je kan niet ten koste van alles je droom bereiken. Alice voelde de laatste beschermlaag van haar billen weggenomen worden en wist dat het einde in zicht was. Ze zou de straf als een sterke vrouw verder dragen, zei ze tegen zichzelf. De eerste klappen van de liniaal stookte het vuur in haar billen echter zo op dat ze niet anders kon dan haar straffer te laten merken hoe verschrikkelijk veel pijn hij haar lieve billen toebracht. KLETS, KLETS, KLATS.
”AUUU, NEE, OOHHH”, gilde ze.
Eindelijk stopte hij en ze liet met een diepe zucht al haar aangespannen spieren los. Nog hevig naschokkend bleef Alice over de stevige knieën van de overste liggen, die inmiddels de liniaal had weggelegd en haar enkele zachte aaitjes over haar gehavende achterwerk gaf.
”Zo Alice, ik hoop dat dit een les voor je is die er voor zal zorgen dat je je doel bereikt, maar wel op de juiste manier.”
Met die woorden hielp hij haar op haar benen. Hij zag de dik betraande ogen van Alice die hem een blik gaven die een mengeling was van boosheid maar ook begrip, ze had haar straf gerespecteerd.
”Ja overste, u heeft gelijk, het was gemeen. Ik zal Esther mijn excuus aanbieden.”
Esther, dacht ze opeens, wat zou er met haar gebeurd zijn toen ze gevonden werd? Ze had immers moeten uitleggen hoe ik haar zover had gekregen. Zou zij ook…