Huisgenoot (1)

Drie fucking wekkers. Drie wekkers en ze werd nog steeds niet wakker. En het was nu al de vijfde keer dat ik haar wakker moest schudden. Ik dacht dat ik gek werd. Zelfs op de dagen dat ik uit kon slapen. En dan was ze net begonnen met d’r stage, ze moest nog een half jaar. Om over haar werkdagen nog maar niet te beginnen. Dat was al wel langer aan de gang, al sinds we huisgenoten werden. Maar ja dan moest ik meestal zelf ook vroeg op, dus dan was het niet zo erg.
Dus toen ik na twee weken het echt spuugzat was en het een keer er gewoon bij had gelaten en op d’r donder had gekregen omdat ze veel te laat was en ze het gore lef had om boos op me te worden, omdat ik haar niet wakker had gemaakt, had ik het echt gehad.
‘Ik ben je fucking moeder niet!’ Riep ik. Ze leek te begrijpen dat ze te ver was gegaan.
‘Sorry, sorry, ik…ik weet gewoon niet wat ik er nog meer aan kan doen.’
‘Een machine kopen die elke ochtend een emmer water over je kop gooit,’ ik klonk al wat minder boos, ‘misschien moet je gewoon eens op tijd naar bed gaan.’
Ze keek naar haar voeten en begon te blozen.
‘Maar hoe ging dat dan toen je nog thuis woonde?’
Ze lachte een beetje gegeneerd.
‘Toen durfde ik niet door m’n wekker heen te slapen.’
‘Wat? Waarom niet?’
Ze werd nog iets roder, maar begon ook nog harder te lachen.
‘Mijn vader had een keer gezegd dat ie me een flink pak voor m’n blote billen zou geven als ik niet op tijd uit bed kwam.’
Ik keek haar een beetje vreemd aan
‘Serieus?’
Ze knikte
‘Maar nu…sinds ik het huis uit ben…’
‘Oké, maar je hebt dus nooit…’
‘God, nee, echt niet. Ik was als de dood dat ie het echt zou doen.’
‘En als wij dat nou afspreken?’
‘Wat? Dat jij me…billenkoek geeft?’
Ik knikte.
‘De volgende keer dat ik je wakker moet maken.’
Ze lachte.
‘Meen je dat echt?’ Ga je dat echt doen?’
Ik haalde mijn schouders op en knikte
‘Als dat helpt.’
Als ik had geweten wat dit allemaal in gang zou zetten…
Ze aarzelde even en zei toen, ‘Oké afgesproken!’
We gaven elkaar een hand en iets zei me dat ik na het weekend toch vroeg op zou moeten staan.

En Tess stelde niet teleur. Ik werd meteen wakker toen haar wekker ging, maar ik gaf haar het voordeel van de twijfel. Het hielp natuurlijk ook niet dat ze gisteren had zitten blowen en tot 4 uur s nachts youtube had zitten kijken. Ik wachtte even tot de wekker voor de 2e keer afging.
Ik stond zuchtend op en ging naar de kamer naast de mijne. Rustig schudde ik haar wakker. Het duurde even. Pas toen ze op de rand van het bed zat en zich eens even goed had uitgerekt, realiseerde ze zich wat dit betekende. Ze stotterde en stamelde wat en stond op.
‘Maak je voor nu maar geen zorgen, je bent al laat genoeg. We hebben het er vanavond over. Maar even een voorproefje.’
Ik gaf haar een aantal flinke tikken op haar dunne pyjama broek. Ze slaakte een gilletje en greep naar haar achterste.
‘Kom anders kreeg je straks nog ook nog op je donder bij je stage.’
Ze ging douchen en omdat ik toch niet meer kon slapen, maakte ik een ontbijtje voor haar klaar.
Toen ze aangekleed en al aan de tafel kwam zitten durfde ze me niet aan te kijken. Ze at snel voor haar doen en stond zo weer op.’Tot vanavond,’ mompelde ze en ging vlug de deur uit.

Mijn dag ging zoals gepland, ik had college, deed boodschappen en werkte wat aan mijn scriptie.

Ze kwam later dan normaal thuis. Ze keek erg zenuwachtig.
‘Zullen we het nu maar even bespreken of wil je eerst wat eten?’
Ze schudde haar hoofd; ‘Ik heb in de bus al wat gegeten. Laten we het nu maar doen.’ Ze durfde me nog steeds niet aan te kijken.
‘Is goed,’ zei ik, ging op de bank zitten en gebaarde dat ze over m’n schoot moest komen liggen. Ze keek ongemakkelijk,
‘Moet het op m’n blote billen?’
Ik knikte, ‘Dat was wat we hadden afgesproken, maar als je fijn vindt, mag je voor het eerste deel je onderbroek wel aanhouden. Maar we eindigen met de billen bloot.’
Ze begon een beetje onhandig haar riem en het knoopje van haar broek los te maken. Ze liet haar loszittende spijkerbroek zakken, onthulde haar ondergoed met schattige axolotls erop en ging over mijn schoot liggen met haar hoofd in de kussens verborgen.
Ik zuchtte even, legde mijn rechterhand op haar onderrug.
‘Wat ik vooral erg vind, is niet dat je door je wekker heen slaapt. Dat kan, het gebeurt iedereen en misschien kan je er ook niks aan doen. Maar dat je gisteren tot 4 uur ’s nachts jointjes hebt zitten roken en stomme filmpjes heb zitten kijken, terwijl je weet dat we dit hadden afgesproken en misschien nog wel erger, dat je de volgende ochtend gewoon  aan de slag moet. Je hebt daar verantwoordelijkheden en mensen rekenen op je. En je verwaarloost zo ook jezelf, je toekomst. Daarom lig je nu hier. Ik hoop dat je er wat van leert.’
Een onverstaanbaar antwoord tussen de kussens.
Ik tilde mijn hand omhoog.
Liet hem hard neerkomen.
Haar hoofd schoot uit de kussens en ze slaakte een kreetje.
Klap twee, dezelfde reactie.
Langzaam vond ik mijn ritme.
Wriemelend lag ze daar.
Kleine kreetjes uitstotend.
Langzaam kwam er kleur op haar billen.
Even pauze.
Een strelende hand.
‘Begrijp je hoe je in deze positie terecht bent gekomen?’
Ze knikte.
‘Goed, dan begrijp je hopelijk ook dat je dit heel erg serieus moet nemen.’
Langzaam gingen de axolotls omlaag
Een gegeneerd gekerm.
Nog even een moment om de spanning op te voeren.
Het ritme kwam snel weer op gang.
Iets harder en sneller.
Ze ademde zwaarder
Kreetjes werden snikjes.
Haar mollige billen werden steeds roder.
Ze trappelde en wriemelde,
Ze werd stevig vast gehouden.
Ze kon nog nergens naar toe.
Het was net alsof mijn hand van de ene naar de andere bil stuiterde.
Haar kreetjes werden gilletjes.
Ze spartelde heviger.
Mijn tempo werd minder, mijn kracht niet.
‘Ga je beter voor jezelf zorgen?’
Een snikkend ja
‘Ga je wat meer je verantwoordelijkheid nemen?’
Alleen luide snikken
Een extra ferme tik
Een luid ja.
Nog een aantal ferme tikken en ik hielp haar omhoog op mijn schoot. Haar hoofd viel op m’n schouder, ze was aan het snikken.
‘Het spijt me,’ het was zachtjes maar gemeend.
‘Het is al goed.’
Ik aaide haar zachtjes over haar rug en liet haar uithuilen. Later nadat er wat crème op haar billen was gesmeerd en ik wat te eten voor ons had klaar gemaakt, zaten we samen aan tafel.
‘Dank je,’ zei ze zachtjes.
Ik gaf haar een kleine lach.
‘Denk je dat je het nodig hebt als ik af en toe voor ouder speel?’
Ze werd rood, maar knikte.
‘Oké, misschien kunnen we wat afspraken maken en als je daar niet aan houd ga je weer over de knie. Zie je dat zitten.’
Weer een beschaamde knik.
‘Kijk me eens aan.’
Haar grote blauwe ogen keken me verlegen aan.
‘Het is niet erg als je dit af en toe nodig hebt. Ik weet niet of ik het leuk vind om voor je ouders te spelen, maar als ik je daarmee help dan wil ik dat best doen. Maar neem je het wel serieus?’
‘Ja natuurlijk.’
‘Dan kunnen we straks even bedenken wat je allemaal nodig hebt om wat beter voor jezelf te zorgen.’
Het was natuurlijk niet de enige keer dat ik haar op d’r sodemieter moest geven. Soms kreeg ik het idee dat ze het erom deed.

Bunker in het bos

“Wat is dat toch met jou?” vraagt hij. “Je lijkt de muren op te lopen.”

Ze zucht. Het is waar: ze is vreselijk ongedurig.

“Geen idee,” antwoordt ze. “Ik weet echt niet hoe het komt. Ik weet gewoon geen blijf met mezelf.”

“Ga even wandelen,” spoort hij aan.

Ze haalt haar schouders op. “Geen zin in.”

Heb je ergens wel zin in?

Ze denkt even na en schudt dan haar hoofd.

“Dan ga je dus wandelen,” besluit hij.

Aan zijn blik te zien kan ze maar beter niet te hard protesteren.

“Waar zou ik dan heen moeten?”

“Gewoon, even het bos in. Als je de knooppunten volgt, kom je uit op ongeveer 5 kilometer dacht ik. Een uurtje stappen. Daar kom je vast van tot rust.”

“Is het niet al een beetje laat om nu nog te gaan wandelen?” probeert ze.

Hij schiet in de lach. “Het is nog niet eens 20 uur,” antwoordt hij. “Het duurt nog twee uur eer de zon ondergaat. Ruim tijd. Zeker als je niet blijft treuzelen en gewoon vertrekt.”

Urgh. Het zal dan wel. In zichzelf mopperend trekt ze haar wandelschoenen aan. Een rugzak neemt ze niet mee. Ze zal immers maar een uurtje weg zijn? Dan is het veel minder vervelend om wat dorst te hebben, die ze na dat uur meteen kan lessen, dan om een heel uur lang haar rug te verwarmen door een rugzak mee te slepen.

Het duurt even, maar na een tweetal kilometer moet ze toegeven dat Bas gelijk had. De gedachten lopen over elkaar heen in haar hoofd, maar daarna verdwijnen ze geleidelijk aan op het ritme van haar voetstappen.

Er zijn niet veel andere wandelaars op pad in dit deel van het bos. Toch was er daarnet een man die langs haar heen kwam gejogd. Gek. Hij zou net rustig de tijd moeten nemen om van de omgeving te genieten, vindt Zoë. En niet alle dieren wegjagen met zijn haastige gedoe. Tot nu toe hoorde ze minstens drie konijnen of eekhoorns wegschieten tussen de struiken. Ook sprongen vier kikkers met een plons in het water toen ze een bruggetje overstak. En daarnet zag ze zelfs, voor het eerst in haar leven, een specht met zijn snavel tegen de boom tikken. Dat klonk veel luider dan ze had gedacht. En die vogel was slechts piepklein! Wat een sterke snavel moet die hebben…

De joggende man van daarnet staat iets verderop vertwijfeld stil bij een kruispunt. Net wanneer ze rechtsaf wil slaan richting wandelknooppunt 53, zoals het bordje aangeeft te doen, spreekt hij haar aan.

“Sorry, weet u soms welke richting ik uit moet om naar nummer 53 te gaan?”

“Ja hoor, gewoon rechtdoor,” antwoordt ze.

“Bedankt!” roept de man over zijn schouder, terwijl hij alweer verder jogt.

Zoë giechelt in zichzelf. Eigenlijk is ze een beetje geschrokken over zichzelf. Hem zomaar de verkeerde kant op sturen… Ach, dan leert hij het bos misschien waarderen, praat ze het voor zichzelf goed. Als hij niet zo’n haast had gehad, had hij misschien ook het bordje gezien met de pijl erop. Akkoord, het stond niet vlák naast de weg, maar zo moeilijk was het nu ook weer niet te spotten. In elk geval is er nu al niet veel meer aan te doen. De man is al uit het zicht verdwenen. Zelf slaat Zoë wel rechtsaf, op weg naar knooppunt 53. Die man komt ook wel uit waar hij moet zijn. Uiteindelijk. Zo gigantisch is dit bos nu ook weer niet.

Ze wandelt verder en eenmaal ze bij knooppunt 53 aangekomen is, slaat ze linksaf op weg naar knooppunt 52. Ze is de man al bijna vergeten. Ze geeft het niet graag toe, maar Bas had gelijk dat hij haar even naar buiten stuurde. De wandeling doet haar goed. Ze is nu ongeveer halverwege. Ze blijft even staan om haar schoenveter opnieuw te strikken. Wanneer ze overeind komt, schrikt ze. Op een tweehonderdtal meter voor haar uit ziet ze de man van daarnet. Waar komt die nu vandaan? Vast vanuit een zijweggetje ergens. Alle wegen in dit verdomde bos lopen in kringetjes die elkaar regelmatig kruisen. Belangrijk is om te weten of hij haar gezien heeft. In elk geval komt hij vastberaden deze kant op. Paniekerig kijkt ze om zich heen, maar er zijn geen vluchtroutes. Geen zijwegen, alleen bomen, bramenstruiken en brandnetels. Als ze zich nu omdraait, ziet dat er ook maar gek uit. Dus loopt ze verder en hoopt ze maar dat hij haar niet herkent en haar gewoon laat passeren.

IJdele hoop, zo blijkt al snel.

“Wat dacht je wel niet?” zegt hij boos, zodra hij binnen gehoorsafstand is. “Me zomaar de verkeerde kant opsturen. Dat vond je zeker wel grappig?”

Een beetje wel, maar dat durft ze nu echt niet meer toegeven.

“Ik zou je moeten arresteren voor smaad aan de politie en obstructie van de rechtsgang.”

“Pardon?” Ze verslikt zich bijna.

“Wat als ik een boef achterna had gezeten en jij me de verkeerde kant opstuurde? Daar staan strenge straffen op, hoor.”

“Bent u een politieagent?”

De man knikt.

“Dat kon ik toch niet weten?”

“Mooi, dan werkt m’n undercoveroutfit. Maar dat wil nog niet zeggen dat je mensen zomaar de verkeerde kant mag opsturen. Heel m’n operatie had wel in het water kunnen vallen.”

“Loopt die boef hier nu dan nog ergens rond?” Ze kijkt nerveus om zich heen.

“Nee, nee,” stelt hij haar gerust. “Hij blijkt er vandaag niet te zijn. Maar als hij er wel was geweest en ik was hem door jou misgelopen…”

“Tja, eh, sorry?” zegt ze. Wat moet je daar nu ook op gaan zeggen?

“Sorry? Daar koop ik niets voor,” bromt de man. “Jij gaat met mij mee naar het politiebureau. Dan gaan we samen een paar documenten invullen.”

“Politiebureau? Documenten? Wat voor documenten?”

Een officiële waarschuwing voor obstructie van de rechtsgang. Misschien leert dat je om je voortaan wat socialer op te stellen.

“Hé, ik kon dit toch niet weten!” roept Zoë uit. “Wie zegt trouwens dat je een echte politieagent bent?” merkt ze plots slim op. “Straks vertel je me dat alleen maar om me te kunnen meelokken en ontvoeren.”

Hij reikt in zijn borstzak en haalt er een badge uit, die hij haar voorhoudt. Het ziet er legitiem uit. Dan steekt hij zijn hand in zijn kontzak en houdt haar een stel handboeien voor. “Ga je nu netjes met me mee of moet ik je deze omdoen?”

“Ho, wacht even.” Ze deinst achteruit. “Moet ik echt mee naar het politiebureau? Kunnen we dit niet op een andere manier oplossen?”

“Wat stel je voor?”

“Ik heb al mijn verontschuldigingen aangeboden,” begint ze. “Ik beloof u dat ik voortaan nooit meer mensen de verkeerde kant op zal sturen.”

“En ik moet dat zomaar geloven?”

Ze knikt heftig. Ja, alsjeblieft, geloof het.

“Als je mijn vrouw was, zou ik je een pak slaag geven waardoor je drie dagen niet meer kon zitten.”

Een pak slaag. Zoë’s hersenen draaien op volle toeren. Zou hij veel harder slaan dan Bas? Zijn armen zien er best gespierd uit en hij heeft ook grote handen.

“Zo te zien spreekt dat idee je wel aan,” grijnst hij. “Ben je al eens eerder geslagen?”

Ze voelt hoe haar wangen rood worden. Stil knikt ze.

“Dan hoef ik je vast niet meer uit te leggen dat een pak slaag op de blote billen gegeven wordt?”

Nu kijkt ze naar de grond. Gebeurt dit echt?

“Wel?”

“Nee, meneer,” mompelt ze.

“Hmm.” Hij denkt even na. “Weet je zeker dat je dit wil?”

“Zolang ik maar niet mee hoef naar het politiebureau,” zegt ze stil.

“Dan regelen we het onder ons,” gaat hij akkoord. “Maar je doet wel deze aan, zodat je er niet vandoor gaat.” Hij zwaait met de handboeien. “Draai je maar om.”

Ze slikt even. Dan draait ze zich om en houdt haar handen op haar rug. Even later zitten haar handen vast. Het metaal voelt koud en hard tegen haar huid.

“Iets verderop is een gebouwtje van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening. Weet je dat zijn?”

Ze knikt, haar rug nog steeds naar hem toe. “Daar gaan we heen. Jij gaat voorop.”

Als ze nu maar niemand tegenkomen… Gelukkig is het niet ver. De betonnen constructie is omheind door prikkeldraad en een gesloten poort met daarop een bordje “verboden toegang – privédomein”.

De politieagent haalt een sleutel tevoorschijn. “Ik lig hier regelmatig op wacht, daarom heb ik een sleutel. Niemand zal ons hier storen.”

Hij sluit de poort achter hen en gaat haar voor, een bunkerachtig gebouw binnen. Er staat niet veel in het gebouw. Een groot reservoir met water en verder wat leidingen. Maar ook een stoel, die de man nu in het midden van de beperkte ruimte zet. Hij graaft even in zijn rugzak en haalt dan, tot Zoë’s grote verbazing, een kleine houten paddle tevoorschijn. Is dit nu ook al standaard uitrustig voor politieagenten, vraagt ze zich af.

“Kom maar even hier voor me staan,” geeft de man aan. “Weet je zeker dat je dit wil? Je kunt nu nog terug. Zoals je ziet, ben ik niet van plan om mild voor je te zijn.”

Weet ze het zeker? Geen idee. Maar een pak slaag is straks voorbij, terwijl een officiële waarschuwing vast twee jaar op haar strafblad gaat staan. Eigenlijk heeft ze geen idee wat ze van een officiële waarschuwing moet verwachten. Wat ze van een pak slaag kan verwachten, weet ze wel. Dan kiest ze liever voor het bekende en de korte pijn.

“Laatste kans,” geeft hij aan.

“Nadien is het klaar?” vraagt ze nogmaals, ter bevestiging.

“Dan ga jij even niet kunnen zitten, maar er zullen geen verdere gevolgen zijn,” herhaalt hij.

Dus knikt ze.

Hij tikt op zijn bovenbil en ze gaat naast hem staan. “Zoals ik daarbuiten al zei,” kondigt hij aan, “gebeurt een pak slaag op de blote billen. Hij maakt de knoop van haar broek los en trekt die naar beneden. Haar onderbroek volgt meteen.

Zoë schaamt zich dood, maar kan er niet veel tegen beginnen, met haar handen geboeid op haar rug. Dan neemt hij haar bovenarm vast en begeleidt hij haar over zijn knie. Oef. Haar voeten komen niet aan de grond, merkt ze. En haar billen steken hoog de lucht in. Hij legt zijn ene arm om haar heupen, zodat ze niet kan vallen.

Zoë zet zich schrap, maar hij begint niet meteen te slaan. In plaats daarvan doet hij zijn preek van daarnet nog even dunnetjes over.

“Je mag mensen niet zomaar de verkeerde kant opsturen als ze je de weg vragen. Je weet nooit of ze haast hebben en waarom ze ergens heen moeten. Je hebt echt heel veel geluk gehad dat er geen ernstigere gevolgen van jouw kleine grapje zijn. Niet omdat ik toevallig politieagent ben, maar omdat je bij niemand, helemaal niemand, ooit kunt weten welke reden ze hebben om ergens snel heen te willen. Het is helemaal niet netjes om hen dan opzettelijk te vertragen en misschien zelfs in de problemen te brengen door hen de verkeerde kant op te sturen.”

Ze laat het stilletjes over zich heen komen. Hij heeft natuurlijk gelijk. Geen idee wat haar bezielde. Het was gewoon een opwelling.

“Ik heb er niet bij nagedacht,” antwoordt ze uiteindelijk.

“Nee, dat denk ik ook niet,” reageert hij meteen. “Dus ik ga er nu even voor zorgen dat je een pak slaag krijgt dat je nog lang zal heugen. Volgende keer als iemand je de weg vraagt, zul je er wel degelijk over nadenken, dat garandeer ik je.”

Dan begint hij te slaan. Niet zacht, maar ook niet heel hard. De klappen weergalmen luid in deze bunker. jammer genoeg v oor Zoë lijkt de man door te hebben dat ze meer gewend is, want hij voert het tempo op en begint ook steviger te slaan. Na een tijdje kan ze niet meer stil liggen en trapt ze met haar benen. Gelukkig heeft hij haar stevig vast aan haar heup, want doordat haar handen nog steeds vastgebonden zijn op haar rug, kan ze moeilijk zelf haar evenwicht houden.

“Zo, begint de boodschap al door te dringen?” vraagt hij uiteindelijk.

Zoë hijgt. “Ja!” roept ze. “Ik zal voortaan nooit meer iemand de verkeerde kant opsturen.”

“Goed zo,” zegt hij. “Die boodschap gaan we er nog wat steviger in slaan.”

Hij neemt de houten paddle en legt die op haar billen.

“Nee, alsjeblieft…” kreunt ze.

“Oh jawel,” zegt hij ferm. “Dit is je verdiende loon. Jij zult leren om geen grapjes uit te halen met onschuldige voorbijgangers die genoeg vertrouwen in jou hadden om je om hulp te vragen.”

Shit. Als hij het zo stelt, klinkt het wel heel erg wat ze gedaan heeft. Veel tijd om er lang bij stil te staan, krijgt ze niet, want hij begint meteen opnieuw te slaan. En zo’n houten paddle doet echt veel meer pijn dan zijn hand, hoe hard zijn handen ook waren. Algauw staan haar billen in brand. Ze jammert en smeekt, maar het haalt allemaal niets uit.

“Ik had je gewaarschuwd dat je hierna minstens een paar dagen niet meer zult kunnen zitten,” zegt hij zonder een spoortje van medelijden in zijn stem. “Ik wil dat de boodschap goed doordringt.”

“Het is doorgedrongen!” jammert ze. “Ik ga het echt nooit meer doen.”

“Echt?” Hij slaat ongenadig door.

“Echt!” belooft ze. “Auwww.”

“Het klinkt in elk geval alsof we de goede kant opgaan,” geeft hij toe. “Maar ik wil heel zeker zijn.” En dus slaat hij verder.

Pas na wat een eeuwigheid lijkt, houdt hij op. Waarderend laat hij zijn rechterhand over haar gezwollen billen gaan.

“Die voelen warm,” geeft hij aan.

“Het doet pijn,” jammert Zoë.

“Mooi zo. Dat is namelijk exact de bedoeling.”

Even is het stil. Het voelt vreemd stil, want de akoestiek in de bunker zorgde dat de klappen en haar gejammer enorm versterkt werden doordat ze tegen de betonnen muren aan galmden.

“Wat denk je? Ga je nog mensen de verkeerde kant op sturen?”

“Nee!” roept Zoë meteen. “Dat doe ik helemaal nooit meer.” Ze meent het hartsgrondig. “Nooit, nooit, nooit meer.”

De man glimlacht. “Mooi zo.”

Een sleutel klikt in haar handboeien en dan zijn haar handen plots vrij. Haar schouders zijn stram door haar armen zo lang gedwongen naar achter te hebben gehouden. Voorzichtig helpt hij haar overeind.

Ze bloost bij het besef dat haar broek nog steeds rond haar enkels had en bukt zich snel om die op te trekken.

“Alles oké?”

Ze knikt. En glimlacht. “Ik weet eigenlijk niet hoe je heet,” zegt ze dan.

“Je hebt mijn badge toch gezien?”

“Tja, eh, ik ben je naam een beetje vergeten,” geeft ze toe.

“Foei, foei,” grapt hij. “Ik ben Sander.”

“Zoë,” zegt ze en ze steekt haar hand uit. “Aangenaam.”

Hij grinnikt. “Aangenaam.”

Dan opent hij de deur. “Na jou,” gebaart hij galant. “En laat ik niet merken dat je nog mensen de verkeerde kant op stuurt!”

“Nee, nee,” haast ze zich te zeggen. “Dat doe ik nooit meer.”

En dan maakt ze dat ze wegkomt. Ze is al veel langer dan uur weggebleven. Hoe moet ze dit straks aan Bas uitleggen?

Hutje in het bos

“Hé, kijk, een vlinder!”

Hij glimlacht. Ze kan soms zo heerlijk spontaan zijn. Schattig vindt hij het. Maar als hij haar dat zegt, zet ze haar stekels op. Wat haar overigens alleen maar schattiger maakt, al haalt hij het niet in z’n hoofd om haar daarop te wijzen.

“Oeh, daar staat een pijltje naar het speelbos. Kom, we gaan daarheen!”

Zonder zijn reactie af te wachten slaat ze het pad in. Hij volgt. Het is hem allemaal best. Ze dwalen al een halfuur op goed geluk door het bos. Het plan was om een wandelroute te volgen, maar tegen de verwachtingen in wordt die route niet met bordjes aangegeven. En aangezien ze geen van beiden zin hebben in kaartlezen, besloten ze dan maar om willekeurig en op gevoel een pad te kiezen. Hoe ze straks terug bij het beginpunt komen, is een zorg voor later.

“Kijk uit voor de tak!” roept ze plots, terwijl ze een tak aan een boom opzettelijk tegen hem aan laat zwiepen.

“Hé!” roept hij uit.

“Oepsie.” Haar ogen twinkelen te hard om er ook maar iets van te geloven. Dit was duidelijk met opzet.

“Kijk maar even uit jij,” gromt hij.

“Ik kijk uit, maar jij duidelijk niet. Ik kan er ook niets aan doen dat jij die tak niet had gezien.”

Voor ze erop bedacht is, heeft hij haar oor beet. De brutale grijns staat nog op haar gezicht, maar er is ook wat onzekerheid bij gekomen.

“Let maar op, anders neem ik je mee naar een geheim hutje. Het geheime hutje in het gevaarlijke, donkere bos.”

“Zo donker is het hier niet,” werpt ze tegen, terwijl ze mokkend over haar over wrijft. “En ik zie ook geen hutjes.”

“In dat hutje staat een stoel midden in de kamer. Waar zou die toch voor dienen…”

Ze haalt haar schouders op, maar zorgt verstandig dat ze buiten handbereik blijft.

“Kijk, daar is een kabelbaan!” roept ze plots. Handige wissel van onderwerp. “Gaan we erop?”

Hij zucht. “Goed hoor.” Inmiddels weet hij al beter dan tegen dit soort dingen in te gaan. Ach, als ze daar blij van wordt. Beter dit dan dat ze kattekwaad uithaalt. Dus gaan ze elk om beurt van de kabelbaan. Hij één keer, om haar plezier te doen. Zelf gaat ze nog een keertje extra.

“Dat was leuk,” grijnst ze. “Maar ik wil eerst even wat drinken voor we verder lopen.” Ze haalt een fles water uit haar rugzak en draait de dop open. Ze neemt een grote slok. “Wil je ook wat verfrissing?” vraagt ze dan. Ze biedt hem de fles aan, maar wanneer hij zijn hand uitsteekt om die aan te nemen, knijpt ze er hard in, waardoor er een hele straal water in zijn gezicht spuit.

“Zoë!” roept hij uit.

Ze plooit dubbel van het lachen. “Wat?” vraagt ze dan onschuldig. “Ik bood je verfrissing aan. Is dat niet verfrissend genoeg? Wil je nog?”

Gelukkig voor haar zijn er nog wandelaars in het bos en net nu passeren er weer drie mensen met een hond.

“We zullen toch maar even langs dat hutje moeten gaan,” dreigt hij dan maar, terwijl hij het water uit zijn gezicht veegt.

“Dat niet bestaande hutje,” hoont ze. “Tuurlijk.”

Ze stappen verder. En intussen praten ze. Over van alles. Serieuze onderwerpen, minder serieuze onderwerpen, helemaal niet serieuze onderwerpen. Het voelt heerlijk om even in dit bos te zijn, weg van het leven van alle dag. Een paar uur lang gewoon wat wandelen, wat babbelen en af en toe op een kabelbaan gaan. Natuurlijk kan ze het niet laten om regelmatig een brutale opmerking te maken of iets wat hij zegt opzettelijk verkeerd te begrijpen en te verdraaien. Maar dat wist hij vooraf, dat het zo zou gaan. Op zijn beurt stelt hij haar lastige vragen, waarvan hij weet dat ze er verlegen van zal worden: “Heb je liever dat je benen in de lucht bungelen als je over de knie ligt of dat je voeten de grond nog raken?” Ze houdt zich groot terwijl ze antwoord geeft, zeker, maar het is duidelijk dat ze soms moeite heeft om hem te blijven aankijken. Hij geniet ervan. Met volle teugen. Want o wat kan ze hem jeukende handen bezorgen…

“Het is echt heel warm,” merkt hij op een bepaald moment op. “Gelukkig is hier veel schaduw.”

Ze knikt. “Wil je nog wat water?” biedt ze aan. De ondeugende twinkeling in haar ogen spreekt boekdelen. Toch knikt hij. Zou ze het serieus nog eens durven? Ja hoor, ook deze keer knijpt ze in de fles, maar nu was hij erop bedacht en kan hij het water ontwijken.

“Je vraagt er echt om, meisje.”

Ze lacht en knikt. “Tja,” zegt ze. “Wat jammer nu dat er hier zoveel andere wandelaars zijn.”

“Kom jij maar eens even mee.” Hij neemt haar bij de arm en trekt haar mee, van het pad af, tussen de bomen door.

“Waar gaan we heen?” vraagt ze, nu toch een beetje ongerust. “Naar dat hutje van je zeker?”

“Inderdaad,” knikt hij.

Ze lacht schamper, maar wordt abrupt stil als ze een paar minuten later voor een houten deur staan. Wat bijzonder dat ze die niet eerder had opgemerkt. Maar het hutje zit dan ook echt goed verscholen tussen de bomen. Als je het niet weet zijn, zul je het nooit vinden. In dit deel van het bos komen er sowieso ook al minder wandelaars, omdat het eigenlijk de bedoeling is dat je op de paden blijft.

Hij haalt een sleutel tevoorschijn en opent de deur.

“Vanwaar komt die sleutel?”

“Dit hutje wordt gebruikt door de scouts. Ze komen hier regelmatig een bosspel doen en leggen hier dan hun materiaal en de rugzakken van de leden, zodat alles veilig ligt. Ik heb een vriend bij de leiding die me voor vandaag de sleutel wilde lenen. Ik had al zo’n vermoeden dat het weleens nodig zou kunnen zijn.”

Met een armgebaar nodigt hij haar uit naar binnen. Zoals hij had voorspeld, staat in het midden een houten stoel. Hij sluit de deur achter hen en gaat zitten. “Kom jij nu maar eens even hier.”

Aarzelend loopt ze op hem af. Hier had ze niet op gerekend. Dat hij later eens met haar zou afrekenen, dat wel. Dat zeker. Maar niet hier en nu.

“Doe je broek naar beneden.”

Heel even aarzelt ze. Ze werpt een blik op het raam, maar dat is zo vuil dat je er niet meer dan schaduwen door kunt zien. Ze betwijfelt of iemand naar binnen zal kunnen kijken, als er al iemand langs zou komen, wat op zichzelf ook twijfelachtig is.

Dan doet ze wat hij zegt en gaat ze met een diepe zucht over zijn knie liggen.

“Ik hoef je zeker niet te vertellen waarom je hier ligt?”

Ze schudt haar hoofd.

“Dan kun jij me dat vast zelf wel vertellen.”

Even stilte. Een opstandige stilte. Hij laat het duren.

“Wel?” vraagt hij dan.

“Wellicht omdat ik misschien een beetje brutaal was,” mompelt ze.

“Misschien?” Hij lacht. “En: een beetje brutaal? Je was zeker weten heel erg brutaal.”

“Het viel best mee,” mompelt ze binnensmonds.

“Het viel even goed mee als dit pak slaag zal meevallen.”

Ze kreunt. Hij heeft er duidelijk erg veel plezier in, dus ze betwijfelt of dit pak slaag zal meevallen. Daarvoor heeft hij veel te veel lol. O, het is duidelijk dat het geen echte straf is, maar het is ook duidelijk dat ze haar grote mond beter iets had kunnen temperen. Daarvoor is het nu echter te laat.

Enkele minuten later geven haar billen een warme gloed af. Ze mag opstaan en haar broek aandoen. Gelukkig heeft hij geen instrumenten bij, bedenkt ze. Zijn hand is ook hard, maar dat is nog te doen.

“Nee,” zegt hij. Ze kijkt hem vragend aan. “Ik denk niet dat je je nu al zult kunnen gedragen.”

Ze snapt het niet. Het is toch klaar? Ze heeft haar broek al weer aan.

“Ga maar even buiten een paar goeie takken zoeken. Ik blijf hier wachten. Je hebt vijf minuten. Voor elke seconde die je te laat bent, krijg je extra. Hij haalt zijn telefoon uit en stelt een timer in.

Verstomd kijkt ze hem aan. Meent hij dit nu?

“De tijd gaat in.”

Nog heel even staart ze hem aan, dan beseft ze dat ze beter kan voortmaken. Het kan niet moeilijk zijn om midden in het bos een paar takken te vinden. Maar hoeveel is “een paar”? En los daarvan heeft ze helemaal geen zin om takken te moeten zoeken waar hij haar straks mee zal slaan. Heel even overweegt ze om met lege handen terug te keren, maar ze besluit bijna meteen dat dat een heel slecht idee zou zijn. De man stroomt over van de gemene ideeën, dus dan tovert hij gewoon wat anders uit zijn hoed wat nog erger is.

In zichzelf mopperend raapt ze een lange tak van de grond. Hij is vrij lang en zonder al te veel aftakkingen. Ideaal geschikt voor het doel dus. De knoop in haar maag groeit. Ze wil zich niet inbeelden hoe het zal voelen als die neerkomt op haar billen. Pijnlijk wordt het zeker. Had ze daarnet nu maar een toontje lager gezongen. Net iets minder brutaal geweest. Die tweede keer water in z’n gezicht spuiten, dat had ze beter niet gedaan. Waarom deed ze dat ook?

Omdat ze zich onschendbaar waande. En eer hij de kans zou hebben om er iets aan te doen, was de grootste irritatie al wat gezakt en had het niet uitgemaakt of ze iets meer of minder had gedaan. Dat was haar redenering geweest. Hoe had ze ook kunnen weten dat dat stomme hutje echt bestond?

Hoeveel minuten zou ze nog hebben? Ze is echt niet goed in tijd inschatten. Ze kan beter voortmaken. Zou drie takken genoeg zijn? Het moet maar, wat haar betreft is de tijd om. Terwijl ze terugloopt, kijkt ze nog even goed om zich heen, maar er is echt niemand te zien die iets zou kunnen horen. Gelukkig maar.

“Nog een halve minuut over,” zegt hij als ze terug binnenkomt. “Toon maar eens wat je hebt.”

Zwijgend reikt ze hem de drie takken aan. Hij inspecteert ze op gladheid. Met een mesje snijdt hij enkele oneffenheden weg. Dan zwiept hij ze elk om beurt door de lucht.

Zoë weet zich intussen geen houding te geven. Ze wil liefst wegkijken, maar kan het niet helemaal. Tegen wil en dank volgt ze zijn bewegingen vanuit haar ooghoeken.

“Leg je handen op het zitgedeelte van de stoel,” gebiedt hij eindelijk.

Zwijgend gehoorzaamt ze. Nu hij die takken in zijn handen heeft, is haar neiging om tegen te spreken volledig verdwenen.

Hij trekt haar broek opnieuw naar beneden en legt de eerste tak aan.

“Eens kijken welke tak de beste is,” zegt hij. Ze ziet zijn gezicht niet, maar aan zijn stem hoort ze dat hij breed grijnst. Hij geniet hiervan, de sadist.

Even houdt hij de tak stil tegen haar billen, dan zwiept hij drie keer kort na elkaar. Ze slaakt een kreet en stampt met haar voet op de grond als reactie op de felle pijn.

“Tut-tut,” maant hij. Kwaad kijkt ze achterom, maar meer durft ze niet te protesteren.

“De tweede tak,” kondigt hij aan. Opnieuw drie felle slagen kort na elkaar.

“Deze zwiept ook lekker,” is zijn oordeel. Zelf voelt ze geen verschil.

Nog één tak te gaan. Ook deze draagt zijn goedkeuring weg.

“Dat heb je goed gedaan,” zegt hij waarderend.

Ze knarsetandt, maar weet beter dan hem van repliek te dienen.

“Eens kijken hoe het voelt als ik ze alle drie tegelijk gebruik.”

Verschrikt kijkt ze om, maar hij verpinkt niet.

Hij neemt de drie takken gebundeld in zijn rechterhand en legt ze even aan tegen haar billen. Ze spant op. Even gebeurt er niets, dan een driedubbele zwiep. Ze schiet overeind. Verdomme, dat doet pijn.

“Terug in positie,” maant hij.

Vuil staart ze hem aan.

“Je hebt duidelijk nog meer nodig,” concludeert hij.

De takken landen nu snel op haar billen. Hoe erg ze ook probeert stil te staan, het lukt haar niet. Hij legt een hand op haar rug om haar beter in positie te houden.

“Nog tien keer,” kondigt hij aan. “Zet je schrap.”

En dan is het eindelijk voorbij. Ze trekt haar broek op en ontwijkt zijn blik, terwijl hij haar in een knuffel tegen zich aan trekt.

Hij grijpt haar oor. “Ga je nu weer lief zijn?” vraagt hij.

Ze knikt. “Ja,” fluistert ze.

“Mooi zo.” Troostend wrijft hij over haar billen.

Dan gaan ze weer naar buiten. “Welke kant zullen we nu op gaan?” vraagt hij. “Misschien kunnen we zoeken of er ook een schommel in dit speelbos staat? Is vast erg leuk om met pijnlijke billen op te gaan zitten.”

Hij grijnst en ze kan er niets aan doen, maar ze grijnst terug. “Sadist,” grinnikt ze.

“Zeker weten,” antwoordt hij. “Gelukkig vind je het net zo leuk als ik.”

“Alleen wat pijnlijker,” moppert ze lachend.

“Tja, verschil moet er zijn.”

Een ongewenst poststuk

Met een zucht stapt Lily de auto uit. Het was een lange dag op werk, en ze kan niet wachten tot ze haar geliefde man Ruben vanavond weer in de armen kan nemen. Ze bliept haar auto op slot, en loopt naar haar huis.
Zodra ze de voordeur open doet, ziet ze een stapeltje post liggen. Reclame van de loterij, een brief van de verzekering, en eentje met een paarse rand.

Nee toch, dat zal toch niet?

Lily rijdt altijd netjes en heeft, behalve voor over de stoep fietsen toen ze twaalf was, nog nooit een bekeuring gehad. Tot nu dus. Ze kan zich de haren wel uit haar hoofd trekken.

Snel opent ze de envelop, om de schade op te nemen. Volgens de envelop is ze 15 km/h te hard gereden, op de snelweg bij Schiedam. Of ze eventjes 155 euro, plus 9 euro administratie wil dokken.

Een aantal woorden die dames misstaan verlaten haar mond. Toch kijkt ze nog eens naar de brief. De A4, zaterdag twee weken geleden, om 18:53, 115km/h… wacht eens even.

Haar ogen worden groot. De mond die net nog vuile taal de wereld in slingerde verandert in een met kleine grijns. Dit was Ruben. De auto staat op Lily’s naam, maar Ruben zat die avond achter het stuur, op weg naar huis na een verjaardag.

Ruben is nog op werk, maar die zal wel binnen een half uurtje thuis komen. Lily loopt snel naar de slaapkamer, en legt daar de brief bij het opgemaakte bed. Ze loopt naar naar de kast en trekt de lade open. Ruben houdt wel van een beetje kink op z’n tijd, en hier bewaren ze al hun spullen. Ze rommelt wat tussen de zweepjes en de touwtjes, maar vindt niet echt iets wat haar aantrekt op dit moment. Nee, Ruben, die verdient niet die leuke flogger, of anaal met een strapon genomen worden terwijl hij vastgebonden zit. Ruben, die verdient gewoon een ouderwets pak slaag.

Lily’s oog valt op haar nachtkastje. Daar ligt een massief houten haarborstel. Misschien kan ze daar wat mee. Ondanks hun kinky seksleven -waarin Lily meestal de leiding neemt- heeft ze Ruben eigenlijk nooit billenkoek gegeven.

Ze laat de slaapkamer achter met de brief van het CJIB op het bed, en de haarborstel ernaast. Snel gaat ze naar de keuken, zet de oven aan, en begint aan het maken van de ovenschotel.

Een minuut of twintig later hoort ze de voordeur open gaan. Ruben komt binnen. Precies op tijd, want de ovenschotel is klaar voor de oven. Die moet er ongeveer 40 minuten in, dat komt mooi uit denkt Lily.

“Dag lieverd”, met een kus en een omhelzing begroet Lily Ruben als hij de keuken in loopt. “Ik zet even deze schotel in de oven, loop jij even naar de slaapkamer?”. Ruben kust terug en antwoordt “Hoi schat, de slaapkamer? Hoezo?”. Lily grijnst en zegt “daar ligt een verrassing voor je!”.

Rubens ogen staan direct op vrolijk, en met een grote glimlach verdwijnt hij de keuken uit. Lily zet de schotel in de oven, en wacht even. Laat hem maar even in z’n sop gaarkoken, even in spanning laten staan.

Na een minuut of vier loopt ook Lily de slaapkamer in. Ze ziet een Ruben staan, die een beetje wit is geworden en de brief vast heeft. “Dit… dit ben ik geweest toch?” stamelt hij. “Ja lieverd, ik ben bang van wel. Geef mij die brief maar even. Ik denk dat het tijd is dat je in de hoek gaat staan” antwoordt Lily.

Ruben kijkt haar wat wazig aan, maar Lily wijst vastberaden naar de hoek naast de kast. “Daar”, zegt ze streng, “met je handen op je hoofd en neus naar de muur, graag”. Ruben staat nog steeds besluiteloos naast haar. Dan rukt Lily de brief uit zijn handen, en geeft hem een klap op z’n billen. Dat “Nu”.

Dat motiveert Ruben eindelijk om zich richting de hoek te begeven. “Sorry, schat”, zegt hij, met de handen op z’n hoofd.
Zijn stem is van de schrik bijna verdwenen. Lily vindt het bijna een belachelijke situatie, maar ziet de brief in haar handen weer.
“Lieverd, wat is er gebeurd, daar op die A4?” vraagt Lily, terwijl ze achter Ruben staat. “Je houdt je toch gewoon aan de maximumsnelheid? Wat is die op de A4 vóór 7 uur ’s avonds?”
“Die is 100” zegt Ruben. “Ik rijd altijd netjes 100 voor die tijd. Daarna is het 120 of 130, dat heb ik even niet scherp”.
“Dus hoe komt het dat je hier om zeven voor zeven 115 hebt gereden?”
“Dat… dat weet ik niet” antwoordt Ruben. “Misschien heb ik verkeerd op de klok gekeken?”
Lily kijkt weer even naar de brief. 18:53, dat is ook wel erg gemeen. Hij is gewoon zeven minuten te vroeg hard gaan rijden.
“Dat zal het wel zijn, je hebt niet goed opgelet op de klok en het verkeer, dus je bent onveilig gaan rijden. Dat vind ik niet fijn, lieverd. Ik heb je graag in 1 stuk thuis, en ook de auto.”
“Sorry, schat” zegt Ruben.
“Ik denk dat je hiervoor billenkoek gaat krijgen. Wat vind je daarvan?”
Ruben snuift een beetje alsof hij moet lachen.
“Billenkoek, schat? Als, als straf bedoel je?”
“Jazeker, ik denk dat dat een prima oplossing voor dit probleem is. Naast dat je kas van de Nederlandse Staat ook natuurlijk een handje helpt met de 155 euro.”
Lily pakt Ruben bij z’n arm vast, en trekt hem mee, uit de hoek, naar het bed. Bij het bed gaat ze zitten, en neemt Ruben aan haar rechterkant.
Ruben weet meteen wat de bedoeling is. Hij is een kop groter dan Lily, maar drapeert zijn lichaam toch zo elegant mogelijk over haar schoot.

Het moet voor een buitenstaander een grappig schouwspel zijn geweest; een grote man over de knie van een vrouw, op bed. Maar Lily maakt het niet grappig voor Ruben, pakt de haarborstel erbij, en begint de billen te behandelen.
Na een paar minuten vol slagen op de broek van Ruben, sommeert Lily haar man om op te staan. Ongemakkelijk doet Ruben dit.
“Haal je riem uit je broek, en trek je broek uit” zegt Lily. “Geef die riem maar aan mij, die kunnen we straks misschien nog gebruiken. Kom maar weer terug”.
Ruben ligt nu in zijn onderbroek, en dat merkt hij. De spijkerbroek van net maakte de slagen van de haarborstel een stuk minder pijnlijk. Hij mag dan wel single tails en andere narigheden gewend zijn, dit is eigenlijk vervelender dan al die sadistische tools!

Na wat voor Ruben als een hele lange tijd voelt, stopt Lily even.
“Lieverd, wat doen we nu, wat krijg je nu precies?”
“Uhh.. billenkoek, schat”.
“En billenkoek, hoort dat op de boxer? Sta maar even op en doe hem uit”
Even later staart een erectie haar aan. Lily knippert even met haar ogen, besluit deze te negeren, en tikt op haar schoot – het teken dat Ruben weer terug moet.
Eenmaal daar begint Lily weer met de haarborstel. Rubens billen zijn al een wat roze geworden, maar dat vindt Lily nog niet genoeg. Ze blijft doorslaan, en vergeet hierbij de sit-spots en dijen niet.

De arme Ruben begint het warm te krijgen, vooral in zijn billen. Hij begint te bewegen, en kreunen. Lily vindt het allemaal prachtig, maar houdt hem stevig vast terwijl ze zijn dijen goed met de borstel bewerkt.

Zodra zijn billen en dijen donkerroze zijn, laat Lily hem los. Een blik op de klok zegt haar dat ze nog ongeveer twintig minuten heeft voor het eten klaar is. Dat komt mooi uit, denkt ze.
Als Ruben is opgestaan, nog nahijgend van de inspanning van de pijn. Terwijl hij over zijn billen wrijft, staat Lily op en pakt ze de twee hoofdkussens. Deze legt ze op elkaar in het midden van het bed.
“Ga maar daar overheen liggen” zegt ze, terwijl ze de riem van Ruben alvast pakt.
Ruben ziet dat, en kreunt een beetje. “Asjeblieft niet schat, het spijt me!”
Maar Lily is vastberaden.
“Hoe duur is je boete, weet je dat nog?” vraagt ze, als hij eenmaal ligt.
“Honderd nog wat..”
“Honderdvijfenvijftig euro, exclusief administratie. Ik ga je er voor elke euro één met deze riem geven. Tel ze hardop voor me, lieverd”.

De slagen van de riem komen hard, maar niet te snel. Lily is in opperste concentratie en werkt netjes de hele billenpartij af. Ruben begint al snel te snikken.

Na 155 slagen is het eindelijk over. Rubens billen zijn donker rood, met wat blauwe striemen.
Lily gaat naast hem liggen op bed, en slaat haar armen om hem heen. “Goed gedaan, lieverd.”. Zo knuffelen ze nog een tijd.

Dan gaat het alarmpje op de telefoon van Lily af.
Het eten is klaar.

Een foute zet

Beth Harmon zat aan het bord in het kleine, sfeervolle café waar ze vaak kwam om te schaken. Het was een rustige namiddag en de zon scheen door het raam, waardoor het hout van de tafel een warme gloed kreeg. Terwijl ze haar stukken opzetten, kon ze niet helpen maar denken aan haar volgende toernooi. Maar deze keer was het anders. Ze voelde een sprankje nerveuze spanning, niet alleen om het spel, maar om de aanwezigheid van iemand die haar elke keer weer wist te fascineren.
Dat iemand was Lucas, een oudere schaker die al vele jaren in de competitie zat. Hij had een rustige, kalme uitstraling en een scherpe geest. Beth had hem voor het eerst ontmoet tijdens een lokaal toernooi, waar hij haar niet alleen had verslagen, maar ook een paar waardevolle lessen had gegeven. Hij zag potentieel in haar, iets wat ze toen zelf nog niet volledig erkende. Sindsdien hadden ze een ongewone band ontwikkeld, met hem als haar mentor en haar als zijn veelbelovende leerling. Zijn kalme houding en analytische geest waren een perfecte aanvulling op haar intuïtieve speelstijl.
Terwijl ze nadacht over haar openingszetten, kwam Lucas binnen, zijn handen vol met boeken over schaken en strategieën. Hij begroette haar met een warme glimlach en ging naast haar zitten. “Klaar voor een uitdaging?” vroeg hij, zijn ogen glinsterend van enthousiasme.
“Altijd,” antwoordde Beth, haar hart maakte een sprongetje. Het was niet alleen het schaken dat haar zo aantrok; het was ook de manier waarop hij haar liet voelen. Hij geloofde in haar, en dat gaf haar een zelfvertrouwen dat ze nog nooit eerder had ervaren.

De dagen gingen voorbij en hun sessies werden steeds intenser. Lucas leerde haar niet alleen de tactieken van het schaken, maar ook de filosofie erachter. Hij sprak over geduld, strategie en de schoonheid van het spel.

Beth merkte dat Lucas niet alleen geïnteresseerd was in het schaken. Hij gaf om haar, wat nieuw en verwarrend voor haar was. Hij praatte niet alleen over zetten en strategieën, maar ook over haar leven buiten het bord. De gesprekken gingen van haar kindertijd tot haar dromen voor de toekomst.
Het was een band die zich langzaam maar zeker ontwikkelde, sterker dan ze ooit had kunnen verwachten.
De sessies gingen door en hun vriendschap groeide. Lucas leerde haar niet alleen over
openingszetten en eindspelen, maar ook over discipline en focus. Hij gaf haar boeken om te lezen, analyseerde oude partijen, en hielp haar om de theorie te begrijpen achter de zetten die ze maakte.
“Denk aan schaken als een strijd,” zei hij op een dag. “Elke zet heeft een doel, een reden. Als je dat begrijpt, wordt je spel veel sterker.”
Met elke les groeide Beth’s vertrouwen. Ze begon de theorie te combineren met haar intuïtie, en haar spel ging hierdoor sterk vooruit. Maar de druk om de mensen die in haar geloofden niet teleur te stellen zorgde er voor dat ze soms destructief gedrag vertoont. Een avond, na een vermoeiende trainingssessie, voelde ze de drang om te ontsnappen aan deze druk. Ze ging naar een bar, alleen. De sfeer in de bar was uitnodigend, maar diep van binnen voelde ze de schuld al opkomen. Ze nam zich altijd voor om het bij één drankje te houden, maar dit lukte haar nooit.

Die avond, terwijl ze al meer dan een paar glazen had gedronken, begon ze zich verloren te voelen. Haar gedachten waren een chaos, en ze kon niet stoppen met denken aan de verwachtingen die Lucas en anderen van haar hadden. Het was op dat moment dat haar telefoon trilde. Een bericht van Lucas. “Maak je geen zorgen. Ik geloof in je. Maar als je me nodig hebt, bel me.”
Dat was alles wat ze nodig had. Ze had de neiging om het allemaal alleen te doen, maar op dat moment besefte ze dat ze dat niet hoefde. Ze belde hem, en binnen enkele minuten stond hij voor haar, bezorgd en kalm. Zijn aanwezigheid was als een anker in de storm van haar gedachten.
“Beth, wat is er aan de hand?” vroeg hij, met een bezorgde stem. “Je ziet er niet goed uit.”
Ze wist dat ze met hem moest delen wat er in haar omging, maar de woorden kwamen moeilijk.
Uiteindelijk vertelde ze hem over de druk, over haar angsten om te falen, en over hoe ze soms het gevoel had dat ze het niet aan kon. Lucas luisterde aandachtig, en zijn steun gaf haar de kracht om verder te gaan.
“Je bent niet alleen,” zei hij uiteindelijk. “ Maar bel me alsjeblieft wanneer je je slecht voelt, Beth. Ik wil niet dat je weer in je oude gewoontes terug valt.”

De komende dagen kreeg Beth nieuwe energie. De trainingen met Lucas waren intenser geworden, maar ook leuker. Hij hielp haar om zichzelf uit te dagen en moedigde haar aan om meer te lezen over schaaktheorie.

Op de dag van het toernooi was Beth nerveus. De hallen waren gevuld met andere spelers en de energie was bijna tastbaar. Tijdens haar toernooi stond Lucas aan de zijkant, zijn aanwezigheid een geruststelling. Terwijl ze haar partijen speelde, voelde ze de druk toenemen. Maar elke keer dat ze twijfelde, dacht ze aan Lucas en de woorden die hij had gezegd: “Je bent niet alleen.”

Haar eerste partij verliep soepel. Ze won en voelde een golf van euforie. De volgende partij was uitdagender, maar ze vond kracht in de lessen die Lucas had gegeven. Langzaam maar zeker begon ze in haar ritme te komen, en de overwinning voelde steeds dichterbij.
Maar in de laatste ronde, tegen een ervaren tegenstander, merkte ze dat de druk haar weer begon te overweldigen. De zetten leken te vervagen, en ze begon te twijfelen aan zichzelf. Terwijl ze op het punt stond om een cruciale zet te doen, voelde ze de angst in haar opkomen.
Op dat moment zag ze Lucas aan de zijkant staan, zijn blik vol aanmoediging. Hij gaf haar een subtiele knipoog, en dat gaf haar de kracht die ze nodig had. Met een diepe ademhaling maakte ze haar zet en voelde de spanning in haar schouders verminderen. Het spel draaide en uiteindelijk won ze, haar hart bonsde van vreugde en opluchting.
Na de overwinning zocht ze Lucas op, die met een trots glimlach op haar wachtte en haar omhelsde.
“Je hebt het gedaan, Beth! Ik wist dat je het kon!”

“Ik had je steun nodig,” antwoordde ze, haar ogen straalden van geluk. “Zonder jou had ik dit niet kunnen bereiken.”

De avond na het toernooi besloot Beth met vrienden uit te gaan. Het was een spontane beslissing, en ze voelde een golf van opwinding. Terwijl ze lachten en dronken, voelde ze de spanning van de afgelopen weken van haar afglijden. Ze dronk eerst enkele glazen, maar dit liep al snel uit de hand en naarmate de avond vorderde, voelde ze zich steeds verloren. Haar vrienden waren bezorgd om haar en stelden voor wat rustiger aan te doen, maar Beth gaf hier geen gehoor aan. Toen Beth nog een paar glazen had gedronken en ze nog met moeite recht kon staan besloot een van haar vrienden
dat het genoeg was geweest. Hij bracht haar onder protest van haar kant naar huis.

Diezelfde nacht ontving Lucas een bezorgd bericht van een van Beths vrienden. “Ze is weer aan het drinken,” stond er in de tekst. “We maken ons zorgen. Ze is niet zichzelf.”
Lucas voelde een golf van frustratie door zich heen gaan. Hij had het gevoel dat hij haar zou willen kunnen beschermen tegen zichzelf.
De volgende ochtend was Beths hoofd zwaar van de kater. Ze had een paar uren geslapen en toen ze wakker werd, voelde ze zich ellendig. Haar telefoon trilde op het nachtkastje; het was een bericht van Lucas. “We moeten praten. Vandaag. Ik maak me zorgen.”
Beth voelde een knoop in haar maag. Ze wilde het vermijden, maar ze wist dat ze niet kon ontsnappen aan zijn bezorgdheid. De hele ochtend trok ze zich terug, wat er de vorige avond was gebeurd spookte door haar hoofd. Uiteindelijk besloot ze naar Lucas te gaan. Toen Lucas de deur voor haar open deed kon ze zijn teleurstelling op haar gezicht lezen.

“Wat is er aan de hand, Beth?” vroeg Lucas, zijn stem kalm maar met een ondertoon van
bezorgdheid. “Dit kan niet zo doorgaan.”
Ze opende haar mond om te antwoorden, maar de woorden kwamen niet. Wat kon ze zeggen? Dat ze de controle had verloren? Dat ze zich eenzaam voelde, zelfs in een menigte? “Ik… ik had een beetje plezier,” stamelde ze uiteindelijk.
“Een beetje plezier? Dit is niet wat je nodig hebt;” snauwde Lucas, zijn geduld was op. “Je hebt jezelf in gevaar gebracht, en dat kan ik niet negeren. Je bent beter dan dit.”
De woorden sneden door haar heen. Ze voelde de hitte van schaamte opkomen, maar ook frustratie.
“Waarom maak je het zo moeilijk?” zei ze defensief. “Ik ben het gewoon aan het vieren. Ik heb net een toernooi gewonnen!”
“En wat dan nog? Dit is niet de weg naar succes,” antwoordde hij, zijn stem verhardend. “Je denkt dat je het onder controle hebt, maar je staat op het punt om alles te verliezen waar je voor hebt gevochten.”
Beth’s hart bonkte in haar borst. Ze kon de pijn in zijn woorden voelen, maar ze wilde zich niet laten vertellen wat ze moest doen. “Ik ben geen kind, Lucas. Ik weet wat ik doe!”
“Blijkbaar niet!” riep hij. “Ik kijk naar je en ik zie iemand die zichzelf langzaam verwoest. Dit is niet de Beth die ik ken, en ik ben bang dat ik niet meer kan toekijken.”

Beth sloeg haar ogen neer; de woorden sneden dieper dan ze had verwacht. “Ik weet niet hoe ik hiermee moet omgaan,” fluisterde ze, nu kwetsbaar. “Ik voel me verloren.”
Beth voelde de tranen opkomen, maar ze wilde niet zwak zijn. “Dus je geeft op? Is dat het?” vroeg ze, haar stem trilde.
“Ik geef niet op, maar ik kan je niet dwingen om te veranderen,” zei hij, zijn toon verzachtend. “Ik ben hier om je te steunen, maar ik kan je niet helpen als je niet wilt luisteren.”
“Ik wil het,” zei ze uiteindelijk, haar stem schor. “Ik wil veranderen. Maar het is moeilijk.”

Dat begrijp ik,” zei hij. “Ik wil je helpen, niet alleen als schaker, maar ook om je leven op orde te houden. Maar ik wil dat niet op een traditionele manier doen.”
Ze keek hem nieuwsgierig aan. “Wat bedoel je?”
Lucas leunde naar voren, zijn stem klonk serieus. “Ik wil dat je me toestaat om je verantwoordelijk te houden voor je keuzes. Als je destructief gedrag vertoont, wil ik dat je dat voelt.”
Beth’s hart maakte een sprongetje van schrik. “Wat bedoel je precies met ‘voelen’?”
“Als je weer begint te drinken of jezelf op een andere manier in de problemen brengt, wil ik dat je straf krijgt,” legde Lucas uit.
“Een straf?” vroeg Beth, haar ogen groot van verbazing. “Wat voor straf dan?”
“Wanneer je iets doet waarmee je jezelf schade toebrengt wil ik je een spanking geven, zei hij, zijn blik vastberaden. Wanneer je destructief gedrag vertoont zet je jezelf, je toekomst, en alles wat je hebt opgebouwd op het spel. Ik wil je helpen om dat te voorkomen.”
Beth voelde een mix van emoties door haar heen gaan. Aan de ene kant vond ze het idee van ‘spanking’ vreemd en zelfs intimiderend. Maar aan de andere kant begreep ze de onderliggende motivatie. “Ik snap het. Maar… wat als ik het gewoon niet kan? Wat als ik weer terugval in oude gewoonten?”
“Dat is precies waarom ik dit voorstel,” zei Lucas. “Breken met destructieve gewoontes is niet gemakkelijk. En als je deze strijd wilt winnen, moet je het op een andere manier benaderen. Je moet de consequenties van je acties onder ogen zien.”
Beth slikt, de kans om beter te worden is verleidelijk, maar het idee van spanking voeld als een zware last. “Dus je zegt dat je de rol van mijn mentor wilt combineren met een soort… disciplinaire rol?”

“Ja,” antwoord Lucas. “Ik geloof dat dit je kan helpen, zodat je je op een verantwoordelijkere manier gaat gedragen.

Beth leund achterover en denkt na. De woorden van Lucas klinken logisch, en ze vertrouwd hem volledig, maar het idee om een soort discipline te accepteren maakte haar nerveus. “En als ik het niet wil? Wat als ik gewoon wil blijven schaken en mijn eigen keuzes maken?”
“Dat kan, maar dan loop je het risico dat je weer in dezelfde valkuil valt,” antwoordde Lucas. “Je weet wat er kan gebeuren als je niet oppast. Het is aan jou om te beslissen wat belangrijker voor je is.”
De stilte die volgde was gevuld met onuitgesproken woorden. Beth voelde de zwaarte van zijn voorstel. Het was een kans, maar het was ook een verplichting. Ze wist dat ze de verandering nodig had, maar het idee van straf voelde als een stap in het onbekende.
“Ik wil het proberen” zei ze uiteindelijk, haar hart bonzend van zowel angst als vastberadenheid.
Lucas knikte, en hij omhelzde haar. “Ik weet dat dit geen gemakkelijke keuze is voor je, maar ik vind het heel dapper van je dat je dit wilt aangaan.”

Beth, ik vind dat je ook straf hebt verdiend voor wat je afgelopen nacht hebt gedaan. Je hebt jezelf in gevaar gebracht en je vrienden en mij ongerust gemaakt, zei Lucas terwijl hij haar loslaat uit zijn omhelzing. Hij kijkt haar nu met een serieus gezicht aan.”

Beth schrikt van deze woorden en ze voelt zich zenuwachtig worden, maar ze knikt.
Gezien jouw kater lijkt het me best dat je morgen langskomt om je straf in ontvangst te nemen. Ik stel voor dat we vandaag je spel vanop de toernooien analyseren.
“Maar ik heb gisteren nog maar een toernooi gespeeld”, reageert Beth verontwaardigd.

Ja, en als je je gisteravond wat beter gedragen had zou ik het daarmee eens geweest zijn. Bekijk deze extra trainingssessie maar als het eerste deel van je straf, zegt Lucas op een strenge toon.
Beth schrikt van de strenge toon van Lucas. Ze besluit niet verder tegen hem in te gaan.

De trainingssessie gaat snel voorbij en de rest van de dag kan Beth aan niets anders denken dan aan de spanking die Lucas haar morgen zal geven. Ze heeft nog nooit een spanking gekregen en ze weet niet waar ze zich aan kan verwachten.

De volgende dag vertrekt ze met een gespannen gevoel naar Lucas. Wanneer ze voor zijn deur staat aarzelt ze, wil ze dit wel? Kan ze niet beter terugkeren? Ze draait zich om en wandelt de straat uit.
Wanneer ze aan het einde van de straat is gekomen heeft ze toch spijt en besluit ze terug te keren. Ze weet dat Lucas dit enkel doet om haar te helpen en ze vertrouwd hem volledig. Wanneer ze terug voor zijn deur staat belt ze aan, de deur zwaait bijna onmiddellijk open, door haar getwijfel is ze ongeveer 10 minuten te laat. Lucas omhelst haar wanneer hij haar ziet maar zegt daarna op een serieuze toon dat ze in het vervolg, maar beter op tijd kan zijn als ze hiervoor geen extra straf wilt ontvangen. Beth slikt en ze kijkt Lucas met een onzekere blik aan.

Wanneer Beth de woonkamer binnenkomt gebaart Lucas naar haar dat ze op de sofa mag plaatsnemen. Hij gaat naast haar zitten en kijkt haar doordringend aan.

Beth,” begint Lucas, zijn stem vast en doordringend. “Ik heb gisteren veel nagedacht over de afgelopen weken, over wat er is gebeurd na je overwinning. Het is geweldig om te winnen, en je hebt dat zeker verdiend, maar…”
Terwijl hij spreekt, voelde Beth een ongemakkelijke knoop in haar maag. Haar schuldgevoelens drukken zwaar op haar schouders.
“…maar ik ben bezorgd,” vervolgde Lucas, zijn stem nu nog serieuzer. “Je lijkt je successen te vieren met destructief gedrag. Dat kan niet de bedoeling zijn. Je moet begrijpen dat je jezelf en je toekomst in gevaar brengt.”
De woorden raakten haar diep. Elke zin die hij sprak, voelde als een stekende herinnering aan haar tekortkomingen. Ze wilde hem weerleggen, excuses aanbieden, maar ze wist dat dit niet het moment was. De waarheid was dat ze het zelf ook wist: ze had de controle gisteren weer verloren.
“Dit is geen kleine misstap, Beth,” zei hij, zijn ogen nooit van haar afwendend. “Dit is een patroon.
Het is alsof je denkt dat je jezelf kunt belonen door in oude gewoonten te vervallen. Maar wat je echt doet, is jezelf ondermijnen. En dat breekt mijn hart.”
Ze voelde een brok in haar keel. De teleurstelling in zijn stem raakte haar. Hoe kon ze hem zo teleurstellen? Hoe kon ze zichzelf zo voor de gek houden? De schaamte overspoelde haar.
“Je hebt zoveel potentie,” ging hij verder, zijn stem doordringend. “En ik wil dat je dat ziet. Maar als je deze weg blijft volgen, gaat dat niet alleen jouw schaakcarrière kosten. Het gaat ook je welzijn kosten.”
“Ik zeg dit niet om je pijn te doen,” zei Lucas, zijn stem iets zachter maar nog steeds vastberaden. “Ik zeg dit omdat ik geloof in wie je kunt zijn. Maar dat begint met het maken van de juiste keuzes.”
De boodschap was duidelijk, en het raakte haar als een klap in het gezicht. Ze voelde de hitte in haar wangen toen ze haar blik afwende, ze kon het niet langer verdragen om de teleurstelling in zijn gezicht te zien. Hij pakte haar kin zacht, maar dwingend vast zodat ze niet anders kon dan hem aan te kijken.

“Het is niet gemakkelijk om je gedrag te veranderen, dat begrijp ik,” vervolgde hij. “Maar je moet de keuze maken om jezelf te beschermen. De echte overwinning ligt niet alleen in wat je op het bord doet, maar ook in wat je buiten het bord doet. Het vereist discipline, doorzettingsvermogen en, bovenal, de bereidheid om jezelf onder ogen te komen.”
Ik ga je helpen vanaf nu de juiste keuzes te maken, door je het telkens te laten voelen wanneer je een verkeerde keuze maakt. Met die woorden nam hij een stoel die hij in het midden van de kamer neerzet. Hij gaat erop zitten en klopt op zijn knie. Beth kijkt hem met een onzekere blik aan, maar hoewel hij haar streng aankijkt ziet ze toch ook gerustelling in zijn blik.

Ze wandelt naar hem toe en legt zich enigszins onhandig over zijn knie. Beth is zich plots bijzonder sterk bewust van haar kwetsbare positie. Lucas wrijft even over haar rok, tilt dan zijn rechterhand op en laat deze op haar rechterbil neer komen, Beth schrikt hiervan maar vindt dat de pijn nog wel meevalt. Lucas slaat haar afwisselend op haar linker- en rechterbil, ze voelt dat de warmte toeneemt en dat haar billen beginnen te tintelen. Lucas merkt dat Beth dit goed kan hebben dus besluit hij nog een stap verder te gaan, hij wil zeker zijn dat ze haar stunt van na het toernooi niet meer herhaalt.

Hij pauzeert even en zegt dan “Echte straf krijg je op je blote billen”. Je mag recht staan, je onderbroek naar beneden doen en terug over mijn schoot komen liggen. Beth reageert niet. Dit had ze wel verwacht, maar nu het zover is, twijfelt ze of ze dit nog wil. Wanneer Lucas ziet dat Beth niet reageert trekt hij haar rok wat verder omhoog en geeft hij haar vier klappen op de overgang tussen haar billen en haar bovenbenen. Beth slaakt een zachte gil en haar handen vliegen zonder dat ze er bij nadenkt naar achter. Lucas pakt haar handen beet en klemt ze op haar rug vast. Voor ze goed beseft wat er gebeurd geeft hij haar opnieuw vier klappen op haar bovenbenen. Terwijl hij zegt “Waag het niet je handen nog eens voor je billen te houden”. Gevolgd door “Ben je nu klaar om te
gehoorzamen, of heb je meer aanmoediging nodig?”

Hij laat haar los en Beth staat zo snel ze kan op. Ze was geschrokken van hoeveel pijn zijn hand op haar bovenbenen deed, maar nog meer van hoe streng zijn stem klonk. Ze kende hem als haar lieve zorgzame mentor en ze had gisteren stiekem gehoopt dat hij haar nooit echt streng zou durven straffen.

Lucas ziet aan de tranen die in haar ogen branden dat ze het moeilijk heeft. Ze staat recht maar maakt geen aanstalte om haar onderbroek naar beneden te doen. Lucas besluit haar deze keer te helpen. Hij tilt voorzicht haar rok op en schuift haar onderbroek naar beneden, dan trekt hij haar terug over zijn schoot. Hij trekt haar rok omhoog zodat haar billen zichtbaar worden. Hij geeft haar even de tijd om eraan te wennen en streelt voorzichtig door Beths haar.
Beths gedachten razen door haar hoofd; ze voelt zich kwetsbaar en denkt aan de pijn die het zal doen als hij haar onbeschermde billen slaat. Tegelijkertijd voelt ze zich schuldig over hoe hard ze hem heeft teleurgesteld en hoe bezorgd hij was. Bij die gedachte vullen haar ogen zich met tranen.

Lucas verplaatst zijn hand van Beths haar naar haar billen en begint aan een rustig maar hard tempo op haar billen te slaan. Beth voelt meteen dat dit veel meer pijn doet dan toen hij nog op haar rok sloeg. Ze probeert niet te laten merken hoeveel pijn het doet, maar al snel begint ze met haar benen te trappelen, en niet veel later kronkelt ze over zijn schoot. Lucas houdt haar stevig vast, zodat ze niet veel bewegingsruimte meer heeft. Voor ze het zelf helemaal beseft schiet haar hand voor haar billen.

Lucas pakt haar hand vast en klemt deze vast op haar rug. Dan vraagt hij: “Wat had ik gezegd over je handen voor billen houden? “
“Dat ik dat niet mocht doen.” Antwoord Beth met een trillende stem.
“Inderdaad”, antwoord Lucas , vervolgens haalt hij 10 keer hard uit naar haar bovenbenen. Beth gilt het uit van de pijn.

Lucas zet haar straf hierna weer onverstoord door. Beth weet niet hoe lang ze dit nog vol houdt. Ze probeert uit zijn greep los te komen, maar hij heeft haar zo stevig vast dat ze zich amper kan verroeren. Wanneer hij het tempo opdrijft begint Beth hem te smeken om te stoppen: “Auw auw het spijt me. Stop alsjeblieft. Ik beloof dat ik het nooit meer zal doen.”
Lucas antwoord: “Daar zal ik wel voor zorgen.” En met die woorden blijft hij aan een stevig tempo door slaan. Beth begint te huilen en ligt al snel slap over zijn schoot.

Lucas stop met slaan en vraag haar: “Waarom heb je dit pak slaag gekregen?”
Beth antwoordt tussen het snikken door: “Omdat ik je teleurgesteld heb.”
“En waarom heb je me precies teleurgesteld?” vraagt Lucas.
“Door weer te veel te drinken en mezelf in gevaar te brengen,” antwoordt Beth zachtjes.
Lucas besluit dat dit wel genoeg was voor haar eerste keer. Hij trekt haar bij hem op schoot en houdt haar dicht tegen zich aan.
Hij aait over haar hoofd en zegt dat hij trots op haar is, terwijl ze op zijn schoot uithuilt.
“Ben je nog boos op me?” vraagt Beth met een onzeker stemmetje.
“Natuurlijk niet,” antwoordt hij. “Ik heb je helemaal vergeven.”
“Maar als je het nog eens in je hoofd haalt om zo’n stunt uit te halen, zal ik de volgende keer niet enkel mijn hand gebruiken,” voegt hij eraan toe terwijl hij zacht over Beths haar wrijft.

Overdonderend

Ze kijkt op haar telefoon om te zien hoe laat het is. Niet dat tijd ertoe doet, nu ze in haar eentje op vakantie is, maar het is de macht der gewoonte. Nog een halfuurtje lezen, dan ergens avondeten gaan scoren, beslist ze. Geen nieuwe appjes van Jan. Ook daarom keek ze op haar telefoon. Hij heeft nu al twee uur lang niet meer gereageerd. Ach, hij is vast bezig. Met stoom afblazen, grinnikt ze bij zichzelf. Ze is al vijf dagen in haar eentje in dit hutje, een huisje kun je het niet noemen. Een woonkamer en keuken in één, een douchehok met wasbak en een slaapkamer waar er net een tweepersoonsbed in past. Maar meer heeft ze ook niet nodig. Deze week is van haar alleen. Om te wandelen, te zwemmen, te lezen, te doen waar ze zin in heeft. Er even uit te zijn. Ver weg van alles en iedereen. Ook van Jan, die ze nu ongestoord kan plagen. Na deze week volgen er vast consequenties. Onwillekeurig schuift ze op haar billen heen en weer. Dat zal ze na die consequenties wel een tijdje niet meer kunnen. Maar laten we wel wezen: of ze zich nu gedraagt of niet, als ze terug is, slaat hij haar toch wel. Dan kan ze deze week even goed losgaan en er plezier aan beleven. Met een grijns neemt ze haar boek er weer bij. Even later legt ze het weer neer. Ze heeft helemaal geen zin om straks nog de deur uit te gaan. Daarom neemt ze haar telefoon terug en bestelt pizza. Die geleverd wordt. Dan kan zij heerlijk verder lezen.

Er wordt aan de deur geklopt. Ze fronst. Die pizzajongens zijn wel heel snel. Maar wanneer ze de deur opentrekt, verbleekt ze. Dat had ze niet verwacht. Totaal niet. Snel doet ze de deur weer dicht en leunt ertegenaan.

*******

Jan kijkt verbluft naar de deur die zo pardoes in zijn gezicht werd dichtgegooid. Dan grijnst hij. Dit had ze duidelijk niet verwacht. Hij heeft haar totaal overdonderd. Mooi zo. Opnieuw klopt hij aan. “Ik ben niet thuis,” roept ze. Nu schiet hij hardop in de lach.

De deur gaat open op een kier. Meteen legt hij zijn hand ertegen en duwt die zachtjes verder open. Ze houdt de deur open, maar zegt niets. Ze laat hem er wel langs. Even blijft hij staan. Met de rug van zijn wijsvinger tikt hij zachtjes tegen haar wang. “Dag meisje.” Hij probeert haar blik te vangen, maar ze durft hem duidelijk niet aan te kijken.

******

Haar benen zijn pudding. Dat tikje op haar wang… De kriebels gieren door haar buik. Haar keel zit toe. “Dag Jan,” perst ze er dan uit.

“Had je me niet verwacht?”

Ze hoeft de pretlichtjes in zijn ogen niet te zien om te weten dat ze er zijn. En hoe. O, hij vindt dit heerlijk, haar zo te overdonderen. En overdonderd is ze. Kom op, meid, raap jezelf samen, denkt ze.

Jan is al op de bank gaan zitten. “Mooi hier.” Hij wijst door het grote raam naar buiten, waar je niets anders dan bomen ziet. “Je kunt hier regelrecht het bos in.” Zijn ondertoon en bijbedoelingen ontgaan haar niet.

“Ik heb lang gereden en lust wel een kopje koffie,” zegt hij dan.

Nou ja, zeg. Dat komt hier binnen in haar territorium alsof het de normaalste zaak van de wereld is en eist dan bediend te worden. Maar ze is nog te overdonderd om te protesteren.

******

“Alsjeblieft.” Het is het eerste woord dat ze uitspreekt, sinds hij hier is.

“Dank je, meisje,” zegt hij. “Je had me duidelijk niet verwacht.”

Ze schudt haar hoofd.

“Tja, dan had je je maar wat beter moeten gedragen op de app. Ik vrees dat dit geen gezelligheidsbezoekje wordt. Voor jou toch niet. Ik vind het reuzegezellig.”

Ze kijkt hem vuil aan. Mooi zo, er zit nog pit in. Na al die brutale appjes had hij ook niets anders verwacht. Maar het schokeffect van hem onverwacht voor de deur te zien staan, heeft duidelijk gewerkt, want normaal is ze pas zo stil en gedwee NA een pak slaag, niet ervoor al.

*****

“Ik denk dat je wel weet waarom ik hier ben.”

Het is geen vraag, maar ze antwoordt toch. “Die appjes…” Voor het eerst sinds hij hier is, kijkt ze hem aan. Ze had zich niet vergist, er staan inderdaad pretlichtjes in zijn ogen zo helder als de helderste ster.

“Je dacht toch niet dat je zomaar die toon met mij kon aanslaan?”

“Eigenlijk wel,” haalt ze haar schouders op. “Na deze week had je me toch wel geslagen, of ik nu brutaal was geweest of niet.”

“En nu sta ik hier. Ik hoop niet dat je nog gepland had om te gaan zwemmen tijdens de komende dagen.”

“Eigenlijk wel. Dus me nu een pak slaag geven zal niet lukken. Helaas,” voegt ze er nog gauw aan toe.

Hij schiet in de lach. Shit, dat is geen goed teken. “Ik heb pizza besteld,” probeert ze. “Die wordt straks geleverd.”

“Lekker,” hij knikt. “Die houden we wel warm in je oventje. Of ik leg hem even op je billen als ik met je klaar ben. Dan warmt hij vast ook weer snel op.”

Ze steekt haar tong naar hem uit. Meteen beseft ze haar vergissing, want hij staat op en neemt haar oor in een houdgreep. “Auwwww.”

“Wat mag jij niet doen?”

“Veel dingen,” piept ze.

De pijn in haar oor wordt intenser. Fout antwoord, dat wist ze zelf ook wel.

“Mijn tong naar je uitsteken,” kermt ze daarom snel.

“Ach kijk, zie je wel, dat weet je best. Waarom doe je het dan toch?”

Ze haalt haar schouders op. De greep op haar oor blijft onverminderd.

“Ik weet het niet,” roept ze uit.

Eindelijk laat hij haar oor los. “En waarom doe je zo brutaal over de app? Weet je dat ook niet?”

Ze kijkt naar de grond. Ze weet het wel: omdat het leuk is. En grappig. Omdat ze ervan houdt om de stoom uit zijn oren te laten komen en zijn handen te laten jeuken terwijl ze veilig is. Behalve dat ze dus niet veilig was, blijkt nu. Maar dat kan ze niet zeggen.

“Ga er maar even in de hoek over nadenken.”

*****

Hij drinkt de laatste slok van zijn koffie op. Ilse staat intussen al zo’n tien minuten in de hoek. Heeft ze de tijd gehad om wat te bekomen van de schok dat hij zo plots voor haar deur stond.

“Kom maar hier,” geeft hij aan.

Schoorvoetend draait ze zich om en komt voor hem staan. “Het spijt me,” zegt ze.

“Ik geloof er niets van,” lacht hij. “Straks, dan zal het je spijten.”

Haar mondhoeken trekken even, maar ze weet beter dan zelf ook in de lach te schieten. Jammer.

“Doe je broek en onderbroek naar beneden en kom over mijn knie liggen.”

*****

Urgh. Ze haat dit moment. En ze houdt ervan. Vreselijk is het.

Langzaam maakt ze de knoop van haar broek los en stroopt ze de stugge stof langs haar benen naar beneden. Haar onderbroek volgt. Dan gaat ze over zijn knie liggen. Ze knijpt haar ogen stijf dicht in afwachting van wat er gaat komen.

Met zijn hand wrijft hij even over haar billen, dan begint hij te slaan. Hard.

“Even iets aan de jeuk doen,” refereert hij aan een van haar appjes.

“Die anti-jeukzalf vond ik een beter voorstel,” mompelt ze. Dat levert haar twee klappen op haar bovenbenen op.

“Dit werkt beter,” antwoordt hij tevreden. Waarom klinkt hij zo tevreden? Ze zou een diepe zucht slaken, maar krijgt er niet de tijd voor. De klappen regenen neer op haar billen. Ze branden, nu al. Iets zegt haar dat dit nog maar het begin is.

Dan wordt er plots aan de deur geklopt. Jan houdt op met slaan. De pizza! Die was ze helemaal vergeten. Gered door het geklop, denkt ze, terwijl Jan naar de voordeur loopt. Zelf gaat ze zo zitten, dat het niet opvalt dat ze halfnaakt is. Ze hoort hoe Jan de pizza aanneemt en de deur terug sluit.

“Zo, die ruikt lekker,” merkt hij op.

“Zonde om koud te laten worden,” probeert ze.

“Je hebt gelijk,” antwoordt hij tot haar verbazing. “Dek de tafel maar.”

Ze reikt naar haar broek, maar een strenge blik houdt haar tegen.

“Jij dekt de tafel, ik ben zo terug.”

*****

Hij hoeft niet ver de deur uit om te vinden wat hij zoekt. Hij raapt een lange tak van de grond en zwiept er een paar keer mee door de lucht. Perfect. Nu nog even in de koffer van de auto kijken… Een badborstel en een kokosmatje. Hij had getwijfeld of hij het wel moest meenemen, maar nu is hij blij dat hij het tot zijn beschikking heeft.

Ilse is er minder blij om. Haar blik verraadt haar meteen als ze ziet wat hij heeft meegenomen. Maar de tafel is netjes gedekt en er ligt zelfs al een stuk pizza op elk bord.

“Netjes,” knikt hij. De badborstel en de opgeraapte tak mogen op de tafel, naast de pizzadoos, mooi in het zicht. Dan weet ze wat haar nog te wachten staat. Het kokosmatje legt hij zorgvuldig op een van de stoelen.

“Zitten,” wijst hij. Heerlijk, hoe zorgelijk ze kijkt. Begint ze te beseffen dat het geen goed idee was om aan te dringen om eerst te eten? Ach, ze had er al de hele tijd niets over te zeggen. Dit was al lang beslist, eigenlijk al op het moment waarop ze zei dat ze pizza verwachtte.

“Smakelijk.” Over de tafel heen glimlacht hij haar niet-zo-onschuldig toe.

“Smakelijk,” mompelt ze terug.

“Deze stoelen zitten best goed,” merkt hij op.

Dat komt hem op een boze blik te staan. Hij schiet in de lach. Geweldig idee van hem om hierheen te komen en haar een toontje lager te laten zingen. Dit gaat ze niet snel vergeten, daar zorgt hij wel voor.

******

Werktuigelijk kauwt ze op haar stuk pizza. Ze proeft nauwelijks wat erop ligt. Daarvoor prikken de haartjes van de kokosmat te venijnig in haar billen. Moet ze straks echt nog de badborstel en die tak voelen? Haar buik wordt klein van angst. Ze slikt de pizza door, maar die blijft half steken in haar keel.

“Drink een slokje water.”

Moet hij nu echt alles zien? Toch doet ze wat hij zegt. Zonder hem aan te kijken. Dat kan ze niet. Niet meer. Al de hele tijd niet eigenlijk. Ze had nooit verwacht dat hij hier zomaar voor de deur zou staan. Anders was ze niet zo brutaal geweest in haar appjes. Had ze hem niet uitgedaagd. Letterlijk tegen hem gezegd dat ze toch veilig was, wat wou hij doen? Dit dus…

Eindelijk is de pizza op. De kokosmat prikt verschrikkelijk. Ze wil niets liever dan gaan verzitten, maar weet uit ervaring dat de pijn dan alleen maar erger wordt.

“Sta maar op.”

Ook dat doet ze liever niet. Opstaan is het pijnlijkste deel. Maar ooit moet het toch. Dus dan maar beter meteen. Met haar handen duwt ze op de tafel om zichzelf steun te geven. Jan kijkt zwijgend toe. De rotzak. Die geniet hiervan. Zij ook, maar nu nog niet. Achteraf pas. Nu is ze vooral bang voor wat komen gaat.

*****

Hij neemt haar bij haar bovenarm en troont haar mee naar de bank. Die heeft een brede leuning aan de zijkant, waar ze vast mooi overheen past. Inderdaad komen haar voeten nog net aan de grond. Haar bovenlichaam ligt comfortabel op de bank. Haar billen steken hoog de lucht in. Perfect.

Even bewondert hij het patroon van kleine, rode spikkeltjes, veroorzaakt door de kokosmat. Dat moet pijn doen. Hij wrijft eroverheen met zijn hand en voelt het reliëf. Mooi zo. Het gaat nog veel meer pijn doen.

“Heb je enig idee hoeveel brutale appjes je me de afgelopen dagen hebt gestuurd?”

Ze schudt haar hoofd.

“Vijftig? Honderd? Tweehonderd?”

Haar billen knijpen samen. Ze vreest het antwoord.

“Ik heb ze niet geteld,” geeft hij dan toe. Ze ontspant weer. “Maar ik denk dat we gemakkelijk aan honderd komen.

Ze houdt haar adem in, merkt hij.

“Honderd is een mooi getal, vind je niet?”

Ze schudt haar hoofd.

“Tweehonderd dan? Is dat beter?”

“Nee!”

Twee harde klappen op haar bovenbenen.

“Nee, Jan,” corrigeert ze snel.

“Goed zo. Honderd dus.” Hij houdt de badborstel even tegen haar billen aan, haalt hem weg en laat de eerste klap neerkomen. Dan de tweede op de andere bil.

Ilse kreunt van de pijn.

“Nog achtennegentig te gaan,” zegt hij opgewekt.

*****

“Het spijt me,” snikt Ilse. “Ik zal niet meer zo brutaal zijn.” Haar billen voelen alsof iemand er een gloeiende pook tegen houdt. Badborstel na kokosmat valt niet aan te raden, echt niet.

Jan lacht. “Ik geloof er niets van. Je zult heel even niet meer zo brutaal zijn. Daarna begint het weer.”

Daar heeft ze geen weerwoord op. Niet echt. Ze weet zelf ook dat het zo werkt. “Het spijt me echt,” jammert ze. “Het doet zoveel pijn.”

“Kijk, dat geloof ik wel.” Hij strijkt even met zijn hand over haar gezwollen billen. Comfortabel zitten lezen zal de rest van haar vakantie geen optie meer zijn.

“Nu nog de tak,” geeft hij aan.

Ilse schrikt. “Nee!” roept ze uit. Die tak, die was ze al vergeten. “Ik kan niet meer,” jammert ze.

“Jammer dan. Dat had je maar eerder moeten bedenken toen je al die appjes stuurde om me uit te dagen. Buig maar over de tafel.”

Moeizaam komt ze overeind. Haar handen wrijven over haar billen. Ow, het doet zo’n pijn.

Ze zet haar ellebogen op tafel en duwt haar billen achteruit. Wat een rothouding ook.

*****

“Twaalf,” kondigt hij aan.

Als hij haar ogen kon zien, zou hij er angst in lezen, weet hij. Terecht. Deze laatste twaalf zullen tellen. Deze straf zal ze zich nog lang herinneren.

De eerste klap mikt hij in het midden van haar billen. Dan werkt hij gestaag naar onder. Na de vierde is ze beginnen snikken. Toch gaat hij verder. Dit heeft ze nodig.

“Nog twee,” kondigt hij aan.

“Ja, Jan,” snikt ze. Mooi zo. Dit is wat hij wil horen. Die brutale appjes zullen voortaan even achterwege blijven.

Hij houdt de tak tegen haar bovenbenen.

“Nee!” Haar handen vliegen naar achteren, willen haar benen afschermen.

“In positie.”

Ze luistert. Vrijwel meteen. “Goed zo,” zegt hij. Dan laat hij de tak neerkomen. Hard. Ze schreeuwt het net niet uit.

“De laatste…” Vrijwel meteen haalt hij uit, op exact dezelfde plek. Nu schreeuwt ze wel.

Hij gooit de tak weg en slaat zijn armen om haar heen.

“Het is goed, meisje,” fluistert hij. “Je hebt het goed doorstaan. Ik ben trots op je.”

******

Als ze een paar uur later in bed ligt, op haar buik, grijpt ze haar telefoon om Jan nog even een welterusten-appje te sturen. Na de straf is hij nog even gebleven en hebben ze een serie gekeken, maar toen moest hij terug naar huis.

“Niet meer zo brutaal, oké?” Zijn waarschuwing ging vergezeld van een stevig kneepje in haar rechterbil. “Owwww, nee, Jan.”

“Voor heel even dan,” had ze eraan toegevoegd, nadat ze de deur achter hem had dichtgedaan. Even twijfelt ze. Zou ze…?

Toch maar niet, besluit ze uiteindelijk. Even niet. Tot ze weer kan zitten.

4) Nieuwe regels voor Edward

In de zes maanden dat Edward en ik nu samenwoonde raakte we steeds meer gewend aan elkaar en leerde ook elkaars gewoontes en eigenaardigheden kennen. Heel voorzichtig was ik in de afgelopen paar maanden, nadat Edward zijn eerste pak slaag had gehad, steeds wat dominanter geworden richting Edward. Dat uitte zich vooral in mijn instructies over de huishoudelijke taken en de dingen die Edward nog moest leren. Maar Edward luisterde goed en deed wat ik hem zei. Ik had het gevoel dat hij al geaccepteerd had dat ik de leiding had in onze relatie. Het leek mij na zes maanden dan ook een mooi moment om eens de balans op te maken en de touwtjes wat strakker aan te trekken. Tijdens het zondagochtend ontbijt vroeg ik Edward hoe hij de afgelopen zes maanden van samenwonen ervaren had en of hij tevreden was met de manier zoals het nu ging. Edward reageerde heel enthousiast en zei dat hij allereerst superblij was met mij en ook met onze relatie en onze manier van samenleven en dat hij nooit meer anders zou willen. Ik was blij met die reactie van Edward maar ik kon het niet laten om te vragen \”Ondanks dat ik je een paar keer straf heb moeten geven en dat ik dat misschien nog wel vaker moet doen?\”. \”Tja, dat ik straf kreeg vond ik niet fijn al had ik het beide keren wel verdient. En als ik eerlijk ben heb ik af en toe ik wel een beetje sturing van jou nodig en kennelijk hoort straf ook bij jou manier van sturen. Dus moet ik me daar maar bij neerleggen. Want voor de rest ben ik echt superblij zoals ik al zei.\” Ik had geen beter antwoord van Edward kunnen wensen. Hij had zo te horen volledig geaccepteerd dat ik hem strafte en was ondanks dat toch nog \’superblij\’.
\”En jij Johanna, hoe heb jij het de afgelopen zes maanden ervaren?\” vroeg Edward aan mij en ik zag dat hij het spannend vond wat ik zou gaan antwoorden. Ik zei \”Ik heb het de afgelopen maanden best wel fijn gehad samen met jou. Voor mij was het wel even wennen om iemand permanent in mijn huis te hebben. Maar ik heb er zeker een goed gevoel bij en ben ook blij met jou als persoon.\” Ik zag dat Edward positief verrast was met mijn reactie en hij ontspande zichtbaar. Ik wilde echter nog wel wat duidelijker zijn over het vervolg dus ging ik verder met \”Als het aan mij ligt gaan we op deze manier verder onze gezamenlijke toekomst tegemoet. Dat houdt dus ook wel in dat ik, ook in onze verdere toekomst, binnen onze relatie de touwtjes in handen wil houden maar ik neem aan dat je dat al wel begrepen had.\” Edward reageerde op mijn opmerking over onze gezamenlijke toekomst dat hij hoopte dat wij altijd bij elkaar zouden blijven en samen oud zouden worden. \”En, Ja Mevrouw, dat jij de touwtjes in handen wilt houden had ik al begrepen en ook niet anders verwacht.\” zei hij met een grote glimlach. \”Nou daar ben ik blij om. Misschien dat ik je dan nog ooit \’mijn man\’ mag noemen\” en met die uitspraak wist ik dat ik Edward een groot plezier deed en hem extra vertrouwen gaf dat ik met hem verder wilde. \”Zou zomaar kunnen!\” zei hij met een grote grijns op zijn gezicht.
\”Zullen we dan vanavond gezellig samen uit gaan eten om onze toekomst te vieren?\” stelde ik voor en Edward sloot zich daarbij aan.
\”We moeten wel nog wat betere financiële afspraken met elkaar en er zijn zeker nog wel een aantal zaken zijn die ik beslist anders zou willen zien en waar ik het met jou nog absoluut over moet hebben maar ik stel voor dat we dat uitstellen tot morgen en vandaag gewoon genieten.\” Edward reageerde met \”Morgen praten en vandaag genieten lijkt me prima.\”
Het was een heerlijk en romantisch etentje geworden wat we daarna samen thuis hadden voortgezet met alles wat daarbij hoorde.

Die dag erna waren wij allebei vrij en besteedde we allebei tijd aan onze huishoudelijke taken. Na de lunch zouden we met elkaar gaan praten zoals we dat de dag ervoor hadden besproken.
Qua financiën waren we er snel uit. We zouden allebei iedere maand een gelijk bedrag storten op een gezamenlijke rekening en daarvan werden alle kosten betaald. Edward stelde voor dat ik onze administratie zou doen omdat hij daar niet zo goed in was en ook wat slordiger. Ik was het daar wel mee eens. Daarna zei Edward tegen mij \”Jij had nog een aantal andere zaken die je graag anders zou willen zien en met mij wilde bespreken, ik zou zeggen; brand los!.\”
\”Dat klopt, er zijn een aantal zaken waar ik me de afgelopen maanden aan gestoord heb maar er niets over heb gezegd omdat we pas net samenwoonde. En nu wil ik wel dat deze zaken veranderen. Daarnaast heb ik dingen die we al hadden afgesproken en door jou niet werden nagekomen door de vingers gezien maar dat zal ik nu niet meer doen.\” ik pauzeerde even om Edward de kans te geven om te reageren maar hij wachtte rustig af, dus ging ik verder
\”Ik zal de zaken die ik bedoel een voor een opnoemen en ik zou het fijn vinden als je eerst gewoon luistert tot ik klaar ben met een punt voordat je reageert.
Ten eerste: we hebben in de verdeling van taken afgesproken dat ik o.a. zou wassen en voor de vouwwas zou zorgen en jij voor de strijkwas. Dat heb ik je de afgelopen maanden geleerd en dat kun je inmiddels uitstekend. We hadden ook de afspraak dat die strijkwas uiterlijk maandagavond, voordat onze werkweek weer begint, klaar zou zijn. Maar zeker vijf keer in de voorbije maanden heb ik zelf de strijkwas moeten doen op dinsdag omdat jij dat niet had gedaan. En ik zal heel duidelijk zijn; als in het vervolg de strijkwas niet klaar is op maandagavond krijg je straf. Is dat duidelijk?.\”
Edward reageerde schuldbewust \”Ja, heel duidelijk en nog sorry daarvoor. Ik zal zorgen dat het voortaan op tijd gebeurt.\”
\”Fijn, goed om te horen.\”
\”Ten tweede: sinds een maand of vier komt jou post ook aan op dit adres en in die tijd heb jij al drie keer post gehad van het centraal justitieel incasso bureau en een bekeuring moeten betalen voor te hard rijden. Je vertelde me iedere keer heel nonchalant en een beetje lacherig hoeveel je moest betalen. Hieraan heb ik me echt gestoord. In totaal was dat ongeveer 300 euro en dat is gewoon weggegooid geld wat je veel beter had kunnen besteden. Daarnaast is het ook veiliger, vooral voor andere weggebruikers, dat je je aan de toegestane snelheid houdt. Dus als je in het vervolg nog een bekeuring krijgt voor te hard rijden of iets dergelijk dan mag je voor straf, naast het bedrag wat je moet betalen aan het CJIB, ook nog een keer hetzelfde bedrag overmaken op onze gezamenlijke rekening. En dat geld zal ik dan doneren aan een goed doel. En om ervoor te zorgen dat dit ook als straf voelt mag je daarna naar boven en ga je over de knie. Voor iedere euro één klap met de houten borstel. Zou dat helpen denk je om bekeuringen te voorkomen?\”
\”Dat is wel een heftige straf vind ik. Het is maar een bekeuring hoor en zo erg is dat toch ook weer niet.\” was Edwards reactie. 
\”Dit is nu precies wat ik bedoel…\”reageerde ik fel \”weer die nonchalance over je geld wat je in het putje gooit. Ik wordt er nu alweer pissig om. Maar dit bevestigd wel dat, behalve het geld wat gedoneerd wordt aan een goed doel, een afspraak met de houten borstel over mijn knie echt wel nodig is om het je af te leren. Dus zo gaan we dat doen, discussie gesloten!\” en met een boze blik keek ik naar Edward die helemaal overdonderd was en met een beteuterd gezicht zei \”Oké.\” 
Mooi, dacht ik bij mezelf, hoe strenger ik hem toespreek des te meegaander reageert hij. Maar toch wilde ik van hem horen of hij dit niet allemaal te heftig vond.
\”Dit waren de eerste twee zaken die ik met je wilde bespreken en ik heb er nog drie op mijn lijstje staan. Wil je nog steeds met me samenwonen onder mijn voorwaarden?\” Hij reageerde echter meteen heel vastberaden met \”Ja natuurlijk wil ik nog met je samenwonen. Ik laat me door een paar van die regeltjes niet afschrikken hoor. Daarvoor ben ik veel te blij met onze relatie. En ik vind deze punten zoals jij ze uitlegt gewoon terecht en kan ik daar makkelijk aan voldoen.\” en naar mijn mening vol zelfoverschatting zei hij gekscherend \”laat de volgende drie ook maar horen …. \’Mevrouw\’.\”
\”Ik vind het fijn dat je er zo op reageert. Dat sterkt mijn vertrouwen in onze toekomst nog meer. Laten dan maar verder gaan.\”
\”Ten derde: en dit vind ik misschien wel het punt wat het zwaarste weegt voor mij maar waar jij je vermoedelijk helemaal niet van bewust bent geweest. Dat is namelijk in de situatie wanneer we bij jouw of mijn vrienden of familie zijn of überhaupt in welk gezelschap dan ook en we zijn in een gesprek gewikkeld. Al een paar keer is het voorgekomen dat wanneer ik dan iets zei, jij dan hierop reageerde met \’nee hoor dat is niet zo\’ of iets dergelijks en daarna ten overstaan van iedereen met mij een discussie begon over datgene wat ik gezegd had. Dat voelt echt heel vernederend en dat wil ik niet meer voelen, nooit meer!\” en terwijl ik dat zei merkte ik dat ik mijn tranen moest bedwingen omdat ik een dejavue kreeg van mijn eerste huwelijk. Edward zag dat ook en legde zijn hand op mijn arm en zei \”Het spijt me heel erg dat ik dat heb gedaan maar ik was me er inderdaad niet van bewust. Maar ik snap nu ook dat dat heel vernederend voelt. Ik zal mijn uiterste best doen om je nooit meer zo te laten voelen.\” Ik zag dat Edward dit oprecht erg voor me vond en ik zei \”Mocht je, nu je dit weet, me toch dit vernederende gevoel nog ooit weer geven dan verzeker ik je dat ik ervoor zorg dat je een week niet lekker kunt zitten.\” heel begrijpend zei Edward \”Dat snap ik; en terecht vind ik!\”
Weer een beetje rustiger geworden keek ik naar Edward en zei
\”Laten we maar naar punt vier gaan dus; Ten vierde: we zijn meestal wel een paar keer per week intiem met elkaar en dat voelt fijn. Ik geniet van alle plekjes van je lekkere lichaam alleen vind ik het jammer dat sommige plekjes behaard zijn. Jij vertelde mij dat je het heel fijn vond dat ik overal glad geschoren was en dat je dat opwind. Nou dat is voor mij hetzelfde dus zou ik graag willen dat jij er ook voor zorgt dat je lekker glad bent. Dus dat je ook geschoren bent rondom je piemel, tussen je billen en onder je oksels. Dat moet je natuurlijk wel goed bijhouden dus stel ik voor dat je dat iedere week op vrijdag doet dan ben je lekker glad voor het weekend. En denk eraan; mocht je het vergeten dan zal ik het moeten doen voor je.\” Dat laatste zei ik met een grote grijns op mijn gezicht. Edward zei dat hij niet wist dat ik dat ook fijn vond en dat hij zich op die plekjes nog nooit geschoren had maar als ik dat wilde zou hij dat zeker doen. Hij zou er vrijdag mee beginnen.
\”Nou dan ten vijfde en laatste wil ik het hebben over je ondergoed. Als ondergoed draag jij nog altijd de onderbroeken en hemden die je moeder altijd voor je heeft gekocht. Je witte onderbroeken vind ik op zich wel schattig en hygiënisch alleen je hemden vind ik wat ouderwets en daarom wil ik graag dat je in plaats van die hemden T-shirts gaat dragen. Dat past ook beter onder een trui of poloshirt. Natuurlijk wil ik je niet dat je hiervoor extra kosten maakt en omdat ik dat graag wil stel ik voor dat ik in de toekomst je ondergoed koop en dus ook nieuwe T-shirts i.p.v. hemden.\” Ik wachtte zodat Edward kon reageren. \”Oké, die hemden zijn inderdaad wel ouderwets dus wil ik graag in plaats daarvan T-shirts dragen. Maar ik kan die zelf ook wel kopen hoor.\” 
\”Nee hoor, ik vind het wel leuk dat ik deze taak van je moeder over kan nemen; ik wil dat graag doen.\” zei ik hem lief aankijkend.
\”Als jij dat persé wil vind ik het goed hoor. Dan zijn we nu klaar want dit was het laatste punt toch?\” vroeg Edward met een blij gezicht.
\”Nou nee, ik heb nog een punt over je ondergoed en dat vind ik wel een beetje lastig maar ik wil het toch zeggen want ik wil wel dat het veranderd.\” Edward keek me nu vragend aan dus ging verder met \”het is namelijk zo, dat ik iedere week als ik de witte en bonte was sorteer om in de wasmachine te doen, in bijna al jouw onderbroeken grote plasvlekken en poepstrepen zie zitten. Allereerst vind ik het niet fris dat je overdag zo\’n vieze broek aan hebt en daarbij hoort het niet bij de onderbroeken van een volwassen man. Ik zou graag willen dat je dat veranderd. Dus na het plassen zorgen dat je niet meer nadruppelt en afvegen met wc-papier en na het poepen beter je bips poetsen. Denk je dat je dat kunt?\” Edward reageerde heel verontwaardigd en misschien wel een beetje boos \”Om te beginnen vind ik het vervelend dat je dit onderwerp aanhaalt en daarnaast ga ik iedere avond na het eten douchen en ben ik daarna weer helemaal gewassen en schoon. Dus ik zie het probleem niet zo.\” Deze reactie van hem irriteerde mij. Wederom de nonchalance die hij vaker liet zien; hij zag het probleem niet zo? Dan moest ik \’het probleem\’ nog maar wat beter gaan benoemen, iets wat ik hem had willen besparen. Dus zei ik \”Oh, jij ziet het probleem niet, nou ik zie het probleem elke week en meestal wel zeven keer als ik de was doe. En het resultaat daarvan ruik ik regelmatig als ik overdag dicht bij je ben. Of dacht jij soms dat die druppels en dus ook de urine geur niet verder komt dan je onderbroek? Nou, dat is dus het probleem!!\” ik keek hem aan en zag dat hij zich heel ongemakkelijk voelde nu ik dat zo had gezegd en het leek erop dat hij zich behoorlijk schaamde. En ik snapte dat wel als zoiets tegen je gezegd wordt maar ja \’hij zag het probleem niet\’ maar nu hoogstwaarschijnlijk wel. Ik besloot verder te gaan want Edward bleef stil. \”Snap je nu het probleem wel Edward?\” hij zei \”Ja, ik snap het en ik vind het heel erg vervelend.\” \”Dus nu je het probleem wel snapt vraag ik je nog een keer; denk je dat voortaan beter je billen kunt poetsen en je plasvlekken kunt voorkomen?\” hij antwoorde met een timide stemmetje \”Ja, dat denk ik wel. Dat moet me wel lukken.\” ik zei \”Dus geen vieze onderbroeken meer in de was! Mocht ik er toch nog tegenkomen dan krijg je onderbroek training van mij zoals dat ook bij kleine kinderen gebeurt.\” het leek me verstandig om ons gesprek nu te stoppen. Eigenlijk wist ik al dat voor alle vijf de punten die we hadden besproken regelmatig straf uitgedeeld zou moeten worden. Het ontbrak Edward namelijk nog aan genoeg zelfdiscipline. Welke straffen dat zouden zijn en op wat voor manier ik die zou uitvoeren daar kon ik nog over nadenken en dat deed ik met veel plezier en heel vaak. Ik zei tegen Edward \”Volgens mij hebben we alles besproken wat ik wilde. Heb je nog vragen ergens over of is alles duidelijk?\” Ik merkte dat Edward na dat laatste punt wat stiller was geworden en hij zei \”Voor mij is alles duidelijk.\” Ik stond op en liep naar hem toe en gaf hem een kus. \”Dank je wel dat je naar me wilde luisteren. Ik moest die punten namelijk wel met je bespreken want die stoorde mijn gevoel naar jou toe en dat wil ik absoluut niet. Laten we samen er iets moois van maken.\” Edward ontspande kuste me terug en zei \”Dat gaan we zeker doen.\”