Drie fucking wekkers. Drie wekkers en ze werd nog steeds niet wakker. En het was nu al de vijfde keer dat ik haar wakker moest schudden. Ik dacht dat ik gek werd. Zelfs op de dagen dat ik uit kon slapen. En dan was ze net begonnen met d’r stage, ze moest nog een half jaar. Om over haar werkdagen nog maar niet te beginnen. Dat was al wel langer aan de gang, al sinds we huisgenoten werden. Maar ja dan moest ik meestal zelf ook vroeg op, dus dan was het niet zo erg.
Dus toen ik na twee weken het echt spuugzat was en het een keer er gewoon bij had gelaten en op d’r donder had gekregen omdat ze veel te laat was en ze het gore lef had om boos op me te worden, omdat ik haar niet wakker had gemaakt, had ik het echt gehad.
‘Ik ben je fucking moeder niet!’ Riep ik. Ze leek te begrijpen dat ze te ver was gegaan.
‘Sorry, sorry, ik…ik weet gewoon niet wat ik er nog meer aan kan doen.’
‘Een machine kopen die elke ochtend een emmer water over je kop gooit,’ ik klonk al wat minder boos, ‘misschien moet je gewoon eens op tijd naar bed gaan.’
Ze keek naar haar voeten en begon te blozen.
‘Maar hoe ging dat dan toen je nog thuis woonde?’
Ze lachte een beetje gegeneerd.
‘Toen durfde ik niet door m’n wekker heen te slapen.’
‘Wat? Waarom niet?’
Ze werd nog iets roder, maar begon ook nog harder te lachen.
‘Mijn vader had een keer gezegd dat ie me een flink pak voor m’n blote billen zou geven als ik niet op tijd uit bed kwam.’
Ik keek haar een beetje vreemd aan
‘Serieus?’
Ze knikte
‘Maar nu…sinds ik het huis uit ben…’
‘Oké, maar je hebt dus nooit…’
‘God, nee, echt niet. Ik was als de dood dat ie het echt zou doen.’
‘En als wij dat nou afspreken?’
‘Wat? Dat jij me…billenkoek geeft?’
Ik knikte.
‘De volgende keer dat ik je wakker moet maken.’
Ze lachte.
‘Meen je dat echt?’ Ga je dat echt doen?’
Ik haalde mijn schouders op en knikte
‘Als dat helpt.’
Als ik had geweten wat dit allemaal in gang zou zetten…
Ze aarzelde even en zei toen, ‘Oké afgesproken!’
We gaven elkaar een hand en iets zei me dat ik na het weekend toch vroeg op zou moeten staan.
En Tess stelde niet teleur. Ik werd meteen wakker toen haar wekker ging, maar ik gaf haar het voordeel van de twijfel. Het hielp natuurlijk ook niet dat ze gisteren had zitten blowen en tot 4 uur s nachts youtube had zitten kijken. Ik wachtte even tot de wekker voor de 2e keer afging.
Ik stond zuchtend op en ging naar de kamer naast de mijne. Rustig schudde ik haar wakker. Het duurde even. Pas toen ze op de rand van het bed zat en zich eens even goed had uitgerekt, realiseerde ze zich wat dit betekende. Ze stotterde en stamelde wat en stond op.
‘Maak je voor nu maar geen zorgen, je bent al laat genoeg. We hebben het er vanavond over. Maar even een voorproefje.’
Ik gaf haar een aantal flinke tikken op haar dunne pyjama broek. Ze slaakte een gilletje en greep naar haar achterste.
‘Kom anders kreeg je straks nog ook nog op je donder bij je stage.’
Ze ging douchen en omdat ik toch niet meer kon slapen, maakte ik een ontbijtje voor haar klaar.
Toen ze aangekleed en al aan de tafel kwam zitten durfde ze me niet aan te kijken. Ze at snel voor haar doen en stond zo weer op.’Tot vanavond,’ mompelde ze en ging vlug de deur uit.
Mijn dag ging zoals gepland, ik had college, deed boodschappen en werkte wat aan mijn scriptie.
Ze kwam later dan normaal thuis. Ze keek erg zenuwachtig.
‘Zullen we het nu maar even bespreken of wil je eerst wat eten?’
Ze schudde haar hoofd; ‘Ik heb in de bus al wat gegeten. Laten we het nu maar doen.’ Ze durfde me nog steeds niet aan te kijken.
‘Is goed,’ zei ik, ging op de bank zitten en gebaarde dat ze over m’n schoot moest komen liggen. Ze keek ongemakkelijk,
‘Moet het op m’n blote billen?’
Ik knikte, ‘Dat was wat we hadden afgesproken, maar als je fijn vindt, mag je voor het eerste deel je onderbroek wel aanhouden. Maar we eindigen met de billen bloot.’
Ze begon een beetje onhandig haar riem en het knoopje van haar broek los te maken. Ze liet haar loszittende spijkerbroek zakken, onthulde haar ondergoed met schattige axolotls erop en ging over mijn schoot liggen met haar hoofd in de kussens verborgen.
Ik zuchtte even, legde mijn rechterhand op haar onderrug.
‘Wat ik vooral erg vind, is niet dat je door je wekker heen slaapt. Dat kan, het gebeurt iedereen en misschien kan je er ook niks aan doen. Maar dat je gisteren tot 4 uur ’s nachts jointjes hebt zitten roken en stomme filmpjes heb zitten kijken, terwijl je weet dat we dit hadden afgesproken en misschien nog wel erger, dat je de volgende ochtend gewoon aan de slag moet. Je hebt daar verantwoordelijkheden en mensen rekenen op je. En je verwaarloost zo ook jezelf, je toekomst. Daarom lig je nu hier. Ik hoop dat je er wat van leert.’
Een onverstaanbaar antwoord tussen de kussens.
Ik tilde mijn hand omhoog.
Liet hem hard neerkomen.
Haar hoofd schoot uit de kussens en ze slaakte een kreetje.
Klap twee, dezelfde reactie.
Langzaam vond ik mijn ritme.
Wriemelend lag ze daar.
Kleine kreetjes uitstotend.
Langzaam kwam er kleur op haar billen.
Even pauze.
Een strelende hand.
‘Begrijp je hoe je in deze positie terecht bent gekomen?’
Ze knikte.
‘Goed, dan begrijp je hopelijk ook dat je dit heel erg serieus moet nemen.’
Langzaam gingen de axolotls omlaag
Een gegeneerd gekerm.
Nog even een moment om de spanning op te voeren.
Het ritme kwam snel weer op gang.
Iets harder en sneller.
Ze ademde zwaarder
Kreetjes werden snikjes.
Haar mollige billen werden steeds roder.
Ze trappelde en wriemelde,
Ze werd stevig vast gehouden.
Ze kon nog nergens naar toe.
Het was net alsof mijn hand van de ene naar de andere bil stuiterde.
Haar kreetjes werden gilletjes.
Ze spartelde heviger.
Mijn tempo werd minder, mijn kracht niet.
‘Ga je beter voor jezelf zorgen?’
Een snikkend ja
‘Ga je wat meer je verantwoordelijkheid nemen?’
Alleen luide snikken
Een extra ferme tik
Een luid ja.
Nog een aantal ferme tikken en ik hielp haar omhoog op mijn schoot. Haar hoofd viel op m’n schouder, ze was aan het snikken.
‘Het spijt me,’ het was zachtjes maar gemeend.
‘Het is al goed.’
Ik aaide haar zachtjes over haar rug en liet haar uithuilen. Later nadat er wat crème op haar billen was gesmeerd en ik wat te eten voor ons had klaar gemaakt, zaten we samen aan tafel.
‘Dank je,’ zei ze zachtjes.
Ik gaf haar een kleine lach.
‘Denk je dat je het nodig hebt als ik af en toe voor ouder speel?’
Ze werd rood, maar knikte.
‘Oké, misschien kunnen we wat afspraken maken en als je daar niet aan houd ga je weer over de knie. Zie je dat zitten.’
Weer een beschaamde knik.
‘Kijk me eens aan.’
Haar grote blauwe ogen keken me verlegen aan.
‘Het is niet erg als je dit af en toe nodig hebt. Ik weet niet of ik het leuk vind om voor je ouders te spelen, maar als ik je daarmee help dan wil ik dat best doen. Maar neem je het wel serieus?’
‘Ja natuurlijk.’
‘Dan kunnen we straks even bedenken wat je allemaal nodig hebt om wat beter voor jezelf te zorgen.’
Het was natuurlijk niet de enige keer dat ik haar op d’r sodemieter moest geven. Soms kreeg ik het idee dat ze het erom deed.
Amanda vs de buurtwacht (1)
Amanda kon zich niet bedenken waarom mw Lambert haar in godsnaam niet mocht. Ze was toch leuk? Die non binaire nerd die boven haar woonde, vond haar leuk. Die zocht steeds excuusjes om met haar te praten. En haar overbuurvrouw, waarvan ze dacht dat ze camde, glimlachte altijd vriendelijk. En ze hadden soms een kort praatje waarbij Amanda dacht dat de buurvrouw flirte, maar dat wist ze niet zeker.
Maar mevrouw Lambert…wat was er mis met die vrouw?
Haar gezicht leek extra aangedaan door de zwaartekracht. Misschien de rest van haar lichaam ook. Daarom was ze zo klein en compact.
Amanda zat er echt mee. Een ze probeerde het echt.
Ze groette altijd beleefd…
Ja, er waren natuurlijk incidenten geweest.
Het muziek incident.
Het feestjes incident.
Het cannabis incident.
Het kaugom incident, maar dat liep nog en daarvan wist Lambert ook niet dat Amanda ervoor verantwoordelijk was dus dat deed er niet echt toe.
En waarschijnlijk nog een paar die Amanda vergeten was, maar… het was al fout gegaan bij de kennismaking. Lam (dat was haar bijnaam voor mw Lambert) had haar meteen op de regels gewezen en haar met een afkeurende blik aangekeken. Ze was de ‘beheerder’ en nam die rol erg serieus, verder had ze waarschijnlijk niks in haar leven.
En onlangs, Amanda wist niet eens meer wat er precies aan de hand was, had ze zoiets geks gezegd. Ze had iets gezegd van, ‘Als je mijn dochter was, zou ik je over de knie leggen en een flink pak voor je blote billen hebben gegeven’.
Amanda was geschokt geweest, de woorden bleven door haar hoofd spoken. Die nacht had ze er zelfs over gedroomd.
Nou ja een soort van. Het was zo’n droom waarin alle muren doorzichtig waren en Lam vreemd roze haar had en er om de een of andere onverklaarbare reden een vis is (wat dat moest symboliseren, kon Amanda echt niet bedenken, maar ze maakte zich er wel zorgen over). Anyway, dat was er allemaal, maar Amanda had dus ook gedroomd dat ze billenkoek kreeg van Lam.
Vreemd en verontrustend. Het bleef door haar hoofd spoken.
Een paar dagen later… Het vuilnis incident.
Het begon met het feit dat Amanda geen zin had om het vuilnis buiten te zetten. Dus had ze haar volle vuilniszak voor haar voordeur gezet met het idee dat ze hem dan wel weg zou kunnen brengen als ze boodschappen zou gaan doen. Lang verhaal kort, daar had ze ook geen zin in.
En die vuilniszak was ze eigenlijk ook vergeten. Totdat er gebeld werd en er een knalrode Lam voor de deur stond die meteen begon uit te leggen over muizen en ongedierte. Daar stond Amanda’s hoofd echt even niet naar, maar omdat ze de vrede wilde bewaren (en ze niet wilde dat haar ouders, die dit appartement voor haar kochten, erover te horen zouden krijgen) bracht ze, vergezeld door wat gezond protest, de vuilniszak weg. Ze heeft toen misschien onder haar adem Lam een kutwijf genoemd, maar dat kon ze toch niet gehoord hebben toch?
Toch wel.
6 seconden later had Amanda 3 flinke tikken op het zitvlak van haar shortshorts te pakken. Ze schrok, haar adem stokte in haar keel.
Wat was daar gebeurt?
Was ze nou net gemetoo’d door een bejaarde?
Haar hand greep automatisch naar haar bil waardoor ze de vuilniszak liet vallen en alles over de grond uitstorten.
Lam stopte haar preek, die helemaal niet tot Amanda door was gedrongen en zei met een gemeen lachje.
‘Als je maar zorgt dat het hier brandschoon is als ik weer kom kijken, anders was dit nog maar een voorproefje, jonge dame.’
En toen liep ze weg.
Amanda’s hoofd tolde, ze wist niet wat links of rechts was, maar zonder dat ze het wist had ze alles opgeruimd en de vuilniszak netjes weggebracht.
Misschien was Lam later nog gekomen om de gang te inspecteren, maar Amanda durfde niet meer te gaan kijken.
Ze schaamde zich een beetje, haar billen tintelden. En die nacht droomde ze weer. Ze werd badend in het zweet wakker. Op een goede manier.
In de eerste instantie probeerde Amanda Lam te ontlopen. Ze schaamde zich, maar ze merkte ook dat ze het spannend vond. Ze vroeg zich af of Lam haar echt een pak voor haar billen zou geven. Ze kon het zich bijna niet voorstellen, maar ze geloofde haar eigen brein niet. Haar brein was ondertussen al allemaal plannetjes aan het bedenken om wraak te nemen op Lam, om haar uit de tent te lokken.
Kijken wat er gebeurt.
Haar gedachten sloegen op hol. Het mondde uit op brandstichting, maar dat leek achteraf niet zo’n goed idee. En dat terwijl het eigenlijk niet eens nodig was.
Het kauwgom incident.
Het was iets dat al langer speelde. Vlakbij de tuin van Lam was een put. Amanda maakte er met zichzelf een wedstrijd van om haar kauwgom in de put te mikken. Soms lukte dat, meestal niet. Lam vond het vies dat er allemaal kauwgom in en rond de put lag. Ze had briefjes opgehangen en in de app groep gevraagd of ze wisten wie het deed en of diegene alsjeblieft kon stoppen. Amanda voelde zich wel schuldig, maar het bleef een gewoonte en ze vond het moeilijk ermee te stoppen.
Dus deed ze dat niet.
Wat ze niet wist was dat Lam, na ongeveer 2 maanden kauwgom terreur, een camera had opgehangen. En ongeveer een week na het vuilnis incident werd er op een rustige, zonnige zondag middag op Amanda’s deur gebonsd.
Amanda was nog net niet wakker, muziek stond aan. Haar krullende haar was nog een warboel. Ze had haar pyjama nog aan en de slaap zat nog in haar ogen. Ze maakte strompelend haar weg naar de voordeur. Daar wachtte haar de eerste semi grijns van Lam die ze ooit had gezien.
‘Schijnheilige troela, jij was het de hele tijd.’
Amanda begreep niet wat ze bedoelde.
‘Sorry, maar kunnen we dit later doen?’
Voor ze het wist voelde Amanda hoe Lam haar oorlel vastpakte en haar mee trok.
‘Ik wist al de hele tijd dat jij het was en nu heb ik bewijs. En ik heb je een belofte gedaan, waar of niet?’
Amanda had het iets te druk met haar oor om echt te luisteren, maar ze had een idee van wat er nu zou komen. Vlinders van afgrijzen en spanning ontsproten in haar buik.
Lam sleepte haar naar de bank, smeet wat van de kleren die daar lagen op de grond zonder Amanda’s oor los te laten. En voor Amanda het wist lag ze bij Lam over de knie met haar gezicht in de kussens. Lam leek even van het moment te genieten, misschien ook wel van het uitzicht. Haar linker hand lag stevig op Amanda’s onderrug.
‘Ik wist dat jij het was, het was ook geen toeval dat de ellende begon toen jij hier kwam wonen. Maar nu heb ik je meisje en jij gaat hier voorlopig niet meer weg.’
SMAK
Een flinke klap landde op Amanda’s linker bil. Een elektrisch schokje ging door haar lichaam en haar adem stokte in haar keel. Maar echt veel tijd om te reflecteren had ze niet, want Lam ging gretig door en Amanda’s arme billen kregen nauwelijks rust. Ze tintelden voordat ze gloeiden voordat ze brandden. Amanda probeerde het allemaal over zich heen te laten komen, maar haar lichaam en mond hadden andere plannen. Kleine kreetjes en schokjes namen haar lichaam over en voor ze het wist lag ze spartelend als een vis op het droge over haar aartsvijands’ schoot.
Nu we vast hebben gesteld dat Amanda de controle over haar lichaamsfuncties een beetje was kwijt geraakt, kunnen we niet verbaasd zijn dat er een scheldwoord uitfloepte.
Iets wat Lam natuurlijk niet zomaar liet gaan. Ze stopte meteen.
‘Dat is de druppel, jonge dame. Ik was dit eigenlijk niet van plan, maar…. dat soort taal kan echt niet door de beugel.’
Het voelt als slowmotion. De vingers haken zich in het elastiek van Amanda’s pyjama broek en langzaam schuiven ze die naar beneden. Even blaast er een briesje op Amanda’s blote achterste. Ze kan niet geloven dat ze dit laat gebeuren. Ze protesteert wel, maar houd het niet tegen.
‘Wat doe je gek wijf, hou daarmee op!’
Lam glundert bij het zien van de rozerode billen van de jonge vrouw over haar knie.
‘Ik zie dat ik al wat schade heb gedaan, maar ik denk dat ik nog even iets meer mijn best moet doen om je echt een lesje te laten leren.’
Nu begint ze langzamer en ritmisch te slaan, het geluid van de harde klappen op Amanda’s blote billen en haar steeds harder en wanhopiger wordende kreten vullen de kamer.
Haar achterste brandt, ze kan zich niet beheersen. Ze trappelt en spartelt en voelt zich net een stout klein kind. De bak met vloek en scheld woorden die ze uitspuwt raakt steeds wat leger. Tranen springen in haar ogen.
Lam is iets aan het preken, maar het dringt allemaal niet meer tot haar door. Haar billen branden, ze schaamt zich, voor haar positie, voor hoe ze zich gedragen heeft, dat ze zich niet groot kon houden, dat dat kleine kreng heeft gewonnen. De klappen regenen neer op haar billen als een hagelstorm en dan opeens is het klaar. Lam helpt haar omhoog en kijkt haar streng in de ogen. Amanda’s handen schieten naar haar achterste.
‘Als ik dit nog eens moet doen, zal ik niet meer zo aardig zijn. Heb je dat begrepen meisje’
Als Amanda geen antwoord geeft, pakt Lam haar kin en dwingt ze oogcontact af.
‘Begrepen?’
‘Ja mevrouw,’ stottert Amanda.
‘Goed, fijn dat we elkaar begrijpen. Fijne dag nog.’
En Lam is weg.
Amanda staat in haar eentje in het midden van haar woonkamer over haar vuurrode bloedhete achterste te wrijven.
Het duurt even voordat ze weer tot haar zinnen komt.
Ze bekijkt haar billen in de spiegel en schrikt. Ze had niet verwacht dat ze zo rood zouden zijn.
Zou ze de politie moeten bellen?
Dit is toch eigenlijk aanranding of geweld of zo…
Maar dan moet ze iedereen haar rode kont laten zien. En of ze daar nou op zit te wachten. Misschien toch zelf het heft in handen nemen.
En meteen beginnen Amanda’s gedachten zich op wraak te richten.
Het zou iets indrukwekkends en vernederends zijn. Iets wat die heks op haar plaats zou zetten. En misschien….
Nee, niet nu al aan nog meer problemen denken.
Ze googlede tips om de pijn in haar achterste iets te verminderen, maar eindigde op haar buik met een koelpak voor de tv.
Keuzes (169)
Niet meedoen Irene
Je zegt ja
Je zegt nee
Keuzes (168)
Je kijkt Doortje vragend aan, “Denk je dat we ermee wegkomen?” “Tuurlijk!” antwoordt ze enthousiast, “ze letten hier zo slecht op, en iedereen kan het gedaan hebben. Jou verdenken ze al helemaal nooit, je bent helemaal veilig!” Nienke rolt met haar ogen. “Je moet het zelf weten, maar ik zou er echt niet aan beginnen.” Je denkt even na. In principe hoef je je niet te laten straffen als je betrapt wordt, maar je weet ook wel dat je dan met zoveel schuldgevoel zou zitten dat je liever nog wel over de knie zou gaan. Nienke had wel gelijk, dit soort spelletjes loopt zelden goed af. Maar.. het klinkt wel leuk, en spannend. Toen je nog student was had je nooit iemand om je verlangens te delen, nu kon ze wat van die tijd inhalen. “Waar gaan we beginnen?” vraag je grijnzend aan Doortje. Ze lacht en trekt je mee aan de arm terwijl Nienke nog eens met haar ogen rolt. Amira rent ook gauw mee. Met zijn drieën ren je de gang op. Doortje stopt en kijkt je je aan. “Ok, dit is het plan!” fluistert ze.
IreneJe zegt ja
Je zegt nee
Keuzes (167)
Je gaat door twee grote openslaande deuren naar de eetzaal. Michiel wijst aan waar je een dienblad kunt halen. Er is een ruime keuze en alles ziet er lekker uit! Je gaat voor soep en een broodje, daarnaast natuurlijk ook een koffie. Je hoeft zelf niet af te rekenen, want Michiel schiet het voor. “We kunnen daar wel even gaan zitten,” wijst hij, “dat zijn wat studentes die hier al wat langer rondlopen. Ze halen ook wel veel kattenkwaad uit, maar hun cijfers zijn prima, dus dan is daar wat ruimte voor. Tot op zekere hoogte natuurlijk.” Je gaat zitten en Michiel stelt je voor. “Dat is Doortje, Amira, Nienke en Jasmine. “Irene, aangenaam,” beantwoord je de begroeting. “Ben je een nieuwe studente? No offense, maar je ziet er niet uit als achttien,” zegt Doortje brutaal. Michiel kijkt haar even streng aan, maar ze beantwoordt de blik vrijpostig. “Nee, ik ben vandaag op bezoek om meer te weten te komen over de leermethoden hier. Ik werk voor een school en mijn baas wil graag weten hoe jullie aan zulke goede cijfers komen. Al weet ik niet zeker of de methoden die ik tot nu toe heb gezien, bij ons ook toepasbaar zijn.” De andere vrouwen lachen. “Nee, dit is niet voor iedereen,” geeft Nienke toe. Dan zie je hoe Michiel zijn telefoon tevoorschijn haalt, even met een frons kijkt en opstaat. “Het spijt me, dames, maar zo te zien ben ik even ergens anders nodig.” Voor het geval het nog niet duidelijk was, zegt Amira woordeloos “straf” en maakt nog even een slaand gebaar met haar hand. “Irene, als jij vanmiddag een uur bij dit groepje aansluit terwijl ze zelfstudie hebben, dan zie ik je daarna weer.”
Zelfstudie? Wat moet je studeren dan? Terwijl je je afvraagt of Michiel hier wel goed over nagedacht heeft, blijkt dat je niet de enige bent met deze gedachten. “Zelfstudie? Soms denk ik dat Michiel zelf slaag nodig heeft. Wat moet je studeren dan?” zegt Jasmine. Je lacht. “Ja, dat weet ik ook niet zo goed.. Ik ben al een tijdje klaar met studeren.” “Tsja, en straf krijgen zul je ook wel niet,” zegt Nienke er onmiddellijk achteraan. Je voelt dat je ontzettend gaat blozen en je ziet Nienkes ogen groot worden. “Ow, wel dus! Krijg je dan net als wij op je billen?” Je probeert haar blik te ontwijken. “Misschien …?” “Nee, niet misschien, ik zie het aan je,” gaat ze door. “En van wie krijg je dan billenkoek?” Je voelt dat je hier niet uit gaat komen door te zwijgen en weg te kijken en tenslotte ben je ook onder mensen die het snappen. Dat maakt het iets gemakkelijker, al neemt het de schaamte niet helemaal weg om zo ‘betrapt’ te worden. “Nou, door mijn vriend, Paul. Als hij vindt dat ik me niet goed gedragen heb of gewoon als ik het ‘nodig heb’.” Je maakt quotes in de lucht en rolt met je ogen. De andere dames lachen. Je voelt dat je een band hebt.
“Pff, ik heb hier echt he-le-maal geen zin in,” zucht Amira als Nienke na een kwartiertje kletsen oppert de boeken er toch maar eens bij te pakken, voordat een overijverige docent komt controleren wat ze aan het doen zijn. “Ik ook niet,” sluit Jasmine aan. Doortje krijgt een twinkeling in haar ogen en kijkt je aan. “Eigenlijk hoeven we dit helemaal niet te doen, alleen, ze komen steeds dreigen met die stomme straffen en daarom moeten we wel. Je zou ons kunnen helpen! In elk lokaal hangt wel iets, een strap, een paddle of een cane om ons straf te geven, terwijl we dat helemaal niet verdienen natuurlijk.” Even kijkt ze je met een pruillip aan. “Als we nu eens al die spullen jatten en verstoppen, kunnen ze ons niet meer slaan!” Amira giechelt, Jasmine rolt met haar ogen. “Dat is echt zo’n dom idee, uiteindelijk krijgen ze ons te pakken en dan zijn we nog niet jarig.” “Nou ja, dat is toch leuk!” werpt Doortje tegen. “Voor jou misschien, ik heb vandaag wel weer genoeg gehad,” zegt Jasmine. Doortje kijkt vragend naar Nienke. “O nee, de vorige keer dat je me meesleurde met een van die gekke plannetjes van je heb je me keihard verraden. Ik wil morgen liever gewoon kunnen zitten, dankjewel.” Nu kijkt Doortje jou vragend aan. “Doe jij mee? Jij komt er wel mee weg denk ik.” Daar heb je je twijfels over, maar is dit wel een goed idee?
Je zegt ja
Je zegt nee
Keuzes (166)
Je gaat door twee grote openslaande deuren naar de eetzaal. Michiel wijst aan waar je een dienblad kunt halen. Er is een ruime keuze en alles ziet er lekker uit! Je gaat voor soep en een broodje, daarnaast natuurlijk ook een koffie. Je hoeft zelf niet af te rekenen, want Michiel schiet het voor. “We kunnen daar wel even gaan zitten,” wijst hij, “dat zijn wat studentes die hier al wat langer rondlopen. Ze halen ook wel veel kattenkwaad uit, maar hun cijfers zijn prima, dus dan is daar wat ruimte voor. Tot op zekere hoogte natuurlijk.” Je gaat zitten en Michiel stelt je voor. “Dat is Doortje, Amira, Nienke en Jasmine ken je al.” Jasmine kleurt rood bij die woorden, maar strekt toch haar hand uit. “Irene, aangenaam,” beantwoord je de begroeting. “Ben je een nieuwe studente? No offense, maar je ziet er niet uit als achttien,” zegt Doortje brutaal. Michiel kijkt haar even streng aan, maar ze beantwoordt de blik vrijpostig. “Nee, ik ben vandaag op bezoek om meer te weten te komen over de leermethoden hier. Ik werk voor een school en mijn baas wil graag weten hoe jullie aan zulke goede cijfers komen. Al weet ik niet zeker of de methoden die ik tot nu toe heb gezien bij ons ook toepasbaar zijn.” De andere vrouwen lachen. “Nee, dit is niet voor iedereen,” geeft Nienke toe. Dan zie je hoe Michiel zijn telefoon tevoorschijn haalt, even met een frons kijkt en opstaat. “Het spijt me, dames, maar zo te zien ben ik even ergens anders nodig.” Voor het geval het nog niet duidelijk was, zegt Amira woordeloos “straf” en maakt nog even een slaand gebaar met haar hand. “Irene, als jij vanmiddag een uur bij dit groepje aansluit terwijl ze zelfstudie hebben, dan zie ik je daarna weer.”
Zelfstudie? Wat moet je studeren dan? Terwijl je je afvraagt of Michiel hier wel goed over nagedacht heeft, blijkt dat je niet de enige bent met deze gedachten. “Zelfstudie? Soms denk ik dat Michiel zelf slaag nodig heeft. Wat moet je studeren dan?” zegt Jasmine. Je lacht. “Ja, dat weet ik ook niet zo goed. Ik ben al een tijdje klaar met studeren.” “Tsja, en straf krijgen zul je ook wel niet krijgen,” zegt Nienke er onmiddellijk achteraan. Je voelt dat je ontzettend gaat blozen en je ziet Nienke’s ogen groot worden. “Ow, wel dus! Krijg je dan net als wij op je billen?” Je probeert haar blik te ontwijken. “Misschien …?” “Nee, niet misschien, ik zie het aan je,” gaat ze door. “En van wie krijg je dan billenkoek?” Je voelt dat je hier niet uit gaat komen door te zwijgen en weg te kijken en tenslotte ben je ook onder mensen die het snappen. Dat maakt het iets gemakkelijker, al neemt het de schaamte niet helemaal weg om zo ‘betrapt’ te worden. “Nou, door mijn vriend, Paul. Als hij vindt dat ik me niet goed gedragen heb of gewoon als ik het ‘nodig heb'”. Je maakt quotes in de lucht en je rolt met je ogen. de andere dames lachen. Je voelt dat je een band hebt.
“Pff, ik heb hier echt he-le-maal geen zin in,” zucht Amira als Nienke na een kwartiertje kletsen oppert de boeken er toch maar eens bij te pakken, voordat een overijverige docent komt controleren wat ze aan het doen zijn.” “Ik ook niet,” sluit Jasmine aan. Doortje krijgt een twinkeling in haar ogen en kijkt je aan. “Eigenlijk hoeven we dit helemaal niet te doen, alleen, ze komen steeds dreigen met die stomme straffen en daarom moeten we wel. Je zou ons kunnen helpen! In elk lokaal hangt wel iets, een strap, een paddle, of een cane om ons straf te geven, terwijl we dat helemaal niet verdienen natuurlijk.” Even kijkt ze je met een pruillip aan. “Als we nu eens al die spullen jatten en verstoppen, kunnen ze ons niet meer slaan!” Amira giechelt, Jasmine rolt met haar ogen. “Dat is echt zo’n dom idee, uiteindelijk krijgen ze ons te pakken en dan zijn we nog niet jarig.” “Nou ja, dat is toch leuk!” werpt Doortje tegen. “Voor jou misschien, ik heb vandaag wel weer genoeg gehad,” zegt Jasmine. Doortje kijkt vragend naar Nienke. “O nee, de vorige keer dat je me meesleurde met een van die gekke plannetjes van je heb je me keihard verraden. Ik wil morgen liever gewoon kunnen zitten, dankjewel.” Nu kijkt Doortje jou vragend aan. “Doe jij mee? Jij komt er wel mee weg denk ik.” Daar heb je je twijfels over, maar is dit wel een goed idee?
Je zegt ja
Je zegt nee
De taggers code en de toverheks
“Zo, hè hè… ben je weer onder je steen vandaan gekropen? ” grapte Brent toen mijn
huisarrest eindelijk voorbij was. “Ook fijn jou weer te zien. Gelukkig met je broek omhoog,” kaatste ik terug. “Zullen we ergens een hapje gaan eten? Ik heb wel zin in Shabu,” stelde Brent voor. Voor sushi was ik wel te porren. Die AGV’tjes van mijn moeder kwamen na een maand mijn neus wel uit.
“Ben je ondertussen al een keer terug geweest naar die mevrouw Ten Catens?” vroeg ik nieuwsgierig toen we bij ShabuShabu neerstreken. Hij keek even ongemakkelijk en knikte. “Vorige week. Die borstel is echt klote. Ik kon een paar dagen nauwelijks zitten na mijn bezoek aan die toverheks. Lopen, in bed omdraaien alles deed pijn. Maar geen boete of schoonmaakwerk dus ik ben al lang blij.”
Vol nieuwe plannen liepen we twee uur later via de centrum route terug naar huis.
Halverwege de route lag een klein skatepark verstopt tussen de saaie winkelpanden. Het skateparkje zelf zat zolang ik me kon herinneren al vol met vage lelijke graffiti.
Maar mijn mond viel open van een nieuw werk, op één van de panden ernaast prijkte een prachtige afbeelding van een heks. Het woord bitch in grote letters eronder terwijl de heks een onderbroek tevoorschijn toverde. “Brent, heb jij dit ….”
“Holy fuck,” riep hij uit. “Dat doet me wel aan iemand denken. Denk je dat ik dat gemaakt heb?” “Weet ik veel. Ik heb je een maand niet gezien. Misschien wilde je wraak nemen op, hoe noemde je haar ook al weer…”
Brent grijnsde maar ging er verder niet op in. We vervolgde de weg naar huis en ik was het eigenlijk alweer vergeten, totdat Hans zaterdagavond plotseling voor onze neus stond. We waren van plan om naar de film “Locked” te gaan maar nu viel ons plan helaas in duigen.
“Meekomen allebei,” sommeerde hij. “Je kunt het vast wel raden, mevrouw Ten Catens is ergens not amused over,”
En zo stond ik voor de tweede keer ineens in de woonkamer van een zeer gepikeerde mevrouw Ten Catens.
“Heren, ik ga jullie een vraag stellen en ik wil van jullie de waarheid horen,” viel ze gelijk met de deur in huis.
Ze pakte haar telefoon en liet een foto zien van de graffiti tekening die we bij het skateparkje hadden gezien. “Wat weten jullie hierover?”
“Hm,” zei Brent bedenkelijk. “Hebben wij dit laatst niet ergens gezien in de stad?”
“Je snapt heus wel dat ik dat niet bedoel. Wie heeft dit gemaakt? Hier moet toch wel over gepraat zijn in jullie cirkeltje?”
“Nou, even denken hoor, ik heb er niemand over gehoord. Ik zal het navragen als we ons maandelijkse theekransje hebben,” zei Brent sarcastisch.
Brent deed net alsof zijn neus bloedde. Of wist hij echt van niets?
Er was een soort code waar alle graffiti spuiters, of taggers zoals ze zichzelf noemden, zich aan hielden. Je spoot nooit over elkaars werk en je verlinkte elkaar nooit.
Toen Brent net begon was er een andere nieuwe tagger, Angelo, die over het werk van een ander heen had gespoten. Hij werd door een groepje andere taggers genadeloos in elkaar geslagen. Een van die taggers was David, de neef van mevrouw Ten Catens, die destijds nog actief tagger was.
Wij waren toevallig ook op dat moment daar in het park aanwezig en ik herinner me nog steeds het bloed op het gezicht van de jongen en zijn gebroken tanden. De taggers code was niet iets om mee te spotten.
“Brent, let op je toon. Je krijgt van mij één kans om de waarheid te vertellen. Heb ik het idee dat je niet eerlijk bent dan weten Hans en ik nog wel een paar foefjes om de waarheid boven tafel te krijgen.”
Brent haalde zijn schouders op en zei verder niets meer. Hij friemelde wat aan zijn ring, iets wat hij wel vaker onbewust deed als hij in gedachte was. De ring was hem dierbaar, het was een van de weinige dingen die hij had van de familie van zijn moeder. “Martin?”
“Geen idee, ik ben weinig buiten geweest de afgelopen tijd.”
“Er hangt een camera bij het skateparkje. Jullie kennen mijn neefje David wel hè. Ik heb hem gevraagd de camerabeelden op te vragen. Weten jullie zeker dat je niets wil vertellen?”
“Ik zou echt niet weten wat,” zei Brent zelfverzekerd. Zou hij er dan echt niets mee te maken hebben?
“David,” riep mevrouw Ten Catens, “kun je komen met de camerabeelden?” David kwam naar binnen en sloot een laptop op de televisie aan. Hij draaide de camerabeelden versneld af.
De tagger was onherkenbaar, geheel in het zwart gekleed en droeg een bivakmuts.
“Dat kan iedereen zijn,” zei Brent triomfantelijk en hij liet zijn dramatische Cillian Murphy imitatie zien.
De tagger krabbelde heel even onder zijn muts waardoor zijn rechterhand te zien was. David zette het beeld stil en zoemde in. Aan de ringvinger zat een ring, met hetzelfde design als de ring van Brent, een Surinaamse mattenklopper.
Zwijgend pakte mevrouw Ten Catens de rechterhand van Brent en keek naar zijn ring.
Vervolgens keek ze Brent strak aan.

“David, kunnen we na het zien van deze beelden concluderen dat de persoon in het filmpje Brent is?” vroeg ze terwijl ze Brents reactie bleef pijlen.
Voor het eerst was er paniek af te lezen op het gezicht van Brent. Ik dacht even terug aan de situatie van Angelo. Hoe loyaal zou David nu zelf blijven aan de taggers code nu hij tegenover zijn tante stond?
“Het enige wat ik kan vaststellen is dat de ringen op elkaar lijken, niet wie deze persoon is. Er zijn vast meer mensen met zo’n ring, zo bijzonder is dat design nou ook weer niet, tante Lydia,” zei hij geraffineerd. Hij glimlachte maar zijn blik was onzeker. De code had hij niet verbroken. Maar mevrouw Ten Catens kennende zou dit waarschijnlijk nog wel een staartje krijgen.
Brent opende zijn mond om iets te zeggen maar mevrouw Ten Catens snoerde hem meteen zijn mond.
“Stil jij. Je hebt je kans gehad. Ik heb het idee dat iedereen onder één hoedje speelt. Het wordt tijd voor een andere aanpak. Hans, kun je me assisteren? Begin maar met Martin. Niemand van jullie gaat hier de deur uit totdat de waarheid boven tafel is,” Hans pakte me bij mijn nek en duwde me naar de bank.
“Buig voorover Martin. Als je gaat tegenwerken gaat je broek omlaag, capiche?” waarschuwde Hans.
“Wat ga je doen?” De schrik sloeg me om het hart. Ik keek over mijn schouder en zag hoe hij zijn riem uit zijn broek trok. O shit. Foute boel.
“Nee, stop,” hoorde ik Brent roepen.
“Stil jij, kijk maar eens goed hoe je beste vriend van mij een pak rammel krijgt. Misschien helpt het je geheugen opfrissen.”
Met bonkend hart boog ik voorover en leunde op de bank. Dit kon toch niet waar zijn? Ik deed nerveus mijn ogen dicht en wachtte op de eerste klap.
“Stop Hans,” Het was de stem van David. “Hij weet niks. Niemand heeft Martin de laatste tijd gezien. Waar was je eigenlijk?”
“Thuis. Ik had een maand huisarrest, ik zei niet voor niets dat ik bijna niet buiten ben geweest.” “Doe hem alsjeblieft geen pijn,” smeekte Brent. Hij begon te huilen. De realiteit leek tot hem door te dringen. Ondanks zijn zorgvuldige planning was hij door een minuscuul foutje door de mand gevallen. Hij zat goed in de puree.
“Ik heb het gedaan. Straf mij, maar laat Martin erbuiten. Ik dacht echt dat ik niet herkend zou worden en er mee weg kon komen. Martin heeft er echt niets mee te maken, ik heb hem een maand niet gezien of gesproken.”
Brent werd naast me neergezet.
“Billen bloot en voorover buigen. En vlug een beetje,” commandeerde Hans.
Met trillende handen maakte Brent zijn broek los en deed wat Hans gevraagd had. “Werk mee anders krijgt Martin alsnog met mijn riem te maken, capiche?” zei Hans grimmig.
“Laat Martin erbuiten, teringhond! Jij vuile klootzak,” tierde Brent.
“Kop dicht onverlaat, ik zal je leren,”
Vervolgens was ik er voor de tweede keer getuige van hoe Brent er flink van langs kreeg. Hij veerde een paar keer overeind van de pijn maar ging zonder verdere tegenwerking terug in positie staan.
Ik vermoedde dat hij oprecht bang was dat Hans mij ook onder handen zou nemen. Hij mocht dan soms zelf wel dingen achterhouden of de waarheid verdraaien maar dat ging nooit ten koste van een ander.
“Weet je wat er terecht komt van mensen die het niet zo nauw nemen met de waarheid? Die belanden uiteindelijk in de gevangenis,” preekte Hans. “ En geloof me dat is echt geen pretje. Ik hoop dat mijn riem tot je doordringt en dit je stof tot nadenken geeft. De rest laat ik aan mevrouw Ten Catens over,”
“De waarheid komt altijd uit, neem dat maar van mij aan,” zei mevrouw Ten Catens. Ze liep door de kamer en pakte iets uit een kast. “Ik heb hier een paddle. Mijn haarborstel is slechts kinderspel in vergelijking met dit instrument. Je hebt me nog heel wat uit te leggen,
jongeman. Martin, ga maar naast Hans staan.”
Ze pakte Brent bij zijn arm en dirigeerde hem naar de leuning van de bank terwijl ik naast Hans ging staan.
“Ga over de leuning liggen. Zo ja. David, ik wil dat jij zijn armen vast pakt. Zorg ervoor dat hij blijft liggen. Brent hoe kwam je in vredesnaam op het idee om die afbeelding te maken?
Mij zo belachelijk te maken? En te denken dat je er ongestraft mee weg kon komen?”
David ging naast Brent zitten en pakte zijn polsen vast. “Blijf rustig,” zei hij zachtjes tegen Brent, “haal diep adem. Focus op je ademhaling.” Iets zei me dat David en de paddle geen vreemden van elkaar waren.
Mevrouw Ten Catens ging naast Brent staan en de houten paddle kwam hard neer op zijn achterwerk. Hij kreunde van de pijn.
“Ik wacht op antwoord, jongeman,”
Brent haalde een paar keer diep adem voordat hij antwoord gaf.
“Nou… omdat… ik was eerst nogal overstuur nadat ik hier die eerste keer was geweest. En…
ik voelde me gewoon beter toen ik weer even met de spuitbussen in de weer kon. Zo kwam die spotprent er dus een soort van uitgerold.”
De paddle kwam weer neer. Brent probeerde overeind te komen maar David hield hem stevig op zijn plaats.
“Hoe durf je mij zo belachelijk te maken? En er vervolgens ook nog glashard over te liegen?” Opnieuw sloeg ze hem met de paddle.
“Au…au…Het spijt me,” snotterde Brent. Keer op keer kwam de paddle neer. Zijn billen kleurden al snel donkerrood. Arme Brent, hij zou hier zeker weer dagen last van hebben. “Ik wil sowieso niet meer merken dat jij iets beklad waar het niet mag. En lieg nooit meer tegen mij, begrepen? Laat dit een belangrijke les voor je zijn. ”
“Ja, mevrouw Ten Catens,” snikte Brent.
“Dank je wel voor je hulp David, laat Brent nu maar los. Vanavond na het eten wil ik het met jou even hebben over hoe dit allemaal gegaan is vandaag,” zei ze met een waarschuwde klank in haar stem. Ze tikte een paar keer dreigend met de paddle tegen haar hand.
David knikte terwijl zijn wangen langzaam rood werden. De taggers code in ere houden had blijkbaar toch flinke consequenties voor hem.
“Brent, nog één ander dingetje. Volgens mij heb een wij inmiddels een afspraak over jouw taalgebruik.”
Mevrouw Ten Catens legde de paddle weg. Ze liep naar het dressoir en haalde de haarborstel tevoorschijn. Vervolgens pakte ze Brent bij zijn oor en trok hem mee naar het zitgedeelte van de bank.
“Nee… alsjeblieft …. niet ook nog die klote haarborstel,” smeekte Brent.
“Nog een woord dat ik niet wil horen. Onze afspraak is vrij helder, als ik jou hoor vloeken of schelden krijg jij een flink pak slaag met mijn haarborstel.”
Met een vloeiende beweging legde ze hem over de knie. Ze klemde haar been om het zijne en pinde zijn arm vast op zijn rug. Brent kon geen kant meer op. Met een hoog tempo kwam de
haarborstel neer op zijn gehavende billen. Het snelle tikkende geluid van de haarborstel en het gesnik van Brent deden haast pijn aan mijn oren.
“Weet je wat jij moet leren? Eerst eens tot tien tellen voordat je iets zegt. Dus de volgende slagen ga je netjes voor me tellen,” zei mevrouw Ten Catens streng. Snoeihard haalde ze uit met de haarborstel.
“Au… Één… twee…,” Brent hapte naar adem en reageerde niet meteen met drie. Mevrouw Ten Catens wachtte niet op Brent en sloeg een vierde keer. “Als je niets zegt dan telt het niet mee,” zei ze onvermurwbaar. Ik huiverde en hoopte vurig dat ik zelf nooit in zijn situatie terecht zou komen.
“Au…” snotterde hij, “drie… vier..” Na de resterende zes die hij keurig meetelde legde ze de haarborstel neer.
“Doe je broek maar omhoog en ga je excuses aanbieden bij Hans,” zei mevrouw Ten Catens.
Voorzichtig kwam hij overeind en trok zijn broek en ondergoed weer omhoog.
“Het spijt me, Hans,” zei hij bedeesd terwijl hij de tranen uit zijn ogen wreef.
“Meneer Bruinsma vind ik hier meer op zijn plaats,” bromde Hans.
“Het spijt me, meneer Bruinsma,” herhaalde Brent.
“Excuses aanvaard.”
Hans stootte mij aan. “Martin, help jij me even met wat te drinken pakken?” Hij pakte me bij mijn arm en we liepen de kamer uit.
“Heb je weer geluk hè, dat je niet onder handen bent genomen vandaag. Nou ja, driemaal is vast scheepsrecht,” zei Hans grinnikend. Hij nam de uitdrukking ‘het beste vermaak is leedvermaak’ wel heel letterlijk.
En natuurlijk zou ik nog een keer onder handen genomen worden en over de knie belanden, maar dat is een verhaal voor later.
Mr Balor
Mijn beste vriend Brent van Breukelen trok zich nooit zoveel aan van regels. “Martin, regels zijn er om gebroken te worden. Het wordt pas een probleem als je betrapt wordt,” was zijn motto.
We leerden elkaar kennen in de zandbak van de kleuterschool. De juf had zijn schep afgepakt omdat hij er andere kinderen mee achterna zat. Het spelletje zag er dolkomisch uit. Zodra ze uit het zicht was gaf ik hem mijn schep, en samen speelden we vervolgens agent en boef. Vanaf dat moment waren we beste vrienden en waren we twee handen op één buik.
Hij groeide op bij zijn vader en had twee oudere broers. Zijn moeder overleed toen hij nog heel klein was. Misschien kwam hij daardoor juist wel weg met de meeste kwajongensstreken die hij uithaalde.
Zijn oudere broers waren ook niet helemaal zuiver op de graat, want als je iets nodig had dan konden zij het vaak voor een zacht prijsje voor je op de kop tikken.
De familie van Breukelen stond weliswaar bekend als gajes, “gajes van de bovenste plank”, mopperde mijn buurman altijd als Brent weer langs was geweest, maar vanwege hun vrolijke en ongedwongen houding waren de van Breukeltjes ook erg geliefd in de buurt.
Brent was een flapuit, hield van avontuur en was een echte waaghals. Ik was verlegen, en wist hem vaak voor gevaar te behoeden. We hielden elkaar in evenwicht. Hij trok me meer uit mijn schulp, ik hield hem rustiger.
Op de middelbare school begon hij met graffiti spuiten. Hij kon heel goed tekenen en tegen de tijd dat hij klaar was met het grafisch lyceum was zijn graffiti een van de mooiste die er in de stad te zien was.
Hij had geen snel onleesbaar krabbeltje maar gebruikte “Mr Balor” in grote gekleurde letters, meestal in geel en groen. Rechts ervan een afbeelding van een kraai. Hij koos voor ‘Balor’ omdat hij zelf behoorlijk tegendraads was en de kraai omdat die net zo eigenzinnig als hijzelf was.

Brent zocht de meest bijzondere plekken uit voor zijn kunstwerkjes, en onbevreesd klom hij soms daken op om plekken te vinden waarbij zijn spuitwerk mooi in het oog zou vallen bij langskomende mensen.
We hadden een gezamenlijke hobby, freerunning, iets wat heel handig was om bepaalde plekjes te kunnen bereiken. Hij spoot, ik stond op de uitkijk. Dit ging heel lang goed, tot die ene dag, of beter gezegd ene nacht, eigenlijk.
“Martin, dat oude opslagpand van Bristol staat leeg, je weet wel, bij dat kleine bedrijventerrein langs de snelweg. Prachtige plek en er zal vast geen beveiliging zijn nu het leeg staat. Daar moeten we vanavond heen,” zei Brent die dag, met een schittering in zijn ogen.
“Oké, maar ik moet vanavond wel een beetje op tijd thuis zijn van mijn pa, hij doet de laatste tijd een beetje moeilijk.”
“Hmmm,” bromde Brent, “je bent toch oud en wijs genoeg?”
“Maar helaas moet ik me wel aan de afspraken houden zolang ik nog thuis woon. Mijn ouders zijn niet zo makkelijk als jouw vader,” hielp ik hem herinneren.
“Brave Hendrik. Zorg dat je om half tien bij het hoekje bent, tot vanavond.”
“Deze Hendrik heeft geen zin in een maand huisarrest nu het eindelijk lente is.” Ik zuchtte en maakte me uit de voeten.
‘Het hoekje’ was onze vaste ontmoetingsplek. Het lag een paar straten achter mijn ouderlijk huis, waar onze woonwijk ophield en een fietspad lag, dat langs het water via de ene kant naar het industrie terrein ging, en via de andere kant richting de grote stad. Vanaf daar konden we echt alle kanten uit.
En zo stonden wij later die avond rond half twaalf op ons gemakje even te pauzeren, een blikje Red Bull drinkend om goed wakker te blijven. Brents werk was inmiddels voor de helft af. Maar toen kregen wij de schrik van ons leven. Een felle lamp scheen in onze ogen.
“Wat moet dat daar? Zijn jullie nou helemaal gek geworden. Jullie bevinden je op privé terrein. Handen omhoog!” Mijn hart miste even een slag en begon daarna keihard te bonken. Shit! Ik had beter op moeten letten. Het was echter te laat om nu nog de benen te nemen.
“Twee jongemannen heb ik aangetroffen. Hoe oud ze zijn? Moet ik vragen… Hoe oud zijn jullie? Ik heb de eigenaresse aan de lijn en ze is not amused op dit moment. Handen omhoog zei ik.”
Brent en ik gooiden onze blikjes op de grond en hielden onze handen omhoog.
“Wie bent u?” vroeg Brent brutaal.
“Ik ben je grootste nachtmerrie. Ik heb jullie een vraag gesteld. Leeftijd?”
De lamp werd naar beneden gedraaid. Voor ons stond tot onze opluchting geen BOA of politieagent maar een wat sullige oudere man met een telefoon aan zijn oor.
“Twintig meneer,” stamelde ik.
“Twintig zeggen ze. Goed, ik zal deze twee raddraaiers meenemen. Heren, volg mij dan kunnen we de politie wellicht buiten beschouwing houden, gaan jullie hier akkoord mee?”
Brent en ik wisselden een blik. Alles beter dan te eindigen op het politiebureau en een nachtje in de cel te slapen, en dit later thuis op te moeten biechten.
En zo stapten wij uiteindelijk bij hem in de auto, terwijl we geen idee hadden waar we heen gingen of wat ons te wachten stond.
Na een half uur rijden stonden we, in één van de rijkste buurten van de stad, in de woonkamer van een zeer geïrriteerde al wat oudere dame. Ze stond op van de bank terwijl de man achter ons bleef staan.
“Zo, dus jij bent degene die oneerbiedig graffiti durft te spuiten op mijn eigendom? Weet jij wel wie ik ben, jongeman?” vroeg ze op snerende toon aan Brent.
“Ik ken jouw soort anders wel hoor.” vervolgde ze toen Brent geen antwoord gaf. “Opgegroeid zonder moeder, veel haantjesgedrag thuis en nooit eens goed gecorrigeerd op je gedrag. Misschien is het wel goed dat je mij vandaag treft, jongeman. Ja ik weet wel wie jij bent, Brent van Breukelen. Mijn neefje heeft een poosje graffiti gespoten. Je hebt een bijzondere reputatie onder de jongens. Maar goed fatsoen is ver te zoeken merk ik. En ik kan de politie er wel bij halen, maar ik denk niet dat een boete of een paar rondjes papier prikken jou op het goede pad zullen brengen. Wat heb je er zelf op te zeggen?”
Brent haalde met een ongeïnteresseerd gezicht en rollende ogen zijn schouders op. Hij zuchtte theatraal. Cillian Murphy zou er jaloers op zijn geweest.
“En jij,” zei ze en wees naar mij, “een trouwe vriend, maar hij trekt je wel mee de vernieling in. En je lijkt me slim genoeg om beter te weten. Ik geef je nog een kans je gedrag te verbeteren. Ik kom straks nog bij je terug.”
Ze wachtte niet op mijn antwoord en richtte haar aandacht weer op Brent.
“Maar jij hebt je kansen verspeeld. Ik ga jou iets geven wat je allang eerder had moeten krijgen. Een flink pak voor je billen.”
Hij schoot in de lach. “Wat, doe normaal mens.”
“Mens? Hoe durf je me zo aan te spreken. Jij hebt echt geen idee wie er tegenover je staat hè? Brutale vlegel. Kom hier.”
Brent verroerde geen vin. Ik zag aan zijn ogen dat hij haar vooral amusant vond. Het maakte hem ook echt geen drol uit wie ze was, al was ze de koningin, het kon hem verder niets schelen.
“Je hebt je naam niet gezegd. Dus ik heb geen flauw idee wie je bent.” zei hij triomfantelijk.
“Mijn naam is Lydia Ten Catens. Gaat er een belletje rinkelen bij die naam?”
Brent keek haar met opgetrokken wenkbrauwen vragend aan.
“Van het textiel merk, bekend van het duurzame ondergoed en lakens?” vroeg ik in zijn plaats. Mijn oma was altijd helemaal idolaat van het merk en prees Ten Catens altijd helemaal de hemel in, tot vervelends toe eigenlijk, vandaar dat ik er wel van gehoord had. Maar ik kon me voorstellen dat in een mannenhuishouding zoals bij de van Breukeltjes zo’n merknaam nou niet bepaald bleef hangen.
“Juist. En nu kom je hier jongeman, of ik vraag mijn trouwe chauffeur Hans of hij jou wil begeleiden, maar geloof me, dan ben je voorlopig nog niet jarig.”
Ik keek gebiologeerd naar Brent om te kijken of hij zijn hakken uit het zand zou halen. Zou hij een verstandige keuze gaan maken?
Ineens voelde ik een hand op mijn schouder drukken en Hans siste in mijn oor: “jij houdt je er verder buiten, wat er vanaf nu ook verder met je vriend gebeurd. En houdt je mobiel ook in je zak. Anders krijg je met mij én mijn riem te maken, capiche?” dreigde hij. Hij liet me los en bleef als een waakhond naast me staan.
Ik knikte en er liep een rilling over mijn rug. Hij leek misschien sullig maar hij had beslist haar op zijn tanden. Hadden we de situatie toch verkeerd ingeschat? Ik haalde diep adem om mijn zenuwen te kalmeren.
Brent koos ondertussen toch maar eieren voor zijn geld en ging voor mevrouw Ten Catens staan. Ze pakte hem bij zijn pols vast en in één beweging zat ze op de bank én lag Brent over haar knie. Dat had ze beslist vaker gedaan, dat ging zo vloeiend, dat kon niet anders.
“Doe gewoon precies wat ik zeg en hou je gedeisd, dan overkomt je helemaal niets,” fluisterde Hans op iets mildere toon in mijn oor.
Mevrouw Ten Catens ging in actie over en gaf Brent een flink aantal klappen op zijn achterste. Het harde geluid deed pijn aan mijn oren, maar hij onderging het allemaal behoorlijk rustig.
“Dit doet je nog niet zoveel hè. Kom maar overeind. Een goed pak slaag op je blote billen is hier wel op zijn plaats.” Brent krabbelde overeind. Haar handen gingen naar zijn broek maar hij deinsde achteruit.
“Wow… holy fuck… nee mens… ik doe het zelf wel.. tjezus…” mopperde Brent. En voor hij er erg in had kreeg hij een enorme oorvijg van haar.
“Au!” Brent greep verrast naar zijn wang en hapte naar adem, hem kennende waarschijnlijk een aantal verwensingen aan haar adres inslikkend. Onthutst liet hij daarna zijn broek en onderbroek zakken.
“Jij, hoe heet je eigenlijk?” vroeg mevrouw Ten Catens aan mij.
“Martin Hartman, mevrouw,”
“Martin, in mijn dressoir daar, in de bovenste la, ligt een haarborstel.” Ze wees het dressoir aan. “Wees zo lief om die borstel te halen en aan te geven.”
Ik fronste. Een haarborstel? Serieus? Maakte ze zich nu druk om haar kapsel? Deze nacht werd steeds vreemder. Ik liep naar het dressoir, vond een houten haarborstel en gaf het haar.
“Dank je wel,” zei ze met een glimlach tegen mij, “en nee, ik ga nu niet mijn haar doen. Je kunt er prima iemand een lesje mee leren. Liggen jij,” snauwde ze vervolgens tegen Brent. Brent werkte zonder tegenstribbelen mee en lag opnieuw over haar knie, zijn blote billen kleurden iets roze.
“Het is mevrouw Ten Catens voor jou. Geen mens,” berispte ze hem. “Zeg dat nooit meer tegen mij, begrepen?”
Ze vervolgde het pak slaag, nu met de haarborstel en zijn billen kleurden in rap tempo rood. Brent lag er helemaal niet meer zo rustig bij.
“Au! Teringwijf! Stop! Godverdomme, kap hier mee. Lelijke toverheks,” tierde hij. Er klonk paniek in zijn stem en hij probeerde overeind te krabbelen.
Ik had het best met hem te doen. Vaak zou ik wat meer op hem willen lijken. Maar nu was ik blij dat ik niet in zijn schoenen stond, en wel wist wanneer ik mijn mond moest houden. Spreken is zilver, zwijgen is goud.
“Wat zeg jij? Blijf liggen. Jij moet wat manieren leren, jongeman. Je vloekt als een bootwerker. Dat is onacceptabel. We zijn voorlopig nog lang niet klaar. Mijn haarborstel gaat je dit wel afleren. Lig stil of ik moet aan Hans vragen je in bedwang te houden. Maar dan krijg je nog meer straf.”
Het pak slaag ging nog een paar minuten door. Met een toenemend gevoel van afgrijzen keek ik toe hoe mijn vriend er ongenadig van langs kreeg. Brent deed ondertussen een verwoede poging om zijn billen te beschermen met zijn hand.
Met haar vrije hand pakte Mevrouw Ten Catens zijn hand vast en pinde zonder pardon zijn arm op zijn rug. Ze trok zich niks aan van het steeds luider wordende gesnik van Brent. Zijn billen kleurden inmiddels donkerrood.
“Hoe haal je het in je hoofd zulke taal te gebruiken. Hoe ga jij mij voortaan aanspreken?” vroeg Mevrouw Ten Catens streng. “En geef fatsoenlijk antwoord jongeman.”
“Mevrouw euhm Kater?” gokte Brent.
“Mevrouw – Ten – Catens.” Bij ieder woord haalde ze nog een keer flink uit met de borstel.
“Au! Mevrouw Ten Catens,” snikte hij.
“Goed zo. Ik merk dat je al hebt bijgeleerd. Kom maar overeind. Ik denk dat je genoeg hebt gehad voor vandaag. Je zult nog wel een paar dagen moeilijk zitten. Ik wil je binnenkort terug zien, want je krijgt ook nog een pak slaag voor het bekladden van mijn nieuwe pand. Daarom was je tenslotte eigenlijk hier. En nu ga je naast het dressoir in de hoek staan, met je billen nog bloot en je armen op je hoofd,”
“Ja mevrouw Ten Catens,” zei Brent gedwee. Zo oprecht beleefd had ik hem nog nooit gehoord. Hij ging er zonder protest staan en stond zachtjes na te snikken in de hoek.
“Martin, ik ga je vriend helpen om in het gareel te komen. Ik wil hem voorlopig iedere maand zien. Laat ik er bij jou niet achter komen dat je nog een keer met hem meegaat tijdens zijn illegale praktijken. Dan zul je, net als je vriend vandaag, ook kennismaken met mijn haarborstel. Ben ik zo duidelijk?”
“Ja mevrouw Ten Catens,” mompelde ik ongemakkelijk. Die kennismaking hoefde voor mij niet zo nodig.
“Hans, zou je voor ons wat thee willen maken? Dan kunnen de heren nog even bijkomen voordat je ze veilig weer naar huis brengt.”
Vluchtig keek ik op mijn horloge. Half twee ’s nachts al. Mijn vader zou niet blij zijn dat ik pas midden in de nacht thuiskwam, terwijl ik vanmorgen nog plechtig had beloofd om op tijd thuis te zijn. Mijn huisarrest voor aankomende maand was hoe dan ook een feit.
Maar die straf viel uiteraard in het niet bij wat mijn beste vriend net was overkomen. Natuurlijk zou ik ook nog een keer bij haar over de knie belanden, maar dat is een verhaal voor later.
Keuzes (164)
“Nee, natuurlijk niet,” probeer je vol zelfvertrouwen te zeggen. Je kijkt echter naar de grond. Wanneer je weer opkijkt, zie je dat Michiel je strak aankijkt. Je probeert zijn blik te weerstaan, maar je voelt dat je flink bloost. “Weet je dat zeker?” zegt hij streng. Je knijpt in je bovenbenen om ervoor te zorgen dat je niet nerveus gaat lachen. “Nee, ik bedoel ik weet dat dat hier gebeurt, maar ik heb het nog nooit meegemaakt.” Michiel lijkt even geïrriteerd te kijken, maar hij herpakt zich. “Je weet dat de studenten straf krijgen als ze iets doen wat niet mag?” vraagt hij. Je knikt. “Zoals … te laat komen op een belangrijke afspraak?” Je wiebelt ongemakkelijk in je stoel en probeert een goed antwoord te verzinnen. “Dat begrijp ik, maar zij kiezen daar ook voor. Misschien helpt het heel goed, ik weet het niet, ik heb er geen ervaring mee, zoals ik zei.” Je voelt je een klein beetje trots dat je nog zo goed uit je woorden kwam.
Michiel denkt even na. “Hoe komt het eigenlijk dat je te laat bent?” Je aarzelt even. “Nou, ik dacht dat het nog wel zou lukken om snel een kop koffie te drinken voor ik vertrok, maar toen kwam ik in de file en zat alles tegen en uiteindelijk was het veel te laat.” Michiel knikt. “Slechte planning dus. Gebeurt dat vaker?” Je lacht. “Nou, mijn vriend, Paul heeft het wel eens benoemd, ja.”. “Voel je je er ook schuldig over?” Even weet je niet wat je moet zeggen en je kijkt naar beneden, dan antwoordt je zachtjes: “Ja …” “Dat gevoel kennen onze studenten ook,” zegt Michiel vriendelijk, “en dat is een van de redenen waarom ze kiezen voor een pak slaag als straf. Het duurt maar even en daarna voelen ze zich beter.” Nu laat Michiel een stilte vallen. “Als je wil weten waarom we hier zulke goede resultaten boeken, is dit misschien een goede aanleiding om onze methoden beter te leren kennen.” Je ogen vliegen omhoog. “Je bedoelt dat … dat …” “Dat je bij mij over de knie gaat, inderdaad. Daarna voel je je beter, dat beloof ik.” Hij staat op, pakt een stevige houten stoel en zet die in het midden van de kamer. Hij gaat zitten en tikt een aantal keer op zijn knie. “Dit is hoe het werkt: jij gaat hier liggen, je krijgt een pak slaag en dan verdwijnt je schuldgevoel. Echt.” Voorzichtig sta je op en loop je naar hem toe. Je gaat over zijn schoot liggen en probeert je ademhaling rustig te krijgen. “Normaal gesproken wordt straf hier altijd op de blote billen gegeven, maar omdat je te gast bent en dit je eerste keer is, moet dit ook voldoende zijn. Ben je er klaar voor?” Het lukt je niet om direct antwoord te geven, maar blijkbaar is hij dat wel gewend en besluit hij zelf maar te beginnen. De klappen zijn niet hard, maar ze komen gestaag. Langzaam begint het toch wel zeer te doen. “Was het verstandig om te te laat te komen?” “Nee …” Je voelt een harde klap op je linkerbil en je gilt even. “Tijdens een straf word ik altijd aangesproken met twee woorden, Irene” “Nee, Michiel …” ‘Nee meneer’ gaat je veel te ver, maar zo te voelen was dat ook niet nodig. “Mooi, dan zijn we hier zo klaar. Nog even zorgen dat de les blijft hangen.” Nu begint hij sneller en harder te slaan en je hebt moeite om te blijven liggen. Je benen schieten omhoog. Michiel zucht even en slaat dan zijn benen over de jouwe, zodat je geen kant meer op kunt. Je kreunt zachtjes terwijl klappen vallen en dan is het voorbij.
“Zo, voel je je nu beter?” vraagt Michiel. “Nou, mijn billen niet!” antwoord je lachend, “maar mijn schuldgevoel is weg.” Plots besef je dat hij je nog steeds niet losgelaten heeft. Voor het helemaal tot je doordringt, begint Michiel weer te praten. “Dat is mooi, maar ik heb nog een ding om met je te bespreken. Je zei dat je nog nooit eerder billenkoek had gehad?” “Eh, ja?” antwoord je defensief. Hij zucht. “En als ik nu Paul zou bellen, zou die dan hetzelfde zeggen?” Je voelt snel de paniek opkomen. Rationele gedachten als “hij kent Paul helemaal niet” worden verdrongen door het idee dat je leugentje uit zou komen en dat Michiel en Paul bespreken wat er nu met je moet gebeuren terwijl je er machteloos bijstaat. “Nou, Irene?” spoort Michiel je aan. “Die zou zeggen dat ik wel eens straf gehad heb,” zeg je met een klein stemmetje, “maar dat is toch niet belangrijk?” “Nee, dat niet, maar dat had je ook kunnen zeggen. Jij besloot je te verbergen achter een leugentje. Hier leren we onze studenten dat een klein leugentje snel kan groeien tot iets groots. Een tegenvallend cijfer wordt een mislukte studie, een avondje stappen wordt een vergooid tentamen. Daarom pakken we zoiets vaak zo vroeg mogelijk aan. Sta eens op!” Hij ontklemt je benen en je staat op. Wanneer je voor hem staat pakt hij de knoop van je broek vast en maakt deze los. Vervolgens trekt hij je broek tot aan je knieën naar beneden en daarna volgt je onderbroek. Je voelt je te klein om te reageren en al snel helpt hij je weer over de knie. “Tijd voor ronde twee.” Hij begint weer te slaan, hard en snel en al gauw kerm je het uit. Het deed net al zeer, maar dit is nog wel een stukje erger. Je wil het niet, maar je benen schieten weer omhoog en direct lig je weer vastgeklemd over zijn schoot. Je jammert en je zegt dat het je spijt, tot hij tot je opluchting eindelijk stopt. Je hijgt nog even na over zijn schoot, je billen lijken wel in brand te staan. “Zo, overeind,” zegt hij en hij helpt je, waarna hij in één moeite je meeneemt naar een grote, witte muur. “Nu mag je hier even staan om na te denken. Dat helpt voor onze studenten ook altijd.”
Je voelt hoe de pijn langzaam een beetje zakt en hoe je weer tot jezelf komt. “Was het nu verstandig om tegen me te liegen?” vraagt Michiel. “Nee, Michiel, ik heb er spijt van,” zeg je oprecht. “Mooi, trek je broek dan maar weer aan.” Je doet wat hij zegt en draait naar hem toe. Je glimlacht, want hoe erg dat het ook was, het was ook wel een hele leuke, spannende ervaring. “Mag ik je een knuffel geven?” Hij kijkt ineens een stuk vriendelijker dan net en je staat het toe. Het voelt wel fijn, zo direct na de straf. Je gaat weer zitten en Michiel neemt ook weer plaats. “Ik voel me wel een stuk beter,“ geef je toe. “Nou ja, behalve mijn billen dan.” Je wrijft even om je opmerking te onderstrepen. Michiel lacht. Kom, ik zal je de school eens laten zien.”
Jullie staan op en Michiel gaat voor door de deur. De klaslokalen zijn modern en goed voorzien en er zijn vaak maar kleine groepjes leerlingen per leraar. Je neemt aan dat dat helpt om controle te houden. In de bibliotheek is een groepje meiden bezig met de zelfstudie en in de hoek staat iemand die zo te zien zo net bestraft is. Aan het verre eind van het gebouw zitten zelfs verschillende kleine studentenkamers. “Hier is ruimte voor negen studentes en zeker in deze tijden zijn de kamers zeer gewild. We maken wel duidelijk wat voor ruimtes het zijn en dat er regels met gevolgen gelden voor de bewoners, maar zolang dat je niet afschrikt, is iedereen vrij om zich aan te melden.” Dan is de tour bijna ten einde. “Hier is de eetzaal en het is een mooi moment om daar naartoe te gaan. De lunch staat net klaar.”
Tijd voor lunch
Keuzes (163)
“Euhm, ja?” zeg je met een klein stemmetje. Je kijkt naar de grond. Michiel durf je nooit meer aan te kijken. “Zoiets dacht ik al,” zegt Michiel, duidelijk tevreden met zichzelf. “Dat is niks om je over te schamen hoor. Zoals ik zei: “Je bent de enige niet. Ben je daarom ook zo snel naar ons toegekomen?” Je haalt diep adem en probeert jezelf te herpakken. “Ja, ik zag het staan op de site. Ik kon eigenlijk niet zo goed geloven dat het echt was.” Hij buigt een beetje naar je toe. “Krijg je ook straf als je iets gedaan hebt wat je niet zou moeten doen?” “Soms…” antwoord je, nu bijna onhoorbaar. “Zoals… te laat komen op een belangrijke afspraak?” Je kijkt snel op wanneer je beseft waar dit gesprek naartoe gaat. Michiel kijkt je echter strak aan en je slaat je ogen weer naar. Je knikt en probeert je woorden weer terug te vinden. “Ik voelde me er wel schuldig over, ja. Ik dacht dat ik nog wel snel een kop koffie zou kunnen drinken, maar toen zat werkelijk alles tegen.” “Daar had je ook rekening mee kunnen houden in de planning,” werpt Michiel tegen. “Ja, dat zegt Paul ook altijd,” mompel je.
“Natuurlijk is het niet direct mijn plek om je straf te geven,” gaat Michiel verder, “maar ik heb wel een planning en als iemand te laat komt, heb ik daar ook last van. Dat is ook iets wat de studenten hier leren, ook al is daar soms best wel wat tijd voor nodig om het duidelijk te maken. Volgens mij weet je dat wel al, daarom voel je je schuldig. Als je je schuldig voelt, kan het soms best handig zijn om een oude les nog eens te herhalen. Daarna voel je je dan weer beter. Denk je dat zoiets nu het geval is?” Je zucht en knikt. “Ik denk het wel…” “Ik denk het ook,” beaamt Michiel. Hij staat op, pakt een stevige houten stoel en zet die in het midden van de kamer. Hij gaat zitten en tikt een aantal keer op zijn knie. “Je weet hoe het werkt!” Je zucht nogmaals en loopt naar hem toe. Wanneer je gaat liggen,word je tegengehouden. “Mag je normaal gesproken je broek aanhouden als je straf krijgt?” Je kijkt hem even aan, maar wanneer hij toevoegt dat dit pak slaag is om iets te doen aan jouw schuldgevoel en het verbeteren van jouw gedrag, geef je je over en trek je je broek naar beneden. Daarna komt Michiel je een klein beetje te hulp. “Laat je onderbroek maar aan en kom over mijn schoot liggen.” Ondanks alles ben je hem een beetje dankbaar. Je doet wat hij zegt en voelt al snel hoe hij de stof van je ondergoed strak trekt tussen je bilnaad. “Normaal gesproken wordt straf hier altijd op de blote billen gegeven, maar omdat je te gast bent en dit je eerste keer is, moet dit ook voldoende zijn. Ben je er klaar voor?” Het lukt je niet om direct antwoord te geven, maar blijkbaar is hij dat wel gewend en besluit hij zelf maar te beginnen. De klappen zijn niet hard, maar ze komen gestaag. Langzaam begint het toch wel zeer te doen. “Was het verstandig om te te laat te komen?” “Nee…” Je voelt een harde klap op je linkerbil en je gilt even. “Nee wat?” “Nee, Michiel…” Nee meneer gaat je veel te ver, maar zo te voelen was dat ook niet nodig. “Mooi, dan zijn we hier zo klaar. Nog even zorgen dat de les blijft hangen.” Nu begint hij sneller en harder te slaan en je hebt moeite om te blijven liggen. Je benen schieten omhoog. Plots voel je hoe Michiel met zijn linkerhand de bovenkant van je onderbroek strak trekt. Je voelt dat je minder goed kunt bewegen, maar het is ook gruwelijk beschamend om zo vastgehouden te worden. Je kreunt zachtjes terwijl klappen vallen en dan is het voorbij. Hij helpt je overeind en je wrijft even over je billen. Je hebt veel pijnlijker gehad, maar om hier te staan bij iemand die je nog maar net kent, voelt toch heel erg. “Laten we de hoek maar even overslaan, volgens mij is het punt wel gemaakt,” zegt Michiel glimlachend. Je wil niet dankbaar zijn, maar je bent het toch. “Mag ik je een knuffel geven?” Hij kijkt ineens een stuk vriendelijker dan net en je staat het toe. Het voelt wel fijn, zo direct na de straf. Je doet je kleren goed, gaat weer zitten en Michiel neemt ook weer plaats. “Ik voel me wel een stuk beter,“ geef je toe. “Nou ja, behalve mijn billen dan.” Je wrijft even om je opmerking te onderstrepen. Michiel lacht. Kom, ik zal je de school eens laten zien.”
Jullie staan op en Michiel gaat voor door de deur. De klaslokalen zijn modern en goed voorzien en er zijn vaak maar kleine groepjes leerlingen per leraar. Je neemt aan dat dat helpt om controle te houden. In de bibliotheek is een groepje meiden bezig met de zelfstudie en in de hoek staat iemand die zo te zien zo net bestraft is. Aan het verre eind van het gebouw zitten zelfs verschillende kleine studentenkamers. “Hier is ruimte voor negen studentes en zeker in deze tijden zijn de kamers zeer gewild. We maken wel duidelijk wat voor ruimtes het zijn en dat er regels met gevolgen gelden voor de bewoners, maar zolang dat je niet afschrikt, is iedereen vrij om zich aan te melden.” Dan is de tour bijna ten einde. “Hier is de eetzaal en het is een mooi moment om daar naartoe te gaan. De lunch staat net klaar.”
Tijd voor lunch