Keuzes (120)

Je besluit dat figging ook best een andere keer kan en je appt Paul of hij naar Naomi en George wil komen voor een avondje gezellig samen, met Tessa en Michiel er ook bij. Hij reageert enthousiast en zegt dat hij, zodra hij zijn spullen thuis heeft afgezet en is omgekleed, die kant op komt. Dan loop je richting de kassa en je ziet dat Tessa en Naomi ook net klaar zijn. Samen rekenen jullie af en ga je naar Naomi’s huis. Daar kook je samen met George en drinken jullie een glas wijn terwijl jullie vertellen over de dag. Dat jullie op beschamende wijze op je plek gezet zijn, laten jullie tactisch achterwege. Vlak voordat het eten klaar is, komen Michiel en Paul bijna gelijktijdig aan. “Prachtige timing, heren, we gaan eten!” kondigt George aan. Tijdens het eten is het gezellig en hoe meer wijn er op tafel komt, hoe meer er geplaagd wordt. De dreigende blikken van de mannen zijn niet van de lucht. Je kijkt Naomi en Tessa aan. Zo te zien hebben ze ook wel zin om nog een stapje verder te gaan. Je wil zelf ook wel, al ga je dit natuurlijk niet zomaar toegeven. Hoe ga je dat voor elkaar krijgen?

Vertel over de parkmedewerker

Stel een spelletje voor

      Keuzes (119)

      Je loopt naar je vriendinnen, die inmiddels bij de kassa staan. “Ik kreeg net een appje van Paul dat hij graag romantisch met me wil eten als hij vanavond terug is, dus ik denk dat ik moet afzeggen.” “Ah, wat lief!” roept Tessa uit. “Nou, da’s goed hoor, Irene. Dan nemen wij je boodschappen wel mee en dan zien we je een andere avond wel.” Je geeft de boodschappen aan, neemt afscheid en loopt dan gauw terug om nog wat in te slaan voor vanavond en vooral ook om nog wat gember in je mandje te doen.

      Eenmaal thuis aangekomen is Paul er nog niet, dus je hebt wat tijd om je voor te bereiden. Over die gember beginnen is wel heel erg, dus hoe ga je ’t aanpakken? Je kunt natuurlijk stoer zijn en zeggen wat je wil. Je kent Paul, die weet daar wel raad mee, dus als je eenmaal door de zure appel heen bent, zal hij wel een plan maken. Je kunt ook hinten, met het risico dat hij het niet snapt, maar ja, dan hoef je niet hardop te zeggen wat je wil…

      Zeggen wat je wil

      Hinten wat je wil

          Keuzes (118)

          Eenmaal in de winkel verdelen jullie de rollen. Naomi gaat wat te drinken halen, Tessa haalt het vlees en jij gaat langs de groenteafdeling. Terwijl je de paprika en de uien in je mandje laadt, zie je ook een groot stuk gember liggen. Je kunt er je ogen niet van afhouden. Het heeft je altijd geïnteresseerd om daarmee te spelen en je weet dat Paul dat ook wel weet. Je bent er alleen nog nooit aan toegekomen. Je hebt hem ook wel gemist, misschien is het net fijner om een avondje met z’n tweeën door te brengen. Aan de andere kant heb je nu ook afgesproken met Naomi en Tessa, dat kun je niet zomaar afzeggen, toch?

          Naar huis

          Toch samen eten

              Keuzes (117)

              Je denkt er hetzelfde over als vanmorgen, zomaar over het hekje heen springen kan niet. Je zoekt nog een keer en vindt eindelijk je kaart. Gauw ga je door het hekje richting het perron. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij glimlacht naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Je schiet in de lach, wat een toeval! “Haha ja, nog niet veel geleerd he!” “Nee, maar je hebt ’t weer gered. Kies gauw een plekje uit.”

              Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

              Naar de winkel

                Keuzes (116)

                Vanochtend heb je gezocht, maar je weet niet zeker of je dat nu gaat redden. Je zet de smoothie op het tussenschot van het poortje, legt de koek ernaast en springt met een soepele beweging over het poortje. Snel pak je je eten en drinken. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij kijkt boos naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Shit, wat een toeval! “Eeum, ja, denk het wel,” mompel je. Hij kijkt nog iets serieuzer. “Vanochtend kreeg je nog complimenten van me, maar nu nam je de regels wat minder serieus, zag ik.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Voor deze keer kun je nog bij mij inchecken, maar laat dit nooit meer gebeuren.” “Nee, meneer,” zeg je terwijl je je wangen voelt gloeien. “Kies maar gauw een plekje uit.” Snel ga je ervandoor. Eenmaal in de coupé zie je Tessa met een hele brede glimlach. Je slaat haar hard op haar arm. “Au, waar is dat goed voor?” zegt ze, nog steeds lachend. “Je zit me gewoon uit te lachen!” “Tsja, jij was stout geweest en je krijgt een standje van de conducteur. Je mag blij zijn dat hij je niet in de hoek heeft gezet,” zegt Naomi met een uitgestreken gezicht. Je kijkt haar vuil aan.

                Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

                Naar de winkel

                  Keuzes (115)

                  Vanochtend heb je je les wel geleerd: zomaar over het hekje heen springen kan niet. Je zoekt nog een keer en vindt eindelijk je kaart. Gauw ga je door het hekje richting het perron. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij glimlacht naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Je schiet in de lach, wat een toeval! “Haha ja, nog niet veel geleerd he!” Hij kijkt iets serieuzer, “Nou, niet qua op tijd komen misschien, maar je hebt nu wel netjes ingecheckt, zag ik. Je hebt dus in elk geval wel wat geleerd.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Kies maar gauw een plekje uit.” Snel ga je ervandoor, het geplaag van Tessa negerend.

                  Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

                  Naar de winkel

                    Keuzes (114)

                    Je weet dat je vanochtend al op je kop hebt gehad, maar je hebt echt geen tijd om nu te gaan zoeken. Misschien heb je deze keer meer geluk. Je zet de smoothie op het tussenschot van het poortje, legt de koek ernaast en springt met een soepele beweging over het poortje. Snel pak je je eten en drinken. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij kijkt boos naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Shit, wat een toeval! “Eeum, ja, denk het wel,” mompel je. Hij kijkt nog iets serieuzer. “En toen heb ik je ook al gewaarschuwd dat je niet over het hekje mag springen.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Volgens mij moeten we iets anders doen om tot je door te dringen. Eerst mag je even bij me inchecken, want je hebt geluk dat ik helemaal geen zin heb om vertraging op te lopen, waarbij iedereen last heeft van jouw gedrag, door je er bij het volgende station uit te zetten.” Dankbaar maar zenuwachtig houd je de kaart tegen de lezer. “Wacht maar even hier,” zegt hij met autoriteit en hij geeft je een klein zetje, zodat je nu met je neus tegen de wand aan staat. Even later komt hij terug, grijpt je bij de arm en draait je de andere kant op. “Een gelukje dat ik deze net vanochtend gekocht heb, gloednieuw en schoon.” In zijn hand houd hij een matje met stugge haren. Hij klapt een stoeltje in het balkon van de trein naar beneden en legt het matje erop. “Zo, nu mag je hier even op jouw speciale stoel gaan zitten.” Aarzelend zak je door je knieën en plaats je je gewicht op de stoel. Shit, dat prikt, zelfs door de broek heen, en je merkt dat het gevoel opbouwt als je langer zit of je probeert te bewegen. Toch kijkt de conducteur nog niet heel tevreden. “Blijven zitten,” zegt hij streng en hij loopt weer weg. Het zitten is onaangenaam en beschamend. Gelukkig is het niet druk. Even later komt hij terug met een dekentje en je vraag je af waarvoor. “Billen bloot,” zegt hij op dezelfde strenge toon. “Wa … wat? Dat kan toch niet?” zeg je met een knalrode kop. “Dat kan zeker wel, ik wil dat je ook echt wat voelt, want wie niet luisteren wil, moet voelen. Deze deken zorgt ervoor dat niemand je hoeft te zien.” Hij lust de deken rond je middel en kijkt je doordringend aan. “Wil je toch liever dat ik de stationspolitie bel?” Je slaat je ogen neer, prutst wat aan de knoop van je broek en trekt deze naar beneden. Je kijkt de conducteur smekend aan terwijl je de vingers achter het elastiek van je onderbroek haakt. “Die ook,” zegt hij zonder mededogen. Zuchtend ontbloot je je billen en ga je weer zitten. Fucccck, dat is nog echt heel wat erger. Je lijkt elk haartje wel in je huid te voelen duwen. Je enige troost is dat niemand in de gaten heeft hoe je daar zit. “Zo, blijven zitten tot ik je kom halen,” zegt de conducteur en hij loopt weg, jou alleen achterlatend.

                    Bij het volgende station is het een stuk drukker. Je probeert normaal te doen, mensen te groeten zonder te laten merken hoe je er nu bij zit. Je probeert op een prettige manier te zitten, maar iedere keer als je je gewicht verplaatst, wordt het erger. Dan komen Tessa en Naomi langs. “Waar blijf je nou, is die conducteur nog niet klaar met zijn preek?” vraagt Tessa. “Ik moet hier blijven zitten,” zeg je, vol schaamte. “Ach, heeft ons stoute meisje straf gekregen?” zegt Naomi smalend. Je voelt je te erg om mee te lachen en ze krijgen in de gaten dat je het niet leuk vindt. Je wenkt ze naar de plaatsen naast je en met je vinger geef je aan dat ze moeten fluisteren. “Hij heeft me op mijn blote billen op een matje gezet.” “Wat?” fluisteren ze beide, vol ongeloof. Voorzichtig til je een stukje deken op. “Jeetje, wat erg!” zegt Naomi. “Mag ik eens voelen?” vraagt Tessa. Voorzichtig verplaats je je gewicht naar de rechterkant, hoe zeer dat ook doet, zodat ze je bil kan voelen. “Je ziet alle afdrukken van de haartjes erin.” “Ja, en het doet ook ontzettend pijn,” beaam je. Troostend leggen ze hun hand op je schouder.

                    Bij het volgende station is het iets rustiger en komt de conducteur terug. “Heb jij je lesje geleerd?” “Ja, meneer,” zeg je, blik weer naar de grond. “Goed zo, dan mag je nu je kleren weer aantrekken.” Je kijkt snel rond om te zien of niemand anders dit gehoord heeft, maar zo te zien heeft iedereen oortjes in. Snel hijs je je broek op, met een grimas omdat je billen nu zo gevoelig zijn. De conducteur neemt afscheid en je loopt met Naomi en Tessa mee naar een andere plek. Daar probeer je een beetje te vergeten wat er gebeurd is.

                    De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

                    Naar de winkel

                      Keuzes (113)

                      Op het station aangekomen heb je toch aardig wat honger gekregen. “Ik ga nog heel even bij de Appie naar binnen, willen jullie ook wat?” Tessa schudt haar hoofd. “Nee, we moeten opschieten, anders moeten we wachten op de volgende trein.” Je wuift het weg. “Ach dat haal ik wel. Jij nog iets Naomi?” Ook zij schudt van nee. Je loopt op een drafje naar binnen en haalt een smoothie en een havermoutkoek. Wanneer je hebt afgerekend, zie je op de klok dat het nog haasten wordt. Of de duvel ermee speelt kun je wéér je OV-kaart niet vinden wanneer je door het poortje wil gaan. Had je ‘m nu maar wat netter opgeborgen … Hoe ga je dat nu oplossen?

                      Je springt over het hekje

                      Je blijft zoeken

                          Keuzes (112)

                          “Ik kies… ‘de Tasman’,” besluit je. Tessa geeft je een high five en Naomi kijkt je met een vuile blik aan, al schiet ze ook gauw in de lach. Het is best een eindje lopen, maar het is nog steeds prachtig weer en een wandeling is zeker geen straf. Een groot deel van het publiek is al richting de uitgang en daardoor staat er eigenlijk geen wachtrij. Binnen een minuut voel je hoe de beugel van het karretje tegen je middel aangedrukt wordt en kan de rit beginnen. De rit begint met een spookachtige inleiding en een storm waarna je naar buiten gekatapulteerd wordt en de achtbaan zelf begint. Die gevoelens in je buik wanneer je de hoge heuvel afdondert, zijn elke keer weer bijna overweldigend, maar nog net prettig. Wanneer je weer terugkomt in het station, merk je dat er helemaal geen mensen staan voor het poortje van de bank waar jullie met z’n drieën naast elkaar zitten. “Hey, kijk eens, volgens mij kunnen we blijven zitten!” En inderdaad, er komen geen andere bezoekers meer en even later vertrek je voor nog een ritje, net zo spannend als het eerste. “Misschien kunnen we nog een keer blijven zitten, we hebben nog wel een kwartiertje tot sluitingstijd” zeg Naomi. “Ik hoop het ook!” zegt Tessa enthousiast. “Dit is altijd het favoriete gedeelte van de dag, nergens wachten en overal nog snel even in.” Wanneer je in het station aankomt, zie je dat het nu wat drukker is. De beugels gaan omhoog, maar jullie blijven zitten. “Kom dames, opstaan, er willen nieuwe gasten in,” zegt een parkmedewerker op de kant. “Maar ze kunnen toch ook daar zitten? Twee hiervoor en een rechtsachter, plek genoeg.” probeert Naomi. “We gaan hierover niet in discussie, kom.” zegt de medewerker nu wat strenger. Je wil opstaan, maar Naomi houdt je tegen. “Nee, we hoeven niet te gaan Irene, er is plek genoeg.” Je twijfelt, maar je blijft toch zitten, aangemoedigd door het feit dat ook Tessa niet opstaat. De medewerker zucht. “Ik hoef er toch geen versterkingen bij te halen he?” Dan duikt plots al een collega op, diezelfde medewerker die jullie al eerder heeft toegesproken. “Ah, deze gevallen weer. Ik denk dat ik inmiddels wel weet waar ze op reageren.” Zonder aarzeling zet hij een voet in de boot en grijpt Naomi bij haar oor. Voor je kunt reageren op wat er gebeurt, heeft hij ook jouw oor te pakken. “Au au au au au,” gil je, maar hij heeft het zo stevig vast dat je niets anders kunt dan opstaan en hem volgen terwijl hij je de boot uit begeleidt, nou ja, zeg maar gerust trekt. In een ooghoek zie je dat Tessa langs de andere kant de boot uit probeert te vluchten, maar daar is alleen water en nu is ook zij gegrepen, ditmaal door de collega van jullie kwelgeest.

                          Niet veel later staan jullie met zijn drieën in het kantoor. Je wrijft over je pijnlijke, heet aanvoelende oor dat wel net zo rood zal zijn als het schaamrood op je kaken. “Nou, uit het park zetten heeft niet zoveel zin denk ik, zo vlak voor sluitingstijd. Ik denk dat het gepaster is om jullie op de rode lijst te zetten,” begint de parkmedewerker “Nee! We komen hier zo graag!” roept Tessa uit. Je voelt je hetzelfde, maar je schaamt je te veel om iets te zeggen. “Kun je niet iets anders verzinnen? Dat we helpen opruimen ofzo?” probeert Naomi nog. “Daar hebben we gewoon personeel voor. Maar ik denk dat ik wel een gepaste oplossing weet.”

                          “Wanneer ik mij als een kind gedraag, word ik ook als een kind behandeld.”

                          Dit schrijf je nu voor de vijfentwintigste keer op het blaadje. Je schudt met je pols tegen de kramp en ziet naast je dat Naomi nog bezig is, maar Tessa inmiddels klaar is. “Ben jij ook bijna zover?” vraagt de medewerker streng aan Naomi. “Ik moet er nog twee,” mompelt ze. “Dan zal ik deze vast even nakijken.” Hij gaat over de regels en omcirkelt twee zaken bij Tessa en drie bij jou. “Deze regels zijn niet goed, doe maar opnieuw. En een beetje de vaart erin, we willen sluiten.” Je voelt je een stuk kleiner dan toen je nog even geleden zoveel plezier had in de achtbaan…

                          “Zo, gaan jullie je de volgende keer beter gedragen?” vraagt de parkmedewerker als jullie naar buiten gelaten worden. “Ja meneer,” roepen jullie in koor. “Mooi, dan richting de uitgang, het park gaat zo sluiten. Eenmaal buiten proesten jullie het uit van de schaamte, het ongemak en het ongeloof. “Wow, oké, dat was echt heel erg, maar misschien ook wel een heel klein beetje leuk,” durft Tessa toe te geven. Misschien denk je er wel hetzelfde over.

                          Op het station

                            Keuzes (111)

                            “Ik kies… het magische kasteel,” besluit je. Naomi juicht en Tessa pruilt even, al schiet ze ook gauw in de lach. Het is best een eindje lopen, maar het is nog steeds prachtig weer en een wandeling is zeker geen straf. Een groot deel van het publiek is al richting de uitgang en daardoor staat er eigenlijk geen wachtrij. Binnen een minuut voel je hoe de beugel van het karretje tegen je middel aangedrukt wordt en kan de rit beginnen. Die rit brengt je langs alle kamers van het kasteel, van de rijk gevulde eettafels en danszalen tot de wapenkamers. Overal zijn geanimeerde poppen geplaatst, levensecht. Je weet ook wel waarom Naomi hier zo graag naartoe wilde of eigenlijk waarom jullie dit allemaal een leuke attractie vinden. In de kerkers onder het kasteel zijn er niet alleen gespeelde gevangenen die op middeleeuwse wijze worden gemarteld, er zijn ook enkele dames van lichte zeden die wiegen met hun blote billen terwijl ze met hun gezicht naar de muur staan te wachten op hun straf, terwijl een ongelukkige lotgenote over een tafel is vastgebonden en er met een grote leren riem van langs krijgt. Een gewaagd, en voor jullie ook fascinerend, schouwspel dat ondanks de kritiek die het de laatste jaren gekregen heeft, door de parkeigenaren met hand en tand verdedigd wordt.

                            Wanneer de rit is afgelopen, ben je weer aardig in een melige stemming. “Was je weer aan het staren naar dat meisje dat met de riem krijgt, Naomi?” begin je. “Nee hoor, daar zou ik nooit naar kijken, ik ben een net meisje,” antwoordt ze hautain. “Ja ja, jij zou nooit denken aan billenkoek toch?” zeg je smalend wanneer je haar op haar broek slaat. “Dat zet ik je betaald!” schreeuwt Naomi en ze rent achter je aan, terwijl ook Tessa kans ziet zich met de situatie te bemoeien. Tot ineens… Weer diezelfde parkmedewerker. Hij staat met zijn armen gekruist voor jullie neuzen. “Volgens mij had ik jullie al heel vaak gewaarschuwd of niet?” De stemming slaat direct om en je weet niet goed wat te zeggen. “Nou, uit het park zetten heeft niet zoveel zin denk ik, zo vlak voor sluitingstijd. Ik denk dat het gepaster is om jullie op de rode lijst te zetten.” “Nee! We komen hier zo graag!” roept Tessa uit. Je voelt je hetzelfde, maar je schaamt je te veel om iets te zeggen. “Kun je niet iets anders verzinnen? Dat we helpen opruimen ofzo?” probeert Naomi nog. “Daar hebben we gewoon personeel voor. Maar omdat jullie zo geïnteresseerd zijn in straf, weet ik nog wel een manier om dit op te lossen.”

                            Niet veel later ga je met het schaamrood op de kaken door een onderhoudsdeur van het Magische Kasteel. Waarom je dit hebt toegezegd, weet je ook niet meer precies, al was het misschien beter dan op de zwarte lijst terechtkomen. “Ga maar naast de poppen staan.” Een voor een schuifelen jullie richting de poppen. “Gezicht naar de muur” is het volgende commentaar. “En nu billen blootmaken!” klinkt de laatste opdracht. Met trillende vingers maak je aarzelend de knoop van je broek los en trek je die naar beneden, vervolgens gevolgd door je ondergoed. Naast je zie je dat Tessa en Naomi hetzelfde doen. “Zo, ik ga de rit weer aanzetten. Over een kwartier is de laatste rit en dan kom ik jullie ophalen.” Je durft niet te kijken of te praten, je wil alleen zo stil mogelijk blijven staan en zo te zien denken je vriendinnen er niet anders over. Je hoort hoe aangekondigd wordt dat, met excuses voor het ongemak, de rit nu weer hervat wordt. De muziek begint weer te spelen en je hoort hoe de karretjes rijden. Dan nog het dilemma, moet je met je heupen wiegen om niet te veel op te vallen? Naomi besluit dat te doen en al gauw volgen jij en Tessa ook maar. Wat is dit beschamend zeg! Maar goed dat niemand je gezicht kan zien en dat je niemand hoeft aan te kijken. Af en toe denk je gelach te horen en beeld je je in hoe er naar je gewezen wordt, maar of dat zo is zul je nooit weten.

                            “Zo, gaan jullie je de volgende keer beter gedragen?” vraagt de parkmedewerker als de rit stilstaat en jullie naar buiten gelaten worden. “Ja meneer,” roepen jullie in koor. “Mooi, dan richting de uitgang, het park gaat zo sluiten. Eenmaal buiten proesten jullie het uit van de schaamte, het ongemak en het ongeloof. “Wow, oké, dat was echt heel erg, maar misschien ook wel een heel klein beetje leuk,” durft Tessa toe te geven. Misschien denk je er wel hetzelfde over.

                            Op het station