Wat trekt jou aan in spankers?

Waar let jij op bij een spanker? Wat vind jij belangrijk of opvallend?

Of misschien kijk je “in het wild”, in de vanilla wereld ook wel rond naar subtiele signalen dat iemand een spanker zou kunnen zijn? Waar let je dan op?

Ook hier is consent verondersteld, zie ook de uitleg over consent op de homepage.

Wat valt jou op of vind je aantrekkelijk bij spankers?
49 stemmen · 158 antwoorden

Wat maakt iemand spankable?

Wat is er bij jou voor nodig om te bedenken dat je iemand wel een pak slaag zou willen geven? Welke triggers zijn er voor jou die je gedachten naar spanking leiden als je iemand (bezig) ziet?

Voor het gemak veronderstellen we dat er sowieso consent is (of beter nog: dat het niet is omdat je iemand spankable vindt, dat je daar ook iets mee doet).

Wanneer vind jij dat iemand spankable is?
50 stemmen · 163 antwoorden

Paaseitjes zoeken!

Het is weer die tijd van het jaar waarin de paashaas of de klokken komen (of misschien wel allebei, als je heel braaf bent geweest?) om chocola te brengen. Maar omdat de paashaas ook wat plezier mag hebben, geeft hij de chocola niet zomaar, nee nee, hij verstopt ze en jij mag zoeken.

De paashaas is ook De Leeshoek niet vergeten en heeft doorheen de website enkele eitjes achtergelaten. Als je erop klikt, komt er een leuke verrassing tevoorschijn.

Veel zoekplezier!

Mr Balor

Mijn beste vriend Brent van Breukelen trok zich nooit zoveel aan van regels. “Martin, regels zijn er om gebroken te worden. Het wordt pas een probleem als je betrapt wordt,” was zijn motto.

We leerden elkaar kennen in de zandbak van de kleuterschool. De juf had zijn schep afgepakt omdat hij er andere kinderen mee achterna zat. Het spelletje zag er dolkomisch uit. Zodra ze uit het zicht was gaf ik hem mijn schep, en samen speelden we vervolgens agent en boef. Vanaf dat moment waren we beste vrienden en waren we twee handen op één buik.

Hij groeide op bij zijn vader en had twee oudere broers. Zijn moeder overleed toen hij nog heel klein was. Misschien kwam hij daardoor juist wel weg met de meeste kwajongensstreken die hij uithaalde.

Zijn oudere broers waren ook niet helemaal zuiver op de graat, want als je iets nodig had dan konden zij het vaak voor een zacht prijsje voor je op de kop tikken.

De familie van Breukelen stond weliswaar bekend als gajes, “gajes van de bovenste plank”, mopperde mijn buurman altijd als Brent weer langs was geweest, maar vanwege hun vrolijke en ongedwongen houding waren de van Breukeltjes ook erg geliefd in de buurt.

Brent was een flapuit, hield van avontuur en was een echte waaghals. Ik was verlegen, en wist hem vaak voor gevaar te behoeden. We hielden elkaar in evenwicht. Hij trok me meer uit mijn schulp, ik hield hem rustiger.

Op de middelbare school begon hij met graffiti spuiten. Hij kon heel goed tekenen en tegen de tijd dat hij klaar was met het grafisch lyceum was zijn graffiti een van de mooiste die er in de stad te zien was.

Hij had geen snel onleesbaar krabbeltje maar gebruikte “Mr Balor” in grote gekleurde letters, meestal in geel en groen. Rechts ervan een afbeelding van een kraai. Hij koos voor ‘Balor’ omdat hij zelf behoorlijk tegendraads was en de kraai omdat die net zo eigenzinnig als hijzelf was.

Brent zocht de meest bijzondere plekken uit voor zijn kunstwerkjes, en onbevreesd klom hij soms daken op om plekken te vinden waarbij zijn spuitwerk mooi in het oog zou vallen bij langskomende mensen.

We hadden een gezamenlijke hobby, freerunning, iets wat heel handig was om bepaalde plekjes te kunnen bereiken. Hij spoot, ik stond op de uitkijk. Dit ging heel lang goed, tot die ene dag, of beter gezegd ene nacht, eigenlijk.

“Martin, dat oude opslagpand van Bristol staat leeg, je weet wel, bij dat kleine bedrijventerrein langs de snelweg. Prachtige plek en er zal vast geen beveiliging zijn nu het leeg staat. Daar moeten we vanavond heen,” zei Brent die dag, met een schittering in zijn ogen.

“Oké, maar ik moet vanavond wel een beetje op tijd thuis zijn van mijn pa, hij doet de laatste tijd een beetje moeilijk.”

“Hmmm,” bromde Brent, “je bent toch oud en wijs genoeg?”

“Maar helaas moet ik me wel aan de afspraken houden zolang ik nog thuis woon. Mijn ouders zijn niet zo makkelijk als jouw vader,” hielp ik hem herinneren.

“Brave Hendrik. Zorg dat je om half tien bij het hoekje bent, tot vanavond.”

“Deze Hendrik heeft geen zin in een maand huisarrest nu het eindelijk lente is.” Ik zuchtte en maakte me uit de voeten.

‘Het hoekje’ was onze vaste ontmoetingsplek. Het lag een paar straten achter mijn ouderlijk huis, waar onze woonwijk ophield en een fietspad lag, dat langs het water via de ene kant naar het industrie terrein ging, en via de andere kant richting de grote stad. Vanaf daar konden we echt alle kanten uit.

En zo stonden wij later die avond rond half twaalf op ons gemakje even te pauzeren, een blikje Red Bull drinkend om goed wakker te blijven. Brents werk was inmiddels voor de helft af. Maar toen kregen wij de schrik van ons leven. Een felle lamp scheen in onze ogen.

“Wat moet dat daar? Zijn jullie nou helemaal gek geworden. Jullie bevinden je op privé terrein. Handen omhoog!” Mijn hart miste even een slag en begon daarna keihard te bonken. Shit! Ik had beter op moeten letten. Het was echter te laat om nu nog de benen te nemen.

“Twee jongemannen heb ik aangetroffen. Hoe oud ze zijn? Moet ik vragen… Hoe oud zijn jullie? Ik heb de eigenaresse aan de lijn en ze is not amused op dit moment. Handen omhoog zei ik.”

Brent en ik gooiden onze blikjes op de grond en hielden onze handen omhoog.

“Wie bent u?” vroeg Brent brutaal.

“Ik ben je grootste nachtmerrie. Ik heb jullie een vraag gesteld. Leeftijd?”

De lamp werd naar beneden gedraaid. Voor ons stond tot onze opluchting geen BOA of politieagent maar een wat sullige oudere man met een telefoon aan zijn oor.

“Twintig meneer,” stamelde ik.

“Twintig zeggen ze. Goed, ik zal deze twee raddraaiers meenemen. Heren, volg mij dan kunnen we de politie wellicht buiten beschouwing houden, gaan jullie hier akkoord mee?”

Brent en ik wisselden een blik. Alles beter dan te eindigen op het politiebureau en een nachtje in de cel te slapen, en dit later thuis op te moeten biechten.

En zo stapten wij uiteindelijk bij hem in de auto, terwijl we geen idee hadden waar we heen gingen of wat ons te wachten stond.

Na een half uur rijden stonden we, in één van de rijkste buurten van de stad, in de woonkamer van een zeer geïrriteerde al wat oudere dame. Ze stond op van de bank terwijl de man achter ons bleef staan.

“Zo, dus jij bent degene die oneerbiedig graffiti durft te spuiten op mijn eigendom? Weet jij wel wie ik ben, jongeman?” vroeg ze op snerende toon aan Brent.

“Ik ken jouw soort anders wel hoor.” vervolgde ze toen Brent geen antwoord gaf. “Opgegroeid zonder moeder, veel haantjesgedrag thuis en nooit eens goed gecorrigeerd op je gedrag. Misschien is het wel goed dat je mij vandaag treft, jongeman. Ja ik weet wel wie jij bent, Brent van Breukelen. Mijn neefje heeft een poosje graffiti gespoten. Je hebt een bijzondere reputatie onder de jongens. Maar goed fatsoen is ver te zoeken merk ik. En ik kan de politie er wel bij halen, maar ik denk niet dat een boete of een paar rondjes papier prikken jou op het goede pad zullen brengen. Wat heb je er zelf op te zeggen?”

Brent haalde met een ongeïnteresseerd gezicht en rollende ogen zijn schouders op. Hij zuchtte theatraal. Cillian Murphy zou er jaloers op zijn geweest.

“En jij,” zei ze en wees naar mij, “een trouwe vriend, maar hij trekt je wel mee de vernieling in. En je lijkt me slim genoeg om beter te weten. Ik geef je nog een kans je gedrag te verbeteren. Ik kom straks nog bij je terug.”

Ze wachtte niet op mijn antwoord en richtte haar aandacht weer op Brent.

“Maar jij hebt je kansen verspeeld. Ik ga jou iets geven wat je allang eerder had moeten krijgen. Een flink pak voor je billen.”

Hij schoot in de lach. “Wat, doe normaal mens.”

“Mens? Hoe durf je me zo aan te spreken. Jij hebt echt geen idee wie er tegenover je staat hè? Brutale vlegel. Kom hier.”

Brent verroerde geen vin. Ik zag aan zijn ogen dat hij haar vooral amusant vond. Het maakte hem ook echt geen drol uit wie ze was, al was ze de koningin, het kon hem verder niets schelen.

“Je hebt je naam niet gezegd. Dus ik heb geen flauw idee wie je bent.” zei hij triomfantelijk.

“Mijn naam is Lydia Ten Catens. Gaat er een belletje rinkelen bij die naam?”

Brent keek haar met opgetrokken wenkbrauwen vragend aan.

“Van het textiel merk, bekend van het duurzame ondergoed en lakens?” vroeg ik in zijn plaats. Mijn oma was altijd helemaal idolaat van het merk en prees Ten Catens altijd helemaal de hemel in, tot vervelends toe eigenlijk, vandaar dat ik er wel van gehoord had. Maar ik kon me voorstellen dat in een mannenhuishouding zoals bij de van Breukeltjes zo’n merknaam nou niet bepaald bleef hangen.

“Juist. En nu kom je hier jongeman, of ik vraag mijn trouwe chauffeur Hans of hij jou wil begeleiden, maar geloof me, dan ben je voorlopig nog niet jarig.”

Ik keek gebiologeerd naar Brent om te kijken of hij zijn hakken uit het zand zou halen. Zou hij een verstandige keuze gaan maken?

Ineens voelde ik een hand op mijn schouder drukken en Hans siste in mijn oor: “jij houdt je er verder buiten, wat er vanaf nu ook verder met je vriend gebeurd. En houdt je mobiel ook in je zak. Anders krijg je met mij én mijn riem te maken, capiche?” dreigde hij. Hij liet me los en bleef als een waakhond naast me staan.

Ik knikte en er liep een rilling over mijn rug. Hij leek misschien sullig maar hij had beslist haar op zijn tanden. Hadden we de situatie toch verkeerd ingeschat? Ik haalde diep adem om mijn zenuwen te kalmeren.

Brent koos ondertussen toch maar eieren voor zijn geld en ging voor mevrouw Ten Catens staan. Ze pakte hem bij zijn pols vast en in één beweging zat ze op de bank én lag Brent over haar knie. Dat had ze beslist vaker gedaan, dat ging zo vloeiend, dat kon niet anders.

“Doe gewoon precies wat ik zeg en hou je gedeisd, dan overkomt je helemaal niets,” fluisterde Hans op iets mildere toon in mijn oor.

Mevrouw Ten Catens ging in actie over en gaf Brent een flink aantal klappen op zijn achterste. Het harde geluid deed pijn aan mijn oren, maar hij onderging het allemaal behoorlijk rustig.

“Dit doet je nog niet zoveel hè. Kom maar overeind. Een goed pak slaag op je blote billen is hier wel op zijn plaats.” Brent krabbelde overeind. Haar handen gingen naar zijn broek maar hij deinsde achteruit.

“Wow… holy fuck… nee mens… ik doe het zelf wel.. tjezus…” mopperde Brent. En voor hij er erg in had kreeg hij een enorme oorvijg van haar.

“Au!” Brent greep verrast naar zijn wang en hapte naar adem, hem kennende waarschijnlijk een aantal verwensingen aan haar adres inslikkend. Onthutst liet hij daarna zijn broek en onderbroek zakken.

“Jij, hoe heet je eigenlijk?” vroeg mevrouw Ten Catens aan mij.

“Martin Hartman, mevrouw,”

“Martin, in mijn dressoir daar, in de bovenste la, ligt een haarborstel.” Ze wees het dressoir aan. “Wees zo lief om die borstel te halen en aan te geven.”

Ik fronste. Een haarborstel? Serieus? Maakte ze zich nu druk om haar kapsel? Deze nacht werd steeds vreemder. Ik liep naar het dressoir, vond een houten haarborstel en gaf het haar.

“Dank je wel,” zei ze met een glimlach tegen mij, “en nee, ik ga nu niet mijn haar doen. Je kunt er prima iemand een lesje mee leren. Liggen jij,” snauwde ze vervolgens tegen Brent. Brent werkte zonder tegenstribbelen mee en lag opnieuw over haar knie, zijn blote billen kleurden iets roze.

“Het is mevrouw Ten Catens voor jou. Geen mens,” berispte ze hem. “Zeg dat nooit meer tegen mij, begrepen?”

Ze vervolgde het pak slaag, nu met de haarborstel en zijn billen kleurden in rap tempo rood. Brent lag er helemaal niet meer zo rustig bij.

“Au! Teringwijf! Stop! Godverdomme, kap hier mee. Lelijke toverheks,” tierde hij. Er klonk paniek in zijn stem en hij probeerde overeind te krabbelen.

Ik had het best met hem te doen. Vaak zou ik wat meer op hem willen lijken. Maar nu was ik blij dat ik niet in zijn schoenen stond, en wel wist wanneer ik mijn mond moest houden. Spreken is zilver, zwijgen is goud.

“Wat zeg jij? Blijf liggen. Jij moet wat manieren leren, jongeman. Je vloekt als een bootwerker. Dat is onacceptabel.  We zijn voorlopig nog lang niet klaar. Mijn haarborstel gaat je dit wel afleren. Lig stil of ik moet aan Hans vragen je in bedwang te houden. Maar dan krijg je nog meer straf.”

Het pak slaag ging nog een paar minuten door. Met een toenemend gevoel van afgrijzen keek ik toe hoe mijn vriend er ongenadig van langs kreeg. Brent deed ondertussen een verwoede poging om zijn billen te beschermen met zijn hand.

Met haar vrije hand pakte Mevrouw Ten Catens zijn hand vast en pinde zonder pardon zijn arm op zijn rug. Ze trok zich niks aan van het steeds luider wordende gesnik van Brent. Zijn billen kleurden inmiddels donkerrood.

“Hoe haal je het in je hoofd zulke taal te gebruiken. Hoe ga jij mij voortaan aanspreken?” vroeg Mevrouw Ten Catens streng. “En geef fatsoenlijk antwoord jongeman.”

“Mevrouw euhm Kater?” gokte Brent.

“Mevrouw – Ten – Catens.” Bij ieder woord haalde ze nog een keer flink uit met de borstel.

“Au! Mevrouw Ten Catens,” snikte hij.

“Goed zo. Ik merk dat je al hebt bijgeleerd. Kom maar overeind. Ik denk dat je genoeg hebt gehad voor vandaag. Je zult nog wel een paar dagen moeilijk zitten. Ik wil je binnenkort terug zien, want je krijgt ook nog een pak slaag voor het bekladden van mijn nieuwe pand. Daarom was je tenslotte eigenlijk hier. En nu ga je naast het dressoir in de hoek staan, met je billen nog bloot en je armen op je hoofd,”

“Ja mevrouw Ten Catens,” zei Brent gedwee. Zo oprecht beleefd had ik hem nog nooit gehoord. Hij ging er zonder protest staan en stond zachtjes na te snikken in de hoek.

“Martin, ik ga je vriend helpen om in het gareel te komen. Ik wil hem voorlopig iedere maand zien. Laat ik er bij jou niet achter komen dat je nog een keer met hem meegaat tijdens zijn illegale praktijken. Dan zul je, net als je vriend vandaag, ook kennismaken met mijn haarborstel. Ben ik zo duidelijk?”

“Ja mevrouw Ten Catens,” mompelde ik ongemakkelijk. Die kennismaking hoefde voor mij niet zo nodig.

“Hans, zou je voor ons wat thee willen maken? Dan kunnen de heren nog even bijkomen voordat je ze veilig weer naar huis brengt.”

Vluchtig keek ik op mijn horloge. Half twee ’s nachts al. Mijn vader zou niet blij zijn dat ik pas midden in de nacht thuiskwam, terwijl ik vanmorgen nog plechtig had beloofd om op tijd thuis te zijn. Mijn huisarrest voor aankomende maand was hoe dan ook een feit.

Maar die straf viel uiteraard in het niet bij wat mijn beste vriend net was overkomen. Natuurlijk zou ik ook nog een keer bij haar over de knie belanden, maar dat is een verhaal voor later.

Keuzes (164)

“Nee, natuurlijk niet,” probeer je vol zelfvertrouwen te zeggen. Je kijkt echter naar de grond. Wanneer je weer opkijkt, zie je dat Michiel je strak aankijkt. Je probeert zijn blik te weerstaan, maar je voelt dat je flink bloost. “Weet je dat zeker?” zegt hij streng. Je knijpt in je bovenbenen om ervoor te zorgen dat je niet nerveus gaat lachen. “Nee, ik bedoel ik weet dat dat hier gebeurt, maar ik heb het nog nooit meegemaakt.” Michiel lijkt even geïrriteerd te kijken, maar hij herpakt zich. “Je weet dat de studenten straf krijgen als ze iets doen wat niet mag?” vraagt hij. Je knikt. “Zoals … te laat komen op een belangrijke afspraak?” Je wiebelt ongemakkelijk in je stoel en probeert een goed antwoord te verzinnen. “Dat begrijp ik, maar zij kiezen daar ook voor. Misschien helpt het heel goed, ik weet het niet, ik heb er geen ervaring mee, zoals ik zei.” Je voelt je een klein beetje trots dat je nog zo goed uit je woorden kwam.

Michiel denkt even na. “Hoe komt het eigenlijk dat je te laat bent?” Je aarzelt even. “Nou, ik dacht dat het nog wel zou lukken om snel een kop koffie te drinken voor ik vertrok, maar toen kwam ik in de file en zat alles tegen en uiteindelijk was het veel te laat.” Michiel knikt. “Slechte planning dus. Gebeurt dat vaker?” Je lacht. “Nou, mijn vriend, Paul heeft het wel eens benoemd, ja.”. “Voel je je er ook schuldig over?” Even weet je niet wat je moet zeggen en je kijkt naar beneden, dan antwoordt je zachtjes: “Ja …” “Dat gevoel kennen onze studenten ook,” zegt Michiel vriendelijk, “en dat is een van de redenen waarom ze kiezen voor een pak slaag als straf. Het duurt maar even en daarna voelen ze zich beter.” Nu laat Michiel een stilte vallen. “Als je wil weten waarom we hier zulke goede resultaten boeken, is dit misschien een goede aanleiding om onze methoden beter te leren kennen.” Je ogen vliegen omhoog. “Je bedoelt dat … dat …” “Dat je bij mij over de knie gaat, inderdaad. Daarna voel je je beter, dat beloof ik.” Hij staat op, pakt een stevige houten stoel en zet die in het midden van de kamer. Hij gaat zitten en tikt een aantal keer op zijn knie. “Dit is hoe het werkt: jij gaat hier liggen, je krijgt een pak slaag en dan verdwijnt je schuldgevoel. Echt.” Voorzichtig sta je op en loop je naar hem toe. Je gaat over zijn schoot liggen en probeert je ademhaling rustig te krijgen. “Normaal gesproken wordt straf hier altijd op de blote billen gegeven, maar omdat je te gast bent en dit je eerste keer is, moet dit ook voldoende zijn. Ben je er klaar voor?” Het lukt je niet om direct antwoord te geven, maar blijkbaar is hij dat wel gewend en besluit hij zelf maar te beginnen. De klappen zijn niet hard, maar ze komen gestaag. Langzaam begint het toch wel zeer te doen. “Was het verstandig om te te laat te komen?” “Nee …” Je voelt een harde klap op je linkerbil en je gilt even. “Tijdens een straf word ik altijd aangesproken met twee woorden, Irene” “Nee, Michiel …” ‘Nee meneer’ gaat je veel te ver, maar zo te voelen was dat ook niet nodig. “Mooi, dan zijn we hier zo klaar. Nog even zorgen dat de les blijft hangen.” Nu begint hij sneller en harder te slaan en je hebt moeite om te blijven liggen. Je benen schieten omhoog. Michiel zucht even en slaat dan zijn benen over de jouwe, zodat je geen kant meer op kunt. Je kreunt zachtjes terwijl klappen vallen en dan is het voorbij.

“Zo, voel je je nu beter?” vraagt Michiel. “Nou, mijn billen niet!” antwoord je lachend, “maar mijn schuldgevoel is weg.” Plots besef je dat hij je nog steeds niet losgelaten heeft. Voor het helemaal tot je doordringt, begint Michiel weer te praten. “Dat is mooi, maar ik heb nog een ding om met je te bespreken. Je zei dat je nog nooit eerder billenkoek had gehad?” “Eh, ja?” antwoord je defensief. Hij zucht. “En als ik nu Paul zou bellen, zou die dan hetzelfde zeggen?” Je voelt snel de paniek opkomen. Rationele gedachten als “hij kent Paul helemaal niet” worden verdrongen door het idee dat je leugentje uit zou komen en dat Michiel en Paul bespreken wat er nu met je moet gebeuren terwijl je er machteloos bijstaat. “Nou, Irene?” spoort Michiel je aan. “Die zou zeggen dat ik wel eens straf gehad heb,” zeg je met een klein stemmetje, “maar dat is toch niet belangrijk?” “Nee, dat niet, maar dat had je ook kunnen zeggen. Jij besloot je te verbergen achter een leugentje. Hier leren we onze studenten dat een klein leugentje snel kan groeien tot iets groots. Een tegenvallend cijfer wordt een mislukte studie, een avondje stappen wordt een vergooid tentamen. Daarom pakken we zoiets vaak zo vroeg mogelijk aan. Sta eens op!” Hij ontklemt je benen en je staat op. Wanneer je voor hem staat pakt hij de knoop van je broek vast en maakt deze los. Vervolgens trekt hij je broek tot aan je knieën naar beneden en daarna volgt je onderbroek. Je voelt je te klein om te reageren en al snel helpt hij je weer over de knie. “Tijd voor ronde twee.” Hij begint weer te slaan, hard en snel en al gauw kerm je het uit. Het deed net al zeer, maar dit is nog wel een stukje erger. Je wil het niet, maar je benen schieten weer omhoog en direct lig je weer vastgeklemd over zijn schoot. Je jammert en je zegt dat het je spijt, tot hij tot je opluchting eindelijk stopt. Je hijgt nog even na over zijn schoot, je billen lijken wel in brand te staan. “Zo, overeind,” zegt hij en hij helpt je, waarna hij in één moeite je meeneemt naar een grote, witte muur. “Nu mag je hier even staan om na te denken. Dat helpt voor onze studenten ook altijd.”

Je voelt hoe de pijn langzaam een beetje zakt en hoe je weer tot jezelf komt. “Was het nu verstandig om tegen me te liegen?” vraagt Michiel. “Nee, Michiel, ik heb er spijt van,” zeg je oprecht. “Mooi, trek je broek dan maar weer aan.” Je doet wat hij zegt en draait naar hem toe. Je glimlacht, want hoe erg dat het ook was, het was ook wel een hele leuke, spannende ervaring. “Mag ik je een knuffel geven?” Hij kijkt ineens een stuk vriendelijker dan net en je staat het toe. Het voelt wel fijn, zo direct na de straf. Je gaat weer zitten en Michiel neemt ook weer plaats. “Ik voel me wel een stuk beter,“ geef je toe. “Nou ja, behalve mijn billen dan.” Je wrijft even om je opmerking te onderstrepen. Michiel lacht. Kom, ik zal je de school eens laten zien.”

Jullie staan op en Michiel gaat voor door de deur. De klaslokalen zijn modern en goed voorzien en er zijn vaak maar kleine groepjes leerlingen per leraar. Je neemt aan dat dat helpt om controle te houden. In de bibliotheek is een groepje meiden bezig met de zelfstudie en in de hoek staat iemand die zo te zien zo net bestraft is. Aan het verre eind van het gebouw zitten zelfs verschillende kleine studentenkamers. “Hier is ruimte voor negen studentes en zeker in deze tijden zijn de kamers zeer gewild. We maken wel duidelijk wat voor ruimtes het zijn en dat er regels met gevolgen gelden voor de bewoners, maar zolang dat je niet afschrikt, is iedereen vrij om zich aan te melden.” Dan is de tour bijna ten einde. “Hier is de eetzaal en het is een mooi moment om daar naartoe te gaan. De lunch staat net klaar.”

Tijd voor lunch

    Keuzes (163)

    “Euhm, ja?” zeg je met een klein stemmetje. Je kijkt naar de grond. Michiel durf je nooit meer aan te kijken. “Zoiets dacht ik al,” zegt Michiel, duidelijk tevreden met zichzelf. “Dat is niks om je over te schamen hoor. Zoals ik zei: “Je bent de enige niet. Ben je daarom ook zo snel naar ons toegekomen?” Je haalt diep adem en probeert jezelf te herpakken. “Ja, ik zag het staan op de site. Ik kon eigenlijk niet zo goed geloven dat het echt was.” Hij buigt een beetje naar je toe. “Krijg je ook straf als je iets gedaan hebt wat je niet zou moeten doen?” “Soms…” antwoord je, nu bijna onhoorbaar. “Zoals… te laat komen op een belangrijke afspraak?” Je kijkt snel op wanneer je beseft waar dit gesprek naartoe gaat. Michiel kijkt je echter strak aan en je slaat je ogen weer naar. Je knikt en probeert je woorden weer terug te vinden. “Ik voelde me er wel schuldig over, ja. Ik dacht dat ik nog wel snel een kop koffie zou kunnen drinken, maar toen zat werkelijk alles tegen.” “Daar had je ook rekening mee kunnen houden in de planning,” werpt Michiel tegen. “Ja, dat zegt Paul ook altijd,” mompel je.

    “Natuurlijk is het niet direct mijn plek om je straf te geven,” gaat Michiel verder, “maar ik heb wel een planning en als iemand te laat komt, heb ik daar ook last van. Dat is ook iets wat de studenten hier leren, ook al is daar soms best wel wat tijd voor nodig om het duidelijk te maken. Volgens mij weet je dat wel al, daarom voel je je schuldig. Als je je schuldig voelt, kan het soms best handig zijn om een oude les nog eens te herhalen. Daarna voel je je dan weer beter. Denk je dat zoiets nu het geval is?” Je zucht en knikt. “Ik denk het wel…” “Ik denk het ook,” beaamt Michiel. Hij staat op, pakt een stevige houten stoel en zet die in het midden van de kamer. Hij gaat zitten en tikt een aantal keer op zijn knie. “Je weet hoe het werkt!” Je zucht nogmaals en loopt naar hem toe. Wanneer je gaat liggen,word je tegengehouden. “Mag je normaal gesproken je broek aanhouden als je straf krijgt?” Je kijkt hem even aan, maar wanneer hij toevoegt dat dit pak slaag is om iets te doen aan jouw schuldgevoel en het verbeteren van jouw gedrag, geef je je over en trek je je broek naar beneden. Daarna komt Michiel je een klein beetje te hulp. “Laat je onderbroek maar aan en kom over mijn schoot liggen.” Ondanks alles ben je hem een beetje dankbaar. Je doet wat hij zegt en voelt al snel hoe hij de stof van je ondergoed strak trekt tussen je bilnaad. “Normaal gesproken wordt straf hier altijd op de blote billen gegeven, maar omdat je te gast bent en dit je eerste keer is, moet dit ook voldoende zijn. Ben je er klaar voor?” Het lukt je niet om direct antwoord te geven, maar blijkbaar is hij dat wel gewend en besluit hij zelf maar te beginnen. De klappen zijn niet hard, maar ze komen gestaag. Langzaam begint het toch wel zeer te doen. “Was het verstandig om te te laat te komen?” “Nee…” Je voelt een harde klap op je linkerbil en je gilt even. “Nee wat?” “Nee, Michiel…” Nee meneer gaat je veel te ver, maar zo te voelen was dat ook niet nodig. “Mooi, dan zijn we hier zo klaar. Nog even zorgen dat de les blijft hangen.” Nu begint hij sneller en harder te slaan en je hebt moeite om te blijven liggen. Je benen schieten omhoog. Plots voel je hoe Michiel met zijn linkerhand de bovenkant van je onderbroek strak trekt. Je voelt dat je minder goed kunt bewegen, maar het is ook gruwelijk beschamend om zo vastgehouden te worden. Je kreunt zachtjes terwijl klappen vallen en dan is het voorbij. Hij helpt je overeind en je wrijft even over je billen. Je hebt veel pijnlijker gehad, maar om hier te staan bij iemand die je nog maar net kent, voelt toch heel erg. “Laten we de hoek maar even overslaan, volgens mij is het punt wel gemaakt,” zegt Michiel glimlachend. Je wil niet dankbaar zijn, maar je bent het toch. “Mag ik je een knuffel geven?” Hij kijkt ineens een stuk vriendelijker dan net en je staat het toe. Het voelt wel fijn, zo direct na de straf. Je doet je kleren goed, gaat weer zitten en Michiel neemt ook weer plaats. “Ik voel me wel een stuk beter,“ geef je toe. “Nou ja, behalve mijn billen dan.” Je wrijft even om je opmerking te onderstrepen. Michiel lacht. Kom, ik zal je de school eens laten zien.”

    Jullie staan op en Michiel gaat voor door de deur. De klaslokalen zijn modern en goed voorzien en er zijn vaak maar kleine groepjes leerlingen per leraar. Je neemt aan dat dat helpt om controle te houden. In de bibliotheek is een groepje meiden bezig met de zelfstudie en in de hoek staat iemand die zo te zien zo net bestraft is. Aan het verre eind van het gebouw zitten zelfs verschillende kleine studentenkamers. “Hier is ruimte voor negen studentes en zeker in deze tijden zijn de kamers zeer gewild. We maken wel duidelijk wat voor ruimtes het zijn en dat er regels met gevolgen gelden voor de bewoners, maar zolang dat je niet afschrikt, is iedereen vrij om zich aan te melden.” Dan is de tour bijna ten einde. “Hier is de eetzaal en het is een mooi moment om daar naartoe te gaan. De lunch staat net klaar.”

    Tijd voor lunch