Dit verhaal heb ik jaren geleden geschreven naar aanleiding van een interview met een bekende schaatsster op tv. Ik zal niet zeggen welke schaatsster het was, maar ik denk dat velen wel een idee zullen hebben.
In dat interview werd de schaatsster geconfronteerd met de uitspraak van een columnist:
‘…. moet haar over de knie leggen en haar een pak onvervalste billenkoek geven.’
Toen de schaatsster deze woorden hoorde, keek ze alsof ze het pak billenkoek al bijna kon voelen.
Dit verhaal is verder natuurlijk pure fantasie, maar gelijkenis met bestaande personen berust dus niet geheel op toeval 🙂
Een beetje vreemd vond Maaike het wel, toen haar trainster haar vertelde dat ze op zondag moest komen voor een extra privé training. Echt veel zin had ze er ook niet in, want zondag was tegenwoordig de enige dag waarop ze Martin, haar vriendje, nog kon zien. Maar ze was net begonnen bij deze trainster, nadat ze ruzie had gekregen met haar vorige trainer. En ze had tot nu toe ook nog niet echt veel gepresteerd. Het leek Maaike dus niet verstandig om de extra training te weigeren. Martin was niet blij geweest toen ze vroeg was opgestaan, haar tas had ingepakt en haar schaatskleren had aangetrokken. Nijdig had hij zich omgedraaid om verder te slapen. Eigenlijk had ze gehoopt dat hij met haar mee zou gaan, maar daar had hij duidelijk geen zin in.
Dus rijdt ze nu in haar eentje richting de schaatsbaan, in haar gesponsorde auto. Onderweg vraagt ze zich af of het wel zo’n goed idee was om met deze trainster in zee te gaan. Toen de sponsor haar voorstelde, had ze meteen haar twijfels gehad. Tot nu toe had deze trainster alleen nog maar jeugd getraind. Daar had ze wel altijd erg goede resultaten bereikt, maar ervaring met echte professionals had ze nog niet. Maaike was er niet erg blij mee dat zij nu als proefkonijn mocht dienen. Maar erg veel keus had ze nou ook weer niet. De sponsor was nogal kwaad over de breuk met de vorige trainer, bij zijn ontslag hadden ze een hoge afkoopsom moeten betalen. In een indringend gesprek had de directeur haar duidelijk gemaakt dat dit haar laatste kans was. Ze moest beter gaan presteren en er mochten geen problemen meer ontstaan, anders was het afgelopen met de sponsoring. Na afloop van het gesprek had de directeur haar ingefluisterd dat ze haar gedrag maar beter kon veranderen.
‘Als je mijn dochter was geweest, had ik je allang over de knie gelegd en je een pak onvervalste billenkoek gegeven’, had hij gezegd.
Ze was erg blij geweest dat hij haar vader niet was en had besloten om eieren voor haar geld te kiezen.
De eerste weken met haar nieuwe trainster waren Maaike niet meegevallen. Ze had gehoopt dat ze wat modernere ideeën zou hebben dan haar vorige trainer, maar daar was niets van gebleken. Deze trainster geloofde vooral in ouderwetse discipline. Maaike moest haar mond houden en hard schaatsen, daar kwam het tot nu toe op neer. In de wandelgangen had Maaike ook vreemde verhalen gehoord over deze trainster. Het gerucht ging dat ze haar vroegere pupillen op geheel eigen wijze discipline bijbracht. Een meisje dat niet hard genoeg trainde of lastig was, werd na afloop van de training apart genomen. Dan ging het schaatspak naar beneden voor een flink pak blote billenkoek.
Casandra, een vriendin van Maaike, had de trainster een keer in een kantoortje zien verdwijnen met een van de jeugdtalenten. Tien minuten later was het meisje met tranen in haar ogen weer naar buiten gekomen. Er werd beweerd dat de trainster haar billen had bewerkt met een haarborstel. Ook ging het verhaal dat andere meiden na afloop de blote billen van het meisje hadden gezien. Ze zouden knalrood zijn geweest. Een maand later werd het zelfde meisje wereldkampioen bij de jeugd.
‘Ach, het zal ook wel meevallen’, denkt Maaike terwijl ze de parkeerplaats van de schaatsbaan oprijdt. ‘Mensen zeggen zoveel en Casandra zeker. Die heeft gewoon teveel fantasie. En ook al is het waar, die meiden waren kinderen. Ik ben een volwassen vrouw, die bovendien al het nodige heeft gepresteerd. Mij zal ze niet zo behandelen.’
Toch is Maaike er niet helemaal gerust op als ze naar binnen loopt. Ze wilde dat Martin toch maar was meegekomen.
De grote schaatshal is helemaal leeg als Maaike binnenkomt. Er is helemaal niemand, behalve de trainster, die al staat te wachten. Ze kijkt Maaike doordringend aan.
‘Ga je maar snel omkleden in gymkleding. We gaan eerst aan je conditie werken.’, is het enige wat de trainster zegt.
‘Ik geloof niet dat ik echt extra conditietraining nodig heb’. Maaike heeft het gezegd voordat ze het goed en wel door heeft.
Het gezicht van de trainster verstrakt.
‘Ik wel en dat zal jij ook vinden als we klaar zijn. Ik wacht op je in de gymzaal’.
Zonder een antwoord af te wachten loopt de trainster weg.
In de kleedkamer is Maaike ook helemaal alleen. Ze baalt er behoorlijk van dat ze zo werd afgesnauwd.
‘Dat mens had best even kunnen zeggen dat we conditiewerk gaan doen. Nu moet ik me weer helemaal omkleden’, denkt ze.
Een beetje trager dan nodig trekt Maaike haar trainingspak en schaatspak uit, ze heeft helemaal geen zin in conditietraining. Gelukkig heeft ze eraan gedacht om ook gymkleding mee te nemen. Ze heeft zelfs aan een slipje gedacht. Onder haar schaatspak draagt ze nooit ondergoed, maar onder gymkleding is het toch wel prettig om een broekje aan te hebben. Toevallig is ook nog haar favoriete slipje dat ze meegenomen heeft: een badstoffen stringetje, waarin je heerlijk vrij kunt bewegen. Als Maaike zich heeft omgekleed voelt ze zich weer een stuk lekkerder.
‘Kom maar op met je conditietraining’, denkt ze.
De trainster heeft een zwaar programma samengesteld. Het bestaat uit heel veel krachttraining. Maaike doet haar best om het zo goed mogelijk af te werken, maar de trainster is niet snel tevreden. Het moet steeds nog een beetje sneller en nog een beetje meer. Na een half uurtje trekken aan gewichten en apparaten gelooft Maaike het wel. Haar slechte humeur is weer helemaal terug. In plaats van beter haar best te doen, neemt ze juist wat gas terug. De trainster probeert haar pupil te pushen door steeds meer van haar te eisen, maar ze merkt ook wel dat het niet erg veel effect heeft. Een tijdje staat ze toe te kijken hoe Maaike tergend langzaam een paar gewichten op en neer trekt. Dan grijpt ze in.
‘We gaan even wat anders doen, Maaike. Kom maar even deze kant op’ , zegt ze.
Ze loopt naar een bankje met haltersteunen, in de hoek van de zaal. Maaike moet op haar knieën op het bankje gaan zitten en haar armen op de haltersteunen leggen, zodat het gewicht van haar bovenlichaam op haar armen komt te rusten. De trainster komt naast haar staan en inspecteert haar houding.
Net als Maaike zich afvraagt waar dit nou weer goed voor is, komt de trainster een stapje dichterbij. Ze legt een hand op de rug van de jonge schaatsster, alsof ze haar houding een beetje wil corrigeren. Het volgende moment schuift ze in één handige beweging haar sportbroekje en het slipje omlaag. Met haar andere hand duwt ze Maaike haar bovenlichaam stevig tegen de dwarsstang van de haltersteunen, zodat die geen kant op kan.
Maaike heeft niet meteen door wat er aan de hand is. Ze voelt de warme handen op haar rug en billen en even denkt ze dat ze misschien een soort massage krijgt. De sterke hand die losjes op haar blote billen rust is een prettig gevoel, als een soort streling. Dan voelt ze hoe de hand wordt opgetild en hoort ze hoe de hand door de lucht suist. Heel even voelt ze koude lucht langs haar blote kontje strijken. Het volgende moment is het alsof haar billen in brand staan.
Met een knal komt de hand neer op het stevige bilvlees. En nog een keer en nog een keer.
Maaike slaakt een gil van verbazing en pijn.
‘Jezus, denkt ze. Het is dus echt waar wat ze vertellen’.
De hand blijft maar neerkomen. Maaike protesteert en probeert haar heupen zo te draaien dat ze aan de klappen kan ontkomen, maar het helpt niets. Overeind komen lukt ook al niet. De sterke hand tussen haar schouderbladen houdt haar stevig op haar plaats. Het lukt zelfs niet om haar arme billen met haar handen te beschermen tegen de klappen. De tikken blijven met een ijzeren regelmaat terugkomen, afwisselend op de linker en de rechter bil. Nog nooit is ze zo op haar plaats gezet, zelfs toen ze klein was heeft ze nooit zo’n pak slaag gehad.
De klappen komen steeds sneller. In een hoog tempo kletst de sterke hand over het blote kontje, dat steeds roder lijkt te worden. Ineens is het voorbij. Twee sterke armen schuiven het broekje weer omhoog en helpen Maaike overeind. Ze wrijft met haar handen over haar gloeiende billen. De trainster blijft er even naar staan kijken, alsof ze het resultaat van haar werk wil inspecteren. Dan loopt ze de zaal uit.
‘Omkleden en over een kwartier op de baan’, roept ze tegen Maaike.
Maaike kan nog steeds niet goed geloven wat haar zonet is overkomen. Is het echt waar dat ze net een pak voor haar blote billen heeft gehad? Ze kan zich de laatste keer dat haar vader haar over de knie heeft gelegd niet eens meer herinneren. En ze weet zeker dat hij haar nooit voor haar blote billen heeft gegeven. De enige die dat tot nu toe ooit gedaan had, was haar moeder geweest en dat was maar één keer gebeurd. Maaike trekt haar gymkleren uit en gaat voor de spiegel staan om haar beurse achterwerk te bekijken. Het valt eigenlijk wel mee. Haar bibsje heeft alleen een licht rood blosje, alsof het iets te lang in de zon heeft gelegen. Nu ze daar in haar blootje voor de spiegel staat, vraagt Maaike zich af wat ze hiermee aanmoet. Het is natuurlijk te belachelijk voor woorden wat er is gebeurd. Ze kan zich toch niet zomaar als een klein kind laten behandelen.
‘Een paar gesprekjes met de pers zullen waarschijnlijk wel genoeg zijn om hier een schandaaltje van te maken’, denk ze.
En ze kende genoeg journalisten die wel in dit verhaal geïnteresseerd zouden zijn. Zeker als ze bereid zou zijn om te poseren met haar roodgeslagen billetjes bloot. En daar had ze geen moeite mee. Ze had wel eerder haar schaatspakje uitgetrokken om haar zin te krijgen. En dat was tot nu toe altijd zeer effectief geweest.
Aan de andere kant weet ze ook wel dat ze niet op die manier door kan blijven gaan.
‘Zo houd ik niemand meer over die nog met me wil praten, laat staan met me samenwerken. En misschien heb ik het ook wel een heel klein beetje verdiend, erg gemotiveerd was ik vandaag ook niet.’
Even schiet de gedachte door haar hoofd dat het eigenlijk ook best fijn is om iemand te hebben die duidelijk de baas is. Iemand die duidelijke grenzen aangeeft en je duidelijk corrigeert als je die grenzen overschrijdt. Misschien had het daar de laatste jaren ook wel aan ontbroken. Bij al haar trainers was zij de baas geweest in plaats van de trainer.
‘Misschien is de harde aanpak bij mij wel effectiever’, denkt Maaike.
Maar die gedachte dwingt ze weer heel snel naar de achtergrond. Voorlopig zal ze het in elk geval nog even volhouden. Zo makkelijk geeft ze zich nou ook weer niet gewonnen. Vastbesloten om er wat van te gaan maken, trekt ze haar schaatspak weer aan. Als ze de strakke elastische stof over haar billen trekt, voelt ze een lichte tinteling. Het is geen onprettig gevoel.
De trainster staat al weer te wachten. Ze kijkt Maaike een beetje spottend aan.
‘Zo Maaike, voel je je billen tintelen, heb ik mijn werk goed gedaan?’.
Maaike voelt hoe haar gezicht rood kleur. Hoe kon ze dat nou weten?
‘Meid, ik weet precies hoe het voelt. En daardoor weet ik ook precies hoe effectief dit is. Dat is ook de enige reden waarom ik dit doe. Dit was je eerste pak slaag, maar het zal zeker niet je laatste zijn. Ik zou er maar vast aan wennen.’
Ondanks de dreigende woorden klink het niet onvriendelijk.
Maaike houdt wijselijk haar mond. Ze is ervan overtuigd dat ze hier en nu over de knie gaat als ze iets verkeerds zegt. En één pak slaag op een dag vindt ze meer dan voldoende. Om verdere problemen te voorkomen gaat Maaike snel het ijs op. De eerste ronden gaat het niet erg lekker. Ze krijgt het goede gevoel niet te pakken. De aanwijzingen van haar vroegere trainers spoken door haar hoofd. Ze moet veel te veel nadenken bij alles wat ze doet, haar automatismen zijn totaal verdwenen. Na een aantal ronden roept de trainster Maaike ter verantwoording.
‘Ik moet veel te veel nadenken’, Klaagt Maaike. ‘Al mijn automatismen zijn weg.’
- ‘Onzin. Je moet gewoon doen wat je altijd hebt gedaan. Ik wil je eerst zien schaatsen, denken komt later wel eens. Je krijgt vijf ronden om je te verbeteren, anders geef ik je wel iets om aan te denken’.
Maaike kijkt schuldbewust naar de grond. Ze heeft geen enkele twijfel over wat dat ‘iets’ zal zijn.
‘Leuk is dit’ ,denkt ze. ‘Ik moet vechten tegen de klok en tegen een pak slaag’.
Maaike probeert iets te vinden om haar gedachten op te concentreren. Ineens moet ze denken aan de lichte tinteling, die ze nog steeds in haar achterste voelt. Als ze vanuit haar heup een goede afzet maakt, voelt ze hoe het schaatspak zich om haar billen spant. De tinteling is dan extra goed te voelen. Maaike concentreert zich op de tinteling en merkt vrij snel dat het beter gaat. Zo goed zelfs dat de trainster redelijk tevreden is. De volgende vijf ronden moet het echter nog weer een stukje beter. Inmiddels is het wat drukker geworden in de hal. De training van de voormalige kampioene trekt wat publiek. Maaike let er verder niet op.
Tijdens het eerste rondje gaat het weer een stukje beter, maar als Maaike tijdens het tweede rondje met een schuin oog het publiek in kijkt, ziet ze de directeur van de sponsor staan. Meteen is ze afgeleid.
‘Hoeveel zou hij weten over de methoden van de trainster? Misschien heeft hij haar wel uitgezocht vanwege die methode.’
Maaike herinnert zich zijn woorden maar al te goed:
‘Als je mijn dochter was geweest had ik je allang over de knie gelegd en een pak onvervalste billenkoek gegeven’.
Misschien had hij wel afspraken gemaakt met de trainster, kwam ze regelmatig verslag doen van de gebeurtenissen tijdens de training. En misschien komt hij nog wel eens assisteren bij de training. Op het moment dat er een beetje extra discipline nodig is.
‘Dat nooit’, denkt Maaike.
Maar ondertussen heeft ze al wel weer vier slechte rondjes gereden en de vijfde is al niet veel beter. Als Maaike bij haar trainster stopt, moet ze haar schaatsen uittrekken en meekomen naar de gymzaal. Terwijl ze zich door de trainster naar binnen laat leiden, probeert ze tussen de mensen de directeur te ontdekken. Bezorgd kijkt ze om zich heen of hij misschien haar kant op komt. Gelukkig ziet ze hem nergens.
Maaike is zo bezig met de aanwezigheid van de directeur dat ze zich nauwelijks realiseert wat er verder gebeurd. De trainster heeft haar stevig bij haar arm vast en leidt haar richting de gymzaal. Pas als de deur van de zaal dichtslaat schrikt Maaike op uit haar overpeinzingen. Ineens realiseert ze zich wat er gaat gebeuren. Voor de tweede keer in korte tijd gaat ze een pak slaag krijgen. Ze besluit om het geen tweede keer toe te laten en probeert haar arm los te rukken uit de greep van de trainster. Maar in plaats van los te laten, grijpt de trainster Maaike nog steviger vast. Maaike voelt hoe ze voorover getrokken wordt. Voordat ze het door heeft ligt ze al bij de trainster over de knie, voorover met haar billen hoog in de lucht. In het strakke schaatspak vormen ze een niet te missen doelwit. Maaike voelt zich weer alsof ze tien jaar oud is en bij haar moeder over de knie ligt. En net als toen is ze verstijfd van schrik en vernedering. Protesteren of tegenstribbelen komt niet meer in Maaike op. Ze ligt met ingehouden adem en samengeknepen billen te wachten op wat komen gaat, overgeleverd aan de wil van de trainster.
De trainster is vastbesloten om Maaike heel precies te laten voelen wat haar wil inhoudt. Ze komt niet eens echt boos over, eerder kalm en vastbesloten om te doen wat nou eenmaal moet gebeuren. Als de trainster haar arm om Maaike haar heupen slaat, voelt het bijna teder en vriendschappelijk, helemaal niet bestraffend. Maar dan pakt de trainster de stevige, houten plak, die de hele tijd al naast haar op het bankje ligt. Ze legt hem voorzichtig op Maaike haar billen. Maaike heeft de plak niet zien liggen en schrikt verschrikkelijk als ze het harde hout voelt. Ze doet haar mond open om te protesteren. De trainster tilt de plak weer op en laat hem zachtjes door de lucht zoeven. De knal waarmee de plak neerkomt is zo hard dat hij Maaike haar gil bijna overstemd. Hoewel Maaike een vrij forse kont heeft, is de plak groot genoeg om haar beide billen tegelijk te bewerken. Op het moment dat de plak neerkomt, valt de pijn nog wel mee. Meteen daarna komt echter het schrijnende, branderige gevoel opzetten en is de pijn bijna niet uit te houden. Na elke slag neemt de trainster ruim de tijd om het effect van de klap te laten inwerken. In een rustig tempo geeft ze Maaike tien rake klappen. Maaike heeft haar ogen dicht, maar ze voelt hoe de tranen over haar wangen stromen. Vergeleken hiermee stelde het vorige pak slaag helemaal niets voor. Het kan haar allemaal niet meer schelen. Ze wil alles beloven en alles doen, als dit maar ophoudt. Dan houden de slagen inderdaad op en de trainster legt de plak weg.
Maaike probeert zichzelf onder controle te krijgen en aan iets anders dan de brandende pijn in haar achterste te denken, maar dat lukt haar nauwelijks. De trainster gunt haar ook geen tijd om bij te komen en maakt van de gelegenheid gebruik om Maaike haar schaatspak open te ritsen en omlaag te stropen. Binnen een paar tellen ligt Maaike weer in positie, dit keer helemaal naakt. De trainster legt haar nu over een been, zodat Maaike op haar handen moet steunen om niet voorover te vallen. Met haar andere been klemt de trainster Maaike stevig vast. De straf gaat weer verder, met de vlakke hand in plaats van de plak. Maaike haar billen gloeien zo erg, dat het nauwelijks minder zeer doet. Voordeel is wel dat er nu maar één bil tegelijk bewerkt kan worden, zodat de andere steeds even rust heeft. Maar die rust duurt nooit lang. De tikken gaan klits, klets, klats achter elkaar door en op de blote billen klinken ze nog luider en verontrustender.
De trainster houdt Maaike nog steeds stevig vast. Het enige dat Maaike nog kan doen is haar billen samenknijpen en ontspannen. Ze probeert haar kont zoveel mogelijk stil te houden, want elke beweging doet nog weer extra pijn. De greep van de trainster wordt losser, ze laat Maaike haar benen zelfs helemaal los. Even denkt Maaike dat het voorbij is, maar niets is minder waar. Ze wordt alleen in een iets andere positie gelegd, zodat ze haar benen weer vrij kan bewegen. De slagen gaan weer verder, in een steeds hoger tempo. Heel voorzichtig komt Maaike een beetje overeind. Ze probeert over haar schouder te kijken en ziet haar vuurrode billen.
De trainster gebiedt Maaike om voor zich uit te kijken. Het is de eerste keer sinds ze in de gymzaal zijn, dat de trainster iets zegt.
Om haar woorden kracht bij te zetten, geeft ze Maaike een aantal bijzonder venijnige tikken en hoewel ze weet dat het niet helpt, spant ze al haar spieren en gilt het uit. Opnieuw springen haar ogen vol tranen. Er volgen nog vijf snelle kletsen en dan is het ineens over.
De trainster laat haar hand op Maaike haar billen rusten en knijpt voorzichtig in het zachte vlees. Ondanks de pijn is het een prettig, bijna erotisch gevoel. Maaike komt weer een beetje tot zichzelf. Ze voelt dat de greep van de trainster losser wordt.
‘Je mag opstaan, we zijn klaar voor vandaag’, zegt de trainster. Ze legt de nadruk op de woorden ‘voor vandaag’.
Maaike zet haar voeten op de grond en komt voorzichtig overeind uit haar benarde positie. Een beetje verdwaasd kijkt ze om zich heen. Met haar armen probeert ze haar naakte lichaam een beetje te bedekken. In totaal heeft het pak slaag misschien tien minuten geduurd, maar het lijkt alsof het uren later is. Maaike heeft geen idee waar haar schaatspak gebleven is, maar ze heeft ook geen enkele behoefte om het strakke pak weer aan te trekken. Daarvoor is de branderige pijn aan haar vuurrode billen nog veel te erg. Maaike merkt nu pas dat ook haar
gezicht rood is van vernedering en schaamte. In haar ogen voelt ze het branderige gevoel van een naderende huilbui. Het pak slaag heeft behalve schaamte en vernedering ook nog een heleboel andere gevoelens losgemaakt, prettig en onprettig. Het liefst zou Maaike al haar gevoelens nu de vrije loop laten om eens lekker lang te huilen, maar die overwinning gunt ze de trainster niet. Om er zeker van te zijn dat ze nu veilig is, doet Maaike nog een paar stappen achteruit om zo ver mogelijk bij de trainster vandaan te zijn. Haar rug raakt nu bijna de deur van de kleedkamer. Ze wil het liefst zo snel mogelijk weg, maar ze durft het niet aan om de deur open te trekken en te verdwijnen. Afwachtend kijkt ze naar de trainster, die nog steeds rustig op het bankje zit.
‘Ik stel voor dat je naar huis gaat’, zegt de trainster droog.
Maaike draait zich meteen om en zonder nog iets te zeggen rent ze de kleedkamer in, gelukkig is er verder niemand. Al haar spullen liggen er nog, zoals ze die achtergelaten heeft. Maaike pakt een grote, zachte badhanddoek uit haar tas en vouwt die op tot een soort kussen. Met de handdoek onder haar achterwerk durft Maaike voorzichtig te gaan zitten. Ze moet even tot rust komen, alles op een rijtje zetten. Het lijkt allemaal zo onwerkelijk en onwaarschijnlijk wat er vandaag gebeurd is.
Maaike staat voorzichtig weer op. Ze zal toch een keertje naar huis moeten en ze wil weg zijn voordat er toevallig iemand de kleedkamer in komt lopen. Maaike neemt een snelle douche. Ze ontdekt dat een voorzichtige massage met wat douchegel een klein beetje helpt tegen de pijn. Het afdrogen is echter een kwelling, hoe zacht Maaike haar handdoek ook is. Haar billen op de normale manier droogwrijven is gewoon onmogelijk. Heel voorzichtig droogdeppen is het enige dat draaglijk is. Dan komt het volgende probleem: aankleden. Gelukkig is haar trainingspak zacht en elastisch. Daarmee is de pijn nog wel draaglijk. Haar onderbroekje laat Maaike deze keer maar in haar tas zitten.
Maaike is enorm opgelucht al ze weer buiten staat. Ze loopt naar haar auto, gooit haar spullen in de achterbak en wil snel wegrijden. Dan ziet ze de auto van de trainster staan, een paar auto’s verder dan haar eigen auto. Maaike stapt weer uit en loopt naar de auto van de trainster.
Het is net zo’n gesponsorde auto als die van Maaike, alleen staat op deze ook nog heel groot de naam van de trainster. Dat kan dus niet missen. Maaike kijkt snel om zich heen of niemand haar kan zien. Dan zakt ze naast de auto van de trainster door haar knieën. Snel laat ze allebei de achterbanden leeg lopen. Maaike weet dat het heel kinderachtig is, maar de kans op wraak is te mooi om te laten liggen.
Maaike rijdt snel naar huis. Ze hoopt dat ze op tijd thuis is om Martin nog even te zien, maar als ze thuiskomt is hij niet thuis. Teleurgesteld ploft Maaike neer op de bank, met een extra kussen onder haar billen. Gelukkig hoort Maaike Martin even later toch weer binnenkomen. Ze staat op en begroet hem in de hal. Martin heeft een laag, houten bankje bij zich, dat zo van de Ikea lijkt te komen.
‘Wat moet je daar nou mee?’, vraagt Maaike verbaasd.
‘Weet ik veel’, zegt Martin. ‘Je sponsor belde net om te zeggen dat ik dit meteen op moest komen halen.’
‘Maar waarom dan? Wat moeten we hier in godsnaam mee?’, vraagt Maaike.
‘Dat weet ik dus niet’, zegt Martin geïrriteerd. ‘Ik ben ook al lang gestopt met vragen stellen. Voor jullie topsporters zijn soms de gekste dingen ineens belangrijk.’
Maaike laat het verder rusten. Ze zal morgen wel eens navragen wat ze met dat lelijke ding aanmoet. Het past niet eens in haar interieur, dat had de sponsor toch moeten weten.
‘Je was vanmiddag nog op tv’, zegt Martin tijdens het eten. ‘Weet je dat je een ontzettend lekker kontje hebt in dat schaatspak?’
‘Niet alleen in mijn schaatspak, hoop ik’, zegt Maaike.
‘Nou, zonder schaatspak mag je er ook wel zijn hoor’, zegt Martin. ‘Daarover gesproken, zullen we nog even naar boven gaan? Ik moet over een uurtje weg.’
Ze gaan met zijn tweeën naar boven. Martin schrikt wel even als hij Maaike haar blote billen ziet.
‘Wat is er met jou gebeurd?’, vraagt hij geschrokken.
‘Gevallen’, zegt Maaike snel.
‘Dat heb ik op tv gezien ja. Je maakte inderdaad een behoorlijke smak, maar dat je kont zo rood zou zien had ik niet verwacht. Best sexy eigenlijk, het lijkt net alsof iemand je heel hard op je billen heeft geslagen.’
Maaike gaat zwijgend door met uitkleden. Ze heeft helemaal geen zin om nog verder op Martin zijn opmerking in te gaan. Dat gesprek zou wel eens een hele vreemde kant uit kunnen gaan. Maaike kruipt snel tegen Martin aan, die al op zijn rug op het bed ligt.
‘Ga eens op handen en knieën zitten’, zegt Martin. ‘Ik wil die mooie kont van je kunnen zien.’
‘Een beetje voorspel was ook wel leuk geweest’, denk Maaike, maar ze zegt niets en doet wat Martin vraagt. Ze hebben tenslotte ook niet al te veel tijd meer.
Nadat Martin vertrokken is, laat Maaike zich weer op de bank vallen. Ze is vast van plan om daar de rest van de avond te blijven, maar ineens gaat de bel. Maaike wil eerst niet opendoen, maar de bel blijft maar gaan en na een paar minuten wordt er ook op het raam geklopt. Moeizaam komt Maaike overeind. Voor de deur staat de directeur van de sponsor, met nog twee mannen die Maaike nog niet eerder gezien heeft. De directeur heeft een lang, smal koffertje bij zich, één van de andere mannen een grotere, leren koffer.
‘Heb je je biljartkeus meegenomen?’, vraagt Maaike spottend. ‘Als dat bankje dat je gestuurd hebt bedoeld was als biljarttafel, dan is er toch echt iets misgegaan.’
‘Er is zeker iets misgegaan’, zegt de directeur. ‘Maar niet met het bankje. Mogen we even binnenkomen, dan wordt het hopelijk allemaal snel duidelijk.’
Maaike laat de heren binnen. Ze vraagt of ze koffie willen, maar dat slaan ze af. Eén van de mannen pakt het bankje uit de hal en zet het midden in de kamer. Hij zet de grote koffer er bovenop.
‘We zullen het allemaal eens even haarfijn uitleggen’, zegt de directeur. ‘Laten we maar beginnen met de grote koffer.’
De directeur geeft een teken en één van de mannen maakt de koffer open. Er zitten vijf grote, leren riemen in.
‘Kijk’, zegt de directeur. ‘Zo werkt het. Je gaat op je buik op het bankje liggen, helemaal naakt uiteraard, en dan zijn er twee riemen voor om je benen, twee voor om je armen en één voor om je middel.’
Maaike wenst zich dat ze de heren nooit had binnengelaten. Voorzichtig beweegt ze zich richting de deur, om er op het juiste moment vandoor te gaan. Dan maar geen sponsor en geen schaatscarrière, wat hier staat te gebeuren wil Maaike absoluut niet meemaken. Eén van de mannen heeft haar echter door en grijpt haar stevig vast.
‘Een momentje geduld nog’, zegt de directeur. ‘We zijn nog niet helemaal klaar. Ik heb hier ook nog een koffertje.’
Hij legt het koffertje op tafel en maakt het open. Het is van binnen bekleed met rood fluweel en het bevat drie lange, dunne, buigzame canes.
‘Zo’, zegt de directeur. ‘Volgens mij hebben we nu alles compleet. Ik denk dat we het maar eens moeten gaan hebben over twee leeggelopen autobanden.’