Ze voelde de frisse wind onder haar rok waaien en vleide zich wat dichter tegen hem aan. Het was mooi weer en ze waren vol goeie moed vertrokken voor een boswandeling. Eerst kwamen ze regelmatig nog andere mensen tegen, maar nu al een hele tijd niet meer. Ze waren alleen in het bos. Ze huiverde van plezier. Wat zou hij met haar doen?
Een windvlaag blies haar rok wat omhoog. Ook al was er niemand in de buurt, toch duwde ze de stof vlug weer naar beneden. Ze had geen ondergoed aan. Ook geen beha. Alles wat ze droeg, was dit stukje stof dat tot jurk was gemaakt. Gelukkig zaten er wat frutsels op, zodat het niet al te hard opviel dat haar tepels recht overeind stonden. Het hielp ook niet dat hij er regelmatig eens zogenaamd per ongeluk langs streeks. De grijns op zijn gezicht gaf aan dat het eigenlijk helemaal niet per ongeluk was.
En nu waren ze dus alleen in het bos. Plots voelde ze hoe zijn hand onder haar rok kroop en haar billen begon te aaien en erin te knijpen.
“Niet doen, wat als iemand ons ziet?” zei ze. Maar er was niemand en dat wist ze zelf ook. Toch bleef het spannend. Stel je voor…
Zijn andere hand verdween nu in haar décolletté en ze voelde zijn vingers naar haar tepel zoeken.
“Komaan, wat voor zicht moet dit zijn…” zei ze.
“Je hebt gelijk.” Abrupt haalde hij zijn handen van haar lichaam. Zo had ze het nu ook weer niet bedoeld… Vragend keek ze hem aan.
“Trek je jurk maar uit, dat zal veel gemakkelijker gaan.”
Dit had ze helemaal niet bedoeld. Er was wel niemand, maar toch… De tinteling in haar buik wees haar erop dat ze dit stiekem wel heel leuk vond. Naakt in het bos. Ze keek om zich heen. Niemand te zien. Vooruit dan maar. Schuchter deed ze haar jurk uit, terwijl ze de grond onder haar voeten nauwlettend in het oog hield. Nu voelde ze de wind over heel haar lichaam, ze kreeg er kippenvel van, op een aangename, spannende manier.
Hij nam haar bij de hand. “Zo, kom maar mee.”
Huh? Wat? Gaan we gewoon verder wandelen? Blijkbaar wel… Nu liep ze naakt door het bos. Ze hoopte maar dat er echt niemand was. Hoe ver zou hij haar zo laten lopen? Na een minuut of twee kreeg ze in de gaten dat hij een bepaalde boom op het oog had, waar hij haar heen leidde. Daar aangekomen begon hij in de rugzak te rommelen en haalde hij er een stuk touw uit. Hij zette haar met haar voorkant tegen de boom aan en bond haar handen rond de boom vast. Even later voelde ze een tweede touw rond haar voeten. Nu kon ze niet veel meer bewegen, maar dat deed ze ook liever niet, want de boomschors schuurde op haar huid.
Hij aaide over haar rug en billen en kneep nog even in haar tepels. Toen haalde hij zijn handen van haar lichaam. Even later hoorde ze een zwiepend geluid. Hij had een tak gevonden. Met een rustige regelmaat begon hij haar billen ermee te bewerken. Algauw probeerde ze de slagen te ontwijken en haar billen zo te positioneren dat ze wat beter neerkwamen, maar dat moest haar voorkant, en dan vooral haar borsten, die tegen de boom aan schuurden, bekopen. De brandende pijn van de tak verspreidde zich over haar billen terwijl haar borsten begonnen te schrijnen door het schuren langs de boomschors.
Na een hele tijd stopte hij met slaan en gooide hij de tak op de grond. Hij streek met zijn hand over haar billen en aaide haar rug. “Zo…” zei hij, “nu ben je weer gemerkt. Je bent van mij.” Vol overgave knikte ze.
Hij maakte haar los en gaf haar haar jurk terug. Ze trok die aan en grimlachte bij het gevoel dat de stof over haar geschuurde borsten veroorzaakte. Dat werd een leuke wandeling terug naar huis!
Wachten
Ik zit midden in de kamer op mijn knieën op de mat die de vloer warm houdt. Mijn vriend heeft me daar zojuist gezet. Niet veel gedoe, er werden ook geen woorden aan vuil gemaakt: hij legde gewoon een hand in mijn nek, waardoor mijn benen al pap werden en hij niet veel kracht moest gebruiken om me op mijn knieën te duwen. Nu zit ik hier. Af te wachten. Hij is even iets anders gaan doen, ik weet niet wat, want ik kijk naar de grond. Ik voel ook geen behoefte om op te kijken, om te weten waarom hij geen aandacht aan mij besteedt. Ik ben gewoon. Ik ben van hem nu, meer dan van mezelf. Dat zei hij me ooit eens, wat koude rillingen langs mijn rug veroorzaakte. Hij zou dat niet op elk moment moeten zeggen, maar dat was het juiste moment. Ik ben graag van hem. Hij beslist, ik onderga, wat het ook is. Ik hoef niet na te denken, ik weet dat hij voor me zorgt, zelfs – of net als – hij dingen van me vraagt die moeilijk voor me zijn, die me voorbij mezelf drijven. Zoals genegeerd worden bijvoorbeeld. Op andere momenten maakt zoiets me heel onzeker: heb ik iets misdaan? Is hij boos? Ziet hij me nog wel graag? Maar nu, nu maakt het me niet onzeker. Integendeel, ik voel me net heel zeker: ik ben van hem, en meer hoef ik voorlopig niet te doen. Dus wacht ik af, op mijn knieën, mijn blik naar de grond gericht. Hij hoeft me die houding niet af te dwingen, ze is ook niet moeilijk of ongemakkelijk, ik zit graag zo.
Geduldig wacht ik af tot hij klaar is met wat hij ook aan het doen is. Straks komt hij voor mij staan, legt hij zijn hand op mijn hoofd, speelt wat met mijn haar. Hij weet dat ik het heerlijk vind als hij dat doet, ik voel me dan zo geliefd. En veilig. Van hem. Wat hij daarna zal doen, is minder te voorspellen. Hij kan met me doen wat hij wil. Soms is het gericht op mijn genot, soms op het zijne, soms op dat van allebei. Misschien zullen we wat met touwtjes spelen. Of ja, zal hij met touwtjes spelen en zal ik veilig ingesnoerd worden in een cocon die mijn hoofd rustig maakt. Misschien zal hij me pijn doen, omdat hij weet dat mijn lichaam nu eenmaal soms naar pijn snakt, zolang die maar met liefde gegeven wordt. Misschien zal er ook helemaal niets gebeuren, mag ik straks gewoon tegen hem aan geleund wat tv kijken, terwijl we wat knuffelen.
Het maakt me niet uit wat er zal gebeuren. Op momenten als deze beslist hij, hoef ik niet na te denken. Enkel te ondergaan. Ik zit op mijn knieën op de mat,met gebogen hoofd. Ik ben van hem, meer dan van mezelf.
Een lange dag
Na een lange dag deed ze de deur van het appartement open. Eindelijk thuis. Nu moest ze enkel nog koken en afwassen en misschien ook nog even wat opruimen en dan kon ze zich nog even rustig zetten. Ze gaf haar vriend, die haar al opwachtte, een kus. Toen liep ze meteen naar de keuken waar ze in de kasten begon te rommelen. Haar vriend was haar echter gevolgd.
“Niet zo vlug…”
Verbaasd keek ze hem aan.
“Kom eerst even hier.”
“Schat, ik moet echt beginnen koken, ik heb honger…”
“Ja, dat weet ik.”
Ze ging voor hem staan, een ongeduldige uitdrukking op haar gezicht.
“Je stuitert alle kanten op, meisje,” zei hij.
Ze rolde even met haar ogen. “Ja en? Het eten zal zichzelf niet koken hoor!”
“Nee, inderdaad, maar dit kan wel helpen,” zei hij terwijl hij haar rok uitdeed en haar onderbroek naar beneden schoof tot vlak onder haar billen.
“Zo. Nu mag je koken, kan ik helpen?”
Ze keek hem kwaad aan. “Nee, je kunt niet helpen en ik heb echt geen zin om hier met blote billen te staan koken!”
“Pech gehad dan, ik vind het nochtans heel mooi zicht.”
Ze keek hem kwaad aan en begon driftig verder met potten en pannen te rommelen. Ze had al zo’n lange dag gehad, hier had ze echt geen zin in. Maar ze wilde ook geen scène maken, want dan zou ze zeker en vast over de knie belanden en daar had ze helemaal geen zin in.
Toen het eten klaar was en ze met de volle borden naar de tafel liep, merkte ze dat er iets op haar stoel lag. Het kokosmatje…
“Schat… Ik ga echt niet eten op het kokosmatje hoor. Komaan, doe niet zo lastig, ik heb een lange dag gehad, ik wil gewoon eten en daarna even rustig zitten.”
“Dat weet ik.”
Ze maakte aanstalten om het kokosmatje weg te nemen, maar hij hield haar tegen.
“Je gaat op het kokosmatje zitten om te eten,” zei hij rustig.
“Maar waarom?”
“Omdat ik het zeg.”
Ze zuchtte. Zijn perfecte reden waar ze niets tegen in kon brengen… Zo frustrerend… Maar ze zou zich niet laten doen: als hij zo graag wilde dat ze op het kokosmatje zat, dan zou ze wel op het kokosmatje zitten. Met een koppige uitdrukking op haar gezicht nam ze plaats en begon ze te eten. Ze deed haar best om over koetjes en kalfjes te praten, om te tonen dat het haar niets deed. Maar eigenlijk deed het haar wel iets. Gaandeweg werd ze wat stiller en voelde ze haar koppigheid afnemen. Toen ze klaar waren met eten, vroeg ze of ze mocht opstaan.
“Nog niet.”
Dat wakkerde haar koppigheid weer wat aan, maar ze werd ook een beetje wanhopig. Wat wilde hij toch? Waarom mocht ze niet gewoon rustig zitten?
Hij ruimde de tafel af en kwam achter haar staan. Ze voelde zijn hand stevig in haar nek, haar kin zakte op haar borst.
“Sta maar recht,” zei hij rustig. Hij hielp haar om de stoel achteruit te schuiven terwijl ze recht stond, zodat het kokosmatje haar niet nog meer pijn zou doen. De haartjes brandden in haar billen. Hij nam haar stevig in zijn armen en ze liet het gebeuren. Gek genoeg was er niet veel meer over van haar oorspronkelijke koppigheid. Ze probeerde helemaal weg te kruipen in zijn armen.
Hij nam haar bij de hand en begon richting slaapkamer te lopen. Als een klein meisje liep ze gewillig mee aan zijn hand. Die hand betekende veiligheid, ook al kon ze nu al raden dat diezelfde hand haar straks pijn zou doen. Maar ze zou zich er niet meer tegen verzetten, haar koppigheid was al gebroken.
Hij ging op het bed zitten en trok haar over de knie, haar billen waren nog steeds bloot, en daar werd ze zich nu weer van bewust. Hij klemde meteen haar benen vast en nam haar rechterhand op haar rug. Niet de pols, maar de hand, zodat ze erin kon knijpen voor steun. Ze stelde zich geen vragen meer, ze was veilig.
Langzaam begon hij te slaan. Het deed meteen al redelijk veel pijn, het kokosmatje had haar billen extreem gevoelig gemaakt. Gestaag ging het tempo van de klappen omhoog. Tot haar billen helemaal aan het gloeien waren. Ze was intussen al lang niet meer echt aanwezig. Alles wat nog bestond waren haar vriend en zij, niets anders… Ze liet zich meeslepen door het geborgen gevoel terwijl hij de borstel nam. Het zou nog even pijn doen, dat wist ze, maar ze voelde zich nu al een heel pak beter…
Koppig
Ze stopt haar vingers dicht met haar oren. Als ze dat kletsende geluid van de borstel die neerkomt op haar billen wat kan dempen, dan lijkt het alsof de pijn ook gedempt wordt. Een illusie, ze weet het, maar toch… Ze vindt dat geluid vreselijk. Hij weet dat. Hij gebruikt dat. Of misbruikt, het is maar zoals je het bekijkt. Hij vindt het altijd leuk om de cane eerst een paar keer door de lucht te laten zwiepen, om de cane een paar keer naast haar op de matras te laten neerkomen zodat ze even opschrikt. Ook al weet ze dat het eraan komt, toch schrikt ze altijd een beetje.
Dus nu stopt ze haar vingers in haar oren, zodat de pijn even iets draaglijker zou lijken. Ze bijt in de matras. Ze zal niet huilen, niet schreeuwen. Ze zal dit doorstaan. Ze kan dit. Ze laat zich niet zomaar doen.
En toch… Ergens beseft ze dat ze het best wel verdiend heeft. Ze heeft hem de hele tijd zitten plagen en uitdagen. Er waren vrienden bij, dus hij kon niet echt iets doen, behalve haar af en toe eens streng aankijken. Waarop ze eventjes kalmer werd, maar dat een halve minuut later al niet meer volhield. Ze stuiterde, en ze waande zich veilig. Even had hij de kans gezien om haar apart te nemen. Hij had haar bij haar haar genomen en haar een paar ferme kletsen op haar achterste gegeven, waar ze toch wat van geschrokken was. Ze had beloofd om het wat rustiger te houden. Maar 5 minuten later vergat ze dat voornemen alweer. Het was niet dat ze het niet probeerde, echt wel, het lukte gewoon niet.
Toen ze thuiskwamen, wist ze dan ook dat er haar wat te wachten stond. Ze besefte zelf ook wel dat ze het verdiend had, dus ze stribbelde niet echt tegen. Meteen nadat ze over de knie was gaan liggen werd haar rokje omhoog geschoven en haar onderbroek omlaag. De opwarming werd overgeslagen: meteen maar de badborstel erbij. Auw! Dat had ze niet verwacht. Maar ze had het verdiend… Dus deed ze haar best om het vol te houden.
Uiteindelijk, na waarschijnlijk meer dan 100 klappen met de badborstel, riep ze uit “het spijt me, ik ga het niet meer doen, in het vervolg ga ik me gedragen”.
“Dat weet ik. Ik zal ervoor zorgen dat je je voortaan zult gedragen.” Hij zei het rustig, niet boos, maar wel vastberaden.
Ze slikte even. Het was dus nog niet voorbij.
De spanking ging verder. Na een tijdje probeerde ze nog eens: “Alsjeblieft, ik zal me echt gedragen, ik zal het niet meer doen!”
“Goed zo…” Ze zuchtte even van opluchting. “Maar we zijn nog niet klaar.” Ze verstijfde. “Dit is straf. Je hebt je slecht gedragen en je moet ervoor gestraft worden, dat weet je.”
Stilte.
“Wat zeg je?”
“Ja schat”, fluisterde ze. Van ellende kreeg ze nauwelijks geluid uit haar keel. Ze had zich echt vreselijk gedragen. Als hij haar daarvoor zou straffen… Dan waren ze nog maar net begonnen… Even werd ze wanhopig, maar toen bekroop haar een soort van koppigheid. Hij wilde niet stoppen ondanks haar belofte zich te gedragen? Wel, dan zou ze het verdragen, dan zou hij veel werk hebben…
Dus beet ze in de matras, stopte ze haar vingers in haar oren en probeerde het zo goed mogelijk te verdragen.
Natuurlijk zag hij dat haar vingers in haar oren zaten, hij had ook wel door wat ze probeerde te doen. Hij liet haar even, maar zei na een poosje: “Handen op je rug”.
“Maar…”
Een extra harde klap kwam prompt op haar rechterbil neer.
Ze deed haar handen vlug op haar rug, waarna hij ze vastklemde met zijn linkerhand. Nu kon ze haar handen niet meer in haar oren stoppen. Ze moest alles volledig horen, en voelen.
Nog heel even hield ze het vol, maar ze had het echt moeilijk nu. Ze had zich zo vreselijk gedragen… En nu was ze zo koppig. Waarom? Waarom kon ze zich hier niet aan overgeven? Waarom wilde ze het per se volhouden, wilde ze zich groot houden? Ze voelde de tranen opwellen, maar in een reflex verdrong ze die.
“Laat het toe, het is niet erg”, zei hij vriendelijk.
Dat zette de sluizen open. Ze begon te huilen.
Hij stopte echter niet met slaan. Hij wist dat het niet goed was om meteen te stoppen als ze begon te huilen, anders zou ze niet verder huilen. Dus hij bleef met harde, regelmatige slagen haar billen bewerken. Ze ging harder huilen, tot ze de slagen eigenlijk niet meer voelde. Ze had het dan ook niet meteen door toen hij stopte. Zachtjes wreef hij over haar rug, hij liet haar uithuilen.
Toen ze wat rustiger werd, vroeg hij of ze een knuffel wilde. Ze knikte. Hij liet haar van de knie komen en dicht tegen hem aan kruipen. Heel gemeen kneep hij nog even in haar billen.
“Die zul je wel een tijdje voelen denk ik”, zei hij vrolijk.
Ze lachte. “Denk je? Je bent gemeen…”
“Oh ja?”
“Ja!”
“Wacht, ik zal je laten zien wat gemeen is. Leg je maar op je buik.”
“Nee, schat, alsjeblieft, ik heb echt genoeg gehad.”
“Op je buik…”
Bang ging ze op haar buik liggen terwijl hij de cane nam, die altijd binnen handbereik staat. Hij liet de top even over haar rug dwalen en sloeg dan heel plots op de matras naast haar. Ze schrok op.
“Dit is gemeen, vind je niet?”
Zo’n moeilijke vraag… Ze knikte.
Hij sloeg nog eens op de matras.
“Wat zeg je? Ik hoor je niet?”
“Ja schat.”
Toen sloeg hij vlug na elkaar 3 keer op haar al zo pijnlijk brandende billen.
“Dit is pas gemeen,” zei hij. Ze hoorde de voldoening in zijn stem.
“Ja schat,” bevestigde ze voor ze weer dicht tegen hem aan kroop. Want hoe gemener hij is, hoe dichter ze bij hem wil zijn. En hoe pijnlijker haar billen, hoe leger haar hoofd. Dus zou ze de rest van de avond met pijnlijke billen maar een heerlijk gevoel dicht tegen hem aan kruipen. Ze kon er weer even tegen. Tot ze de volgende keer zo irritant deed…
Opdrachtje
Note to self: niet meer klagen dat je je verveelt, anders komt hij weer met stomme opdrachtjes af… Nu moet je een verhaaltje schrijven. Zucht. Wat als je het niet doet? Je speelt met het idee, een spanking krijg je toch, dan kan het even goed met reden zijn? Maar nee, je bent van hem en je wilt echt zo goed mogelijk doen wat hij je opdraagt. Zelfs al vind je de opdracht vreselijk stom.
Je denkt aan hoe streng zijn stem zou klinken als je toch geen verhaaltje zou schrijven. Hij zou niet echt boos zijn, eerder teleurgesteld. Als hij terug hier is, zou hij je bij je oor nemen en in de hoek zetten, billen bloot. Zo zou je te kijk staan terwijl je luisterde naar zijn gerommel in de lades. Dat belooft niet veel goeds…
Dan komt hij achter je staan. Je houdt zonder het te merken je adem in. Zijn aanwezigheid zorgt ervoor dat je je heel klein voelt. Uiteindelijk moet je toch uitademen, maar je durft nauwelijks. Heel voorzichtig laat je je adem ontsnappen. Hij zegt nog steeds niets. Na wat een eeuwigheid lijkt, hoor je eindelijk zijn stem: “Wel, waarom heb je geen verhaaltje geschreven zoals ik je had gezegd?” Wat moet je daar nu op antwoorden? “Omdat ik geen zin had. Omdat ik het een stomme opdracht vond. Omdat ik geen inspiratie had. Omdat ik straf wilde uitlokken.” Elk antwoord is verkeerd. Dus je zegt “Ik weet het niet”. Dat vindt hij duidelijk ook geen goed antwoord, want hij neemt je oor vast. Je slikt een “auw!” in. “Bedenk dan maar vlug iets,” zegt hij, terwijl hij harder en harder in je oor knijpt. Je wordt kwaad: weet hij nu nog niet dat je niet kunt denken als hij zo’n dingen aan het doen is? Toch weet je dat je maar beter vlug een antwoord kunt bedenken. “Ik had er geen zin in,” fluister je, wetend dat het geen goed antwoord is. “Had je wel zin in de straf die zal volgen dan?” “Nu in elk geval niet meer,” denk je.
Hij sleept je aan je oor mee naar het bed, waar hij je over zijn knie trekt. Je billen zijn al bloot, dus dat bespaart hem de moeite om ze nog te ontbloten. Hij begint meteen te slaan. Redelijk hard, maar niet te hard. Je voelt al meteen dat dit straf wordt: hij begint niet bepaald rustig, maar hij bouwt wel op. Dat betekent dat het een lange en harde spanking zal worden. Je slikt even, hopend dat hij het geluid niet zal horen, ook al klinkt het oorverdovend in je oren. Na de hand, neemt hij de borstel. Hij slaat tot je ligt te piepen en te spartelen en hij je goed moet inklemmen om je niet te laten ontsnappen. Plots stopt hij. Adempauze. Helaas niet voor lang. De badborstel wordt erbij gehaald. En later nog dat stomme plankje waar je in de ikea per se de aandacht op moest vestigen. Dat was echt niet slim van je.
Pas als je helemaal ligt te huilen en al je verzet hebt opgegeven, stopt hij. Hij laat je even uithuilen terwijl je nog steeds over zijn knie ligt, wrijvend over je pijnlijke billen. Dan mag je rechtstaan. Hij haalt pen en papier uit. “Zo,” zegt hij, “dan ga je nu een verslagje schrijven van deze spanking, neem plaats.” Met een grijs op zijn gezicht trekt hij de stoel achteruit waar hij eerder het kokosmatje op had klaar gelegd. Je voelt je helemaal wanhopig worden, maar je hebt geen keuze. Pijnlijk ga je zitten en begin je te schrijven. De conclusie van het verslag wordt dat je beter toch het verhaaltje had kunnen schrijven in de eerste plaats…