Slaagsleutels (2)

Ze gaat niet terug. Ze maakt geen tweede afspraak. Absoluut niet. Wat denkt die man wel? Haar over de knie leggen?! Dat gaat toch zomaar niet! Neenee, ze gaat echt niet terug. Ze ijsbeert heen en weer op haar kot. Is dit serieus echt gebeurd?
Plots staat ze stil. Vanavond zal haar moeder bellen om te vragen hoe het gegaan is. Wat moet ze haar vertellen? Ze kan toch moeilijk gaan zeggen dat ze als een klein kind over de knie werd gelegd. Dat gelooft ze nooit. Of erger: ze zou misschien vinden dat Matthias er goed aan gedaan had. Nee… Dat niet. Maar ze kan dit echt niet gaan vertellen. Niemand mag dit ooit te weten komen. Maar hoe legt ze dan aan haar moeder uit dat ze geen tweede afspraak wil maken? Dat kan ook niet. Ze zit vast. Geen uitweg mogelijk. En niemand die ze in vertrouwen kan nemen. Want niemand mag dit ooit te weten komen! Ze gaat door de grond als ze er alleen nog maar aan denkt. Zij, Joke, een negentienjarige vrouw, over de knie gelegd door een man die ze nog maar net ontmoet had. Omdat ze niet naar al haar lessen was geweest. Als straf. Het schaamrood stijgt haar opnieuw naar de wangen. Plots kan ze wel inzien hoe dit soort studiebegeleiding werkt. Niemand wil dit een tweede keer meemaken, dus doet iedereen netjes wat er gevraagd wordt. Zoals Marie: die is echt in elke les aanwezig, doet alle opdrachten en ze had heel goede punten bij de examens. Marie! Waarom heeft ze daar niet eerder aan gedacht? Marie weet vast hoe Matthias te werk gaat. Marie is degene die haar naar hem gestuurd heeft, nota bene! Ze moet met haar praten. Misschien kan zij haar helpen om een uitweg te vinden. Of kunnen ze elkaar helpen. Niemand gaat toch vrijwillig terug naar die schoft om een pak slaag in ontvangst te gaan nemen.
Jokes verontwaardiging groeit met elke seconde die ze er meer over nadenkt. Uiteindelijk heeft ze zichzelf zo opgewerkt dat de vier muren van haar kot op haar afkomen. Ze moet hier weg. Ze pakt haar telefoon en haar sleutels en loopt naar buiten.

Marie kijkt niet verbaasd als ze Joke voor de deur ziet staan. “Kom binnen,” zegt ze. “Ik ging eigenlijk net beginnen koken, eet je mee?”
“Eh, wat? Ja, ik… Ja, is goed.” Joke voelt zich nogal overdonderd. Ze was in een opwelling naar Maries kot gegaan en had bij haar aangebeld. Nog geen halve seconde later had ze daar spijt van gekregen, maar voor ze zich kon omdraaien en weglopen, had Marie de deur al opengedaan. Bijna alsof ze haar verwacht had, maar dat kon toch niet? Had Joke haar verteld dat ze vandaag een afspraak had bij Slaagsleutels? Ze zoekt haar geheugen af. Misschien had ze het laten vallen in de les vanochtend, ze weet het niet meer.
Joke legt haar sleutels en telefoon op tafel en laat zich op een stoel neerploffen. Ze grimast. Haar billen zijn nog wat gevoelig door de brute behandeling die ze eerder hebben moeten ondergaan.
Intussen zet Marie een pot water op het vuur en begint ze worteltjes te snijden. Ze schuift Joke een snijplank, mesje en een bundel selder toe. “Snij jij de selder? Ik maak spaghetti. Hopelijk vind je dat lekker.” Joke knikt en gaat aan het werk. Even blijft het stil, op het gehak van de messen op de houten planken na.
“Ben je al bij Slaagsleutels geweest?” vraagt Marie dan.
“Daar kwam ik eigenlijk voor,” zegt Joke. “Wist jij van zijn… “methoden”?” Ze maakt met haar vingers twee aanhalingstekens in de lucht en houdt een pauze voor het woord, net zoals Matthias had gedaan.
Marie schiet in de lach. “O wauw, dat is zo’n goede imitatie,” grinnikt ze.
Joke kan niet anders dan meelachen. Eigenlijk is het ook best grappig, zoals hij dat zegt.
“Maar dat wist je dus?” vraagt ze.
“Ja,” antwoordt Marie.
“Waarom doe je dat? Waarom blijf je daarheen gaan?”
“Omdat het werkt,” antwoordt ze eenvoudig.
Als ze Jokes blik vol onbegrip opvangt, gaat ze verder: “Kijk, jij voelt je rot over je resultaten van vorig semester, toch? En je weet zelf ook wel dat je meer had kunnen doen. Maar dat heb je niet gedaan. En je weet ook dat de kans klein is dat je dat dit semester wel zult doen.”
Joke opent haar mond om te protesteren, maar sluit die daarna weer. Marie heeft gelijk: het semester is nog geen twee weken ver en ze heeft al een les gemist en nog geen enkele opdracht gemaakt. Ze is wel al elke avond uit geweest. Het is nog maar het begin van het semester, dat haal ik nog wel in, denkt ze, maar al terwijl ze het denkt, weet ze dat ze zichzelf wat zit wijs te maken.
“En na zo’n pak slaag, dan voel je je beter. Dan hoef je je niet meer schuldig te voelen of voor de kop te slaan. Dan is het je vergeven en kun je met een schone lei opnieuw beginnen, opnieuw proberen. Al doet het natuurlijk wel verdomd zeer.” Marie trekt een lelijk gezicht.
Joke weet niet goed wat zeggen. Ze snapt wel ergens wat Marie bedoelt. Beschouw dit maar als straf omdat je er vorig semester zo’n potje van gemaakt hebt, had Matthias gezegd. En het had zeker als straf aangevoeld: de vernedering, de pijn,… Maar er was nog iets geweest. Iets wat ze op het moment zelf niet had kunnen benoemen, maar wat door Maries woorden kwam bovendrijven. Zorgzaamheid. Matthias was streng geweest. Ze rilt nog als ze terugdenkt aan zijn doordringende blik, maar hij had haar ook het gevoel gegeven dat hij er voor haar wilde zijn. Dat hij wilde dat ze zou slagen. Dat hij alles zou doen om haar daarbij te helpen en te ondersteunen. Inclusief haar straffen als ze mislukte, om haar te motiveren.
“Maar…” sputtert Joke. “Hij kan dat toch niet zomaar doen?”
Marie haalt haar schouders op. “Blijkbaar wel. Zolang er mensen zijn die naar hem toe gaan… Voor mij werkt het in elk geval. Ook al zie ik vreselijk tegen elke afspraak op,” geeft ze toe. “Het doet ook zo verdomd zeer.”
“En hij kijkt zo streng,” rilt Joke. “Net alsof hij dwars door me heen keek. Ik kon wel door de grond zakken.”
“Zie je wel, je bent er ook bevattelijk voor,” knikt Marie.
Joke wordt rood. Wil ze daar wel bevattelijk voor zijn? Dit gesprek met Marie loopt helemaal anders dan ze verwacht had.
Intussen is de spaghetti klaar. Marie schept twee borden uit.
“Heb je de prof van verbintenissenrecht nu al gemaild?” vraagt ze, het onderwerp veranderend.
“Nog niet,” Joke schudt haar hoofd. “Misschien kan ik hem volgende les gewoon aanspreken?”
“Dan moet je wel gaan,” grijnst Marie.
“Jaja, ik ben niet van plan om vlug nog een les over te slaan.”

Als Joke een uurtje later terug naar haar eigen kot wandelt, weet ze niet meer goed wat te denken. Dit was ook de eerste keer dat ze echt tijd doorbracht met Marie, buiten de lessen dan, en ze vond haar sympathieker dan ze had gedacht. Tijdens het eten hadden ze over koetjes en kalfjes gebabbeld en alle proffen even overlopen. Elk om beurt hadden ze een imitatie ten beste gegeven tot ze allebei niet meer bijkwamen van het lachen. Ja, het was geheel onverwacht een gezellige avond geworden.
Ze is net bezig haar schoenen uit te trekken als haar telefoon gaat. Haar moeder. Om te vragen hoe de studiebegeleiding gegaan was.
“Wel ok, neem ik aan,” antwoordde Joke.
“Hebben jullie ook afspraken gemaakt? Gaat hij je concreet begeleiden? Wanneer ga je terug?” Een spervuur van vragen wordt op haar afgevuurd.
“Hij wil dat ik eerst en vooral naar alle lessen ga. Als ik dan vragen heb, dan kunnen we die samen bekijken.”
“Mooi zo. Houd je er maar aan!” Even klinkt de stem van haar moeder net zo dreigend als die van Matthias. “Wanneer is je volgende afspraak?”
“Daar moest ik morgen voor bellen. Hij had zijn agenda niet bij,” verzint ze snel.
“Hmm…” Hierdoor daalt hij in de achting van haar moeder, weet Joke. Dat kan nooit kwaad… Als ze er dan toch mee wil ophouden, dan is de deur op een kier gezet. Want zonet heeft ze haar eigen lot bezegeld: morgen moet ze bellen om een tweede afspraak te maken. Daar komt ze niet meer onderuit. Ze krijgt er kriebels van in haar buik. Zenuwen. Ze kan maar beter zorgen dat ze écht naar alle lessen gaat deze week…

Slaagsleutels (1)

O-o… Joke staart naar het scherm. Al haar vakken staan opgelijst, met ernaast het behaalde cijfer. En het is niet goed. Helemaal niet goed. In paniek klikt ze de pagina dicht. Ok, dit is niet gebeurd. Ze sluit haar ogen. Dan opent ze haar webbrowser opnieuw en gaat ze naar het studentenportaal. Ze geeft haar studentennummer en wachtwoord in en klikt op “examenresultaten”. Dezelfde lijst verschijnt. De cijfers zijn niet veranderd. Natuurlijk niet. Ze had ook wel aangevoeld dat het niet zo goed was gegaan. Het was haar eerste semester aan de universiteit geweest en ze had geen idee gehad wat te verwachten. Bovendien, aan de universiteit studeren, dat was toch uitgaan, drinken en daarna lang uitslapen? Naar de lessen gaan en uren boven je boeken hangen, nah. Ze had wel een poging gedaan hoor, maar het lukte haar gewoon niet zich te concentreren. De stof was ook zo droog. Daarom heette het waarschijnlijk les-”stof”.
Het volgende semester zou ze het beter moeten doen. Veel beter. Anders zouden haar ouders de geldkraan dichtdraaien en mocht ze gaan werken. “Mocht”, alsof het een voorrecht was. Zonder diploma zou het moeilijk worden om iets te vinden. Iets wat ze wilde doen dan. Ze zou vast wel een baantje aan de kassa bij de supermarkt of als poetsvrouw kunnen vinden, maar daar haalt ze haar neus voor op. Goed dan, volgend semester beter.
“Nu weet ik waar me aan te verwachten,” zei ze tegen haar ouders. “De eerste keer als je examen aflegt aan de unief, heb je helemaal geen idee wat voor vragen er gesteld gaan worden. Veel mensen maken die fout. Maar nu weet ik het wel en zal het beter gaan.”
Haar vader had ongelovig gekeken, maar haar moeder had geknikt. Goed dan. Volgend semester beter, anders ga je volgend jaar gaan werken.
Met een steen in haar maag vertrekt ze op zondagavond opnieuw naar Leuven. Ze is niet de enige met teleurstellende resultaten, leert ze van studiegenoten die eveneens de trein nemen. Geen ramp, vinden de meesten. Dat was te verwachten. Volgende keer beter.
“Ga je straks mee nog wat drinken?” vraagt Stephanie.
“Ik weet niet,” antwoordt Joke. “Morgen heb ik om 9u al college.
“We gaan toch niet lang. En iedereen gaat! Kom gewoon mee!”
“Goed dan.” Stephanie heeft gelijk. Het semester is nog niet eens begonnen, ze kan best wat gaan drinken. Ja, ze moet betere resultaten halen, maar uitgaan is ook deel van het studentenleven.

De volgende ochtend wordt ze om 8u55 wakker. Ze heeft barstende hoofdpijn. En ze heeft al haar kleren nog aan. Blijkbaar heeft ze zonder zich uit te kleden op haar bed laten vallen. Dat bespaart haar in elk geval de tijd die ze normaal nodig heeft om zich om te kleden. Onder dreunend protest van haar hoofd, haast ze zich naar buiten. Ze neemt haar fiets uit het rek en twijfelt even, maar aangezien er geen politie-agent te zien is en ze zo al te laat is, besluit ze om toch maar tegen de richting te fietsen. Dat stomme eenrichtingsverkeer ook. Om 9u07 stormt ze de collegezaal binnen en neemt ze achterin plaats. De prof kijkt even verstoord op, maar reageert niet.

Marie zit enkele stoelen verderop en zwaait even naar haar. Zwakjes zwaait Joke terug. Auw, wat doet haar hoofd pijn. Te veel gedronken natuurlijk. Ze had niet moeten meegaan met Stephanie. Maar het klonk zo verleidelijk. En het was ook erg gezellig.
Veel kreeg ze niet mee van wat de professor vertelde. Gelukkig was het nog maar het eerste college met veel algemene informatie. Niets al te belangrijks dus.
Na de les komt Marie haar tegemoet. “Hoe gaat het?” vraagt ze.
“Koppijn,” antwoordt Stephanie nors.
Marie grijnst even.
“Ik had niet willen komen, maar mijn ouders waren woedend over mijn slechte resultaten. Ik moet het dit semester echt beter doen. Heb ik wat belangrijks gemist tijdens de eerste minuten, voor ik er was?”
Marie schudt haar hoofd. “Nee, hij heeft zichzelf gewoon even voorgesteld. Je weet wel, de gebruikelijke blabla.”
Joke knikt. Oef, dat is al iets. De eerste les heeft ze toch al niets gemist. Goed begonnen,…
“Hoe doe jij dat toch?” kreunt Joke. “Je gaat naar alle lessen, haalt goede resultaten,… Waarom kan ik dat niet? Ik had me vorig semester zo voorgenomen om het goed te doen, maar toch heb ik veel te veel lessen gemist en te weinig tijd aan mijn bureau doorgebracht. Waar haal jij de discipline vandaan?”
Marie kijkt haar even nadenkend aan. Discipline… Het codewoord.
“Tja,” zegt ze. “Mijn studiebegeleider helpt me daar wel bij.”
“Heb jij een studiebegeleider?” Joke kijkt haar verwonderd aan.
“Hij motiveert me om naar de lessen te gaan en om het werk te doen,” legt Marie uit.
“En helpt dat dan?”
“Ja hoor. Het is echt begeleiding op maat. Wacht, ik geloof dat ik zijn kaartje heb zitten.”
Ze rommelt even in haar tas. Een heleboel papiertjes dwarrelen naar de grond.
“Ach, hier heb ik het.” Ze steekt Joke het kaartje toe. “Houd het maar, ik heb het niet meer nodig. Zijn nummer staat intussen in mijn telefoon en het adres ken ik ook al.”
SLAAGSLEUTELS, leest Joke.
“Bedankt,” zegt ze, terwijl ze het kaartje in haar broekzak steekt. “Ik zal er eens over nadenken.”
“Doe dat. Nu moet ik wel naar mijn volgende les, anders kom ik al meteen in het begin van het semester in de problemen.” Met een knipoog verdwijnt Marie naar haar fiets. Joke kijkt haar even na en gaat dan op zoek naar haar eigen fiets. Misschien is die studiebegeleiding nog niet zo’n slecht idee.

De eerste week gaat redelijk goed. Enkel het college op vrijdagochtend haalt ze niet, ook al start het pas om 11u. De eerste donderdagavond van het semester betekent feest en ook Joke kon de verleiding niet weerstaan. Pas na de middag kwam ze uit haar bed gerold. Ach, wel, geen ramp.
De les van 11u is de enige van de dag, dus besluit ze vast te pakken en de trein te nemen. Op het station komt ze opnieuw Marie tegen, die dezelfde trein wil nemen.
“He, ik zag je niet vanochtend bij verbintenissenrecht,” merkt ze op.
“Klopt, ik heb me overslapen. Heb ik iets belangrijks gemist?”
“Ja, nogal. Hij heeft een hele uitleg gegeven over hoe het examen werkt. Bovendien moet iedereen een presentatie houden. We hebben allemaal onze naam op een lijst moeten zetten, zodat hij de onderwerpen kon verdelen.”
“Shit,” kreunt Joke. “Hopelijk wordt die lijst volgende week nog aangevuld.”
“Misschien,” zegt Marie, maar ze kijkt weifelend.
Verdorie, al meteen in de eerste week heeft ze haar slaagkansen voor een vak aanzienlijk kunnen doen slinken. Hopelijk kan ze het nog rechtzetten door een mailtje te sturen naar de prof. Ze kan zeggen dat ze ziek was. Niet helemaal onwaar, aangezien ze ‘s nachts een paar keer heeft overgegeven, ook al kwam het dan door de drank en niet door een virus…

“Hoe was je eerste week?” vraagt haar moeder als ze thuis komt.
“Best goed hoor,” antwoordt Joke.
“Ben je wel naar al je lessen geweest?”
Joke rolt met haar ogen. Het ondervragen begint al.
“Ja-ha. Enkel die van vanochtend niet, ik voelde me echt niet goed.”
Haar moeder kijkt sceptisch. “Te veel gedronken gisterenavond zeker? Dat begint al goed!”
“Hé zeg, heb eens een beetje vertrouwen in me.” Joke zet een beledigd gezicht op.
“Vertrouwen moet je verdienen. Je resultaat vorig semester was beneden alle peil. Dus zolang jij niet toont dat het je menens is, heb ik geen vertrouwen.”
“Wel, ik ga studiebegeleiding volgen.” Meteen nadat ze het eruit gefloept heeft, heeft Joke er al spijt van.
Haar moeder daarentegen kijkt op. Ze lijkt blij verrast. “Kijk, dat bedoel ik,” roept ze uit. “Eindelijk toon je initiatief! Wat een goed idee! Wij zullen het betalen. Maar dan moet je me beloven dat je naar elke sessie gaat.” Plots klinkt haar stem weer streng. “Eén gemiste afspraak en je kunt gaan werken. Zullen we het zo afspreken?”
“Wat? Maar…” sputtert Joke tegen.
“Neenee, geen gemaar. Jij gaat studiebegeleiding volgen. Een schitterend idee! Maak maandag maar meteen een afspraak.” En ze loopt de kamer uit. Joke blijft achter, zichzelf vervloekend om haar loslippigheid. Ze was helemaal niet van plan geweest om naar die studiebegeleiding te gaan. Dat had ze niet nodig, ze kon het best zelf. Ze wilde alleen dat haar moeder haar met rust liet. En nu hing ze eraan vast. Ze zuchtte heel diep.

Maandagavond wil ze net haar jas nemen om de deur uit te gaan, nog even wat gaan drinken met Stephanie, als haar telefoon overgaat.
“Hallo?” antwoordt ze.
“Heb je al een afspraak gemaakt met die studiebegeleider?” Haar moeder valt meteen met de deur in huis.
“Ook hallo,” antwoordt Joke. “En nee, ik heb geen tijd gehad, ik had de hele dag college.” Dat is waar, maar ze had over de middag best even kunnen bellen. Maar toen had ze er geen zin in gehad. Dat zou ze vast nooit hebben.
“Morgen wil ik dat je belt, hoor. Je mag dit niet uitstellen. Morgenavond bel ik je opnieuw en dan kun je maar beter een afspraak gemaakt hebben!”
De telefoon gaat uit. Joke moppert in zichzelf. “Ik zal een afspraak maken, voor over vijf jaar!” Maar ze weet ook dat ze daar nooit mee wegkomt. Als ze niet elke avond een telefoontje wil, dan kan ze maar beter morgen even bellen. De telefoon niet opnemen is geen optie, ze ziet haar moeder er best voor aan om de trip naar Leuven te maken om te controleren of alles wel goed gaat.
Met een binnenmondse vloek trekt ze de deur achter zich dicht. Ze kan wel een biertje gebruiken nu.

“Met slaagsleutels.” De stem is van een man en klinkt warm en vriendelijk.
“Eh goeiedag, met Joke,” stamelt ze. “Ik hoor dat u studiebegeleiding doet en eh ik zou graag een afspraak maken.”
“Dat kan zeker. Even kijken. Ik heb straks nog een gaatje zie ik. Past 17u voor jou?”
“Eh,” aarzelt ze. Vandaag al? Dat is snel. Ze had gedacht minstens twee weken uitstel te krijgen, maar dat zal nu dus niet lukken.
“Ja, goed dan,” geeft ze toe.
“Dan zie ik je straks,” zegt de man. “Zorg dat je op tijd bent!” Plots heeft zijn stem een strenge bijklank.
“Goed,” stamelt ze, maar de man heeft al neergelegd.
Wil ze dit echt gaan doen? Eigenlijk niet, maar ze heeft geen keuze. Haar moeder heeft het duidelijk genoeg gemaakt: geen studiebegeleiding, geen geld meer. En zonder geld kan ze niet verder studeren. Dus ze zal wel moeten.

Om 16u56 staat ze voor de deur. “SLAAGSLEUTELS” staat er in het groot boven. Ze doet haar fiets op slot en belt aan. Uit pure baldadigheid had ze overwogen om vijf minuten te laat te komen, maar ze besloot het toch maar niet te doen, om geen slechte eerste indruk te maken.
De deur zwaait automatisch open. Ze stapt naar binnen in de donkere gang. Een zwak peertje straalt zijn gele licht op de blauwgeschilderde muren. Wat een lelijke kleur. Er zijn drie deuren, twee ervan met een bordje: “wc” en “wachtkamer”. De derde deur heeft geen bordje. Het is net alsof je bij de dokter komt, denkt Joke. Ze legt haar hand op de klink van de wachtkamer en duwt die naar beneden. Het is eigenlijk meer een hok dan een wachtkamer. Er staan slechts vier stoelen en daarmee is de ruimte dan ook helemaal gevuld. In het midden staat nog een klein tafeltje met boeken en folders. Geen tijdschriften of strips, maar informerend materiaal. Saai.
De deur valt vanzelf weer dicht als Joke naar binnenloopt en gaat zitten. Blijkbaar is het niet de bedoeling dat ze kan zien wie er voor haar een afspraak had als die persoon naar buiten komt.
Ze zit echter nog maar net als de deur alweer openzwaait. Een man van eind de twintig met kort, zwart haar staat voor haar. Hij draagt een donkere spijkerbroek met een lichtblauw hemd erboven. De hand die hij naar haar uitsteekt, ziet er verzorgd uit met lange, elegante vingers. Geen korte stompjes gelukkig. Dat vindt Joke belangrijk. Ze verafschuwt mensen met stompige vingers en slordige nagels.
“Jij moet Joke zijn,” zegt hij, terwijl ze zijn hand aanneemt. Hij heeft een stevige handdruk. “Ik ben Matthias.”
“Hallo,” antwoordt ze. Haar stem verraadt haar zenuwen.
“Kom maar verder,” zegt Matthias. Ze mag mee door de deur zonder bordje. Deze kamer is wel ruim, en ook lichter dan de gang en de wachtkamer, ook al zijn de ramen geblindeerd.
Er staat een groot, houten bureau met een bureaustoel erachter en twee houten stoelen ervoor. Tegen de muur links van haar staat een enorme kast, uit hetzelfde donkere hout als het bureau zo te zien. De bureaustoel ziet er een stuk comfortabelder uit dan de houten stoelen, waar Matthias naar wijst om op plaats te nemen terwijl hij zelf in de bureaustoel gaat zitten. Net alsof ze in de jaren vijftig beland en bij de directeur geroepen is.
De stoel is even oncomfortabel als hij eruit ziet.
Matthias kijkt haar aandachtig aankijkt. “Vertel het eens, waarom ben je hier?” vraagt hij.
Ze merkt dat ze het moeilijk vindt om zijn intense blik te beantwoorden, dus praat ze tegen zijn voorhoofd.
“Wel, eh, mijn resultaten van het eerste semester waren niet zo heel goed, dus ik dacht dat studiebegeleiding me zou kunnen helpen.” Ze haalt haar schouders op.
“En hoe kwam het dat je resultaten niet zo goed waren? Was je naar alle lessen geweest?”
Joke voelt dat ze wat begint te blozen. Ze schudt haar hoofd.
“Had je alle opdrachten gemaakt?”
Opnieuw schudt ze haar hoofd.
“Heb je naar je eigen gevoel genoeg gestudeerd voor de examens?”
Nu haalt ze haar schouders op, terwijl ze naar het bureau kijkt. Iets aan Matthias maakt dat ze zich klein voelt. Als hij het zo stelt, klinkt het heel logisch dat ze niet geslaagd is. Maar zo eenvoudig is het nu ook weer niet!
“Het is niet dat ik niet mijn best gedaan heb, hoor,” schiet ze in de verdediging.
“Dat zeg ik ook helemaal niet,” knikt Matthias. “Maar wellicht zie je zelf ook in dat je gedrag niet bepaald voorbeeldig is geweest.”
Ze zwijgt.
“Daar kunnen we samen aan werken, daarvoor ben je hier, is het niet?”
“Ja,” zegt ze. Er klinken veel emoties door in dat ene, korte woordje: opstandigheid, vooral, maar ook iets van vernedering. Een gevoel van tekortschieten.
“Goed,” zegt Matthias. “Ik heb bepaalde… methodes. Die zijn niet voor iedereen, maar ik denk dat jij er wel vatbaar voor zult zijn. Als je na vandaag geen nieuwe afspraak maakt, dan is dat zo, daar zal ik je niet op aankijken. Maar als je na vandaag terugkomt, dan stem je ermee in dat we dit op mijn manier zullen doen. En dan zullen er ook gevolgen zijn als je je niet houdt aan de afspraken die we samen zullen maken. Kun je je daarin vinden?”
Ze heeft geen idee wat hij bedoelt, maar het zal wel zeker? “Ja,” zegt ze daarom. Niet dat ze veel keuze heeft. Als ze geen tweede afspraak maakt, krijgt ze geen geld meer van haar ouders. Dus ze zal wel moeten.
“De eerste vereiste,” gaat Matthias verder na haar bevestiging, “is dat je naar alle lessen gaat. Dat is echt de eerste stap. Als je dat niet doet, dan kun je het al bijna vergeten om te slagen.” Joke is het hier niet mee eens, maar hij klinkt zo vastberaden, dat het haar niet het moment lijkt om tegen te spreken. Ze vindt hem al bij al maar een intimiderende figuur. En toch voelt ze zich vreemd genoeg niet helemaal ongemakkelijk. Iets aan hem maakt dat ze hem wel vertrouwt. Ook al kijkt en klinkt hij best streng.
“Heb je gehoord wat ik zei?”
Geschrokken kijkt Joke op. Blijkbaar had hij het meteen doorgehad dat ze even met haar gedachten elders was.
“Eh, ik moet naar alle lessen gaan?” Het klinkt meer als een vraag dan als een antwoord.
“Klopt en nu ga ik je even een voorproefje geven van wat er gebeurt als je dat niet doet. Op die manier kun je kennis maken met mijn… methodes. Dan kun je beslissen of je nog een tweede afspraak wil maken of niet.”
Opnieuw die rare pauze voor het woord “methodes”. Joke is nu eigenlijk best benieuwd wat hij bedoelt.
Matthias staat op en loopt om het bureau heen. Hij gaat op de stoel naast haar zitten. “Wat er nu gaat gebeuren, is een voorproefje. Een waarschuwing zeg maar. Al kun je het ook als straf beschouwen omdat je er vorig semester zo’n potje van gemaakt hebt.”
Zijn woorden zijn nog niet helemaal tot Joke doorgedrongen – waarschuwing, straf, waar heeft hij het toch over? – als hij haar bij haar arm vastgrijpt en zo over zich heen trekt. Haar benen bungelen over zijn schoot, het bloed stroomt naar haar hoofd dat naar de grond wijst.
“Als je je niet aan de afspraken houdt,” zegt Matthias kalm, “dan beland je over mijn knie en dan krijg je een goed pak slaag.”
Intussen landt zijn rechterhand op haar linkerbil. En daarna op de rechterbil. De dunne stof van haar rok biedt haar niet veel bescherming. Bovendien heeft ze het gevoel dat het vrij minieme kledingstuk wat verder omhoog is gekropen dan wenselijk is, waardoor de aanzet naar haar billen vrij te zien moet zijn.
“Dit kun je niet maken!” roept Joke uit.
“Zeker wel”, zegt Matthias. “Dit is wat er gebeurt als je je onverantwoordelijk gedraagt door niet naar alle lessen te gaan. Dit is wat je nodig hebt, dit is wat je krijgt: gevolgen voor je daden, voor de keuzes die je maakt.”
Intussen slaat hij in een gestaag tempo verder. Haar billen beginnen lichtjes te gloeien. Joke probeert van zijn schoot af te glijden, maar Matthias klemt haar arm op haar rug en doet zijn linkerbeen over haar benen, waardoor ze geen kant op kan. Hij verhoogt het tempo en de intensiteit van de klappen die op haar billen neer regenen.
“Deze week ga jij naar alle lessen, is dat afgesproken?”
“Wat, maar…”
“Geen gemaar, jongedame. Jij gaat deze week naar alle lessen. Is. Dat. Afgesproken?” De laatste drie woorden worden begeleid door de hardste klappen tot nu toe.
“Auw! Ja, ja! Ik zal naar alle lessen gaan!”
Eindelijk laat hij haar los. Snel krabbelt ze overeind. Haar ademhaling gaat in horten en stoten. Haar haar hangt in wilde pieken om haar gezicht, maar ze is te druk bezig met over haar pijnlijke billen te wrijven om daar aandacht aan te besteden.
Matthias kijkt haar onverstoord aan terwijl hij weer in zijn bureaustoel gaat zitten.
“Zo, nu weet je wat ik bedoel, hoe ik te werk ga. Zoals ik daarnet al zei: het is aan jou of je nog een tweede afspraak wilt maken of niet. Je hebt mijn telefoonnummer.”
Joke knikt, helemaal in de war door wat haar net overkomen is.
“Dan mag je nu gaan.” Matthias wijst naar de deur. “En naar al je lessen gaan hoor,” knipoogt hij.

Een grote mond

“Kom maar hier,” wenkte hij.
Op slag veranderde de sfeer in de kamer. Ze wisten allebei wat er zou volgen. Eerst hadden ze gezellig taart gegeten en thee gedronken en wat zitten babbelen. Ze was zenuwachtig, daar was hij zeker van, maar ze had goed haar best gedaan om het te verbergen. Toch was het hem opgevallen. Ze had extra lacherig gedaan, om zich niet te laten kennen. Hij had haar laten doen. Haar lot was al lang bezegeld, dat wisten ze allebei. Dan had ze de voorbije dagen maar niet zo bijdehand en brutaal moeten doen op de app. Maar dat hoorde er net bij. Echt erg vond hij het natuurlijk niet. Het hoorde erbij. En stiekem vond hij het wel grappig als er weer eens zo’n grappig-brutale opmerking op het scherm van zijn telefoon verscheen. Hij kon zich zo voorstellen hoe ze die met een ondeugende blik had zitten typen om daarna, zonder twee keer na te denken of het wel zo’n verstandig idee was, op send te duwen. Want ze hield zich dan wel graag van den domme, ze wist heel goed hoe ze hem jeukende handen moest bezorgen. Hoogste tijd om die jeuk wat te verlichten. Nee, niet met een hydraterende zalf, zoals ze liefjes had voorgesteld, maar door haar het pak slaag te geven dat ze verdiende, waar ze zelf ook naar verlangde, al zou ze dat niet met zoveel woorden toegeven.
Hij zat op de bank en keek haar doordringend aan, terwijl ze aarzelend voor hem kwam staan. Weg was de bravoure. Ze probeerde nog wel, maar aan het frunniken van haar vingers zag hij dat ze zich eigenlijk geen houding wist te geven. Mooi zo. Hij was niet van plan om het haar gemakkelijk te maken. Ook haar ogen schoten alle kanten op: moest ze hem aankijken? Nee, zijn blik was te doordringend. Naar de grond kijken dan? Dat stond haar trots haar niet toe. Dus keek ze van links naar rechts en af en toe wierp ze een blik op hem, terwijl een zenuwachtig lachje rond haar mond speelde.
Nog even wachtte hij.
“Doe je broek maar uit,” zei hij uiteindelijk, terwijl hij zijn blik nog steeds strak op haar gericht hield.
Eindelijk hadden haar vingers iets te doen. Ze trilde lichtjes terwijl ze de knoop van haar jeansbroek losmaakte en deze langs haar benen naar beneden wurmde. Ze stapte eruit en gooide de broek over de stoel waar ze daarnet nog gezellig taart op zat te eten.
Dan klopte hij op zijn knie. Ze mocht zichzelf aanbieden voor haar welverdiende straf. Hij wist zelf ook wel dat er geen elegante of waardige manier is om je over iemands knie te leggen voor een goed pak slaag. Maar elegantie en waardigheid had ze nu even niet nodig, die mochten even overboord gezet worden.
Haar billen schoven heen en weer over zijn benen. Hij liet haar doen. Het was belangrijk dat ze toch enigszins comfortabel lag, want dit zou wel even duren. “Die grote mond van jou,” zei hij dan. “Die heeft je weer eens goed in de problemen gebracht.”
Ze lachte even. Nu nog wel.
“Jij krijgt vandaag van mij een ouderwets pak slaag over de knie.” De magische woorden die elke spanko een kriebel in de buik geven. Nu nam hij met beide handen de bovenkant van haar onderbroek vast en trok die tergend langzaam naar beneden.
Ze lag muisstil. Haar schaamtegevoel primeerde. Maar dit was nog niets, hij had nog veel meer voor haar in petto.
“Ik wil hier echter ook een klein experimentje aan koppelen.” Hij voelde gewoon hoe ze haar oren spitste. Experimentje? Dat beloofde niet veel goeds, komende van een sadist…
“Dat je billen straks warmer zullen hebben dan nu, dat is zeker. Maar ik wil ook weten of je algemene temperatuur straks hoger zal liggen.”
“Bedoelde hij…?” Hij hoorde het haar bijna denken. En ja, dat was exact wat hij bedoelde. Hij strekte zich even uit om uit de kast naast zich de thermometer te kunnen nemen die hij daar voor dit exacte doel had klaargelegd. Dan hield hij met twee vingers haar bilspleet open, terwijl hij met zijn andere hand de thermometer anaal inbracht. Zijn linkerhand legde hij op haar onderrug, als om haar op haar plaats te houden. Niet dat dat nodig was, want ze was verlamd door de schaamte. Hij voelde haar zowat door de grond zakken. Zijn rechterhand plaatste hij losjes op haar bil. Wellicht was ze zich er nauwelijks van bewust: hoe hij haar aanraakte, kon haar nu echt niet schelen. Al haar aandacht was op die thermometer in haar achterste gericht. Maar toch… Dat hij zijn handen zo nonchalant op die toch wel intieme lichaamsdelen kon leggen, dat hij die macht had, ook dat voegde er iets aan toe, al besefte ze het zelf niet omdat ze te veel met andere dingen bezig was.
Naar zijn gevoel ging het biepje van de thermometer veel te snel af. Voor haar duurde het vast een eeuwigheid, maar in werkelijkheid waren het slechts een tiental seconden.
“37.1,” leest hij hardop af. “Ik ben benieuwd of dat straks nog zo zal zijn.”
De thermometer ging terug in de kast. Zonder verdere aankondiging begon hij in een rustig tempo te slaan. Dit kon ze hebben, dat wist hij. Maar er volgde nog veel meer en het was belangrijk dat ze goed opgewarmd was, zodat ze de rest straks ook kon incasseren. Na de opwarming nam hij de houten paddle erbij. Dit voelde ze duidelijk al wat meer. Stilliggen zat er niet meer helemaal in en er kwam ook al wat geluid uit haar keel. Na een minuut of twee, als haar billen al mooi egaal rood waren, hield hij op en legde hij de paddle weg. Afwachtend bleef ze liggen. Zou het al gedaan zijn? Nog lang niet, meisje, nog lang niet… Hij was nog maar net begonnen!
Opnieuw nam hij de thermometer, opnieuw spreidde hij haar billen met twee vingers, terwijl hij de thermometer inbracht. Jammer dat hij haar gezicht niet kon zien. Dat was intussen vast even rood als haar billen, waar hij even zacht in kneep, terwijl de thermometer zijn werk deed.
“37.2,” las hij af, nadat de biepjes de met haar schaamte gevulde stilte hadden doorbroken. “Krijg je het er al warm van?” vroeg hij gemeen.
“Mijn billen in elk geval wel,” mompelde ze zuur.
Zozo, haar mondje was nog niet bepaald gekrompen… Dat zou echter niet lang meer duren, gezien het volgende wat hij voor haar in petto had.
“Sta maar recht,” gaf hij aan. “Ga maar even in de hoek gaan staan nadenken waarom dat geen slimme opmerking was.”
Schoorvoetend gehoorzaamde ze. De hoek… Niets saaier dan dat. Hij wist dat ze haar oren gespitst hield om te proberen te weten te komen wat hij aan het doen was, wat hij van plan was. Laat haar maar raden…
Even later riep hij haar weer bij zich. In het midden van de kamer stond een hoge kruk met daarop een stuk gember. “Weet je wat dit is?” vroeg hij haar, terwijl hij het stuk gember omhoog hield.
Ze verbleekte. Ze hadden het er wel eens over gehad, maar ze had er niet op gerekend dat hij het echt zou doen.
“Deze mag jij even voor me schillen,” kondigde hij gemeen aan, terwijl hij haar de gember en een schilmesje aanreikte. Ze keek hem vuil aan. Waarschuwend trok hij een wenkbrauw op, waarna ze haar ogen neersloeg en timide de gember en het schilmesje van hem overnam. Handig schilde ze de gember. Toen ze klaar was, leek ze even te aarzelen. Hij stak zijn hand uit en toen kon ze niet anders meer dan hem de door haar zelf geschilde gember aanreiken. Hij legde die even op een bordje op tafel.
“Buig je maar over het krukje.”
Woordeloos deed ze wat hij zei. De emoties streden om voorrang op haar gezicht: schaamte, boosheid, vastberadenheid om zich niet te laten kennen, angst voor wat er zou komen,… Ze worstelde. Nu nog met zichzelf, straks met de gember en met de pijn die hij haar zou geven.
Het krukje was hoog en smal, waardoor ze met haar handen net aan de bar kon die zo’n tien centimeter boven de grond de poten met elkaar verbond. Vaardig knoopte hij haar polsen aan die bar vast. Daarna waren haar benen aan de beurt. Die bond hij elk aan de buitenkant van een poot vast, zodat haar benen licht gespreid stonden. Ze moest beseffen dat hij nu vrij zicht had op al haar intiemste delen. Weerloos vastgebonden, het hoofd naar beneden, de billen mooi omhoog gepresenteerd, wachtte ze af. Even deed hij niets, keek hij enkel maar. Laat de spanning maar wat oplopen. De kamer vulde zich met haar schaamte en angst. Eindelijk liep hij naar de tafel, waar hij de gember van het bord nam. Hij ging achter haar staan, opende haar billen nog wat verder en duwde langzaam de gember naar binnen. Toen liet hij haar los, liep een metertje achteruit en wachtte af. Lang duurde het niet eer ze de stoïcijnse controle, die ze zo graag wilde veinzen, moest laten varen. Ze snakte naar adem door de brand die zich binnen in haar verspreidde. Ze rukte aan de touwen in een poging om de pijn uit te bannen, maar ze zat goed vast. Ze kon geen kant op. Er zat niets anders op dan deze kwelling te ondergaan.
Het was tijd om een niveau hoger te gaan. Met een vlotte beweging en een luide “zwiep” trok hij zijn riem uit zijn broek. Bij elke slag zou ze haar billen willen aanspannen om de pijn op te vangen, waardoor de gember nog meer van z’n brandende sap zou vrijlaten in haar binnenste.
“Dit wordt een lesje in ontspannen,” kondigde hij aan. Bijna meteen landde de eerste slag met de riem vol in het midden van haar omhooggestoken zitvlak. Ze was er niet op voorbereid. Meteen spande ze haar billen aan. “ARGH!” schreeuwde ze.
Ja, dit leek er meer op. Dit wilde hij bereiken. Ze moest de controle loslaten, de leiding aan hem geven. Meteen sloeg hij nog eens, en nog eens. Ze vocht, worstelde tegen de touwen, spande zich op en probeerde zich tevergeefs los te rukken. In een hoog tempo liet hij de riem keer op keer op haar al gevoelige billen neerkomen.
“Ontspan je,” raadde hij haar aan.
“Dat. Gaat. Niet,” beet ze hem tussen de slagen in met op elkaar geklapte kaken toe.
“Dan moet je harder proberen.” Hij wist dat hij gemeen was, dat hij veel van haar vroeg. Maar ze kon dit. Meer nog: ze had dit nodig. En het werd echt tijd dat die grote mond van haar even in het gareel gebracht werd. Dus sloeg hij door, ervoor zorgend dat de brand op haar billen even groot werd als die in haar binnenste.
Soms ontspande ze even, maar dan sloeg hij heel gemeen net even wat lager, op haar bovenbenen, zodat ze in een reflex weer opspande.
“Je doet het erom!” riep ze na de derde keer boos uit.
“Natuurlijk,” lachte hij. “Net zoals jij het erom doet om elke keer opnieuw mijn handen te laten jeuken.”
Daar had ze geen antwoord op. Of ze begon te leren er niet elke brutaliteit zomaar uit te flappen. Nog twintig harde, nam hij zichzelf voor. Toen hij daarmee klaar was en de riem opnieuw in zijn broek begon te steken, lag ze uitgeput over het krukje. Hij haalde de gember uit haar achterste, maar maakte de touwen nog niet los. Daarna nam hij de thermometer er weer bij. “Even kijken wat het effect van gember op je temperatuur is,” kondigde hij aan.
Een kleine, protesterende kreun ontsnapte aan haar lippen. Hij negeerde het en bracht de thermometer voor de derde keer bij haar naar binnen, terwijl hij zijn linkerhand op haar onderrug hield, om haar op het krukje te houden. Niet dat ze kon ontsnappen, aangezien ze nog steeds vastgebonden was. Maar het bevestigde de machtsverhoudingen en daar was hij nu op uit.
“Nog steeds 37.2,” las hij even later. “Blijkbaar viel het nog mee met die brand.”
Er kwam geen reactie. Ze begon het eindelijk te leren.
“Dan volgen er nu nog six of the best. Met de senior cane.”
Hij hoefde haar gezicht niet te zien om te weten dat haar ogen groot werden van de angst. Six of the best… Daar fantaseerde ze al zo lang over, maar ze was er tegelijk doodsbang voor. En dan nog de senior cane, de ergste van allemaal! Toch wist hij dat ze heel diep vanbinnen teleurgesteld was geweest als hij een andere cane had gekozen hiervoor. Nee, de senior cane moest het worden. En hij zou haar niet sparen. Six of the best betekende echt wel six of the best. Hij zou hard slaan, en precies. Zes dubbele tramlijnen netjes onder elkaar. Daar ging hij voor.
“Dit heb je verdiend,” preekt hij. “Met al je gestook en geplaag. Je wist heel goed wat je deed, toen je me jeukende handen bezorgde, je hebt zelfs een paar keer toegegeven dat je het erom deed. Welnu, dit zijn de gevolgen.”
Ze slikte even hoorbaar en sloot dan haar ogen. Goed zo. Geen protest, geen verzet. Ze wist dat ze dit nodig had.
Zachtjes tikte hij de senior cane enkele keren tegen haar gehavende billen. Dan tilde hij hem hoog op om hem met een luide zwiep terug neer te laten komen. Heel even kwam er geen reactie, daarna gilde ze het uit. Op haar billen verscheen een donkerrode dubbele lijn. Jup, dat moest pijn doen. Perfect. Voor de tweede keer liet hij de cane neerkomen, precies onder de eerste dubbele lijn. Opnieuw die vertraagde reactie. Ze beet op haar tanden en kreunde luid om het niet helemaal uit te gillen. Het gekreun bleef duren, de pijn bouwde eerst een tijdje op voor die weer afnam. Maar hij was niet van plan om lang genoeg te wachten tot de pijn begon af te nemen. In plaats daarvan liet hij de cane meteen nog een derde keer neerkomen. “Zwiep, krak!” weergalmde het door de kamer. Intussen was ze beginnen huilen. “Nee!” schreeuwde ze. “Ik kan dit niet, het doet te veel pijn!” De vierde slag landde onder de vorige drie en was zeker niet minder zacht. Dit zouden er waarlijk six of the best worden. Nu huilde ze met lange uithalen.
“Nog twee,” zei hij. Zijn stem klonk warm, bemoedigend. Ze haalde even diep adem. Goed zo, dacht hij. Wat ben je toch dapper. Dan kwam de vijfde slag neer. Opnieuw gilde ze het uit en meteen kwam de laatste slag. Die mikte hij recht op het gevoelige plekje van de overgang tussen billen en benen. “Zwiep, krak!” En dan een luide schreeuw. Dierlijk bijna.
Voorzichtig begon hij haar los te maken, terwijl ze over het krukje lag uit te huilen. Hij wreef even over haar haar. “Je hebt het zo goed doorstaan,” fluisterde hij in haar oor. “Ik ben trots op je.”
Door de tranen heen glimlachte ze even. Langzaam nam het snikken af. Haar billen waren een slagveld. Donkerrood en blauw streden om voorrang, met hier en daar zelfs een paars-zwarte plek. Nu al. Over dat alles heen liepen zes dubbele striemen van de cane. Het zag er vreselijk pijnlijk uit. Precies wat ze nodig had gehad, ook al was de kans klein dat ze dat zou toegeven.
“Blijf nog even liggen, ik wil nog een laatste keer je temperatuur nemen.”
Gedwee deed ze wat hij zei. Haar verzet was gebroken. De eerstkomende tijd verwachtte hij geen al te brutale opmerkingen meer. Lang zou het niet duren, hooguit enkele dagen. Zo naïef was hij nu ook weer niet. Maar dit pak slaag zou haar nog heel lang heugen, daar was hij zeker van. Volgende keer als het de spuigaten uitliep met die grote mond van haar, hoefde hij haar er maar aan te herinneren om ervoor te zorgen dat ze even wat gas terug zou nemen.
“Nog steeds 37.2,” las hij voor na de verlossende biepjes. “Kom maar overeind als je daar klaar voor bent.”
Nog heel even bleef ze liggen, dan stond ze moeizaam recht, met stramme benen van het lang in dezelfde houding staan, en vleide ze zich tegen hem aan. Hij sloot zijn armen om haar heen in een warme knuffel. “Nu ben je weer een lief meisje,” zei hij. Ze knikte gretig, maar gaf geen antwoord. Ze drukte zich enkel nog wat steviger tegen hem aan. “Dank je wel,” fluisterde ze uiteindelijk.

Waterspelletjes

Met haar neus tegen de muur en haar handen op haar hoofd probeerde ze te bedenken hoe het zo fout was gegaan. De geluiden die van achter haar kwamen, leidden erg af, waardoor dat geen gemakkelijke opdracht was. Pets pets pets, klonk het in een vrij vast ritme. Af en toe hoorde ze een gedempt gekreun, maar Tine hield zich erg goed. Voorlopig. Iets zei Karen dat Simon het hier vast niet bij zou laten. En straks was zij aan de beurt. Een angstige kriebel trok door haar buik. Ze voelde zich vreselijk vernederd: als een klein kind was ze in de hoek gezet, hij had haar handen op haar hoofd gelegd en haar broek en onderbroek naar beneden getrokken. “Blijf zo maar even staan wachten tot ik je kom halen.” Er had geen grijns door zijn stem heen geklonken en ze had niet durven omkijken om toe te kijken hoe hij Tine meetrok en over zijn knie legde, terwijl zij zo tentoongesteld stond. In elk geval zou Tine andere dingen hebben om zich mee bezig te houden…
Het gepets hield even op en Karen hield haar adem in. Toen begon het opnieuw, maar het geluid was veranderd. Dat was vast de badborstel… Tine was er blijkbaar door verrast, want na de eerste pets liet ze een luide “auw” horen. Ook bij de volgende klappen lukte het haar niet meer om stil te blijven. Het gedempte gekreun van net was veranderd in gejammer. Simon ging er niet op in en sloeg duidelijk lustig verder.
Even won Karens nieuwsgierigheid het van haar verstand en keek ze om, net lang genoeg om te zien dat ze het goed had geraden: Simon had inderdaad de badborstel erbij genomen.
“Karen! Voor je kijken!”
Geschrokken kromp ze in elkaar. Ze had verwacht dat hij zo druk bezig zou zijn met Tine dat het vast niet zou opvallen als ze een halve seconde lang omkeek, maar daar was ze duidelijk fout in geweest.
“Als je echt niet kunt wachten, kom dan maar hier,” zei Simon, terwijl hij Tine nog een paar laatste harde slagen op haar billen gaf. Aarzelend draaide Karen zich om en liep ze naar hem toe, wat nogal moeizaam ging, met een broek die rond haar knieën hing. Ze slikte even bij de aanblik van de stoel die midden in de kamer stond.
“Tine, jij gaat in de hoek staan, handen op je hoofd en o wee als je durft om te kijken!”
Met haar ogen strak op het vloerkleed gericht, haastte Tine zich naar de hoek. Haar billen waren vuurrood en hier en daar begon er al wat blauw doorheen te schemeren. Een nieuwe kriebel trok door Karens buik terwijl ze bedacht dat haar billen er straks vast ook zo uit zouden zien. Of nog erger… Zij was namelijk de grootste schuldige van de twee. Akkoord, Tine had de voorzet gegeven door haar de kan water aan te geven, maar daarom had Karen die nog niet over Simons hoofd heen moeten gieten. Zeker niet nadat ze zijn waarschuwende blik had gezien. Ze wist heel goed dat hij daar niet mee kon lachen. En nu ze zijn telefoon onbedoeld ook een douche had gegeven, kon hij er al helemaal niet mee lachen.
“Het spijt me, Simon,” zei ze met een klein stemmetje toen hij naar tevredenheid had vastgesteld dat Tine netjes in de hoek was gaan staan en zich naar haar toe had gedraaid. “Ik wilde niet… Het was niet de bedoeling.”
“Ik wil het niet horen, Karen, je weet heel goed dat ik het niet leuk vind als je water over me heen giet. En je weet ook heel goed dat telefoons niet tegen water kunnen.”
“Ik had het niet gezien, het was echt niet de bedoeling!” riep ze uit.
“Onzin. Je wist het heel goed, je dacht gewoon niet na.”
Karen keek naar de grond, er zich maar al te goed van bewust dat Tine elk woord kon horen. Ze voelde zich intens klein.
“Sorry, Simon.”
“Kom maar liggen,” antwoordde hij, terwijl hij suggestief op zijn been tikte. Karen slikte, maar deed wat haar gezegd was.
“Je weet hoe het gaat: deze straf heb je verdiend, dus je ligt stil en je ondergaat het, zonder je handen voor je billen te doen, die houd je maar netjes voor je.
“Ja, Simon.”
Hij begon meteen hard te slaan en meteen met de paddle. Van een opwarming was duidelijk geen sprake, maar ze durfde niet te protesteren. Ze had dit inderdaad verdiend. Op het moment waarop ze ervoor koos om de kan met water over zijn hoofd te gieten, had ze heel goed geweten wat er zou volgen. Alleen was het niet haar bedoeling geweest dat ook zijn telefoon de volle laag zou krijgen. Simon had gelijk: dat was best dom van haar. En nu was de straf zoveel zwaarder dan ze ingerekend had. Ze balde haar handen tot vuisten en klemde haar kaken op elkaar. Algauw lag ze te spartelen over zijn knie, maar zijn linkerarm klemde haar romp stevig vast. Toch wilde ze zich niet laten kennen en zo weinig mogelijk geluid maken. Maar het deed zo ongelofelijk veel pijn! Simon sloeg echt goed door, als ze had gehoopt dat zijn armen al moe zouden zijn omdat hij eerst Tine had aangepakt, dan was ze behoorlijk verkeerd geweest.
Uiteindelijk stopte het even, maar Karen durfde niet te hopen dat het al voorbij zou zijn. De badborstel moest vast nog komen. Ze kreeg gelijk. Dit kwam nog veel harder aan dan de paddle. Bij elke slag voelde ze kneuzingen ontstaan. Nu kon ze de kreten van pijn niet meer onderdrukken, ook al was ze zich er nog steeds vaag van bewust dat Tine alles kon horen.
“Laat het alsjeblieft, alsjeblieft stoppen,” dacht ze, maar Simon was duidelijk niet van plan om er haar goedkoop mee weg te laten komen. Nu begon hij ook haar bovenbenen met de badborstel te bewerken en de tranen sprongen in haar ogen.
“Het spijt me!” riep ze. “Het spijt me echt!”
“O, dat weet ik wel zeker, dat het je spijt, maar we zijn nog lang niet klaar.” De moed zonk haar in de schoenen. Haar billen stonden in vuur en vlam, ze kon gewoon niet meer. Toch sloeg hij door. Ze probeerde mee te tellen in haar hoofd om iets te hebben om zich af te leiden van de pijn, maar algauw raakte ze de tel kwijt. Eindelijk stopte het. Uitgeput hijgend en snikkend bleef ze over zijn knie liggen.
Even liet hij haar, daarna droeg hij haar op om terug in de hoek te gaan staan. Moeizaam kwam ze overeind en liep ze naar de hoek, terwijl ze vermeed om naar Tine te kijken. Ze legde haar handen op haar hoofd, terwijl ze de tranen die over haar wangen rolden in bedwang probeerde te houden.
Enkele minuten lang bleef het stil en was er niets te horen behalve Karens onregelmatige ademhaling, die steeds rustiger werd. Toen hoorde ze achter zich dat Simon een aantal dingen klaarlegde, maar ze durfde niet kijken. Het was duidelijk dat de straf nog niet voorbij was en ze zou zo dadelijk wel merken wat hij van plan was. Bang wachtte ze af, terwijl haar armen steeds zwaarder werden om haar handen op haar hoofd te houden. Ze voelde hoe Simon naar haar keek. En naar Tine. Twee meiden met vuurrode billen en de handen op het hoofd die elk in een hoek gezet waren. Hoe vernederend… En dat allemaal wegens wat een onschuldig grapje had moeten zijn. Hoe dom van haar dat ze niet aan die telefoon gedacht had!
“Kom allebei maar hier!” klonk het. Ongemakkelijk keek Karen naar Tine terwijl ze zich allebei omdraaiden. Tine lachte bemoedigend terug. Dat stelde haar ergens gerust.
Simon wees naar de rugleuning van de zetel. “Ga daar maar naast elkaar overheen liggen.” Even later wezen twee paar billen naar de lucht. Simon nam de cane vast en liet die even door de lucht zoeven, zodat er een rilling door beide meiden heen ging. “Die is voor straks,” zei hij dreigend.
Karen voelde een knoop in haar maag. Wat was hij nog allemaal van plan? Haar billen deden al zoveel pijn! Even later kwam het antwoord toen de tawse vol op haar billen landde. Verrast gilde ze het uit. Normaal kon ze de tawse best hebben, maar nu ze al bont en blauw was, zou dit nog een hele beproeving worden. Nogmaals suisde de tawse door de lucht om opnieuw op haar billen neer te komen, op exact dezelfde plek als daarnet. Karen kneep haar billen samen terwijl de tawse een derde keer door de lucht zoefde. Tine greep haar hand en gaf er een kort, bemoedigend kneepje in. Karen keek haar kort even dankbaar aan en hield haar hand vast. Nu was Tine aan de beurt. Om beurten werden ze geslagen, terwijl ze in elkaars hand knepen. Ook hun bovenbenen werden niet gespaard. Het brandde verschrikkelijk. De slagen bleven maar komen, maar het was niet te voorspellen wie er nu weer geslagen zou worden. Op een bepaald moment sloeg Simon Tine zeker tien keer na elkaar. Elke keer dacht Karen dat de volgende slag nu wel voor haar zou zijn en spande ze haar billen op, maar elke keer hoorde ze de klap op de billen van haar vriendin landen in plaats. Uiteindelijk kwam de tawse toch nog onverwachts op haar eigen billen neer, om meteen daarna weer op die van Tine te landen, die intussen wanhopig jammerend in Karens hand kneep. Die had echter niet veel tijd om medelijden te hebben, want daarna was zij aan de beurt. Slag na slag kwam op haar billen en bovenbenen neer en ook een paar keer net op de overgang tussen beide, daar waar alles het pijnlijkst aanvoelde. Ze trappelde met haar benen om de pijn te proberen te verdrijven, maar dat kwam haar op een mep op haar kuiten te staan. “Stilstaan,” zei Simon kort, voor hij verder sloeg. Na nog zeven klappen was Tine weer aan de beurt en kon Karen even kort op adem komen. Zo ging het maar door en door, het leek eindeloos te duren, tot ze allebei nog een laatste, harde klap midden op hun billen kregen en het even stil bleef. Geen van beiden durfden ze bewegen. Zou het eindelijk voorbij zijn?
“Kom hier,” hoorden ze Simon zeggen. Dat klonk niet alsof het al voorbij was. Moeizaam kwamen ze overeind. Karen zag hoe Tines handen naar achteren gingen en ze schudde waarschuwend haar hoofd, maar het was al te laat. “Niet wrijven,” riep Simon, terwijl hij met grote passen op haar afliep. Hij nam haar bij haar oor en duwde haar terug over de zetel, terwijl hij de tawse er opnieuw bijnam. Tien harde klappen kreeg ze, terwijl Karen zichzelf geen houding wist te geven. Ze wilde niet kijken, maar toch staarde ze als gehypnotiseerd naar de intussen bijna paarse billen van haar vriendin, terwijl ze ervan langskreeg. “Zul je nu niet meer wrijven?” vroeg Simon, zonder een spoortje van medelijden in zijn stem. “Nee, Simon,” antwoordde Tine zachtjes. “Goed zo, kom dan maar recht.” Tine kwam recht, maar durfde noch Simon, noch Karen aan te kijken.
“Ga elk aan een kant van de tafel staan en buig eroverheen. Neem elkaars handen vast in het midden van de tafel.” Vlug deden ze wat hij zei. Op die manier konden ze bijna niet anders dan elkaar aankijken en Karen probeerde een bemoedigende blik op te zetten. Die maakte echter plaats voor een blik vol angst toen ze zag wat Simon vasthad: de cane. Even later zoefde de cane door de lucht en Karen kromp in elkaar. Dat geluid alleen al maakte haar doodsbang.
“Jullie krijgen er nog elk zes met de cane en daarna hoop ik dat jullie nooit meer zo dom zullen zijn om water over me heen te gieten en al helemaal niet als er een telefoon in de buurt ligt!” Zijn stem klonk dreigend. “Ja, Simon,” slikte Karen bang, “ik ga het echt nooit meer doen.”
“Echt niet,” bevestigde Tine.
“Goed zo.”
Simon ging schuin achter Tine staan en tikte even met de cane op haar billen alvorens die met een grote zwiep te laten landen. Zo te zien sloeg hij goed door. Karen kneep haar ogen stijf dicht terwijl Simon om de tafel heen liep. Karens billen kregen dezelfde behandeling. De pijn benam haar de adem en de tranen schoten in haar ogen. Hoe moest ze dit in godsnaam zes slagen lang volhouden, vroeg ze zich wanhopig af terwijl Simon terug naar Tines kant van de tafel liep. Nog vier slagen later wist ze het antwoord: niet. Intussen lag ze ongeremd te huilen, vergetend dat ze zich groot had willen houden omdat Tine erbij was.
“Wat denken jullie? Hebben jullie je lesje geleerd?” vroeg Simon.
“Ja, Simon,” snikte Karen, “ik ga echt nooit meer met water gooien. Echt gewoon nooit meer!”
“Ik ook niet, echt niet,” vulde Tine aan.
“Goed zo, dan is dit voor allebei de laatste. De laatste is altijd het hardst, dus zet je schrap.” Even wachtte Simon nog, om de boodschap goed te laten doordringen, daarna sloeg hij voluit met de cane op Tines billen, die het uitgilde. Nu liep hij rond de tafel, naar Karen. “Ook voor jou de laatste, en de hardste.” Uit pure angst stopte ze even met huilen. Het leek maar een eeuwigheid te duren, maar uiteindelijk hoorde ze het bekende zoevende geluid en kwam de cane in een withete pijn neer op haar billen.
Beide meiden bleven nog even uitgeteld liggen huilen, terwijl Simon over hun ruggen wreef. “Het is al goed, het is voorbij,” sprak hij zacht.
“Ik ga echt nooit, nooit, nooit meer met water gooien en het spijt me zo van je telefoon,” huilde Karen.
“Ik weet het,” glimlachte hij. “Wat denken jullie, gaan we lekker buiten op de houten tuinstoelen zitten een ijsje eten?”
Door hun tranen heen begonnen Tine en Karen te lachen. “Een ijsje klinkt goed, maar ik blijf wel rechtstaan!” zei Karen, terwijl Tine heftig knikte.

Afspraak

“Hey schatje, hoe was je dag?” Ze loopt op hem toe en geeft hem een stevige knuffel, terwijl ze haar hoofd in zijn schouder nestelt.
“Vermoeiend. Ze wisten weer eens niet wat ze wilden, dus moest ik dat verslag vijf keer opnieuw schrijven en uiteindelijk moest het dan toch nog anders. Dus morgen kan ik opnieuw beginnen.”
“Pfff, ze moeten eens leren wat ze willen voor ze je aan het werk zetten!”
“Tja… Hoe was jouw dag?”
“Goed hoor, niet veel speciaals.”
“Heb je die afspraak bij de tandarts gemaakt?”
Ze doet alsof ze zijn laatste vraag niet gehoord heeft, terwijl ze snel naar de keuken probeert te ontsnappen.
“Wil je eerst nog wat soep voor ik aan het eten begin?” roept ze.
“Kom jij eens even terug.”
Ze schrikt van de toon waarop het gezegd wordt. Inwendig krimpt ze al ineen, maar uitwendig houdt ze zich nog groot. Ze steekt haar hoofd voorbij de deur. “Ja?”
“Kom hier,” wenkt hij, terwijl hij gaat zitten. Hij wijst naar de plek aan zijn voeten. Ze slikt, maar gaat toch gehoorzaam op haar knieën voor hem zitten. Haar plekje. Meestal voelt ze zich erg veilig als ze zo bij hem mag zitten, maar deze keer niet. Deze keer wil ze liefst gewoon opstaan en wegrennen, maar dat gaat alles alleen maar erger maken.
Hij neemt haar kin in zijn hand en dwingt haar ogen naar de zijne. Ze durft niet goed terugkijken, maar ze durft nog minder wegkijken. Ze doet een poging om haar ogen neer te slaan, maar onmiddellijk geeft hij een klein rukje aan haar kin, waardoor ze wel weer naar hem moet opkijken.
“Ik vroeg je daarnet wat,” zegt hij gevaarlijk rustig.
Onwillekeurig wil ze haar ogen opnieuw neerslaan, ontsnappen aan zijn doordringende blik, maar opnieuw krijgt ze daar geen kans toe.
“Heb jij die afspraak gemaakt bij de tandarts?”
Ze ziet geen mogelijkheid om te ontsnappen. Hij heeft nog steeds haar kin stevig in zijn ene hand vervat en dat houdt haar op haar plek. Verbazingwekkend, hoe zo’n klein gebaar haar aan de grond genageld kan houden.
Ze wil haar hoofd schudden, maar bedenkt dan dat dat niet gaat, dus ze moet de woorden wel uitspreken: “Nee,” klinkt het zacht.
“Ik hoop dat ik je verkeerd begrepen heb, wat was dat?”
“Nee, ik heb de afspraak niet gemaakt,” herhaalt ze iets luider.
Zijn hand bevindt zich nu niet meer onder haar kin, maar in haar haren.
“Auw,” klaagt ze, wat hij negeert.
Hij trekt nog harder, tot ze over zijn knie belandt. Enkele seconden later is haar jurk omhoog geschoven en haar onderbroek naar beneden getrokken en landt zijn hand al op haar billen. Met elke slag lijkt hij een handafdruk te willen achterlaten. Ze snakt naar adem.
“Ik dacht dat wij hadden afgesproken dat jij vandaag een afspraak zou maken?” zei hij.
“Nee, dat had jij besloten, maar ik had er geen zin in,” antwoordt ze. Het is een opstandig antwoord, maar het is wel de waarheid.
Abrupt stopt hij met slaan en trekt hij haar van zijn knie.
“Zo, denk jij dat? Dat kan dan wel zijn, maar ik meen me te herinneren dat jij knikte toen ik het je gisteren opdroeg.”
Zich geen houding wetend te geven staart ze naar het punt tussen zijn schoenen.
“Jij gaat nu naar boven. Daar ga je in de hoek gaan staan, handen op je hoofd. Nu.”
Het laatste woord wordt luider uitgesproken dan de rest. Hij is behoorlijk kwaad. Met haar onderbroek nog rond haar knieën haast ze zich naar boven. Ze weet beter dan die weer aan of helemaal uit te doen, hoe ongemakkelijk dat ook loopt. Eenmaal boven gaat ze zoals opgedragen in de hoek gaan staan. Met een zucht vouwt ze haar handen boven haar hoofd. Het lijkt een eeuwigheid te duren voor ze hem ook naar boven hoort komen. Onwillekeurig maakt ze zich wat kleiner. Ze weet wat hij ziet als hij de kamer binnenkomt: zij, in de hoek, haar blote billen tentoongesteld, haar onderbroek die tot rond haar enkels is gezakt. Haar kin zakt naar beneden. Liefst wil ze verdwijnen.
Gespannen luistert ze hoe hij in de kast begint te rommelen. Wat zou hij uithalen? In elk geval de paddle, maar wat nog? Ze schrikt op als ze zijn riem door de lussen van zijn broek hoort zoeven. Een angstige kriebel raast door haar buik.
Hij staat nu vlak achter haar. Dat voelt ze, ook al raakt hij haar niet aan. Hun aura’s zijn met elkaar verstrengeld. Ze houdt van zijn aanwezigheid, maar op dit moment is ze er ook een beetje bang voor. Intussen kan ze hooguit nog een paar centimeter groot zijn. Toch moet hij zich niet bukken om opnieuw haar haren te kunnen vastnemen in zijn vuist. Hij dwingt haar gezicht naar het zijne.
“Je weet waarom je gestraft wordt.” Hij geeft haar net genoeg speelruimte om te kunnen knikken. Ze slikt. Ze hoopt dat hij dat niet merkt, maar het klinkt erg luid, dus wellicht hoort hij het wel.
Hij trekt haar aan haar haren mee naar het bed en duwt haar er met haar bovenlichaam overheen. Naast haar liggen de paddle, de badborstel en de cane. Opnieuw slikt ze. Bevend knijpt ze in het dekbed en knijpt ze haar ogen dicht, terwijl hij de riem hoog boven haar billen optilt en vervolgens zoevend naar beneden laat komen. Ze weet nu al dat ze beter toch gewoon die afspraak had kunnen maken. Straks zal ze het alsnog doen, met haar pijnlijke billen op een kokosmatje gezeten, terwijl hij toekijkt. Het wordt een lange avond…

De cane

AAAAAAAAAUUUUUUUUUUUUUUW!!!
Ze schreeuwde het uit. Al haar waardigheid was verdwenen. Ze lag hier te janken als een klein kind, ze deed zelfs geen moeite meer om haar betraande gezicht te verbergen.
Het ergste was: ze wist dat ze het verdiend had. Ze had tegen hem gelogen. Ook al wist ze dat hij dat heel erg zou vinden. Maar ze deed het met zo’n goeie bedoelingen: ze wilde hem beschermen. Ze wilde niet laten merken dat ze het moeilijk had, dat ze hulp nodig had. Ze wilde sterk zijn. Dus had ze hem gezegd dat het ging, dat hij zich geen zorgen moest maken. Terwijl ze zich vanbinnen zat op te vreten. Iets knaagde in haar maag, ze voelde de bijtende pijn. Haar longen brandden door de ingehouden tranen. En toch zei ze dat het ging, dat er niets aan de hand was.
Natuurlijk had hij haar door, zo goed kent hij haar ook wel. Hij had haar even met rust gelaten. Hij voelde ook wel aan dat de muur te hoog en te breed was op dat moment. Hij zou even afwachten. Toen ze alleen was, had ze een paar tranen gelaten, het luchtte op. Maar het schuldgevoel over het liegen bleef wel. Ze had altijd haar dagboek… Maar dan moest ze de moed vinden om dat erin te schrijven… Ze twijfelde. Een paar keer deed ze het dagboek open, maar telkens sloot ze het meteen weer. Kon ze het niet beter gewoon niet zeggen? Als hij het niet wist, dan was het alsof het niet gebeurd was, toch?
De volgende dag was ze het al bijna vergeten, maar hij kwam er toch weer op terug. Heel plotseling, ze had geen tijd om haar verdediging op te bouwen. Hij viel meteen met de deur in huis. “Zo”, zei hij. “Ik wil het nog even met je over gisteren hebben. Je voelde je duidelijk niet zo goed, maar je zei dat alles ok was. Vertel nu eens wat er echt scheelde?”
Ze probeerde nog om zich te redden: “Niets, dat zei ik toch.” Ze voelde dat het ongemakkelijk klonk en dat het duidelijk was dat ze loog. “Ok, het ging misschien niet helemaal goed, maar dat maakt toch niet uit? Nu gaat het wel weer!”
“Zo werkt het niet,” zei hij. “Ik wil niet dat je tegen me liegt, dat weet je. Je weet dat je eerlijk met me moet zijn, ook over de minder leuke dingen.”
Dat deed pijn. Hij zei dat ze gelogen had. Het was waar, maar dat was niet haar bedoeling geweest.
“Het spijt me, het was niet mijn bedoeling om te liegen, ik wilde je gewoon beschermen.” Ze zei het zachtjes. Hij had duidelijk de overhand in dit gesprek. Ze voelde zich heel klein worden.
“Ik weet het, ik weet dat je dacht goed te doen, maar je zou al moeten weten dat ik er altijd voor je wil zijn, ook als het even minder goed gaat. Je bent van mij, altijd, vergeet dat niet.”
“Ja schat.” Ze was verslagen.
“Goed, dan ga ik je nog eens heel duidelijk laten voelen dat je altijd van mij bent. Haal de cane maar.”
Ze verstijfde. Niet de cane…
Hij zag haar blik. “Je hebt straf verdiend, dat weet je toch? Of vind jij van niet?”
“Ja schat…” mompelde ze.
“Wat zeg je? Luider graag: heb je straf verdiend?”
Ze slikte even, het was zo moeilijk om dit hardop te zeggen. “Ja schat, ik heb straf verdiend.” De krop in haar keel belemmerde haar om heel duidelijk te praten, maar het was goed genoeg. Ze vond ook echt dat ze straf had verdiend, alleen, tja, het is wel moeilijk om dat uit te spreken.
Ze liep naar de kamer om de cane te halen. Er zou vast niet zo heel veel straf volgen, anders zou hij het wel in de slaapkamer doen. Ze zou waarschijnlijk gewoon enkele slagen met de cane krijgen. Ze zuchtte opgelucht.
Toen ze terugkwam met de cane in haar hand, schrok ze echter even. Hij had de tafel leeg geruimd en enkele touwen klaar gelegd.
“Buig maar over de tafel,” zei hij nadat ze hem de cane had overhandigd.
Ze aarzelde een halve seconde, maar besloot dan dat het verstandiger was om te doen wat hij zei. Bovendien had ze het verdiend, ze had tegen hem gelogen…
De tafel voelde koud aan, maar dat zou vast niet lang meer duren. Hij bond haar voeten gespreid aan de tafelpoten vast. Daarna bond hij haar handen samen en trok hij daarna het touw tot over de tafel, zodat ze helemaal uitgestrekt over tafel lag, met haar billen als doelwit. Hij schoof ook nog een kussen tussen haar heupen en het tafelblad. Nu zou de tafelrand niet in haar vlees snijden, maar ze lag nu echt helemaal opgespannen en kon geen centimeter meer bewegen.
Gespannen wachtte ze af. Ze kon niet veel zien, ze kon haar hoofd enkel naar links of naar rechts draaien, en hij stond achter haar. Hij liet de cane een paar keer door de lucht zwiepen. Als de bewegingsvrijheid had gehad, was ze ineengekrompen door het geluid.
“Klaar?” vroeg hij.
Ze slikte even. “Ja schat,” mompelde ze.
De eerste slag landde meteen hard op haar onopgewarmde billen. Ze deed haar best om haar schreeuw binnen te houden, ze wilde zich niet meteen laten kennen. De tweede volgde al vlug, en de derde…
De strepen brandden op haar billen.
“Je bent van mij,” zei hij. “Vergeet dat nooit.
“Ja schat”, kermde ze.
De volgende slagen regenden op haar billen. Ze raakte al vlug de tel kwijt. Het brandde vreselijk. En hij bleef maar slaan. Ze voelde de tranen in haar ooghoeken prikken, maar ze wilde niet huilen. Was dit niet de hele reden waardoor dit begonnen was? Dat ze niet wilde huilen? Zich niet klein wilde tonen? Die gedachte zorgde ervoor dat er enkele tranen naar beneden rolden.
“Goed zo,” zei hij. Intussen bleef hij doorslaan, niet zacht, maar ook niet met volle kracht. Gewoon heel regelmatig, elke 3 of 4 seconden een slag. Haar billen stonden in brand en de tranen rolden nu vrijuit over haar wangen.
“Zul je het in het vervolg eerlijk zeggen als er iets scheelt?”
“Ja schat!” riep ze uit. “Echt waar!”
“Goed zo.” Hij stopte even met slaan. Zij stopte niet met huilen, dat ging niet. Het deed zo vreselijk veel pijn, en ze vond ook best wel dat ze het verdiend had.
“Je krijgt er nog 6 of the best.”
Ze schrok, maar knikte dapper. Door het besef dat ze nog even door moest bijten, stopte ze met huilen.
De eerste slag kwam bijna meteen. Hij was héél hard. Ze schreeuwde het uit. Hoe moest ze ooit 6 zo’n slagen opvangen?
De tweede slag kwam zo’n 30 seconden later, net op het hoogtepunt van de pijn. Ze begon weer te huilen. Dit was niet te verdragen, dit deed zo vreselijk veel pijn.
“Alsjeblieft…” smeekte ze, maar toen landde de derde slag al. De vierde slag kwam terecht waar de eerste slag ook terecht was gekomen. Daarna de vijfde. Ze schreeuwde bij elke slag.
Toen wachtte hij even. “De laatste nog. Die is het hardst.”
Ze registreerde zijn woorden nauwelijks meer, wist niet meer wat het betekende. Ze was helemaal verzwolgen door de brandende pijn in haar billen.
Toen landde de laatste slag. Heel hard. Vreselijk hard. Hij overtrof alle vorige slagen.
Ze hing slap in de touwen en huilde. Hij kwam naast haar staan. Wreef over haar haar. Kuste haar natte wangen. En zei: “ik ben trots op je, mijn meisje, helemaal van mij”.
Behalve haar gloeiende billen, gloeide er ook iets van binnen. Trots dat ze van hem was. Zijn meisje. Helemaal. Altijd.

Stuiters

Je zit aan tafel, wat te prutsen met je eten. Je probeert om niet te laten merken dat je geen trek hebt. Wel honger, maar je keel zit dicht. Je bent weeral een paar dagen aan het vechten met jezelf. Je hoofd zit zo vol, met allerlei gedachten en emoties die door elkaar heen lopen. Je wilt je groot houden, je wil hem er niet mee lastig vallen.
Toch weet je dat het best is dat er je een spanking beloofd is voor vanavond. En je bent bang. Want het zal pijn doen. Je zult je emoties moeten toelaten. Je zult je niet langer kunnen wegstoppen achter een strak gezicht en de woorden “nee, het gaat wel”.

Straks zal hij je vragen om je uit te kleden. Of ja, vragen… Het zal meer een bevel zijn. Je zult je kleren uit doen en ze naast je op de grond laten vallen. Je zult niet naar een stoel lopen om ze daar op te hangen, dat staat hij je niet toe. Je moet voor hem blijven staan en elk kledingstuk uittrekken. Dan zal hij je eerst bekijken. Hij heeft je al honderden keren naakt gezien, maar toch zul je je intens schamen onder zijn blik. Je weet dat hij vindt dat je mooi bent, maar zelf kun je dat niet zien als je in de spiegel kijkt. Met gebogen hoofd zul je zijn blik ondergaan.
Dan zal hij je bevelen om voor het bed neer te knielen. Je hebt niet meer de moed om je blik op te richten. Dus hoor je enkel wat hij doet: kussens rechtzetten tegen de muur, zodat hij een rugleuning heeft als hij je straks slaat. De instrumenten uithalen en binnen handbereik leggen. Dan zal hij achter je komen staan en je haar vastnemen. Liefdevol, maar stevig, zodat je je hoofd wel moet optillen. Hij zal iets zeggen als: “dit zal pijn doen, maar het is goed voor je, aanvaard het, laat het los, het is niet jouw schuld dat je zo stuitert, ik zal je helpen”. Je hoort de woorden, je moet er wel naar luisteren, zo op je knieën terwijl hij aan je haar trekt. Maar je bent zo diep weggetrokken in jezelf dat je het niet helemaal gelooft. Toch heeft hij met die woorden een deur opengezet.
Abrupt zal hij je loslaten en op het bed gaan zitten. Jij moet volgen en zelf over zijn knie gaan liggen. Dat is altijd zo’n moeilijk moment. Hoe gedraag je je vlak voor je over de knie gaat liggen? Je bent zo bang, want je weet dat het zal pijn doen. Maar eigenlijk wil je ook wel over die knie gaan liggen, want dat voelt zo veilig en vertrouwd. Dus je zult je wat half onwennig (ook al heb je al tientallen, honderden keren over die knie gelegen), niet wetend hoe je te gedragen, over de knie leggen en hij zal meteen zijn ene been over jouw benen plaatsen, zodat je stevig vast ligt.
Hij zal wat over je rug en billen aaien, zodat je wat ontspant. Dan begint hij te slaan, gewoon met zijn hand. Eerst rustig, daarna steeds harder. Als je voelt dat je billen al goed warm beginnen te worden en al wat branden, stopt hij plots. Je hoort hem de paddle vastnemen. Hij wacht nog even, om het goed tot je te laten doordringen, dat vind je zo gemeen. Daarna gaat hij verder met de paddle. Weer diezelfde techniek: eerst rustig, daarna harder.
Elk plekje van je billen moet rood zijn, vindt hij. Dus slaat hij ook op het vlees aan de zijkant van je billen, waar het zo gevoelig is, en tussen de bilnaad. Meestal verschillende keren na elkaar, zodat het vlug van nog blank naar rood gaat. Jij zult intussen al lang liggen kermen. Je handen zullen achter je rug geklemd worden door zijn hand. Nu kun je helemaal niet meer weg. Maar het heeft als voordeel dat je stevig in zijn linkerhand kunt knijpen, daar steun kunt vragen.
Als hij genoeg heeft van de paddle, dan zal hij de badborstel nemen. Jij hoopt maar dat je over de knie mag blijven liggen. Soms moet je ook op handen en knieën gaan zitten zodat hij een grotere zwaai kan nemen en ook gemakkelijker de gevoelige overgang tussen billen en bovenbenen kan raken. Het is bijna onmogelijk om dan stil te blijven zitten, maar als je te veel beweegt, dan krijg je er meer, en harder.
Uiteindelijk zul je beginnen huilen. Hij zal toch verder slaan, want hij weet dat die eerste tranen van de pijn zijn, dit zijn nog niet de emoties die eruit stromen. Dus zal hij doorslaan. Tot je voluit ligt te huilen. Dan zal hij stoppen. Je mag nog even over de knie blijven liggen terwijl hij je rug aait. Hij weet dat je daar rustig van wordt.
Als de huilbui wat minder wordt, dan krijg je een knuffel. Daarna moet je nog even mee naar de woonkamer, waar het kokosmatje al klaar ligt op een stoel. Je moet gaan zitten, regels schrijven. De regels die hij voor je verzint zijn vaak heel confronterend, moeilijk om op te schrijven, maar toch probeer je zo vlug mogelijk te schrijven, want de haartjes van het kokosmatje prikken vreselijk in je al zo pijnlijke billen.
Als je klaar bent, dan mag je rechtstaan, terwijl hij nakijkt of je wel netjes genoeg geschreven hebt. Dan moet je op het bed gaan liggen, met een kussen onder je heupen zodat je billen hoog de lucht in wijzen. Je moet elke regel die je geschreven hebt voorlezen. En na elke regel volgt er een slag met de cane. De laatste is de hardste, dat weet je. Toch vindt hij het nodig om dat na de voorlaatste slag nog even te zeggen: “de laatste zal een harde zijn”. Je knikt, angst in je blik. Heel gemeen wacht hij nog even, het voelt aan als minutenlang, voor hij slaat. De bange afwachting is vreselijk. Je wenst dat hij maar zal slaan, zodat het voorbij is, en tegelijk hoop je dat de slag nooit komt. Uiteindelijk komt de slag, en die is inderdaad vreselijk hard. Maar het is ook voorbij. Je hoeft je niet langer groot te houden, je kunt je ook niet langer groot houden na die laatste slag. Je begint weer te huilen. Hij komt naast je liggen, knuffelt je en zegt dat hij trots op je is.

Intussen heeft hij zijn bord leeg gegeten en jij met veel moeite het jouwe ook. Je staat op om af te ruimen. Terwijl je het laatste glas op het aanrecht zet, voel je plots een hand in je nek. Liefdevol, maar beslist. Hier valt niets tegen in te brengen, nu heb je even niets meer te zeggen. Het is begonnen. De tranen springen je meteen in de ogen: het is goed zo, je bent veilig.

Kippenvel

Ze zat naakt op haar knieën zoals hij bevolen had. Handen op de rug, blik naar de grond gericht. Ze voelde hoe hij rond haar liep, haar bekeek. Plots voelde ze zijn hand op haar rug. De hand aaide haar, daalde langzaam af naar beneden, tot hij bij haar handen kwam en verdween toen. Even later voelde ze twee handen op haar armen. Zijn aanraking was zacht, vederlicht. Eigenlijk raakte hij haar nauwelijks aan. Weer verdwenen zijn handen om elders op haar lichaam weer te verschijnen. De strelingen waren onvoorspelbaar en lieten een spoor van kippenvel na op haar huid. Af en toe kneep hij even, dan aaide hij weer verder. Zijn handen gleden nu over haar billen en haar rechterbil kreeg een tik te pakken. Ze wachtte tot hij ook op haar linkerbil zou slaan, maar de klap kwam niet. Zijn handen waren alweer verder gegaan met hun verkenning van haar lichaam. Intussen had ze overal kippenvel. De onvoorspelbaarheid van zijn aanrakingen, waar zijn handen haar lichaam zouden beroeren en op welke manier, een aai, een kneepje een mep, zorgden ervoor dat ze begon te zweven. Vaag besefte ze dat ze vast nog maar net begonnen waren. Dat beloofde…

Welkom thuis

Ze staat voor het raam te wachten tot hij thuis komt. Als ze de auto ziet, loopt ze vlug bij het raam weg, kleedt zich uit en gaat ze geknield gaan zitten, een paar meter bij de deur vandaan. Ze heeft kippenvel. Haar huid moet zich nog aanpassen aan de temperatuur nu de warmte van haar kledij verwijderd is. En ze is ook zenuwachtig. Hoe zal hij reageren?
Ze hoort hoe beneden de voordeur opengaat. Dan zijn voetstappen op de trap. Als er nu maar niemand bij hem is, schiet het door haar hoofd. Dan wordt het wel heel ongemakkelijk. Maar nee, er komt nooit iemand mee, waarom nu dan wel? Ze zou trouwens de stemmen horen. De klink gaat naar beneden en ze hoort hoe de deur open gaat. Ze hoort hoe hij verrast even blijft staan, maar hij zegt niets. De deur gaat weer dicht. Ze houdt haar hoofd naar de grond gericht, ze durft niet op te kijken. Ze heeft zijn blik dus nog niet gezien. Ze kan alleen horen wat er gebeurt. Ze voelt hoe hij langs haar heen loopt en eerst zijn schoenen uitdoet en zijn jas weghangt. Het lijkt heel lang te duren. Uiteindelijk ziet ze zijn voeten en benen in haar blikveld verschijnen. Hij staat voor haar. Ze durft nog steeds niet opkijken. Ze voelt hoe zijn blik over haar heen glijdt. Uiteindelijk bukt hij zich en tilt hij haar kin op met zijn hand. Hij geeft haar een vlugge kus op haar lippen.
“Dag subje van me, wat een leuke verrassing.” Ze hoort het plezier in zijn stem. Tegelijk wil ze door de grond zakken, maar zijn hand onder haar kin dwingt haar nog steeds om hem aan te kijken. “Ik heb dorst, haal even een glas water voor me, wil je?” Hij laat haar kin los en gaat op de bank zitten. Ze staat recht, zich erg bewust van haar naaktheid en zijn blik die haar bewegingen volgt. Ze schenkt een glas water uit en loopt ermee naar hem. Ze knielt neer en biedt het hem aan, haar blik neergeslagen. “Dank je.”
Hij drinkt het glas leeg en zet het aan de kant. Ze voelt hoe zijn handen haar lichaam naderen, maar net niet aanraken. Hij streelt haar aura. Na een tijdje merkt ze dat ze haar adem had ingehouden, langzaam laat ze de lucht ontsnappen. Nu raakt hij haar ook echt aan, vederlicht. Hij laat sporen van kippenvel achter op haar huid. Ze weet niet waar ze moet kijken, dus houdt ze haar blik nog steeds op de grond gericht. Liefdevol grijpt hij haar bij het haar en dwingt hij zo haar hoofd omhoog. “Mijn meisje,” zegt hij. Ze wil knikken, maar dat gaat niet, want hij heeft haar haar vast. “Ja schat,” zegt ze. “Goed zo.”
Nog steeds bij haar haar, trekt hij haar over zijn knie. Hij kneedt haar billen en begint dan rustig te slaan. Hij heeft nog steeds haar haar vast, ze kan niet bewegen. Als haar billen warm en rood zijn, laat hij haar opnieuw op de grond zakken, ze moet weer knielen. Nu begint hij met haar borsten en tepels te spelen. Hij kneedt ze en knijpt erin. Af en toe slaat hij er ook op. “Pijp me,” beveelt hij. Moeizaam maakt ze zijn broek open en neemt ze zijn penis in haar mond, terwijl hij verder met haar borsten speelt. Ze voelt aan de kracht die hij op haar borsten zet, dat ze het goed doet. Het schiet door haar hoofd dat hij vast ook mooi zicht heeft op haar rode billen die naar achteren steken. Ze voelt zich erg klein, maar ook heel veilig en op en top van hem, helemaal tot zijn beschikking…

Heerlijk dagje samen

Eindelijk. Ze hadden nog eens een dag voor hen tweeën. De dag ervoor hadden ze afgesproken dat ze de gordijnen dicht zouden laten, de deur op slot en dat ze een hele dag niets productiefs zouden doen. Ze hadden lekker lang uitgeslapen en nu zaten ze aan het ontbijt.
Nadat ze de tafel hadden afgeruimd, kwam hij bij haar staan, nam haar kin vast en dwong haar zo zachtjes om hem aan te kijken.
“Ik heb iets leuks bedacht,” zei hij met een grijns.
O jee… Maar stiekem vond het ze het wel leuk.
“We gaan elk uur een wekker zetten. Telkens als die wekker gaat, kom jij over mijn knie liggen. Uit jezelf. Je krijgt 100 klappen opwarming met de hand, daarna 100 tawse en tenslotte 100 riem. En daarna krijg je even rust, tot de wekker weer gaat, dan begint het opnieuw.”
Oef, dat was best veel. Tegen ‘s avonds zou ze vast behoorlijk pijnlijk zitten. Toch schitterden haar ogen toen ze gehoorzaam knikte.
De wekker werd ingesteld voor een uur later. Dit vond ze best spannend, wetend dat die pijn eraan zat te komen. Nog een uur… Ze kon best wat lezen dacht ze. Maar toen het dichter en dichter bij het uur kwam, merkte ze dat ze zich niet echt meer op haar boek kon concentreren. Nog 7 minuten. Wat was dit vervelend. Ze kon niet echt iets anders beginnen doen, want anders zou ze dat toch moeten onderbreken. Met een zucht richtte ze zich weer op haar boek. Ze herlas de laatste alinea en deed een poging om die deze keer wel in zich op te nemen.
Nog 2 minuten. Gespannen wachtte ze op het geluid van de wekker. Ze zou zich zelf over zijn knie moeten leggen. Dat was best genant. Zo onderdanig. Ze wilde altijd beginnen lachen of zo dan, gewoon om haar zenuwen te verbergen, maar dat was echt geen goed idee. Pfff. Kon hij haar niet gewoon zelf over zijn knie trekken? Dat was zoveel gemakkelijker…
Eindelijk ging de wekker. Hij legde hem af en keek haar veelbetekenend aan. Wat ongemakkelijk stond ze op en liep ze op hem toe. Ze haalde even diep adem en ging toen in een keer over zijn knie gaan liggen. Oef, dit deel was toch voorbij. Ze lag.
Hij aaide even over haar rug en billen. Hmm, heerlijk. Ze ontspande. Hij haalde haar rokje omhoog en trok haar onderbroek omlaag. Daarna aaide hij verder. Plots kwam de eerste klap. Die was niet heel hard, maar de volgende klappen kwamen al snel en werden ook vrij snel harder. Maar ja, na 100 zachte klapjes zou ze nauwelijks opgewarmd zijn besefte ze. Bovendien voelde het wel aangenaam zo, dat tintelende gevoel.
Ze had de tel niet echt bijgehouden, dus ze werd verrast toen hij abrupt stopte.
“Zo, dat waren de eerste 100. Ga nu maar op bed gaan liggen, met je billen op dat kussen daar.”
Zo waren haar billen alleen maar een beter doelwit, besefte ze. Het voelde erg kwetsbaar, maar tegelijk ook erg veilig. Gek, hoe dat kon.
Eenmaal ze comfortabel lag, voelde ze de tawse over haar billen glijden, al snel gevolgd door de eerste slag. Hij sloeg niet maximaal door, maar hij sloeg ook niet zacht. Gemiddeld. Dit kon ze wel hebben.
Deze keer telde ze wel mee. Toen ze aan 20 waren, begon ze af en toe te grimassen. Die tawse was best leuk, maar na een tijdje voelde je het toch behoorlijk. Haar billen waren vast al gloeiend heet. Bij 50 aangekomen moest ze haar best doen om stil te blijven liggen. Bij 80 begroef ze haar gezicht in het bed om het er pas weer uit te halen na de honderdste klap. Toch kon ze een glimlach niet verbergen. Het was pijnlijk, maar het voelde ook wel goed, die brandende billen. Omdat hij het leuk vond haar die te geven. Niet omdat ze straf had verdiend, niet omdat hij haar op haar plek wilde zetten, gewoon, omdat het leuk was. Voor hen allebei.
Nu trok hij zijn riem uit zijn broek. Het geluid gaf haar kriebels in haar buik.
“Zo, de laatste 100,” zei hij. “Voor nu…”
Ze slikte even. Die 100 tawse, dat had ze wel gered, maar nu nog eens 100 met de riem… Dat zou pijnlijk worden.
Opnieuw begon hij op een rustig tempo te slaan. Niet te hard, maar zeker ook niet zacht. Ze moest het goed voelen. Af en toe kon ze een “au” niet meer onderdrukken en ze moest moeite doen om op haar plaats te blijven liggen. Uiteindelijk stopte het. Ze had het gevoel dat ze een omelet zou kunnen bakken op haar billen.
Hij aaide over haar rug en billen. “Goed gedaan, meisje. Over een uurtje nog eens…”
Ze had zo het idee dat ze tegen vanavond niet meer zou kunnen zitten. Het beloofde een heerlijke dag te worden.