“Hey schatje, hoe was je dag?” Ze loopt op hem toe en geeft hem een stevige knuffel, terwijl ze haar hoofd in zijn schouder nestelt.
“Vermoeiend. Ze wisten weer eens niet wat ze wilden, dus moest ik dat verslag vijf keer opnieuw schrijven en uiteindelijk moest het dan toch nog anders. Dus morgen kan ik opnieuw beginnen.”
“Pfff, ze moeten eens leren wat ze willen voor ze je aan het werk zetten!”
“Tja… Hoe was jouw dag?”
“Goed hoor, niet veel speciaals.”
“Heb je die afspraak bij de tandarts gemaakt?”
Ze doet alsof ze zijn laatste vraag niet gehoord heeft, terwijl ze snel naar de keuken probeert te ontsnappen.
“Wil je eerst nog wat soep voor ik aan het eten begin?” roept ze.
“Kom jij eens even terug.”
Ze schrikt van de toon waarop het gezegd wordt. Inwendig krimpt ze al ineen, maar uitwendig houdt ze zich nog groot. Ze steekt haar hoofd voorbij de deur. “Ja?”
“Kom hier,” wenkt hij, terwijl hij gaat zitten. Hij wijst naar de plek aan zijn voeten. Ze slikt, maar gaat toch gehoorzaam op haar knieën voor hem zitten. Haar plekje. Meestal voelt ze zich erg veilig als ze zo bij hem mag zitten, maar deze keer niet. Deze keer wil ze liefst gewoon opstaan en wegrennen, maar dat gaat alles alleen maar erger maken.
Hij neemt haar kin in zijn hand en dwingt haar ogen naar de zijne. Ze durft niet goed terugkijken, maar ze durft nog minder wegkijken. Ze doet een poging om haar ogen neer te slaan, maar onmiddellijk geeft hij een klein rukje aan haar kin, waardoor ze wel weer naar hem moet opkijken.
“Ik vroeg je daarnet wat,” zegt hij gevaarlijk rustig.
Onwillekeurig wil ze haar ogen opnieuw neerslaan, ontsnappen aan zijn doordringende blik, maar opnieuw krijgt ze daar geen kans toe.
“Heb jij die afspraak gemaakt bij de tandarts?”
Ze ziet geen mogelijkheid om te ontsnappen. Hij heeft nog steeds haar kin stevig in zijn ene hand vervat en dat houdt haar op haar plek. Verbazingwekkend, hoe zo’n klein gebaar haar aan de grond genageld kan houden.
Ze wil haar hoofd schudden, maar bedenkt dan dat dat niet gaat, dus ze moet de woorden wel uitspreken: “Nee,” klinkt het zacht.
“Ik hoop dat ik je verkeerd begrepen heb, wat was dat?”
“Nee, ik heb de afspraak niet gemaakt,” herhaalt ze iets luider.
Zijn hand bevindt zich nu niet meer onder haar kin, maar in haar haren.
“Auw,” klaagt ze, wat hij negeert.
Hij trekt nog harder, tot ze over zijn knie belandt. Enkele seconden later is haar jurk omhoog geschoven en haar onderbroek naar beneden getrokken en landt zijn hand al op haar billen. Met elke slag lijkt hij een handafdruk te willen achterlaten. Ze snakt naar adem.
“Ik dacht dat wij hadden afgesproken dat jij vandaag een afspraak zou maken?” zei hij.
“Nee, dat had jij besloten, maar ik had er geen zin in,” antwoordt ze. Het is een opstandig antwoord, maar het is wel de waarheid.
Abrupt stopt hij met slaan en trekt hij haar van zijn knie.
“Zo, denk jij dat? Dat kan dan wel zijn, maar ik meen me te herinneren dat jij knikte toen ik het je gisteren opdroeg.”
Zich geen houding wetend te geven staart ze naar het punt tussen zijn schoenen.
“Jij gaat nu naar boven. Daar ga je in de hoek gaan staan, handen op je hoofd. Nu.”
Het laatste woord wordt luider uitgesproken dan de rest. Hij is behoorlijk kwaad. Met haar onderbroek nog rond haar knieën haast ze zich naar boven. Ze weet beter dan die weer aan of helemaal uit te doen, hoe ongemakkelijk dat ook loopt. Eenmaal boven gaat ze zoals opgedragen in de hoek gaan staan. Met een zucht vouwt ze haar handen boven haar hoofd. Het lijkt een eeuwigheid te duren voor ze hem ook naar boven hoort komen. Onwillekeurig maakt ze zich wat kleiner. Ze weet wat hij ziet als hij de kamer binnenkomt: zij, in de hoek, haar blote billen tentoongesteld, haar onderbroek die tot rond haar enkels is gezakt. Haar kin zakt naar beneden. Liefst wil ze verdwijnen.
Gespannen luistert ze hoe hij in de kast begint te rommelen. Wat zou hij uithalen? In elk geval de paddle, maar wat nog? Ze schrikt op als ze zijn riem door de lussen van zijn broek hoort zoeven. Een angstige kriebel raast door haar buik.
Hij staat nu vlak achter haar. Dat voelt ze, ook al raakt hij haar niet aan. Hun aura’s zijn met elkaar verstrengeld. Ze houdt van zijn aanwezigheid, maar op dit moment is ze er ook een beetje bang voor. Intussen kan ze hooguit nog een paar centimeter groot zijn. Toch moet hij zich niet bukken om opnieuw haar haren te kunnen vastnemen in zijn vuist. Hij dwingt haar gezicht naar het zijne.
“Je weet waarom je gestraft wordt.” Hij geeft haar net genoeg speelruimte om te kunnen knikken. Ze slikt. Ze hoopt dat hij dat niet merkt, maar het klinkt erg luid, dus wellicht hoort hij het wel.
Hij trekt haar aan haar haren mee naar het bed en duwt haar er met haar bovenlichaam overheen. Naast haar liggen de paddle, de badborstel en de cane. Opnieuw slikt ze. Bevend knijpt ze in het dekbed en knijpt ze haar ogen dicht, terwijl hij de riem hoog boven haar billen optilt en vervolgens zoevend naar beneden laat komen. Ze weet nu al dat ze beter toch gewoon die afspraak had kunnen maken. Straks zal ze het alsnog doen, met haar pijnlijke billen op een kokosmatje gezeten, terwijl hij toekijkt. Het wordt een lange avond…