Kiria stond de volgende ochtend zo fris als een hoentje in alle vroegte op. Ze kleedde zich zoals haar opgedragen was. Ze moest lachen toen ze de deur voor Ansel open deed. Hij droeg een baseball petje, een zonnebril, een warme koltrui en een beige vest met kleine zakken die gevuld waren met allerlei dingen. Aan zijn pet hing een plastic kunstvisje wat heen en weer schommelde terwijl hij aan het kauwgom kauwen was. Hij grijnsde terug en liep vervolgens in de richting van zijn Jeep.
‘Je lijkt wel een stroper’, plaagde ze.
‘Je zult mijn fans vast niet horen klagen’, lachte hij.
‘Nou dat weet ik nog zo net niet… wacht maar tot ze je zo gezien hebben’. Ze babbelden honderduit tot ze bij zijn huis arriveerden. Het was net of de avond ervoor niets gebeurd was. Als haar zere billen niet anders vertelden, zou ze denken dat ze het gedroomd had.
Ted Stevenson was blij Kiria te zien, toen ze op de filmset arriveerden. Als hij nog boos was om haar gedrag de laatste keer aan de telefoon, dan liet hij daar niets van merken. Ze nam zijn warme begroeting in ontvangst en beantwoordde deze al even warm. Toen liet Mary Lawrence haar weer wat papieren tekenen, inclusief een contract waarbij ze per aflevering betaald zou worden. Ansel kwam aanlopen toen Kiria op het punt stond te tekenen. Hij nam de papieren van haar over, las ze door, bracht met een pen een aantal wijzigingen aan en toen Mary zich daar in kon vinden, zette iedereen een paraaf onder het contract. Kiria wilde weten wat al het juridische jargon betekende, maar ze vertrouwde erop dat Ansel wist wat goed voor haar was. Bovendien wilde ze de opnames niet ophouden.
Toen was het tijd om te beginnen en Kiria volgde Ansel langs zijn huis in de richting van de rivier. Ansel liet haar een geweer dragen en Kiria was aangenaam verrast dat hij zoveel vertrouwen in haar had. De reportage van die dag zou over het vissen op forel gaan. Ansel droeg een grote rieten mand over zijn ene schouder en een geweer over de andere. Daarnaast droeg hij twee hengels met zich mee.
Terwijl ze liepen, volgde Kevin hen met een lopende camera. Ansel droeg een draadloze microfoon en vertelde honderduit over de verschillende soorten dorel die in de rivier aangetroffen konden worden. Kiria luisterde aandachtig en verbaasde zich erover hoeveel hij wist te vertellen zonder te hoeven spieken.
‘We gaan vandaag op zoek naar de regenboogforel. Ze kunnen over het algemeen in open, snelstromend water gevonden worden, waar ze over het algemeen meer aan de oppervlakte zwemmen dan hun soortgenoten. Oorspronkelijk hoorde deze omgeving niet tot hun leefgebied – ze is hier zo’n vijftig jaar geleden uitgezet. Het is de meest eenvoudige en ongecompliceerde vis van alle forellen en ze doen het prima hier. Ze houden ervan zich onder in ruig water te begeven en daar gaan we nu naar toe’.
Nadat hij dat gezegd had, hield hij stil aan de oever van de rivier en bracht Bill hem zijn plunjezak. Hij gaf Kiria zijn geweer en haalde rubber lieslaarzen uit de zak en trok deze aan. Toen gebaarde hij de anderen om de geweren van Kiria over te nemen en goed te letten op de aanwezigheid van wilde katten. Kiria was niet aan deze mannen voorgesteld, maar ze had ze wel eens eerder in de programma’s van Ansel voorbij zien komen. Toen haalde Ansel nog een paar lieslaarzen tevoorschijn en gaf deze aan Kiria. ‘Waar ben ik nu weer aan begonnen’, dacht ze, maar pakte de laarzen aan en probeerde er achter te komen hoe ze die aan moest trekken.
‘Veel mensen hebben nog nooit met vliegen gevist, omdat het de nodige oefening en vaardigheid vereist omdat te kunnen. Maar de beloning zal groot zijn zoals jullie straks zullen zien. Dat het niet veel tijd hoeft te kosten om het onder de knie te krijgen, zulen we laten zien door mijn vriendin, Kiria, als proefkonijn te gebruiken’. Ansel draaide zich naar Kiria en lachte naar haar. Ze lachte terug en zwaaide even naar de camera. Maar van binnen was ze behoorlijk geïrriteerd om zijn veronderstelling dat hij wel even zou leren vissen. Inderdaad, een proefkonijn. Hij had vanmorgen niet eens de moeite genomen om haar vertellen wat er die dag op het programma stond.
‘Proefkonijn, mompelde ze buiten gehoorafstand van de camera.
‘Goed, laten we je die lieslaarzen eens aantrekken’, zei hij en stond met twee sprongen naast haar. Hij hield de laarzen voor haar open, zodat ze erin kon stappen, trok ze omhoog en hing de banden om haar schouders.
Nu ga ik de hengels klaar maken en zal daarna de verschillende stappen doornemen’, vervolgde hij zijn verhaal. Kiria luisterde aandachtig.
‘Komt er ook een examen?’, vroeg ze met grote onschuldige ogen.
‘Ja’, antwoordde hij afgemeten, ‘een heel belangrijke’. Ansel haalde verschillende gereedschappen tevoorschijn. Een ‘vlieg-vis’ uitrusting bestaat uit zes onderdelen – een hengel, een molen, touw, snoer, verbindingen en vliegen’, zei hij en wees een paar onderdelen aan die zich al aan de hengel bevonden. ‘Vertel me nu eens welke onderdelen al aan de hengel zitten’, ging hij verder en gaf de hengel aan Kiria.
‘Um… ik heb nog nooit eerder een hengel gezien’. Ze dacht even na, toen ging ze verder, ‘Kijk, dit is een hengel, de molen en het touw’.
‘Helemaal goed. Zie je hoe het gemakkelijk het is?’ Hij draaide zich weer in de richting van de camera en ging verder met zijn verhaal terwijl hij de verbindingen en het snoer bevestigde. Aan het uiteinde van het snoer van Kiria bond hij een stukje plastic in plaats van een vlieg. Nu zal ik Kiria voordoen hoe het in zijn werk gaat. Er zijn een paar basisprincipes. Om te beginnen moet je de hengel goed beetpakken’.
‘Ik denk dat ik me daar nog wel mee kan redden’, liet ze hem weten.
‘Oh, maar je moet wel de goeie grip hebben’, antwoordde hij. ‘Te losjes en de hengel vliegt uit je handen. Te stevig en het snoer zal geen mooie boog maken’.
‘Ok’, zei Kiria, ‘we willen geen rondvliegende hengels en geen snoeren die een mooie boog maken?’
‘Nee’
Ansel deed voor hoe je de hengel met je rechterhand steving moet vasthouden, met de duim bovenaan de handgreep. Houd het achterste van de hengel laag, zodat hij een lijn vormt met je pols en je onderarm’.
‘Wat moet ik met mijn achterste doen?’, Kiria keek hem weer met een onschuldige blik aan.
‘Ik bedoel het uiteinde van de hengel’, legde hij uit. ‘Als je hem zo houdt, dan blijft alles op zijn plaats als je straks gaat zwaaien. Als je dat niet doet, dan komt je tuig in de war’.
‘En we willen absoluut niet dat het tuig verloren gaat’, stemde Kiria in, ‘we krijgen waarschijnlijk toch al teveel betaald’. Ansel draaide zijn ogen naar boven, en Ted proestte het uit van het lachen.
‘Goed’, ging Ansel verder, ‘vervolgens ga je zo staan’. Hij deed het voor en zette zijn voeten een eindje uit elkaar, ‘vervolgens trek je een meter of van van het snoer van de molen en dat leg je hier op de grond’
‘Waar vissen we dan op, op slangen?’, plaagde Kiria.
‘Je moet eerst op de grond oefenen voor we het in het water gaan doen’, antwoordde hij geduldig. ‘Nu moet je er goed op letten dat het snoer op de grond mooi recht ligt en niet in bochten’. Ansel nam haar hengel over en deed het voor. Het uiteinde van het snoer maakte een sierlijke boog en landde een aantal meter voor hem in het gras. ‘Het is een beetje alsof je een frisbee gooit. Je moet je pols rechthouden en de beweging van de hengel plotseling afbreken. ‘In plaats van het snoer op te rollen, zorgde Ansel dat het met een sierlijke boog achter hem neerviel. ‘Nu moet jij het maar eens proberen. Kracht en afstand doen er niet zoveel toe, probeer vooral om een boog te maken, timing is hierin het belangrijkste. Ga daar maar een poosje met Bill staan oefenen’.
Kiria knikte. Ze vergat helemaal een onnozel antwoord te geven en pakte de hengel van hem aan.
‘Wacht even’, zei Ansel en greep in een van zijn zakken. ‘Trek deze eerst aan’. Hij gaf haar een paar leren handschoenen. Ze deed ze aan. Toen liep ze met Bill het grasveld op. Ze probeerde alles na te doen wat Ansel haar voorgedaan had, maar haar snoer maakte geen mooie boog, maar vloog in allerlei kronkels door de lucht. Bill filmde haar eerste pogingen en ging vervolgens opnames maken van Ansel die nu aan de oever door de rivier waadde.
Hij liet zijn aas, een geel blinkertje van kunststof over het water vliegen. Het landde aan de andere kant van de rivier in het stromende water vlak bij een rots. Ongeveer twintig seconde later, hapte een niets vermoedende forel in het aas en Ansel gaf een kort rukje aan de lijn waardoor de haak zich vastzette. Hij liet de vis een eindje weg zwemmen en begon het vervolgens in te halen in de richting van zijn schepnet. Ansel hield de vis omhoog voor Kevin, die inzoomde op de ongeveer dertig centimeter grote regenboogforel. Ansel deed de vis in de mand en stapte de rivier weer in om verder te vissen. Een half uurtje later had hij nog drie forellen gevangen.
Kiria bleef stug dooroefenen met werpen en slaagde er uiteindelijk in het snoer met een boog door de lucht te laten vliegen en netjes een eindje verder op het gras te laten landen. Tegen de tijd dat Ansel haar vorderingen kwam bekijken had ze echter last van haar arm en waren haar bovenbenen hevig aan het zweten in de rubberen lieslaarzen.
‘Je gebruikt teveel kracht’, zei hij en liep naar haar toe om haar te helpen. Kevin liep achter hem aan met de camera.
Kiria stopte midden in een worp en het snoer viel in een groet ‘S’ vorm op het gras. Ze gaf de hengel aan Ansel zodat hij het voor kon doen. Hij haalde het snoer binnen en legde het in een mooie rechte lijn op de grond.
‘Je moet wat meer aaien, zoals dit’. Zei hij en liet de lijn met een boog door de lucht vliegen. ‘Je moet het snoer de tijd geven om helemaal uit te strekken’.
‘Volgens mij heb je jarenlang geoefend met aaien, zei ze. Ze zag hoe hij kleurde tot achter zijn oren.
Maar hij herstelde zich snel. ‘Dat klopt’, zei hij, ‘daarom kan ik het nu ook zo goed’. Nu was het de beurt aan Kiria om een kleur te krijgen toen hij haar verleidelijk aankeek. Hij gaf haar de hengel terug en ging aan haar linkerzij staan, terwijl zij het opnieuw probeerde. Het snoer viel in vrijwel een rechte lijn op de grond.
‘Zo breek je je pols’, zei hij. ‘Probeer het nog eens’.
‘Tja, ik heb nog niet zoveel geaaid’, zei ze met een pruillip, maar Ansel negeerde haar commentaar. Kiria zwiepte de lijn naar achter en probeerde haar pols recht te houden. De lijn maakt een sierlijke boog en viel een paar meter achter haar op de grond.
‘Heel goed!’ Zijn compliment zorgde ervoor dat ze hem het liefst wilde omhelzen, maar ze weerstond de aandrang.
‘Als je dat nu nog eens in voorwaartse richting probeert…’
Ze slingerde het snoer een paar keer heen en weer, tot hij tevreden was over haar kunsten.
‘Zullen we het nu dan maar in het water proberen?’
‘Is het water koud eigenlijk”, vroeg ze terwijl ze haastig het snoer oprolde.
‘Ja, maar de lieslaarzen zullen je wel warm houden’.
‘Nee, ik wil huist wel een beetje afkoelen. Ik heb het vreselijk warm met die dingen aan. Ik kan ze beter uit doen’, protesteerde ze.
Ansel draaide zich om en keek haar met een waarschuwende blik aan, waarmee de discussie abrupt tot een einde kwam. Ze moest goed begrijpen dat hij het hier voor het zeggen had.
Ansel hield haar bij de hand toen ze tussen de stenen door waadden. Het viel niet mee je evenwicht te bewaren in het snelstromende water en op de gladde stenen. Ze topten ongeveer tien meter uit de kant en Ansel bond een blinkertje aan het uiteinde van haar snoer.
‘En nu wil ik dat je naar die stenen daar verderop werpt, daar waar het water snel stroomt. Richt bij het werpen een paar meter meer naar links dan daar waar je wilt dat hij terecht komt’.
Kiria had Ansel niet zien vissen en gooide een paar keer helemaal verkeerd.
‘Ik kan het niet’, klaagde ze. ‘Ik sta compleet voor gek’.
‘Niet meer dan ik zonet toen je al die bijdehante opmerkingen maakte’, grinnikte hij. Hij wist dat Kevin hun gesprek niet op zou kunnen nemen in verband met het lawaai van het stromende water.
Ze deed nog een poging. Haar lijn maakte een poging en landde tien meter rechts van de stenen die hij aangewezen had. ‘Shit’, mompelde ze onbedoeld.
‘Je moet zulk taalgebruik niet voor de camera’s bezigen’, antwoordde hij rustig en Kiria keek over haar schouder naar Kevin die op de oever stond te filmen. ‘Ze kunnen ons niet horen’, lachte Ansel, ‘en als dat wel het geval is, dan knippen ze het er wel uit. Nu je pols rechthouden en het nog eens proberen’.
Kiria viel bijna bij de volgende worp. Dat zou ook gebeurd zijn als Ansel haar niet aan de achterkant bij de banden van haar lieslaarzen gegrepen had. Na tien keer proberen landde het blinkertje eindelijk in de buurt van de stenen en Ansel zei haar dat het snoer nu heel langzaam binnen moest halen. Een paar minuten later zei haar opnieuw in te gooien.
‘Ik begin moe te worden, Ansel’. Haar arm deed pijn en haar benen waren koud van het koude water wat langs de lieslaarzen stroomde.
‘Ik weet het. Het is niet makkelijk om goed te gooien als je in een rivier staat, bovendien moet je de slag nog even te pakken krijgen. Nog een paar keer, goed?’
‘Uh-huh’, mompelde ze en probeerde het opnieuw. Deze keer zag Ansel een zilverkleurige glimp toen haar blinker neerkwam. Hij pakte haar snoer om de vis aan te slaan.
‘Je hebt er een!’, riep hij. Ze begon onmiddellijk het snoer in te halen. ‘Nee, geef hem eerst een beetje ruimte’, zei hij en legde zijn hand op de hare.’En nu langzaam inhalen. Zet de molen niet vast, want dan kan de lijn breken. Kiria probeerde precies te doen wat hij zei. Beurtelings haalde het snoer in en liet het vieren. Na wat wel een uur hard werken leek, kwam de vis eindelijk in zicht. Kiria was dolgelukkig toen ze de vis zag. Het was een regenboogforel van een centimeter of vijfentwintig.
‘Al dat werk voor zo’n klein visje?’, zei ze verbaasd over zijn formaat.
Ansel lachte. ‘Het is een mooi vis hoor’, liet hij weten. ‘Je hebt het knap gedaan’.
Ze schudde vol afschuw haar hoofd en waadde voorzichtig terug naar de oever, waar de rest al bezig was de spullen in te pakken. Ted stond op van zijn klapstoeltje en kwam Kiria feliciteren, die zijn complimenten met gemengde gevoelens in ontvangst nam. Ze trok een beetje onhandig haar lieslaarzen uit en gaf die aan Bill, die ze terugstopte in de plunjezak. De wandeling terug leek wel een eeuwigheid te duren en Kiria wreef over haar zere arm terwijl ze achter Ansel aanliep. Ze liepen een flink stuk achter de anderen, behalve Ted Stevenson die een meter of vijfentwintig achter hen liep. Toen zag ze opeens dat niemand een geweer droeg en Ansel scheen er wel erg onbezorgd bij te lopen. Ze rende op een holletje naar voren en tikte hem op zijn schouder.
‘Ja?’ Hij draaide zich om en zag haar bezorgde blik.
‘Hoe zit het met die wilde kat?’
‘Wilde kat?’
‘Ja, niemand schijnt daar momenteel op te letten’. Ze keek angstig om zich heen. ‘En je hebt ook helemaal geen geweer bij je!’
Ze keek naar zijn merkwaardige gezichtsuitdrukking. Hij zei niets.
‘Wat?’, vroeg ze. Ze realiseerde zich plotseling dat er iets was dat zij nog niet wist.
‘Het spijt me, liefje. Ik ben helemaal vergeten je het te vertellen’, legde hij uit. ‘Die wilde kat is er niet meer. We droegen de geweren vandaag alleen maar voor de show’.
Kiria keek hem verbijsterd aan. ‘Hoe bedoel je, die is er niet meer?. Toen je me vorige week leerde schieten was hij er toch nog wel?’
‘Ja. Maar toen begon hij een kippenschuur te plunderen. We hebben hem gevangen en nu zit hij in een dierentuin’.
‘Waarom heb je me dat verdomme niet eerder verteld?’ Boosheid nam het over van Kiria’s nuchtere verstand. ‘Je hebt me de hele tijd in de waan gelaten dat we gevaar liepen?’ Met haar handen in de zij staarde ze Ansel aan.
‘Het spijt me’, begon hij, maar ze viel hem in de rede.
‘Dit was dus allemaal een toneelspel? Zelfs toen Bill met me mee moest lopen toen ik met die verdomde hengel stond te oefenen?’.
‘Ja, ik dacht dat je wel wist dat het niet echt was. Sorry. Ik ben vergeten het je te vertellen, dat is alles. Wat is nu precies het probleem?’
‘Het probleem is dat ik de hele dag in angst heb gezeten dat die verdomde wilde kat tevoorschijn zou komen. Dat is het probleem!’
Ze draaiden zich beide om en zagen hoe Ted naar hun stond te kijken.
‘Kun je een beetje zachter praten?’, zei hij waarschuwend, ‘en houd op met vloeken!’
‘Waarom? Omdat Ted me kan horen?’, riep Kiria nog luider.
‘Misschien wel en misschien niet, maar je staat tegen me te schreeuwen zonder dat je me da kans geeft uit te leggen wat…’
‘Het kan me niks schelen of hij het kan horen, verdomme! Het kan me verdomme niets schelen wat hij er van denkt!”, schreeuwde ze. Nu leed het geen enkele twijfel meer of Ted haar kon horen.
Kiria zag hoe Ansels ogen zich vernauwden. Hij pakte haar bij haar arm en trok haar mee naar een grote boomstam die aan de rand van het bos lag.
‘Oh, het kan je niets schelen wat hij ervan denkt?’, zei hij en ging zitten. Hij legde haar over zijn knie.
‘Nee!’, schreeuwde ze, opens oog in oog met een bos dood gras. Hij reikte onder haar en maakte haar spijkerbroek open. Hij trok hem omlaag tot onder haar billen.
‘Als je mij voor schut zet, dan zal ik jou voor schut zetten’, zei hij en liet zijn hand op haar onderbroek neerdalen. Godzijdank heb ik een degelijke onderbroek aan en niet een string’, dacht ze. Ansel sloeg haar een volle minuut flink hard op haar billen, terwijl zij vergeefs probeerde weg te komen. Toen zette hij haar overeind zodat hij haar aan kon kijken, deed haar spijkerbroek omhoog en liet haar op de boomstam zitten. Kiria vloog overeind om aan de pijn te ontkomen, weg van de gapende blik van Ted en weg van de schaamte die door haar lichaam trok, maar Ansel deed zijn arm om haar middel en hield haar tegen.
‘Hier blijven’, zei hij en trok haar dicht tegen zich aan. ‘Dit zat er de hele dag al aan te komen. Ik zou nog wel even gewacht hebben als je niet zo ongelofelijk grof had gedragen. Ben je nu bereid om naar me te luisteren?’
Kiria bleef doodstil staan. Niet dat ze zich had kunnen bewegen als ze dat gewild had. Ze had zin om een potje te huilen, maar de tranen wilden niet komen. Haar bips brandde, maar het was niet eens zo’n hard pak slaag geweest. Net genoeg om haar te laten weten dat ze zo niet met hem om kon gaan. Ze draaide zich om en zag Ted lopen, met zijn rug nar hen toe, alsof er niets gebeurd was. Ansel wreef over haar rug en drukte zich lange tijd stevig tegen zich aan.
‘Kiria, het spijt me dat ik je niet verteld heb dat we die wilde kat gevangen en weggebracht hebben. Het spijt me echt. Ik heb het niet met opzet gedaan’.
Kiria drukte haar gezicht tegen zijn vest. Ze voelde de schaamte gloeien. Natuurlijk had hij dat niet met opzet gedaan.
‘Kijk, ik weet dat je boos op me bent, maar dat is geen reden om me als oud vuil te behandelen’, ging hij verder. ‘En ik zal de volgende keer niet aarzelen om je dat duidelijk te maken, ook al zijn er anderen bij’, waarschuwde hij.
‘Dat weet ik’, ze huilde bittere tranen. ‘Je hebt me ook al voor de ogen mijn moeder een pak op mijn billen gegeven. En ik maar denken dat erger niet mogelijk was…’
‘Kiria, dat zou ik nooit gedaan hebben, als je haar zelf al niet verteld zou hebben dat ik je af en toe over de knie leg’.
‘Maar ik heb het Ted nooit verteld, hoor!’
‘Nee, maar je zei dat je het niets kon schelen hoe hij erover dacht, en je hebt er met opzet voor gezorgd dat hij ons wel moest horen. Waarom was je grof tegen hem, als je kwaad op mij was?’
‘Ik… ik weet het niet, Ansel, ik was gewoon even de weg kwijt. Het spijt me’. Ze voelde nieuwe tranen opwellen en over haar wangen biggelen.
Ansel viste een zakdoek tevoorschijn en gaf haar die. ‘Ben je bereid je excuses aan hem aan te bieden?’ Ze knikte en veegde haar tranen weg. ‘Laten we hem dan inhalen’.
Hij hield zijn arm om haar schouders terwijl ze liepen en Kiria slaagde erin haar emoties weer de baas te worden voor ze de camper en de anderen bereikten. Ze bleef staan terwijl Ansel even met Kevin praatte. Ted kam met een grote grijns op haar af lopen.
‘Ted’, begon ze, ‘Ik heb spijt ban wat ik gezegd… geschreeuwd heb daarnet. Haar gezicht werd rood van schaamte.
Zijn grijns verbleekte niet. ‘Het is wel goed Kiria, ik neem het je niet kwalijk’.
‘Goed…’, iets anders wist ze niet te zeggen. ‘Bedankt’, mompelde ze verder en keek naar de punten van haar schoenen.
‘Gaat het wel goed met je?’. Kiria keek naar zijn nu serieuze gelaatsuitdrukking en gaf hem een dun glimlachje.
‘Ja, het gaat prima’, verzekerde ze hem. ‘Ik wilde alleen maar even zeggen dat het me spijt’.
‘Geen probleem hoor. Ik heb wel ergere dingen gehoord’.
‘Maar je verdiende het niet. Je bent altijd heel aardig tegen me’.
‘Kiria’, hij leek zich nu wat ongemakkelijk te voelen. ‘Toen ik horde wat je schreeuwde, was ik eerst een beetje kwaad. Maar wat er daarna gebeurde heeft die boosheid weer helemaal weggenomen. Voor mij wel tenminste’. Hij grijnsde en zij bloosde nog harder.
Ansel liep naar ehn toe en deed een arm om Kiria heen. ‘Kom, deugniet’, plaagde hij en trok haar stevig tegen zich aan. ‘Het is tijd om naar huis te gaan’.
Kiria gaf heem een speelse schop. ‘Ik ben helemaal geen deugniet’, pruilde ze. Ze wierp een steelse blik naar Ted. Ze zag een grote bewondering in zijn blik, toen hij Ansel liet weten wanneer de volgende opnames gepland stonden.
‘We zullen er zijn’, verzekerde Ansel hem. Ted zwaaide gedag terwijl hij in de cabine van de camper klom.
‘Ik neem aan dat je je verontschuldigingen heb aangebonden, zei Ansel terwijl ze hand en hand door de velden liepen.
‘Natuurlijk heb ik dat gedaan. Maar het bleek al geen punt meer voor hem te zijn’.
‘Waarom niet?’
‘Hij zei dat hij niet boos meer was nadat hij gezien had wat er gebeurde nadat ik tegen geschreeuwd had’.
Ansel grinnikte en gaf haar een kneepje in haar had.
‘Weet je, Ansel, je kunt me niet zomaar overal een pak op mijn billen geven, hoor. Niet iedereen zal het begrijpen. Misschien dat iemand de politie zelfs belt’.
‘Dat zou zomaar kunnen’.
‘Zul je dan voortaan wat voorzichtiger zijn? Ik wil je niet in de gevangenis zien. Bovendien kan het je hele carrière ruineren.
Ansel bleef staan en keek haar aan. ‘Kiria, ik weet heus wel wat ik doe. Ik zal je heus niet ten aanzien van iedereen een pak op je billen geven. Alleen maar als het veilig is’.
‘Oh. Het spijt me. Ik had al visioenen dat je me in een restaurant of zoiets over de knie zou leggen…’ Ze bloosde en schopte met haar voet in het gras.
‘Maak je geen zorgen. Dat zal ik niet doen’. Hij gaf haar een kus en begon weer te lopen. Hij voegde eraan toe, ‘Tenzij je het verdiend hebt natuurlijk’.
Ze lachte en gaf hem een tik op zijn arm.
‘Over billenkoek gesproken, er staat je vanavond nog een stevig pak op je billen te wachten’.
Kiria’s maag draaide om. ‘Wat! Je hebt me net al een pak op mijn bips gegeven!’
‘Nee, hoor, dat was niet een echt pak op je billen. Dat was alleen maar om je duidelijk te maken, dat je niet tegen me moest schelden en vloeken.
Kiria wilde er tegenin gaan, maar ze wist dat hij gelijk had. Het had helemaal geen pijn gedaan. ‘Vanavond heb je nog wat van me tegoed omdat je je handen beschadigd hebt, en voor al het vloeken wat je gedaan hebt’. Ze bereikten de achterdeur en Ansel hield deze voor haar open. Zonder wat te zeggen ging ze aan de keukentafel zitten, terwijl hij de zalf pakte en haar leren handschoenen uitdeed.