Een roodgloeiende bekeuring (4)

Dan hoor ik de deur open gaan en een theatraal klagerige stem die roept: “Oh mama, dat is niet eerlijk, u bent al begonnen, ik wil erbij zijn. Wat een schattige onderbroek heeft hij aan, moest hij dat van u?”. “

“Nee, die heeft hij zelf aangetrokken. Maar je bent precies op tijd, ik wil net beginnen”

“o mama, mag ik zijn onderbroek naar beneden trekken, please?”

“Dat mag liefje, maar alleen  de billen bloot, de rest hoeven we niet te zien”

Ik wil door de grond zakken..alsof het al niet erg genoeg is gaat dat kreng van een dochter nu mijn slip laten zakken…ik voel hoe ze achter me komt staan. Haar handen bewegen al richting het elastiek.

Dan schrikken we allemaal tegelijk van het luide geluid van een telefoon.

Ik hoor hoe de gravin deze opneemt en langdurig luistert naar de stem aan de andere kant. Haar antwoord klinkt kwaad en bondig. `Dat is heel naar nieuws, heel naar, ik heb er geen woorden voor. Ik zal mijn chauffeur vragen om de jongen op de terugweg op het bureau af te zetten….ja..ja natuurlijk ga ik aangifte doen wegens laster”.

Nadat de vrouw de telefoon heeft neergelegd blijft het even stil. Ik weet direct wie de beller was en dat ik in grote problemen zit….

Terwijl ik daar nog steeds krom sta, hoor ik hoe de gravin me nu van achter benadert. Ze buigt zich over me heen en slaakt een diepe zucht van afkeuring. “Stefan! Bast ze in mijn oor. Dit is niet te geloven! Dat was de politie. Ben jij vanmorgen op het bureau geweest om aangifte te doen tegen mij?” Ontkennen heeft geen zin, dus ik geef toe. Ze gaat nog harder tegen me schreeuwen. Ik voel me kleiner en kleiner worden. Ze trekt me aan mijn oor weg van het raam en sleurt me zo naar haar troon. Ze gaat zitten en ik zie dat ze hardnekkig probeert wat rustiger te worden. Ik moet voor haar komen staan, met mijn handen op mijn hoofd. Marie-Christine neemt haar plaatsje rechts naast haar moeder weer in en beide vrouwen kijken met walging naar me. Ik kijk naar een plekje ongeveer een halve meter voor me en voel me ellendiger dan ellendig.

“Kijk me aan!”

Met moeite kijk ik omhoog en tref haar woedende blik. “Je hebt mij en mijn dochter schandelijk beledigd en als klap op de vuurpijl heb je een aanklacht tegen mij in willen dienen. Ik, die je een kans heeft geboden om boete te doen voor je gedrag zodat je je baan niet hoeft te verliezen. Je moet je diep en diep schamen! Gelukkig heeft de politie alles al in onderzoek en ze willen je zien op het bureau.

Als ik hier klaar met je ben zal Bernadette je bij hen afzetten”

Diep van binnen voel ik verzet tegen het onrecht, maar ik weet ook wel dat deze vrouw de machtigste en rijkste van deze streek is en de politie waarschijnlijk in haar achterzak heeft. Ik schik me in mijn lot en mompel een nauwelijks hoorbaar ‘sorry’.

“Sorry, sorry, is dat alles wat je te zeggen hebt? Je zit heel diep in de problemen mannetje! Dit gaat een staartje krijgen dat heel wat langer is dan een paar klappen tegen je blote gat. Ga daar op je knieën in die hoek zitten met je handen op je hoofd. Ik heb even lucht nodig om na te denken wat ik verder met je zal doen”.

Ik doe direct wat ze vraagt. Meewerken lijkt me nu het beste. Ze verlaat de kamer, samen met haar dochter. 

Terwijl ik daar zo zit maken mijn hersens overuren. Ik ben volledig overgeleverd aan deze vrouw. Ik weet haast zeker dat ik nog slaag zal krijgen, maar dat is eigenlijk mijn minste zorg nu. Waarom was ik ook zo dom om naar de politie te gaan…..?

Ik krijg pijn aan mijn knieën en probeer wat te gaan verzitten. Ik durf echter niet uit mijn positie te gaan. Dan hoor ik hoe de deur weer openzwaait. In de ijzig stille kamer hoor ik de stof van de grote fauteuil kraken.

`Stefan, kom hier voor ons staan!`

Ik voel me als een gevangene die in de rechtbank gaat horen wat hem te wachten staat.

“Marie-Christine en ik hebben overlegd en zijn tot de volgende overtuiging gekomen. De volgende vier dagen ga je je steeds om elf uur melden op de stoep van de hoedenwinkel bij mijn chauffeur. Die vier dagen krijg je steeds een flink pak op je blote billen. Ook vandaag krijg je nog een flink pak slaag. Marie-Christine, pak de strafstoel”

Ik zie hoe de dochter een kast opent. Daar komt een stoel uit. Die zet ze naast me neer. De gravin gaat er op zitten en trekt een paar leren handschoenen aan.

“Stefan, trek je trui uit en kom hier naast me staan!”

Ik besef me ten volle wat er gaat gebeuren en dat ik dit aan mezelf te danken heb. Ik trek mijn sweater en hemd in één beweging over mijn hoofd.

“Marie-Christine, trek z’n onderbroek helemaal naar beneden!”

“heel graag mama, hij heeft het verdiend!”

Ik wil haar nog tegenhouden, maar breed lachend trekt ze mijn onderbroek in één ruk omlaag. Het stukje stof ligt, als stille getuige van mijn ultieme schaamte, op mijn blote voeten.

Ik weet niet waar ik moet kijken. Ze laten me nog even zo staan.

“Marie-Christine, pak de plak uit de la”

Ondanks mijn ellendige positie blijf ik de dochter met mijn ogen volgen en zie zo hoe zij een dik langwerpig latje tevoorschijn haalt en aan haar moeder overhandigt.

“Stefan, laat dit een les voor je zijn. Je had er makkelijker van af kunnen komen, maar je krijgt nu en de komende vier dagen een heel stevig pak op je blote billen. Als je alle dagen hierna verschijnt, dan zal ik je na de vijfde tuchtiging verder met rust laten en je niet laten vervolgen. En nu, over mijn knie! Marie-Christine, houd jij z’n benen vast, want hij zal anders vast willen trappelen”

Ik krijg vervolgens een pak op mijn billen dat hooguit een paar minuten kan hebben geduurd, maar de kracht en het hoge tempo deden me naar adem snakken. De hardvochtigheid waarmee mijn billen worden afgestraft, de intense pijn die het houten ding veroorzaakt, het maakt allemaal diepe indruk op me. Ik sta te tollen op mijn benen als ik weer word rechtgezet. Ik moet in de hoek gaan staan. M’n billen branden van de pijn. 

“Zo Stefan, nu weet je wat je de komende dagen te wachten staat. Elke dag zal het pak slaag iets langer duren, zodat we zeker weten dat je je lesje hebt geleerd! Je mag je broekje omhoog trekken”

Opgelucht en haastig trek ik mijn onderbroek op. Daarna krijg ik de rest van de kleren terug en word ik door de chauffeur terug gebracht naar de hoedenwinkel.

De hele terugweg verloopt in stilte. Ik heb het te moeilijk met mezelf en voel continu mijn billen en mijn gekrenkte ego. Af en toe zie ik hoe Bernadette me in de achteruitspiegel een begrijpende blik schenkt. Ze weet heel goed wat ik had meegemaakt en wat ik de komende dagen nog zou meemaken.

Eenmaal thuis ga ik naar mijn kamer. Het eerste dat ik doe is mijn broek en onderbroek naar beneden om in de spiegel te kijken naar mijn billen. Ik zie hoe ze eruit zien, van onder tot boven vol agressieve rode afdrukken van het gemene plankje. Ik besluit om ze even wat lucht te geven en ga met ontbloot onderlichaam op mijn buik op bed liggen. Langzaam kom ik tot besef waar ik in beland was. Een nachtmerrie van pijn en schaamte…hoe moet ik de komende vier dagen doorkomen…?

De keus is nog steeds heel simpel, mijn baan verliezen of de volledige straf ondergaan.

Dus ga ik elk van de vier dagen met lood in de schoenen ruim voor elf uur op de stoep van de hoedenwinkel staan. Moet ik elke keer dat hele stuk weer in die muffe Bentley zitten, terwijl Bernadette me meewarig aan kijkt. Iedere dag weer dat wachten op het bankje in de hal.

De gravin maakt van de straf een heel ritueel. Zodra ik binnen gelaten was in de voorkamer, moet ik me tot op mijn onderbroek uitkleden en voor het raam staan wachten tot de dochter zich eindelijk weer bij ons voegt. Er wordt niet veel meer gesproken. De stoel komt weer uit de kast, de plak wordt er bij gepakt en zodra ik weer naast die stoel sta, word ik door Marie-Christine ontbloot. Elke dag doet ze het weer met die onuitstaanbare grijns op haar gezicht.

Het daarna volgende pak slaag wordt elke dag moeilijker te verdragen. Mijn billen worden gevoeliger en gevoeliger en ik word steeds banger voor dat plankje.

Toch kom ik op ook de laatste dag van mijn straf weer keurig opdagen. Ik heb het gevoel dat mijn billen nooit meer zouden herstellen en weet niet zeker of ik nog een keer dat pak slaag zou kunnen verdragen. Zodra ze mijn onderbroek weer naar beneden trekt, vindt Marie-Christine het ook nodig om nog even een opmerking te maken over de staat van mijn billen. “o mama, kijk eens, ze zijn nog steeds rood van gisteren, arme jongen”

Haar moeder toont geen enkele vorm van medelijden als ik haar smekend aan kijk. Het latje in haar hand danst nog harder en langer over mijn geteisterde kont dan alle dagen daaraan voorafgaand. 

Ik loei van pijn en Marie-Christine moet al haar kracht gebruiken om mijn trappelende benen in bedwang te houden. 

Ik sta weer in de hoek, mijn bips één groot pijnlijk oppervlak en het snot loopt uit mijn neus. Daarna krijg ik nog een keer dezelfde preek, alsof dezelfde plaat keer op keer wordt afgespeeld.

Ik wil maar één ding en dat is naar huis. Gelukkig mag ik me daarna weer aankleden en onder de verzekering dat de aanklacht zou worden geseponeerd, neem ik nog eenmaal opgelucht plaats op de achterbank van de auto….

Een roodgloeiende bekeuring (3)

“Ga recht staan en draai je om Stefan, handen op je rug. Ik zie dat je je terecht schaamt voor je gedrag. Bied je excuses aan, eerst aan Marie-Christine!”

Ik kijk recht in het spottend lachende gezicht van de dochter en weet uit te brengen: …eh…sorry…Marie-Christine, dat ik je uitgescholden heb”

“Ik wil dat je mijn dochter ook aanspreekt met mevrouw, dus opnieuw!”

Wat een onzin is dit denk ik, ze is jonger dan ik en ik straal dat net iets te veel uit blijkbaar.

“Ik merk aan je houding dat je je excuses nog niet echt meent, Stefan”. Ze richt zich nu tot haar dochter. “Vertel eens aan Stefan wat er gebeurde met jullie als een excuus niet oprecht was na een pak voor de broek”. 

Ik zie het gezicht van de dochter betrekken en ze kleurt tot achter haar oren.

“…eh…eh….Dan kregen we op onze blote billen mama”, zegt de dochter zacht. “Juist, dan kregen jullie straf op je blote billen. En wat vinden wij, liefje, voelt dit excuus van Stefan oprecht?” 

“Nee mama, totaal niet”. 

“Je hoort het Stefan, je hebt het zojuist niet makkelijker gemaakt voor jezelf. We hadden het hierbij kunnen laten, maar je meent geen snars van je excuus!” Jawel, jawel mevrouw, sorry sorry mevrouw, probeer ik nog haastig. De dreiging van blote billen brengt me totaal in paniek. 

“Je halfbakken sorry is nu niet genoeg meer, maar ik zal het voor vandaag hierbij laten”, hervat de vrouw streng. “Je vult nu een formulier in met al je persoonlijke gegevens, zodat we je kunnen vinden indien nodig”

“Hier is de afspraak: Bernadette, mijn chauffeur, staat morgenvroeg, om elf uur stipt, voor de deur van de hoedenwinkel waar ik was toen het incident is begonnen. Als je wilt dat ik de aanklacht intrek, dan sta je daar weer voor de deur en zal mijn chauffeur je daar oppikken. Zij brengt je dan weer hier naar ons landgoed en dan krijg je de afgesproken billenkoek. Daarna is alles vergeten en vergeven en zal ik de aanklacht formeel intrekken. Sta je morgen om elf uur niet klaar, dan is je laatste kans verkeken”. 

Vrijwel direct hierna verlaat ze samen met haar dochter de kamer. Even later is de portier weer terug en hij overhandigt mij een papier dat ik moet invullen. Daarna wijst hij me de weg naar de voordeur.

Teruglopend naar mijn fiets komt de werkelijkheid weer wat terug. Mijn billen tintelen en ik voel me raar gespannen. Ik kan me niets herinneren van de fietstocht terug naar huis. Het hele gebeuren blijft rondspoken in mijn hoofd. Het is enorm beschamend om zo als een klein jongetje behandeld te worden en voor je broek te krijgen. En die stomme dochter van haar met dat spottende lachje, die maar toe stond te kijken. Typisch zo’n verwend krengetje dat zelf overal mee weg komt. Telkens weer gaan mijn gedachten terug naar dat moment in die grote kamer dat ik krom moest gaan staan. Ik krijg weer het schaamrood op de wangen, maar tegelijkertijd voel ik dat ik hard word….ik trek me meerdere keren die dag af met die gedachte en daar schaam ik me ook weer voor….

Ik durf nog niet te denken aan de volgende dag..

Die nacht slaap ik bijna niet. Hoe zal dat voelen…slaag op je blote bips…allerlei gedachten vliegen door mijn hoofd, maar steeds weer voel ik haar hand tegen mijn strak getrokken broek. Dit mag en dit kan toch eigenlijk helemaal niet..moet ik zelf naar de politie toe gaan?

Een pak voor mijn broek tot daar aan toe, maar de billen bloot…? Dat riekt naar aanranding en mishandeling..toch? Voor een paar scheldwoorden…

Rond negen uur sta ik met mijn telefoon in de hand en draai het nummer van de politie. Ze kunnen me om half tien ontvangen. Opgelucht dat ik daar mijn verhaal kan gaan doen en onder de billenkoek uit kan komen, stap ik binnen. Een agent achter een glazen raam gebaart me te gaan zitten. Er verstrijkt een half uur. Ik meld me opnieuw bij de glaswand, maar ik word weer gemaand te gaan zitten. Enige tijd later verschijnt er eindelijk iemand die naar mij toe komt. Ik word in een kleine gesprekskamer geplaatst en de agent gaat tegenover me zitten en kijkt me afwachtend aan. Ik stotter en kom nauwelijks uit mijn woorden als ik probeer uit te leggen wat er aan de hand is. 

Wat volgt is geen begrip, maar een waterval van woorden waaruit ik kan opmerken dat mevrouw Von Sweelinck een zeer gerespecteerd bewoner van deze stad is en dat de politie geen laster tegen haar accepteert. Na die oor wassing word ik het bureau uitgebonjourd. Ik voel meteen dat het geen goed idee was om zelf naar de politie te gaan…daar hoef ik geen steun van te verwachten…ik sta een vol kwartier op de stoep na te denken en kom tot de conclusie dat ik geen keuze heb. Met lood in de schoenen begeef ik me naar de plek waar het gisterenochtend zo vreselijk mis ging… 

Op de kerkklok zie ik tot mijn schrik dat het al vijf over elf is. Ik begin te rennen en zie tot mijn opluchting een grote, zwarte Bentley staan. Bernadette staat er naast, ongeduldig haar horloge checkend. Ze schudt misprijzend met haar hoofd als ze me ziet aan komen en doet de deur voor me open. Er wordt geen woord gesproken als ik ga zitten op de bank.  De auto zet zich in beweging en ik zit als versteend op de achterbank. Waar ben ik mee bezig? Ik weet wat me te wachten staat daar in dat landhuis. Waarom ben ik dan niet weg gerend?

Als we even rijden pakt Bernadette de telefoon. Ik hoor haar vertellen dat ik in de auto zit, maar dat ik te laat was. Er volgt nog een heel gesprek en dan legt ze de telefoon weer op de stoel naast haar. ”Omdat je te laat was wil mevrouw Von Sweelinck dat je je schoenen, sokken en je broek uittrekt en netjes op de voorstoel neer legt”. De koeltjes uitgesproken zin moet even tot me doordringen. Meent ze dat nu? Wil ze dat ik hier in mijn onderbroek ga zitten? 

Bernadette checkt in de achteruitkijkspiegel de voortgang en maant me tot haast als die even op zich laat wachten. Ik aarzel, want ondanks de spanning, of misschien wel juist daardóór, voel ik een beschamende erectie opkomen…ik trek zo onopvallend mogelijk mijn schoenen en sokken uit. De erectie blijft. Dan schuif ik langzaam uit mijn broek. De erectie blijft en wordt harder.  Nu pas word ik me ten volle bewust van de onderbroek die ik aan heb..Die ochtend heb ik niet nagedacht over wat ik aan zou trekken. Ik was er immers van overtuigd dat ik gelijk zou krijgen bij de politie. Nu zit ik hier in mijn Simpsons onderbroek….

Ik zie hoe Bernadette met een hoofdknikje naar de voorstoel wijst. Ik vouw mijn broek op en doe mijn sokken in mijn schoenen, buig naar voren en leg mijn spullen weg. Ik zie haar lachje als ze mijn onderbroek ziet. Ik zink terug in de achterbank en voel heel nadrukkelijk hoe het leer klam aanvoelt tegen mijn blote benen. Ik leg mijn handen in mijn schoot om de erg aanwezige bobbel te verbergen. Waarom krijg ik een stijve terwijl ik me moet uitkleden in deze auto?

Bernadette checkt nog een keer en is blijkbaar tevreden, want de rest van de route zegt ze niets meer. 

We draaien het grote hek weer door en dan staan we weer stil onderaan de grote trap. Bernadette stapt uit, neemt mijn kleren mee en laat me zitten. Ik transpireer weer aan alle kanten, wat een ellende is dit. Wat staat me te wachten en waarom duurt het zo lang? Gelukkig is mijn erectie wat minder geworden nu. Na een hele poos zie ik Bernadette weer van de trap af komen. Ze opent het portier en ik mag uitstappen. Ik krijg een enorme boei als ik zo in mijn onderbroek op blote voeten achter haar aan de trap op moet lopen. In de hal moet ik weer even wachten. Even later is de chauffeur terug.

“Mevrouw von Sweelinck kan je nu ontvangen in de voorkamer”, zegt ze en wijst me op de deur. Na drie klopjes hoor ik weer haar indringende stem. Met hele kleine stapjes sjok ik naar binnen. Ik wil hier helemaal niet zijn en al zeker niet in mijn onderbroek. De gravin zit weer op haar troon. Haar blik is zeer streng als ik binnen kom. De dochter is er niet deze keer. Dat lucht me wel op met het oog op wat nu onvermijdelijk zal zijn.

“Kom hier voor me staan Stefan”. Ik zie hoe ze me van top tot teen opneemt. “Schattig die onderbroek”. Er volgt zelfs een glimlachje. 

“Waarom ben je hier Stefan?”

Ik zucht diep. Waarom moet ik dat nu herhalen? Kan ze er niet gewoon aan beginnen,  de trut…

“Waarom ben je hier Stefan? En waarom was je te laat en heb je mijn chauffeur laten wachten?”

Het lukt me niet om te antwoorden. 

“Ik zal je helpen Stefan. Je bent hier naar toe gekomen om voor straf een pak op je blote billen te krijgen. En je bent hier vrijwillig naar toe gekomen, klopt dat?”

“Eh…eh…ja Mevrouw”

“Ok, laten we van start gaan dan”

Ik weet dat er nu geen ontkomen meer aan is. 

“Ga krom staan met je gezicht naar die muur”.

Ik draai me om en voel me zo ongelofelijk stom……

Een roodgloeiende bekeuring (2)

Het blijkt een eindje buiten de stad te zijn. Ik fiets door glooiende heuvels, heel veel groen. Het is warm en ik zweet in  de zware stof van het uniform. De stem van Google maps laat me halt houden voor een groot gietijzeren hek. Voor me zie ik een lange oprijlaan die leidt naar een enorm landhuis.  Zandstenen torentjes aan beide kanten en heel veel grote ramen. Naast het hek staat een paal met een paar bellen. Ik druk op de bovenste. Na enige tijd hoor ik een krakende stem. Wie ik ben en wat ik kom doen. Ik geef de informatie en daarop zwaait het hek open. Ik parkeer mijn fiets tegen het hek en loop de lange laan af. Een raar gevoel bekruipt me, is dit wel een goed idee..?

Een ronde stenen trap leidt naar een grote toegangsdeur. Daar aangekomen twijfel ik weer. Na enige traag voort tikkende seconden pak ik de grote stalen klopper en laat deze met een zware bons tegen de eikenhouten deur vallen. Een man doet open. Weer de vraag wie ik ben en wat ik kom doen. Achter de man zie ik opeens de verwende dochter opdoemen. 

`Nou nou, wie we daar hebben, als dat onze snotneus parkeerwachter niet is, wat kom jij hier doen?” Over mijn woorden struikelend leg ik de reden van mijn komst uit. De dochter lacht hardop. “Je excuses, haha, ik weet niet of mijn moeder daarin geïnteresseerd is. Maar wacht maar even op dat bankje daar, dan zal ik het aan haar vragen”.

Ik zit alleen in een hele grote hal. Portretten aan de muur lijken me spottend aan te kijken. Het getik van een enorme wandklok is het enige geluid. Ik transpireer zo mogelijk nog harder. Het duurt even voordat er weer wat gebeurt. Dan komt de man die voor mij de deur opende op me toegelopen. “Mevrouw Von Sweelinck kan je nu ontvangen in de voorkamer, volg mij maar”. Ik loop achter hem aan tot we bij een nieuwe deur komen. Hij klopt er drie keer op en ik hoor een krachtige stem ‘binnen’ roepen. De bediende opent de deur en duwt me haast naar binnen. Achter mij hoor ik de deur dichtslaan. 

Ik sta in een grote kamer. Ik staar naar een grote fauteuil voor het raam. Daar zit de vrouw die ik herken van het incident op straat. Ze is nu gekleed in een groen broekpak en dat geeft haar een nog voornamere en strengere uitstraling. Naast haar, met de handen nonchalant op de leuning van de stoel, staat haar dochter. Ze kijkt me meewarig, bijna spottend aan. 

De vrouw kijkt me weer aan met die indringende blik en gebaart me dichterbij te komen. 

“Mijn dochter zegt me dat je hier bent om je excuses aan ons aan te bieden. Je bent zeker gestuurd door je baas?“

“Nee mevrouw, ik ben uit mezelf gekomen’, lieg ik.

“Naast een onbeholpen, brutale vlegel ben je ook nog een leugenaar, want ik heb je baas net gesproken”

Ik kijk naar beneden als een betrapt jongetje.

“Dus bied eerst je excuses maar aan voor het liegen van daar net”

Ik prevel een sorry, terwijl ik vermijd haar aan te kijken.

“Kijk, dat is al een veel betere houding dan daar straks. Maar waarom zou ik nu willen luisteren naar je excuses, na alle scheldwoorden die je naar ons hoofd hebt geslingerd?”

Ik geef haar nu een eerlijk antwoord en vertel haar dat ik mijn baan zou verliezen als ze de zaak zou doorzetten en dat ik hoop dat ze me kan vergeven.

“Vergeven, haha!”, schampert ze, “Dan zou je er wel heel makkelijk van af komen, vind je niet?

Misschien, heel misschien, zou ik je kunnen vergeven als je toch een bepaalde boetedoening ondergaat”

Ik kijk haar schaapachtig aan.

“een boetedoening die past bij je kinderachtige en brutale gedrag”

Ik zie hoe de dochter moeite moest doen om haar lach in te houden. Ze buigt zich naar haar moeder toe en fluistert iets voor mij onhoorbaars in haar oor.

“Ja, je hebt helemaal gelijk liefje. Dat vind ik een heel goed idee!

Marie-Christine en ik vinden dat je voor je gedrag straf hebt verdiend”

“ …eh…eh…straf…mevrouw..?“, stamel ik.

“Ja, straf, voor je brutale en totaal respectloze gedrag naar ons. En ik ben wellicht bereid de aanklacht in te trekken als jij…hoe heet je ook alweer?”

“…eh…Stefan mevrouw..”

“…als jij, Stefan, ook vindt dat je daarvoor straf hebt verdiend, dus ik vraag het je gewoon: vind jij, Stefan, ook dat je straf verdiend hebt?”

Tegenover me zit een vrouw van, zo schat ik toch, dik veertig jaar, met geblondeerd haar, mij aan te kijken met haar autoritaire en indringende ogen, ongeduldig wachtend op een antwoord. Haar dochter staat naast haar fauteuil met een brede glimlach om de mond te genieten van mijn ongemak met de situatie. Mijn hersenen maken overuren. Boetedoening, straf, waar heeft dat mens het over. Ik realiseer me inmiddels wel dat ik mee moet doen aan dit showtje, anders ga ik mijn baan zeker verliezen..….”ja mevrouw, ik verdien straf”.

“Kijk, dan zijn we het met elkaar eens. Je gaat nu met je rug naar ons toe voor het raam staan, terwijl Marie-Christine en ik gaan overleggen welke straf je gaat krijgen”.

Ik krijg een kop als een boei. Ik voel me als een klein jongetje dat op de gang wordt gezet.

Terwijl ik zo voor het raam sta hoor ik ze achter mij fluisteren. Ze houden er blijkbaar van om me lang in spanning te houden, want een hele poos nadat het fluisteren is geëindigd word ik pas weer geroepen.

“Stefan, draai je om en kom hier voor ons staan”

Het zweet breekt me nu echt aan alle kanten uit, terwijl ik zo moet gaan staan.

“Marie-Christine en ik zijn er uit”. Ze richtte zich nu tot haar dochter, die het allemaal reuzegrappig lijkt te vinden. “Liefje, vertel jij Stefan eens wat voor straf jullie kregen als je brutaal en niet respectvol was geweest tegen mama of papa? “

De dochter lijkt nu zelf ook even van haar stuk gebracht. “….eh…dan kregen wij een pak voor ons broek, mama”. 

“Juist, dan kregen jullie een ouderwets pak voor de broek. En omdat jij je vreselijk respectloos heb gedragen tegen ons allebei, hebben we dat voor jou ook in gedachten, Stefan, een flink pak voor je broek!”

Er valt een enorme stilte in de kamer. Ik kan niet geloven wat ik net heb gehoord, mijn mond valt open van verbazing.

“Ja Stefan, nu ben je plotseling een stuk stiller dan daar straks. Maar ik ga het je makkelijk maken: de keus is om je straf te accepteren en als je voldoende boetdoening hebt gedaan in onze ogen, dan trek ik de aanklacht in. Als je de straf niet accepteert, dan verdwijn je nu onder onze ogen uit en ga ik door met de aanklacht. Dus wat zal het zijn?”

Ik voel hoe het zweet parelt op mijn voorhoofd…waar ben ik in terecht gekomen? Hier zitten twee vrouwen die beweren dat ze me een pak voor mijn broek gaan geven en dat ik dat moet accepteren om mijn baan te kunnen behouden…het bloed stijgt naar mijn hoofd en ik val bijna flauw..

“We hebben niet de hele dag de tijd, Stefan, dus ik wil nu je antwoord!”

 …..eh..ja mevrouw”

“En wat bedoel je met eh…ja?”

Ik struikel bijna over de woorden…”eh…eh…ik kies voor de straf mevrouw…”

“Dat lijkt me een heel verstandige keuze. Heb je wel eens een pak voor je broek gehad Stefan?”

“…..nee..nee..mevrouw”.

“Nou, dat wordt dan hoog tijd voor brutale vlegels zoals jij!. Ga krom staan met je gezicht naar die muur”

Het duurt even voordat dit tot me doordringt. Ik dacht nog even dat ze een spel met me speelde, maar ze meent het echt, ze gaat me slaag tegen mijn billen geven omdat ik haar en haar dochter heb uitgescholden….…

“Nou, komt er nog wat van?”

Aarzelend draai ik me om en ga staan met mijn handen op mijn knieën. Ik voel hoe de stof van mijn uniformbroek strak trekt over mijn billen.

Na weer een hele tijd zo gestaan te hebben, hoor ik hoe ze opstaat uit haar grote stoel en achter me komt staan. Dan mept ze een paar keer tegen mijn bips. Ik voel een enorme schaamte over de hele situatie. Na weer een pauze mept ze nog een paar keer, nu met meer kracht. Ik moet mijn evenwicht herstellen om niet voorover te vallen. Deze vrouw kan meppen…dan is het voorbij. Dat valt nog heel erg mee, bedenk ik me. Pijn deed het niet echt, de schaamte was veel erger.

Een roodgloeiende bekeuring (1)

Toen ik van school af was heb ik een tijdje geprobeerd om een studie op te pakken. Het lukte me maar niet. Te weinig discipline waarschijnlijk. En ik wilde eigenlijk snel wat geld gaan verdienen. Door wat pech had ik wat schulden gemaakt en ik wilde die wel zo snel mogelijk kunnen terugbetalen.
En zo kwam het dat ik reageerde op een oproep voor handhaver bij de politie. Dat leek me wel wat en het verdiende ook nog eens goed. Ook tot mijn eigen niet geringe verbazing werd ik aangenomen. Na een korte training kon ik al aan de slag. Al gauw genoot ik van de job,
van de macht. Zodra ik mijn uniform aantrok leek ik wel een ander mens te worden. Ik voelde me een meter groter. Met het bekeuringenboekje in de hand controleer ik nu de straten en pleinen op overtredingen van de Parkeerwet.
Zaterdag is mijn favoriete dag. Het stadscentrum is dan altijd vol met mensen en kansen. Want hoe meer bekeuringen ik uitschrijf, des te meer bonus ik kan verdienen. Of het nu een opgeschoten knul van mijn leeftijd in een VW Golf is of een oude gepensioneerde man in zijn
cabrio, als ze de wet overtreden, dan zijn ze de mijne. Autoriteit zonder medelijden, dat heb ik geleerd in de opleiding.
Ik ben er dan ook als de kippen bij toen ik de rode Ferrari op de rand van de stoep zag staan. Dubbel geparkeerd, motor draaiende, als een vluchtauto tijdens een bankoverval. Er zit echter geen chauffeur achter het stuur. Tot mijn grote vreugde zie ik wel een mooie
blonde meid zitten op de bijrijdersstoel. Wat een kans, gniffel ik in mezelf. Ik ga voor de auto staan en bekijk haar van top tot teen. Het is echt een hele mooie meid, gekleed in een modieus gescheurde korte spijkerbroek en een zwart topje dat nauwelijks groot genoeg is
voor haar flinke borsten. Ik schat haar begin twintig.
“hey, hou daar mee op zeg!”, roept ze verontwaardigd vanachter haar dure zonnebril zodra ze mij de bon ziet uitschrijven. “Mijn moeder is alleen even iets ophalen in die winkel daar, kijk ze staat al bij de kassa, ze kan zo terug zijn”.
Zonder iets te zeggen blijf ik doorschrijven en scheur het bonnetje los van mijn blocnote.
“Hey, hoor je niet wat ik zeg, doe even niet zo flauw!”
Ik draai me weg van de auto, zeer tevreden over mezelf, als een onverschrokken cowboy in een spaghetti western. Nu stapt de blondine uit de auto en begon dreigend uit de hoogte te doen tegen mij. Daar kan ik dus slecht tegen. Voor ik het wist flapte het eruit. Wat voor een
tyfustrut ze wel niet dacht dat ze was. Ik zie haar mond openvallen van verbazing. Ik ben intussen zo met haar bezig dat ik niet merk dat de chauffeur van de Ferrari teruggekeerd was.
“Mam, deze jongen heeft me zojuist ongelofelijk uitgescholden”
Ik kijk in het gezicht van een elegant geklede en zeer attractieve vrouw op rode pumps. Ze begint direct tegen me uit te varen. “Wat moet dat hier en waarom heb je mijn dochter beledigd?”, roept ze met een hoge verontwaardigde stem. Ik moet toegeven dat ik even van
mijn stuk gebracht ben, maar ik herstel me met een hautain lachje. “U staat dubbel geparkeerd en daarvoor heb ik u beboet. Daarna heeft uw dochter mij onheus bejegend. Die term had ik op de cursus geleerd, fijn dat het me nu weer te binnen schoot.
“Daar is niks van waar, mam, deze vent heeft een bekeuring uitgeschreven en ik heb alleen gevraagd waarom hij dat deed”
Haar moeder kijkt me nu kwaad aan. “dus je beledigt mijn dochter en nu beschuldig je haar ook nog valselijk. Hier ga ik werk van maken. En verder heb ik hier nog geen drie minuten gestaan!”, roept de vrouw weer. Op het trottoir ontstaat een oploopje en mensen beginnen nu naar ons te kijken.
“Al had U hier drie seconden gestaan”, antwoord ik, “een overtreding is een overtreding”.
De vrouw loopt nu, verbazend snel gezien haar hoge hakken, op me af en komt zo dicht bij me staan, dat ik haar dure parfum kon ruiken. “Heb je enig idee wie ik ben?”, sist ze me toe.
“Al was U de Koningin zelf, dan zou dat nog niets uitmaken mevrouw”. Ik sta verbaasd over mijn eigen assertiviteit.

“Jij voelt je zeker wel heel dapper met dat uniformpje van je?” De vrouw blijft me aankijken met staalharde, groene ogen. “Je bent niets meer dan een onbetekenende snotneus. En nu haal je heel snel die bon van mijn auto af, want anders zul je het bezuren!”
“Bedreigt u mij nu mevrouw?”
“Dat heb je heel goed begrepen snotneus, dus haal die bon terug of je gaat er heel veel spijt van krijgen!”
Op dit punt begint de rebel in mij weer de overhand te krijgen. Wat denkt ze wel niet, rijke stinktrut in haar grote auto. Ik doe dus niks. IK zie hoe de vrouw zelf de bon pakt en die voor mijn ogen in stukjes scheurt. Terwijl ze in haar bolide stapt, werp ik haar een aantal
verwensingen toe. Wat denkt ze wel niet, klerewijf met haar tyfusdochter.
Ik vind dat ik de situatie goed heb aangepakt. Toch moet ik het rapporteren aan mijn baas, omdat de bon verscheurd was. Net toen ik het hele verhaal wilde uitleggen, vertelt mijn baas dat hij een zeer ernstige klacht over mij ontvangen had. En niet van de eerste de beste.
Gravin von Sweelinck heeft, via haar advocaat, een brief laten bezorgen bij de Gemeente. Dat één van de Parkeerwachten haar en haar dochter ernstig beledigd en uitgescholden heeft. Uit camerabeelden is op te maken wie de betrokken parkeerwacht is en wat er
allemaal is geroepen. Wat ik daar op te zeggen had. Ik probeer uit te leggen wat er is gebeurd, maar ik kan niet natuurlijk niet ontkennen dat ik haar en haar dochter heb uitgescholden. Ik hoor dat haar advocaat, met getuigenissen van omstanders en de videobeelden als bewijs, een zaak tegen de Gemeente wil gaan aanspannen. Ik zie wel dat mijn baas hier erg van onder de indruk is. Deze Gravin is een zeer notabele vrouw die regelmatig grote projecten van de Gemeente financieel steunt. Hij maakt me duidelijk dat mijn ontslag de enige mogelijkheid is om aan de aanklacht te ontkomen, de Gravin en haar advocaat zouden met niets minder genoegen nemen. Maar misschien was er nog een kans…ik krijg het advies om naar haar toe te gaan en mijn welgemeende excuses aan te bieden. Misschien zal dat haar overhalen om de aanklacht in te trekken en dan zou ik er met een waarschuwing van af kunnen komen.
Ik moet er niet aan denken om haar en haar verwende kind weer onder ogen te komen, maar ik heb het geld van mijn baantje meer dan hard nodig.
En zo pak ik de dienstfiets en rijd naar het opgegeven adres.