Keuzes (122)

Omdat het te erg is om hardop te zeggen wat je wil, besluit je, met alle risico’s van dien, om ernaar te hinten. Eerst is het tijd om eens lekker te gaan koken. De gember houd je apart, of toch tenminste een stuk dat niet te groot is (je moet er niet aan denken) en er stevig uitziet. Goh, wat is dit erg om aan te denken eigenlijk, waarom wil je dit ook? Net als je midden in je overpeinzingen zit, komt Paul thuis. Je vliegt hem om de nek en algauw is hij zijn vermoeidheid van de lange dag vergeten en ben je gezellig aan het kletsen terwijl je samen het eten op tafel zet. Tijdens het eten vertelt hij over zijn reis en vertel jij dat je vandaag met Tessa en Naomi naar het pretpark bent geweest. Dat je op beschamende wijze op je plek gezet bent, laat je tactisch achterwege.

Na het toetje zet je voor Paul een kopje koffie en zelf neem je een kopje warm water, een mesje en een klein stukje gember mee. “Wist je dat je met gember nog veel meer leuke dingen kunt doen?” begin je, maar Paul let niet helemaal op. “Ja, je kunt er ook mee koken,” zegt hij afwezig. Misschien was dit het moment waarop je had moeten zeggen wat je eigenlijk bedoelt, maar je durft niet en het moment gaat voorbij. Je besluit om het over een andere boeg te gooien. Als je als straf krijgt, dan kun je ervoor zorgen dat hij de gember erbij betrekt. Je gaat de kamer uit en haalt uit de kast in de slaapkamer waar jullie de instrumenten bewaren een strap die, hoewel uiteraard pijnlijk, niet heel onprettig is. Je legt deze op tafel en je hebt direct de aandacht. “Weet je, tijdens het uitje vanmiddag heb ik me ook een beetje misdragen. Misschien heb ik straf verdiend,” zeg je terwijl je op je lip bijt. Je vertelt over je aanvaring met de parkmedewerker en Paul barst in lachen uit. Als hij zijn gezicht weer in de plooi heeft, kijkt hij je streng aan. “Nou, dat kan natuurlijk helemaal niet, jij hebt inderdaad straf verdiend. Kom maar eens hier!” Hij schuift de stoel aan de kant en klopt op zijn schoot. Je gaat eroverheen liggen en na een korte preek begint het pak slaag, rustig opgebouwd want het is misschien wel straf, maar geen straf-straf. “Dit is veel te veel bescherming,” zegt Paul en hij helpt je overeind om je knoop los te maken en je broek naar beneden te trekken. Je voelt het nu wat beter, maar je raakt ook steeds beter opgewarmd. Niet veel later zijn je billen helemaal bloot. “Zo, nu is het tijd voor je echte straf,” kondigt Paul aan. “Kom maar mee naar de bank.” Hij legt een extra kussen op het lage eind van de bank en je gaat eroverheen liggen, met je billen hoog in de lucht. Al snel begint hij weer met slaan. Je zuigt de lucht naar binnen wanneer de klappen langzaam en methodisch op je billen neerkomen. Nu is het tijd voor je tweede plan. Je knijpt je billen samen wanneer je wacht op een nieuwe klap met de strap. Je weet dat Paul dat niet wil, omdat het niet past bij het accepteren van je straf of gewoon omdat hij een rechtlijnige dominant is die wil dat het gaat zoals het hoort. Hoe dan ook, je krijgt direct reactie. “Ontspan je billen, Irene,” zegt Paul streng. “Maar het lukt niet, het doet zeer!” zeur je. “Daar weet ik wel wat op.” He he, zou hij de hint nu begrepen hebben? Dan voel je plots de pijn in je dijbenen. Fuck, wat gemeen! “Ik ga weer op je billen slaan als je ze ontspant.” Je voelt hoe je koppig wordt. Dit is toch niet te geloven, nadat je al eerder die gember hebt laten zien? Hoe kan hij het nu nog niet begrijpen? Je houdt je billen stevig samengeknepen, maar Paul gaat het mentale gevecht aan en laat zijn strap steeds gemeen op je dijbenen neerkomen. Ga je dit volhouden?

Je blijft volhouden

Je protesteert

      Keuzes (121)

      Je besluit dat het verstandigste, en uiteindelijk ook het leukste, is om gewoon tegen Paul te zeggen wat je wil. Eerst is het tijd om eens lekker te gaan koken. De gember houd je apart, of toch tenminste een stuk dat niet te groot is (je moet er niet aan denken) en er stevig uitziet. Goh, wat is dit erg om aan te denken eigenlijk, waarom wil je dit ook? Net als je midden in je overpeinzingen zit, komt Paul thuis. Je vliegt hem om de nek en algauw is hij zijn vermoeidheid van de lange dag vergeten en ben je gezellig aan het kletsen terwijl je samen het eten op tafel zet. Tijdens het eten vertelt hij over zijn reis en vertel jij dat je vandaag met Tessa en Naomi naar het pretpark bent geweest. Dat je op beschamende wijze op je plek gezet bent, laat je tactisch achterwege.

      Eenmaal bij het toetje en de wijn aangekomen besluit je je stoute schoenen aan te trekken. Dat valt niet mee … “Paul, ik was straks in de winkel en toen zag ik bij de groenteafdeling gember liggen. Weet je nog dat we altijd een keer figging wilde proberen? Misschien moeten we dat straks maar doen.” Je schaamt je zo dat je hem nauwelijks aan kunt kijken, maar de grote glimlach op zijn gezicht maakt veel goed. “Dat lijkt me leuk om eens te proberen, ja! Had je nog iets specifieks in gedachten?” Je hebt hier gelukkig al even over nagedacht. “Het is eigenlijk al te erg om hierom te vragen, dus wil je zelf me straks een beetje overvallen met een scenario? Me laten voelen alsof ik geen kant meer op kan? Dan lukt ’t wel.” Paul knikt. “Tuurlijk schatje, zullen we eerst wat thee drinken?”

      Nadat je een tijdje knus op de bank gezeten hebt, staat Paul op om naar de keuken te gaan. Even later komt hij terug met een snijplank, een mesje, een bankje voor de schillen en … de gemberwortel, die groter en angstaanjagender lijkt dan hij vanmiddag was. “Euhm, waar is dit voor, we hebben toch al thee gedronken?” zeg je, deels om niet te veel na te denken, deels om aan te geven dat je nog steeds graag wil. “Nou, de laatste paar keren dat je over de knie ging, lag je niet echt goed stil.” Je wil protesteren, maar Paul snoert je de mond en door zijn toon voel je je direct al een stukje kleiner. “Wat ik dus zeg, is dat jij moet leren om je straf beter te accepteren. Ik denk dat dit stukje gember jou een heleboel kan leren over zelfbeheersing en het proberen te onderdrukken van een ongemakkelijk gevoel.” “Nee Paul, dat is echt niet nodig! Je slaat gewoon te hard, daar kan ik ook niets aan doen!” Hij glimlacht. “Dat kun je wel, dat ga je zo wel merken. Broek en onderbroek uit, netjes opvouwen en hier met je handen op je rug wachten.” Hij kijkt je doordringend aan. Je zucht en begint je uit te kleden. Intussen is Paul begonnen de wortel te schillen. De kamer vult zich met de geur van gember en langzaam krijgt de gember zijn vorm, met een inkeping rondom om gênante ongelukken te voorkomen. Wanneer hij klaar is, steekt hij zijn hand naar je uit. Het is een zacht gebaar: aan de ene kant heel dwingend, aan de andere kant niet, en dat past bij hoe je je voelt. Aan de ene kant wil je graag proberen, aan de andere kant wil je gedwongen worden. Je laat je over de knie helpen. Paul legt zijn hand op je onderrug, de andere op je bovenbeen. “Ik ga de gember nu naar binnen brengen en dan ga je netjes blijven liggen, zonder te wiebelen en te wurmen, heb je dat begrepen?” “Ja Paul,” piep je met een klein stemmetje. Je voelt hoe je billen een stukje uit elkaar geduwd worden en je sluit je ogen. De gemberwortel voelt koud en vochtig tegen je anus en wanneer de druk groter wordt, gaat deze langzaam naar binnen. Het begint direct te branden en iedere keer dat je hersenen je gerust proberen te stellen door te zeggen dat het onder controle is, dat je dit wel aankunt, wordt de brand groter. “Hoe voelt het?” vraagt Paul nieuwsgierig. “Het brandt,” stoot je uit tussen twee pogingen om je adem onder controle te krijgen. “Goed zo, dat is ook de bedoeling. Stil blijven liggen, he.” Hij tikt een paar keer zacht maar snel tegen je billen en de schokgolf verspreidt zich van het zitvlees naar binnen, waar het nog een beetje extra begint te branden. Je kreunt. Duidelijk aangemoedigd door dit resultaat begint Paul je billen te kneden, ze tegen elkaar te drukken en het vuur van binnen wordt groter en groter. Je kreunt en schudt met je heupen, maar het helpt niets. “Ga je de volgende keer netjes blijven liggen?” Je belooft het, maar nu zou je alles beloven als dit maar afgelopen is. “Goed zo meisje.” Ineens word je verrast door een arm die je optilt en je op zijn schoot zet. Daarna geeft hij je een dikke knuffel en aait zachtjes over je rug. De ellende van het gevoel tussen je billen en de combinatie met de zachte aaitjes is op een bepaalde manier erg fijn. Op een andere manier is het ook gewoon afzien. Dan voel je hoe Paul de gember beetpakt. Je kreunt terwijl de wortel langzaam verwijderd wordt, maar dan gaat het langzaam beter.

      Nadat de brand tot een acceptabel niveau is weggezakt, neemt Paul je weer over de knie. “Zo, nu gaan we eens kijken of je inderdaad stil kunt blijven liggen.” Nog voor je kunt tegenstribbelen begint hij te slaan. Gelukkig merk je algauw dat hij niet hard slaat, maar ritmisch en gelijkmatig, wel prettig eigenlijk. Langzaam worden je billen warm en je zakt weg in een rozige gloed. Je maakt een geluid dat nog het meest op spinnen lijkt. “Goed zo, Irene, nu lig je goed stil. Zie je wel dat het helpt? Misschien moeten we dit vaker doen.” “Hmm, ja Paul,” bevestig je. Je wil dat het nooit stopt, maar helaas komt aan alles een eind. Hij helpt je naar bed en haalt dan wat crème waarmee hij je billen goed insmeert, ook tussen je billen, tot je schaamte, want “daar brandt het ook en moet het dus ook afgekoeld worden”. Op het einde ben je bijna in slaap. “Ga nog snel even tandenpoetsen en dan doe ik nog even wat meer” zegt Paul. Je kijkt hem verliefd aan. Het voelt zo fijn om zo verzorgd te worden. Niet veel later lig je weer in bed. De volgende dag weet je niet wanneer je precies in slaap bent gevallen.

      Naar het hoofdmenu

        Keuzes (120)

        Je besluit dat figging ook best een andere keer kan en je appt Paul of hij naar Naomi en George wil komen voor een avondje gezellig samen, met Tessa en Michiel er ook bij. Hij reageert enthousiast en zegt dat hij, zodra hij zijn spullen thuis heeft afgezet en is omgekleed, die kant op komt. Dan loop je richting de kassa en je ziet dat Tessa en Naomi ook net klaar zijn. Samen rekenen jullie af en ga je naar Naomi’s huis. Daar kook je samen met George en drinken jullie een glas wijn terwijl jullie vertellen over de dag. Dat jullie op beschamende wijze op je plek gezet zijn, laten jullie tactisch achterwege. Vlak voordat het eten klaar is, komen Michiel en Paul bijna gelijktijdig aan. “Prachtige timing, heren, we gaan eten!” kondigt George aan. Tijdens het eten is het gezellig en hoe meer wijn er op tafel komt, hoe meer er geplaagd wordt. De dreigende blikken van de mannen zijn niet van de lucht. Je kijkt Naomi en Tessa aan. Zo te zien hebben ze ook wel zin om nog een stapje verder te gaan. Je wil zelf ook wel, al ga je dit natuurlijk niet zomaar toegeven. Hoe ga je dat voor elkaar krijgen?

        Vertel over de parkmedewerker

        Stel een spelletje voor

            Keuzes (119)

            Je loopt naar je vriendinnen, die inmiddels bij de kassa staan. “Ik kreeg net een appje van Paul dat hij graag romantisch met me wil eten als hij vanavond terug is, dus ik denk dat ik moet afzeggen.” “Ah, wat lief!” roept Tessa uit. “Nou, da’s goed hoor, Irene. Dan nemen wij je boodschappen wel mee en dan zien we je een andere avond wel.” Je geeft de boodschappen aan, neemt afscheid en loopt dan gauw terug om nog wat in te slaan voor vanavond en vooral ook om nog wat gember in je mandje te doen.

            Eenmaal thuis aangekomen is Paul er nog niet, dus je hebt wat tijd om je voor te bereiden. Over die gember beginnen is wel heel erg, dus hoe ga je ’t aanpakken? Je kunt natuurlijk stoer zijn en zeggen wat je wil. Je kent Paul, die weet daar wel raad mee, dus als je eenmaal door de zure appel heen bent, zal hij wel een plan maken. Je kunt ook hinten, met het risico dat hij het niet snapt, maar ja, dan hoef je niet hardop te zeggen wat je wil…

            Zeggen wat je wil

            Hinten wat je wil

                Keuzes (118)

                Eenmaal in de winkel verdelen jullie de rollen. Naomi gaat wat te drinken halen, Tessa haalt het vlees en jij gaat langs de groenteafdeling. Terwijl je de paprika en de uien in je mandje laadt, zie je ook een groot stuk gember liggen. Je kunt er je ogen niet van afhouden. Het heeft je altijd geïnteresseerd om daarmee te spelen en je weet dat Paul dat ook wel weet. Je bent er alleen nog nooit aan toegekomen. Je hebt hem ook wel gemist, misschien is het net fijner om een avondje met z’n tweeën door te brengen. Aan de andere kant heb je nu ook afgesproken met Naomi en Tessa, dat kun je niet zomaar afzeggen, toch?

                Naar huis

                Toch samen eten

                    Keuzes (117)

                    Je denkt er hetzelfde over als vanmorgen, zomaar over het hekje heen springen kan niet. Je zoekt nog een keer en vindt eindelijk je kaart. Gauw ga je door het hekje richting het perron. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij glimlacht naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Je schiet in de lach, wat een toeval! “Haha ja, nog niet veel geleerd he!” “Nee, maar je hebt ’t weer gered. Kies gauw een plekje uit.”

                    Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

                    Naar de winkel

                      Keuzes (116)

                      Vanochtend heb je gezocht, maar je weet niet zeker of je dat nu gaat redden. Je zet de smoothie op het tussenschot van het poortje, legt de koek ernaast en springt met een soepele beweging over het poortje. Snel pak je je eten en drinken. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij kijkt boos naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Shit, wat een toeval! “Eeum, ja, denk het wel,” mompel je. Hij kijkt nog iets serieuzer. “Vanochtend kreeg je nog complimenten van me, maar nu nam je de regels wat minder serieus, zag ik.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Voor deze keer kun je nog bij mij inchecken, maar laat dit nooit meer gebeuren.” “Nee, meneer,” zeg je terwijl je je wangen voelt gloeien. “Kies maar gauw een plekje uit.” Snel ga je ervandoor. Eenmaal in de coupé zie je Tessa met een hele brede glimlach. Je slaat haar hard op haar arm. “Au, waar is dat goed voor?” zegt ze, nog steeds lachend. “Je zit me gewoon uit te lachen!” “Tsja, jij was stout geweest en je krijgt een standje van de conducteur. Je mag blij zijn dat hij je niet in de hoek heeft gezet,” zegt Naomi met een uitgestreken gezicht. Je kijkt haar vuil aan.

                      Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

                      Naar de winkel

                        Keuzes (115)

                        Vanochtend heb je je les wel geleerd: zomaar over het hekje heen springen kan niet. Je zoekt nog een keer en vindt eindelijk je kaart. Gauw ga je door het hekje richting het perron. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij glimlacht naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Je schiet in de lach, wat een toeval! “Haha ja, nog niet veel geleerd he!” Hij kijkt iets serieuzer, “Nou, niet qua op tijd komen misschien, maar je hebt nu wel netjes ingecheckt, zag ik. Je hebt dus in elk geval wel wat geleerd.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Kies maar gauw een plekje uit.” Snel ga je ervandoor, het geplaag van Tessa negerend.

                        Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

                        Naar de winkel

                          Keuzes (114)

                          Je weet dat je vanochtend al op je kop hebt gehad, maar je hebt echt geen tijd om nu te gaan zoeken. Misschien heb je deze keer meer geluk. Je zet de smoothie op het tussenschot van het poortje, legt de koek ernaast en springt met een soepele beweging over het poortje. Snel pak je je eten en drinken. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij kijkt boos naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Shit, wat een toeval! “Eeum, ja, denk het wel,” mompel je. Hij kijkt nog iets serieuzer. “En toen heb ik je ook al gewaarschuwd dat je niet over het hekje mag springen.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Volgens mij moeten we iets anders doen om tot je door te dringen. Eerst mag je even bij me inchecken, want je hebt geluk dat ik helemaal geen zin heb om vertraging op te lopen, waarbij iedereen last heeft van jouw gedrag, door je er bij het volgende station uit te zetten.” Dankbaar maar zenuwachtig houd je de kaart tegen de lezer. “Wacht maar even hier,” zegt hij met autoriteit en hij geeft je een klein zetje, zodat je nu met je neus tegen de wand aan staat. Even later komt hij terug, grijpt je bij de arm en draait je de andere kant op. “Een gelukje dat ik deze net vanochtend gekocht heb, gloednieuw en schoon.” In zijn hand houd hij een matje met stugge haren. Hij klapt een stoeltje in het balkon van de trein naar beneden en legt het matje erop. “Zo, nu mag je hier even op jouw speciale stoel gaan zitten.” Aarzelend zak je door je knieën en plaats je je gewicht op de stoel. Shit, dat prikt, zelfs door de broek heen, en je merkt dat het gevoel opbouwt als je langer zit of je probeert te bewegen. Toch kijkt de conducteur nog niet heel tevreden. “Blijven zitten,” zegt hij streng en hij loopt weer weg. Het zitten is onaangenaam en beschamend. Gelukkig is het niet druk. Even later komt hij terug met een dekentje en je vraag je af waarvoor. “Billen bloot,” zegt hij op dezelfde strenge toon. “Wa … wat? Dat kan toch niet?” zeg je met een knalrode kop. “Dat kan zeker wel, ik wil dat je ook echt wat voelt, want wie niet luisteren wil, moet voelen. Deze deken zorgt ervoor dat niemand je hoeft te zien.” Hij lust de deken rond je middel en kijkt je doordringend aan. “Wil je toch liever dat ik de stationspolitie bel?” Je slaat je ogen neer, prutst wat aan de knoop van je broek en trekt deze naar beneden. Je kijkt de conducteur smekend aan terwijl je de vingers achter het elastiek van je onderbroek haakt. “Die ook,” zegt hij zonder mededogen. Zuchtend ontbloot je je billen en ga je weer zitten. Fucccck, dat is nog echt heel wat erger. Je lijkt elk haartje wel in je huid te voelen duwen. Je enige troost is dat niemand in de gaten heeft hoe je daar zit. “Zo, blijven zitten tot ik je kom halen,” zegt de conducteur en hij loopt weg, jou alleen achterlatend.

                          Bij het volgende station is het een stuk drukker. Je probeert normaal te doen, mensen te groeten zonder te laten merken hoe je er nu bij zit. Je probeert op een prettige manier te zitten, maar iedere keer als je je gewicht verplaatst, wordt het erger. Dan komen Tessa en Naomi langs. “Waar blijf je nou, is die conducteur nog niet klaar met zijn preek?” vraagt Tessa. “Ik moet hier blijven zitten,” zeg je, vol schaamte. “Ach, heeft ons stoute meisje straf gekregen?” zegt Naomi smalend. Je voelt je te erg om mee te lachen en ze krijgen in de gaten dat je het niet leuk vindt. Je wenkt ze naar de plaatsen naast je en met je vinger geef je aan dat ze moeten fluisteren. “Hij heeft me op mijn blote billen op een matje gezet.” “Wat?” fluisteren ze beide, vol ongeloof. Voorzichtig til je een stukje deken op. “Jeetje, wat erg!” zegt Naomi. “Mag ik eens voelen?” vraagt Tessa. Voorzichtig verplaats je je gewicht naar de rechterkant, hoe zeer dat ook doet, zodat ze je bil kan voelen. “Je ziet alle afdrukken van de haartjes erin.” “Ja, en het doet ook ontzettend pijn,” beaam je. Troostend leggen ze hun hand op je schouder.

                          Bij het volgende station is het iets rustiger en komt de conducteur terug. “Heb jij je lesje geleerd?” “Ja, meneer,” zeg je, blik weer naar de grond. “Goed zo, dan mag je nu je kleren weer aantrekken.” Je kijkt snel rond om te zien of niemand anders dit gehoord heeft, maar zo te zien heeft iedereen oortjes in. Snel hijs je je broek op, met een grimas omdat je billen nu zo gevoelig zijn. De conducteur neemt afscheid en je loopt met Naomi en Tessa mee naar een andere plek. Daar probeer je een beetje te vergeten wat er gebeurd is.

                          De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

                          Naar de winkel

                            Keuzes (113)

                            Op het station aangekomen heb je toch aardig wat honger gekregen. “Ik ga nog heel even bij de Appie naar binnen, willen jullie ook wat?” Tessa schudt haar hoofd. “Nee, we moeten opschieten, anders moeten we wachten op de volgende trein.” Je wuift het weg. “Ach dat haal ik wel. Jij nog iets Naomi?” Ook zij schudt van nee. Je loopt op een drafje naar binnen en haalt een smoothie en een havermoutkoek. Wanneer je hebt afgerekend, zie je op de klok dat het nog haasten wordt. Of de duvel ermee speelt kun je wéér je OV-kaart niet vinden wanneer je door het poortje wil gaan. Had je ‘m nu maar wat netter opgeborgen … Hoe ga je dat nu oplossen?

                            Je springt over het hekje

                            Je blijft zoeken