Keuzes (117)

Je denkt er hetzelfde over als vanmorgen, zomaar over het hekje heen springen kan niet. Je zoekt nog een keer en vindt eindelijk je kaart. Gauw ga je door het hekje richting het perron. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij glimlacht naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Je schiet in de lach, wat een toeval! “Haha ja, nog niet veel geleerd he!” “Nee, maar je hebt ’t weer gered. Kies gauw een plekje uit.”

Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

Naar de winkel

    Keuzes (116)

    Vanochtend heb je gezocht, maar je weet niet zeker of je dat nu gaat redden. Je zet de smoothie op het tussenschot van het poortje, legt de koek ernaast en springt met een soepele beweging over het poortje. Snel pak je je eten en drinken. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij kijkt boos naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Shit, wat een toeval! “Eeum, ja, denk het wel,” mompel je. Hij kijkt nog iets serieuzer. “Vanochtend kreeg je nog complimenten van me, maar nu nam je de regels wat minder serieus, zag ik.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Voor deze keer kun je nog bij mij inchecken, maar laat dit nooit meer gebeuren.” “Nee, meneer,” zeg je terwijl je je wangen voelt gloeien. “Kies maar gauw een plekje uit.” Snel ga je ervandoor. Eenmaal in de coupé zie je Tessa met een hele brede glimlach. Je slaat haar hard op haar arm. “Au, waar is dat goed voor?” zegt ze, nog steeds lachend. “Je zit me gewoon uit te lachen!” “Tsja, jij was stout geweest en je krijgt een standje van de conducteur. Je mag blij zijn dat hij je niet in de hoek heeft gezet,” zegt Naomi met een uitgestreken gezicht. Je kijkt haar vuil aan.

    Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

    Naar de winkel

      Keuzes (115)

      Vanochtend heb je je les wel geleerd: zomaar over het hekje heen springen kan niet. Je zoekt nog een keer en vindt eindelijk je kaart. Gauw ga je door het hekje richting het perron. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij glimlacht naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Je schiet in de lach, wat een toeval! “Haha ja, nog niet veel geleerd he!” Hij kijkt iets serieuzer, “Nou, niet qua op tijd komen misschien, maar je hebt nu wel netjes ingecheckt, zag ik. Je hebt dus in elk geval wel wat geleerd.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Kies maar gauw een plekje uit.” Snel ga je ervandoor, het geplaag van Tessa negerend.

      Jullie gaan rustig ergens zitten en je hebt eindelijk tijd voor je versnaperingen. De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

      Naar de winkel

        Keuzes (114)

        Je weet dat je vanochtend al op je kop hebt gehad, maar je hebt echt geen tijd om nu te gaan zoeken. Misschien heb je deze keer meer geluk. Je zet de smoothie op het tussenschot van het poortje, legt de koek ernaast en springt met een soepele beweging over het poortje. Snel pak je je eten en drinken. Je rent naar de trein, maar je ziet dat de deuren al dicht zijn. “Irene, hier!” hoor je naast je roepen. Je kijkt opzij en ziet Tessa en Naomi wuiven bij een deur die nog open is. Zo snel als je kunt, ren je ernaartoe, met je koek en je smoothie in je hand, en spring je in de trein. “Haha, zooo, dat was krap, zeg,” zegt Tessa lachend. Je lacht, maar je kunt nog nauwelijks antwoorden. Dan zie je plots een conducteur langskomen. Hij kijkt boos naar je en dan herken je hem. “Had ik jou vanmorgen niet ook al gezien?” Shit, wat een toeval! “Eeum, ja, denk het wel,” mompel je. Hij kijkt nog iets serieuzer. “En toen heb ik je ook al gewaarschuwd dat je niet over het hekje mag springen.” Je kijkt even beschaamd naar de grond. “Volgens mij moeten we iets anders doen om tot je door te dringen. Eerst mag je even bij me inchecken, want je hebt geluk dat ik helemaal geen zin heb om vertraging op te lopen, waarbij iedereen last heeft van jouw gedrag, door je er bij het volgende station uit te zetten.” Dankbaar maar zenuwachtig houd je de kaart tegen de lezer. “Wacht maar even hier,” zegt hij met autoriteit en hij geeft je een klein zetje, zodat je nu met je neus tegen de wand aan staat. Even later komt hij terug, grijpt je bij de arm en draait je de andere kant op. “Een gelukje dat ik deze net vanochtend gekocht heb, gloednieuw en schoon.” In zijn hand houd hij een matje met stugge haren. Hij klapt een stoeltje in het balkon van de trein naar beneden en legt het matje erop. “Zo, nu mag je hier even op jouw speciale stoel gaan zitten.” Aarzelend zak je door je knieën en plaats je je gewicht op de stoel. Shit, dat prikt, zelfs door de broek heen, en je merkt dat het gevoel opbouwt als je langer zit of je probeert te bewegen. Toch kijkt de conducteur nog niet heel tevreden. “Blijven zitten,” zegt hij streng en hij loopt weer weg. Het zitten is onaangenaam en beschamend. Gelukkig is het niet druk. Even later komt hij terug met een dekentje en je vraag je af waarvoor. “Billen bloot,” zegt hij op dezelfde strenge toon. “Wa … wat? Dat kan toch niet?” zeg je met een knalrode kop. “Dat kan zeker wel, ik wil dat je ook echt wat voelt, want wie niet luisteren wil, moet voelen. Deze deken zorgt ervoor dat niemand je hoeft te zien.” Hij lust de deken rond je middel en kijkt je doordringend aan. “Wil je toch liever dat ik de stationspolitie bel?” Je slaat je ogen neer, prutst wat aan de knoop van je broek en trekt deze naar beneden. Je kijkt de conducteur smekend aan terwijl je de vingers achter het elastiek van je onderbroek haakt. “Die ook,” zegt hij zonder mededogen. Zuchtend ontbloot je je billen en ga je weer zitten. Fucccck, dat is nog echt heel wat erger. Je lijkt elk haartje wel in je huid te voelen duwen. Je enige troost is dat niemand in de gaten heeft hoe je daar zit. “Zo, blijven zitten tot ik je kom halen,” zegt de conducteur en hij loopt weg, jou alleen achterlatend.

        Bij het volgende station is het een stuk drukker. Je probeert normaal te doen, mensen te groeten zonder te laten merken hoe je er nu bij zit. Je probeert op een prettige manier te zitten, maar iedere keer als je je gewicht verplaatst, wordt het erger. Dan komen Tessa en Naomi langs. “Waar blijf je nou, is die conducteur nog niet klaar met zijn preek?” vraagt Tessa. “Ik moet hier blijven zitten,” zeg je, vol schaamte. “Ach, heeft ons stoute meisje straf gekregen?” zegt Naomi smalend. Je voelt je te erg om mee te lachen en ze krijgen in de gaten dat je het niet leuk vindt. Je wenkt ze naar de plaatsen naast je en met je vinger geef je aan dat ze moeten fluisteren. “Hij heeft me op mijn blote billen op een matje gezet.” “Wat?” fluisteren ze beide, vol ongeloof. Voorzichtig til je een stukje deken op. “Jeetje, wat erg!” zegt Naomi. “Mag ik eens voelen?” vraagt Tessa. Voorzichtig verplaats je je gewicht naar de rechterkant, hoe zeer dat ook doet, zodat ze je bil kan voelen. “Je ziet alle afdrukken van de haartjes erin.” “Ja, en het doet ook ontzettend pijn,” beaam je. Troostend leggen ze hun hand op je schouder.

        Bij het volgende station is het iets rustiger en komt de conducteur terug. “Heb jij je lesje geleerd?” “Ja, meneer,” zeg je, blik weer naar de grond. “Goed zo, dan mag je nu je kleren weer aantrekken.” Je kijkt snel rond om te zien of niemand anders dit gehoord heeft, maar zo te zien heeft iedereen oortjes in. Snel hijs je je broek op, met een grimas omdat je billen nu zo gevoelig zijn. De conducteur neemt afscheid en je loopt met Naomi en Tessa mee naar een andere plek. Daar probeer je een beetje te vergeten wat er gebeurd is.

        De rest van de reis gebeurt er niet veel spannends en zitten jullie gezellig te kletsen. Wanneer de reis voorbij is, stelt Naomi voor om samen te gaan eten. “Dan kunnen we eerst nog even boodschappen doen, snel wat koken en nog een gezellige avond hebben met Paul, Michiel en George.” Dat klinkt wel als een goed idee!

        Naar de winkel

          Keuzes (113)

          Op het station aangekomen heb je toch aardig wat honger gekregen. “Ik ga nog heel even bij de Appie naar binnen, willen jullie ook wat?” Tessa schudt haar hoofd. “Nee, we moeten opschieten, anders moeten we wachten op de volgende trein.” Je wuift het weg. “Ach dat haal ik wel. Jij nog iets Naomi?” Ook zij schudt van nee. Je loopt op een drafje naar binnen en haalt een smoothie en een havermoutkoek. Wanneer je hebt afgerekend, zie je op de klok dat het nog haasten wordt. Of de duvel ermee speelt kun je wéér je OV-kaart niet vinden wanneer je door het poortje wil gaan. Had je ‘m nu maar wat netter opgeborgen … Hoe ga je dat nu oplossen?

          Je springt over het hekje

          Je blijft zoeken

              Keuzes (112)

              “Ik kies… ‘de Tasman’,” besluit je. Tessa geeft je een high five en Naomi kijkt je met een vuile blik aan, al schiet ze ook gauw in de lach. Het is best een eindje lopen, maar het is nog steeds prachtig weer en een wandeling is zeker geen straf. Een groot deel van het publiek is al richting de uitgang en daardoor staat er eigenlijk geen wachtrij. Binnen een minuut voel je hoe de beugel van het karretje tegen je middel aangedrukt wordt en kan de rit beginnen. De rit begint met een spookachtige inleiding en een storm waarna je naar buiten gekatapulteerd wordt en de achtbaan zelf begint. Die gevoelens in je buik wanneer je de hoge heuvel afdondert, zijn elke keer weer bijna overweldigend, maar nog net prettig. Wanneer je weer terugkomt in het station, merk je dat er helemaal geen mensen staan voor het poortje van de bank waar jullie met z’n drieën naast elkaar zitten. “Hey, kijk eens, volgens mij kunnen we blijven zitten!” En inderdaad, er komen geen andere bezoekers meer en even later vertrek je voor nog een ritje, net zo spannend als het eerste. “Misschien kunnen we nog een keer blijven zitten, we hebben nog wel een kwartiertje tot sluitingstijd” zeg Naomi. “Ik hoop het ook!” zegt Tessa enthousiast. “Dit is altijd het favoriete gedeelte van de dag, nergens wachten en overal nog snel even in.” Wanneer je in het station aankomt, zie je dat het nu wat drukker is. De beugels gaan omhoog, maar jullie blijven zitten. “Kom dames, opstaan, er willen nieuwe gasten in,” zegt een parkmedewerker op de kant. “Maar ze kunnen toch ook daar zitten? Twee hiervoor en een rechtsachter, plek genoeg.” probeert Naomi. “We gaan hierover niet in discussie, kom.” zegt de medewerker nu wat strenger. Je wil opstaan, maar Naomi houdt je tegen. “Nee, we hoeven niet te gaan Irene, er is plek genoeg.” Je twijfelt, maar je blijft toch zitten, aangemoedigd door het feit dat ook Tessa niet opstaat. De medewerker zucht. “Ik hoef er toch geen versterkingen bij te halen he?” Dan duikt plots al een collega op, diezelfde medewerker die jullie al eerder heeft toegesproken. “Ah, deze gevallen weer. Ik denk dat ik inmiddels wel weet waar ze op reageren.” Zonder aarzeling zet hij een voet in de boot en grijpt Naomi bij haar oor. Voor je kunt reageren op wat er gebeurt, heeft hij ook jouw oor te pakken. “Au au au au au,” gil je, maar hij heeft het zo stevig vast dat je niets anders kunt dan opstaan en hem volgen terwijl hij je de boot uit begeleidt, nou ja, zeg maar gerust trekt. In een ooghoek zie je dat Tessa langs de andere kant de boot uit probeert te vluchten, maar daar is alleen water en nu is ook zij gegrepen, ditmaal door de collega van jullie kwelgeest.

              Niet veel later staan jullie met zijn drieën in het kantoor. Je wrijft over je pijnlijke, heet aanvoelende oor dat wel net zo rood zal zijn als het schaamrood op je kaken. “Nou, uit het park zetten heeft niet zoveel zin denk ik, zo vlak voor sluitingstijd. Ik denk dat het gepaster is om jullie op de rode lijst te zetten,” begint de parkmedewerker “Nee! We komen hier zo graag!” roept Tessa uit. Je voelt je hetzelfde, maar je schaamt je te veel om iets te zeggen. “Kun je niet iets anders verzinnen? Dat we helpen opruimen ofzo?” probeert Naomi nog. “Daar hebben we gewoon personeel voor. Maar ik denk dat ik wel een gepaste oplossing weet.”

              “Wanneer ik mij als een kind gedraag, word ik ook als een kind behandeld.”

              Dit schrijf je nu voor de vijfentwintigste keer op het blaadje. Je schudt met je pols tegen de kramp en ziet naast je dat Naomi nog bezig is, maar Tessa inmiddels klaar is. “Ben jij ook bijna zover?” vraagt de medewerker streng aan Naomi. “Ik moet er nog twee,” mompelt ze. “Dan zal ik deze vast even nakijken.” Hij gaat over de regels en omcirkelt twee zaken bij Tessa en drie bij jou. “Deze regels zijn niet goed, doe maar opnieuw. En een beetje de vaart erin, we willen sluiten.” Je voelt je een stuk kleiner dan toen je nog even geleden zoveel plezier had in de achtbaan…

              “Zo, gaan jullie je de volgende keer beter gedragen?” vraagt de parkmedewerker als jullie naar buiten gelaten worden. “Ja meneer,” roepen jullie in koor. “Mooi, dan richting de uitgang, het park gaat zo sluiten. Eenmaal buiten proesten jullie het uit van de schaamte, het ongemak en het ongeloof. “Wow, oké, dat was echt heel erg, maar misschien ook wel een heel klein beetje leuk,” durft Tessa toe te geven. Misschien denk je er wel hetzelfde over.

              Op het station

                Keuzes (111)

                “Ik kies… het magische kasteel,” besluit je. Naomi juicht en Tessa pruilt even, al schiet ze ook gauw in de lach. Het is best een eindje lopen, maar het is nog steeds prachtig weer en een wandeling is zeker geen straf. Een groot deel van het publiek is al richting de uitgang en daardoor staat er eigenlijk geen wachtrij. Binnen een minuut voel je hoe de beugel van het karretje tegen je middel aangedrukt wordt en kan de rit beginnen. Die rit brengt je langs alle kamers van het kasteel, van de rijk gevulde eettafels en danszalen tot de wapenkamers. Overal zijn geanimeerde poppen geplaatst, levensecht. Je weet ook wel waarom Naomi hier zo graag naartoe wilde of eigenlijk waarom jullie dit allemaal een leuke attractie vinden. In de kerkers onder het kasteel zijn er niet alleen gespeelde gevangenen die op middeleeuwse wijze worden gemarteld, er zijn ook enkele dames van lichte zeden die wiegen met hun blote billen terwijl ze met hun gezicht naar de muur staan te wachten op hun straf, terwijl een ongelukkige lotgenote over een tafel is vastgebonden en er met een grote leren riem van langs krijgt. Een gewaagd, en voor jullie ook fascinerend, schouwspel dat ondanks de kritiek die het de laatste jaren gekregen heeft, door de parkeigenaren met hand en tand verdedigd wordt.

                Wanneer de rit is afgelopen, ben je weer aardig in een melige stemming. “Was je weer aan het staren naar dat meisje dat met de riem krijgt, Naomi?” begin je. “Nee hoor, daar zou ik nooit naar kijken, ik ben een net meisje,” antwoordt ze hautain. “Ja ja, jij zou nooit denken aan billenkoek toch?” zeg je smalend wanneer je haar op haar broek slaat. “Dat zet ik je betaald!” schreeuwt Naomi en ze rent achter je aan, terwijl ook Tessa kans ziet zich met de situatie te bemoeien. Tot ineens… Weer diezelfde parkmedewerker. Hij staat met zijn armen gekruist voor jullie neuzen. “Volgens mij had ik jullie al heel vaak gewaarschuwd of niet?” De stemming slaat direct om en je weet niet goed wat te zeggen. “Nou, uit het park zetten heeft niet zoveel zin denk ik, zo vlak voor sluitingstijd. Ik denk dat het gepaster is om jullie op de rode lijst te zetten.” “Nee! We komen hier zo graag!” roept Tessa uit. Je voelt je hetzelfde, maar je schaamt je te veel om iets te zeggen. “Kun je niet iets anders verzinnen? Dat we helpen opruimen ofzo?” probeert Naomi nog. “Daar hebben we gewoon personeel voor. Maar omdat jullie zo geïnteresseerd zijn in straf, weet ik nog wel een manier om dit op te lossen.”

                Niet veel later ga je met het schaamrood op de kaken door een onderhoudsdeur van het Magische Kasteel. Waarom je dit hebt toegezegd, weet je ook niet meer precies, al was het misschien beter dan op de zwarte lijst terechtkomen. “Ga maar naast de poppen staan.” Een voor een schuifelen jullie richting de poppen. “Gezicht naar de muur” is het volgende commentaar. “En nu billen blootmaken!” klinkt de laatste opdracht. Met trillende vingers maak je aarzelend de knoop van je broek los en trek je die naar beneden, vervolgens gevolgd door je ondergoed. Naast je zie je dat Tessa en Naomi hetzelfde doen. “Zo, ik ga de rit weer aanzetten. Over een kwartier is de laatste rit en dan kom ik jullie ophalen.” Je durft niet te kijken of te praten, je wil alleen zo stil mogelijk blijven staan en zo te zien denken je vriendinnen er niet anders over. Je hoort hoe aangekondigd wordt dat, met excuses voor het ongemak, de rit nu weer hervat wordt. De muziek begint weer te spelen en je hoort hoe de karretjes rijden. Dan nog het dilemma, moet je met je heupen wiegen om niet te veel op te vallen? Naomi besluit dat te doen en al gauw volgen jij en Tessa ook maar. Wat is dit beschamend zeg! Maar goed dat niemand je gezicht kan zien en dat je niemand hoeft aan te kijken. Af en toe denk je gelach te horen en beeld je je in hoe er naar je gewezen wordt, maar of dat zo is zul je nooit weten.

                “Zo, gaan jullie je de volgende keer beter gedragen?” vraagt de parkmedewerker als de rit stilstaat en jullie naar buiten gelaten worden. “Ja meneer,” roepen jullie in koor. “Mooi, dan richting de uitgang, het park gaat zo sluiten. Eenmaal buiten proesten jullie het uit van de schaamte, het ongemak en het ongeloof. “Wow, oké, dat was echt heel erg, maar misschien ook wel een heel klein beetje leuk,” durft Tessa toe te geven. Misschien denk je er wel hetzelfde over.

                Op het station

                  Keuzes (110)

                  De rij voor het park is gelukkig niet lang en de stemming zit er goed in. Eerst bekijken jullie samen een themarit en daarna is het tijd voor de eerste achtbaan. Je gilt het uit van de snelheid en de adrenaline die je krijgt door de rit. Deze gevoelens leiden tot een baldadig spelletje, waarbij je, wanneer niemand in de buurt is, gauw een tik probeert uit te delen op de billen van Naomi of Tessa, terwijl je zelf hun pogingen om jou te slaan probeert te ontwijken. Zij weten dat jij regelmatig bij Paul over de knie gaat, net als dat Naomi van George op haar billen krijgt en Tessa van Michiel billenkoek krijgt. Net nadat je Tessa een keer goed te pakken hebt genomen, zie je dat er een parkmedewerker de hoek om is gekomen. Met een afkeurende blik kijkt hij je aan. Zodra hij weg is, proesten jullie het alle drie uit. Toch heeft het wel indruk gemaakt en je neemt even pauze met het spelletje. Dat je ineens wat serieuzer bent, straalt ook af op de anderen en algauw is het spelletje gestopt. Zo genieten jullie de rest van de ochtend van het park, de ritjes en de achtbanen.

                  “Zullen we zo wat gaan eten?” vraagt Naomi. “Goed idee!” zegt Tessa. “Dan kunnen we in de bootjes gaan zitten en een rondvaart maken. Dat duurt 25 minuten, precies genoeg om alle boterhammen op te eten.” “Hè, boterhammen, ik dacht dat we even naar een restaurant zouden gaan?” antwoord je verbaasd. Tessa kijkt zuur. “Nou, vorige maand heb ik weer rood gestaan, dus ik had Michiel gevraagd me te helpen met de financiën. Het kaartje voor vandaag kon er nog wel vanaf, maar ook nog een dure lunch kopen hier wordt wel wat krap en dat is het me ook echt niet waard.” Ze kijkt er enigszins pijnlijk bij en je snapt wat ze bedoelt… “Nou ja, ik moet wel nog even wat halen, zal ik anders wat koffie en lekkere koeken kopen? Dan kunnen we misschien delen met je broodjes.” “Ja, en dan haal ik nog een warm broodje,” valt Naomi bij. Tessa accepteert het voorstel dankbaar en een paar minuten later zitten jullie samen in het bootje. Je deelt al het eten en geniet van het mooie weer.

                  Na het middageten kom je in een gedeelte van het park waar je nog nooit geweest bent. Hier is onlangs een zwembad en een waterspeeltuin aangelegd. De meeste gebruikers zijn kinderen, met de ouders langs de kant, maar de speeltuin is voor iedereen toegankelijk. Omdat jullie allemaal van zwemmen houden, heb je afgesproken ook zwemkleding mee te nemen. Er is geen kleedhokje, maar als twee van jullie een grote handdoek vasthouden, kan de ander in het midden omkleden. Eerst kleed je jezelf om, daarna is Naomi aan de beurt. Je kunt je goed voorstellen wat George in haar ziet. Ze is Surinaamse met een heel donkere huid, net iets kleiner dan jij. Ze heeft een mooi gezicht en bijna altijd een aanstekelijk vrolijke uitstraling. Ook niet onbelangrijk zijn haar mooi gevormde billen, die gezien Georges voorkeuren hem zeker hebben aangetrokken.

                  Dan is Tessa aan de beurt. “Wil je me insmeren?” vraagt ze wanneer ze is omgekleed. Met een hand haal je haar rode, lange haar uit haar nek, met de ander smeer je haar in. Het is belangrijk dat Tessa zich goed en vaak insmeert, want met haar bleke huid en sproetjes op de schouders verbrandt ze snel. Zorgvuldig werk je naar beneden toe, via haar onderrug naar haar kleine, maar mooi gevormde achterwerk. Je weet van haar verhalen dat ze heel snel rood en daarna blauw wordt, maar dat staat haar niet in de weg om een flink pak slaag te kunnen verdragen. Dat moet ook wel, want met haar brutale opmerkingen vraagt ze er wel om. “De rest kun je zelf,” zeg je terwijl je opstaat. “Doe je mij ook even?” Tot slot help je Naomi nog even en dan gaan jullie het water in.

                  Je bent volledig opgegaan in een gedeelte waar je tot je kuiten in het water staat en wacht tot er water naar beneden wordt gestort. Tot je een flinke klets hoort en daarna een brandend gevoel in je linkerbil voelt. Je kijkt verschrikt op en ziet Naomi grijnzend naast je staan. “Dat zet ik je betaald!” roep je terwijl je in de achtervolging op een nu wegrennende Naomi gaat. Uiteindelijk drijf je haar in de hoek en haal je hard uit. “Ooh, dat is te hard!” roept ze verontwaardigd en gaat vervolgens lachend achter jou aan. In je vlucht zie je Tessa voorovergebogen staan. Je kunt het niet laten en met een ferme klap laat je je hand ook op haar billen neerkomen. Nog harder lachend ren je nu met twee dames achter je aan door het water… Tot je plots gestopt wordt door een parkmedewerker, dezelfde als die jullie vanmorgen ook al heeft gezien. “Dames, ik had geloof ik vanochtend al moeten ingrijpen. Dit is ongepast gedrag voor dit park. Als jullie zo doorgaan, zal ik jullie moeten verwijderen, is dat duidelijk?” Als schoolmeisjes kijken jullie naar de grond. “Ja meneer,” zeg je in koor. Wanneer hij weg is, schiet je van de spanning in de lach. “Nou, niet eerlijk!” pruilt Tessa en ze draait zich om om de handafdruk op haar bil te laten zien. “Tsja, ’t leven is niet altijd eerlijk, Tes,” zegt Naomi gemeen.

                  “Wat gaan we als laatste doen?” vraag je wanneer jullie uitgebadderd en aangekleed zijn. “Ik wil nog wel naar het magische kasteel” zegt Naomi. “Nee, naar “De Tasman”, die achtbaan hebben we nog niet gehad en nu is het rustig.” Ze kijken je aan. “Zo te zien mag jij beslissen, Irene.

                  Naar het Magische kasteel

                  Naar “De Tasman”

                      Keuzes (109)

                      Nee, over dat hekje springen kan gewoon echt niet… Verwoed begin je te zoeken en tot je geluk vind je onderin je tas eindelijk je OV-kaart. Je checkt snel in en roept “Stop! Wacht!” wanneer je het fluitje hoort op het perron. Dan krijg je oogcontact met de conducteur. Hij glimlacht naar je en wuift je naar zijn deur. Buiten adem klim je naar binnen. “Zo, dat was net op tijd, hè! Ik zag dat je nog aan het zoeken was naar je kaart. Ik heb ook wel eens mensen gezien die dan maar over het hekje heen springen, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Dus als ik dan iemand zie die het juiste doet, dan wil ik dat wel belonen.” “Dankjewel!” zeg je wanneer je iets minder hijgt en je gaat op zoek naar Naomi en Tessa.

                      “Zo, heb je gerend?” vraagt Naomi wanneer ze je rode gezicht ziet. “Ja, ik moest nog rennen om op tijd te zijn, maar het is gelukt! Je ploft neer op de bank naast Tessa. Al snel ben je de stress vergeten. Samen blijven jullie gezellig kletsen tot je bij het pretpark aankomt.

                      Bij het pretpark

                        Keuzes (108)

                        Je kijkt even of niemand je ziet en wanneer je je veilig voelt, spring je met een soepele beweging over het poortje. Daarna ren je naar de trein aan het eind van het perron en spring je net op tijd de trein in, op zoek naar je vriendinnen. Net op het moment dat je ze aan het eind van de wagon ziet zitten en je naar ze zwaait, word je van achter bij je schouder gepakt. “Jongedame, waar ga jij naartoe?” Geschrokken draai je je om en kijk je recht in het gezicht van een conducteur. “Volgens mij sprong jij net over het poortje, of niet?” “Euh, ja…” antwoord je bedremmeld. “Is er een reden waarom ik je niet bij het volgende station eruit zou zetten?” zegt de conducteur streng. “Sorry” zeg je, starend naar de grond, “Ik wou wel inchecken, maar ik kon mijn kaart niet vinden en ik wilde de trein niet missen want mijn vriendinnen zitten er al in.” Je kijkt even op naar Tessa en Naomi die giechelend naar het spektakel kijken. “Ik wilde wel inchecken, echt!” probeer je nog. De conducteur bromt. “Nou, vooruit. Je kunt bij mij inchecken, maar laat ik het niet nog eens zien!” “Nee meneer,” zeg je terwijl je de kaart tegen de lezer houdt. “Goed, ga dan nu maar bij je vriendinnen zitten.” Met rode wangen draai je je om. Je ziet dat Naomi en Tessa nog steeds lachen en je slaat Tessa hard op haar bovenbeen. “Au, waar is dat goed voor?” zegt ze, nog steeds lachend. “Je zit me gewoon uit te lachen!” “Tsja, jij was stout geweest en je krijgt een standje van de conducteur, dat wilden wij wel zien hoor. Je mag blij zijn dat hij je niet in de hoek heeft gezet,” zegt Naomi met een uitgestreken gezicht. Je kijkt haar vuil aan en gaat zitten. “Ik wilde gewoon niet zonder jullie gaan!” Naomi wrijft over je arm. “Dat snap ik wel, liefje, het was gewoon even grappig. Maar nu ben je er!” Samen blijven jullie gezellig kletsen tot je bij het pretpark aankomt.

                        Bij het pretpark