Tanja en de controlearts

“Wat een dag!” denkt Karel, terugdenkend aan zijn bezoek aan Rosa die ochtend. Tanja had hem een gouden tip gegeven toen ze zei dat een van haar teamleden het niet zo nauw nam met de regels rondom ziekmeldingen. Hij genoot ervan om zo streng te kunnen optreden. Dat durfde hij inmiddels te zeggen. Zijn gedachten gaan terug naar een aantal jaar geleden, toen hij nog diep in de kast zat. Niet de bekende kast voor homo’s, maar een klein kastje ernaast, voor spanko’s. Daar zat hij opgesloten, tot Tanja langskwam.

Hij was 46 jaar oud en woonde al 15 jaar boven zijn eigen huisartsenpraktijk. Een lange relatie had hij nooit gehad. Aan de andere kant, hij was er ook nooit echt naar op zoek geweest. Avontuurtjes interesseerden hem nog minder. Het grootste deel van de dag bracht hij door in zijn praktijk of op huisbezoek. Hoewel hij niet echt oud was, was hij een huisarts van de oude stempel. Hij maakte graag tijd voor een praatje, een gesprek, net dat beetje extra. Hij voelde de waardering die hij ervoor terugkreeg, en van die liefde kon hij leven.

Niet elke patiënt is even gemakkelijk. Soms moet je wat langer volhouden voordat ze inzien dat je als dokter het beste met ze voor hebt. Karel was een volhouder. Hij zette schema’s in elkaar of sprak de patiënten soms streng toe. Diep van binnen had hij soms ook wel andere manieren in gedachten om de patiënt op de goede weg te leiden. Karel hield niet van deze gedachten en stopte ze diep weg. Ze hadden niets met de moderne tijd te maken, en dat ze vooral bij jonge, vrouwelijke patiënten naar boven kwamen, vond hij des te verontrustend.

En toen kwam Tanja in zijn praktijk. Ze was net verhuisd om als teamleider aan de slag te gaan bij de lokale vestiging van het grootste pakjesbedrijf van het land en zocht naar een nieuwe huisarts. Zoals bij elke nieuwe inschrijving begon de relatie met een kennismakingsgesprek. Hierin kon de medische historie besproken worden (weinig bijzonders) en kreeg hij een beeld van wat voor vlees hij in de kuip had. Hij trof een energieke dame met een druk sociaal leven en een uitdagende nieuwe baan. Karel was altijd voorzichtig met het maken van grapjes tijdens eerste gesprekken, maar hij voelde zich genoeg op zijn gemak om wat te proberen. Zijn indruk was dat hij met een humorvolle en intelligente jonge vrouw te maken had. Je hebt je patiënten niet voor het uitkiezen, maar dit was een goeie aanwinst voor de praktijk.

Eerlijk gezegd was het letterlijke vlees hem ook niet ontgaan. Met haar lange blonde paardenstaart en een lengte van 1.75 m was ze een mooie verschijning. Bij het pakken van haar jas viel Karels blik op haar welgevormde achterwerk, verpakt in strakke jeans. Zoals altijd maakte hij zich wijs dat hij het niet gezien had, dat hij niet had gestaard, dat je überhaupt niet zo naar een jongedame kijkt. Als hij eraan terug denkt, moet hij grinniken. Wat hield hij zichzelf voor de gek. Als hij haar profiel van achteren nu zou tekenen, kon de politie het zo als opsporingsmateriaal gebruiken.

Tot Karels geluk kwam Tanja enkele weken later weer bij hem langs. Ze was inmiddels volop met haar werk bezig, maar had moeite om het drukke schema te combineren met haar sociale leven. Ze had wat last van vermoeidheid en hoofdpijn. Een andere dokter had het misschien bij pijnstillers en wat halfslachtig advies gelaten, maar zo zat Karel niet in elkaar. Hij had geluisterd naar haar verhaal en haar aangeraden een schema van haar dagelijkse bezigheden bij te houden. Tanja had beloof alles bij te houden. Vol goede moed had hij haar buiten gelaten.

Twee weken later bleek die goede moed niet voldoende te zijn geweest. Toen hij naar haar schema keek, bleek het tot zijn teleurstelling nauwelijks ingevuld. “Mevrouw Danneels, we hadden afgesproken dat u zou bijhouden wat u elke dag zou doen. Dit is bijna niet ingevuld!” Tanja zuchtte. “Voor de zoveelste keer, zeg maar Tanja hoor. Het is gewoon zo vermoeiend! Na een hele dag werken heb ik geen tijd voor een heel schema.” Karel schudde zijn hoofd. “Zo blijf je in hetzelfde cirkeltje zitten. De volgende keer wil ik meer inzet zien. Hebben we dat afgesproken?” Er kwam geen reactie, maar hij bleef haar strak aankijken. Uiteindelijk bond ze in, min of meer. “Al goed, ik maak dat stomme schema al, dan hoef je er niet meer om te zeuren.” Karel zweeg. Eigenlijk had hij wel een idee wat er aan zulke brutale reacties op zijn raad gedaan kon worden, maar die gedachte werd snel weggestopt.

Na nog twee weken kwam Tanja opnieuw bij hem langs. Haar klachten waren erger geworden. Het lukte niet meer om zich te concentreren. Toch was er van het schema weinig gekomen. Karel raakte geïrriteerd. “Mevrouw Danneels, wij hadden een afspraak gemaakt. U zou dit schema invullen zodat we een duidelijker beeld kunnen krijgen van uw levensstijl, om daarna een plan te maken voor de verbetering van uw gezondheid. U heeft wederom uw best niet gedaan. Tanja wuifde het weg. “Dat schema is saai en ik heb het druk. Kunt u niet gewoon een sterkere pijnstiller uitschrijven?” Karel keek haar streng aan. “Een sterkere pijnstiller lost niets op. U moet kijken naar uw levensstijl. Het wordt tijd dat u uw gezondheid serieus neemt.” Tot zijn verbazing begon Tanja te gapen. Misschien was het enkel de vermoeidheid, maar hij kreeg het idee dat hij niet serieus genomen werd, dat hij uitgelachen werd. “Als u niet meewerkt, zal ik u over de knie moeten nemen om het te laten binnendringen!”

O, waarom had hij dat toch gezegd! Die vraag bleef nog dagen door zijn hoofd spoken bij het slapengaan. Natuurlijk had hij wel vaker zulke gedachten gehad, maar zoiets zei je niet hardop, en zeker niet tegen een patiënte! Toch had ze vrij luchtig gereageerd. “Nou, je meent ‘t wel he. Al goed meneer de dokter, ik zal mijn schema invullen.” Ze maakten een nieuwe afspraak voor over drie weken. Op de ochtend van de afspraak bleek Tanja echter niet in de wachtkamer te zitten. Nu kan iedereen te laat komen, maar een uur later was ze er nog niet. Waren de klachten misschien ernstiger geworden? In de lunchpauze belde hij haar op, maar kreeg alleen de voicemail te horen. Ongerust besloot hij naar haar werkgever te bellen. Daar kreeg hij te horen dat ze die dag zou thuiswerken. Niet geheel gerustgesteld maakte hij ruimte in zijn middagronde om bij haar langs te gaan.

Rond een uur of drie, na een routinecontrole bij mevrouw Gerits, stond hij bij Tanja voor de deur. Hij belde aan. Niets. Ook een tweede poging bleef zonder succes. Met gedachten aan een flauwgevallen Tanja, hulpeloos op de grond, besloot hij brutaal via de achterdeur te gaan. Door het raampje zag hij haar op de stoel zitten, met een laptop op schoot. Gelukkig, ze was niet van haar stokje gegaan. Hij klopte op het raam, maar kreeg geen reactie. Nog wat harder tikken, weer geen reactie. Zou er dan toch wat zijn?
Karel opende de deur en stapte naar binnen. Hij zag Tanja opschrikken van de koude wind die binnen kwam waaien. Ze draaide zich om en trok twee oordopjes los. Met grote ogen keek ze hem aan. “Karel, wat doe jij nu hier?!” Hij was even de weg kwijt. “Nou, eeum, mevrouw Danneels, u was vanochtend niet op uw afspraak en, eeum, ik, ik maakte me een beetje zorgen.” Een grote glimlach verscheen op Tanja’s gezicht. “En je bent speciaal langsgekomen om te kijken hoe het met me ging, wat lief! Je ziet er geschrokken uit. Ik zet wel even een kopje thee voor ons.”

Een paar minuten later zat hij op de bank met een dampende kop thee op het tafeltje voor hem. Inmiddels was hij tot rust gekomen, maar er kwamen nu ook vragen bij hem op. “Mevrouw Danneels, de reden dat ik bij u langs ben gekomen, is dat u uw afspraak vanmorgen heeft gemist”. “Nee toch, dat is toch volgende week?” Ze pakt haar mobiele telefoon en begint te bladeren. “Goh, je het gelijk, het is vandaag. Nou ja, ik had ‘t zo druk, ‘t is me helemaal ontgaan.” Karel raakt een beetje geïrriteerd. Had hij zich hier nu zulke zorgen om gemaakt? “Nu goed, heeft u dan in elk geval het schema van de afgelopen weken voor mij?” Tanja keek nog steeds naar haar scherm. “Hmm? Schema? Nee sorry, heb ik niet.”

Karel kookte van binnen. Wat dacht deze dame wel! Dat hij zo maar wat bedacht voor zijn eigen plezier? Hij zette zich in voor haar gezondheid en hij kreeg alleen desinteresse terug. Dit was werkelijk onaanvaardbaar. Hij ging staan en verhief zijn stem. “Mevrouw Danneels, legt u de telefoon even weg.” Met een laatste blik op het scherm legde Tanja de telefoon op tafel en keek ze omhoog naar Karel. “Jongedame, ik heb me enorm ongerust gemaakt over uw gezondheid. Als arts is het mijn taak om u te helpen en te voorkomen dat er ernstige klachten ontwikkelen. U lijkt het helemaal niet serieus te nemen. Als u niet, met volle aandacht, gaat meewerken aan het verbeteren van uw gezondheid, dan ga ik, dan zal ik..”. Ja, wat eigenlijk? Even stond Karel vol twijfel. Gelukkig nam Tanja die voor hem weg. Met een spottende blik in zijn ogen zei ze “Wat, me over de knie nemen?”

Zonder verder na te denken ging Karel tot actie over. Hij greep Tanja bij haar oor en trok haar overeind. “Auw, laat me los!” riep ze uit en ze probeerde met twee handen de greep rond haar oor los te krijgen. Karel was echter veel sterker en dwong haar richting de bank. In een beweging ging hij zitten en trok hij haar over zijn schoot. Met zijn linkerbeen pinde hij haar beide benen vast. Met zijn linkerhand zette hij haar rechterarm vast op haar rug, en met de andere begon hij het zitvlak van haar jeans te bewerken.

In een hoog tempo regende de klappen neer op het achterste van Tanja. Ze probeerde zich los te werken, maar Karel had haar in een ijzeren greep. “Au, laat me los!” schreeuwde ze uit, maar Karel negeerde haar. Na een minuut kreeg hij wel last van zijn hand. Zo’n spijkerbroek biedt behoorlijke bescherming, en zijn slagtechniek liet ook te wensen over. “Dit schiet niet op. Overeind!” wierp hij haar toe. Langzaam kwam ze overeind, nog steeds geschokt. “Broek uit!” kwam zijn volgende bevel. “Dat meen je niet, ben je gek geworden?” vroeg Tanja met grote ogen. Karel herpakte zich. Hij had een zenuw geraakt en besloot door te pakken. “Tanja, misschien ben ik gek geworden, maar ik ben ook ten einde raad. Ik maak me zorgen om je gezondheid, en je lijkt er niets om te geven. Dit is het enige dat ik nog kon bedenken dat ervoor zorgt dat je je prioriteiten verlegd. Wanneer je daar anders over denkt, zal ik gaan en je uitschrijven in de praktijk, aangezien ik je dan niet meer kan helpen. Als je het met mij eens bent, dan gaat je broek naar nu beneden en ga je weer liggen.”

Even staarde Tanja hem aan. Dan zuchtte ze en begon ze aan de knoop van haar broek te frunniken. Bevallig met haar heupen wiegend trok ze vervolgens haar broek naar beneden. Hierbij kwam haar slip ook deels naar beneden. Ze probeerde deze weer op te trekken, maar Karel greep in. “Laat maar zitten. Op de blote billen werkt het vast beter.” Hij zag dat ze rood werd, maar ze kwam wel over zijn schoot liggen. In een langzamer tempo ging hij vervolgens verder waar hij gebleven was. Hij merkte wel dat het nu minder pijn aan zijn hand deed. Gefascineerd zag hij dat de billen van Tanja onder zijn handwerk steeds roder werden. Ze begon ook ongemakkelijk heen en weer te schuiven, maar ze protesteerde niet meer.

Na enkele minuten besloot Karel dat ‘t genoeg was. “Sta maar weer op en trek je kleren weer aan.” Tanja stond op en wreef met haar beide handen over haar billen. Daarna kleedde ze zich weer aan. Karel stond op. “Nu je besloten hebt dat ik het beste met je voor heb, verwacht ik dat je meewerkt. Je kunt een afspraak maken voor volgende week, waarbij je met een ingevuld schema verschijnt.” “Ja Karel,” antwoordde Tanja gehoorzaam. Grappig, maar het leek net of ze een flauw glimlachje had.

Zonder verder iets te zeggen liep Karel richting de achterdeur. Bijna buiten hoorde hij Tanja weer. “Wacht, Karel, ik moet je nog iets laten zien!” Nieuwsgierig draaide hij zich om. “Hier, op de laptop” zei ze, en hij liep weer naar binnen. Over haar schouder keek hij naar het scherm. Daar zag hij een keurig ingevuld schema van de afgelopen weken. Alle werkzaamheden sinds haar laatste bezoek waren keurig gedocumenteerd en met kleuren in categorieën ingedeeld. “Ik, ik heb het schema ingevuld, zoals je zei. Ik vond het heel fijn dat je je zorgen maakte om mijn gezondheid en toen ik er over nadacht, ben ik het ook serieuzer gaan nemen”. Ze bleef even stil. “Ik vroeg me gewoon af of je het echt zou doen.”

Karel keek haar niet-begrijpend aan. “Wat echt zou doen?” Tanja begon te lachen. “Wat denk je zelf, me een pak slaag geven natuurlijk!” Karel begreep er niets van, hoe kon ze dat nu weten? “Ow, tuurlijk, ik wist niet dat je nu direct langs zou komen. Ik had eerder het idee dat je me met spoed morgen langs zou laten komen of zo. Je was assertiever dan ik dacht, zeker toen je me aan mijn oor trok.” Ze keek hem pruilend aan. Had ze hem voor de gek gehouden?

“U zegt dus, dat uw protesten gespeeld waren?” Tanja lachte weer. “Tsja, ‘t was niet gepland, maar niet slecht geacteerd he”. Karel voelde dat hij weer kwaad op haar werd. “Je hebt me dus bewust ongerust gemaakt, en me behandeld als speelgoed. Ik denk dat ik hier nog niet klaar ben. Trek je broek maar weer uit!”. De lach verdween van haar gezicht. “Karel, zo erg is het toch niet? Ik ben gezond, je hebt me gestraft, zo is ‘t goed.” Karel bleef resoluut. “Dit is een stuk erger dan een simpel pak slaag over de knie. Ik kom zo terug, dan liggen je broek en onderbroek gevouwen op tafel.”

Karel liep naar de keuken en trok de bestekla open. Daar vond hij een mooie stevige pollepel. Met dit instrument in de hand liep hij terug naar de woonkamer, waar Tanja nog als aan de grond genageld stond. “Ik merk dat ik je oren ook moet nakijken,” beet hij haar sarcastisch toe. Hij stak de pollepel in zijn broekzak, maakte de knoop van Tanja’s broek open, ritste haar broek los en trok deze, met haar onderbroek in een vloeiende beweging naar de grond. Tanja bleef als bevroren staan, niet protesterend, niet in staat om te handelen. “Stap er maar uit.” Tanja blijft staan. “Karel…” “Uitstappen!” beveelt Karel en Tanja stapt uit haar kleren. “Nu loop je naar de stoel, buigt voorover en plaatst je handen op de zitting van de stoel”. Tanja kijkt smekend naar Karel, maar ziet aan zijn harde blik dat zijn opdracht niet optioneel is. Ze loopt naar de stoel en neemt de voorgeschreven positie aan.

Karel liep naar haar toe en ging schuin achter haar staan. “Ik hoop dat hiermee duidelijk wordt dat ik niet met me laat sollen.” Zonder pauze liet hij zijn hand slagen regenen. Af en toe kwamen Tanja’s hand los van de zitting. “Handen blijven op de stoel,” zei Karel onverbiddelijk. Haar billen dansten heen en weer en ze draaide met haar heupen als een aantal klappen achtereen op dezelfde bil landden. Toen stopte hij. “Maak ik me duidelijk, mevrouw Danneels?” Tanja antwoordde gedwee. “Ja Karel, het spijt me dat ik zo met je ben omgegaan”. “Dat is fijn om te horen. Om zeker te zijn van blijvend resultaat, volgt er nog een afsluiting. Blijf zo staan.” Karel haalde de pollepel tevoorschijn en liet deze hard neerkomen op haar linkerbil, precies op de zitplekken. Tanja gilde het uit, van schrik en van pijn. Toch bleef ze Karel gehoorzamen. Opnieuw kwam de lepel neer, nu op de rechterkant. In een rustig tempo herhaalde hij dit patroon, altijd onder op haar billen. Er ontstonden enkele dieprode plekken. Tevreden bedacht Karel dat ze dit nog wel even zou voelen. “Zo moet ‘t voldoende zijn,” sloot hij af. Tanja begon direct stevig over haar billen te wrijven. Alles bij elkaar was dit een bevallig uitzicht, bedacht hij.

Tanja ging rechtop staan en draaide zich om. Ze pruilde een beetje. “Ok dat deed wel écht pijn. Maar misschien had ik het verdiend.” “Laat dat ‘misschien’ maar weg” kaatste Karel terug. “Maar zo is het afgedaan. Ik ben blij dat je ook zelf aan uw gezondheid werkt, maar we zijn er nog niet. Meld je je spoedig weer bij mijn praktijk.” Daarna veranderde hij van toon en besloot wat te wagen dat hij al jaren niet meer gedurfd had. “En Tanja, als je nog eens behoefte hebt aan een pak slaag, bel me dan op mijn eigen nummer”. Hij krabbelde wat op een briefje en liep zonder om te kijken de deur uit, Tanja met open mond achterlatend.

Later thuis had hij de zaak overdacht en zich voor gek verklaard. Ze zou nog eerder de politie bellen dan hem. Wel wist hij één ding zeker: die spanning, dat gevoel van macht dat nog steeds voor euforie zorgde, was iets wat al jaren bij hem ontbrak. En Tanja, met haar ronde billen, zo prachtig gekleurd… Tsja, dat waren geen gedachten die bij een arts-patiëntrelatie hoorde. Het wachten werd al snel ondraaglijk, zo vol waren zijn gedachten aan het avontuur van die middag.

Gelukkig bleek het voor Tanja ook precies te zijn waar ze op gehoopt had. Een sterke man, autoritair, handelend, streng, daar was ze naar op zoek. Hoewel, een klein gevoel voor humor zou ook niet misstaan. Er was een goeie klik op dit vlak, waar ze al jaren veel plezier aan beleefden. Met zijn sterkte hand zorgde hij ervoor dat zij haar gezondheid serieus bleef nemen. Daarnaast was er ook regelmatig een plagerijtje, waarna hij voor een gepaste straf zorgde. In die tijd was ook een hechte vriendschap ontstaan. Tanja was altijd avontuurlijker dan hij, en zorgde ervoor dat hij regelmatige ook in spannende nieuwe kringen kwam. Sinds hij haar kende, was zijn leven spannender dan hij ooit had kunnen bedenken.

En nu vandaag dus Rosa, die zich zeker voor de laatste keer ten onrechte ziek had gemeld. Hij had even getwijfeld of dit wel kon, maar met de verzekering van Tanja dat er geen problemen zouden zijn, en de gedachte aan een nieuw stel billen, liet hij zich gemakkelijk overtuigen. Plots worden zijn dagdromen verstoord. De bel gaat. Hij loopt naar de intercom. Wie zou er nog bellen op dit uur? “Ja?” Vraagt Karel. Hij hoort een vrouwenstem, een stem die hem bekend voorkomt. “Wil je open doen, Karel? Dit is Rosa en ik wil met je spreken.”

Rosa en de controlearts

Rosa ligt nog in bed. Ze heeft net voor de vierde keer op de snoozeknop gedrukt. Met een diepe zucht draait ze zich nog eens om. “Pfff, ik heb écht geen zin om vandaag naar het werk te gaan.” Bij de gedachte aan het werk dat nog ligt te wachten, valt ze al in slaap. En het is pas woensdag! “Dit trek ik echt niet,” besluit ze. Ze pakt haar telefoon en logt in op de HR-selfservice van haar werkgever. Met een paar drukken op de knop meldt ze zich ziek. Haar collega’s zullen het vandaag maar moeten oplossen, niets aan te doen. Af en toe wordt het gewoon even te veel en dan heb je zo’n dag voor jezelf nodig om even helemaal bij te komen. Natuurlijk mag het niet, maar de drukte bij de controleartsen is tegenwoordig zo groot dat niemand de eerste dag al direct gecontroleerd wordt. Rosa meldt zich na een dag altijd keurig weer beter, dus geen haan die ernaar kraait. Of Tanja, haar teamleider, haar nog gelooft, weet ze niet zeker. Ze keek erg bedenkelijk toen ze zich vorige maand een dagje had verontschuldigd, maar een goed getimed hoestje was voldoende om het gesprek te beëindigen. Niemand wil de boeman uithangen door te vragen of je wel écht ziek bent.

Om half 11 stapt Rosa uit bed en in haar pantoffels. In haar flanellen pyjama sloft ze naar de keuken en zet ze een flinke bak koffie. Met een bakje yoghurt geniet ze aan de keukentafel van haar ontbijt, dat om deze tijd ook gerust brunch had kunnen heten. Afwezig scrolt ze op haar telefoon wat door Facebook. Plots schrikt ze op; de deurbel. “Ik had gisteren toch niets besteld?” Soms kan ze alle pakjes ook niet meer uit elkaar houden. Langzaam loopt ze naar de intercom. “Ja?” vraagt ze op ongeïnteresseerd toon. “Controlearts” klinkt het aan de andere kant. Meteen is Rosa hyperalert. “Hoe kan dit, ik heb me net ziekgemeld, help!” schreeuwt het door haar hoofd. “Hallo?” wordt er gevraagd aan de andere kant van de lijn en Rosa beseft dat ze al minstens 15 seconden stil is. “Euh, ja, natuurlijk, derde, nee vierde verdieping,“ bazelt ze en ze laat de man het gebouw in.

In vliegende vaart vliegt Rosa door het huis. “Ik moet ziek lijken.” Ze klikt de waterkoker aan. Thee ziet er zieker uit dan koffie. Ze rent naar de slaapkamer, grist een dekentje uit de kast, vliegt weer terug naar de woonkamer en schenkt snel een kop warm water in. Wanneer de deurbel gaat, grist ze nog snel een theezakje mee en zet de thee op de koffietafel. Dan rent ze door naar de deur om deze te openen. In de opening staat een lange man, van een jaar of 50 en in een wat ouderwets grijs pak. Hij draagt een grote aktetas in de ene hand en een paraplu in de andere. “Goedemorgen mevrouw Hendrix, Karel Hertogs, controlearts”. Voorzichtig schudt Rosa hem de hand. “Zeg maar Rosa. Ik ga gauw naar binnen hoor, het tocht hier.” “Geen probleem, gaat u maar naar binnen.” Rosa loopt terug naar de bank en gaat onder de deken liggen. Wanneer Karel de kamer binnenstapt, steunt ze even opzichtig. “Ik zie het al aan uw voorhoofd, u heeft koorts” merkt hij op. Rosa voelt even. Van dat rennen daarnet heeft ze een paar zweetdruppels gekregen. “Ja, een graad of 39, denk ik.” “Heeft u zelf al gemeten?” Rosa schudt haar hoofd. “Dan moeten we dat straks even doen.”

Karel zet zijn tas op tafel. “Vertel eens, wat zijn de klachten.” Rosa kijkt vanaf de bank omhoog. “Nou, eum, koorts dus, en moeheid, en eigenlijk algehele malaise.” “Hmm,” is het antwoord van Karel. “Kunt u even opstaan, dan kan ik wat algemene controles uitvoeren.” Met een zucht staat Rosa op. Karel voelt aan haar voorhoofd en in haar nek. “Hmm,” zegt hij weer en hij pakt zijn stethoscoop. “Diep inademen.” Rosa ademt diep in, weer uit, weer in. Ze zwoegt een beetje met haar borst. Wanneer ze deze man kan afleiden, zal hij haar misschien sneller met rust laten. Karel haalt zijn stethoscoop weg. “Hmm, zou u nu de kin op de borst willen plaatsen, en het hoofd weer omhoog. Omlaag, omhoog. Nu de armen wijd, en terug. Wijd, en terug. Prima, dit gedeelte is afgerond. U kunt zitten.”

Karel pakt wat uit zijn aktetas, Rosa kan niet precies zien wat, en gaat links van haar zitten. “Omdat de hoogte van de koorts niet bekend is, zal ik die moeten meten. Ik ben daarin nogal ouderwets en zal de temperatuur rectaal bepalen, de enige betrouwbare methode. Als u even over mijn schoot plaatsneemt.” Geschokt kijkt Rosa hem aan. “Maar, dat meent u niet!” “Zeer zeker wel, mevrouw, maar het is zo voorbij.” “Dat kan toch niet!” zegt Rosa, net te hard, “Dat is gênant. Ik kan de temperatuur toch zelf meten?” Karel kijkt haar streng aan. “Mevrouw, ik ben hier in de officiële hoedanigheid als controlearts. Ik ben verplicht om zelf de temperatuur te constateren en bevoegd dit te doen op de wijze die mij het meest geschikt lijkt. De procedure duurt niet lang.” Rosa aarzelt. “Mevrouw, ik hoef toch geen aantekening te maken voor uw werkgever?” Met een zucht en een rood hoofd gaat ze over de schoot van Karel liggen. Ze wordt nog roder wanneer hij haar pyjamabroek tot halverwege haar dijen naar beneden trekt. “Geen ondergoed, dat scheelt tijd,” merkt Karel klinisch op. Rosa zwijgt van schaamte. “Billen een beetje omhoog, mevrouw.” Met heel veel tegenzin volgt Rosa de aanwijzing op. Met de vingers van zijn linkerhand duwt Karel de billen van Rosa een stukje uit elkaar. Met zijn rechterhand brengt hij de lange thermometer in. “Zo, nu moeten we even wachten op een correcte meting.” Rosa gaat door de grond. Wat is dit vernederend! Ze voelt zich als een heel klein meisje in het lichaam van een vrouw van 23. Na een eeuwigheid voelt ze de glazen huis in haar achterste weer naar buiten gaan, waarna haar spieren zich ontspannen. “Ziezo,” zegt Karel. Rosa wil overeind komen maar voelt hoe ze met een hand wordt tegengehouden. “Blijft u nog even liggen?”

Enigszins verbaasd blijft Rosa liggen. “Moet u nog een onderzoek doen?” vraagt ze. Karel negeert haar vraag. “De gemeten temperatuur is 37 graden. U heeft geen koorts.” “O?” klinkt Rosa gespeeld verbaasd. “Nou ja, niet bij elk ziektebeeld past koorts, toch.” “Dat klopt,” geeft Karel toe. “Op basis van uw symptomen heb ik echter toch een ziektebeeld kunnen samenstellen. Ik was in eerste instantie op het verkeerde been gezet. Doorgaans ziet men dit alleen bij kinderen.” Opgelucht haalt Rosa adem. Hoewel de manier waarop haar temperatuur is opgenomen zeer beschamend en onprettig was, lijkt ze toch nog van het tweede deel van haar ziektedag te kunnen genieten. “Wat mankeer ik, dokter?” “Nou mevrouw, u bent schoolziek.”

Rosa probeert weer overeind te komen, maar merkt dat ze wordt tegengehouden. “Schoolziek? Ik ben ziek hoor, ik heb hoofdpijn en koorts en” “Koorts heeft u niet, dat hebben we net bepaald. U heeft natuurlijk recht op een tweede meting, wanneer u dat wenst.” Rosa zwijgt. Alles behalve dat. “Dat dacht ik al,” gaat Karel verder. “Zoals ik zei, u bent schoolziek. Gelukkig weet ik daar een goede oplossing voor. Ik ga u een stevig pak slaag op uw billen geven. Gelukkig ligt u er al klaar voor”. Rosa kan haar oren niet geloven. “Dat meent u niet, dat is belachelijk, laat me los.” “Natuurlijk, u kunt gaan wanneer u wilt. Ik wil u er wel op wijzen dat ik dit als officieel medicijn ga voorschrijven. Niemand kan een doktershandschrift lezen, dus vragen zullen er niet komen. Het weigeren van een door de controlearts voorgeschreven medicijn staat echter gelijk aan dienstweigering, met ontslag tot gevolg. Dus zegt u het maar, blijft u liever thuis zitten of neemt u uw medicijn?”

Vol schaamte denkt Rosa na. Ze kan geen kant op. Natuurlijk, Karel zou kunnen bluffen, maar de gevolgen als dat niet zo is, zijn niet te overzien. Ze heeft haar baan heel hard nodig. Met veel moeite heeft ze dit appartement in het centrum kunnen huren en zonder baan kan ze het niet meer betalen. Ze besluit dat ze geen keus heeft. “Ik wil mijn baan graag behouden,” fluistert ze. “Een verstandige keus,” complimenteert Karel haar. Voordat we verder gaan, moeten we nog de formaliteiten nog afhandelen. Ze voelt hoe hij iets uit zijn zak haalt. “Karel Hertogs, 19 september 2019 bij patiënte Rosa Hendrix. Medische indicatie Influenza scholae. Toestemmingsopname medicijn. Mevrouw, als u even luid en duidelijk aangeeft welk medicijn u toegediend wil hebben.”

“Dit is een droom, dit is een nachtmerrie, wordt wakker Rosa!” Maar het is geen nachtmerrie: Rosa ligt hier echt, met haar billen bloot, over de schoot van een onbekende man, die ze moet vragen om haar te slaan. “Mevrouw,” herhaalt Karel. Rosa zwijgt nog even. “Ik, ik krijg pak slaag” zegt ze zachtjes. “Helaas kan mijn dicteerapparaat het zo niet opvangen. Kunt u een beetje luider spreken?” Vol nieuwe schaamte herhaalt Rosa haar woorden, een klein beetje harder. “Dat is al beter mevrouw, maar zou u voor de volledigheid nog iets luider willen spreken en een volledige beschrijving van de toediening willen geven. Staat van kledij, plaats van handelen, zulke zaken.” Rosa begraaft haar hoofd in de bank en gromt van frustratie. Na 10 seconden komt ze weer overeind. “Ik lig op schoot bij dokter Karel en krijg van hem een pak slaag op mijn blote billen.” “Uitstekend,” zegt Karel, en hij stopt het dicteerapparaat weg. “Dan kunnen we beginnen.”

Direct laat Karel zijn hand hard neerkomen op Rosa’s linkerbil, meteen gevolgd door een klap op haar rechter. In dat tempo blijven de harde klappen neerkomen. Rosa hapt naar adem. Ze is nog nooit op haar billen geslagen, althans niet meer dan een klein tikje. Ze wist niet dat het zo’n zeer kon doen. Onder de harde hand van Karel wiebelt ze heen en weer. Met haar voeten trommelt ze op de bank in een poging de pijn uit te bannen. Na een paar minuten stopt Karel even. Voor ze durft te denken dat hij klaar is, voelt ze hoe de huid van haar linkerbil naar buiten strakgetrokken wordt. Dan komt een hand hard neer op de gevoelige huid aan de binnenkant van haar bil, vlakbij haar anus. Ze schreeuwt het uit, maar Karel reageert niet. Na een dertigtal klappen wordt de andere kant strakgetrokken en voelt ze hoe ze met de vingertoppen van zijn hand een soortgelijke behandeling krijgt. Dan gaat hij weer verder met haar billen en de bovenkant van haar benen, tot alles gloeit.

“Zo, dat is voldoende opwarming. Komt u maar even overeind.” Licht gedesoriënteerd komt Rosa overeind. “U mag de handen achter uw hoofd vouwen.” Gehoorzaam volgt ze de aanwijzing op. Ze heeft nauwelijks in de gaten hoe onderdanig ze op de bank zit. Ook het feit dat de dokter al haar charmes kan zien, ontgaat haar. Ze ziet hoe hij een grote houten haarborstel met een platte achterkant uit zijn koffer haalt. Dan gaat hij weer zitten. “Neemt u weer plaats,” geeft hij aan en Rosa gaat weer liggen. Met een harde ‘plop’ komt de borstel onderaan haar rechterbil neer. Rosa veert onmiddellijk overeind. Bedriegen haar hersenen haar? Een volgende ‘plop’ volgt op de andere kant en nu weet ze het zeker. Dit doet oneindig veel meer pijn dan zijn hand! Hoewel het tempo lager ligt, is de pijn in haar achterste niet te beschrijven. Ze worstelt, ze schreeuwt, maar de klappen gaan door. Ze trappelt, maar de klappen gaan door. Ze probeert met haar hand haar billen te beschermen, maar deze wordt resoluut vastgepakt en op haar rug vastgepind. De klappen gaan door. En door. Rosa houdt het niet meer. Ze trekt haar rug krom, maar het helpt niet. Dan ploft ze met haar hoofd op de bank en begint ze te huilen. Ze merkt het niet als de klappen even later ophouden. Met haar hoofd op de bank huilt ze snikkend door. Na een minuut merkt ze dat ze niet meer geslagen wordt. “De heilzame werking van een pak slaag,” hoort ze Karel zeggen.

Om kwart voor 1 gaat Rosa voorzichtig zitten op haar bureaustoel. De kussens geven wel enige bescherming, maar haar gezicht vertrekt zichtbaar wanneer ze behoedzaam haar lichaamsgewicht op haar zitvlak zet. Vreemd is dat niet. Nadat Karel haar een officiële vrijstelling voor de ochtend had overhandigd en naar de volgende patiënt was vertrokken, had ze in de spiegel naar haar billen gekeken. Wat een ravage! Alles was op zijn minst rood, met enkele grote, dieprode vlakken en twee witte rondjes op het zitgedeelte, waar ze het meest gekneusd was. Het zou zeker nog dagen duren voor dit pijnlijke gevoel zou verdwijnen! Ze had haar pyjama uitgetrokken en vervangen door een wijde jurk, lang genoeg zodat niemand zou kunnen zien dat se nog steeds geen ondergoed aanhad. Ze had besloten dat het niet verstandig was haar strakke slipjes over haar gezwollen billen te trekken. Het was zo al pijnlijk genoeg.

Direct komt Tanja naar haar bureau. “Hey Rosa, ben je weer beter, wat fijn!” Rosa knikt. “Ik voel me al weer veel beter, en ik kon mijn collega’s niet laten stikken natuurlijk.” “Super!” zegt Tanja enthousiast. “Mag ik vragen wat je had?” “Influenza scholae” zegt Rosa wijs, “gelukkig had de dokter de juiste medicijnen bij zich.” “Dat geloof ik graag” antwoordt Tanja, “het is een wonderdokter. Nog een geluk dat ik Karel op zulke korte termijn kon bereiken. Superfijn dat hij je zo goed heeft kunnen helpen. Bij je volgende ziekte zal ik ervoor zorgen dat hij nog eens langskomt.” De woorden klinken gemeend, maar Tanja’s glimlach verraadt alles. Verslagen kijkt Rosa haar aan. Lekker een dagje ziek zijn is verleden tijd.

Liezes nieuwe job (2)

Lieze typt nog een paar laatste dingen in het document dat ze aan het bewerken is en sluit het dan met een zucht af. Ze neemt haar jas en roept “tot morgen!” naar haar collega’s. “Hé, ben jij nu al weg? Het is nog maar 15u toch?” merkt Mark op. “Ja, maar ik heb dat medisch onderzoek,” antwoordt Lieze. “Oh ja.” Mark grijnst. “Veel plezier!” Het leedvermaak is duidelijk hoorbaar in zijn stem. Met een zucht zwaait Lieze nog eens naar haar collega’s en loopt dan naar buiten.

Als je een nieuwe baan begint, dan hoort daar een medisch onderzoek bij. Waarom snapt ze niet echt, maar het moet nu eenmaal. En ze heeft het werk hard nodig. Ze zat al maanden thuis, ze verveelde zich dood en bovendien werd het financieel behoorlijk krap intussen. Ze boft maar dat ze deze job heeft gevonden, goed betaald en nog leuk werk ook! Ze kijkt op de klok. 15u10. Shit. Straks komt ze nog te laat, ze moet zich maar even haasten. Haar afspraak is om 15u30, maar het is zo’n 20 minuten rijden.

Eindelijk heeft ze een parkeerplekje gevonden, maar het is wel nog een eind verwijderd van de dokterspraktijk. Ze zou even flink moeten doorstappen, want het is nu al 15u33. Op tijd komen is dus al achterhaald, ze moet maar hopen dat de dokter nog bezig zal zijn met de vorige patiënt. Die hoop vervliet echter meteen als ze buiten adem de praktijk komt binnenstormen. Een man in een witte jas staat te praten met de secretaresse. Hij draait zich om. “Ah, ben je daar eindelijk.” Het klinkt best streng. “Ja, sorry, veel verkeer”, floept ze eruit. “Nu ja, ga maar binnen en kleed je uit,” zegt hij. Uitkleden? Hoort dat er ook al bij? Blijkbaar wel… Ze besluit om niet al te moeilijk te doen en gewoon zijn bevel op te volgen. Ze loopt naar binnen, op de voet gevolgd door de dokter. Ze hangt haar jas over de stoel voor het bureau en trekt haar schoenen uit. De dokter neemt plaats achter het bureau en neemt haar aandachtig op. Doordringend bijna. Ze voelt zich wat ongemakkelijk om zich uit te kleden onder zijn blik, maar tegelijk vindt ze dat ze zich niet zo moet aanstellen: hij is een dokter, er is niets abnormaals aan. Ze doet haar truitje uit en trekt haar jurk over haar hoofd. Nu staat ze in haar ondergoed voor het bureau. Ze voelt de blik van de dokter nog steeds op haar lichaam rusten. Hij zit nog steeds achter zijn bureau. Een beetje onzeker kijkt ze hem aan: wat is de bedoeling nu? Moet ze gaan zitten? Zo in haar ondergoed?

“Doe de rest ook uit graag,” zegt de dokter. Hé, wat? Moet ze zich helemaal uitkleden? Naakt? Ze aarzelt. “Schiet op, je bent al te laat, mijn tijd is kostbaar,” snauwt de dokter. Geschrokken doet ze maar vlug wat hij van haar vraagt. Ze maakt haar beha los en drapeert hem over de rest van haar kledij die al op de stoel ligt. Dan stapt ze ook uit haar onderbroek. Ze bedwingt de neiging om haar lichaam met haar handen te bedekken, terwijl ze zichzelf blijft inprenten dat hij een dokter is: ze heeft niets wat hij niet al honderden keren eerder heeft gezien. Onzeker blijft ze staan terwijl de dokter haar nu naakte lichaam bekijkt . “Ga zitten,” zegt hij  dan bruusk, terwijl hij naar de stoel wijst . Nog steeds onzeker neemt ze plaats aan het bureau tegenover de dokter. Nu kan hij in elk geval enkel haar bovenlichaam zien. De stoel voelt koud en hard aan op haar blote billen.

“Zo,” zegt de dokter, “volgens deze papieren ben jij onlangs aan de slag gegaan bij Firma NV, klopt dat?”

“Ja dokter.”

“Je begrijpt dat je moet slagen voor dit medisch onderzoek om daar te kunnen blijven werken?” Ze vindt dat hij het laat klinken alsof het om een examen ging.

“Ja.”

“Ik word graag aangesproken met “ja dokter,” zegt hij kortaf. Oh… Bizar… Hij kijkt haar afwachtend aan. “Ja dokter,” zegt ze. Ze heeft intussen meer het gevoel dat ze bij het schoolhoofd op het matje is geroepen dan dat ze een medisch onderzoek gaat krijgen. Behalve dan dat ze zich heel erg bewust is van haar naaktheid.

Hij begint met het overlopen van een aantal gegevens: haar leeftijd, of ze recent ziek is geweest (“Nee dokter”), of ze ooit zwaar ziek is geweest (“Ook niet dokter”).

“Goed,” zegt hij, terwijl hij recht staat. “Ik ga even je gewicht en lengte opmeten.” Eerst moet ze op de weegschaal gaan staan, waarna de dokter zorgvuldig het gewicht opschrijft. Daarna moet ze tegen een meetlat aan de muur gaan staan. De dokter brengthet houten plaatje tot vlak boven haar hoofd en leest de lengte af. Ook dit wordt opgeschreven op zijn formulier. Nu neemt hij een stukje touw van zijn bureau en begint hij af te meten hoe lang haar armen zijn, dan haar benen, dan de omtrek van haar hoofd. Alle resultaten worden op het formulier geschreven. Lieze vindt het allemaal maar bizar, maar ze zegt niets. Dan meet de dokter de omtrek van haar taille en daarna de omtrek van haar borsten, ter hoogte van haar tepels. “Is dat allemaal wel nodig?” vraagt Lieze, “ik had begrepen dat het een standaard medisch onderzoek zou zijn.”

De dokter kijkt haar streng aan. “Ja, dit is nodig. En ik zou het waarderen als je me niet meer zou tegenspreken en me gewoon mijn werk zou laten uitvoeren, zodat ik mijn goedkeuring kan geven om jou jouw werk te laten uitvoeren.” Het dreigement hangt onuitgesproken in de lucht. Lieze begrijpt dat ze geen keus heeft, ze heeft de baan echt nodig. Ze doet er het zwijgen toe en laat de dokter zijn gang gaan terwijl hij de omtrek van haar borsten opmeet en op het papier noteert. Vervolgens meet hij ook voor elke borst de afstand van haar schouder tot aan de tepel, die op de aanraking reageert en stijf wordt.

“Hmm,” mompelt de dokter en hij schrijft even iets op zijn formulier. Lieze voelt hoe ze bloost.

Eindelijk legt de dokter zijn meetlint weg. Nu doet hij handschoenen aan en neemt hij een otoscoop van zijn bureau. Hij kijkt in haar oren en neusgaten en vraagt haar dan om haar mond te openen. Met een spatel houdt hij haar tong naar beneden gedrukt terwijl hij uitgebreid haar mondholte onderzoekt. Weer krabbelt hij iets op zijn formulier. Al die tijd heeft hij geen woord gezegd en Lieze voelt zich steeds ongemakkelijker worden, zoals ze daar staat, naakt en overgeleverd aan de onderzoeken van die rare dokter.

Hij komt nu achter haar staan en Lieze wil meedraaien, maar een kort “Voor je blijven kijken!” doet haar van idee veranderen. Dit voelt zo mogelijk nog ongemakkelijker. Ze voelt de blik van de dokter op haar lichaam branden, maar ze kan zelf niet zien wat hij doet. Een gehandschoende hand glijdt over haar ruggengraat van boven naar beneden en eindigde quasi tussen haar billen, bij haar staartbeentje. De hand verdwijnt en even later voelt ze een lichte druk op haar bovenrug, die haar dwingt om voorover te buigen. In een reflex plaatst ze haar handen op het bureau, waar ze nu overheen gebogen staat. De dokter bevoelt haar billen, aait erover, kneedt ze even en trekt tenslotte haar beide billen uit elkaar, waardoor hij vol zicht moet hebben op wat er zich tussen haar benen bevindt. Lieze kan wel door de grond zakken. Ze probeert overeind te komen, maar meteen duwt de dokter haar terug voorover. “Nee,” zegt ze. “Dit gaat te ver, dit is geen medisch onderzoek meer.” En weer komt ze overeind. Ze kijkt de dokter recht aan terwijl ze naar haar kleren reikt.

“Je beseft dat ik geen goedkeuring kan geven zonder het onderzoek te voltooien.” Het klinkt feitelijk, de dokter lijkt niet in het minst onder de indruk van haar weigering.

“Ik ga wel naar een andere dokter.”

“Dat gaat niet. Ik ben de enige dokter die verbonden is aan Firma NV. Als je nu de deur uitgaat, dan kun je niet voor Firma NV werken.”

Zou dat waar zijn? Dat kan toch niet…

“Ik geef geen tweede kansen, als je nu weggaat, dan krijg je geen nieuwe afspraak.”

Lieze twijfelt. Ze heeft de baan echt nodig. Kan ze het risico lopen dat die man de waarheid spreekt? Ze moet hiermee doorgaan…

“Goed dan,” zegt ze met tegenzin.

“Mooi,” zegt de dokter. Hoort ze daar iets van triomf in zijn stem? “Neem dan de positie weer aan. Je begrijpt dat er wel straf volgt op je ongehoorzaamheid, ik kan je niet zomaar mijn onderzoek laten onderbreken als jij er even geen zin meer in hebt.” Hé, wat? Straf? Wat bedoelt hij? Niet begrijpend kijkt ze hem aan, maar aan zijn blik ziet ze dat ze zijn geduld beter niet kan tarten, dus buigt ze zich zonder een woord te zeggen weer over het bureau. Door haar positie kan ze niet zien wat de dokter doet, maar opeens voelt ze een groot oppervlak tegen haar billen. Hout? De dokter tikt er een paar keer mee op haar billen en haalt dan uit.

“AAAAUW!” Als door een wesp gestoken (behalve dat de pijn veel erger is dan die van een wespensteek, en over een veel groter oppervlak verspreid is), springt ze overeind.

“Je krijgt er nog vijf,” zegt de dokter onverstoorbaar. Wat? Is die man helemaal gek geworden? Nog vijf van die pijnlijke slagen? Dat kan hij niet maken! Dat kan zij trouwens ook helemaal niet aan. Blijkbaar verraadt haar gezichtsuitdrukking haar gedachten, want laconiek vervolgt hij: “Of je kunt je aankleden en weggaan natuurlijk. Dan werk je maar niet voor Firma NV.” Lieze voelt boosheid opborrelen. Wat denkt die arrogante dokter wel niet? Hij zal haar niet klein krijgen. Vastberaden buigt ze zich weer over het bureau. “Oh ja, als je nog eens recht komt, dan begin ik opnieuw,” voegt de dokter er nog aan toe. Nog eens rechtkomen? Echt niet, denkt Lieze, ze zou hem eens tonen wat… De volgende slag landt zonder waarschuwing op haar billen en onderbreekt haar gedachtegang.

“AAAUW!” Het is eruit voor ze het beseft. Ze vloekt op zichzelf. Ze had de slag niet zien aankomen en het doet zo verdomd veel pijn. Maar ze wil zich niet laten kennen. Ze bijt op haar tanden en bij de volgende slag slaagt ze erin om het niet uit te schreeuwen. De vierde volgt meteen en Lieze houdt hoorbaar haar adem in. Dan volgt een rustpauze voor de vijfde slag, waarin de dokter weer met de houten plank op haar billen tikt en daarna hard uithaalt. Nog één, telt ze. Dit kan ze best. Het blijft een hele tijd stil. Wat gebeurt er? Waarom slaat hij niet? Lieze wordt er wat onzeker van, maar doordat ze nog steeds over het bureau gebogen staat, kan ze niet zien wat er aan de hand is. Eindelijk komt de laatste slag op haar billen neer, harder dan alle vorige. De slag beneemt haar de adem en tot haar ergernis voelt ze de tranen over haar wangen rollen.

“Blijven staan”, zegt de dokter, als ze aanstalten maakt om de tranen van haar wangen te vegen en zich op te richten.

Opnieuw aait en kneedt hij haar billen, alsof het onderzoek nooit onderbroken was, maar deze keer doet het vreselijk veel pijn. De striemen branden en elke aanraking doet haar pijn. De dokter trekt opnieuw haar billen uit elkaar en ze voelt iets kouds tegen haar anus. Blijkbaar is het glijmiddel, want meteen daarna voelt ze hoe de dokter een gehandschoende vinger naar binnen schuift en in het rond begint te tasten. Lieze kan wel door de grond zakken. Alsof ze nog niet genoeg vernederd is! Maar ze is al zover gekomen, het onderzoek kan nu echt niet lang meer duren, nu moet ze doorzetten.

Eindelijk trekt de dokter zijn vinger terug en draagt hij haar op om op haar rug op de onderzoekstafel te gaan liggen. Hij loopt naar zijn bureau en trekt nieuwe handschoenen aan. Lieze probeert te gaan liggen en intussen haar billen zoveel mogelijk te ontzien, maar dat lukt niet echt goed. Een grimas glijdt over haar gezicht als haar billen de tafel raken en ze neemt zich voor om heel stil te liggen en niet te wriemelen, ook al ligt ze eigenlijk niet zo comfortabel. Haar billen doen te veel pijn om een betere houding te zoeken, dus ze zou het maar verdragen.

De dokter begint met haar buik. Hij drukt en klopt tot hij elke vierkante centimeter van haar buik onderzocht heeft. Hij begint beneden, oncomfortabel dicht tegen haar venusheuvel aan en schuift telkens wat meer op naar boven. Als hij haar hele buik onderzocht heeft, verdwijnen zijn handen even van haar lichaam. Intussen ligt Lieze het plafond te bestuderen. Ze had het ongemakkelijk gevonden toen ze de dokter niet kon aankijken tijdens het onderzoek, omdat ze dan niet wist waar zich aan te verwachten, maar hem wel kunnen aankijken blijkt nog erger te zijn. Nu voelt ze zijn handen op haar borsten en weer verschijnt er een blos op haar wangen. Hij voelt en duwt overal als om te kijken of er geen gezwel zit. Hij begint bovenaan en gaat haar hele borst af, steeds verder naar beneden. Uiteindelijk neemt hij haar tepel tussen twee vingers en rolt hij even. Een rilling gaat door Liezes lichaam, wat voor de dokter niet onopgemerkt blijft, aangezien hij weer iets op zijn formulier krabbelt. Daarna ondergaat haar andere borst dezelfde behandeling. Als de dokter haar tepel loslaat, hoopt Lieze dat het onderzoek nu eindelijk voorbij zal zijn. Maar de dokter grijpt nu met zijn twee handen haar beide borsten beet, hij weegt ze, kneedt ze, wiebelt ze wat heen en weer. Lieze probeert zich heel hard op het plafond te concentreren, maar daar is niet veel te zien en ze beseft dat ze nog steeds een blos op haar wangen heeft. De volledige stilte waarin het onderzoek verloopt, maakt dat ze zich nog ongemakkelijker voelt. Ze knijpt haar ogen dicht. Ze kan nog net een “auw” binnenhouden als de dokter keihard in allebei haar tepels knijpt terwijl hij ze naar boven trekt. Hij houdt dat even aan en laat dan los om weer iets op zijn formulier te krabbelen.

Ten slotte voelt ze hoe de hand van de dokter tussen haar benen glijdt. Zijn vinger beroert even haar clitoris, waardoor er een nieuwe rilling door haar lichaam trekt. Lieze wou dat ze ergens anders was. Ze schaamt zich dood. Dat ze hier opgewonden van wordt! Het is allemaal zo vernederend… De dokter masseert haar schaamlippen, duwt een aantal vingers bij haar naar binnen en tast even in het rond, terwijl Lieze uit alle macht probeert om haar lichaam onder controle te houden en zo stil mogelijk te blijven liggen. Uiteindelijk trekt de dokter zijn hand terug. De handschoen is kletsnat door haar vocht. Hij doet de handschoenen uit en schrijft weer iets op zijn formulier, terwijl Lieze nog steeds tentoongesteld op de tafel ligt. Ze durft er uit zichzelf niet van te komen, want ze wil niet weer “straf” krijgen. Eindelijk kijkt de dokter op vanachter zijn bureau.

“Lig je daar nu nog? Kom er maar af en ga zitten.” Hij wijst naar de stoel. Lieze komt overeind, terwijl ze probeert om zoveel mogelijk haar nog steeds brandende billen te ontzien. Maar nu moet ze gaan zitten op die harde, houten stoel. Voorzichtig laat ze zich zakken, maar haar gezicht vertrekt toch weer. De dokter grijnst even, maar zegt niets.

“Zo,” begint hij, “ondanks je aanvankelijke weerspannigheid is het onderzoek goed beëindigd.” Ik zal een positief advies geven qua medische geschiktheid.” Lieze knikt. De dokter kijkt haar afwachtend aan. “Ja dokter,” zegt Lieze. “Mooi zo. Nu, je weet dat het onderzoek jaarlijks moet herhaald worden om in dienst te blijven. De afspraak zal geregeld worden via Firma NV. Je mag je nu aankleden.” En terwijl Lieze nog bezig is met deze nieuwe informatie te verwerken, loopt de dokter al naar buiten om zijn secretaresse het nodige papierwerk in orde te laten brengen. Moet ze dit echt elk jaar ondergaan? De kans dat ze voor volgend jaar ander werk zal hebben gevonden, is quasi nihil. Vlug kleedt ze zich aan, waarbij ze haar pijnlijke billen zo veel mogelijk spaart. Dat zullen wel blauwe plekken worden, denkt ze. Van de secretaresse krijgt ze nog het attest dat zwart op wit vertelt dat ze goedgekeurd is om een jaar lang te werken bij Firma NV en dan loopt ze zo snel mogelijk naar buiten.