© Reesa
Karin opende met trillende handen de enveloppe, ook al wist ze al wat erin zat. Ze haalde een stuk papier tevoorschijn en vouwde het open. Ja, het was de officiële bevestiging dat haar dochter geschorst was van de Hoge School. Ze voelde hoe haar benen week werden en ging op de stoel zitten die achter haar stond. Esther had het dan toch voor elkaar gekregen. Ondanks alle waarschuwingen, huisarrest, en dergelijke had ze het voor elkaar gekregen dat ze voorgoed van school verwijderd was. Karin liet haar hoofd in haar handen zakken. Wat kon ze doen? Haar cijferlijst was allerbelabberdst, maar het grootste probleem was wel haar gedrag. Ze verstoorde de lessen. Ze gaf de docenten een grote mond, was rumoerig en weigerde aan vriendelijke verzoeken te voldoen. Ze stelde zich hooghartig op ten opzichte van de docenten en het administratieve personeel en liet zich nergens op aan spreken.
Karin wenste iedere dag vurig, dat Esther’s vader nog leefde. Hij zou wel weten hoe hij hier mee om moest gaan. Maar Sam was tijdens een verkeersongeval om het leven gekomen toen Esther nog maar vijf jaar oud was. De volgende jaren had Karin Esther alleen opgevoed, ze was nooit hertrouwd. De levensverzekering had ervoor gezorgd dat ze goed verzorgd achter gebleven waren, maar het enige alternatief wat nu overgebleven was, was een internaat. Karin zuchtte. Alsof Esther zich daar wel zou weten te gedragen. Maar goed, het moest toch maar een internaat worden. Ze had er nog even over gedacht of ze Esther niet zelf les kon geven, maar de mislukte pogingen haar met haar huiswerk te helpen, in ogenschouw genomen, was dit geen reële optie.
Karin keek de rest van de post door. Ze was wel enigszins gekalmeerd maar voelde zich nog steeds wanhopig en depressief. Ze pakte de prospectussen die ze over internaten had aangevraagd. Ze had ze al eerder doorgekeken, toen de verwijdering van Esther al dreigde, maar nu was het zo ver. Ze pakte één van de kleurige folders. Er stond met grote rode letters ‘Luzac College’ op. In de tekst werd gesproken van een strenge maar liefdevolle omgeving die een ideaal klimaat bevatte voor ‘gegarandeerde studieresultaten’. Tja, en hoe dachten ze dat voor elkaar te krijgen? Karin grijnsde sarcastisch. Door hen op te sluiten? Door ze hun vrijheden af te nemen? Het enige wat bij Esther zou helpen was haar op een stoel vastbinden, tape over haar mond plakken en haar ogen open te dwingen, zoals ze dat vroeger eens in een film gezien had. Karin moest grinniken toen ze zich haar dochter in een dergelijke situatie voorstelde. Dat zou haar leren! Oh, wat dacht ze nu allemaal? Karin kwam onmiddellijk weer in de realiteit. Het was niet de schuld van Esther dat haar vader overleden was en dat ze met haar moeder achtergebleven was. Het was niet de schuld van Esther dat ze haar karakter en temperament niet in de hand kon houden in zo’n saai klaslokaal. Het was niet de schuld van Esther dat haar beste vriendin een maand geleden naar de andere kant van het land verhuisd was. Het was niet de schuld van Esther dat haar leraren oubollige ouwe zakken waren die verwachten dat alle studenten gelijk zouden zijn. Sommige leraren waren natuurlijk wel in staat gebleken om Esther bij te sturen en haar op het rechte pad te houden. Maar wanneer slechts één leraar het in je ziet zitten en vijf een hekel aan je hebben, dan kan niets meer tegenhouden dat je van school gestuurd wordt. Ze las verder in de prospectus. Het was een vrij nieuwe school die vorig jaar zijn deuren geopend had. Er stond ook een webadres bij.
Karin stond op en liep naar de computer. Ze typte het adres in en wachtte. Al snel verschenen er mooie plaatjes van de school op het beeldscherm. Ze klikte op ‘algemene informatie’ en las de pagina door. Ook hier werd gesproken van ‘gegarandeerde studieresultaten’. Geen van de internaten die ze eerder bekeken had deden dergelijke uitspraken. Tja, wat had ze te verliezen? Het werd per slot van rekening gegarandeerd. Ze besloot dat ze de volgende dag een kijkje zou nemen op het internaat.
Karin voelde zich al weer een stuk beter toen ze een salade stond te maken voor het avondeten. Esther kwam thuis en Karin had een lang en serieus gesprek met haar. Ze vertelde dat het op een internaat heel anders was dan op een gewone school. Ze slaagde erin om het als een nieuwe start voor Esther te laten klinken, zodat ze met een schone lei zou kunnen beginnen. Ze hoopte dat de nieuwe school haar eerdere misstappen niet al te nadrukkelijk na zouden dragen. Esther liep niet over van enthousiasme, maar realiseerde zich dat ze geen keus had. Als ze nog iets van haar studie terecht wilde brengen, dan was dit nog een van de weinige mogelijkheden. Ze besloot te doen wat haar moeder voorstelde. Als het niets bleek te zijn, zou ze ervan door gaan en een jaartje door Frankrijk trekken. Ze had eigenlijk ook helemaal geen opleiding nodig. Haar moeder en zij waren binnen, ze hadden voor de rest van hun leven aan geld geen gebrek.
De volgende ochtend zaten Karin en Esther in de wachtkamer van de ‘Luzac College’.
De aanmelding van Esther was geaccepteerd en ze werden nu op de school rondgeleid zodat ze vervolgens een beslissing zouden kunnen nemen. De school had geen aanmerkingen gehad op haar belabberde cijferlijst, maar dit had ongetwijfeld alles te maken met het torenhoge lesgeld, dacht Karin. Ze keek rond in het luxueus ingerichte gebouw. De stoelen waren van leer, er lag een echt Perzisch tapijt op de vloer en de tafels waren van mahonie. Aan het eind van de hal was een kamer met een bordje ‘Rector’. Wat schattig, dacht ze. Ze stelde zich er een kleine, grijze en vriendelijk ogende man bij voor. Toen ging de deur open en verscheen een grote, rijzige man, die in hun richting kwam. Karin staarde hem aan. Ze had in haar hele leven nog nooit zo’n knappe man gezien. Toen hij dichterbij kwam, kon ze zien dat hij lichtgrijze ogen had, die contrasteerden met zijn donkere haar en gebronsde huid. Hij zag eruit alsof hij een jaar of veertig oud was. Esther gaf haar een por in haar ribben.
‘Wie is dat?’, fluisterde ze.
‘Geen idee. Maar ik hoop dat hij voor ons komt’, mompelde Karin, die niet kon stoppen de man aan te staren. Haar wens kwam uit, toen de man de wachtkamer inliep en voor hen ging staan.
‘Esther?’ Zijn verbaasde ogen keken Karin’s dochter vragend aan.
‘Ja, dat b-ben ik’, stotterde Esther.
De man glimlachte. ‘ik ben Aard van der Berg, de rector van deze school. Ik zal jullie vanochtend een korte rondleiding geven. Normaal gesproken doet mijn secretaresse dit, maar ze had een aantal ongeplande en onverwachte klussen te doen’. Hij stak zijn hand naar Esther uit, dit aarzelend de hare uitstak om zijn hand te schudden.
Toen draaide hij zich in de richting van Karin. ‘En wie bent u?’, vroeg hij vriendelijk. Karin smolt toen haar ogen de zijne voor het eerst ontmoetten. ‘Ik ben de moeder van Esther’, Karin de Lange’. Ze stak haar hand uit die hij aannam. Zijn verraste gezichtsuitdrukking ontging haar niet.
‘Ik dacht dat u haar zus was, neem me niet kwalijk’.
Karin glimlachte en ging staan. Ze was dergelijke reacties gewend. Ze was dertig jaar oud, maar ze leek wel tweeëntwintig, dankzij tien jaar zorgvuldige huidverzorging en veelvuldig sporten. Op dat moment wilde ze dat ze haar rode jurk aangedaan had in plaats van deze blauwe. Deze stond eleganter, maar toen ze zich vanmorgen aankleedde had ze natuurlijk niet verwacht dat ze zo’n knappe man zou ontmoeten. Meneer van der Berg liep in de richting van de deur.
‘Volgt u mij, alstublieft’.
Esther sprong op en haastte zich achter hem aan, zich niet bewust van de zelfzekerheid in zijn stem, die geen weerwoord duldde. Karin volgde. De rondleiding duurde ongeveer een half uur, en Karin was blij met alles wat ze te zien kreeg. De gebouwen waren nieuw en prachtig ingericht en de terreinen mooi en goed onderhouden. Met enige regelmaat wierp ze steelse blikken in de richting van Aard van der Berg. Het viel haar niet eens op dat Esther haar gebruikelijke commentaar achterwege liet. Toen ze terug waren in het administratiegebouw en meneer van der Berg hen langs de deur met het bordje ‘Rector’ geloodst had, vroeg hij hen nog even in de wachtkamer plaats te nemen, terwijl hij op zoek ging naar zijn secretaresse. Hij stapte een andere deur waar zijn naam opstond door. Niet lang daarna verscheen een knappe jonge vrouw in de hal. Ze zei met een glimlach ‘hallo’ en ging achter een walnoten bureau zitten aan de andere kant van de hal. Karin vond dat het leek alsof ze pas geleden had gehuild. Ze hoopte dat er niets ernstigs aan de hand was. Wat had meneer van der Berg gezegd, dat er plotseling iets tussen was gekomen? Misschien was er iemand in haar familie ernstig ziek? Het jonge meisje zocht wat papieren bij elkaar en bracht deze bij Karin.
‘Mevrouw de Lange, mijn naam is Marieke Starke, de secretaresse van meneer van der Berg. Hier zijn de inschrijfpapieren die getekend moeten worden. Neem ze mee naar huis en lees ze nog eens rustig door voor u een beslissing neemt’.
Karin was eigenlijk direct al bereid om te tekenen, maar ze nam de papieren aan en stond op. ‘Dank u wel, mevrouw Starke, dat zal ik doen’. Esther keek teleurgesteld, maar volgde haar moeder naar de auto. Toen ze naar huis reden, spraken ze geanimeerd over de nieuwe school met zijn bijzondere rector. Hij was zo charmant, hij was zo aantrekkelijk en hij was zo vriendelijk. Eén ding dat zowel Karin als Esther goed beheersten, was roddelen. Karin begon zodra ze thuis waren de papieren door te nemen. Esther bladerde ze even snel door en kondigde vervolgens aan dat ze naar het huis van de buren ging. Karin knikte afwezig en las verder. Een uur later had ze ieder stippellijntje van een handtekening voorzien. De enige echt belangrijke zaken die ze gelezen had, was dat de studenten in studentenhuizen woonden en dat ouders dagelijks op bezoek mochten komen, op bezoektijden, behalve in de weken dat de examens werden afgenomen. Karin was zich ervan bewust dat Esther intern op de school moest wonen, maar de gevolgen hiervan drongen op dat moment nog niet helemaal door. Ze zou haar verschrikkelijk missen. Ze zou dan helemaal alleen zijn in dit grote huis. Er zou niemand meer zijn om tegen aan te praten, mee te gaan winkelen en niemand om voor te koken. Niemand om een kaartje mee te leggen, niemand om ruzie mee te maken, wat moest ze doen? Ze zuchtte en had medelijden met zichzelf. Ze stond op en drukte de computer aan en surfte naar de website van de school. Ze klikte op het menu-onderdeel ‘foto’s’ en ging op zoek naar een foto van Aard van der Berg. Uiteindelijk vond ze er eentje waar hij samen met al het personeel van de school opstond. Hij stond er niet op zijn voordeligst op, zuchtte ze. Op dezelfde pagina was een hyperlink met ‘vacatures’. Karin klikte erop.
Er kwam een idee bij haar op. Karin had in de afgelopen tien jaar, sinds haar echtgenoot overleden was en haar een klein fortuin had nagelaten, niet gewerkt. Ze had werken nooit erg leuk gevonden en had nooit aandrang gevoeld weer aan het werk te gaan. Maar als ze op die school zou werken, zou ze Esther vaker kunnen zien. Ze zou na een dag van hard werken vast te moe zijn om zich teveel aan haar te ergeren. En het zou vast een onverdeeld genoegen zijn om voor Aard van der Berg te mogen werken! Jeetje, ze zou de vloeren willen schrobben alleen maar om in de gelegenheid te komen zijn ogen een paar keer per dag te zien! En dan te bedenken dat het al heel lang geleden was dat ze voor het laatst interesse in mannen had gehad. Opeens voelde ze zichzelf weer een tiener, helemaal giechelig en opgewonden. Ze liet haar oog over de opsomming van vacatures glijden. Ze kwam eigenlijk voor geen van allen in aanmerking, behalve die van koksmaatje. Dat was misschien wel wat. Ze had veel tijd en geld besteed aan het volgen van cursussen over de Franse keuken. Ze had zich er behoorlijk in bekwaamd. Zelfs Esther was er over te spreken geweest. Zodra ze van die stomme schoolperikelen af waren, dan zou Karin een restaurantje openen dat ze samen met haar dochter zou runnen. De rest van de avond besteedde Karin aan het plannen maken voor de volgende dag en het dagdromen over meneer van der Berg.
De volgende ochtend pakte Esther haar spullen en reden ze naar het internaat van meneer van der Berg en mevrouw Starke. Karin voelde zich geweldig. Ze was bang geweest dat het een stille en deprimerende reis zou worden, maar Esther leek zich er nu op te verheugen. Het was leuk om bij haar te zijn als ze zich zo voelde. Even later zaten ze weer samen in de wachtkamer. Een oudere dame begroette hen en nam de getekende papieren in ontvangst. Even later was ze terug en leidde hen naar het kantoor van meneer van der Berg, waar ze nog even buiten moesten wachten. Mevrouw Starke zat achter het bureau, maar ze leek een heel ander mens nu, ze beantwoordde vrolijk en uitgelaten de telefoon en verrichtte administratieve handelingen. Uiteindelijk zei ze dat ze naar binnen konden gaan. Karin en Esther stapten een groot kantoor binnen met donkere, hoge wanden en indirecte verlichting. Meneer van den Berg zat achter een groot mahoniehouten bureau. Hij stond op en begroette hen vriendelijk, en nodigde hen uit in een paar grote leren stoelen aan de andere kant van het bureau te gaan zitten. Karin rook een mengeling van leer en een vleugje van een dure aftershave toen ze ging zitten. Ze wou dat ze daar de hele dag kon blijven zitten om de hele dag naar hem te kunnen kijken. Vandaag had ze haar rode jurk aangedaan. Hij had een perfecte pasvorm en was sexy, maar niet te diep uitgesneden om niet binnen de setting van de school te passen.
x-x-x-x-x
‘Ik wil u graag welkom heten op het Luzac’. Meneer van den Berg glimlachte tegen Esther, die moest blozen en ‘dank u wel’ stamelde. En ik wil u feliciteren met de excellente schoolkeuze voor uw dochter, mevrouw de Lange’. Karin knikte verlegen. ‘Hebt u de benodigde uniformen kunnen verkrijgen?’
‘Oh, ja, natuurlijk. Ze liggen nog in de auto’. Karin en Esther hadden nog ruzie gemaakt over de uniforms, maar ze was er uiteindelijk mee akkoord gegaan ze te dragen.
‘Dan blijft alleen nog over dat mevrouw de Jong jullie Esther’s nieuwe kamer laat zien en daarna gaan we het lesrooster halen. En mevrouw de Lange, u mag wat zakgeld voor Esther bij de administratie achterlaten, als u wilt’.
‘Dank u wel, meneer van den Berg’, kraaide Karin. ‘En u mag me Karin noemen als u wilt’. ‘He, waarom zei ze dat nu’, sprak ze zichzelf vermanend toe en hoopte dat het niet al te opdringerig zou klinken.
’Maar natuurlijk, Karin, maar in het bijzijn van onze studenten geven we er toch de voorkeur aan elkaar bij de achternaam te noemen. Dat dwingt meer respect af’, glimlachte hij wederom.
‘Oh, maar natuurlijk, meneer van den Berg’. Karin voelde hoe ze begon te blozen en hoopte dat het gesprek snel ten einde zou zijn. Esther schoof onrustig op haar stoel heen en weer. Ze begon haar interesse in mijnheer van den Berg nu al te verliezen, dacht Karin. Er klonk een klop op de deur en een oudere vrouw stapte het kantoor van meneer van den Berg’.
‘Mevrouw de Jong, dit zijn Karin de Lange en haar dochter Esther. Ik heb het een poosje geleden met u erover gehad. Zou u Esther haar nieuwe kamer willen laten zien? Mevrouw de Jong glimlachte vriendelijk tegen hen en leidde Esther de kamer uit.
‘Tot zo!’, riep Karin hen na.
’Goed, Karin, je mag me Aard noemen als we onder ons zijn’. Meneer van den Berg had het tegen haar,realiseerde ze zich en draaide zich om.
‘ Oh, dankjewel Aard. Ik moet zeggen dat ik het wel heel onwennig vind om mijn dochter hier achter te laten. Ze is nog nooit erg lang achtereen van huis geweest’. Karin keek hem een beetje bezorgd aan.
’Natuurlijk,mevrouw de Lange, ik bedoel Karin. Ik begrijp het volkomen’.
‘En daarom heb ik een misschien wat ongebruikelijk verzoek’. Karin deed haar best een beetje verlegen over te komen.
‘ En dat is?’, Aard van den Berg bleef haar met zijn grijze ogen aankijken. Ze werd hier een beetje ongemakkelijk van’.
‘Ik…ik zou hier graag willen werken. Ik heb op jullie website gezien dat jullie nog om een koksmaatje zoeken en hoewel ik de laatste tien jaar niet gewerkt heb, sta ik thuis natuurlijk elke dag in de keuken. Ik…’ Karin realiseerde zich dat ze veel te snel praatte. Verdomme, ze was echt zenuwachtig, dat hoefde ze niet eens te spelen. ‘Ik zou graag een beetje bij mijn dochter in de buurt willen blijven en ik dacht dat dit een mooie manier zou zijn om dat te realiseren. Hebt u er bezwaar tegen dat familieleden van studenten hier werken?’
Tja, dit is niet een erg gebruikelijk verzoek. Maar er zijn geen regels die het verbieden, dus stel ik voor dat u bij personeelszaken langs gaat om daar uw interesse kenbaar te maken’. Karins gezicht klaarde helemaal op. ‘Maar ik moet u wel waarschuwen, we houden er hier een strak dagschema op na zoals u in onze folder hebt kunnen lezen, dus u kunt niet op ieder gewenst moment contact met uw dochter hebben. Verder hebt u natuurlijk ook zelf zo uw verplichtingen die u niet kunt verwaarlozen…misschien is het toch allemaal niet zo’n goed idee’ Aard leek diep in gedachten verzonken terwijl hij zijn handen gevouwen op het bureau voor hem legde.
‘Maar natuurlijk, dat begrijp ik volkomen!’, antwoordde Karin haastig. ‘Ik zal er goed omdenken dat ik de dagelijkse routine van mijn dochter niet zal verstoren, net zo min als mijn eigen taken als ik hier zou komen te werken. Ik zou al heel gelukkig zijn als ik Esther een paar keer per dag voorbij zou kunnen zien lopen, zodat ik kon zien dat ze het goed maakt’. Ze bestudeerde voorzichtig de gezichtsuitdrukking van Aard. ‘Weet u, mijn man is overleden toen ze nog maar vijf jaar oud was, en daarna zijn we altijd onafscheidelijk geweest’. Karin zag dat zijn gezichtsuitdrukking ontspande. ‘Ik denk niet dat ik ’s nachts nog zal kunnen slapen, als ik haar maar een paar keer per week tijdens de bezoekuren kan zien’.
‘ik begrijp het’. Aard liet een hele lange stilte vallen. ‘OK, ik geloof u. U kunt zich melden bij personeelszaken zoals ik al zei. U mag tegen mevrouw Gerritsen zeggen dat ik het goed vind’.
’Oh, dank u wel, meneer van den Berg, ik bedoel, Aard, ik weet niet hoe ik u moet bedanken’. Karin glimlachte breed naar hem. ‘Ik hoop dat ik aangenomen wordt’.
‘Dat hoop ik ook voor je’, Karin. Hij ging staan en stak zijn hand uit en Karin schudde deze enthousiast. ‘Veel succes’.
‘Dank u!’, zei ze nogmaals en schreed elegant zijn kantoor uit. Ze liep naar de administratie en nam daar afscheid van Esther, die steeds minder enthousiast leek te worden. Ze spraken nog even kort met elkaar en Karin nam de gelegenheid te baat haar nog eens op het hart te drukken dat ze flink haar best moest doen op haar nieuwe school.
Vervolgens ging Karin op zoek naar personeelszaken. Nadat ze een sollicitatieformulier ingevuld had, werd ze in de keuken uitgenodigd voor een gesprek met de chefkok, meneer de Groot. Meneer de Groot was een grote, vriendelijke man, die snel viel voor haar kennis. Hij vertelde dat er voor het baantje geen echte ervaring vereist was, maar dat hij openstond voor nieuwe dingen en dat ze misschien eens een Franse maaltijd voor de studenten konden maken. Karin toonde zich hier op haar beurt erg enthousiast over en zo kon het dat ze het baantje kreeg. Mevrouw Gerritsen, een lange magere vrouw met een no nonsens instelling, vroeg waarom Karin geen referenties had. Karin legde haar situatie uit en noemde dat meneer van den Berg geen bezwaar had. Vervolgens kreeg ze te horen dat ze aangenomen was. Ze kreeg het handboek voor medewerkers mee om ’s avonds thuis te kunnen lezen. Haar werd gevraagd zich de volgende ochtend om 6:00 uur te melden en als ze dan zou slagen voor een overhoring van het handboek, kon ze meteen beginnen. Karin verliet het gebouw helemaal in de wolken en huppelde impulsief over het parkeerterrein naar haar auto. Aard van den Berg keek op dat moment uit het raam van zijn kantoor en keek geamuseerd toe hoe Karin de Lange als een jong meisje over het parkeerterrein huppelde. Hij moest glimlachen. Hij hoopte dat ze aangenomen was, want ze intrigeerde hem wel.
Karin zat al weer te lezen opeen prachtige middag die er eigenlijk om vroeg om op de golfbaan of aan het strand doorgebracht te worden. Het handboek was niet eens zo dik, maar het was verschrikkelijk saai! Regels, regels, regels. Het leek erg op de informatie voor studenten die ze gelezen had,maar dit keer las ze alles nauwgezetter omdat ze er morgen over overhoord zou worden. Laten we eens kijken, slordigheid. OK, OK, wanneer je slordig bent, wordt je genoteerd. Wanneer je zonder bericht niet op komt dagen, word je op staande voet ontslagen. Wanneer je een opdracht weigert of brutaal bent tegen een meerdere, dan wordt dit genoteerd. Drie aantekeningen en je wordt ontslagen*. Waarom stond er een sterretje bij het woord ontslagen? Karin zocht het op onderaan de pagina,waar in kleine lettertjes stond: ‘een werknemer mag ook voor een alternatieve straf kiezen in plaats van ontslagen te worden. Wat was in vredesnaam een ‘alternatieve straf?’, vroeg Karin zich af. Ach, wat deed het er ook toe; ze zou wel zorgen dat ze niet ontslagen zou worden. Karin sloeg de bladzijde om. Ze boden goede secondaire arbeidsvoorwaarden, vakantie, ziektekostenverzekering, pensioenvoorziening en studiefaciliteiten. Maar het interesseerde Karin niet erg. Haar oogleden werden zwaar. Uren later werd ze op de bank wakker. Ze kon maar beter de wekker zetten en nog even in bed verder lezen. Ze kon de eerste dag op haar werk per slot van rekening moeilijk te laat komen. Ze nam een douche en legde kleren klaar voor de volgende dag en kroop in bed om nog wat te lezen. Hm, het keukenpersoneel werd verondersteld een uniform te dragen. Dat was haar vandaag niet opgevallen. Maar nogmaals, het kon haar allemaal niet zoveel schelen, behalve meneer de Groot en de keuken zelf. Ach, wat zou het. Ze verdiepte zich weer in het boek.
De volgende ochtend reed Karin naar de school. Ze arriveerde om kwart voor zes, parkeerde haar auto en wierp een laatste blik in het handboek. Een uur later was ze voor de test geslaagd met 96 punten en werd ze gefeliciteerd door de formele mevrouw Gerritsen. Vervolgens werd ze naar de linnenkamer gebracht, waar haar maten genomen werden en ze een uniform uitgereikt kreeg. ‘Morgen liggen er twee klaar in uw maat. De kosten ervan zullen van uw eerste salaris worden ingehouden’, vertelde de jongedame haar. Maar dat had Karin al in het handboek gelezen. Toen ze alleen was opende ze de plastic tas waar het uniform inzat. Ze barstte in lachen uit toen ze zag wat ze zou moeten dragen. Het zag eruit als een schooluniform,maar dan in een groene kleur in plaats van de blauwe die ze voor Esther had moeten aanschaffen. Er zat een plooirokje in dat tot op haar knieën viel en een wit katoenen overhemdje met een korte stropdas. Witte kniekousen en een wit onderbroekje completeerden de outfit. Jeetje, ze was een volwassen vrouw, hoe konden ze het haar aandoen kniekousen te dragen? Karin zuchtte en deed haar broek uit. Zouden ze haar misschien de verkeerde kleren hebben gegeven? Ze zouden vast dubbel van het lachen liggen als ze straks de kleedruimte uit zou stappen, dacht Karin. Misschien zou meneer van den Berg haar zien en haar aandoenlijk vinden. Wat kan het ook schelen, vooruit met de geit, dacht Karin en begon zich te verkleden. Ze deed haar eigen kleren en handtas in een kluisje wat ze toegewezen gekregen had en liep de kleedruimte uit. Maar de jongedame die buiten de kleedkamer stond te wachten keek helemaal niet verbaasd. Ze bood aan Karin naar de keuken te brengen. Karin volgde zwijgend en bedacht zich dat het bij nader inzien allemaal wat vreemd was. Meneer de Groot was blij Karin te zien en zette haar meteen aan het werk. Ze moest de vleeswaren op grote metalen schalen rangschikken. Toen kon ze tenminste een witte schort over het belachelijke uniform dragen. Karin keek nieuwsgierig om zich heen. Ze zag een andere vrouw die er hetzelfde bij liep als zij, op het schort na. Ze ontspande zich en probeerde het werk dat die goede meneer de Groot haar opgedragen had, zo goed mogelijk te doen.
Het was hard werken, maar het werd dankzij enkele ventilatoren en de airconditioning nooit te warm. Karin probeerde een glimp van Esther op te vangen toen de leerlingen voor het ontbijt in de rij stonden, maar ze zag haar niet. Het was bijna lunchtijd en Karin had juist haar tiende broodje gesmeerd. Ze had al een keer pauze gehad, maar was hard aan de volgende toe. De leerlingen stonden in de rij om een theeblad te pakken. Karin vroeg aan meneer Minton of ze misschien een minuutje of wat weg mocht, en dat mocht. Ze ging door de achterdeur van de keuken naar buiten, ging op een bankje zitten en leunde met haar hoofd tegen de muur. Toen hoorde ze ineens Esthers stem ‘Mam!’ roepen .
‘Esther! Oh, wat ben ik blij je te zien! Maar… mag jij hier eigenlijk wel komen?’ vroeg Karin haar dochter.
‘Nee, natuurlijk niet. Maar ik moest gewoon even met je praten!’ Esther keek gehaast om zich heen. Wat gedraagt ze zich vreemd, dacht Karin. “Ze zijn hier veel te streng. Je moet stil op je stoel blijven zitten en je mag niet praten in de klas. Ik sta op ontploffen. De enige reden waarom dat nog niet is gebeurd, is omdat de wiskundeles voor de verandering een keer echt interessant was. En de leraar Engels is echt een stuk, en ik heb al drie vriendinnen.”
Karin lachte. ‘Ik ben blij dat je het naar je zin hebt!’
‘Oh, maar ik heb een hekel aan de regels. Ik moet er af en toe eentje breken, zoals nu’.
‘OK, ga nu maat snel weer in de rij staan, liefje, voordat iemand je ziet’.
‘Goed, maar we moeten elkaar straks nog wel even spreken hoor’. Esther holde de hoek van het gebouw om en Karin ging weer naar binnen naar haar werk.
Om een uur of drie ‘s middags was Karin helemaal kapot. Ze moest de oven boenen, een warm, vet en vies werkje. Ze hoopte niet dat er van haar verwacht werd dat ze dat iedere dag deed. Meneer de Groot zei haar dat ze zich kon verkleden en naar huis kon gaan, dus liep ze naar de kleedkamers om haar gewone kleren aan te doen. Daarna liep ze naar het kantoor en vroeg of ze haar dochter eventjes mocht zien. Er werd haar te verstaan gegeven dat dit om vier uur mogelijk was, als de studenten pauze hadden. Karin ging dus in de hal zitten wachten. Ze zag meneer van den Berg de hal inkomen en zwaaide naar hem. Hij liep naar haar toe en vroeg of ze de baan gekregen had.
‘Ja, ik heb de hele dag al in de keuken geploeterd’, vertelde ze vrolijk.
‘Nou, ik ben blij te horen dat je zo’n harde werker bent, Karin. Als je werk er voor vandaag opzit, zullen we dan samen een kopje koffie gaan drinken? Karin was aangenaam verrast dat hij haar dat vroeg. Ze nam de uitnodiging aan en liep achter hem aan naar een ruimte waar ‘lerarenkamer’ op de deur stond. Ze gingen samen aan een klein tafeltje zitten. Karin kreeg te horen dat hij ook een weduwnaar was. Zijn vrouw was vijf jaar geleden aan kanker overleden. Ze hadden geen kinderen gehad. Karin en Adam zaten aardig op één lijn, ze hadden een beiden een enorm emotionele gebeurtenis meegemaakt. ‘Goed, de studentenpauze begint, als je Esther dus even wilt zien, moeten we nu gaan. Aard ging staan en stak zijn hand uit. Karin pakte deze en hij trok haar overeind. Wat romantisch!, dacht ze, terwijl ze door de hal naar buiten liepen. Esther zag Karin onmiddellijk verschijnen en trok haar mee naar een bankje ober een boom.
‘Mam, ik heb de hele dag al geen grote mond tegen de leraren gehad!’, pochte Esther trots.
‘Hartstikke goed!’, antwoordde Karin, ‘Ik ben trots op je’. Esther schurkte tegen haar moeder aan en vertelde wat ze die dag allemaal beleefd had. Veel te snel klonk de bel alweer en Esther haastte zich weer naar binnen. Karin liep naar haar auto en reed naar huis, ze voelde zich erg gelukkig.
Karin was te moe om naar de sportschool te gaan en dus bleef ze de hele avond voor de televisie hangen. De volgende ochtend was ze al weer vroeg wakker. Ze had een dijk van een ochtendhumeur, maar ze maakte zich klaar om naar haar werk te gaan. Toen ze in de auto zat zei ze tegen zichzelf, ‘dit is niet leuk!’ Maar de gedachte dat ze Esther vandaag weer zou zien hield haar op de been. Ze kreeg haar nieuwe uniformen uitgereikt, die een perfecte pasmaat hadden en ging aan het werk. Meneer de Groot gaf haar dit keer wat moeilijker werk. Tot de lunchtijd werkte Karin hard door om vervolgens buiten met een broodje pauze te houden. Ook Esther liet zich weer zien, maar was deze keer nors. ‘Mam’, zei ze klagend, ‘Ik moest gisteravond om negen uur al naar bed. Ik zweer het je, ze denken dat we kleine kinderen zijn. Als het in de les niet zo leuk is, dan zou ik nu onmiddellijk naar huis gaan.
Karin glimlachte naar haar. ‘Esther, ik ging gisteravond om acht uur al slapen. Als je vroeg op moet staan houdt dat in dat je ook vroeg naar bed moet gaan, meer niet’. Esther was er nog lang niet van overtuigd, maar gaf haar moeder een kus en liep weer terug naar de rij wachtende studenten in de eetzaal.
Om een uur of half drie vroeg meneer de Groot aan Karin om de vloer te dweilen. Karin was niet blij met dat klusje en begon te klagen, toen zich plotseling het handboek en de regels herinnerde. Hoe schattig hij ook was, Meneer de Groot zou de indruk kunnen krijgen dat ze aan werkweigering deed, dus dweilde ze de vloer en vroeg vervolgens permissie om te gaan. Ze kleedde zich om en ging in de hal zitten wachten tot Esther pauze had. Meneer van den Berg kwam de hal instappen en het had er de schijn van dat hij haar daar verwachtte. Ze gingen weer samen naar de lerarenkamer. Karin wist nu zeker dat ze verliefd was. Hij had alles wat ze altijd in een man gezocht had. Hij was aardig en lief en voorkomend en knap en hij had ook nog leuke humor. Haar hart begon al sneller te kloppen als ze hem alleen maar aankeek. Hij zorgde dat ze zich heel speciaal voelde. Karin liep om vier uur samen met hem naar buiten, waar Esther haar al op stond te wachten. Ze namen afscheid van meneer van de Berg en zochten het bankje weer op.
x-x-x-x-x
‘Mam, ik kan er niet langer tegen. Ik heb vandaag een opstel geschreven en mevrouw Peters heeft er allemaal rode strepen doorheen gezet en nu moet ik het vanavond opnieuw doen. Ik heb echt mijn best gedaan op dat opstel, mam, en het is niet eerlijk wat het was een geschiedenisles, geen Nederlands. Je weet niet half hoe moeilijk het voor me was om haar geen grote mond te geven.
Karin probeerde haar dochter wat te kalmeren. ‘Hè, wat vervelend, Esther, ik wou dat ik je er vanavond mee kon helpen. Waarom vraag je je leraar Nederlands niet om hulp? Esther klaarde wat op toen ze dat idee hoorde en ze spraken nog een poosje over koetjes en kalfjes.
‘U vind die meneer van den Berg best wel aardig, is het niet?’, vroeg Esther. Karin knikte. ‘Hij is ziet er helemaal niet zo erg uit, hè?’
Karin was verbaasd. ‘Wat bedoel je, dat hij er niet erg uit ziet?’
‘Nou Susie heeft me verteld dat hij hier alle straffen uitdeelt’, giechelde Esther, ‘Susie zegt dat hij de strengste rector van het hele land is’.
‘Ja natuurlijk, dat hoort ook bij zijn werk, liefje, zei Karin. ‘Sommige studenten hebben gewoon af en toe straf nodig. Ik weet zeker dat hij heel rechtvaardig is’.
‘Susie zegt ook dat ze hartstikke bang voor hem is’, ging Esther verder.
‘Heeft Susie er dan ervaring mee?’
‘Welnee, daar is ze veel te bang voor’.
‘Mocht Susie ooit in de problemen komen dan zal ze er wel achterkomen dat hij streng maar rechtvaardig is’, zei Karin.
‘Tja, ik waarschuw je maar mam, ik zou niet graag willen dat jou wat gebeurt’.
‘Dank je wel, liefje’, Karin wilde nog wat zeggen, maar toen ging de bel en sprong Esther op van de bank. ‘Tot morgen!’ Ze zwaaide nog even terwijl ze zich naar binnen haastte.
Karin liep langzaam naar haar auto. Ze twijfelde er geen moment aan dan dat Aard rechtvaardig was. Ze was er van overtuigd dat hij streng kon zijn als dit nodig was, maar ze had met ook zien lachen en grapjes maken met de studenten, dus moest hij wel een aardige man zijn. Toen ze bij het parkeerterrein aankwam zag ze hoe hij net het administratiegebouw uitstapte. ‘Karin!’, riep hij. Ze wachtte op hem en hij vroeg haar of hij haar mee uit eten mocht nemen. Karin wist dat de reglementen niets zeiden over het met elkaar uitgaan van het personeel, maar vroeg zich wel af hoe de anderen er over zouden denken.
Maar hij zei, ‘Karin, er bestaat geen beleid dat iets zegt over de omgang tussen personeel en wat ik in mijn vrije tijd doe heeft niets met mijn werk te maken. Bovendien zijn we op het werk professioneel bezig, of niet?’
Karin keek hem aan en voelde hoe haar hart sneller ging kloppen. ‘Ja’. Verdomme, ze zei bijna ‘meneer’ tegen hem! Zijn oogopslag was streng, maar er hing ook een aangename sfeer om hem heen.
‘OK, laten we dan gaan!’ Hij liep naar zijn auto en zij volgde hem. Hij hield het portier voor haar open en deed deze weer achter haar dicht. Hij ging op de bestuurdersplaats zitten, keek haar aan en reikte vervolgens om haar heen om haar veiligheidsgordel vast te maken. Karin had vergeten dit te doen, zo verbaasd was ze dat ze op de zachte leren stoel van een Mercedes zat op weg naar een etentje. Ze gingen gezellig eten in een visrestaurant en Karin vertelde hem over alle eerdere problemen die Esther veroorzaakt had. Hij was vriendelijk en gaf haar een paar adviezen hoe ze er het beste mee om kon gaan. Na het eten gingen ze nog samen dansen en Karin was helemaal uitgeput tegen de tijd dat ze om negen uur ’s avonds terugreden. ‘Het spijt me dat het zo laat geworden is, Karin’.
‘Dat geeft niet, Aard. Het is het wel waard geweest’. Dat die man echt het idee had dat negen uur laat was!”
‘Zal ik je anders voor de zekerheid morgenochtend even te bellen, zodat je niet te laat op je werk bent?’ Aard voelde zich kennelijk schuldig dat ze een kort nachtje tegemoet ging, dacht Karin.
‘Nee, dat is niet nodig hoor, ik kan best zelf vroeg mijn bed uitkomen, maar evengoed bedankt’. Aard gaf haar een kus voordat ze de auto uitstapte. Het was een vluchtige aanraking van zijn lippen op de hare, maar voor Karin was het ongelofelijk opwindend. Ze stamelde welterusten voordat ze uit zijn auto stapte om over te stappen in de hare. Aard wachtte tot ze de motor gestart had en het parkeerterrein afgereden was. Karin voelde zich geweldig toen ze naar huis reed. En dan te bedenken dat ze al die jaren helemaal niet in mannen geïnteresseerd was, die in hun leven infiltreerden, die Esther zeiden wat ze wel en niet mocht en die zich overal mee bemoeiden. En nu hoopte ze dat Aard al deze dingen wel ging doen. Ze viel in slaap en droomde er zelfs over.
Karin werd gewekt door het penetrante geluid van de wekker. Ze gaf er een hard klap op zodat deze van het nachtkastje viel. Ze ging rechtop zitten om te kijken hoe laat het was en kreunde van ongeloof. Het was bijna zes uur! Ze sprong haar bed uit en rommelde in haar tasje om het telefoonnummer van de keuken te zoeken. Meneer de Groot nam op, en Karin stotterde dat ze zich verslapen had en dat ze zo snel mogelijk zou komen. Meneer de Groot klonk voor de verandering eens niet geamuseerd. Ze haastte zich om zich klaar te maken en reed met een hogere snelheid dan toegestaan naar haar werk. Ze rende naar binnen om zich om te kleden.
Eenmaal in de keuken liet meneer de Groot haar aardappelen schillen. Verdomme, hij wist toch dat ze een bloedhekel had aan dat klusje! Karin wou protesteren, maar richtte in plaats daarvan haar frustratie op de aardappelen. Schil, schil en nog eens schil. Ze had ze allemaal in een recordtijd geschild. Het humeur van meneer de Groot knapte er zowaar een beetje van op. Maar de dag was toch al verpest. Meneer Minton gaf haar een schriftelijke waarschuwing, waar ze zelf een paraaf onder moest zetten. Hij zei dat iedere waarschuwing betekende dat ze bij de rector op het matje moest komen, maar daar was ze al van op de hoogte. Ze ging naar buiten om haar lunch op te eten. Esther arriveerde even later. Ze zag er chagrijnig uit, toen ze op haar moeder af liep.
‘Ze moesten een bom op dit gebouw gooien’. Esther liet zich naast Karin neerploffen.
‘Esther, liefje, we hebben helemaal geen keus. Dit hier is je laatste kans. Anders wordt het een tuchtschool. Dat weet je best’.
‘Maar mam, ik had vanmorgen een grote mond tegen mevrouw Petersen. Ze gaf me een schriftelijke waarschuwing. En omdat ik die niet wilde tekenen, schreef ze er nog eentje. Dus ging ik weer zitten en heb mijn mond niet meer open gedaan. Als ik nog een schriftelijke waarschuwing krijg, heb ik een groot probleem’.
‘Waarom had je een grote mond tegen mevrouw Petersen? Ik dacht dat het zo’n aardige lerares was’.
‘Ze doet alleen maar aardig. En vervolgens steekt ze je lachend een mes in je rug’.
‘Ach, stel je niet aan, Esther. Wat heb je tegen haar gezegd?
‘Ze had allemaal rode strepen door mijn opstel gezet en toen ze het aan mij terug gaf, heb ik haar gezegd hoe ik daar over dacht. Ik heb haar gezegd dat ze niet mijn lerares Nederlands was, en dat het niet aardig van haar was dat ze zich wel als eentje opstelde. Ik heb haar niet eens uitgescholden en ben ook niet gaan schreeuwen’.
‘Heb je je leraar Nederlands leraar niet gevraagd je te helpen’.
‘Nee’.
‘Waarom niet?’
‘Daar had ik geen tijd voor. We mochten gisteravond een film zien en die wilde ik niet missen’.
‘Nou, ik kan niet zeggen dat je het allemaal slim aangepakt hebt’.
‘Zal ik je eens wat vertellen, mam? Ik heb sinds ik hier ben mijn stinkende best gedaan, ik heb harder gestudeerd en heb geprobeerd jou tevreden te stellen. En alles wat jij doet is een beetje flirten met de rector, waarvan ik al gezegd heb dat dat een grote vergissing is. Je bent hier gaan werken om HEM te kunnen zien, niet MIJ. Ik haat het hier en ik wil hier WEG!’
Karin keek haar dochter verbaasd aan. Hoewel Esther op school regelmatig de mist in gegaan was, was ze zelden brutaal tegen haar moeder. ‘Shhh…straks hoort iemand je, Esther!’, was alles wat Karin kon bedenken om te zeggen. Toen zag ze een man de hoek van het gebouw om lopen. ‘Verdomme, nu zijn we betrapt, fluisterde Karin en zag hoe Esther zo bleek als een doek werd. Esther draaide zich om en zei, ‘Meneer Simpson, ik moet even iets tegen mijn moeder zeggen’.
‘Ja Esther, ik weet het. Ik heb je iedere dag tijdens de lunch uit de rij zien verdwijnen en ik dacht vandaag dat ik maar eens moest kijken wat je dan steeds gaat doen. Het spijt me, maar ik moet je hier een schriftelijke waarschuwing voor geven. En ik moet het ook aan de chef van je moeder vertellen’.
‘Ik heb even pauze, Meneer Simpson’, liet Karin hem weten.
‘Dat is goed mogelijk, mevrouw de Lange, maar u heeft uw dochter geholpen de regels te overtreden en daar zal hij niet al te gemakkelijk over denken. Karin raakte haar rechtvaardigheidsgevoel kwijt en gaf geen antwoord meer. Esther liep met tegenzin achter meneer Simpson aan terug naar het gebouw, zonder nog een keer naar moeder om te kijken. Karin ging weer aan het werk. Ze werkte hard door en maakte zich ondertussen zorgen over haar dochter. Het had deze keer maar drie dagen geduurd. Zou Esther de straf die Aard voor haar in petto hebben accepteren of zou Karin zich moeten melden om te horen dat haar dochter van school gestuurd werd? Karin zag het met angst en beven tegemoet.
Tegen twee uur vroeg meneer de Groot haar nog een schriftelijke waarschuwing te tekenen. Meneer Simpson had het doorgegeven zoals hij aangekondigd had. Hij zei dat hij teleurgesteld in haar was, maar dat hij er vertrouwen in had dat ze niet nog een keer de fout in zou gaan. Hij zei haar dat ze de vloer kon gaan dweilen totdat ze bij de rector geroepen zou worden. Karin liet de dweilstok langzaam van links naar rechts gaan en voelde zich neerslachtig. Dat gevoel was ze al bijna vergeten. Nu moest ze als een stout schoolmeisje bij Aard op het matje komen. Haar maag draaide zich om. Het was maar goed dat ze niet zoveel gegeten had, dacht ze. Ze voelde zich erg dom en liet de dweil over de vloer gaan. Meneer de Groot vroeg haar een beetje op te schieten. Ze hoorde hem maar nauwelijks en bleef het trage tempo aanhouden terwijl ze aan Aard en Esther dacht. Hij vroeg het nog een keer, luider deze keer, hij wilde dat ze het af had voor ze weg moest. ‘OK, OK’, dacht Karin. Ze keek hem aan en knikte en voelde zich een slavin. Ze liet de dweil boos van voor naar achter gaan zonder er echt op te letten wat ze precies deed. Toen voelde ze hoe de dweilstok tegen iets hards aanstootte en vervolgens stroomde er allemaal heet vet over de vloer. Ze sprong boven op een stoel en schreeuwde waarschuwend naar iedereen in de omgeving. Ze had kennelijk de frituurpan omgestoten die stond af te koelen van het patat bakken voor de lunch. Ze zag hoe meneer de Groot een vuurrood hoofd van boosheid kreeg toen hij zag wat er gebeurd was. Hij droeg een jonge keukenassistent op te helpen de vette, hete puinhoop op te ruimen. De tranen stonden Karin in de ogen. Ze dweilde rond de stoel, maar een dweil had natuurlijk niet zo veel zin in de vette troep. Meneer de Groot riep haar bij zich. Ze stapte voorzichtig naar beneden en glibberde naar zijn kantoor. Hij schreef alweer een schriftelijke waarschuwing voor haar en liet haar weten dat het hem speet dat het kennelijk niet ging, Hij zei dat ze de keuken moesten sluiten en dat ze vloeren met zeep en heet water moesten schrobben, dat de school vanavond middels catering dure maaltijden moest laten bezorgen. Tenslotte zei hij dat ze bij de deur van het kantoor van de rector moest wachten tot hij tijd voor haar had. Ze moest haar schoenen uitdoen om door de gang te kunnen lopen. Ze wikkelde ze in haar schort om te voorkomen dat ze op de vloer zouden druppen.
Esther zat met angst en beven in het kantoor van de rector te wachten. Ze had de drie schriftelijke waarschuwingen in haar hand geklemd. Ze wist maar al te goed dat ze zich een flinke straf op haar nek gehaald had, maar haar vriendinnen hadden vaag gedaan over wat het precies kon inhouden. Ze was er van overtuigd dat het iets heel vervelends was, zoals eenzame afzondering en dat als ze het zou weigeren, zij en haar moeder weggestuurd zouden worden. Ze dacht aan de nieuwe vrienden die ze gemaakt had. Het was lang geleden dat Esther vrienden gehad had, behalve het buurmeisje, dat twee jaar jonger was en haar alleen maar in de problemen bracht. Het was leuk om vrienden te hebben. En het was ook geweldig om een 9.8 op haar wiskunde proefwerk te krijgen. Het was voor het eerst dat ze iets van algebra snapte omdat de leraar het zo goed uit kon leggen. Esther vond haar nieuwe kamer mooi, het eten was goed, ze hield van de boswandelingen en had verschrikkelijk veel plezier aan de tekenlessen. Voor het eerst in haar leven, begon ze de consequenties van de keuzes die ze zou maken tegen elkaar af te wegen.
Mevrouw Starke verstoorde haar mijmeringen. ‘Meneer van den Berg wil je nu spreken, Esther’. Ze zuchtte, stond op en liep behoedzaam naar het kantoor van de rector. Ze zou het doen. Ze zou iedereen laten zien dat ze goede cijfers kon halen, dat ze beleefd tegen de leerkrachten kon zijn, dat ze in wezen een lief meisje was.
x-x-x-x-x
Meneer van den Berg zat achter zijn bureau en gebood Esther te gaan zitten. Hij praatte een poosje met haar, vroeg waarom ze de waarschuwingen gekregen had en hoe ze daar nu zelf over dacht. Hij zei dat ze best een aardige meid was, ondanks de waarschuwingen, maar dat ze wel wat meer respect voor de leraren op moest brengen, ook als ze dacht dat het niet eerlijk was. Esther merkte dat ze het hem naar de zin wilde maken. Ze wilde dat hij haar aardig zou vinden.
Ze had het gevoel dat hij oprecht betrokken was. Vervolgens deed hij haar uit de doeken hoe haar straf eruit zou zien. Ze was helemaal verbluft en was niet in staat te reageren. Wat werd er van haar verwacht? Haar rok omhoog doen en over zijn bureau bukken? In die beschamende houding te blijven staan terwijl hij haar met een paddel op haar bips sloeg? In welk jaar leefden we eigenlijk? 1950? 1850? Meneer van den Berg stond op. Esther voelde het hart in haar keel kloppen. Dit kan helemaal niet, hield ze zichzelf voor. Meneer van den Berg opende de deur en vroeg mevrouw Starke of ze even binnen wilde komen. Vervolgens hoorde ze de deur weer dichtgaan. Hij stond nu voor haar. Zij zat nog steeds en was niet in staat zich te bewegen. Hij stak zijn hand naar haar uit. Ze keek in zijn ogen en zag daar niets anders dan vriendelijkheid en vertrouwen. Ze legde haar hand in de zijne en stond met knikkende knieën op. Mevrouw Starke ging achter haar staan en ze voelde hoe haar rok omhoog geschoven werd en kon zich nog steeds niet bewegen. Ze werd zachtjes voorover over het bureau geduwd. Het voelde hard en koud aan tegen haar borsten door haar blouse en BH heen. Ze voelde de zachte en warme handen van mevrouw Starke op haar rug. Net toen Esther zich af begon te vragen of dit allemaal een boze droom was, landde de paddel op haar rechter bil en ging er een pijnscheut door haar heen. Ze was te verbaasd om het uit te schreeuwen. Ze voelde een soort vastbeslotenheid toen ze haar handen naar de rand van het bureau bracht en zich stevig vastpakte. Ze zou hem laten zien dat ze het kon hebben. KLETS! Esther kreunde, maar maakte verder geen geluid.
Adam van den Berg herkende maagdelijke billen als hij ze zag. Hij hield een beetje in en sloeg niet uit volle kracht zoals wel gebruikelijk was bij drie schriftelijke waarschuwingen. Hij hield het tempo laag en sloeg telkens op een ander plekje. Dit meisje was geen watje, moest hij toegeven. Tien klappen en ze had nog niet een krimp gegeven. Hij wilde dat hij er mee op kon houden, maar hij moest zorgen dat ze op zijn minst ging huilen, zodat ze zich gereinigd voelde. Hij ging een beetje sneller en harder slaan en haar billen onder haar dunne witte onderbroekje trilden en kleurden van maagdelijk wit naar vuurrood. Ze draaide met haar onderlichaam en klemde zich aan de rand van het bureau vast of haar leven er vanaf hing. Vijf klappen op haar bovenbenen deden haar kreunen. Jeetje, dacht hij, wat was er allemaal nodig? Hij begon harder te slaan, drie keer achter elkaar op dezelfde plaats. Haar voeten begonnen onwillekeurig om zich heen te schoppen. ‘Oh, alsjeblieft…’, kreunde ze, ‘Alsjeblieft, houd op, het doet zo’n zeer!’
De tranen welden op. Verdomme, niet huilen, dacht ze, maar het brandende gevoel werd steeds erger.
‘Oh, ALSJEBLIEFT, het spijt me, STOP ALSJEBLIEFT, ik zal nooit weer brutaal zijn!’ Maar stevige klappen bleven het vuur op haar huid verder aanwakkeren. Toen kwamen vijf klappen snel achtereen neer op het plekje waar haar benen en haar billen in elkaar over gingen. De tranen begonnen te vloeien ondanks haar dappere pogingen. Ze begon als een klein meisje te huilen en realiseerde zich maar nauwelijks dat haar straf erop zat. Ze voelde hoe haar rok naar beneden geschoven werd en dat ze van het bureau omhoog getild werd en een dikke knuffel van meneer van den Berg kreeg. Ze duwde haar gezicht tegen zijn borst. ‘Het spijt me, meneer van den Berg, het spijt me heel erg’, huilde ze. Ze voelde hoe hij zachtjes over haar rug wreef en haar liet weten dat ze dapper geweest was. Ze voelde zich zo geliefd. Ze voelde zich eindelijk bevrijd van haar slechte gedrag en haar schuldgevoel. Toen droeg hij haar op dat ze in de hoek moest gaan staan tot ze zichzelf weer onder controle had. Esther deed gehoorzaam wat haar gezegd was.
Karin voelde zich ellendig. Drie schriftelijke waarschuwingen op één dag! Waarom zat ze in het zelfde pakket als haar dochter. Ze voelde zich als een klein kind, terwijl ze op haar ontslag zat te wachten. Karin de Lange werd in haar eerste baantje in tien jaar ontslagen. Waarom zou ze niet gewoon nu al de deur uitlopen? Waarom niet gewoon haar eigen kleren aantrekken en weggaan? Wat konden ze er tegen doen? Haar voor de rechter dagen? Ze moest bijna lachen bij de gedachte, maar ze besloot dat ze liever waardig vertrok dan dat ze Aard van den Berg onder ogen zou moeten komen. Ze ging staan om op haar sokken de wachtkamer uit te lopen toen de deur van het kantoor van Aards kantoor openging en mevrouw Starke haar naam riep. Karin twijfelde. Het gebouw stiekem verlaten was één ding, maar het opzettelijk negeren van de arme mevrouw Starke was heel iets anders. Ze liep langzaam naar het kantoor van de rector, vast van plan om hem te laten weten dat ze hem zou laten weten dat ze ontslag nam voor hij de kans kreeg haar te ontslaan.
Mevrouw Starke vroeg haar even plaats te nemen en dat meneer van den Berg zo bij haar kwam. Karin ging zitten en mevrouw Starke ging het kantoor van Aard binnen. Ze kon iemand daar binnen horen snikken, alsof diegene net had gehuild. Niet lang daarna kwam Aard met een strenge blik tevoorschijn. Karin werd gevraagd binnen te komen. Mevrouw Starke kwam naar buiten toen zijn naar binnen stapten. Het eerste wat Karin zag was Esther, die in een hoek van de kamer achter het bureau stond. Het leek zo vreemd en absurd dat ze bijna in lachen uitbarstte. ‘Gaat u alstublieft zitten, mevrouw de Lange’, zei Aard op een vriendelijke maar besliste toon. Karin ging zitten en verzette zich tegen haar slecht getimede gevoel voor humor. Maar Aard liep naar Esther en sprak vriendelijk tegen haar en Karin verging de neiging om te lachen. Esther hield op met snikken, draaide zich om en Aard omhelsde haar. Karin was erg verrast toen ze zag dat Esther hem terug knuffelde, omdat ze er sinds haar vader overleden was, de persoon niet naar was om haar affectie om een lichamelijke manier te tonen. Esther gaf haar moeder een knikje en liep naar de deur.
‘Esther, heb je je moeder niets te zeggen?’, vroeg Aard.
‘Ehh…ja…volgens mij wel’, zei Esther zwakjes.
‘Ga je gang maar’, zei Aard.
‘Moeder, het…het spijt me dat ik brutaal geweest ben tegen mevrouw Petersen…het spijt me dat ik u niet gevraagd heb me te helpen, zoals u gisteren voorstelde, en…het spijt me dat ik onaardig tegen u was…’
‘Het is al goed, kindje’, viel Karin haar in de rede. Ze was zowel geschokt als beschaamd door dit onverwachte gedrag van haar dochter. ‘Je hoeft je niet te verontschuldigen. Ik weet hoe moeilijk het voor je geweest moet zijn’.
‘Mevrouw de Lange’, zei Aard, ‘het maken van excuses is een belangrijk onderdeel van het leerproces. Zeg alstublieft niet tegen Esther dat ze haar excuses niet hoeft te maken. U hoeft haar alleen maar te laten weten dat u haar vergeeft’.
Karin sprong onmiddellijk omhoog om Esther een knuffel te geven. ‘Wauw, dit was geweldig, dacht ze. ‘Natuurlijk vergeef ik je, liefje. Je weet dat ik je altijd zal vergeven, wat je ook doet’. Esther drukte haar moeder nog steviger tegen zich aan, maar liet haar vervolgens los en keek haar aan.
‘Ik moet nu terug naar de klas, moeder. Dag meneer van den Berg, en bedankt’. Karin kon alleen maar verwonderd toezien hoe haar dochter zich uit de voeten maakte. Ze slaakte een diepe zucht en ging met knikkende knieën weer zitten. Ze as bijna vergeten dat Aard in de kamer aanwezig was, totdat hij aan zijn kant van het bureau ging zitten en ze zijn stem hoorde. Hij klonk tegelijkertijd vriendelijk en streng.
‘Karin’, begon hij, ‘Je mag wel heel trots zijn op je dochter. Ze was erg dapper en heeft haar straf uitstekend ondergaan’.
‘Oh, maar dat ben ik ook!”, haastte Karin zich uit te brengen. ‘Ik weet alleen niet wat ik zie, weet je, ik heb haar nog nooit zo meegaand gezien, ook al is ze een lieve meid, weet je. Ik ben erg trots op haar en ik ben blij dat je haar behandeld alsof je echt om haar geeft, en…’ Karin had in de gaten dat ze maar bleef doorratelen en verviel in stilte.
‘Karin, we moeten het nu over je schriftelijke waarschuwingen hebben’. Zijn toon bleef streng.
Zeg het hem!, dacht Karin. Zeg hem dat je het voor gezien houdt. Maar ze kreeg de woorden niet over haar lippen en terwijl ze hem aankeek liepen de rillingen over haar rug.
‘We zullen ze één voor één bespreken’. Hij pakte het eerste strookje papier. ‘Een uur te laat op het werk. Wat heb je daar op te zeggen?’
Karin staarde naar haar handen die op haar schoot rustten. Wat moest ze daar nu op zeggen. Welk excuus zou goed genoeg zijn? ‘De stroom was uitgevallen’, hoorde ze zich zelf zeggen. ‘Dus ging mijn wekker niet af!’ Ze keek hem in zijn ongelofelijk grijze ogen die alles leken te geloven wat ze zei. ‘Nou ja, OK…’ Karin besloot open kaart te spelen. ‘Ik heb me verslapen omdat ik het gister laat gemaakt heb, ik ben wel een uur lang door de wekker heen geslapen!’
Ze zuchtte.
‘En wiens fout was dat?’, vroeg hij door.
‘Tja, jij hebt me zo lang bezig gehouden…’ Karin keek hem nog een keer aan en was verloren. ‘Maar ik heb je aanbod me te wekken afgeslagen, dus het was mijn eigen schuld. Het spijt me’.
‘Goed, dat was één vergissing. De volgende keer dat we uitgaan, weet je beter, of niet?’
Toen Karin hoorde, ‘de volgende keer dat we uitgaan’, sloeg haar hart op hol. Hij wilde nog steeds haar uit, ondanks deze verschrikkelijke dag? Wauw. ‘Reken maar’, hoorde ze zichzelf zeggen terwijl ze naar de grond keek en vervolgens kon ze haar tong wel afbijten om zo’n stomme opmerking. Maar het scheen hem niet op te vallen, want hij ging gewoon door met zijn preek…
‘En deze tweede waarschuwing. Ondanks dat je anders beweerd hebt, heb je je dochter verleid de regels te overtreden en je op een tijd dat dit niet de bedoeling is, op te zoeken’.
Karin deed haar hoofd omhoog. ‘maar dat heb ik niet gedaan. Zij kwam naar mij toe!’ En weer kon ze haar tong wel afbijten. ‘Mijn hemel, had ze dat echt gezegd? ‘Het spijt me. Ik had haar natuurlijk weg moeten sturen en haar moeten laten weten dat ze niets achter de keuken te zoeken heeft, nadat dit de eerste keer gebeurde. Ik was gewoon blij dat ze me in vertrouwen nam en ik wilde horen wat ze allemaal beleefd had’. Ze keek op naar Aard en zei, ‘Waarom is het onmogelijk om tegen je te liegen?’
Hij lachte even, maar werd vervolgens weer streng en zei, Mag ik er van uit gaan dat je je dochter voortaan niet meer illegaal zult ontmoeten?’ Hij negeerde haar laatste vreemde vraag.
‘Oh nee, dat zal ik nooit weer doen’. Karin wilde dat hij haar zou geloven.
‘Weet je, als je naar me toe zou komen en me zou zeggen dat je graag iedere dag een beetje langer met je dochter kon omgaan, dan zou dat niet moeilijk te regelen zijn. Aard trok zijn wenkbrauwen op en ze kon opeens wel door de grond zakken.
‘Eh…dat is nog nooit in me opgekomen’, mompelde ze tegen de achterkant van zijn beeldscherm. Ik bedoel, jullie gaan er prat op hoe streng deze school is en ik ging er van uit dat aan de regels niet getornd kon worden.
‘Karin, we maken heus wel eens een uitzondering hoor. Streng zijn houdt in dat we ons strikt houden aan de maatschappelijke normen en waarden. Maar dat betekent nog niet dat we geen omstandigheden creëren die het mogelijk maken voor onze studenten, families en werknemers om gelukkig te zijn’. Karin keek weer naar de vloer. Hij zorgde er voor dat ze zich dom, naïef en kinderachtig voelde.
‘Dus kom je voortaan bij mij om het te vragen voordat je het recht in eigen hand neemt en de regels aan je laars lapt, of niet?’
‘Ja, Aard’. Ze keek hem aan toen hij verder ging.
‘Dan komen we nu bij de derde waarschuwing. Ik begrijp niet goed wat meneer de Groot hier allemaal opgeschreven heeft. Iets over obstinaat zijn en het opzettelijk schade toebrengen aan onze eigendommen? Ik kan me niet voorstellen dat je daartoe in staat bent. Er is me wel verteld dat de keuken dicht is omdat er allemaal frituurvet op de grond ligt. Kun je me vertellen wat er gebeurd is?’
Karin stotterde, ‘Eh…eh…nou ja, ik baalde als een stekker dat meneer de Groot al twee schriftelijke waarschuwingen uitgedeeld had en ik deed heel lang over het dweilen. En nadat hij me een paar keer te verstaan gegeven had dat ik een beetje op moest schieten, werd ik een beetje onvoorzichtig, kun je wel zeggen, en…tja, toen schoot mijn dweilstok tegen de hete frituurpan en stroomde het frituurvet overal heen, en…’
‘OK, ik geloof dat het me duidelijk is’, onderbrak Aard haar. ‘Je lette dus niet goed op terwijl je aan het werk was?’
‘Nee, dat klopt’. Karin staarde naar zijn stropdas.
‘En je werd boos, toen hij zei dat je een beetje op moest schieten?’
‘Ja, dat klopt’. Ze zag hoe hij zijn handen gevouwen voor zich op het bureau legde.
‘En toen ging je te wild met die dweilstok te keer?’
‘Ja, zo zit het ongeveer’. Ze liet haar blik naar haar voeten glijden.
‘Wat voor een potentieel gevaarlijke situatie leidde, en dat de school een behoorlijk dure maaltijd voor zijn studenten gaat kosten?’
‘Eh…ja…ja, Aard’. Karin voelde de tranen opkomen en beet op haar lip om ze op te houden. Niet doen!, hield ze zichzelf voor. Deze hele situatie is belachelijk. Ik heb niet meer gehuild sinds Sam overleden is en nu zit ik me zenuwachtig te maken en me schuldig te voelen en… De stem van Aard onderbrak haar gedachten.
Tja Karin, wat heb je daar verder op te zeggen?’
Karin dacht daar even over na. Nu was het tijd om te zeggen dat ze het voor gezien hield. Nu moest ze voor zichzelf kiezen en er vandoor gaan. Zeg hem dat je ermee ophoudt! Maar ze hoorde zichzelf zeggen, ‘Nee, Aard’. Verdomme, ze was niet tegen zijn blik bestand. ‘Ik heb er niets meer aan toe te voegen. Ik heb mijn plichten verwaarloosd, ik heb niet naar meneer de Groot geluisterd, en ik heb me afgereageerd op de dweilstok, ik heb gezorgd dat de frituurpan omviel en ik heb de school heel veel geld gekost’. Zo, dat was eruit. Karin voelde een vreemd soort opluchting ondanks dat het allemaal slecht had geklonken. Ze keek als gehypnotiseerd naar de grond.
‘Karin?’, hoorde ze Aard na wat een eeuwigheid leek, zeggen. Ze keek op. ‘Ben je bereid de consequenties van je gedrag te dragen?’
x-x-x-x-x-x
‘Ja’. Karin ging rechtop zitten en keek hem aan. ‘Ik zal me nu gaan omkleden en mijn uniformen inleveren. En ik zal de catering voor vanavond voor mijn rekening nemen. Ik zal zelfs een cheque uitschrijven zodra ik mijn tasje uit mijn kluisje gehaald heb’. Ze maakte een beweging om op te staan, maar hij gebaarde haar weer te gaan zitten.
‘Karin, heb je wel naar me geluisterd?’
‘Huh?’
‘Ik heb geprobeerd je duidelijk te maken hoe je verder zou kunnen na vanavond, hoe je van je fouten zou kunnen leren en hoe je het de volgende keer beter kunt doen’.
‘Huh?’, Karin keek hem verbaasd aan.
‘Je bent niet ontslagen, Er is geen reden om je uniformen in te leveren’.
‘Maar…ik heb het handboek gelezen, Aard, en…’
‘Karin, als je vandaag afhaakt dan loop je voor je problemen weg. Zie je dat dan niet? Je hebt hier…een unieke gelegenheid om je leven een draai te geven, om wijzer te worden, om op te houden met liegen om je problemen te verdoezelen, om je woede te leren beheersen, te leren andere mensen te vertrouwen…’ Karin keek hem alleen maar aan. ‘Je hebt nu de kans om een nieuwe start te maken. Je moet je fouten onder ogen zien en ermee aan het werk gaan’. Karin keek hem in zijn ogen en geloofde ieder woord van wat hij zei.
‘De alternatieve straf’, fluisterde ze, meer tegen zichzelf den tegen hem. ‘Waar bestaat die uit?’
Aard pakte haar hand. ‘Het is niet erg gebruikelijk. Maar wel heel erg effectief’. Het gezicht van Karin bleef uitdrukkingsloos. ‘Het is een lijfstraf’.
Aard zag dat zijn woorden doordrongen toen er een schok op haar gezicht zichtbaar werd. Vervolgens werd ze rood van schaamte. ‘Wat?”, vroeg ze met een schrille stem’. ‘Met een zweep?’
‘Nee niet met een zweep. Gewoon een pak op je billen. Hij had het idee dat ze niet zo’n taaie was als haar dochter en de paddle op dit moment nooit zou kunnen verdragen.
Karin was verbijsterd. ‘Een pak op de billen?’. Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘Zei je daarnet niet dat ik eigenlijk nog volwassen moest worden? En nu heb je het over een straf die bij een kind past. Ik begrijp het niet’.
‘Een pak op de bips is niet iets dat voorbehouden is aan kinderen. Het is een effectief middel om gedrag van meiden van alle leeftijden bij te sturen’.
‘Ja, hoor, en jij krijgt zeker ook een pak slag als je je niet aan de regels houdt, of niet?’, Karin wist dat ze op het punt stond haar zelfbeheersing te verliezen. Alle schuldgevoelens waren op slag verdwenen.
‘Nee, Karin. Ik ben ervan overtuigd dat hoewel mannen er ook vaak een potje van maken; er geen eenduidige straffen voor hen bestaan. Vrouwen aan de andere kant, die zijn lichamelijk een stuk minder sterk dan mannen. Een pak op hun billen heeft een heel effectieve uitwerking waar het het bijsturen van gedrag inhoudt zonder dat dit ten koste gaat van het zelfvertrouwen’.
‘Je meent het serieus, hè?’ Karin keek hem aan. ‘Nou niemand geeft deze vrouw een pak slaag!’ Ze ging staan. ‘Ik neem ontslag, Ik houd ermee op. Ik vertrek’. Ze liep in de richting van de deur. ‘En morgen ben ik om vier uur terug om mijn dochter te bezoeken’. Opeens stopte ze en keek hem aan. ‘Je hebt haar een pak op haar bips gegeven, of niet?’ Ze wees naar hem. ‘Heb jij mijn dochter over de knie gelegd?’
Aard bleef uiterlijk onbewogen. ‘Nee, ik heb haar een pak slaag met de paddle gegeven. Hier, in het bijzijn van mevrouw Starke, voorovergebogen over mijn bureau, rok omhoog en alleen een onderbroekje om haar te beschermen’.
Karin was woedend. ‘Hoe durf je?’, was alles wat ze uit kon brengen.
‘Durven? Het staat in vette letters in de formulieren die je getekend hebt. Hier worden lijfstraffen gegeven, en ze blijken heel effectief te zijn. Je dochter heeft het geaccepteerd en het als een volwassen vrouw ondergaan. Ze is hier als een berouwvolle jongedame vertrokken, vastbesloten om in de toekomst beter haar best te doen’.
Karin wist daar niets tegen in te brengen, maar alle redelijkheid had haar op dat moment in de steek gelaten. ‘Ik kan niet geloven dat je dat met haar gedaan hebt. Je bent helemaal niet wie ik dacht dat je zou zijn. Je bent een sadistisch varken en ik wil je nooit weer zien’. Ze barstte in tranen uit en trok een sprintje naar de deur. Aard was niet verrast door haar reactie en liep naar de parkeerplaats.
Karin droogde haar ogen met een papieren zakdoekje en trok haastig haar eigen kleren aan. Ze gooide haar uniform in haar kastje, klapte het deurtje dicht, greep haar handtas en beende het gebouw uit. Ze zag hoe Aard op de parkeerplaats tegen haar auto geleund stond. Ze smeet haar tasje op de motorkap en haalde haar chequeboekje te voorschijn.
‘Hoeveel?’, wilde ze weten.
‘Ik heb geen idee. Dat zal ik aan meneer de Groot moeten vragen’, zei hij kalm.
‘Goed, dan stuur je me de rekening maar’. Karin deed haar armen over elkaar en wachtte tot hij voor haar auto weg zou stappen.
‘Karin, ik wil niet dat je in de auto stapt voordat je gekalmeerd bent’.
‘Oh, maar ik ben heel rustig. ‘Huil ik? Nee. Ben ik aan het schreeuwen? Nee. En nu aan de kant, dan kan ik vertrekken’.
‘Je bent erg overstuur, ook al probeer je dat te verbergen. Kom alsjeblieft mee naar binnen dan praten we erover’.
‘NEE’. Karin liep naar de andere kant van de auto en deed het portier van het slot.
‘Laat mij je dan thuis brengen’.
‘NEE’. Karin ging op de passagiersplaats zitten, trok de deur dicht en deed de deuren op slot. Aard liep naar de achterkant van de auto en leunde tegen de kofferbak. Karin had haar auto met de neus tegen een boom geparkeerd en kon alleen maar wegkomen door achteruit te rijden. Ze draaide haar raampje over. ‘Dit is belachelijk meneer van den Berg, ga alstublieft aan de kant, anders bel ik de politie’.
‘Ga je gang, Karin, bel de politie maar. Vertel hun maar dat ik een suïcidale gek ben, maar ik ga nog steeds niet aan de kant om jou in je huidige toestand weg te laten rijden’. Karin startte de auto. Hij kwam niet in beweging. Ze zette de versnelling in de achteruit. Hij ging nog steeds niet aan de kant. Hoe kon hij zoveel vertrouwen in haar hebben? Haar hart ging als een bezetene tekeer. Ze hield haar voet een hele poos op het rempedaal en probeerde te bedenken hoe ze veilig weg zou kunnen komen uit deze bedreigende situatie. Karin, je hebt hem uitgescholden, tegen hem geschreeuwd, je hebt hem van alles beschuldigd, en dit alles na alles blunders die ze begaan had. En toch stond hij nog achter haar en ondanks het risico overreden te worden probeerde hij haar te behoeden voor gevaarlijk gedrag. Karin zette de versnelling weer in de vrij en zette de motor af. Alles wat hij gedaan had was proberen haar ontremde dochter weer onder controle te krijgen en een pak op de bips van een volwassen vrouw voorstellen. Zo erg was het allemaal niet. Het klonk alleen zo choquerend en beschamend in haar oren. Ze wilde het hem nog steeds naar de zin maken. Ze wilde dat hij trots op haar zou zijn, zoals je trots op een dochter kunt zijn. Ze wilde nog eens met hem uit eten gaan. Ze wilde nog eens met hem gaan dansen. Ze wilde zich weer jong en gelukkig voelen. Misschien was ze diep in haar hart nog een kind. Misschien was haar dochter wel eens stuk volwassener dan zij! Ze deed haar sleutels in haar handtas en opende de deur, haar hoge hakken klikten op de stenen.
‘Aard’. Haar stem klonk zwak. ‘Aard, je hebt gelijk. Je hebt gelijk en ik zag het verkeerd. Ik ben van gedachten veranderd. Ik zal ondergaan wat jij vindt dat ik verdiend heb, als je aanbod tenminste nog steeds staat’. Ze keek naar de grond, hield haar adem in en hoorde haar hart kloppen. Ze haalde diep adem toen hij zich naar haar omdraaide en zijn hand naar haar uitstak. Ze pakte hem en ze liepen samen terug naar het hoofdgebouw.
Karin deed haar vrijetijdskleren uit en een schoon uniform aan zoals haar opgedragen werd en liep vervolgens de hal door naar het kantoor van Aard. Ze hoefde niet te wachten; de deur stond open en mevrouw Starke stond op toen ze binnenkwam en wachtte tot ze het kantoor van Aard binnen gegaan was. Mevrouw Starke volgde haar naar binnen en deed de deur achter zich dicht. Voor het eerst viel het Karin op dat de wanden en het plafond bekleed waren met geluidwerend materiaal. Dit maakte haar nog banger dan ze al was, maar Aard zei, ‘Rustig maar, het is geluidsdicht voor jouw privacy, niet om ons te beschermen’.
‘Moet ik me over het bureau bukken?’, vroeg Karin. Ze herkende haar eigen stem niet eens. Deze klonk iel en zenuwachtig.
‘Nee, ik wil je over de knie’. Aard schoof zijn stoel naar achteren en ging zitten. Karin staarde hem aan. Vanaf hier zou hij haar het niet gemakkelijk maken, wist ze. Ze slikte moeilijk en liep met tegenzin naar hem toe. Toen ze aan zijn zij stond, pakte hij haar hand en duwde haar voorzichtig voorover zodat haar hoofd bijna de grond raakte en haar onderbuik tegen zijn been drukte. Karin wilde het liefst al huilen. Het was zo beschamend en mevrouw Starke was ook in de kamer, en… toen drong het eindelijk tot haar door waarom de jongedame had gehuild toen ze hier voor het eerst was.
Zodra deze herinnering bij haar opkwam, voelde ze een pijnlijke klap op haar rechterbil. Ze kwam overeind, klaar om er opnieuw vandoor te gaan. ‘Oh! Dat deed zeer!’
‘Karin, ga weer liggen’. Ze liet zich weer zakken en vroeg zich vertwijfeld af waarom ze hem gehoorzaamde. Een nieuwe klap op haar linkerbil, ze schreeuwde het uit en schopte een been in de lucht. ‘AUW! Het spijt me!’ Ze voelde de tranen opkomen.
Aard zette zijn been over haar benen en hield haar stevig op haar plaats. Hij wist dat ze nog niet zover was om te kunnen blijven liggen bij wat hij nog voor haar in petto had. Hij deed het nu een beetje rustiger aan, hield er een regelmatig ritme op na en sloeg beurtelings op haar linker- en rechterbil. Ze had een mooie stevige bips, dacht hij, maar hield meteen op met daaraan te denken, voordat hij zichzelf te kijk zou zetten met een erectie. Het was tijd om andere maatregelen te nemen. Hij deed de achterkant van haar onderbroek naar beneden. Ze protesteerde, ‘Nee! Niet doen!’
‘Dit doe ik niet bij de leerlingen, maar jij bent een speciaal geval. Ik denk dat jij je lesje niet zult leren tenzij het op de blote gedaan wordt’. Aard liet een serie kletsen neerdalen die zorgden dat Karin als een kat begon te vechten. Ze gilde, ze huilde en ze probeerde in zijn enkel te bijten maar ze kon daar niet goed bij. Ze sloeg met haar vuisten op de grond en smeekte hem om op te houden. Het branden van haar bips was bijna niet uit te houden. Opeens stopte hij en ze hoorde hem zeggen, ‘Vertel me nu maar eens waarom je hier zo ligt’.
Karin kon nauwelijks een woord uitbrengen; haar stem was hees en haar neus zat verstopt van het huilen en gillen. ‘Ik heb gelogen, ik ben brutaal geweest, ik heb je uitgescholden, ik heb mijn dochter geholpen de regels te overtreden, ik heb een rommeltje van mijn werk gemaakt, ik heb mijn zelfbeheersing verloren…wat nog meer?’ Ze hoorde zichzelf hartverscheurend snikken en wenste dat ze niet zo’n watje was. Haar billen stonden in brand.
‘Ik denk dat dat het wel zo ongeveer is. En heb je er spijt van?’ Aard sloeg nog een keer of tien op haar bips, waardoor er nog meer tranen vloeiden.
‘Ja! Ik heb er zo’n spijt van, ik zal me zo goed gaan gedragen dat je me niet meer herkend!’ Maar in plaats dat hij ophield, liet hij een nieuw salvo neerdalen op de bovenkant van haar bovenbenen, terwijl zij uit alle macht bleef worstelen om los te komen.
‘Ik denk dat je er nog helemaal geen spijt van hebt, omdat je je zo blijft verzetten’. Aard liet zijn hand over de rode huid glijden. Karin realiseerde zich dat het niet op zou houden voor ze zich volledig zou overgeven aan haar welverdiende straf.
‘OK’, huilde ze zachtjes. ‘Ik zal mijn best doen’.
‘Probeer te bedenken wat je fout gedaan hebt’. Aard sloeg haar drie keer op haar rechterbil en Karin slaagde erin stil te blijven liggen. Hij deed hetzelfde met de andere bil. Ze bleef weer stil liggen en bleef huilen, terwijl ze dacht aan alles wat er mis gegaan was. Ik verdien het, bleef ze zichzelf voorhouden en gaf zich uiteindelijk over aan de pijn van de slagen die bleven neerdalen. Toen werd ze overeind getrokken, haar rok viel weer omlaag en Aard knuffelde haar en liet haar weten dat ze het goed gedaan had.
Karin voelde een soort bevrijdend gevoel over haar komen terwijl ze zich aan zijn overhemd vastklampte. Ze voelde hoe alle schuldgevoelens verdwenen waren. Ze voelde dat iemand om haar gaf. Ze hoorde hoe mevrouw Starke de kamer uitliep. Aard tilde haar gezicht op en kuste haar.
‘Dat pak slaag was voor de drie schriftelijke waarschuwingen van vandaag’, zei hij zachtjes. Karin snikte. ‘maar vanavond, liefje, na het eten, moeten we het er nog over hebben dat je me een sadistisch varken genoemd hebt’. Hij gaf een klopje op haar bips en Karin voelde de rillingen over haar rug lopen. ‘Ja, Aard’, fluisterde ze, en drukte hem nog steviger tegen zich aan.