Tanja, Rosa en de controlearts

Drie weken hebben Tanja en Rosa gewacht tot ze Karel konden terugpakken en vandaag was het eindelijk zover. Tanja had afgesproken wat met Karel te gaan eten. Ze gaan zelden uit eten, maar met een reservering bij die nieuwe Sushi-tent in de binnenstad was het niet moeilijk Karel te overtuigen om mee te gaan. Bij het vertrekken had ze de deur op een klein kiertje laten staan, zodat Rosa naar binnen kon glippen. Een kwartier later kwam ze Karels huis binnen en had ze de tas meegenomen. Nu was Tanja terug. Ze had alvast een wijntje klaargezet om de overwinning te vieren.

“Was het een goed restaurant?” vraagt Rosa, wanneer Tanja haar schoenen heeft uitgedaan en op de bank is geploft. “Ja, echt heel lekker! Veel te veel gegeten natuurlijk. Karel zei al dat dat minstens een keertje extra sporten betekent, maar ik denk niet dat ik daarnaar zal luisteren. Ah, lekker, daar had ik net zin in,” zegt Tanja terwijl ze haar wijn aanneemt. “Hoe was het bij jou gegaan?” “Ah, appeltje eitje,” antwoordt Rosa. “Je had de deur goed open laten staan, ik ben naar binnen geglipt en ik was binnen een minuut weer buiten. Wanneer heb je weer een afspraak met hem?” Ze is inmiddels helemaal op de hoogte van de afspraken tussen Tanja en Karel. Helemaal begrijpt ze het niet, en zo leuk vond ze het niet om geslagen te worden, maar ze weet wel, dat het voor beide heel belangrijk is. Ze merkt ook wel dat Tanja het fijn vindt om met iemand te kunnen bespreken. Ze praat er in elk geval vaak over.

“Komende zaterdag ga ik weer langs. Ik heb natuurlijk die dag sporten al gemist toen ik bij jou langskwam, dus hij zal hoe dan ook wel naar zijn spulletjes gaan zoeken. Dan komt hij van een koude kermis thuis.” Tanja grijnst van oor tot oor. “Kom, laat me eens zien, wie weet zitten er ook wel nieuwe dingen waarmee hij me wil verrassen.” Rosa pakt de tas en zet deze op tafel. Meteen wordt Tanja doodsbleek en slaat ze de hand voor de mond. “Rosa! Dat is de verkeerde! Dat is zijn dokterstas!” “Wat? dat meen je niet!” roept Rosa en ze ritst de tas open. Medicijnen, een stethoscoop, in elk geval geen leren of houten speeltjes. “Shit, dat is niet goed! Wat gaan we doen?” Tanja denkt snel na. “Ik kan morgenvroeg de tas naar zijn werk brengen? Dan lijkt het net of hij die gisteren zelf vergeten is.” Rosa denkt en denkt, maar vindt geen beter idee. “Flink duimen dan maar dat hij die tas vannacht niet nodig heeft.” Tanja lacht. “Duimen inderdaad. Hoezo neem je weer de verkeerde tas mee?” Rosa lacht terug als een boer met kiespijn. “Dit is anders, nu is t per ongeluk…”

Met slechts 1 drankje, maar toch een flinke kater, gaat Rosa slapen. De volgende dag treft ze Tanja op het werk. “En, is het gelukt?” vraagt ze zenuwachtig. “Misschien, ik was er voor hij er was, en ik denk dat ik langs de assistente geglipt bent zonder dat ze me gezien heeft,” zegt Tanja met een voorzichtig glimlachje. “Pfoeeh, dat was te close! Nou gelukkig dat we ermee weggekomen zijn. De volgende keer zal ik de goeie tas meenemen,” antwoordt Rosa. “De volgende keer!? Jij bent ook onverbeterlijk zeg.”

Een uur later krijgt ze een skypebericht. Het is van Tanja. “Kun je even bij me komen?” “Waarvoor?” vraagt Rosa, maar ze krijgt geen antwoord. Met een zucht staat ze op. Het is altijd vervelend als iemand je uit je concentratie brengt. “Wat wilde je bespreken?” vraagt ze als ze het hokje van Tanja binnenstapt. Tanja zwijgt en laat haar telefoon zien. “Vanavond melden, 19:30. Geen excuses.” Afzender: Karel. “Nee, hoe dan!” roept ze uit. “Weet ik ook niet, hij neemt niet op,” zegt Tanja. “Het betekent vast niets goeds.” “Ik ga met je mee!” zegt Rosa vastberaden. “Dat hoeft niet hoor, hij weet volgens mij niet dat jij er iets mee te maken hebt,” werpt Tanja tegen. “We hebben dit samen gedaan, we gaan samen met hem praten,” zegt Rosa. Tanja knikt. “Vooruit: samen uit, samen thuis.”

De rest van de dag komt de concentratie niet meer terug. Bij Tanja gaan ze samen nog een hapje eten, maar er komt maar weinig door haar keel. Zwijgend vertrekken ze naar Karel. Hij doet de deur open met een gezicht als een donderwolk. “Waarom verbaast het me niets dat jij er ook bij bent?” bijt hij Rosa toe. Ze weet even niet wat ze moet zeggen. “Nou, snel doorlopen en zitten, nu kan het nog!” Ze volgt Rosa naar de bank. “Dus, jullie vonden het leuk om mijn dokterstas te stelen,” barst Karel direct los. Tanja staart naar de grond. “We wilden je andere tas stelen, die met je slagspulletjes,” mompelt ze. Karel haalt even diep adem. “Nou, dat is dan niet gelukt! Jullie hebben mijn dokterstas meegenomen. En jullie hebben heel erg geluk dat ik vannacht niet opgeroepen ben. Als ik mijn medicijnen niet had kunnen meenemen, had dat hele lelijke situaties kunnen opleveren. En jullie wisten het ook, anders had je niet in alle vroegte geprobeerd om die tas weer naar binnen te smokkelen.” Rosa voelt zich doodongelukkig wanneer ze dit hoort. Ze weet dat het echt stom is wat ze gedaan hebben.

“Jij blijft hier, dit kan niet tot zaterdag wachten,” zegt hij met een blik op Tanja. Tanja zit met haar hoofd in haar handen naast haar. “Jij hebt net zo goed straf verdiend, maar omdat wij daar niets over hebben afgesproken, kun je er nog voor kiezen om naar huis te gaan.” Rosa beseft nogmaals hoe slecht ze zich voelt. “Dan blijf ik ook. We hebben dit samen gedaan, we hebben samen straf verdiend.” Tanja kijkt verbaasd, maar durft niets te zeggen. Karel kijkt haar echter streng aan. “Prima, dan jij in die hoek, en jij daarachter. Handen op de rug gevouwen en geen woord, dan ga ik de juiste spullen halen.”

Met een bonkend hart wacht Rosa in de hoek tot Karel klaar is. Ze durft geen piep te geven. Hoeveel pijn zou het gaan doen? Waarom is ze niet gewoon weggegaan? Ze kon toch naar huis gaan? Maar dan bleef Tanja hier alleen achter om te boeten voor de streek die ze samen hadden uitgehaald en die door haar fout was misgelopen. Nee, dat kon niet, dan kon ze Tanja nooit meer aankijken, en voorlopig ook niet in de spiegel kijken. Ze had geen keus. Ze moest hier doorheen.

“Omdraaien en meekomen,” beveelt Karel streng. Gedwee lopen Tanja en Rosa achter hem aan. “Jij eerst, over de tafel buigen en aan de andere kant vastpakken,” zegt hij tegen Tanja. Zonder opmerkingen volgt ze zijn aanwijzingen op. Karel haalt intussen zijn leren riem uit de lussen van zijn broek en vouwt deze dubbel. “Goed kijken Rosa, jij bent hierna aan de beurt.” Zonder verdere aanwijzingen haalt hij zijn riem naar achteren en laat deze hard neerkomen de Tanja’s achterwerk. Ze slaakt een gedempte kreet, meer uit verrassing dan uit pijn. Karel gaat in hoog tempo door. Rosa ziet dat hij, met een kleine zwaai van zijn pols, de riem nog net iets harder laat neerkomen. Ze ziet hoe Tanja op haar tenen gaat staan, haar lichaam draait om aan de riem te ontsnappen, tot Karel haar met zijn woorden of met zijn vrije hand terug in positie zet. Tanja kreunt onder de regen van slagen. Dan houdt hij plots op. “Zo, Tanja, je bent voldoende opgewarmd, jij gaat daar staan. Rosa, over de tafel.”

Met een kleine aarzeling buigt Rosa over de tafel. Ze voelt zich zo kwetsbaar, met haar billen naar achteren. Ze wacht, maar er gebeurt niets. Net op het moment dat ze zich afvraagt of er überhaupt nog iets komt, voelt ze de riem hard neerkomen. Van schrik schiet ze omhoog en pakt haar billen met beide handen vast. “Rosa, blijven liggen, anders doe ik je nog pijn,” geeft Karel aan. “Wat is dit dan?” flapt ze eruit. Karel laat het gelukkig gaan. Meteen komt de volgende slag, en de volgende. Rosa knijpt haar ogen dicht en bijt haar tanden op elkaar. Ze snapt nu het draaien van het lichaam bij Tanja, want haar rechterbil komt er beduidend slechter vanaf dan haar linker. Met alle macht knijpt ze met haar vingers in de tafelrand om overeind te komen, tot ook hier de straf plots stilhoudt. “Rosa, kom overeind,” hoort ze, en ze laat de tafelrand eindelijk los.

“Dat jullie geintjes met me willen uithalen begrijp ik, en ik snap ook wel dat jullie samenspannen, maar dit was gevaarlijk. De volgende keer denken jullie iets langer na, is dat duidelijk?” Als kleine schoolmeisjes kijken Tanja en Rosa beide naar de grond. “Ja, Karel,” stamelen ze gelijktijdig. “Mooi, goed dat het doordringt.” Hij pakt een grote houten paddle. “Om dat effect helemaal door te laten dringen, krijgen jullie beide nog 10 klappen met deze paddle. Jullie buigen zo direct beide aan een kant over deze tafel, en houden elkaars handen vast. Samen zorgen jullie ervoor dat niks tussen mijn paddle en jullie billen komt, want anders gebeuren er misschien ongelukken. En omdat jullie toch zo graag samenwerken, gaan jullie dit hele stuk samen doen. Tanja jij trekt Rosa’s broek en onderbroek uit en zorgt dat deze keurig gevouwen hier midden op tafel liggen. Daarna doet Rosa hetzelfde bij jou.”

Tot nu toe heeft Tanja heel volgzaam haar straf ondergaan, maar nu kijkt ze Karel verbolgen aan. “Waarom moet je toch altijd weer iets bedenken om me te beschamen, is dat slaan soms niet genoeg?” “Als je denkt dat dit beschamend is, dame, dan moet je binnenkort maar eens terugkomen. Het kan nog veel erger,” countert Karel. “Vooruit, ik heb niet de hele dag.” Met een gezicht op onweer loopt Tanja naar Rosa en maakt haar knoop los. Met een vuurrood gezicht laat Rosa dit gebeuren. Ze voelt hoe Tanja haar duimen in de broek zet en deze langzaam over haar licht gezwollen billen naar beneden trekt. Wanneer haar kleren op de grond liggen, stapt ze eruit. Ergens heeft ze wel een bewondering voor Karel: dit was nog weer erger dan het zelf te moeten doen. Nou ja, bewondering is misschien niet helemaal het juiste woord. Wanneer Tanja de kleren heeft opgevouwen, loopt Rosa naar haar toe om haar onderlijf te ontbloten. Tanja probeert zoveel mogelijk weg te kijken, maar staat er ook met rode wangen bij. Wanneer Tanja’s kleren ook zijn opgevouwen, lopen ze zonder woorden naar de tafel. Ze gaan tegenover elkaar staan, buigen naar elkaar toe en grijpen elkaars handen stevig vast.

Karel loopt naar Tanja toe en tikt de paddle een paar keer voorzichtig tegen haar billen. Tanja knijpt haar ogen weer dicht. Dan gaat de paddle naar achter en hard weer naar voor. Door de kracht en het gewicht schokt Tanja naar voren. Haar mond en ogen gaan wagenwijd open en ze knijpt in Rosa’s handen. Karel wacht even en dient dan de tweede klap toe. Deze keer heeft Tanja haar evenwicht beter onder controle, maar knijpt ze nog iets harder. Zo volgen de klappen elkaar op. Bij iedere klap vertrekt Tanja’s gezicht meer en knijpt ze nog harder. Bij nummer 9 wordt Tanja verrast door Karel, die meteen nummer 10 laat volgen. Ze gilt het uit, maar laat niet los. “Goed gedaan Tanja,” complimenteert Karel haar. “Nu moet je Rosa nog even helpen.”

Veel te snel voelt Rosa de zachte tikjes op haar billen. Dan volgt plots de klap. Ze voelt hoe ze naar voren gedrukt wordt, hoe haar dijbenen tegen de tafel drukken. En de pijn, de helse pijn in haar billen, vooral die arme linkerbil. Ze beseft nog niet helemaal wat er gebeurd is wanneer de volgende klap al volgt. Wat doet dit verschrikkelijk pijn! Dit is de haarborstel op anabolen! En wat is 8 nog veel. ‘Gelukkig’ is dat getal al snel 7, want Karel gaat gewoon door. Bij elke volgende klap slaakt Rosa een harde kreet, om de pijn eruit te schreeuwen. Bij 8 houdt Karel even in. “Tot nu toe heb je het goed gedaan. Wil je de laatste 2 ook zo snel achter elkaar, of los?” Een duivels dilemma. Snel doet vast meer pijn, maar dan is ze nu klaar. Langzaam betekent dat het nog weer langer duurt. “Snel graag,” besluit ze. Voor ze het weet zijn de twee klappen toegediend. Wanneer de pijn doordringt, wil ze met haar handen naar achter vliegen om alles weg te wrijven. Tanja heeft haar echter nog vast, zodat ze stampvoetend blijft liggen.

“Heel goed gedaan dames! Jullie mogen je weer aankleden.” Stijfjes komt Rosa overeind en pakt ze haar kleren. Bij het aantrekken van haar ondergoed glijdt ze even met haar vingers over haar billen. Ze zijn helemaal gezwollen. Bij Tanja ziet ze het patroon van langwerpige banen en een grote dieprode cirkel met een wit centrum onderaan de rechterkant van haar billen. Zo ziet het er bij mij ook uit, bedenkt ze zich. Het ziet er verschrikkelijk uit. Het aantrekken van haar broek is geen pretje, deze schuurt over haar billen. Uiteindelijk lukt het. Ze gaat voorzichtig op de bank zitten, die gelukkig lekker zacht is. “Willen jullie nog wat dringen?” vraagt Karel, eindelijk wat vriendelijker. Ze kijkt Tanja aan. Een wijntje moet nog wel kunnen.

Karel loopt de keuken in. Ze kijkt Tanja weer aan. “Ik snap nog niet helemaal wat er leuk aan is, maar het helpt wel tegen het schuldgevoel. Ik moest er niet aan denken dat je dit alleen zou doorstaan.” Tanja glimlacht. “Gek he, dat het zo werkt. Zo is het bij mij ook begonnen.” Ze laat even een stilte vallen. “Toch wel raar dat we ons zo schuldig voelden, terwijl we volkomen gelijk hadden om Karel eens terug te pakken.” Rosa denkt er even over na. Dat was inderdaad wel vreemd, wie was nu eigenlijk onrecht aangedaan. Ze ziet Karel de kamer naderen. “De volgende keer pakken we de goeie tas, he Tanja!” zegt ze met een veelbetekenende blik naar haar bazin. Die begrijpt de hint direct. “Ja, we pakken hem terug, “ antwoordt ze net te hard. “Wat hoor ik daar dames?” vraagt Karel streng als hij de kamer binnenloopt. “Niiiks” klinkt het in koor van de twee dames met reeënogen. Karel rolt met zijn ogen. Hier krijgt hij nog de handen vol aan.

Sanne in de Bioscoop

Even lekker een avondje niks, daar kijkt Sanne de hele week al naar uit. Zo’n handeltje in Chinese telefoons runt zichzelf niet en ze kan wel wat afleiding gebruiken. Daarom heeft ze vanavond een avondje bioscoop gepland met haar beste vriendin Evi. Die heeft een kaart waarmee je naar voorpremières kunt. Je weet nooit van tevoren wat je te zien krijgt. De ene week zit je te zwijmelen bij een Frans drama, de volgende week ligt de vloer al voor de reclames goed en wel afgelopen zijn bezaaid met lijken. Bij de plaatselijke bios hebben ze een mooie deal, waarbij je eens per maand iemand mee mag nemen. Daar maken de meisjes nu gebruik van.

“Ik haal even nog wat popcorn,” zegt Evi in de hal van de bios. “Ik wacht hier wel,” antwoordt Sanne. “Zorg je ook voor cola voor ons?” Evi knikt. Terwijl Evi in de rij staat, kijkt Sanne naar de grote schermen waarop trailers van hollywood-blockbusters draaien. Opzwepende dancemuziek klinkt door het hele gebouw. Er hangt een zoete geur van popcorn en snoepgoed met veel te veel suiker. Eigenlijk komt ze hier niet zo heel vaak. Haar leven bestaat vooral uit studeren overdag en geld verdienen in de avond en als niemand kijkt. Ze is nooit op een date geweest in een bioscoop, eigenlijk überhaupt niet vaak. Nu waren de meeste jongens van haar leeftijd ook niet echt de moeite waard. De meesten waren niet al te snugger of ze liepen als hondjes achter haar aan. Wie zat daar nu op te wachten?

“Zo, ik heb voor jou een beker cola, en een grote bak popcorn voor ons beide,” zegt Evi wanneer ze terugkomt. Sanne lacht even als teken van dankbaarheid. Dan lopen ze samen naar zaal 4, waar hun film die avond vertoond zal worden. “Zo dames, samen naar de film?” zegt de controleur wanneer Evi haar kaart laat zien. Met een blik op de jongen heeft Sanne haar oordeel geveld. Natuurlijk, zo’n lange blonde jongen, net wat ouder dan zij, is op het eerste gezicht best aantrekkelijk. Zij kijkt echter direct verder dan dat. Een jongen van 20 die nog in de bioscoop werkt, die gaat nergens heen met zijn leven. Daarnaast kijkt hij ook niet al te snugger. Ze keurt hem verder geen blik meer waardig. “Wacht even, klopt dit wel? Ben je deze maand niet al samen geweest?” vraagt hij wanneer hij de kaart onder ogen heeft. “Euh, nee?” antwoordt Evi met enige arrogantie. “Het is net december, de nieuwe maand is begonnen.” De jongen loopt rood aan. “Excuses, dat is ook zo. Veel plezier dames.” Evi en Sanne kijken elkaar aan en beginnen te proestend te lachen. Zonder groet lopen ze door.

“Wat zou het worden?” fluistert Sanne wanneer ze op hun plaatsen zitten. De reclames spelen inmiddels op de achtergrond. “Ik weet het niet, een romantische comedy met een van de Hemsworth-broertjes zie ik wel zitten” antwoordt Evi. Sanne zegt wel dat haar dat ook leuk lijkt, maar eigenlijk vindt ze dat ook maar een stel dommekrachten. “Zolang het maar niet die nieuwe Rocky-film is,” schampert ze. Evi laat haar lip slap naar beneden vallen en schreeuwt: “Aaaadriaaaan!” Naast haar draait iemand zich naar hen om en ze beginnen weer te proesten van het lachen.

De reclames gaan voorbij en ook de aankondigen zijn geweest. Het moment waar ze allemaal op zitten te wachten. Wordt het een romantische comedy? Wordt het een spannende film met een intelligente en charismatische geheim agent? Er klinkt spannende muziek, de titels springen in beeld, het wordt… Transformers? “Wat?!” brengt Sanne uit, op een toon die nauwelijks nog als fluisteren te beschrijven is. “Dit zuigt! Robots, een matig plot en ook nog de zoveelste keer? Dit wordt echt niks!” “Ssht, laten we eerst kijken,” probeert Evi. Met een diepe zucht probeert Sanne het flinterdunne verhaal te volgen. Dan ziet ze haar vriendin naast haar langzaam wegglijden in de stoel. “Brrraahh, bo-ring!” fluistert Evi. “Dit is echt zó slecht, laten we naar huis gaan.” Daar heeft Sanne geen zin in. “Nee, ik wil een avondje gezellig doen, laten we nog even blijven zitten. Misschien wordt het toch nog wat.” Het blijkt ijdele hoop. Enkele minuten later zit ze, net zo onderuitgezakt, te lurken aan haar cola, die aan het geluid te horen op lijkt te zijn. Ook dat nog.

Ze wiebelt met het rietje over de bodem van de beker terwijl ze er hard aan zuigt. Af en toe vindt ze nog een druppel, maar het grootste deel wordt er alleen lucht aangezogen. De luide slurpgeluiden zorgen ervoor dat de vrouw voor haar zich omdraait. “SSsst!” zegt ze met een boos gezicht en kijkt dan weer naar het scherm, zodat ze niet ziet dat Sanne met haar ogen naar haar rolt. “Wat een zeikerds hier,” begint ze het gesprek met Evi. “Ja, ik zag ‘t. Je mag hier niet eens wat drinken, blijkbaar,” antwoordt Evi. “Het zijn vast een beetje treurige mensen, dat ze deze film leuk vinden. Of ze doen heel goed alsof, dat kan natuurlijk ook,” zegt Sanne en ze lurkt nog een keer aan haar beker. “Dan moeten ze trouwens wel heel hard hun best doen. Die gesprekken gaan helemaal nergens over. “Hur-hur, ik ben een auto en een robot, hur-hur.” Evi schiet in de lach en neemt een van de andere rollen op zich. Zo synchroniseren ze de film na, tot een man schuin voor hen zich woedend omdraait: “Zouden jullie alsjeblíeft stil willen zijn? Ik probeer hier de film te volgen.”

Even zorgt de spanning ervoor dat ze zich beschaamd stilhouden, maar al gauw maakt de schaamte om dit standje plaats voor verontwaardiging. Waar bemoeit zo’n vent zich eigenlijk mee! Evi lijkt zich precies zo te voelen. Ze pakt een grote hand popcorn en gooit die tegen het achterhoofd van de man. Op dat moment maakt die man een fatale vergissing: hij hoopt dat het probleem zich oplost door het te negeren. Een spelletje is geboren. Om beurten gooien ze wat popcorn tegen de man en daarna wordt er flink gegiecheld. De kunst is om de tussenpozen precies zo lang te laten duren dat er een kleine hoop ontstaat dat ze eindelijk zullen stoppen met gooien, zonder dat e zich te lang hoeven te vervelen tussendoor. Hij probeert het nog een keer wanneer hij zich met een ruk omdraait. “Dames, nu is het afgelopen, begrepen?” De kracht van het eerste standje is er nu niet meer. De meiden kijken hem ondeugend aan en Sanne grijpt haar kans om een popcornkorrel in zijn gezicht te gooien. Boos staat de man op en loopt de zaal uit.

De popcorn is echter nog niet op en de film is nog niet eens bij de pauze. Al gauw wordt een nieuw spelletje bedacht. De popcorn wordt in grote bogen door de zaal gegooid, waarna er hard gelachen wordt als bezoekers zich omdraaien om te zien waar deze vliegende snacks vandaan komen. Plots voelt Sanne een scherpe pijn in haar oor. In haar ooghoek ziet ze de grimas van Evi en een oor dat tussen duimen en wijsvinger is vastgepakt. “Au, au, laat me los!” schreeuwt ze uit en ze klauwt naar de arm die ergens achter haar oor zou moeten zitten. Ze voelt hoe er steeds harder getrokken wordt en ze staat in een reflex op, om te ontkomen aan het gevoel dat haar oor eraf getrokken wordt. Naast haar doet Evi hetzelfde. Even kijken ze elkaar aan, een blik vol pijn en ongemak.

“Meekomen, dames,” klinkt het bevel. Niet dat het nodig is, met haar oor zo in de houdgreep. Met ongemakkelijke stappen wordt ze samen met haar vriendin meegevoerd, alle protesten ten spijt. Vanuit de zaal klinkt een applaus en luid gejoel. Ze worden meegesleurd over de balustrade – god weet hoeveel mensen vanuit de hal naar hen staren – en naar een slecht verlichte kamer gebracht. Daar worden de oren eindelijk losgelaten. Meteen schiet Sannes hand naar haar oor om de pijn een beetje weg te wrijven. Evi doet in spiegelbeeld hetzelfde. Dan herstelt ze zich en kijkt woedend naar de man die haar dit heeft aangedaan. Het is de jongen van de kaartjes! “Lompe eikel, wat denk je dat je aan het doen bent,” schreeuwt ze boos. De jongen blijft ijzig kalm. “Ik kreeg berichten van overlast, ben gaan kijken en heb toen met eigen ogen waargenomen dat jullie andere bezoekers lastigvielen. Daarop heb ik besloten om actie te ondernemen.” “Actie, ons mishandelen bedoel je! En nu heb je ons naar dit donkere hok gebracht om ons wie weet wat aan te doen. Laat ons los.” Ze is helemaal buiten adem na deze tirade.

“Al goed dames, jullie kunnen vertrekken,” opent de jongen de onderhandelingen. Even kijkt Sanne hem verbluft aan, maar wanneer ze weg wil lopen steekt hij waarschuwend zijn vinger op. “Alleen dan bel ik nu wel de politie voor huisvredebreuk.” Haar hart maakt een sprongetje. In aanraking komen met de politie is zeker geen goed idee! Voordat ze het weet, komen ze achter haar handel. “En anders?” vraagt ze voorzichtig. “Sanne, hoezo ‘en anders’, we hebben niks gedaan!” protesteert Evi. “Ik heb gewoon geen zin in politie, ok?” is het gespannen antwoord en ze kijkt de jongen weer aan. “Het alternatief is dat jullie hier beide een pak slaag van mij in ontvangst nemen en dan weer braaf plaatsnemen in de zaal. Als jullie je daar kunnen gedragen, mogen jullie je bioscoopkaart nog houden ook.”

“Dit is belachelijk, kom we gaan!” zegt Evi beslist. Ze wordt onmiddellijk door Sanne aan haar arm getrokken. “Volgens mij zei ik dat ik niets met de politie te maken wilde hebben. En volgens mij ben je vaak genoeg bij mij op bezoek geweest om ook niets met de politie te maken te willen hebben.” Ze staren elkaar even aan, tot Evi haar ogen neerslaat. “We kiezen voor de tweede optie,” zucht Sanne. De jongen lacht. “Prima, dan mag jij daar gaan staan en kijken wat je te wachten staat, en jij komt met mij mee.” Sanne loopt naar de zijmuur en ziet hoe de jongen op een stoel gaat zitten en Evi wenkt. Even kijkt Evi haar weer aan. Met haar ogen maakt ze duidelijk dat ze zijn aanwijzingen moet opvolgen. Zuchtend gaat Evi over zijn schoot liggen.

Sanne ziet hoe de jongen zijn hand in een stevig tempo laat neerkomen op de goedgevulde jeans van haar vriendin. Ze vindt het wel zielig dat ze zo geslagen wordt, maar het kan niet anders. Ze kan zelf geen risico lopen. Daarnaast, het is ook haar eigen schuld dat ze daar zo ligt. Ze had zelf ook genoeg popcorn gegooid. Binnen een minuut houdt het pak slaag al op. Pff, die loser heeft zeker niet meer in zich. “Hier voel je volgens mij niets van. Opstaan en broek naar beneden.” Weer protesteert Evi, maar een duidelijk “Eev!” van Sanne doet haar toch gehoorzamen. Meteen nadat ze weer over zijn schoot ligt, trekt hij haar ondergoed ook naar beneden. “Hey, viespeuk, laat los,” roept Evi, maar het heeft geen zin.

Dan kijkt de jongen opzij, naar Sanne. “Maak jij je billen ook maar vast bloot,” zegt hij geamuseerd. “Wat, ik ga hier niet in mijn blootje staan?” protesteert ze. “Prima, prima, ik zal de politie bellen, dat kan ook,” is zijn antwoord. Wat een eikel, hij maakt gewoon misbruik van de situatie. Alleen, ze weet dat hij alle macht in handen heeft. Ze kijkt hem boos aan, maar maakt dan uiterst langzaam de knoop van haar broek los en laat deze tot onder haar knieholte zakken. Na een volgende pauze volgt ook haar onderbroek. “Handen op je hoofd,” is het volgende sadistische bevel. Weer luistert ze met volle tegenzin. “Nu nog een rondje om te zien of je billen zo echt bloot zijn.” Ze heeft nog nooit zo boos gekeken, maar doet toch wat hij zegt. “Uitstekend,” is het commentaar.

Evi heeft het schouwspel met open mond gadegeslagen, maar nu gaat de aandacht weer naar haar achterste uit. Sanne ziet hoe de billen van haar vriendin langzaam rood geslagen worden. De paardenstaart aan de andere kant van de schoot wipt mee op het ritme van de slagen. Ze geeft echter geen kik, ook niet wanneer de jongen met een aantal harde klappen eindigt. “Goed, overeind en daar bij de muur. Jij, over mijn knie” beveelt hij met een priemende vinger naar Sanne. Met grote tegenzin volgt ze de aanwijzingen op. Ze schuifelt met haar broek rond haar enkels naar hem toe. Wanneer ze Evi passeert, geeft ze even een klein glimlachje en knijpt in haar hand. Daarna neemt ze de positie aan waarin haar vriendin net nog lag. Direct voelt ze de hand op haar billen en het begin van het pak slaag. Na de eerste schrik merkt ze dat het niet zozeer de klappen zelf zijn, als meer het niet aflatende ritme dat het zwaar maakt. Vastberaden houdt ze haar mond. Als Evi dit pak slaag stil kan ondergaan, kan zij het ook. Met een stevige bijt in haar lip voorkomt ze dat er geluid uit haar mond kan ontsnappen. Ooh, het begint nu wel zeer te doen. Nog even volhouden …

“Zo, overeind,” klinken de verlossende woorden. Sanne komt overeind, wrijft een keer over haar achterste en buigt door haar knieën om haar broek weer op te hijsen. “Ho, ho, wat denk je dat je aan het doen bent? Jullie denken toch niet dat je al klaar bent?” Wat een sadist! “We zijn echt wel klaar ja, je hebt je pleziertje gehad,” bitst Sanne. “Dames, dames, moet ik nu alsnog de politie bellen? Ik ben nog lang niet klaar met jullie, zeker niet na de manier waarop jullie mij behandeld hebben. Jullie zijn een verwaand snel onvolwassen meisjes, maar vanavond gaan jullie een toontje lager zingen.” Om zijn woorden kracht bij te zetten, gaat hij staan en haalt met een zoevend geluid de riem uit de lussen van zijn broek. “Ik wil dat jullie met de handen tegen de muur gaan staan, naast elkaar, voeten een pas uit elkaar en billen goed naar achter, zodat volkomen duidelijk is dat jullie je aan mij overgeven voor deze meer dan verdiende straf.”

Er ontstaat een vreemd schouwspel. Met hun onderkleding nog in een hoopje rond hun voeten beginnen Evi en Sanne een geanimeerd fluistergesprek. “Dit gaat te ver Sanne, die puistenkop heeft genoeg met zijn vette vingers aan ons gezeten. Laten we gaan, hij gaat nu echt niet meer de politie bellen. Dan moet hij dit ook allemaal uitleggen. We kunnen zelfs nog zeggen dat hij ons aangerand heeft, sterker, hij hééft ons aangerand!” Sanne kijkt nu een beetje wanhopig. “Ik wil het risico gewoon niet lopen! Als de politie achter mijn handel komt, dan ga ik naar zo’n opvoedingskamp, of misschien zelfs wel naar de gevangenis! Laten we nu maar doen wat hij zegt. Toe, ik heb je uit de brand weten te helpen met die creditcardschuld, help jij me nu uit de brand?” Ze woordgrap in haar hoofd over uit of in de brand helpen laat ze even zitten bij dit betoog.

Met een hele diepe zucht draait Evi een kwartslag en gaat vervolgens met de grootste stappen die ze nog kan maken richting de muur. Op een halve meter achterstand volgt Sanne haar. Zij aan zij staan ze nu te wachten, handen tegen de muur en voeten naast elkaar. “Billen naar achteren, zoals ik had gezegd,” zegt de jongen. Uiterst langzaam en met veel tegenzin duwen ze hun achterwerken hoog de lucht in, tot er eindelijk een tevreden geluid volgt. Dan volgt een luid zoevend geluid en Sanne knijpt haar ogen dicht. Nog een zoef, en nog een. Ze kijkt naar Evi, maar die kijkt alleen vragend terug. Grr, die eikel zit ons alleen angst aan te jagen. Weer een zoef, maar nu ziet ze de pijn op het gezicht van haar vriendin terwijl haar heupen naar voren bewegen. Direct daarna voelt ze de schok van de riem en de brandende streep die achterblijft. Haar goede voornemen om ook nu stil te blijven kan direct in de prullenbak. Meteen volgt er nog een klap, en weer kan ze een luide “aaah” niet inhouden. Dan is Evi weer aan de beurt, een, twee, drie keer achter elkaar. Dan is ze zelf weer aan de beurt. Met diepe ademteugen weet ze deze keer stil te blijven.

Het patroon van de klappen is onvoorspelbaar. Soms komen ze om en om, dan wordt een van de twee meiden tot wel zes keer na elkaar tot doelwit verklaard. Sanne probeert de klappen dapper op te vangen, maar als er enkele achter elkaar vallen, kan ze niet anders dan haar heupen draaien om zo haar billen uit de vuurlinie te krijgen. “Billen naar achteren en blijven staan,” wordt er gecommandeerd. Met een flinke inspanning volgt ze de aanwijzingen op. Net als het gevoel ontstaat dat ze nooit meer normaal kan zitten, hoort ze “Nog tien voor beide, en dan zijn we klaar.” Vreemd dat je dankbaar bent dat je nog ‘maar’ tien keer geslagen wordt, denkt ze wrang. Hij haalt op volle kracht uit naar Evi. Ze schreeuwt het uit en vliegt met haar handen naar haar billen. “Dit telt niet, terug in positie,” zegt de jongen streng. Een traan biggelt over Evi’s wang naar beneden. Sanne ziet hoe moeilijk haar vriendin het heeft en ze legt haar hand op Evi’s schouder. “Je kunt het lieverd, nog even en dan mag je hier weg.” Heel langzaam zakt ze terug in positie. Sanne legt zachtjes haar hand op die van haar vriendin om haar de kracht te geven door te zetten. Zachtjes jammerend doorstaat ze de laatste klappen.

Met de wetenschap dat ze nu zelf aan de beurt is, bouwt ze de weerstand op. Dat ettertje zal haar niet ook breken. Na de eerste klap twijfelt ze even. Wat doet dat zeer! Ze moet echter door, ze gaat zich hier niet overgeven. De tweede blijkt nog veel erger te zijn. Ze moet iets doen, anders gaat ze het niet redden. “Schiet je nog op? Dan kunnen we misschien de film nog zien!” roept ze brutaal. Haar opmerking mist zijn kracht niet. Plots komen de klappen in hoog tempo. Ze knijpt haar ogen dicht en blaast haar adem met volle kracht tegen de binnenkant van haar lippen. Nog heel even volhouden, nog heel even, god wat doet dit pijn, tien! Met een grote plof ontsnapt alle binnengehouden adem. Dan springt ze rechtop en draait zich om. Of het lukt om hem aan te kijken alsof het haar niks gedaan heeft, weet ze niet, maar zo voelt het wel. Een gevoel van overwinning.

“Nou dames, kleed je maar weer aan, dan gaan we terug naar de zaal.” Terwijl ze haar kleren weer schikt, werpt ze heel even een blik op de billen van haar vriendin. Wat een slagveld! Grote roden banen, met scherp afgebakende uiteinden aan de rechterkant en een grote boze donkerrode massa in het midden. Bij haar zal het er niet veel beter uitzien … Snel veegt Evi nog wat restjes mascara van haar gezicht. Dan valt ze in de uitgestoken armen van Sanne. Met een dikke knuffel wordt duidelijk dat de vriendschap in elk geval overeind is gebleven, al kan hetzelfde niet gezegd worden van hun waardigheid.

De jongen begeleidt de twee ondeugden terug naar de zaal. Ten afscheid drukt hij hen nog op het hart dat ze de hele film keurig moeten blijven zitten en zich moeten gedragen, anders volgt er nog een derde ronde. Daar wordt flink gegniffeld wanneer ze heel voorzichtig weer plaatsnemen in hun stoel. Gelukkig hebben de andere gasten al gauw weer alleen aandacht voor de film, die ook nu bijster saai blijkt te zijn. Na vijf minuten komt er wel enige verlichting: de pauze. “Zullen we even naar buiten gaan?” vraagt Sanne. “Ik weet niet of dat mag en ik kan echt niet nog meer straf verdragen,” antwoordt Evi zuur. Met een zucht besluit Sanne dat het misschien wel verstandig is om gewoon te blijven. Plots wordt het weer donker. “He, duurt de pauze maar zo kort?” vraagt Evi. Sanne weet het ook niet en kijkt verbaasd naar het scherm.

“Wij onderbreken de pauze voor een bijzondere vertoning,” klinkt de omroepstem. Hmm, dit maakt toch wel nieuwsgierig, denkt Sanne. Het is al gauw beter dan de film zelf. Dan gaat het scherm weer aan. De eerste beelden zijn een beetje onduidelijk, maar dan lijkt het alsof iemand een licht aanknipt. Het lijkt nu alsof het beelden zijn van een veiligheidscamera? Wat een rare beelden. Ze probeert te zien wat er gebeurt, maar kan de beelden nog niet goed ontwaren. Dan hoort ze naast haar Evi schrikken. Ze kijkt opzij en ziet dat zij met een lijkbleek gezicht naar het scherm kijkt. Ze staart weer naar het scherm. Dan ziet ze het. Het is een jongen, en twee meiden. Meiden die aan hun oren meegesleept worden. Ze staat op, klaar om naar de uitgang te rennen, maar in de deuropening staat de jongen hoofdschuddend te wachten met zijn armen over elkaar. Met een rode kop zakt ze diep weg in de stoel en wenst zich hier ver, ver vandaan.

Mijn eerste verhaal

© Reesa

Karin opende met trillende handen de enveloppe, ook al wist ze al wat erin zat. Ze haalde een stuk papier tevoorschijn en vouwde het open. Ja, het was de officiële bevestiging dat haar dochter geschorst was van de Hoge School. Ze voelde hoe haar benen week werden en ging op de stoel zitten die achter haar stond. Esther had het dan toch voor elkaar gekregen. Ondanks alle waarschuwingen, huisarrest, en dergelijke had ze het voor elkaar gekregen dat ze voorgoed van school verwijderd was. Karin liet haar hoofd in haar handen zakken. Wat kon ze doen? Haar cijferlijst was allerbelabberdst, maar het grootste probleem was wel haar gedrag. Ze verstoorde de lessen. Ze gaf de docenten een grote mond, was rumoerig en weigerde aan vriendelijke verzoeken te voldoen. Ze stelde zich hooghartig op ten opzichte van de docenten en het administratieve personeel en liet zich nergens op aan spreken.

Karin wenste iedere dag vurig, dat Esther’s vader nog leefde. Hij zou wel weten hoe hij hier mee om moest gaan. Maar Sam was tijdens een verkeersongeval om het leven gekomen toen Esther nog maar vijf jaar oud was. De volgende jaren had Karin Esther alleen opgevoed, ze was nooit hertrouwd. De levensverzekering had ervoor gezorgd dat ze goed verzorgd achter gebleven waren, maar het enige alternatief wat nu overgebleven was, was een internaat. Karin zuchtte. Alsof Esther zich daar wel zou weten te gedragen. Maar goed, het moest toch maar een internaat worden. Ze had er nog even over gedacht of ze Esther niet zelf les kon geven, maar de mislukte pogingen haar met haar huiswerk te helpen, in ogenschouw genomen, was dit geen reële optie.

Karin keek de rest van de post door. Ze was wel enigszins gekalmeerd maar voelde zich nog steeds wanhopig en depressief. Ze pakte de prospectussen die ze over internaten had aangevraagd. Ze had ze al eerder doorgekeken, toen de verwijdering van Esther al dreigde, maar nu was het zo ver. Ze pakte één van de kleurige folders. Er stond met grote rode letters ‘Luzac College’ op. In de tekst werd gesproken van een strenge maar liefdevolle omgeving die een ideaal klimaat bevatte voor ‘gegarandeerde studieresultaten’. Tja, en hoe dachten ze dat voor elkaar te krijgen? Karin grijnsde sarcastisch. Door hen op te sluiten? Door ze hun vrijheden af te nemen? Het enige wat bij Esther zou helpen was haar op een stoel vastbinden, tape over haar mond plakken en haar ogen open te dwingen, zoals ze dat vroeger eens in een film gezien had. Karin moest grinniken toen ze zich haar dochter in een dergelijke situatie voorstelde. Dat zou haar leren! Oh, wat dacht ze nu allemaal? Karin kwam onmiddellijk weer in de realiteit. Het was niet de schuld van Esther dat haar vader overleden was en dat ze met haar moeder achtergebleven was. Het was niet de schuld van Esther dat ze haar karakter en temperament niet in de hand kon houden in zo’n saai klaslokaal. Het was niet de schuld van Esther dat haar beste vriendin een maand geleden naar de andere kant van het land verhuisd was. Het was niet de schuld van Esther dat haar leraren oubollige ouwe zakken waren die verwachten dat alle studenten gelijk zouden zijn. Sommige leraren waren natuurlijk wel in staat gebleken om Esther bij te sturen en haar op het rechte pad te houden. Maar wanneer slechts één leraar het in je ziet zitten en vijf een hekel aan je hebben, dan kan niets meer tegenhouden dat je van school gestuurd wordt. Ze las verder in de prospectus. Het was een vrij nieuwe school die vorig jaar zijn deuren geopend had. Er stond ook een webadres bij.


Karin stond op en liep naar de computer. Ze typte het adres in en wachtte. Al snel verschenen er mooie plaatjes van de school op het beeldscherm. Ze klikte op ‘algemene informatie’ en las de pagina door. Ook hier werd gesproken van ‘gegarandeerde studieresultaten’. Geen van de internaten die ze eerder bekeken had deden dergelijke uitspraken. Tja, wat had ze te verliezen? Het werd per slot van rekening gegarandeerd. Ze besloot dat ze de volgende dag een kijkje zou nemen op het internaat.  


Karin voelde zich al weer een stuk beter toen ze een salade stond te maken voor het avondeten. Esther kwam thuis en Karin had een lang en serieus gesprek met haar. Ze vertelde dat het op een internaat heel anders was dan op een gewone school. Ze slaagde erin om het als een nieuwe start voor Esther te laten klinken, zodat ze met een schone lei zou kunnen beginnen. Ze hoopte dat de nieuwe school haar eerdere misstappen niet al te nadrukkelijk na zouden dragen. Esther liep niet over van enthousiasme, maar realiseerde zich dat ze geen keus had. Als ze nog iets van haar studie terecht wilde brengen, dan was dit nog een van de weinige mogelijkheden. Ze besloot te doen wat haar moeder voorstelde. Als het niets bleek te zijn, zou ze ervan door gaan en een jaartje door Frankrijk trekken. Ze had eigenlijk ook helemaal geen opleiding nodig. Haar moeder en zij waren binnen, ze hadden voor de rest van hun leven aan geld geen gebrek.

De  volgende ochtend zaten Karin en Esther in de wachtkamer van de ‘Luzac College’.


De aanmelding van Esther was geaccepteerd en ze werden nu op de school rondgeleid zodat ze vervolgens een beslissing zouden kunnen nemen. De school had geen aanmerkingen gehad op haar belabberde cijferlijst, maar dit had ongetwijfeld alles te maken met het torenhoge lesgeld, dacht Karin. Ze keek rond in het luxueus ingerichte gebouw. De stoelen waren van leer, er lag een echt Perzisch tapijt op de vloer en de tafels waren van mahonie. Aan het eind van de hal was een kamer met een bordje ‘Rector’. Wat schattig, dacht ze. Ze stelde zich er een kleine, grijze en vriendelijk ogende man bij voor. Toen ging de deur open en verscheen een grote, rijzige man, die in hun richting kwam. Karin staarde hem aan. Ze had in haar hele leven nog nooit zo’n knappe man gezien. Toen hij dichterbij kwam, kon ze zien dat hij lichtgrijze ogen had, die contrasteerden met zijn donkere haar en gebronsde huid. Hij zag eruit alsof hij een jaar of veertig oud was. Esther gaf haar een por in haar ribben.

‘Wie is dat?’, fluisterde ze.

‘Geen idee. Maar ik hoop dat hij voor ons komt’, mompelde Karin, die niet kon stoppen de man aan te staren. Haar wens kwam uit, toen de man de wachtkamer inliep en voor hen ging staan.

‘Esther?’ Zijn verbaasde ogen keken Karin’s dochter vragend aan.

‘Ja, dat b-ben ik’, stotterde Esther.

De man glimlachte. ‘ik ben Aard van der Berg, de rector van deze school. Ik zal jullie vanochtend een korte rondleiding geven. Normaal gesproken doet mijn secretaresse dit, maar ze had een aantal ongeplande en onverwachte klussen te doen’. Hij stak zijn hand naar Esther uit, dit aarzelend de hare uitstak om zijn hand te schudden.

Toen draaide hij zich in de richting van Karin. ‘En wie bent u?’, vroeg hij vriendelijk. Karin smolt toen haar ogen de zijne voor het eerst ontmoetten. ‘Ik ben de moeder van Esther’, Karin de Lange’. Ze stak haar hand uit die hij aannam. Zijn verraste gezichtsuitdrukking ontging haar niet.

‘Ik dacht dat u haar zus was, neem me niet kwalijk’.

Karin glimlachte en ging staan. Ze was dergelijke reacties gewend. Ze was dertig jaar oud, maar ze leek wel tweeëntwintig, dankzij tien jaar zorgvuldige huidverzorging en veelvuldig sporten. Op dat moment wilde ze dat ze haar rode jurk aangedaan had in plaats van deze blauwe. Deze stond eleganter, maar toen ze zich vanmorgen aankleedde had ze natuurlijk niet verwacht dat ze zo’n knappe man zou ontmoeten. Meneer van der Berg liep in de richting van de deur.

‘Volgt u mij, alstublieft’.

Esther sprong op en haastte zich achter hem aan, zich niet bewust van de zelfzekerheid in zijn stem, die geen weerwoord duldde. Karin volgde. De rondleiding duurde ongeveer een half uur, en Karin was blij met alles wat ze te zien kreeg. De gebouwen waren nieuw en prachtig ingericht en de terreinen mooi en goed onderhouden. Met enige regelmaat wierp ze steelse blikken in de richting van Aard van der Berg. Het viel haar niet eens op dat Esther haar gebruikelijke commentaar achterwege liet. Toen ze terug waren in het administratiegebouw en meneer van der Berg hen langs de deur met het bordje ‘Rector’ geloodst had, vroeg hij hen nog even in de wachtkamer plaats te nemen, terwijl hij op zoek ging naar zijn secretaresse. Hij stapte een andere deur waar zijn naam opstond door. Niet lang daarna verscheen een knappe jonge vrouw in de hal. Ze zei met een glimlach ‘hallo’ en ging achter een walnoten bureau zitten aan de andere kant van de hal. Karin vond dat het leek alsof ze pas geleden had gehuild. Ze hoopte dat er niets ernstigs aan de hand was. Wat had meneer van der Berg gezegd, dat er plotseling iets tussen was gekomen? Misschien was er iemand in haar familie ernstig ziek? Het jonge meisje zocht wat papieren bij elkaar en bracht deze bij Karin.


‘Mevrouw de Lange, mijn naam is Marieke Starke, de secretaresse van meneer van der Berg. Hier zijn de inschrijfpapieren die getekend moeten worden. Neem ze mee naar huis en lees ze nog eens rustig door voor u een beslissing neemt’.

Karin was eigenlijk direct al bereid om te tekenen, maar ze nam de papieren aan en stond op. ‘Dank u wel, mevrouw Starke, dat zal ik doen’. Esther keek teleurgesteld, maar volgde haar moeder naar de auto. Toen ze naar huis reden, spraken ze geanimeerd over de nieuwe school met zijn bijzondere rector. Hij was zo charmant, hij was zo aantrekkelijk en hij was zo vriendelijk. Eén ding dat zowel Karin als Esther goed beheersten, was roddelen. Karin begon zodra ze thuis waren de papieren door te nemen. Esther bladerde ze even snel door en kondigde vervolgens aan dat ze naar het huis van de buren ging. Karin knikte afwezig en las verder. Een uur later had ze  ieder stippellijntje van een handtekening voorzien. De enige echt belangrijke zaken die ze gelezen had, was dat de studenten in studentenhuizen woonden en dat ouders dagelijks op bezoek mochten komen, op bezoektijden, behalve in de weken dat de examens werden afgenomen. Karin was zich ervan bewust dat Esther intern op de school moest wonen, maar de gevolgen hiervan drongen op dat moment nog niet helemaal door. Ze zou haar verschrikkelijk missen. Ze zou dan helemaal alleen zijn in dit grote huis. Er zou niemand meer zijn om tegen aan te praten, mee te gaan winkelen en niemand om voor te koken. Niemand om een kaartje mee te leggen, niemand om ruzie mee te maken, wat moest ze doen? Ze zuchtte en had medelijden met zichzelf. Ze stond op en drukte de computer aan en surfte naar de website van de school. Ze klikte op het menu-onderdeel ‘foto’s’ en ging op zoek naar een foto van Aard van der Berg. Uiteindelijk vond ze er eentje waar hij samen met al het personeel van de school opstond. Hij stond er niet op zijn voordeligst op, zuchtte ze. Op dezelfde pagina was een hyperlink met ‘vacatures’. Karin klikte erop.

Er kwam een idee bij haar op. Karin had in de afgelopen tien jaar, sinds haar echtgenoot overleden was en haar een klein fortuin had nagelaten, niet gewerkt. Ze had werken nooit erg leuk gevonden en had nooit aandrang gevoeld weer aan het werk te gaan. Maar als ze op die school zou werken, zou ze Esther vaker kunnen zien. Ze zou na een dag van hard werken vast te moe zijn om zich teveel aan haar te ergeren. En het zou vast een onverdeeld genoegen zijn om voor Aard van der Berg te mogen werken! Jeetje, ze zou de vloeren willen schrobben alleen maar om in de gelegenheid te komen zijn ogen een paar keer per dag te zien! En dan te bedenken dat het al heel lang geleden was dat ze voor het laatst interesse in mannen had gehad. Opeens voelde ze zichzelf weer een tiener, helemaal giechelig en opgewonden. Ze liet haar oog over de opsomming van vacatures glijden. Ze kwam eigenlijk voor geen van allen in aanmerking, behalve die van koksmaatje. Dat was misschien wel wat. Ze had veel tijd en geld besteed aan het volgen van cursussen over de Franse keuken. Ze had zich er behoorlijk in bekwaamd. Zelfs Esther was er over te spreken geweest. Zodra ze van die stomme schoolperikelen af waren, dan zou Karin een restaurantje openen dat ze samen met haar dochter zou runnen. De rest van de avond besteedde Karin aan het plannen maken voor de volgende dag en het dagdromen over meneer van der Berg.

De volgende ochtend pakte Esther haar spullen en reden ze naar het internaat van meneer van der Berg en mevrouw Starke. Karin voelde zich geweldig. Ze was bang geweest dat het een stille en deprimerende reis zou worden, maar Esther leek zich er nu op te verheugen. Het was leuk om bij haar te zijn als ze zich zo voelde. Even later zaten ze weer samen in de wachtkamer. Een oudere dame begroette hen en nam de getekende papieren in ontvangst. Even later was ze terug en leidde hen naar het kantoor van meneer van der Berg, waar ze nog even buiten moesten wachten. Mevrouw Starke zat achter het bureau, maar ze leek een heel ander mens nu, ze beantwoordde vrolijk en uitgelaten de telefoon en verrichtte administratieve handelingen. Uiteindelijk zei ze dat ze naar binnen konden gaan. Karin en Esther stapten een groot kantoor binnen met donkere, hoge wanden en indirecte verlichting. Meneer van den Berg zat achter een groot mahoniehouten bureau. Hij stond op en begroette hen vriendelijk, en nodigde hen uit in een paar grote leren stoelen aan de andere kant van het bureau te gaan zitten. Karin rook een mengeling van leer en een vleugje van een dure aftershave toen ze ging zitten. Ze wou dat ze daar de hele dag kon blijven zitten om de hele dag naar hem te kunnen kijken. Vandaag had ze haar rode jurk aangedaan. Hij had een perfecte pasvorm en was sexy, maar niet te diep uitgesneden om niet binnen de setting van de school te passen.

x-x-x-x-x

‘Ik wil u graag welkom heten op het Luzac’. Meneer van den Berg glimlachte tegen Esther, die moest blozen en ‘dank u wel’ stamelde. En ik wil u feliciteren met de excellente schoolkeuze voor uw dochter, mevrouw de Lange’. Karin knikte verlegen. ‘Hebt u de benodigde uniformen kunnen verkrijgen?’

‘Oh, ja, natuurlijk. Ze liggen nog in de auto’. Karin en Esther hadden nog ruzie gemaakt over de uniforms, maar ze was er uiteindelijk mee akkoord gegaan ze te dragen.

‘Dan blijft alleen nog over dat mevrouw de Jong jullie Esther’s nieuwe kamer laat zien en daarna gaan we het lesrooster halen. En mevrouw de Lange, u mag wat zakgeld voor Esther bij de administratie achterlaten, als u wilt’.

‘Dank u wel, meneer van den Berg’, kraaide Karin. ‘En u mag me Karin noemen als u wilt’. ‘He, waarom zei ze dat nu’, sprak ze zichzelf vermanend toe en hoopte dat het niet al te opdringerig zou klinken.

’Maar natuurlijk, Karin, maar in het bijzijn van onze studenten geven we er toch de voorkeur aan elkaar bij de achternaam te noemen. Dat dwingt meer respect af’, glimlachte hij wederom.

‘Oh, maar natuurlijk, meneer van den Berg’. Karin voelde hoe ze begon te blozen en hoopte dat het gesprek snel ten einde zou zijn. Esther schoof onrustig op haar stoel heen en weer. Ze begon haar interesse in mijnheer van den Berg nu al te verliezen, dacht Karin. Er klonk een klop op de deur en een oudere vrouw stapte het kantoor van meneer van den Berg’.

‘Mevrouw de Jong, dit zijn Karin de Lange en haar dochter Esther. Ik heb het een poosje geleden met u erover gehad. Zou u Esther haar nieuwe kamer willen laten zien? Mevrouw de Jong glimlachte vriendelijk tegen hen en leidde Esther de kamer uit.

‘Tot zo!’, riep Karin hen na.

’Goed, Karin, je mag me Aard noemen als we onder ons zijn’. Meneer van den Berg had het tegen haar,realiseerde ze zich en draaide zich om.

‘ Oh, dankjewel Aard. Ik moet zeggen dat ik het wel heel onwennig vind om mijn dochter hier achter te laten. Ze is nog nooit erg lang achtereen van huis geweest’. Karin keek hem een beetje bezorgd aan.

’Natuurlijk,mevrouw de Lange, ik bedoel Karin. Ik begrijp het volkomen’.

‘En daarom heb ik een misschien wat ongebruikelijk verzoek’. Karin deed haar best een beetje verlegen over te komen.

‘ En dat is?’, Aard van den Berg bleef haar met zijn grijze ogen aankijken. Ze werd hier een beetje ongemakkelijk van’.

‘Ik…ik zou hier graag willen werken. Ik heb op jullie website gezien dat jullie nog om een koksmaatje zoeken en hoewel ik de laatste tien jaar niet gewerkt heb, sta ik thuis natuurlijk elke dag in de keuken. Ik…’ Karin realiseerde zich dat ze veel te snel praatte. Verdomme, ze was echt zenuwachtig, dat hoefde ze niet eens te spelen. ‘Ik zou graag een beetje bij mijn dochter in de buurt willen blijven en ik dacht dat dit een mooie manier zou zijn om dat te realiseren. Hebt u er bezwaar tegen dat familieleden van studenten hier werken?’

Tja, dit is niet een erg gebruikelijk verzoek. Maar er zijn geen regels die het verbieden, dus stel ik voor dat u bij personeelszaken langs gaat om daar uw interesse kenbaar te maken’. Karins gezicht klaarde helemaal op. ‘Maar ik moet u wel waarschuwen, we houden er hier een strak dagschema op na zoals u in onze folder hebt kunnen lezen, dus u kunt niet op ieder gewenst moment contact met uw dochter hebben. Verder hebt u natuurlijk ook zelf zo uw verplichtingen die u niet kunt verwaarlozen…misschien is het toch allemaal niet zo’n goed idee’ Aard leek diep in gedachten verzonken terwijl hij zijn handen gevouwen op het bureau voor hem legde.

‘Maar natuurlijk, dat begrijp ik volkomen!’, antwoordde Karin haastig. ‘Ik zal er goed omdenken dat ik de dagelijkse routine van mijn dochter niet zal verstoren, net zo min als mijn eigen taken als ik hier zou komen te werken. Ik zou al heel gelukkig zijn als ik Esther een paar keer per dag voorbij zou kunnen zien lopen, zodat ik kon zien dat ze het goed maakt’. Ze bestudeerde voorzichtig de gezichtsuitdrukking van Aard. ‘Weet u, mijn man is overleden toen ze nog maar vijf jaar oud was, en daarna zijn we altijd onafscheidelijk geweest’. Karin zag dat zijn gezichtsuitdrukking ontspande. ‘Ik denk niet dat ik ’s nachts nog zal kunnen slapen, als ik haar maar een paar keer per week tijdens de bezoekuren kan zien’.

‘ik begrijp het’. Aard liet een hele lange stilte vallen. ‘OK, ik geloof u. U kunt zich melden bij personeelszaken zoals ik al zei. U mag tegen mevrouw Gerritsen zeggen dat ik het goed vind’.

’Oh, dank u wel, meneer van den Berg, ik bedoel, Aard, ik weet niet hoe ik u moet bedanken’. Karin glimlachte breed naar hem. ‘Ik hoop dat ik aangenomen wordt’.

‘Dat hoop ik ook voor je’, Karin. Hij ging staan en stak zijn hand uit en Karin schudde deze enthousiast. ‘Veel succes’.

‘Dank u!’, zei ze nogmaals en schreed elegant zijn kantoor uit. Ze liep naar de administratie en nam daar afscheid van Esther, die steeds minder enthousiast leek te worden. Ze spraken nog even kort met elkaar en Karin nam de gelegenheid te baat haar nog eens op het hart te drukken dat ze flink haar best moest doen op haar nieuwe school.

Vervolgens ging Karin op zoek naar personeelszaken. Nadat ze een sollicitatieformulier ingevuld had, werd ze in de keuken uitgenodigd voor een gesprek met de chefkok, meneer de Groot. Meneer de Groot was een grote, vriendelijke man, die snel viel voor haar kennis. Hij vertelde dat er voor het baantje geen echte ervaring vereist was, maar dat hij openstond voor nieuwe dingen en dat ze misschien eens een Franse maaltijd voor de studenten konden maken. Karin toonde zich hier op haar beurt erg enthousiast over en zo kon het dat ze het baantje kreeg. Mevrouw Gerritsen, een lange magere vrouw met een no nonsens instelling, vroeg waarom Karin geen referenties had. Karin legde haar situatie uit en noemde dat meneer van den Berg geen bezwaar had. Vervolgens kreeg ze te horen dat ze aangenomen was. Ze kreeg het handboek voor medewerkers mee om ’s avonds thuis te kunnen lezen. Haar werd gevraagd zich de volgende ochtend om 6:00 uur te melden en als ze dan zou slagen voor een overhoring van het handboek, kon ze meteen beginnen. Karin verliet het gebouw helemaal in de wolken en huppelde impulsief over het parkeerterrein naar haar auto. Aard van den Berg keek op dat moment uit het raam van zijn kantoor en keek geamuseerd toe hoe Karin de Lange als een jong meisje over het parkeerterrein huppelde. Hij moest glimlachen. Hij hoopte dat ze aangenomen was, want ze intrigeerde hem wel.

Karin zat al weer te lezen opeen prachtige middag die er eigenlijk om vroeg om op de golfbaan of aan het strand doorgebracht te worden. Het handboek was niet eens zo dik, maar het was verschrikkelijk saai! Regels, regels, regels. Het leek erg op de informatie voor studenten die ze gelezen had,maar dit keer las ze alles nauwgezetter omdat ze er morgen over overhoord zou worden. Laten we eens kijken, slordigheid. OK, OK, wanneer je slordig bent, wordt je genoteerd. Wanneer je zonder bericht niet op komt dagen, word je op staande voet ontslagen. Wanneer je een opdracht weigert of brutaal bent tegen een meerdere, dan wordt dit genoteerd. Drie aantekeningen en je wordt ontslagen*. Waarom stond er een sterretje bij het woord ontslagen? Karin zocht het op onderaan de pagina,waar in kleine lettertjes stond: ‘een werknemer mag ook voor een alternatieve straf kiezen in plaats van ontslagen te worden. Wat was in vredesnaam een ‘alternatieve straf?’, vroeg Karin zich af. Ach, wat deed het er ook toe; ze zou wel zorgen dat ze niet ontslagen zou worden. Karin sloeg de bladzijde om. Ze boden goede secondaire arbeidsvoorwaarden, vakantie, ziektekostenverzekering, pensioenvoorziening en studiefaciliteiten. Maar het interesseerde Karin niet erg. Haar oogleden werden zwaar. Uren later werd ze op de bank wakker. Ze kon maar beter de wekker zetten en nog even in bed verder lezen. Ze kon de eerste dag op haar werk per slot van rekening moeilijk te laat komen. Ze nam een douche en legde kleren klaar voor de volgende dag en kroop in bed om nog wat te lezen. Hm, het keukenpersoneel werd verondersteld een uniform te dragen. Dat was haar vandaag niet opgevallen. Maar nogmaals, het kon haar allemaal niet zoveel schelen, behalve meneer de Groot en de keuken zelf. Ach, wat zou het. Ze verdiepte zich weer in het boek.

De volgende ochtend reed Karin naar de school. Ze arriveerde om kwart voor zes, parkeerde haar auto en wierp een laatste blik in het handboek. Een uur later was ze voor de test geslaagd met 96 punten en werd ze gefeliciteerd door de formele mevrouw Gerritsen. Vervolgens werd ze naar de linnenkamer gebracht, waar haar maten genomen werden en ze een uniform uitgereikt kreeg. ‘Morgen liggen er twee klaar in uw maat. De kosten ervan zullen van uw eerste salaris worden ingehouden’, vertelde de jongedame haar. Maar dat had Karin al in het handboek gelezen. Toen ze alleen was opende ze de plastic tas waar het uniform inzat. Ze barstte in lachen uit toen ze zag wat ze zou moeten dragen. Het zag eruit als een schooluniform,maar dan in een groene kleur in plaats van de blauwe die ze voor Esther had moeten aanschaffen. Er zat een plooirokje in dat tot op haar knieën viel en een wit katoenen overhemdje met een korte stropdas. Witte kniekousen en een wit onderbroekje completeerden de outfit. Jeetje, ze was een volwassen vrouw, hoe konden ze het haar aandoen kniekousen te dragen? Karin zuchtte en deed haar broek uit. Zouden ze haar misschien de verkeerde kleren hebben gegeven? Ze zouden vast dubbel van het lachen liggen als ze straks de kleedruimte uit zou stappen, dacht Karin. Misschien zou meneer van den Berg haar zien en haar aandoenlijk vinden. Wat kan het ook schelen, vooruit met de geit, dacht Karin en begon zich te verkleden. Ze deed haar eigen kleren en handtas in een kluisje wat ze toegewezen gekregen had en liep de kleedruimte uit. Maar de jongedame die buiten de kleedkamer stond te wachten keek helemaal niet verbaasd. Ze bood aan Karin naar de keuken te brengen. Karin volgde zwijgend en bedacht zich dat het bij nader inzien allemaal wat vreemd was. Meneer de Groot was blij Karin te zien en zette haar meteen aan het werk. Ze moest de vleeswaren op grote metalen schalen rangschikken. Toen kon ze tenminste een witte schort over het belachelijke uniform dragen. Karin keek nieuwsgierig om zich heen. Ze zag een andere vrouw die er hetzelfde bij liep als zij, op het schort na. Ze ontspande zich en probeerde het werk dat die goede meneer de Groot haar opgedragen had, zo goed mogelijk te doen.

Het was hard werken, maar het werd dankzij enkele ventilatoren en de airconditioning nooit te warm. Karin probeerde een glimp van Esther op te vangen toen de leerlingen voor het ontbijt in de rij stonden, maar ze zag haar niet. Het was bijna lunchtijd en Karin had juist haar tiende broodje gesmeerd. Ze had al een keer pauze gehad, maar was hard aan de volgende toe. De leerlingen stonden in de rij om een theeblad te pakken. Karin vroeg aan meneer Minton of ze misschien een minuutje of wat weg mocht, en dat mocht. Ze ging door de achterdeur van de keuken naar buiten, ging op een bankje zitten en leunde met haar hoofd tegen de muur. Toen hoorde ze ineens Esthers stem ‘Mam!’ roepen .


‘Esther! Oh, wat ben ik blij je te zien! Maar… mag jij hier eigenlijk wel komen?’ vroeg Karin haar dochter.

‘Nee, natuurlijk niet. Maar ik moest gewoon even met je praten!’ Esther keek gehaast om zich heen. Wat gedraagt ze zich vreemd, dacht Karin. “Ze zijn hier veel te streng. Je moet stil op je stoel blijven zitten en je mag niet praten in de klas. Ik sta op ontploffen. De enige reden waarom dat nog niet is gebeurd, is omdat de wiskundeles voor de verandering een keer echt interessant was. En de leraar Engels is echt een stuk, en ik heb al drie vriendinnen.”

Karin lachte. ‘Ik ben blij dat je het naar je zin hebt!’

‘Oh, maar ik heb een hekel aan de regels. Ik moet er af en toe eentje breken, zoals nu’.

‘OK, ga nu maat snel weer in de rij staan, liefje, voordat iemand je ziet’.

‘Goed, maar we moeten elkaar straks nog wel even spreken hoor’. Esther holde de hoek van het gebouw om en Karin ging weer naar binnen naar haar werk.

Om een uur of drie ‘s middags was Karin helemaal kapot. Ze moest de oven boenen, een warm, vet en vies werkje. Ze hoopte niet dat er van haar verwacht werd dat ze dat iedere dag deed. Meneer de Groot zei haar dat ze zich kon verkleden en naar huis kon gaan, dus liep ze naar de kleedkamers om haar gewone kleren aan te doen. Daarna liep ze naar het kantoor en vroeg of ze haar dochter eventjes mocht zien. Er werd haar te verstaan gegeven dat dit om vier uur mogelijk was, als de studenten pauze hadden. Karin ging dus in de hal zitten wachten. Ze zag meneer van den Berg de hal inkomen en zwaaide naar hem. Hij liep naar haar toe en vroeg of ze de baan gekregen had.

‘Ja, ik heb de hele dag al in de keuken geploeterd’, vertelde ze vrolijk.


‘Nou, ik ben blij te horen dat je zo’n harde werker bent, Karin. Als je werk er voor vandaag opzit, zullen we dan samen een kopje koffie gaan drinken? Karin was aangenaam verrast dat hij haar dat vroeg. Ze nam de uitnodiging aan en liep achter hem aan naar een ruimte waar ‘lerarenkamer’ op de deur stond. Ze gingen samen aan een klein tafeltje zitten. Karin kreeg te horen dat hij ook een weduwnaar was. Zijn vrouw was vijf jaar geleden aan kanker overleden. Ze hadden geen kinderen gehad. Karin en Adam zaten aardig op één lijn, ze hadden een beiden een enorm emotionele gebeurtenis meegemaakt. ‘Goed, de studentenpauze begint, als je Esther dus even wilt zien, moeten we nu gaan. Aard ging staan en stak zijn hand uit. Karin pakte deze en hij trok haar overeind. Wat romantisch!, dacht ze, terwijl ze door de hal naar buiten liepen. Esther zag Karin onmiddellijk verschijnen en trok haar mee naar een bankje ober een boom.

‘Mam, ik heb de hele dag al geen grote mond tegen de leraren gehad!’, pochte Esther trots.

‘Hartstikke goed!’, antwoordde Karin, ‘Ik ben trots op je’.  Esther schurkte tegen haar moeder aan en vertelde wat ze die dag allemaal beleefd had. Veel te snel klonk de bel alweer en Esther haastte zich weer naar binnen. Karin liep naar haar auto en reed naar huis, ze voelde zich erg gelukkig.

Karin was te moe om naar de sportschool te gaan en dus bleef ze de hele avond voor de televisie hangen. De volgende ochtend was ze al weer vroeg wakker. Ze had een dijk van een ochtendhumeur, maar ze maakte zich klaar om naar haar werk te gaan. Toen ze in de auto zat zei ze tegen zichzelf, ‘dit is niet leuk!’ Maar de gedachte dat ze Esther vandaag weer zou zien hield haar op de been. Ze kreeg haar nieuwe uniformen uitgereikt, die een perfecte pasmaat hadden en ging aan het werk. Meneer de Groot gaf haar dit keer wat moeilijker werk. Tot de lunchtijd werkte Karin hard door om vervolgens buiten met een broodje pauze te houden. Ook Esther liet zich weer zien, maar was deze keer nors. ‘Mam’, zei ze klagend, ‘Ik moest gisteravond om negen uur al naar bed. Ik zweer het je, ze denken dat we kleine kinderen zijn. Als het in de les niet zo leuk is, dan zou ik nu onmiddellijk naar huis gaan.

Karin glimlachte naar haar. ‘Esther, ik ging gisteravond om acht uur al slapen. Als je vroeg op moet staan houdt dat in dat je ook vroeg naar bed moet gaan, meer niet’. Esther was er nog lang niet van overtuigd, maar gaf haar moeder een kus en liep weer terug naar de rij wachtende studenten in de eetzaal.

Om een uur of half drie vroeg meneer de Groot aan Karin om de vloer te dweilen. Karin was niet blij met dat klusje en begon te klagen, toen zich plotseling het handboek en de regels herinnerde. Hoe schattig hij ook was, Meneer de Groot zou de indruk kunnen krijgen dat ze aan werkweigering deed, dus dweilde ze de vloer en vroeg vervolgens permissie om te gaan. Ze kleedde zich om en ging in de hal zitten wachten tot Esther pauze had. Meneer van den Berg kwam de hal instappen en het had er de schijn van dat hij haar daar verwachtte. Ze gingen weer samen naar de lerarenkamer. Karin wist nu zeker dat ze verliefd was. Hij had alles wat ze altijd in een man gezocht had. Hij was aardig en lief en voorkomend en knap en hij had ook nog leuke humor. Haar hart begon al sneller te kloppen als ze hem alleen maar aankeek. Hij zorgde dat ze zich heel speciaal voelde. Karin liep om vier uur samen met hem naar buiten, waar Esther haar al op stond te wachten. Ze namen afscheid van meneer van de Berg en zochten het bankje weer op.

x-x-x-x-x

‘Mam, ik kan er niet langer tegen. Ik heb vandaag een opstel geschreven en mevrouw Peters heeft er allemaal rode strepen doorheen gezet en nu moet ik het vanavond opnieuw doen. Ik heb echt mijn best gedaan op dat opstel, mam, en het is niet eerlijk wat het was een geschiedenisles, geen Nederlands. Je weet niet half hoe moeilijk het voor me was om haar geen grote mond te geven.

Karin probeerde haar dochter wat te kalmeren. ‘Hè, wat vervelend, Esther, ik wou dat ik je er vanavond mee kon helpen. Waarom vraag je je leraar Nederlands niet om hulp? Esther klaarde wat op toen ze dat idee hoorde en ze spraken nog een poosje over koetjes en kalfjes.

‘U vind die meneer van den Berg best wel aardig, is het niet?’, vroeg Esther. Karin knikte. ‘Hij is ziet er helemaal niet zo erg uit, hè?’

Karin was verbaasd. ‘Wat bedoel je, dat hij er niet erg uit ziet?’

‘Nou Susie heeft me verteld dat hij hier alle straffen uitdeelt’, giechelde Esther, ‘Susie zegt dat hij de strengste rector van het hele land is’.

‘Ja natuurlijk, dat hoort ook bij zijn werk, liefje, zei Karin. ‘Sommige studenten hebben gewoon af en toe straf nodig. Ik weet zeker dat hij heel rechtvaardig is’.

‘Susie zegt ook dat ze hartstikke bang voor hem is’, ging Esther verder.

‘Heeft Susie er dan ervaring mee?’

‘Welnee, daar is ze veel te bang voor’.

‘Mocht Susie ooit in de problemen komen dan zal ze er wel achterkomen dat hij streng maar rechtvaardig is’, zei Karin.

‘Tja, ik waarschuw je maar mam, ik zou niet graag willen dat jou wat gebeurt’.

‘Dank je wel, liefje’, Karin wilde nog wat zeggen, maar toen ging de bel en sprong Esther op van de bank. ‘Tot morgen!’ Ze zwaaide nog even terwijl ze zich naar binnen haastte.

Karin liep langzaam naar haar auto. Ze twijfelde er geen moment aan dan dat Aard rechtvaardig was. Ze was er van overtuigd dat hij streng kon zijn als dit nodig was, maar ze had met ook zien lachen en grapjes maken met de studenten, dus moest hij wel een aardige man zijn. Toen ze bij het parkeerterrein aankwam zag ze hoe hij net het administratiegebouw uitstapte. ‘Karin!’, riep hij. Ze wachtte op hem en hij vroeg haar of hij haar mee uit eten mocht nemen. Karin wist dat de reglementen niets zeiden over het met elkaar uitgaan van het personeel, maar vroeg zich wel af hoe de anderen er over zouden denken.

Maar hij zei, ‘Karin, er bestaat geen beleid dat iets zegt over de omgang tussen personeel en wat ik in mijn vrije tijd doe heeft niets met mijn werk te maken. Bovendien zijn we op het werk professioneel bezig, of niet?’

Karin keek hem aan en voelde hoe haar hart sneller ging kloppen. ‘Ja’. Verdomme, ze zei bijna ‘meneer’ tegen hem! Zijn oogopslag was streng, maar er hing ook een aangename sfeer om hem heen.

‘OK, laten we dan gaan!’ Hij liep naar zijn auto en zij volgde hem. Hij hield het portier voor haar open en deed deze weer achter haar dicht. Hij ging op de bestuurdersplaats zitten, keek haar aan en reikte vervolgens om haar heen om haar veiligheidsgordel vast te maken. Karin had vergeten dit te doen, zo verbaasd was ze dat ze op de zachte leren stoel van een Mercedes zat op weg naar een etentje. Ze gingen gezellig eten in een visrestaurant en Karin vertelde hem over alle eerdere problemen die Esther veroorzaakt had. Hij was vriendelijk en gaf haar een paar adviezen hoe ze er het beste mee om kon gaan. Na het eten gingen ze nog samen dansen en Karin was helemaal uitgeput tegen de tijd dat ze om negen uur ’s avonds terugreden. ‘Het spijt me dat het zo laat geworden is, Karin’.

‘Dat geeft niet, Aard. Het is het wel waard geweest’. Dat die man echt het idee had dat negen uur laat was!”

‘Zal ik je anders voor de zekerheid morgenochtend even te bellen, zodat je niet te laat op je werk bent?’ Aard voelde zich kennelijk schuldig dat ze een kort nachtje tegemoet ging, dacht Karin.

‘Nee, dat is niet nodig hoor, ik kan best zelf vroeg mijn bed uitkomen, maar evengoed bedankt’. Aard gaf haar een kus voordat ze de auto uitstapte. Het was een vluchtige aanraking van zijn lippen op de hare, maar voor Karin was het ongelofelijk opwindend. Ze stamelde welterusten voordat ze uit zijn auto stapte om over te stappen in de hare. Aard wachtte tot ze de motor gestart had en het parkeerterrein afgereden was. Karin voelde zich geweldig toen ze naar huis reed. En dan te bedenken dat ze al die jaren helemaal niet in mannen geïnteresseerd was, die in hun leven infiltreerden, die Esther zeiden wat ze wel en niet mocht en die zich overal mee bemoeiden. En nu hoopte ze dat Aard al deze dingen wel ging doen. Ze viel in slaap en droomde er zelfs over.

Karin werd gewekt door het penetrante geluid van de wekker. Ze gaf er een hard klap op zodat deze van het nachtkastje viel. Ze ging rechtop zitten om te kijken hoe laat het was en kreunde van ongeloof. Het was bijna zes uur! Ze sprong haar bed uit en rommelde in haar tasje om het telefoonnummer van de keuken te zoeken. Meneer de Groot nam op, en Karin stotterde dat ze zich verslapen had en dat ze zo snel mogelijk zou komen. Meneer de Groot klonk voor de verandering eens niet geamuseerd. Ze haastte zich om zich klaar te maken en reed met een hogere snelheid dan toegestaan naar haar werk. Ze rende naar binnen om zich om te kleden.

Eenmaal in de keuken liet meneer de Groot haar aardappelen schillen. Verdomme, hij wist toch dat ze een bloedhekel had aan dat klusje! Karin wou protesteren, maar richtte in plaats daarvan haar frustratie op de aardappelen. Schil, schil en nog eens schil. Ze had ze allemaal in een recordtijd geschild. Het humeur van meneer de Groot knapte er zowaar een beetje van op. Maar de dag was toch al verpest. Meneer Minton gaf haar een schriftelijke waarschuwing, waar ze zelf een paraaf onder moest zetten. Hij zei dat iedere waarschuwing betekende dat ze bij de rector op het matje moest komen, maar daar was ze al van op de hoogte. Ze ging naar buiten om haar lunch op te eten. Esther arriveerde even later. Ze zag er chagrijnig uit, toen ze op haar moeder af liep.

‘Ze moesten een bom op dit gebouw gooien’. Esther liet zich naast Karin neerploffen.

‘Esther, liefje, we hebben helemaal geen keus. Dit hier is je laatste kans. Anders wordt het een tuchtschool. Dat weet je best’.

‘Maar mam, ik had vanmorgen een grote mond tegen mevrouw Petersen. Ze gaf me een schriftelijke waarschuwing. En omdat ik die niet wilde tekenen, schreef ze er nog eentje. Dus ging ik weer zitten en heb mijn mond niet meer open gedaan. Als ik nog een schriftelijke waarschuwing krijg, heb ik een groot probleem’.

‘Waarom had je een grote mond tegen mevrouw Petersen? Ik dacht dat het zo’n aardige lerares was’.

‘Ze doet alleen maar aardig. En vervolgens steekt ze je lachend een mes in je rug’.

‘Ach, stel je niet aan, Esther. Wat heb je tegen haar gezegd?

‘Ze had allemaal rode strepen door mijn opstel gezet en toen ze het aan mij terug gaf, heb ik haar gezegd hoe ik daar over dacht. Ik heb haar gezegd dat ze niet mijn lerares Nederlands was, en dat het niet aardig van haar was dat ze zich wel als eentje opstelde. Ik heb haar niet eens uitgescholden en ben ook niet gaan schreeuwen’.

‘Heb je je leraar Nederlands leraar niet gevraagd je te helpen’.

‘Nee’.

‘Waarom niet?’

‘Daar had ik geen tijd voor. We mochten gisteravond een film zien en die wilde ik niet missen’.

‘Nou, ik kan niet zeggen dat je het allemaal slim aangepakt hebt’.


‘Zal ik je eens wat vertellen, mam? Ik heb sinds ik hier ben mijn stinkende best gedaan, ik heb harder gestudeerd en heb geprobeerd jou tevreden te stellen. En alles wat jij doet is een beetje flirten met de rector, waarvan ik al gezegd heb dat dat een grote vergissing is. Je bent hier gaan werken om HEM te kunnen zien, niet MIJ. Ik haat het hier en ik wil hier WEG!’

Karin keek haar dochter verbaasd aan. Hoewel Esther op school regelmatig de mist in gegaan was, was ze zelden brutaal tegen haar moeder. ‘Shhh…straks hoort iemand je, Esther!’, was alles wat Karin kon bedenken om te zeggen. Toen zag ze een man de hoek van het gebouw om lopen. ‘Verdomme, nu zijn we betrapt, fluisterde Karin en zag hoe Esther zo bleek als een doek werd. Esther draaide zich om en zei, ‘Meneer Simpson, ik moet even iets tegen mijn moeder zeggen’.

‘Ja Esther, ik weet het. Ik heb je iedere dag tijdens de lunch uit de rij zien verdwijnen en ik dacht vandaag dat ik maar eens moest kijken wat je dan steeds gaat doen. Het spijt me, maar ik moet je hier een schriftelijke waarschuwing voor geven. En ik moet het ook aan de chef van je moeder vertellen’.

‘Ik heb even pauze, Meneer Simpson’, liet Karin hem weten.

‘Dat is goed mogelijk, mevrouw de Lange, maar u heeft uw dochter geholpen de regels te overtreden en daar zal hij niet al te gemakkelijk over denken. Karin raakte haar rechtvaardigheidsgevoel kwijt en gaf geen antwoord meer. Esther liep met tegenzin achter meneer Simpson aan terug naar het gebouw, zonder nog een keer naar moeder om te kijken. Karin ging weer aan het werk. Ze werkte hard door en maakte zich ondertussen zorgen over haar dochter. Het had deze keer maar drie dagen geduurd. Zou Esther de straf die Aard voor haar in petto hebben accepteren of zou Karin zich moeten melden om te horen dat haar dochter van school gestuurd werd? Karin zag het met angst en beven tegemoet.


Tegen twee uur vroeg meneer de Groot haar nog een schriftelijke waarschuwing te tekenen. Meneer Simpson had het doorgegeven zoals hij aangekondigd had. Hij zei dat hij teleurgesteld in haar was, maar dat hij er vertrouwen in had dat ze niet nog een keer de fout in zou gaan. Hij zei haar dat ze de vloer kon gaan dweilen totdat ze bij de rector geroepen zou worden. Karin liet de dweilstok langzaam van links naar rechts gaan en voelde zich neerslachtig. Dat gevoel was ze al bijna vergeten. Nu moest ze als een stout schoolmeisje bij Aard op het matje komen. Haar maag draaide zich om. Het was maar goed dat ze niet zoveel gegeten had, dacht ze. Ze voelde zich erg dom en liet de dweil over de vloer gaan. Meneer de Groot vroeg haar een beetje op te schieten. Ze hoorde hem maar nauwelijks en bleef het trage tempo aanhouden terwijl ze aan Aard en Esther dacht. Hij vroeg het nog een keer, luider deze keer, hij wilde dat ze het af had voor ze weg moest. ‘OK, OK’, dacht Karin. Ze keek hem aan en knikte en voelde zich een slavin. Ze liet de dweil boos van voor naar achter gaan zonder er echt op te letten wat ze precies deed. Toen voelde ze hoe de dweilstok tegen iets hards aanstootte en vervolgens stroomde er allemaal heet vet over de vloer. Ze sprong boven op een stoel en schreeuwde waarschuwend naar iedereen in de omgeving. Ze had kennelijk de frituurpan omgestoten die stond af te koelen van het patat bakken voor de lunch. Ze zag hoe meneer de Groot een vuurrood hoofd van boosheid kreeg toen hij zag wat er gebeurd was. Hij droeg een jonge keukenassistent op te helpen de vette, hete puinhoop op te ruimen. De tranen stonden Karin in de ogen. Ze dweilde rond de stoel, maar een dweil had natuurlijk niet zo veel zin in de vette troep. Meneer de Groot riep haar bij zich. Ze stapte voorzichtig naar beneden en glibberde naar zijn kantoor. Hij schreef alweer een schriftelijke waarschuwing voor haar en liet haar weten dat het hem speet dat het kennelijk niet ging, Hij zei dat ze de keuken moesten sluiten en dat ze vloeren met zeep en heet water moesten schrobben, dat de school vanavond middels catering dure maaltijden moest laten bezorgen. Tenslotte zei hij dat ze bij de deur van het kantoor van de rector moest wachten tot hij tijd voor haar had. Ze moest haar schoenen uitdoen om door de gang te kunnen lopen. Ze wikkelde ze in haar schort om te voorkomen dat ze op de vloer zouden druppen.

Esther zat met angst en beven in het kantoor van de rector te wachten. Ze had de drie schriftelijke waarschuwingen in haar hand geklemd. Ze wist maar al te goed dat ze zich een flinke straf op haar nek gehaald had, maar haar vriendinnen hadden vaag gedaan over wat het precies kon inhouden. Ze was er van overtuigd dat het iets heel vervelends was, zoals eenzame afzondering en dat als ze het zou weigeren, zij en haar moeder weggestuurd zouden worden. Ze dacht aan de nieuwe vrienden die ze gemaakt had. Het was lang geleden dat Esther vrienden gehad had, behalve het buurmeisje, dat twee jaar jonger was en haar alleen maar in de problemen bracht. Het was leuk om vrienden te hebben. En het was ook geweldig om een 9.8 op haar wiskunde proefwerk te krijgen. Het was voor het eerst dat ze iets van algebra snapte omdat de leraar het zo goed uit kon leggen. Esther vond haar nieuwe kamer mooi, het eten was goed, ze hield van de boswandelingen en had verschrikkelijk veel plezier aan de tekenlessen. Voor het eerst in haar leven, begon ze de consequenties van de keuzes die ze zou maken tegen elkaar af te wegen.  


Mevrouw Starke verstoorde haar mijmeringen. ‘Meneer van den Berg wil je nu spreken, Esther’. Ze zuchtte, stond op en liep behoedzaam naar het kantoor van de rector. Ze zou het doen. Ze zou iedereen laten zien dat ze goede cijfers kon halen, dat ze beleefd tegen de leerkrachten kon zijn, dat ze in wezen een lief meisje was.

x-x-x-x-x

Meneer van den Berg zat achter zijn bureau en gebood Esther te gaan zitten. Hij praatte een poosje met haar, vroeg waarom ze de waarschuwingen gekregen had en hoe ze daar nu zelf over dacht. Hij zei dat ze best een aardige meid was, ondanks de waarschuwingen, maar dat ze wel wat meer respect voor de leraren op moest brengen, ook als ze dacht dat het niet eerlijk was. Esther merkte dat ze het hem naar de zin wilde maken. Ze wilde dat hij haar aardig zou vinden.

Ze had het gevoel dat hij oprecht betrokken was. Vervolgens deed hij haar uit de doeken hoe haar straf eruit zou zien. Ze was helemaal verbluft en was niet in staat te reageren. Wat werd er van haar verwacht? Haar rok omhoog doen en over zijn bureau bukken? In die beschamende houding te blijven staan terwijl hij haar met een paddel op haar bips sloeg? In welk jaar leefden we eigenlijk? 1950? 1850? Meneer van den Berg stond op. Esther voelde het hart in haar keel kloppen. Dit kan helemaal niet, hield ze zichzelf voor. Meneer van den Berg opende de deur en vroeg mevrouw Starke of ze even binnen wilde komen. Vervolgens hoorde ze de deur weer dichtgaan. Hij stond nu voor haar. Zij zat nog steeds en was niet in staat zich te bewegen. Hij stak zijn hand naar haar uit. Ze keek in zijn ogen en zag daar niets anders dan vriendelijkheid en vertrouwen. Ze legde haar hand in de zijne en stond met knikkende knieën op. Mevrouw Starke ging achter haar staan en ze voelde hoe haar rok omhoog geschoven werd en kon zich nog steeds niet bewegen. Ze werd zachtjes voorover over het bureau geduwd. Het voelde hard en koud aan tegen haar borsten door haar blouse en BH heen. Ze voelde de zachte en warme handen van mevrouw Starke op haar rug. Net toen Esther zich af begon te vragen of dit allemaal een boze droom was, landde de paddel op haar rechter bil en ging er een pijnscheut door haar heen. Ze was te verbaasd om het uit te schreeuwen. Ze voelde een soort vastbeslotenheid toen ze haar handen naar de rand van het bureau bracht en zich stevig vastpakte. Ze zou hem laten zien dat ze het kon hebben. KLETS! Esther kreunde, maar maakte verder geen geluid.


Adam van den Berg herkende maagdelijke billen als hij ze zag. Hij hield een beetje in en sloeg niet uit volle kracht zoals wel gebruikelijk was bij drie schriftelijke waarschuwingen. Hij hield het tempo laag en sloeg telkens op een ander plekje. Dit meisje was geen watje, moest hij toegeven. Tien klappen en ze had nog niet een krimp gegeven. Hij wilde dat hij er mee op kon houden, maar hij moest zorgen dat ze op zijn minst ging huilen, zodat ze zich gereinigd voelde. Hij ging een beetje sneller en harder  slaan en haar billen onder haar dunne witte onderbroekje trilden en kleurden van maagdelijk wit naar vuurrood. Ze draaide met haar onderlichaam en klemde zich aan de rand van het bureau vast of haar leven er vanaf hing. Vijf klappen op haar bovenbenen deden haar kreunen. Jeetje, dacht hij, wat was er allemaal nodig? Hij begon harder te slaan, drie keer achter elkaar op dezelfde plaats. Haar voeten begonnen onwillekeurig om zich heen te schoppen. ‘Oh, alsjeblieft…’, kreunde ze, ‘Alsjeblieft, houd op, het doet zo’n zeer!’

De tranen welden op. Verdomme, niet huilen, dacht ze, maar het brandende gevoel werd steeds erger.

‘Oh, ALSJEBLIEFT, het spijt me, STOP ALSJEBLIEFT, ik zal nooit weer brutaal zijn!’ Maar stevige klappen bleven het vuur op haar huid verder aanwakkeren. Toen kwamen vijf klappen snel achtereen neer op het plekje waar haar benen en haar billen in elkaar over gingen. De tranen begonnen te vloeien ondanks haar dappere pogingen. Ze begon als een klein meisje te huilen en realiseerde zich maar nauwelijks dat haar straf erop zat. Ze voelde hoe haar rok naar beneden geschoven werd en dat ze van het bureau omhoog getild werd en een dikke knuffel van meneer van den Berg kreeg. Ze duwde haar gezicht tegen zijn borst. ‘Het spijt me, meneer van den Berg, het spijt me heel erg’, huilde ze. Ze voelde hoe hij zachtjes over haar rug wreef en haar liet weten dat ze dapper geweest was. Ze voelde zich zo geliefd. Ze voelde zich eindelijk bevrijd van haar slechte gedrag en haar schuldgevoel. Toen droeg hij haar op dat ze in de hoek moest gaan staan tot ze zichzelf weer onder controle had. Esther deed gehoorzaam wat haar gezegd was.

Karin voelde zich ellendig. Drie schriftelijke waarschuwingen op één dag! Waarom zat ze in het zelfde pakket als haar dochter. Ze voelde zich als een klein kind, terwijl ze op haar ontslag zat te wachten. Karin de Lange werd in haar eerste baantje in tien jaar ontslagen. Waarom zou ze niet gewoon nu al de deur uitlopen? Waarom niet gewoon haar eigen kleren aantrekken en weggaan? Wat konden ze er tegen doen? Haar voor de rechter dagen? Ze moest bijna lachen bij de gedachte, maar ze besloot dat ze liever waardig vertrok dan dat ze Aard van den Berg onder ogen zou moeten komen. Ze ging staan om op haar sokken de wachtkamer uit te lopen toen de deur van het kantoor van Aards kantoor openging en mevrouw Starke haar naam riep. Karin twijfelde. Het gebouw stiekem verlaten was één ding, maar het opzettelijk negeren van de arme mevrouw Starke was heel iets anders. Ze liep langzaam naar het kantoor van de rector, vast van plan om hem te laten weten dat ze hem zou laten weten dat ze ontslag nam voor hij de kans kreeg haar te ontslaan.

Mevrouw Starke vroeg haar even plaats te nemen en dat meneer van den Berg zo bij haar kwam. Karin ging zitten en mevrouw Starke ging het kantoor van Aard binnen. Ze kon iemand daar binnen horen snikken, alsof diegene net had gehuild. Niet lang daarna kwam Aard met een strenge blik tevoorschijn. Karin werd gevraagd binnen te komen. Mevrouw Starke kwam naar buiten toen zijn naar binnen stapten. Het eerste wat Karin zag was Esther, die in een hoek van de kamer achter het bureau stond. Het leek zo vreemd en absurd dat ze bijna in lachen uitbarstte. ‘Gaat u alstublieft zitten, mevrouw de Lange’, zei Aard op een vriendelijke maar besliste toon. Karin ging zitten en verzette zich tegen haar slecht getimede gevoel voor humor. Maar Aard liep naar Esther en sprak vriendelijk tegen haar en Karin verging de neiging om te lachen. Esther hield op met snikken, draaide zich om en Aard omhelsde haar. Karin was erg verrast toen ze zag dat Esther hem terug knuffelde, omdat ze er sinds haar vader overleden was, de persoon niet naar was om haar affectie om een lichamelijke manier te tonen. Esther gaf haar moeder een knikje en liep naar de deur.

‘Esther, heb je je moeder niets te zeggen?’, vroeg Aard.


‘Ehh…ja…volgens mij wel’, zei Esther zwakjes.

‘Ga je gang maar’, zei Aard.

‘Moeder, het…het spijt me dat ik brutaal geweest ben tegen mevrouw Petersen…het spijt me dat ik u niet gevraagd heb me te helpen, zoals u gisteren voorstelde, en…het spijt me dat ik onaardig tegen u was…’

‘Het is al goed, kindje’, viel Karin haar in de rede. Ze was zowel geschokt als beschaamd door dit onverwachte gedrag van haar dochter. ‘Je hoeft je niet te verontschuldigen. Ik weet hoe moeilijk het voor je geweest moet zijn’.

‘Mevrouw de Lange’, zei Aard, ‘het maken van excuses is een belangrijk onderdeel van het leerproces. Zeg alstublieft niet tegen Esther dat ze haar excuses niet hoeft te maken. U hoeft haar alleen maar te laten weten dat u haar vergeeft’.

Karin sprong onmiddellijk omhoog om Esther een knuffel te geven. ‘Wauw, dit was geweldig, dacht ze. ‘Natuurlijk vergeef ik je, liefje. Je weet dat ik je altijd zal vergeven, wat je ook doet’. Esther drukte haar moeder nog steviger tegen zich aan, maar liet haar vervolgens los en keek haar aan.

‘Ik moet nu terug naar de klas, moeder. Dag meneer van den Berg, en bedankt’. Karin kon alleen maar verwonderd toezien hoe haar dochter zich uit de voeten maakte. Ze slaakte een diepe zucht en ging met knikkende knieën weer zitten. Ze as bijna vergeten dat Aard in de kamer aanwezig was, totdat hij aan zijn kant van het bureau ging zitten en ze zijn stem hoorde. Hij klonk tegelijkertijd vriendelijk en streng.

‘Karin’, begon hij, ‘Je mag wel heel trots zijn op je dochter. Ze was erg dapper en heeft haar straf uitstekend ondergaan’.

‘Oh, maar dat ben ik ook!”, haastte Karin zich uit te brengen. ‘Ik weet alleen niet wat ik zie, weet je, ik heb haar nog nooit zo meegaand gezien, ook al is ze een lieve meid, weet je. Ik ben erg trots op haar en ik ben blij dat je haar behandeld alsof je echt om haar geeft, en…’ Karin had in de gaten dat ze maar bleef doorratelen en verviel in stilte.

‘Karin, we moeten het nu over je schriftelijke waarschuwingen hebben’. Zijn toon bleef streng.

Zeg het hem!, dacht Karin. Zeg hem dat je het voor gezien houdt. Maar ze kreeg de woorden niet over haar lippen en terwijl ze hem aankeek liepen de rillingen over haar rug.

‘We zullen ze één voor één bespreken’. Hij pakte het eerste strookje papier. ‘Een uur te laat op het werk. Wat heb je daar op te zeggen?’

Karin staarde naar haar handen die op haar schoot rustten. Wat moest ze daar nu op zeggen. Welk excuus zou goed genoeg zijn? ‘De stroom was uitgevallen’, hoorde ze zich zelf zeggen. ‘Dus ging mijn wekker niet af!’ Ze keek hem in zijn ongelofelijk grijze ogen die alles leken te geloven wat ze zei. ‘Nou ja, OK…’ Karin besloot open kaart te spelen. ‘Ik heb me verslapen omdat ik het gister laat gemaakt heb, ik ben wel een uur lang door de wekker heen geslapen!’
Ze zuchtte.

‘En wiens fout was dat?’, vroeg hij door.

‘Tja, jij hebt me zo lang bezig gehouden…’ Karin keek hem nog een keer aan en was verloren. ‘Maar ik heb je aanbod me te wekken afgeslagen, dus het was mijn eigen schuld. Het spijt me’.

‘Goed, dat was één vergissing. De volgende keer dat we uitgaan, weet je beter, of niet?’

Toen Karin hoorde, ‘de volgende keer dat we uitgaan’, sloeg haar hart op hol. Hij wilde nog steeds haar uit, ondanks deze verschrikkelijke dag? Wauw. ‘Reken maar’, hoorde ze zichzelf zeggen terwijl ze naar de grond keek en vervolgens kon ze haar tong wel afbijten om zo’n stomme opmerking. Maar het scheen hem niet op te vallen, want hij ging gewoon door met zijn preek…

‘En deze tweede waarschuwing. Ondanks dat je anders beweerd hebt, heb je je dochter verleid de regels te overtreden en je op een tijd dat dit niet de bedoeling is, op te zoeken’.

Karin deed haar hoofd omhoog. ‘maar dat heb ik niet gedaan. Zij kwam naar mij toe!’ En weer kon ze haar tong wel afbijten. ‘Mijn hemel, had ze dat echt gezegd? ‘Het spijt me. Ik had haar natuurlijk weg moeten sturen en haar moeten laten weten dat ze niets achter de keuken te zoeken heeft, nadat dit de eerste keer gebeurde. Ik was gewoon blij dat ze me in vertrouwen nam en ik wilde horen wat ze allemaal beleefd had’. Ze keek op naar Aard en zei, ‘Waarom is het onmogelijk om tegen je te liegen?’

Hij lachte even, maar werd vervolgens weer streng en zei, Mag ik er van uit gaan dat je je dochter voortaan niet meer illegaal zult ontmoeten?’ Hij negeerde haar laatste vreemde vraag.

‘Oh nee, dat zal ik nooit weer doen’. Karin wilde dat hij haar zou geloven.

‘Weet je, als je naar me toe zou komen en me zou zeggen dat je graag iedere dag een beetje langer met je dochter kon omgaan, dan zou dat niet moeilijk te regelen zijn. Aard trok zijn wenkbrauwen op en ze kon opeens wel door de grond zakken.

‘Eh…dat is nog nooit in me opgekomen’, mompelde ze tegen de achterkant van zijn beeldscherm. Ik bedoel, jullie gaan er prat op hoe streng deze school is en ik ging er van uit dat aan de regels niet getornd kon worden.

‘Karin, we maken heus wel eens een uitzondering hoor. Streng zijn houdt in dat we ons strikt houden aan de maatschappelijke normen en waarden. Maar dat betekent nog niet dat we geen omstandigheden creëren die het mogelijk maken voor onze studenten, families en werknemers om gelukkig te zijn’. Karin keek weer naar de vloer. Hij zorgde er voor dat ze zich dom, naïef en kinderachtig voelde.

‘Dus kom je voortaan bij mij om het te vragen voordat je het recht in eigen hand neemt en de regels aan je laars lapt, of niet?’

‘Ja, Aard’. Ze keek hem aan toen hij verder ging.

‘Dan komen we nu bij de derde waarschuwing. Ik begrijp niet goed wat meneer de Groot hier allemaal opgeschreven heeft. Iets over obstinaat zijn en het opzettelijk schade toebrengen aan onze eigendommen? Ik kan me niet voorstellen dat je daartoe in staat bent. Er is me wel verteld dat de keuken dicht is omdat er allemaal frituurvet op de grond ligt. Kun je me vertellen wat er gebeurd is?’

Karin stotterde, ‘Eh…eh…nou ja, ik baalde als een stekker dat meneer de Groot al twee schriftelijke waarschuwingen uitgedeeld had en ik deed heel lang over het dweilen. En nadat hij me een paar keer te verstaan gegeven had dat ik een beetje op moest schieten, werd ik een beetje onvoorzichtig, kun je wel zeggen, en…tja, toen schoot mijn dweilstok tegen de hete frituurpan en stroomde het frituurvet overal heen, en…’


‘OK, ik geloof dat het me duidelijk is’, onderbrak Aard haar. ‘Je lette dus niet goed op terwijl je aan het werk was?’

‘Nee, dat klopt’. Karin staarde naar zijn stropdas.

‘En je werd boos, toen hij zei dat je een beetje op moest schieten?’

‘Ja, dat klopt’. Ze zag hoe hij zijn handen gevouwen voor zich op het bureau legde.

‘En  toen ging je te wild met die dweilstok te keer?’

‘Ja, zo zit het ongeveer’. Ze liet haar blik naar haar voeten glijden.

‘Wat voor een potentieel gevaarlijke situatie leidde, en dat de school een behoorlijk dure maaltijd voor zijn studenten gaat kosten?’

‘Eh…ja…ja, Aard’. Karin voelde de tranen opkomen en beet op haar lip om ze op te houden. Niet doen!, hield ze zichzelf voor. Deze hele situatie is belachelijk. Ik heb niet meer gehuild sinds Sam overleden is en nu zit ik me zenuwachtig te maken en me schuldig te voelen en… De stem van Aard onderbrak haar gedachten.

Tja Karin, wat heb je daar verder op te zeggen?’

Karin dacht daar even over na. Nu was het tijd om te zeggen dat ze het voor gezien hield. Nu moest ze voor zichzelf kiezen en er vandoor gaan. Zeg hem dat je ermee ophoudt! Maar ze hoorde zichzelf zeggen, ‘Nee, Aard’. Verdomme, ze was niet tegen zijn blik bestand. ‘Ik heb er niets meer aan toe te voegen. Ik heb mijn plichten verwaarloosd, ik heb niet naar meneer de Groot geluisterd, en ik heb me afgereageerd op de dweilstok, ik heb gezorgd dat de frituurpan omviel en ik heb de school heel veel geld gekost’. Zo, dat was eruit. Karin voelde een vreemd soort opluchting ondanks dat het allemaal slecht had geklonken. Ze keek als gehypnotiseerd naar de grond.

‘Karin?’, hoorde ze Aard na wat een eeuwigheid leek, zeggen. Ze keek op. ‘Ben je bereid de consequenties van je gedrag te dragen?’

x-x-x-x-x-x

‘Ja’. Karin ging rechtop zitten en keek hem aan. ‘Ik zal me nu gaan omkleden en mijn uniformen inleveren. En ik zal de catering voor vanavond voor mijn rekening nemen. Ik zal zelfs een cheque uitschrijven zodra ik mijn tasje uit mijn kluisje gehaald heb’. Ze maakte een beweging om op te staan, maar hij gebaarde haar weer te gaan zitten.

‘Karin, heb je wel naar me geluisterd?’

‘Huh?’

‘Ik heb geprobeerd je duidelijk te maken hoe je verder zou kunnen na vanavond, hoe je van je fouten zou kunnen leren en hoe je het de volgende keer beter kunt doen’.

‘Huh?’, Karin keek hem verbaasd aan.

‘Je bent niet ontslagen, Er is geen reden om je uniformen in te leveren’.

‘Maar…ik heb het handboek gelezen, Aard, en…’

‘Karin, als je vandaag afhaakt dan loop je voor je problemen weg. Zie je dat dan niet? Je hebt hier…een unieke gelegenheid om je leven een draai te geven, om wijzer te worden, om op te houden met liegen om je problemen te verdoezelen, om je woede te leren beheersen, te leren andere mensen te vertrouwen…’ Karin keek hem alleen maar aan. ‘Je hebt nu de kans om een nieuwe start te maken. Je moet je fouten onder ogen zien en ermee aan het werk gaan’. Karin keek hem in zijn ogen en geloofde ieder woord van wat hij zei.

‘De alternatieve straf’, fluisterde ze, meer tegen zichzelf den tegen hem. ‘Waar bestaat die uit?’

Aard pakte haar hand. ‘Het is niet erg gebruikelijk. Maar wel heel erg effectief’. Het gezicht van Karin bleef uitdrukkingsloos. ‘Het is een lijfstraf’.

Aard zag dat zijn woorden doordrongen toen er een schok op haar gezicht zichtbaar werd. Vervolgens werd ze rood van schaamte. ‘Wat?”, vroeg ze met een schrille stem’. ‘Met een zweep?’

‘Nee niet met een zweep. Gewoon een pak op je billen. Hij had het idee dat ze niet zo’n taaie was als haar dochter en de paddle op dit moment nooit zou kunnen verdragen.

Karin was verbijsterd. ‘Een pak op de billen?’. Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘Zei je daarnet niet dat ik eigenlijk nog volwassen moest worden? En nu heb je het over een straf die bij een kind past. Ik begrijp het niet’.

‘Een pak op de bips is niet iets dat voorbehouden is aan kinderen. Het is een effectief middel om gedrag van meiden van alle leeftijden bij te sturen’.

‘Ja, hoor, en jij krijgt zeker ook een pak slag als je je niet aan de regels houdt, of niet?’, Karin wist dat ze op het punt stond haar zelfbeheersing te verliezen. Alle schuldgevoelens waren op slag verdwenen.

‘Nee, Karin. Ik ben ervan overtuigd dat hoewel mannen er ook vaak een potje van maken; er geen eenduidige straffen voor hen bestaan. Vrouwen aan de andere kant, die zijn lichamelijk een stuk minder sterk dan mannen. Een pak op hun billen heeft een heel effectieve uitwerking waar het het bijsturen van gedrag inhoudt zonder dat dit ten koste gaat van het zelfvertrouwen’.

‘Je meent het serieus, hè?’ Karin keek hem aan. ‘Nou niemand geeft deze vrouw een pak slaag!’ Ze ging staan. ‘Ik neem ontslag, Ik houd ermee op. Ik vertrek’. Ze liep in de richting van de deur. ‘En morgen ben ik om vier uur terug om mijn dochter te bezoeken’. Opeens stopte ze en keek hem aan. ‘Je hebt haar een pak op haar bips gegeven, of niet?’ Ze wees naar hem. ‘Heb jij mijn dochter over de knie gelegd?’

Aard bleef uiterlijk onbewogen. ‘Nee, ik heb haar een pak slaag met de paddle gegeven. Hier, in het bijzijn van mevrouw Starke, voorovergebogen over mijn bureau, rok omhoog en alleen een onderbroekje om haar te beschermen’.

Karin was woedend. ‘Hoe durf je?’, was alles wat ze uit kon brengen.

‘Durven? Het staat in vette letters in de formulieren die je getekend hebt. Hier worden lijfstraffen gegeven, en ze blijken heel effectief te zijn. Je dochter heeft het geaccepteerd en het als een volwassen vrouw ondergaan. Ze is hier als een berouwvolle jongedame vertrokken, vastbesloten om in de toekomst beter haar best te doen’.

Karin wist daar niets tegen in te brengen, maar alle redelijkheid had haar op dat moment in de steek gelaten. ‘Ik kan niet geloven dat je dat met haar gedaan hebt. Je bent helemaal niet wie ik dacht dat je zou zijn. Je bent een sadistisch varken en ik wil je nooit weer zien’. Ze barstte in tranen uit en trok een sprintje naar de deur. Aard was niet verrast door haar reactie en liep naar de parkeerplaats.

Karin droogde haar ogen met een papieren zakdoekje en trok haastig haar eigen kleren aan. Ze gooide haar uniform in haar kastje, klapte het deurtje dicht, greep haar handtas en beende het gebouw uit. Ze zag hoe Aard op de parkeerplaats tegen haar auto geleund stond. Ze smeet haar tasje op de motorkap en haalde haar chequeboekje te voorschijn.

‘Hoeveel?’, wilde ze weten.

‘Ik heb geen idee. Dat zal ik aan meneer de Groot moeten vragen’, zei hij kalm.

‘Goed, dan stuur je me de rekening maar’.  Karin deed haar armen over elkaar en wachtte tot hij voor haar auto weg zou stappen.

‘Karin, ik wil niet dat je in de auto stapt voordat je gekalmeerd bent’.

‘Oh, maar ik ben heel rustig. ‘Huil ik? Nee. Ben ik aan het schreeuwen? Nee. En nu aan de kant, dan kan ik vertrekken’.

‘Je bent erg overstuur, ook al probeer je dat te verbergen. Kom alsjeblieft mee naar binnen dan praten we erover’.

‘NEE’. Karin liep naar de andere kant van de auto en deed het portier van het slot.

‘Laat mij je dan thuis brengen’.

‘NEE’. Karin ging op de passagiersplaats zitten, trok de deur dicht en deed de deuren op slot. Aard liep naar de achterkant van de auto en leunde tegen de kofferbak. Karin had haar auto met de neus tegen een boom geparkeerd en kon alleen maar wegkomen door achteruit te rijden. Ze draaide haar raampje over. ‘Dit is belachelijk meneer van den Berg, ga alstublieft aan de kant, anders bel ik de politie’.

‘Ga je gang, Karin, bel de politie maar. Vertel hun maar dat ik een suïcidale gek ben, maar ik ga nog steeds niet aan de kant om jou in je huidige toestand weg te laten rijden’.  Karin startte de auto. Hij kwam niet in beweging. Ze zette de versnelling in de achteruit. Hij ging nog steeds niet aan de kant. Hoe kon hij zoveel vertrouwen in haar hebben? Haar hart ging als een bezetene tekeer. Ze hield haar voet een hele poos op het rempedaal en probeerde te bedenken hoe ze veilig weg zou kunnen komen uit deze bedreigende situatie. Karin, je hebt hem uitgescholden, tegen hem geschreeuwd, je hebt hem van alles beschuldigd, en dit alles na alles blunders die ze begaan had. En toch stond hij nog achter haar en ondanks het risico overreden te worden probeerde hij haar te behoeden voor gevaarlijk gedrag. Karin zette de versnelling weer in de vrij en zette de motor af. Alles wat hij gedaan had was proberen haar ontremde dochter weer onder controle te krijgen en een pak op de bips van een volwassen vrouw voorstellen. Zo erg was het allemaal niet. Het klonk alleen zo choquerend en beschamend in haar oren. Ze wilde het hem nog steeds naar de zin maken. Ze wilde dat hij trots op haar zou zijn, zoals je trots op een dochter kunt zijn. Ze wilde nog eens met hem uit eten gaan. Ze wilde nog eens met hem gaan dansen. Ze wilde zich weer jong en gelukkig voelen. Misschien was ze diep in haar hart nog een kind. Misschien was haar dochter wel eens stuk volwassener dan zij! Ze deed haar sleutels in haar handtas en opende de deur, haar hoge hakken klikten op de stenen.

‘Aard’. Haar stem klonk zwak. ‘Aard, je hebt gelijk. Je hebt gelijk en ik zag het verkeerd. Ik ben van gedachten veranderd. Ik zal ondergaan wat jij vindt dat ik verdiend heb, als je aanbod tenminste nog steeds staat’. Ze keek naar de grond, hield haar adem in en hoorde haar hart kloppen. Ze haalde diep adem toen hij zich naar haar omdraaide en zijn hand naar haar uitstak. Ze pakte hem en ze liepen samen terug naar het hoofdgebouw.

Karin deed haar vrijetijdskleren uit en een schoon uniform aan zoals haar opgedragen werd en liep vervolgens de hal door naar het kantoor van Aard. Ze hoefde niet te wachten; de deur stond open en mevrouw Starke stond op toen ze binnenkwam en wachtte tot ze het kantoor van Aard binnen gegaan was. Mevrouw Starke volgde haar naar binnen en deed de deur achter zich dicht. Voor het eerst viel het Karin op dat de wanden en het plafond bekleed waren met geluidwerend materiaal. Dit maakte haar nog banger dan ze al was, maar Aard zei, ‘Rustig maar, het is geluidsdicht voor jouw privacy, niet om ons te beschermen’.


‘Moet ik me over het bureau bukken?’, vroeg Karin. Ze herkende haar eigen stem niet eens. Deze klonk iel en zenuwachtig.

‘Nee, ik wil je over de knie’. Aard schoof zijn stoel naar achteren en ging zitten. Karin staarde hem aan. Vanaf hier zou hij haar het niet gemakkelijk maken, wist ze. Ze slikte moeilijk en liep met tegenzin naar hem toe. Toen ze aan zijn zij stond, pakte hij haar hand en duwde haar voorzichtig voorover zodat haar hoofd bijna de grond raakte en haar onderbuik tegen zijn been drukte. Karin wilde het liefst al huilen. Het was zo beschamend en mevrouw Starke was ook in de kamer, en… toen drong het eindelijk tot haar door waarom de jongedame had gehuild toen ze hier voor het eerst was.

Zodra deze herinnering bij haar opkwam, voelde ze een pijnlijke klap op haar rechterbil. Ze kwam overeind, klaar om er opnieuw vandoor te gaan. ‘Oh! Dat deed zeer!’

‘Karin, ga weer liggen’. Ze liet zich weer zakken en vroeg zich vertwijfeld af waarom ze hem gehoorzaamde. Een nieuwe klap op haar linkerbil, ze schreeuwde het uit en schopte een been in de lucht. ‘AUW! Het spijt me!’ Ze voelde de tranen opkomen.

Aard zette zijn been over haar benen en hield haar stevig op haar plaats. Hij wist dat ze nog niet zover was om te kunnen blijven liggen bij wat hij nog voor haar in petto had. Hij deed het nu een beetje rustiger aan, hield er een regelmatig ritme op na en sloeg beurtelings op haar linker- en rechterbil. Ze had een mooie stevige bips, dacht hij, maar hield meteen op met daaraan te denken, voordat hij zichzelf te kijk zou zetten met een erectie. Het was tijd om andere maatregelen te nemen. Hij deed de achterkant van haar onderbroek naar beneden. Ze protesteerde, ‘Nee! Niet doen!’

‘Dit doe ik niet bij de leerlingen, maar jij bent een speciaal geval. Ik denk dat jij je lesje niet zult leren tenzij het op de blote gedaan wordt’. Aard liet een serie kletsen neerdalen die zorgden dat Karin als een kat begon te vechten. Ze gilde, ze huilde en ze probeerde in zijn enkel te bijten maar ze kon daar niet goed bij. Ze sloeg met haar vuisten op de grond en smeekte hem om op te houden. Het branden van haar bips was bijna niet uit te houden. Opeens stopte hij en ze hoorde hem zeggen, ‘Vertel me nu maar eens waarom je hier zo ligt’.

Karin kon nauwelijks een woord uitbrengen; haar stem was hees en haar neus zat verstopt van het huilen en gillen. ‘Ik heb gelogen, ik ben brutaal geweest, ik heb je uitgescholden, ik heb mijn dochter geholpen de regels te overtreden, ik heb een rommeltje van mijn werk gemaakt, ik heb mijn zelfbeheersing verloren…wat nog meer?’ Ze hoorde zichzelf hartverscheurend snikken en wenste dat ze niet zo’n watje was. Haar billen stonden in brand.

‘Ik denk dat dat het wel zo ongeveer is. En heb je er spijt van?’ Aard sloeg nog een keer of tien op haar bips, waardoor er nog meer tranen vloeiden.

‘Ja! Ik heb er zo’n spijt van, ik zal me zo goed gaan gedragen dat je me niet meer herkend!’ Maar in plaats dat hij ophield, liet hij een nieuw salvo neerdalen op de bovenkant van haar bovenbenen, terwijl zij uit alle macht bleef worstelen om los te komen.

‘Ik denk dat je er nog helemaal geen spijt van hebt, omdat je je zo blijft verzetten’. Aard liet zijn hand over de rode huid glijden. Karin realiseerde zich dat het niet op zou houden voor ze zich volledig zou overgeven aan haar welverdiende straf.

‘OK’, huilde ze zachtjes. ‘Ik zal mijn best doen’.

‘Probeer te bedenken wat je fout gedaan hebt’. Aard sloeg haar drie keer op haar rechterbil en Karin slaagde erin stil te blijven liggen. Hij deed hetzelfde met de andere bil. Ze bleef weer stil liggen en bleef huilen, terwijl ze dacht aan alles wat er mis gegaan was. Ik verdien het, bleef ze zichzelf voorhouden en gaf zich uiteindelijk over aan de pijn van de slagen die bleven neerdalen. Toen werd ze overeind getrokken, haar rok viel weer omlaag en Aard knuffelde haar en liet haar weten dat ze het goed gedaan had.

Karin voelde een soort bevrijdend gevoel over haar komen terwijl ze zich aan zijn overhemd vastklampte. Ze voelde hoe alle schuldgevoelens verdwenen waren. Ze voelde dat iemand om haar gaf. Ze hoorde hoe mevrouw Starke de kamer uitliep. Aard tilde haar gezicht op en kuste haar.

‘Dat pak slaag was voor de drie schriftelijke waarschuwingen van vandaag’, zei hij zachtjes. Karin snikte. ‘maar vanavond, liefje, na het eten, moeten we het er nog over hebben dat je me een sadistisch varken genoemd hebt’. Hij gaf een klopje op haar bips en Karin voelde de rillingen over haar rug lopen. ‘Ja, Aard’, fluisterde ze, en drukte hem nog steviger tegen zich aan.

Gedeelde straf is geen halve straf

© Susan Thomas

Ik was even bij Susan langs gelopen omdat ze, toen Brian en ik haar de avond tevoren tegenkwamen, veel te veel gedronken had. Ze liep zich vreselijk aan te stellen en had me zelfs een klap met een klerenhanger gegeven omdat ik zogenaamd bijdehand had gedaan. Ik wist dat ze een verschrikkelijke kater moest hebben. Ik stapte de keuken binnen en had meteen door dat ik stoorde. Ken was bij haar. Ken komt oorspronkelijk uit Amerika. Ze keken heel ernstig, nee dat klopt niet helemaal, Ken keek ernstig. Susan keek… wat zal ik zeggen, ik geloof dat ‘beschaamd’ het juiste woord is. ‘Oh, neem me niet kwalijk’, zei ik, ‘stoor ik?’

Susan stelde ons haastig aan elkaar voor. ‘Ik woon op nummer 8, zei ik met een armgebaar in de richting van ons huis. ‘Oh, om de hoek, dat witte huisje’, zei hij.

‘Ik kom alleen maar even kijken hoe het met je is. Je was behoorlijk ver heen, gisteravond’, legde ik uit, ‘maar als is stoor…’ Susan trok een pruillip en zei dat ze het juist hadden over het gebeuren van gisteravond. Ik snapte niet helemaal wat Ken hier mee te maken had. Dat moet me goed van mijn gezicht af te lezen geweest zijn, want Susan begon me tot mijn verbazing een en ander uit de doeken te doen. Normaal is ze helemaal niet zo, is ze juist erg gesloten van aard. Ik merkte dat Ken nog probeerde haar er zwijgen toe te laten doen, maar Susan was niet meer te stoppen. ‘Weet je, Clare’, begon ze, ‘Ken is mijn begeleider en ik heb met hem een aantal doelstellingen afgesproken die ik graag wil halen. Eén daarvan is om niet teveel te drinken, iets wat de laatste tijd toch twee keer is voorgekomen.’

Ik keek van haar naar Ken en begon me te realiseren dat hun relatie veel verder gaat dan ik altijd gedacht had. Als ik Susan niet beter kende, zou ik denken dat ze een oogje op deze man had. ‘Tja’, vroeg ik, ‘je hebt dus te veel gedronken. En nu?’

‘Ik ga een pak op mijn blote billen krijgen’, liet Susan me rustig weten. ‘Ik zou net te horen krijgen hoe mijn straf er precies uit gaat zien’.

Ik sta normaal gesproken niet zo snel met mijn mond vol tanden en zowel Brian (mijn echtgenoot als Susan noemen me ‘stuiterbal’, omdat ik nogal stuiter en altijd voor het nodige rumoer zorg. Maar nu wist ik geen woord uit te brengen. Toen ik mijn stem hervonden had, begon ik een hele verhandeling dat het belachelijk was dat Ken haar een pak slaag ging geven. We leefden per slot van rekening in de 21ste eeuw. Susan legde echter rustig uit dat ze dit zelf wilde en dat Ken haar juist hielp, ze hadden samen een afspraak en het zou niet goed zijn om af te haken nu het onaangenaam werd. Ken voelde zich duidelijk ongemakkelijk bij de openheid van Susan en maakte zich zorgen dat ik het verder zou vertellen. Ik verzekerde hem echter dat hun geheim veilig bij me zou zijn. Susan is een goede vriendin van me, ik beschouw haar als mijn oudere zus.

Ken legde uit dat Susan had beloofd niet teveel te drinken en dat ze ermee akkoord was gegaan dat wanneer dit wel zou gebeuren ze een pak slaag zou krijgen en dat ze het hier over hadden toen ik binnen kwam vallen. Ik weet dat ik een grote flapuit ben, maar ik verbaasde mezelf over de woorden die ik vervolgens sprak. ‘Susan en Ken, dit voelt niet goed. Ik ben er zelf ook debet aan dat Susan gister teveel gedronken heeft. Als ze echt een pak slaag gaat krijgen, is het niet meer als eerlijk dat ik de helft daarvan krijg’.  Ik had de woorden nog niet uitgesproken of ik vroeg me al af wat ik me nu weer op mijn hals haalde. Susan was het er echter helemaal niet mee eens. Je zou bijna zeggen dat ze het fijn vindt een pak op haar billen te krijgen! Maar Ken had er wel oren naar en na wat heen en weer gepraat, stelde Susan voor dat ik eerst maar eens moest aanhoren wat haar te wachten stond, voor ik zou besluiten de helft voor mijn rekening te nemen.

‘Dat is goed’, zei Ken, ‘we moeten wel weten waar we het over hebben. Ik heb besloten dat Susan eerst vier minuten met de hand op haar billen gaat krijgen. (Ter informatie van Clare, alle straf wordt uitgevoerd op de blote bips). Daarna twintig met de haarborstel op elke bil en tenslotte 20 met mijn broeksriem’.

Ik was overdonderd, want ik had aangenomen dat het pak slaag gewoon met de hand gegeven zou worden. Maar goed, ik ben niet een persoon die snel op mijn woorden terug komt (al vroeg ik me wel af waar ik in godsnaam mee bezig was). Maar goed, het was wel voor een deel mijn schuld dat Susan teveel gedronken had, moet je weten! Susan was het er nog steeds niet mee eens, maar Ken had een voorstel. Hij zou Susan om te beginnen de helft van de klappen met de hand geven en als ik er dan nog steeds mee door wilde gaan, prima. Hij vond dat ik wel gelijk had, dat het ook gedeeltelijk mijn schuld was. Susan ging er met tegenzin mee akkoord en ze maakten zich klaar om te beginnen.

Ik verbaasd dat Susan, die normaal gesproken best wel preuts was, zonder aarzelen haar spijkerbroek en onderbroekje uit deed. Ken trok een stoel onder de tafel vandaan en ging zitten. Zonder een woord te zeggen ging Susan over zijn schoot liggen. Hij ging methodisch te werk, hij sloeg er niet zomaar op los: hij sloeg haar eerst op haar linkerbil, toen op haar rechterbil en tenslotte op het midden van beide billen. Ik kon mijn ogen er niet vanaf houden, mijn mond werd droog en ik stond als aan de grond genageld. Susan was slank maar had een strak lichaam. Haar billen trilden als Ken erop sloeg. Ik zag hoe haar bips roze kleurde en uiteindelijk vuurrood kleurde. In het begin reageerde Susan helemaal niet toen de klappen op haar billen neerdaalden, maar na een poosje zag ik dat haar benen bij iedere klap begonnen te bewegen. Af en toe ging een van haar benen omhoog om even in die positie te blijven. Ook begon ze geluidjes te maken: ‘uh’, ‘ah’.

Toen hield Ken op. Het was mijn beurt.

Susan probeerde me nog tegen te houden, maar ik was eigenwijs en liep naar Ken toe om vervolgens stokstijf stil te blijven staan. ‘Je moet je broek en slipje wel naar beneden doen’, zei hij rustig. Ik knikte. Niet alleen had ik een droge mond, maar mijn hart ging als een bezetene tekeer, mijn maag trok samen en mijn handen trilden. Ik kon de gesp van mijn riem niet eens loskrijgen. ‘Moet ik je even helpen’, vroeg hij. Ik knikte. Hij maakte de gesp los en deed de rits omlaag.

Ik kreeg een kleur als vuur. Nog nooit had een ander dan Brian, mijn partner, dat gedaan. Hij deed mijn spijkerbroek tot halverwege mijn dijen omlaag. Toen zijn handen naar mijn onderbroek gingen, werd ik zo mogelijk nog roder, maar mijn handen trilden zo erg dat ik het niet zelf kon doen. Hij schoof mijn broekje omlaag en legde me zonder verdere omhaal over de knie. Ik bedacht me dat ik bijna dood ging van schaamte. Toen de eerste klap neerdaalde, gilde ik van schrik.

Er leek bijna geen pauze te zitten tussen de klappen. Het begon steeds zeerder te doen: al snel was er niks meer over van mijn bravoure en probeerde ik mijn billen onder zijn neerkomende hand weg te draaien. Hij greep me stevig om mijn middel (wat een vreemd, intiem gevoel is dat eigenlijk). Ik kon nu niet meer wegkomen en ik begon te huilen. Het eindigde allemaal al even onverwacht als het begonnen was.

Ik stond op en deed zo snel als mogelijk mijn broek omhoog. Vervolgens stond ik als een soort stripfiguurtje verwoed over mijn billen te wrijven. Susan liep naar me toe en gaf me een knuffel. ‘Dat was heel dapper van je’, fluisterde ze, ‘laat het hier nu alsjeblieft bij. Je hebt een beetje van me overgenomen. Laat mij de rest maar in ontvangst nemen’. Ik schudde mijn hoofd, ik wilde niet als een lafaard in de boeken staan. Ken kwam tussen beiden en deed het voorstel dat Susan de helft van de volgende portie zou krijgen en dat ik vervolgens kon kiezen of ik ermee door wilde gaan. Susan ging akkoord en liep naar Ken toe.

Ik zag dat de haarborstel veel zeerder deed dan zijn hand en nog voordat het goed en wel begonnen was, vroeg ik me af of ik hier wel mee door moest gaan. Het waren per slot van rekening de afspraken van Susan: ik had me van mijn goede kant laten zien en een deel voor haar in ontvangst genomen. Ik kon er nog steeds mee ophouden zonder dat ik me bezwaard zou hoeven te voelen.

Om eerlijk te zijn, stond ik al weer behoorlijk te trillen toen Ken haar op haar bips begon te slaan. Hij sloeg zo hard dat haar billen ervan trilden en het geluid klonk afschuwelijk. Susan had duidelijk moeite de klappen op te vangen en kronkelde behoorlijk. Maar Ken hield haar stevig in bedwang en liet de borstel vijf keer stevig op haar rechterbil neerkomen alvorens over te schakelen naar de linker. Ik zag verschrikt hoe het rood van haar rechterbil was veranderd in een mengeling van rood, spierwit en een donkerrode kleur. Susan jammerde en huilde terwijl haar linkerbil bewerkt werd. Toen Ken weer overschakelde naar de rechterbil en moest ik me bedwingen om niet uit te roepen dat hij op moest houden, maar werd overstemd door het gillen van Susan. Ik sloeg mijn hand voor mijn mond en trilde over mijn hele lichaam. Toen hij klaar was, haastte ik me naar Susan en hield haar in mijn armen. Ik was stomverbaasd toen ze door haar tranen heen smeekte, ‘Ik heb het verdiend, laat me alsjeblieft de rest ook in ontvangst nemen’.

Ik was van plan om haar wens te respecteren en ik heb geen idee wat er precies gebeurde, maar opeens stond ik voor Ken met een wat zelfs in mijn oren als een bibberig stemmetje klonk, ‘Wil je mijn knoop nog een keer losmaken’. Nadat hij mijn broek naar beneden gedaan had, legde hij zijn ene hand op mijn bips en zijn andere op mijn schouder en leidde me over zijn knie. Ik ben niet trots op het geluid wat ik vervolgens produceerde: de pijn op mijn toch al zere billen escaleerde tot ik langzaam wanhopig werd en dacht dat het nooit meer zou stoppen. Het ging de pijn voorbij en veranderde in een intens brandend gevoel waar de achterkant van de borstel bleef neerkomen.

Toen ik op mocht staan liep het snot uit mijn neus en de tranen over mijn wangen. Susan droogde en ik wist wat ze zou zeggen. Toen ik enigszins op adem was zei ik, ‘Niets zeggen, Susan’ en keerde me vervolgens naar Ken. ‘Alsjeblieft, alsjeblieft’, smeekte ik, ‘Geef me nu met de riem, voor ik niet meer durf. Als Susan weer eerst gaat, dan durf ik vast niet verder te gaan. En dat vergeef ik mezelf nooit’.

Ken leek me te begrijpen en negeerde de protesten van Susan. Hij stond van zijn stoel op, draaide zich om en vertelde me hoe ik over de stoel moest bukken. Tot mijn verrassing was ik zelf in staat om mijn knoop los te maken. ‘Misschien is het makkelijker als je hem helemaal uitdoet’, zei Ken. ‘Je moet het natuurlijk zelf weten, maak je geen zorgen, ik heb het allemaal al veel vaker gezien’. Ik was het stadium dat ik me daar druk over maakte allang voorbij en wilde alleen maar dat het snel voorbij zou zijn. Dus deed ik mijn broek en slipje helemaal uit. Het deed zeer toen mijn broek van mijn billen schoof. Susan pakte mijn broek aan en haar gezichtsuitdrukking vroeg me ermee te stoppen. Ik bukte over de stoel en zette mijn handen op de zitting zoals me opgedragen was. Ik had geen idee wat ik moest verwachten.

Ken nam de gesp van de riem in zijn hand en vouwde hem dubbel. Hij deed een stap terug en laat de riem met een angstaanjagende zwaai met uiterste precisie op zijn doel neerkomen. Ik kon dat niet zien, maar voelde een verschrikkelijk brandend gevoel op mijn bips. Ik gilde van pijn toen de pijn zich vermengde met het brandende gevoel wat toch al aanwezig was en stuwde de pijn tot ongekende hoogte op. Er leek geen einde aan te komen. Ik kwam overeind en mijn beide handen vlogen naar mijn billen. Ik herinner me dat ik huilde, ‘Nee! Nee! Dit kan ik niet! Dit kan ik echt niet!’ Zowel Ken als Susan probeerden me te troosten en me op mijn gemak te stellen. ‘Je doet het geweldig’, troostte Ken en liet zijn hand door mijn haar glijden, ‘zeker als je bedenkt dat je nog nooit eerder een pak slaag gekregen hebt. Je hebt al heel veel van de straf van Susan overgenomen. Laat het hierbij en laat de rest aan haar’. Susan was het roerend met Ken eens. Ik ging uiteindelijk akkoord.

Susan nam mijn plaats in en toen Ken haar met zijn riem begon te slaan, realiseerde ik me dat ik mijn broek niet eens aangetrokken had. Ik stond daar, met betraande ogen en voorzichtig over mijn bips wrijvend toe te kijken hoe Susan gestraft werd. Ik zag hoe Ken uitgebreid de tijd nam om haar de resterende negentien klappen met de riem de geven. Nadat hij haar een klap gegeven had, veranderde hij zijn positie een beetje zodat de riem niet weer op exact dezelfde plaats neerkwam. Er was niet veel nodig om te zien dat Susan de wanhoop nabij was. Ze maakte niet veel geluid, maar haar hele lichaam was als een veer gespannen, terwijl ze Ken haar billen bleef aanbieden. Omdat het moeilijk was netjes te blijven staan, zag ik hoe ze de zitting van de stoel in een ijzeren greep hield, terwijl de riem haar bips bleef bezoeken. Toen ze bij de dertiende klap aangekomen waren, ging het even fout en kwam de riem deels tussen haar benen terecht. Susan schoot overeind en schreeuwde, ‘Wel verdomme!’. Haar handen wreven vertwijfeld over haar billen en de tranen liepen over haar wangen.

Ik kon het niet langer aanzien en ging voor Ken staan. Ik was me er niet eens van bewust dat ik half naakt voor een man stond die ik nauwelijks kende, maar het kon me ook niet veel schelen. ‘Ken, het gaat wel weer, er zijn er nog maar zes te gaan, geef mij die maar’. Ik weet niet precies wat Ken op dat moment dacht, maar hij had niet verwacht dat dit zou gebeuren. Hij stuurde Susan aan de kant (ze scheen niet eens te merken wat er precies gebeurde) en liep naar de keukentafel. ‘Ik denk dat het makkelijker voor je is, als je over de tafel gebogen staat’, zei hij vriendelijk. ‘Susan, ga jij aan de andere kant van de tafel staan en houd haar handen vast’. Ik boog me over te tafel en Susan pakte mijn handen. Ik deed erg mijn best me in te houden, maar iedere klap zorgde voor een luide gil en heftig getrappel van mijn benen. Het was aan de grip van Susan te danken dat ik over de tafel bleef liggen. Haar gezicht kreeg net als de mijne een pijnlijke grimas terwijl de riem neerdaalde. Vanaf de vierde klap kon ik haar gezicht niet meer zien omdat ik verblind werd door de tranen. Het voornemen me inhouden had ik toen al laten varen. Ik was nog maar met een ding bezig, het deed zeer!

Toen ik de stem van Ken hoorde, realiseerde ik me dat het voorbij was. ‘Waarom, gaan jullie twee je niet een beetje opknappen terwijl ik thee ga zetten?’, vroeg hij. Ik was zover heen, dat het me niet veel meer kon schelen hoe ik erbij stond. Ik bukte me om mijn kleren van de grond op te rapen. Susan nam me mee naar boven en waste mijn gezicht met koud water, terwijl ze me op mijn gemak probeerde te stellen. Hoewel ik me schaamde over de hoeveelheid lawaai die ik geproduceerd had, bleef zij maar volhouden hoe dapper ik geweest was.

Toen we voldoende hersteld waren liepen we weer naar beneden. Ik liep heel voorzichtig.

Ken had thee en koekjes klaargezet en we gingen in de woonkamer zitten. Dat laatste deden Susan en ik heel behoedzaam.

‘Weet je Clare’, zei Ken, ‘je bent de eerste die toegeeft dat ze heel chaotisch is. De manier waarop je zonder erover na te denken dit avontuur aangegaan bent, was lief, dapper, maar ook erg impulsief’.

Ik knikte, ‘Brian, mijn man, noemt me altijd ‘stuiterbal’, omdat ik me altijd weer in de nesten weet te werken’.

‘Tja’, antwoordde Kent, ‘misschien moet je ook maar eens over billenkoek afspraken gaan nadenken’.

Ik was geschokt. ‘Jij zult mijn blote bips nooit weer te zien krijgen!’

Ken glimlachte. ‘Ik niet, je echtgenoot, Brian. Er bestaat een goede methode die jullie goed zouden kunnen gebruiken. Het heet ‘Het Spencer Spanking Plan‘, Susan kan je er van alles over vertellen’.

Susan stond op en zei dat ze wel een exemplaar voor me uit zou printen en niet voor het eerst die dag vroeg ik me af waar ik in godsnaam aan begonnen was.

Waterspelletjes

Met haar neus tegen de muur en haar handen op haar hoofd probeerde ze te bedenken hoe het zo fout was gegaan. De geluiden die van achter haar kwamen, leidden erg af, waardoor dat geen gemakkelijke opdracht was. Pets pets pets, klonk het in een vrij vast ritme. Af en toe hoorde ze een gedempt gekreun, maar Tine hield zich erg goed. Voorlopig. Iets zei Karen dat Simon het hier vast niet bij zou laten. En straks was zij aan de beurt. Een angstige kriebel trok door haar buik. Ze voelde zich vreselijk vernederd: als een klein kind was ze in de hoek gezet, hij had haar handen op haar hoofd gelegd en haar broek en onderbroek naar beneden getrokken. “Blijf zo maar even staan wachten tot ik je kom halen.” Er had geen grijns door zijn stem heen geklonken en ze had niet durven omkijken om toe te kijken hoe hij Tine meetrok en over zijn knie legde, terwijl zij zo tentoongesteld stond. In elk geval zou Tine andere dingen hebben om zich mee bezig te houden…
Het gepets hield even op en Karen hield haar adem in. Toen begon het opnieuw, maar het geluid was veranderd. Dat was vast de badborstel… Tine was er blijkbaar door verrast, want na de eerste pets liet ze een luide “auw” horen. Ook bij de volgende klappen lukte het haar niet meer om stil te blijven. Het gedempte gekreun van net was veranderd in gejammer. Simon ging er niet op in en sloeg duidelijk lustig verder.
Even won Karens nieuwsgierigheid het van haar verstand en keek ze om, net lang genoeg om te zien dat ze het goed had geraden: Simon had inderdaad de badborstel erbij genomen.
“Karen! Voor je kijken!”
Geschrokken kromp ze in elkaar. Ze had verwacht dat hij zo druk bezig zou zijn met Tine dat het vast niet zou opvallen als ze een halve seconde lang omkeek, maar daar was ze duidelijk fout in geweest.
“Als je echt niet kunt wachten, kom dan maar hier,” zei Simon, terwijl hij Tine nog een paar laatste harde slagen op haar billen gaf. Aarzelend draaide Karen zich om en liep ze naar hem toe, wat nogal moeizaam ging, met een broek die rond haar knieën hing. Ze slikte even bij de aanblik van de stoel die midden in de kamer stond.
“Tine, jij gaat in de hoek staan, handen op je hoofd en o wee als je durft om te kijken!”
Met haar ogen strak op het vloerkleed gericht, haastte Tine zich naar de hoek. Haar billen waren vuurrood en hier en daar begon er al wat blauw doorheen te schemeren. Een nieuwe kriebel trok door Karens buik terwijl ze bedacht dat haar billen er straks vast ook zo uit zouden zien. Of nog erger… Zij was namelijk de grootste schuldige van de twee. Akkoord, Tine had de voorzet gegeven door haar de kan water aan te geven, maar daarom had Karen die nog niet over Simons hoofd heen moeten gieten. Zeker niet nadat ze zijn waarschuwende blik had gezien. Ze wist heel goed dat hij daar niet mee kon lachen. En nu ze zijn telefoon onbedoeld ook een douche had gegeven, kon hij er al helemaal niet mee lachen.
“Het spijt me, Simon,” zei ze met een klein stemmetje toen hij naar tevredenheid had vastgesteld dat Tine netjes in de hoek was gaan staan en zich naar haar toe had gedraaid. “Ik wilde niet… Het was niet de bedoeling.”
“Ik wil het niet horen, Karen, je weet heel goed dat ik het niet leuk vind als je water over me heen giet. En je weet ook heel goed dat telefoons niet tegen water kunnen.”
“Ik had het niet gezien, het was echt niet de bedoeling!” riep ze uit.
“Onzin. Je wist het heel goed, je dacht gewoon niet na.”
Karen keek naar de grond, er zich maar al te goed van bewust dat Tine elk woord kon horen. Ze voelde zich intens klein.
“Sorry, Simon.”
“Kom maar liggen,” antwoordde hij, terwijl hij suggestief op zijn been tikte. Karen slikte, maar deed wat haar gezegd was.
“Je weet hoe het gaat: deze straf heb je verdiend, dus je ligt stil en je ondergaat het, zonder je handen voor je billen te doen, die houd je maar netjes voor je.
“Ja, Simon.”
Hij begon meteen hard te slaan en meteen met de paddle. Van een opwarming was duidelijk geen sprake, maar ze durfde niet te protesteren. Ze had dit inderdaad verdiend. Op het moment waarop ze ervoor koos om de kan met water over zijn hoofd te gieten, had ze heel goed geweten wat er zou volgen. Alleen was het niet haar bedoeling geweest dat ook zijn telefoon de volle laag zou krijgen. Simon had gelijk: dat was best dom van haar. En nu was de straf zoveel zwaarder dan ze ingerekend had. Ze balde haar handen tot vuisten en klemde haar kaken op elkaar. Algauw lag ze te spartelen over zijn knie, maar zijn linkerarm klemde haar romp stevig vast. Toch wilde ze zich niet laten kennen en zo weinig mogelijk geluid maken. Maar het deed zo ongelofelijk veel pijn! Simon sloeg echt goed door, als ze had gehoopt dat zijn armen al moe zouden zijn omdat hij eerst Tine had aangepakt, dan was ze behoorlijk verkeerd geweest.
Uiteindelijk stopte het even, maar Karen durfde niet te hopen dat het al voorbij zou zijn. De badborstel moest vast nog komen. Ze kreeg gelijk. Dit kwam nog veel harder aan dan de paddle. Bij elke slag voelde ze kneuzingen ontstaan. Nu kon ze de kreten van pijn niet meer onderdrukken, ook al was ze zich er nog steeds vaag van bewust dat Tine alles kon horen.
“Laat het alsjeblieft, alsjeblieft stoppen,” dacht ze, maar Simon was duidelijk niet van plan om er haar goedkoop mee weg te laten komen. Nu begon hij ook haar bovenbenen met de badborstel te bewerken en de tranen sprongen in haar ogen.
“Het spijt me!” riep ze. “Het spijt me echt!”
“O, dat weet ik wel zeker, dat het je spijt, maar we zijn nog lang niet klaar.” De moed zonk haar in de schoenen. Haar billen stonden in vuur en vlam, ze kon gewoon niet meer. Toch sloeg hij door. Ze probeerde mee te tellen in haar hoofd om iets te hebben om zich af te leiden van de pijn, maar algauw raakte ze de tel kwijt. Eindelijk stopte het. Uitgeput hijgend en snikkend bleef ze over zijn knie liggen.
Even liet hij haar, daarna droeg hij haar op om terug in de hoek te gaan staan. Moeizaam kwam ze overeind en liep ze naar de hoek, terwijl ze vermeed om naar Tine te kijken. Ze legde haar handen op haar hoofd, terwijl ze de tranen die over haar wangen rolden in bedwang probeerde te houden.
Enkele minuten lang bleef het stil en was er niets te horen behalve Karens onregelmatige ademhaling, die steeds rustiger werd. Toen hoorde ze achter zich dat Simon een aantal dingen klaarlegde, maar ze durfde niet kijken. Het was duidelijk dat de straf nog niet voorbij was en ze zou zo dadelijk wel merken wat hij van plan was. Bang wachtte ze af, terwijl haar armen steeds zwaarder werden om haar handen op haar hoofd te houden. Ze voelde hoe Simon naar haar keek. En naar Tine. Twee meiden met vuurrode billen en de handen op het hoofd die elk in een hoek gezet waren. Hoe vernederend… En dat allemaal wegens wat een onschuldig grapje had moeten zijn. Hoe dom van haar dat ze niet aan die telefoon gedacht had!
“Kom allebei maar hier!” klonk het. Ongemakkelijk keek Karen naar Tine terwijl ze zich allebei omdraaiden. Tine lachte bemoedigend terug. Dat stelde haar ergens gerust.
Simon wees naar de rugleuning van de zetel. “Ga daar maar naast elkaar overheen liggen.” Even later wezen twee paar billen naar de lucht. Simon nam de cane vast en liet die even door de lucht zoeven, zodat er een rilling door beide meiden heen ging. “Die is voor straks,” zei hij dreigend.
Karen voelde een knoop in haar maag. Wat was hij nog allemaal van plan? Haar billen deden al zoveel pijn! Even later kwam het antwoord toen de tawse vol op haar billen landde. Verrast gilde ze het uit. Normaal kon ze de tawse best hebben, maar nu ze al bont en blauw was, zou dit nog een hele beproeving worden. Nogmaals suisde de tawse door de lucht om opnieuw op haar billen neer te komen, op exact dezelfde plek als daarnet. Karen kneep haar billen samen terwijl de tawse een derde keer door de lucht zoefde. Tine greep haar hand en gaf er een kort, bemoedigend kneepje in. Karen keek haar kort even dankbaar aan en hield haar hand vast. Nu was Tine aan de beurt. Om beurten werden ze geslagen, terwijl ze in elkaars hand knepen. Ook hun bovenbenen werden niet gespaard. Het brandde verschrikkelijk. De slagen bleven maar komen, maar het was niet te voorspellen wie er nu weer geslagen zou worden. Op een bepaald moment sloeg Simon Tine zeker tien keer na elkaar. Elke keer dacht Karen dat de volgende slag nu wel voor haar zou zijn en spande ze haar billen op, maar elke keer hoorde ze de klap op de billen van haar vriendin landen in plaats. Uiteindelijk kwam de tawse toch nog onverwachts op haar eigen billen neer, om meteen daarna weer op die van Tine te landen, die intussen wanhopig jammerend in Karens hand kneep. Die had echter niet veel tijd om medelijden te hebben, want daarna was zij aan de beurt. Slag na slag kwam op haar billen en bovenbenen neer en ook een paar keer net op de overgang tussen beide, daar waar alles het pijnlijkst aanvoelde. Ze trappelde met haar benen om de pijn te proberen te verdrijven, maar dat kwam haar op een mep op haar kuiten te staan. “Stilstaan,” zei Simon kort, voor hij verder sloeg. Na nog zeven klappen was Tine weer aan de beurt en kon Karen even kort op adem komen. Zo ging het maar door en door, het leek eindeloos te duren, tot ze allebei nog een laatste, harde klap midden op hun billen kregen en het even stil bleef. Geen van beiden durfden ze bewegen. Zou het eindelijk voorbij zijn?
“Kom hier,” hoorden ze Simon zeggen. Dat klonk niet alsof het al voorbij was. Moeizaam kwamen ze overeind. Karen zag hoe Tines handen naar achteren gingen en ze schudde waarschuwend haar hoofd, maar het was al te laat. “Niet wrijven,” riep Simon, terwijl hij met grote passen op haar afliep. Hij nam haar bij haar oor en duwde haar terug over de zetel, terwijl hij de tawse er opnieuw bijnam. Tien harde klappen kreeg ze, terwijl Karen zichzelf geen houding wist te geven. Ze wilde niet kijken, maar toch staarde ze als gehypnotiseerd naar de intussen bijna paarse billen van haar vriendin, terwijl ze ervan langskreeg. “Zul je nu niet meer wrijven?” vroeg Simon, zonder een spoortje van medelijden in zijn stem. “Nee, Simon,” antwoordde Tine zachtjes. “Goed zo, kom dan maar recht.” Tine kwam recht, maar durfde noch Simon, noch Karen aan te kijken.
“Ga elk aan een kant van de tafel staan en buig eroverheen. Neem elkaars handen vast in het midden van de tafel.” Vlug deden ze wat hij zei. Op die manier konden ze bijna niet anders dan elkaar aankijken en Karen probeerde een bemoedigende blik op te zetten. Die maakte echter plaats voor een blik vol angst toen ze zag wat Simon vasthad: de cane. Even later zoefde de cane door de lucht en Karen kromp in elkaar. Dat geluid alleen al maakte haar doodsbang.
“Jullie krijgen er nog elk zes met de cane en daarna hoop ik dat jullie nooit meer zo dom zullen zijn om water over me heen te gieten en al helemaal niet als er een telefoon in de buurt ligt!” Zijn stem klonk dreigend. “Ja, Simon,” slikte Karen bang, “ik ga het echt nooit meer doen.”
“Echt niet,” bevestigde Tine.
“Goed zo.”
Simon ging schuin achter Tine staan en tikte even met de cane op haar billen alvorens die met een grote zwiep te laten landen. Zo te zien sloeg hij goed door. Karen kneep haar ogen stijf dicht terwijl Simon om de tafel heen liep. Karens billen kregen dezelfde behandeling. De pijn benam haar de adem en de tranen schoten in haar ogen. Hoe moest ze dit in godsnaam zes slagen lang volhouden, vroeg ze zich wanhopig af terwijl Simon terug naar Tines kant van de tafel liep. Nog vier slagen later wist ze het antwoord: niet. Intussen lag ze ongeremd te huilen, vergetend dat ze zich groot had willen houden omdat Tine erbij was.
“Wat denken jullie? Hebben jullie je lesje geleerd?” vroeg Simon.
“Ja, Simon,” snikte Karen, “ik ga echt nooit meer met water gooien. Echt gewoon nooit meer!”
“Ik ook niet, echt niet,” vulde Tine aan.
“Goed zo, dan is dit voor allebei de laatste. De laatste is altijd het hardst, dus zet je schrap.” Even wachtte Simon nog, om de boodschap goed te laten doordringen, daarna sloeg hij voluit met de cane op Tines billen, die het uitgilde. Nu liep hij rond de tafel, naar Karen. “Ook voor jou de laatste, en de hardste.” Uit pure angst stopte ze even met huilen. Het leek maar een eeuwigheid te duren, maar uiteindelijk hoorde ze het bekende zoevende geluid en kwam de cane in een withete pijn neer op haar billen.
Beide meiden bleven nog even uitgeteld liggen huilen, terwijl Simon over hun ruggen wreef. “Het is al goed, het is voorbij,” sprak hij zacht.
“Ik ga echt nooit, nooit, nooit meer met water gooien en het spijt me zo van je telefoon,” huilde Karen.
“Ik weet het,” glimlachte hij. “Wat denken jullie, gaan we lekker buiten op de houten tuinstoelen zitten een ijsje eten?”
Door hun tranen heen begonnen Tine en Karen te lachen. “Een ijsje klinkt goed, maar ik blijf wel rechtstaan!” zei Karen, terwijl Tine heftig knikte.