Marjolein in lockdown

Marjolein zit nu echt al te lang opgesloten. De eerste paar weken van deze corona-ellende waren nog te overzien, zeker omdat ze zo verstandig was geweest om, net voor de grenzen dicht gingen, nog snel even naar Gent te rijden om Tuur te zien. Alleen, na enkele dagen beginnen de eerste kriebels alweer, kriebels die steeds sterker worden en inmiddels gegroeid zijn tot een zeer hardnekkige jeuk. In week vijf van de lockdown wilde ze Tuur graag zien, nu is het echt een moeten geworden. Ze is ongedurig en drijft haar huisgenoten soms tot wanhoop. “Jezus, meid, jij moet echt zorgen dat je een beurt krijgt zeg! Wanneer zie je dat Belgische vriendje van je weer? Hopelijk snel, misschien ben je dan wat beter te genieten,” sneerde Loes vanochtend naar haar, nadat Marjolein haar had afgesnauwd omdat ze de eieren iets te lang gekookt had. Het was genoeg geweest om een definitief besluit te nemen: ze moest naar Gent toe.

“Ik houd het niet meer uit! Ik spring in de auto en kom naar je toe,” appt ze naar Tuur. Direct springen er twee vinkjes op blauw. Haar hartslag versnelt terwijl hij zijn antwoord typt, daarna volgt een golf van teleurstelling. “Nee, meisje, het land zit nog op slot. Niet-essentiële verplaatsingen zijn niet toegestaan. Over een paar weken zullen de maatregelen wel minder worden, dan kun je direct langskomen. Houd vol!” Boos kijkt ze naar het scherm. Dit is essentieel! Ze wordt helemaal gek hier binnen, met eindeloze dagen die op elkaar lijken waarop een tripje naar de supermarkt het enige lichtpuntje is. “Tuur, ik moet NU!” tikt ze boos. “Je hebt altijd je badborstel nog”, gevolgd door een knipoog, is zijn antwoord. Woedend gooit ze haar telefoon op het bed. Hij snapt er ook weer niks van! Ze zucht en staart uit het raam. Ze staart naar de borstel die dreigend boven de deur hangt. Het is niet dat ze het niet geprobeerd heeft. Vorige week voelde ze zich bijna net zo wanhopig. Ze had de borstel van de haak gepakt, haar jurkje omhoog geschoven en was op haar zij op het bed gaan liggen. Eindeloos maakte ze rondjes met het koude hout op haar bijna blote billen, tot ze uiteindelijk halfslachtig de eerste klap durfde te geven. Daarna sloeg ze nog eens, en nog eens, steeds iets harder. Ze voelde het, de bekende pijn, maar het was niet hetzelfde. Dit was niet wat ze nodig had. Teleurgesteld was ze opgestaan en had ze de borstel terug aan het haakje gehangen.

Ze pakt haar telefoon van het bed en de autosleutels van het bureau. Ze gaat gewoon, en als ze eenmaal daar is, kan Tuur moeilijk nog wat anders dan haar straffen voor haar onbetamelijke gedrag tijdens de lockdown. Ze rolt al onbewust met haar ogen als ze indenkt hoe Tuur haar toespreekt. Vol enthousiasme vliegt ze door de deur en stormt ze met twee treden tegelijk de trap af. “Ik ben naar België,” roept ze nog naar welke huisgenoot het ook wil horen, voordat ze de deur achter zich dichtsmijt. Normaal gesproken gaat ze vanuit Delft direct de A4 op, om die vervolgens helemaal af te rijden tot ze vlak voor Antwerpen de grens over gaat. Dat is nu geen optie. Met alle grenscontroles zal ze zeker aangehouden worden. Ze kan moeilijk vertellen wat ze echt gaat doen en papieren om een ander smoesverhaal te ondersteunen heeft ze ook niet. Gelukkig kent ze de omgeving van Zeeuws-Vlaanderen goed. Ze heeft er zelf 17 jaar doorgebracht en haar ouders, naar wie ze, voor alle maatregelen, om het weekend terugging, wonen er nog. Bijna elk binnenweggetje heeft ze wel eens met de fiets of de auto bereden.

Terwijl ze door de Westerscheldetunnel rijdt, kan ze aan weinig anders meer denken dan aan Tuur. Zijn strenge blik waarmee hij haar heel klein kan laten voelen. Zijn woorden, waarmee hij haar altijd weer diep weet te raken en waarbij de kleinste stembuigingen de diepste gevoelens naar boven weten te brengen: spijt, teleurstelling, geliefd worden. Zijn harde hand, jezus, wat kan hij hard slaan. Zo groot en sterk is hij niet, hij zal nauwelijks een paar centimeter groter zijn dan ze zelf is en een groot atleet kun je hem niet noemen, maar daar merk je niks van als je daar eenmaal ligt. Het zonlicht aan het einde van de tunnel schudt haar uit de dagdroom. Vanaf nu is het goed opletten om de juiste afslagen te nemen. Terwijl ze naar het zuiden afzakt worden de wegen steeds kleiner, tot ze de Kloosterweg op draait, om net voor Kruisstraat de grens over te gaan. Plots ziet ze de betonblokken op de weg. “Shit, afgesloten!” roept ze, tegen niemand in het bijzonder. Behendig keert ze de auto op de smalle weg. Gelukkig kent ze nog wat alternatieven.

Even later blijkt ook de Beukendreef onbegaanbaar gemaakt te zijn. “Pff, dan maar een grotere weg proberen,” verzucht Marjolein. Ze rijdt door naar het dorp Koewacht en tot haar geluk blijkt de weg daar nog niet afgesloten te zijn. Een aantal auto’s rijdt op de weg langs de controlepost zonder dat ze staande gehouden worden. Dit is een uitgelezen kans om de grens te passeren! Ze geeft wat extra gas en haalt opgelucht adem wanneer ze eindelijk de bordjes ‘België’ passeert. Dan ziet ze ineens zwaailichten knipperen in de spiegels. Wat nu? Misschien is het niet voor haar. Met een blik strak op een punt aan de horizon gericht rijdt ze door, maar in haar ooghoeken ziet ze een politiewagen snel naderen. Wanneer deze vlakbij is, gaat het bordje ‘Stop, Politie’ aan. Even rijdt ze nog in blinde paniek door, tot ze zich genoeg weet te herpakken om de beslissing te kunnen maken de auto in de berm te parkeren.

In de spiegels ziet ze een man in uniform uitstappen. Hij gooit zijn portier dicht en loopt met gestage pas op haar auto af. Haar hart bonkt in haar keel. Ze beseft dat ze nog steeds haar stuur op tien voor twee vasthoudt. Toch lukt het niet om de controle over haar spieren terug te vinden en ze blijft roerloos zitten, totdat ze opschrikt van een knokkel die hard tegen het glas naast haar tikt. “Goedemiddag, mevrouw, de papieren alstublieft,” klinkt het op vriendelijke doch gebiedende wijze. Weer terug in het hier en nu rommelt ze door de boekjes en de snoeppapiertjes in het dashboardkastje tot ze het pasje met de autopapieren vindt en uit de rommel in haar handtas haalt ze haar paspoort tevoorschijn. Wanneer ze de papieren heeft, durft ze eindelijk het raampje naar beneden te draaien. “Alstublieft, meneer agent,” zegt ze op een zo lief mogelijke toon. Zwijgend neemt hij de documenten uit haar uitgestoken hand en begint deze te bestuderen. “Zoals u kunt zien, hebben we hier een controlepost voor grensbewegingen in coronatijd opgericht. Uw nummerbord kwam mij niet bekend voor en daarom heb ik u zojuist staande gehouden. Mag ik u vragen wat het doel van uw reis is?” Marjolein aarzelt even. “Ik, eum, ben op weg naar mijn vriend in Gent,” stamelt ze. De agent kijkt ineens wat strenger. “Mevrouw, dat is geen essentiële verplaatsing. Ik zal een bekeuring moeten uitschrijven en u zult rechtsomkeert moeten maken.”

“Hij heeft mijn medicijnen!” roept ze uit. He, waar komt dat nu ineens vandaan? Nu er geen weg meer terug is, bazelt ze snel door. “Ik heb voor de lockdown medicijnen laten liggen en die moet ik ophalen, want ik heb geen nieuw recept van de dokter. Ik zal op ruime afstand blijven, hoor!” De agent kijkt argwanend. “Ik zou graag dit verhaal even bevestigen bij uw vriend. Mag ik het telefoonnummer?” Een vraag die niet echt een vraag is. Gevangen in haar leugen pakt ze hulpeloos haar telefoon om het nummer op te zoeken en met een trilling in haar stem leest ze de nummers voor, waarna de agent deze in zijn diensttelefoon intikt. Ze hoort vijf keer overgaan en even hoopt ze dat Tuur niet opneemt. Dan hoort ze vaag zijn stem aan de andere kant van de lijn. Even overweegt ze om snel te appen dat hij voor haar moet liegen, maar de agent kijkt haar nog steeds strak aan en ze durft niet. “Goedemiddag, met agent Van Tongeren. Ik sta hier bij de grensovergang Koewacht met een mevrouw Marjolein Hamelink. Zegt die naam u iets?” Het antwoord van Tuur is onverstaanbaar. “Deze mevrouw beweert dat zij medicijnen bij u heeft laten liggen en daarom een essentiële verplaatsing maakt, kunt u dat bevestigen?” vervolgt de agent. Marjolein houdt haar adem in. Zou Tuur de situatie in de gaten hebben en haar leugentje bevestigen? De strenge blik die de agent haar toewerpt zegt wat anders. Het liefst zakt ze door de bodemplaat van de auto, maar ze kan geen kant op.

“Dus geen medicijnen en ook geen essentiële verplaatsing. A ja, afgeraden om te komen, duidelijk meneer. Weet u soms waarom ze toch gekomen is?” Weer kan ze niet verstaan wat Tuur zegt, maar de agent loopt een beetje rood aan en draait zich weg van het raam. Het gesprek gaat verder, maar nadat de agent nog wat verder loopt, kan ze helemaal niet meer volgen wat er gezegd wordt. In doodse stilte wacht ze tot de agent het gesprek met Tuur afrondt. Dan loopt hij naar haar auto en maakt duidelijk dat ze hem moet volgen tot de wachtkazerne aan het eind van de straat. Daar aangekomen loopt ze achter hem aan naar zijn bureau. Zo te zien is hij de enige in deze kleine kazerne. “Neemt u plaats” zegt hij op niet mis te verstane toon. Zelf blijft hij staan en ze voelt zich klein als ze hem probeert aan te kijken. “Normaal gesproken zou ik nu een proces verbaal uitschrijven en u terugsturen naar Nederland. Daarna zal de rechter moeten beslissen of uw pogingen mij te misleiden ook een misdrijf inhouden. Ik kreeg van uw vriend echter te horen, dat er betere methoden zijn om u te laten leren de huidige maatregelen serieus te nemen. Hij stelde voor dat hij hierheen zou komen om u te straffen.” Marjoleins hart maakt een sprongetje. Hoewel dat is waar ze naar op zoek is, kan ze haar billen al bijna voelen wanneer ze indenkt hoe kwaad hij zal zijn en hoe hij zal reageren. De agent heeft echter andere plannen. “Dat zou echter betekenen dat er nog een extra verplaatsing zal plaatsvinden. Dat kan ik natuurlijk niet toestaan. Daarom zijn we tot een andere oplossing kan komen. Wanneer u akkoord gaat, krijgt u zo dadelijk van mij een pak slaag dat u niet snel zult vergeten. Bent u akkoord?” In paniek probeert ze de gedachten bij elkaar te houden. Natuurlijk heeft ze hier wel eens over gefantaseerd, maar dan moet het nog geen werkelijkheid worden! Aan de andere kant, met de dreiging van een strafblad, welke keus heeft ze dan? Haar mond is inmiddels helemaal droog, maar met schorre stem weet ze antwoord te geven: “Ik ga akkoord.”

“Mevrouw Hamelink, vanaf nu zal ik de beleefdheidsvormen laten vieren, zodat de onderlinge verhoudingen duidelijk zijn. Marjolein, ik wil dat je in de hoek gaat staan, met je neus tegen de muur en je handen op je rug.” Gehoorzaam, maar met vuurrode wangen, volgt ze de instructies op. Dit voelt echt zoveel erger dan bij Tuur in de hoek wachten op haar straf, en dat is al erg. Achter zich hoort ze vreemde geluiden. Het schrapen van een metalen stoel over de linoleumvloer, maar ook onbestemde geluiden van spullen die versleept worden. “Draai je om,” bast de agent na enkele minuten. Wanneer ze zich omdraait, ziet ze een stoeltje zonder leuningen in het midden van de kamer. Daarvoor staat een grote driepoot, met daarin een mobiele telefoon, gericht op de stoel. Dan valt haar blik op het scherm. Tuur staart haar aan, een blik vol teleurstelling. “Zo meisje, nu is het niet meer zo leuk he,” zegt hij streng. “Je hoeft op mij niet boos te worden, je hebt dit zelf veroorzaakt. In feite mag je me dankbaar zijn, zonder mijn ingrijpen zou je een strafblad gehad hebben.” “Je had ook gewoon even met mijn smoesje mee kunnen gaan, dan had ik geen strafblad gehad én had ik hier niet hoeven zijn,” bijt ze hem toe. Tuur lijkt niet direct onder de indruk. “Of de politie zou dat direct in de gaten hebben, waarna we allebei een strafblad zouden hebben gehad. Ik heb niet het idee dat het doordringt bij je. Volgens mij leer je veel meer van de straf die je te wachten staat.” “Ja, want van jou leer ik uiteindelijk duidelijk niks,” antwoordt Marjolein, net te zacht om gehoord te worden. Precies wanneer Tuur vraagt of ze haar woorden eens herhaalt, komt de agent tussenbeide.

“Deze discussie kunnen jullie straks voortzetten. Via de telefoon of skype, wel te verstaan, want jij gaat straks terug naar Nederland. Ik zal je naam doorgeven aan de andere grensposten en je kunt zeker zijn, de volgende keer dat je probeert de grens over de sluipen, zul je zeker een strafblad krijgen. Is dat duidelijk?” “Ja,” zegt ze zachtjes, onder de indruk van het dreigement. “Ja, meneer agent,” zegt hij op vlakke toon. Met tegenzin herhaalt ze zijn woorden. Tuur doet dit ook altijd, zo gemeen!

De agent neemt plaats op de stoel en kijkt naar Marjolein. “Jurk uit,” commandeert hij. “Moet dat echt?” vraagt ze, terwijl ze hem smekend aankijkt. “Anders valt dat ding steeds naar beneden. Kom, uit!” Uiterst langzaam, met haar blik op een onzichtbaar punt dichtbij op de grond gericht, trekt ze de jurk over haar hoofd. Ze legt het jurkje op de tafel en kijkt opnieuw naar de agent. “Dat ook,” zegt hij en hij wijst naar haar ondergoed. “Maar dat is niet nodig, ik ben praktisch bloot,” protesteert ze. “Dame, ik ben dat gezeur aardig beu aan het worden. Volgens mij ben ik duidelijk!” Even kijkt ze naar de camera, maar Tuur lijkt absoluut niet van plan tussenbeide te komen. Met enorme tegenzin trekt ze haar ondergoed uit. Met alleen nog haar laarsjes en haar BH staat ze nu voor de agent. Zich bewust van haar naaktheid, probeert ze haar edele delen met haar handen uit het zicht te houden. Deze keer gebruikt de agent geen bevelen om haar te laten doen wat hij wil, hij klopt alleen veelbetekenend op zijn bovenbeen. Door haar ervaring neemt ze gracieus plaats over zijn schoot. “Lig je goed?” wordt haar nog gevraagd. Ze kan alleen maar knikken. Gelukkig neemt hij daar genoegen mee. Tuur had dat vast niet gedaan.

Dan begint het pak slaag en het valt … mee? Natuurlijk, ze voelt het wel, maar ze had gedacht dat een goedgebouwde agent harder zou slaan. Af en toe is er wel een klap goed raak en veert ze met haar tenen van de grond, de rest van de tijd is het een prima warming-up, maar geen echte straf. “Als ik mag interrumperen, meneer agent,” hoort ze naast zich. Ze draait zich woedend om naar de camera. In haar ooghoek ziet ze de agent met zijn hand wapperen en er op blazen. “U mag best nog wat harder slaan, ze kan wat hebben. Probeer uit de pols te slaan en uw hand wat vlakker te houden. Dan zal ze het meer voelen dan u, nu lijkt het nog wat omgekeerd.” “Tuur, eikel, wat … AU!” De agent is weer begonnen met slaan en heeft zijn techniek duidelijk verbeterd. In no time ligt ze te wiebelen op zijn schoot en moet ze alle zeilen bijzetten om te blijven liggen. Onder steeds luider gekreun gaat de agent niet-aflatend door tot ze enkele minuten later het gevoel heeft dat haar achterste in lichterlaaie staat.

Dan houdt het slaan plots op, maar voor de opluchting echt doorzet, neemt de agent het heft al in handen. “Zo, voldoende opgewarmd, denk ik. Nu de echte straf. Kom maar overeind en neem plaats bij die muur, recht voor de camera. Plaats dan je handen tegen de muur en buig voorover.” Protesteren heeft geen zin, dat is duidelijk. Ze kan hoogstens haar waardigheid behouden door zwijgend de instructies op te volgen. “Stukje naar achteren, iets verder nog” zijn de volgende instructies en langzaam buigt ze steeds dieper en duwt ze naar billen steeds meer naar de camera toe. Gek genoeg is dit beschamender dan in positie gaan staan als ze bij Tuur is. Dan, het onmiskenbare geluid van een riem die uit de lossen getrokken wordt. Een rilling gaat door haar lichaam. Gek, dat alleen horen soms erger is dan ook zien. “Houd deze positie vast, Marjolein.” Ze wacht af, de riem suist en dan schreeuwt ze het uit. “Shit, shit!” roept ze terwijl ze overeind springt en zich omdraait. De agent kijkt haar geschrokken aan. “Je moet op mijn billen slaan, niet op mijn heupen! Au, dit wordt helemaal blauw zo!”

“Marjolein, terug in positie,” klinkt het vanuit de telefoon. “Maar hij mishandelt me!” jammert Marjolein terug. “Een beginnersfout. Ik zal ervoor zorgen dat het niet meer gebeurt. Handen tegen de muur en voorover buigen, anders zorg ik ook dat er extra klappen volgen. Nu!” Met tegenzin neemt Marjolein haar positie weer in. Achter haar hoort ze de klinische uitleg van Tuur die de techniek van de agent bijstuurt. Dan voelt ze het koude leer weer op haar huid rusten. Deze keer is de klap beter, maar niet zo hard. Dat verandert gauw wanneer het vertrouwen van de agent toeneemt. Met elke klap buigt ze haar rechterheup verder naar voren om aan de striemen te ontsnappen. “Terug in positie, Marjolein, je weet dat dit niet mag.” Ze vervloekt Tuur, ze gaat hem deze vernederende straf zeker nog betaald zetten. Toch doet ze wat hij zegt, zoals altijd eigenlijk. De riem komt steeds weer neer, haar huid wordt steeds gevoeliger en na enkele minuten is ze dicht bij tranen. Ze had misschien beter moeten weten, maar Tuur moet ook weten hoeveel ze zijn aandacht gemist heeft. “Zo Marjolein, overeind en omdraaien,” zegt de agent. Deze keer vergeet ze zich met haar handen te bedekken. “Ga jij nog tijdens de lockdown naar België?” “Nee, meneer agent,” zegt ze, beschaamd, maar ook wel opgelucht dat het voorbij is. “Goed, dan zijn we hier klaar. Trek je kleren maar weer aan, dan kun je terug naar huis. Tuur, bedankt voor de ondersteuning.” Net voor de agent de verbinding wegklikt, werpt ze nog eenmaal een blik naar hem toe. Een blik die duidelijk maakt dat ze met hem nog niet klaar is.

Niet veel later zit ze weer in de auto op weg naar huis. Het brandende gevoel is precies waar ze op gehoopt had. Ze zou ervan kunnen genieten, als ze haar gedachten van wraakplannen voor Tuur af zou kunnen halen. Wat een eikel, dat hij haar door een wildvreemde heeft laten slaan! Dan krullen haar mondhoeken naar boven. Ja, dat gaat ze doen! Zodra deze lockdown voorbij is, zal Tuur een keer degene zijn die spijt heeft!

De Novice

Langzaam schuifel ik door de gang aan de achterkant van het klooster. Het is hier slecht verlicht en altijd een beetje koud, door de wind die door de kieren waait van de grote stukken graniet waaruit de oudste lagen van dit gebouw zijn opgebouwd. In het flauwe licht van de kaars kan ik nog twee andere novices zien. In de gang weerklinkt het gezang met een vreemde, holle echo. Van zonsopgang tot zonsondergang klinkt gezang, van de nonnen, van de broeders in de aangrenzende abdij of van de novices. Uren per dag zing ik, langzaam en monotoon, ter meerdere eer en glorie van onze Heer. Het gezang, de vibraties, moeten ervoor zorgen dat we voelen dat God bij ons is. Dat hij er altijd is, diep in ons. Hoe veel ik ook zing, ik voel me alleen. De nabijheid van onze Heer voel ik niet.

Even stopt het gezang en ik blijf staan. Ik staar naar beneden en onder mijn lange, donkerbruine, vormeloze gewaad zie dat ik precies op een vierkante, grijze tegel sta, net groot genoeg voor beide voeten. Ik kijk op. Ook mijn voorgangster staat op een kleine tegel. Even voel ik bewondering voor dit archaïsche instituut. Het moet alleen al jaren hebben gekost om dit ritueel zo uit te werken dat alle deelnemers, na een wandeling door drie gangen, precies bij het einde van de zangcyclus op de tegels uitkomen. Het zingen start weer en ik draai, gelijktijdig met alle andere novices, een kwartslag naar rechts.

Ik doe weer enkele kleine stappen naar voren. Mijn blote voeten voelen weer de kou van de grijze plavuizen. Een zware, houten deur scheidt de gang van een van de alkoven in het hart van het klooster. Ik duw tegen de deur. Die klemt wat, maar schuift uiteindelijk wel open. In hetzelfde ritme als tijdens de tocht door de gang loop ik door de deur, waarna ik deze sluit. De ruimte is niet groot, ongeveer drie bij twee. De stenen zijn net zo grijs als in de gang, maar wel wat kleiner. Ze sluiten net zo slecht aan, zodat in de alkoof ook permanent een zachte tocht te voelen is. Achterin de ruimte staan links en rechts twee spiegels, manshoog en een kleine meter breed. Ik blijf in het midden van de kamer, zodat ik niet naar mezelf hoef te kijken wanneer ik het ruwe touw dat mijn gewaad bij elkaar houdt van mijn middel knoop. Nadat het gewaad opengevallen is, laat ik het van mijn schouders glijden. Met een soepele beweging vang ik het kledingstuk in mijn rechterhand en hang het aan de roestige haak links naast de deur. Er blaast wat extra lucht door een van de kieren. Op mijn arm zie ik direct kippenvel ontstaan. Niet alleen op mijn arm trouwens, want onder het gewaad had ik niets aan. Dat was een van de instructies voorafgaand aan het ritueel. Instructies die ik tot op de letter volg.

In het midden van de ruimte staan aan beide zijden lage houten bankjes. Ze zijn van donker hout en met eenvoudige ornamenten versierd. Per de instructies loop ik naar de rechter bank. Ik zie mezelf voor het eerst in de spiegel. Een ander zal een lange, slanke vrouw zien. Een lang gezicht, met hoekige trekken. Zwart, sluik haar dat tot op de schouders loopt. Geen make-up, dat is hier niet toegestaan. Sleutelbenen die wat uitsteken en daaronder twee kleine borsten. Een smalle taille, een buik met een litteken. Een blindedarmontsteking, toen ik zeven was. Verder naar beneden een wolk zwart schaamhaar, lange benen en knokige knieën. Ze zullen niets geks zien, misschien zien ze zelfs een aantrekkelijke vrouw. Voor die gedachte is hier geen plaats. Dit is een plek van eerbied, van soberheid ook, van discipline. Van zonde, van straf en vergeving.

Langzaam kniel ik op de houten bank. Het hout is onvergevend en ik weet direct dat ik dit ga voelen. Het zal even duren voor dit ritueel voorbij is. Ik buig mijn bovenlichaam iets naar voren en vouw mijn handen in elkaar. Dan begin ik te bidden. Ik sluit mijn ogen en probeer me af te sluiten van de geluiden die door de kieren de alkoof binnen komen. Het lukt niet. Misschien is het omdat ik weet wat gaat komen. Steeds v
ang ik wat herkenbare geluiden op: zwiepend leer, kreten van pijn en gepreek, dat wordt vervormd door de stenen en waarvan alleen de strenge toon nog herkenbaar is. Ik probeer mijn concentratie terug te krijgen, maar dat lukt maar slecht . Hoe langer het duurt, hoe meer mijn gedachten zijn bij wat gaat komen. Het onvermijdelijke hoogtepunt van dit ritueel.

Het duurt lang, heel lang. Ik weet dat hij het erom doet. Er zal ongetwijfeld een obscure tabel zijn waarin is vastgelegd wie het ritueel uitvoert en in welke volgorde dat gaat. Als je die logica volgt zal het vast volkomen verklaarbaar zijn dat het altijd de abt van het klooster is die bij mij de deur opent. Dat ik eerst de bestraffing van de andere novices hoor, zodat de gedachten in mijn hoofd gaan rondspoken. Als ik het op de man af zou vragen, weer ik zeker dat er een dergelijk antwoord uit zal komen. Maar ik geloof er niet meer in. De abt weet precies wat hij doet, en hij weer dat ik anders ben. Anders reageer. Daarom heeft hij mij gekozen en daarom zit ik hier nog altijd, geknield op de bank.

Dan zie ik in de spiegel de deur opengaan. Zwijgend komt de abt binnen. In de spiegel zie ik zijn ogen over mijn rug naar beneden gaan, tot ze op mijn achterwerk blijven rusten. Zijn ogen lijken te branden en ik betwijfel of hij gedachten heeft die passen bij een geestelijke. Toch durf ik hem niet aan de kaak te stellen, zeker niet nu. In zijn linkerhand draagt hij een grote kralenketting. Het is een rozenkrans. Niet de verkorte versie die je vaak ziet in bedevaartsoorden, maar de ouderwetse met 150 kleine, versierde kralen en na elke 10 een grote edelsteen. In zijn rechterhand draagt hij een voorwerp met een stevig eikenhouten handvat en 4 lange, leren strengen. Hij loopt naar me toe en stelt zich links achter me op. Hij tilt zijn linkerhand op en neemt een kraal tussen duim en wijsvinger. “Ben je klaar?” bast hij met een zware stem. Ik knik en wanneer er niks gebeurt, zeg ik met schorre stem dat ik klaar ben. De haren in mijn nek staan recht overeind. Hij tilt zijn rechterhand op en haalt uit naar mijn uitgestoken bilpartij.

Het is niet de voor het eerst dat ik dit ritueel onderga. Toch komt de eerste klap altijd als een verrassing. Hoewel je de vorige keer nog prima voor de geest kunt halen, lijkt je lichaam altijd verrast, nee geschokt, als het ineens geteisterd wordt. “Wees gegroet, Maria” bid ik, terwijl ik mijn gedachten probeer weg te houden bij de vier tintelende strepen die over mijn billen lopen. Ik bid snel, dat wordt van mij verwacht. Zodra het gebed klaar is, haalt de abt weer uit. Mijn lichaam reageert weer: het schokt naar voren door de impact, registreert de pijn en geeft dan aan dat deze langzaam wegtrekt, waardoor er een tintelend gevoeld overblijft, iets minder licht dan hiervoor. Bidden, klap, pijn, bidden, klap, pijn, herhaalt het zich tot aan de tien. Zodra ik het gebed uit heb, sluit ik instinctief mijn ogen. De abt haalt weer uit, maar nu ongeveer 15 centimeter lager, dwars over mijn beide bovenbenen. Ik knijp mijn ogen nog harder dicht om over de brandende golf van pijn te komen. Als het ergste gevoel wegebt, open ik mijn ogen en ga ik gauw verder met bidden.

Het gevoel tijdens elk gebed kan inmiddels niet meer als tintelend beschreven worden. Een uitslaande brand is een betere omschrijving. De hoekjes van de leren tongen zijn gemeen, vooral als ze elkaar overlappen en zo extra gewicht aan een slag meegeven. Dan, bij de 27e klap, ga ik de mist in. Per ongeluk sla ik een regel van het gebed over. De abt is altijd even opmerkzaam en minstens zo onbuigzaam. “Je vergat een regel, terug naar de 20.” In de spiegel zie ik hem behendig de kralenketting in omgekeerde richting door zijn hand laten glijden tot hij de vorige edelsteen weer vast heeft. Ik vervloek mijn onvoorzichtigheid. Natuurlijk, er gaat geen ritueel voorbij zonder “extra’s”, toch probeer ik deze uiteraard te voorkomen. Domme fouten maken gaat daar niet bij helpen.

Er zijn geen individuele lijnen meer te ontdekken op mijn achterste. Alles is inmiddels verworden tot een groot, ongetwijfeld zeer rood slagveld. Toch zijn het de lijnen over mijn benen, nog wel individueel voelbaar en waarschijnlijk zichtbaar, die het meest pijn doen. Hoewel 75 geen bijzondere betekenis heeft in de rozenkrans, grijpt de abt dit moment toch aan voor een evaluatie. “Halverwege, tenminste, als je je netjes aan de regels van het ritueel houdt.” Het lijkt een bemoedigende uitspraak, maar zijn brandende ogen zeggen wat anders, namelijk dat de kans nul is dat het bij 75 blijft. Dan knijpt hij in mijn billen, eerst links en dan rechts. “Goed rood en gezwollen. Er moet een flinke blauwe plek onder de huid zitten. Die zul je nog wel enkele dagen voelen.” Hij gaat mijn zijn nagel langs de opgezette strepen op mijn benen. Ik bijt op mijn tong om geen kik te geven. “Een goede kastijding. God zal tevreden zijn. Nou ja, als het ritueel voltooid is.”

De abt vervolgt zijn bestraffing. Het lukt me niet langer om bij elke klap stil te blijven. De eerste keer dat een kreet aan mijn lippen ontsnapt, zie ik in de spiegel een flauwe glimlach op zijn lippen verschijnen. Het lijkt wel alsof de klappen erna nog harder zijn. Dan, bij klap 110, weet hij mijn verdedigingslinie te doorbreken. In plaats van de gebruikelijke klappen op mijn dijen, doet hij een snelle stap naar links en laat hij het leer onderaan mijn linkerbil landen, zodat de uiteinden van het strafinstrument naar binnen buigen en zich gemeen tegen mijn schaamlippen omslaan. Ik schreeuw het uit en … ik vloek. Even kijkt hij verrast. Dan flitst er kort een sadistische uitdrukking over zijn gezicht, voor hij snel weer op zijn gemaakt vrome toon overgaat. “‘Gij zult niet vloeken’, dat zijn 10 extra klappen. Benen uit elkaar en zet je schrap” ik weet wat dat betekent. Tien keer snel na elkaar laat hij de riemen neerkomen onderaan mijn linkerbil. Even zo vaak vouwen de hoekjes van het instrument zich tegen mijn geslacht. Wanneer ik de opdracht krijg mijn benen weer te sluiten branden de tranen in mijn ogen.

Zo gaat hij door met slaan. Elke klap voelt pijnlijker aan mijn beurse billen. De kreten kan ik inmiddels niet meer onderdrukken en het kost me steeds meer tijd om aan het weesgegroetje te beginnen, tijd die me gelukkig gegund is. Wat nog wel lukt, met al mijn wilskracht, is in positie blijven. Mijn achterwerk uitgestoken als doelwit en mijn handen vroom in elkaar gevouwen. Tot de laatste klap, wanneer mijn handen naar achter vliegen en beginnen te wrijven. Met een duivelse glans in zijn ogen zie ik de abt de kralen door zijn vingers halen. “Je bent uit positie, zonder toestemming. Zulk gebrek aan discipline kan ik niet toestaan. De laatste 10 klappen gaan opnieuw.” “Nee!” Schreeuw ik uit en opnieuw kijkt de abt even verrast door hij het heft weer in handen neemt. “20 extra dan” en hij draait aan de kralen. “20? We waren klaar!” Roep ik verontwaardigd. De abt schudt meewarig zijn hoofd en pakt er weer tien kralen bij, kijkt even naar de boze blik in de spiegel en besluit er nog twintig bij te pakken. Ik geef de strijd op en zuchtend vouw ik mijn handen in elkaar.

“Je hoeft niet te bidden” zegt de abt kort. Ook die code kan ik ontcijferen. Het tempo zal omhoog gaan. En zo is het ook precies. Met afgemeten klappen, nauwelijks met meer dan een seconde rust, begint hij uit te halen, het duurt niet lang of de tranen stromen over mijn wangen. Keer op keer word ik door de impact naar voren geduwd en als ik terugwip, komt de volgende klap al aan. Alles voelt gloeiend, brandend. Alles, want de wereld lijkt niet uit meer te bestaan dan mijn gestraft billen. Langzaam groeit er ook een ander gevoel. Alsof er iets diep in mij loslaat. Ik stop met het proberen de klappen op te vangen, er tegen te vechten, en laat ze over me heenkomen. Een vreemd soort extase komt over me heen. Ik voel de pijn, die heviger is dan ooit, en tegelijkertijd voel ik niets. Ja, het dreunen van de leren riemen, maar geen pijn. Het duurt dan ook even voor ik door heb dat er geen nieuwe klappen meer komen. Langzaam open ik mijn ogen. In de spiegel zie ik de abt. Het lijkt bijna alsof er een blik van begrip te zien is. Dan draait hij zich om en vertrekt zonder een woord te zeggen.

Ik blijf alleen achter in de alkoof. Langzaam kom ik tot mijn zinnen. Ik wrijf over mijn achterwerk. Het voelt pijnlijk aan, maar tegelijkertijd is het ook een prettig gevoel. Bij mijn dijen is dat minder zo. Ik draai me om en bewonder de sporen in de spiegel. Het midden is een grote rode oase geworden. Aan de rechterkant zijn verschillende lijnen te zien, de uiterste grenzen die de leren tongen hebben verkend. Op mij benen staan verhoogde lijnen. De komende dagen zullen mijn benen en billen van kleur verschieten: blauw, geel en vreemde varianten ertussen. Voorzichtig ga ik nog een keer langs de contouren. Dan draai ik me om, trek het gewaad weer aan en verlaat de ruimte. Met afgemeten passen stap ik richting de slaapvertrekken. Daar aangekomen trek ik het kledingstuk weer uit en ga op mijn zij in bed liggen. Een rozige wolk heeft zich vastgezet in mijn gedachten, een gevoel dat sterker wordt als ik terugdenk aan het ritueel, aan de slagen en de pijn en de ogen van de abt. Of ik God ooit zal vinden, betwijfel ik nog steeds, maar ik denk dat ik mijn plaats gevonden heb.

Billenkoek doorheen de geschiedenis

Huiselijke discipline is de generieke naam die gehanteerd wordt voor het bestraffen van een vrouw. Deze straf bestaat in de regel uit een flink pak op haar blote bips, maar er bestaan ook andere technieken dan een pak slaag om haar op haar plaats te zetten.

Waar ligt de oorsprong van huiselijke discipline? Hoe is deze geweldige levensstijl eigenlijk ontstaan? Waarom realiseren zo veel vrouwen zich gevoelsmatig dat ze strakke grenzen nodig hebben en daarnaast een man die hen op een flink pak op hun blote billen trakteert als ze de fout in gaan? Waarom zijn zo veel mannen instinctief in staat om een leidende rol in hun relatie te nemen? Waarom zijn zo veel mannen instinctief in staat om te bepalen hoe, waar, wanneer en waarom ze hun vrouw moeten sturen ook al hebben ze de HD site of een andere website over huiselijke discipline nog nooit gelezen?

Er is weinig informatie beschikbaar over het pak op de bips voor de vrouw in de geschiedenis. Slechts een enkel stuk verwijst ernaar. Deze verwijzingen geven aan dat er sprake is van een wijdverbreid gebruik, maar een meer gedetailleerde beschrijvingen hoe het er in gezinnen aan toe ging, ontbreken.  

Eén van de bronnen van historische informatie over huiselijke discipline is afkomstig van onze wetenschap van religieuze feesten in diverse culturen en gebieden. De oude Romeinen bijvoorbeeld, kenden een feest dat Lupercalia heette. Eén van de onderdelen van Lupercalia was dat ongelovige priesters langs een vastgestelde route moesten rennen. Meisjes en jonge vrouwen hadden zich langs deze route opgesteld. Ze werden geslagen met lange stroken dierenhuid die de priesters met zich meedroegen terwijl ze langs de weg renden. Met dit gebruik moest de vruchtbaarheid van de geslagen meisjes en vrouwen verzekerd worden. Zij verlangden er op hun beurt natuurlijk hevig naar geslagen te worden. De leren stroken die gebruikt werden om de vrouwen te slaan waren bekend onder de naam “februa”. De maand februari dankt zijn naam hieraan. In het jaar 496 heeft Paus Gelasius het Lupercalia feest vervangen door Valentijnsdag . Als je dus op Valentijnsdag je lief een flink pak op haar blote bips geeft, dan is dit niet alleen goed voor haar als vrouw, maar is het historisch ook nog zeer verantwoord.

Maimonides, een twaalfde-eeuwse Joodse Rabbijn en filosoof wiens werk sterk beïnvloed werd door invloeden uit de niet Joodse wereld, schreef dat vrouwen die een rommeltje van hun huishouding maakten,een flink pak slaag moesten hebben.

In de 16de eeuw adviseerde een Russische priester die luisterde naar de naam Sylvester mannen om hun vrouw liefdevol te tuchtigen en ervoor te waken dat ze hun zelfbeheersing verloren wanneer ze hen straften. Hij moedigde mannen aan hun vrouw in de privacy van hun huis te straffen, niet uit boosheid, maar met een strengheid die in overeenstemming was met hun gedrag. Als de straf van hun vrouw er op zou zitten, zou haar man haar moeten vergeven en haar weer in genade en liefde aannemen.

In het zeventiende-eeuwse Amerika, kregen de vrouwen een flink pak slaag van hun echtgenoot als ze dit verdiend hadden. Justitie steunde het pak slaag voor de vrouwen die zich misdroegen omdat ze vonden dat dit een goede invloed had op de openbare orde en de moraal.

De Engelse wet stond het mannen toe om hun vrouwen als ze zich misdragen hadden te tuchtigen, zolang het in het redelijke bleef. De zwaarte van de straf zou af moeten hangen van de aard van de overtreding. Het recht van de man om zijn vrouw te tuchtigen was algemeen geaccepteerd.

In de 19e eeuw verwezen sommige auteurs en juridische commentaren naar de “regel van de duim” of de “wet van de duim” waarin het de man toegestaan werd een stok te gebruiken om zijn vrouw te straffen, zolang deze maar niet dikker was als een duim. Waar dit principe precies vandaan kwam, is onbekend, maar er werd door rechters vaak aan gerefereerd in gevallen waarin een man zijn vrouw een pak slaag had gegeven.

Sommige mensen zijn ervan overtuigd dat de oude Romeinse Lupercalia overleefd heeft en nog terug te vinden is in diverse tradities waarbij op Paasmaandag een pak slaag wordt uitgedeeld. Volgens Wikipedia bestaat in landen als Tsjechië, Hongarije en Slowakije nog steeds een traditie waarbij op Paasmaandag op billen geslagen wordt. ’s Ochtends vroeg gooien mannen water naar de vrouwen en slaan hen op hun benen en billen met een speciale handgemaakte zweep, die pomlázka (in Tsjechië, vertaald: ‘maakt jonger’) of korbác (in Slowakije) genoemd wordt. De pomlázka/korbác bestaat uit acht, twaalf of zelfs vierentwintig jonge twijgen (wilgentwijgen). Ze variëren in lengte van een halve tot twee meter en zijn aan het uiteinde met kleurige linten versierd. Volgens de overlevering moeten de vrouwen een pak slaag krijgen om in het komende jaar hun schoonheid en gezondheid te garanderen. In de traditie geeft de vrouw die een pak slaag gehad heeft een gekleurd ei of zelfs een klein geldbedrag om haar dankbaarheid voor het pak slaag kenbaar te maken.

Jonge, verse wilgentwijgen worden veronderstelt om gezondheid en jeugdigheid te brengen aan de vrouw die er een pak slaag mee krijgt. Het paasfeest in Polen is geen paasfeest zonder de pomlázka.

In de Poolse traditie, maken de jongens de vrouwen ’s morgens vroeg wakker door een emmer water over hun hoofd te gooien. Vervolgens slaan ze hen op hun benen met lange, soepele versierde berken- of wilgentwijgen (palmy wielkanocne).

Dit staat ook wel bekend als Dyngus Dag. Dit lente ritueel vierden de Polen door water over hun hoofd te gieten en met een wilgentwijg te slaan om zichzelf te reinigen voor het nieuwe seizoen. Deze dag werd ook wel smiganie genoemd, oftewel “striemen”.

Polen denken dat wanneer ze de vrouwen aan het begin van de lente een pak slaag geven dit geluk brengt en een goede oogst oplevert, zoals de kracht en souplesse van de twijgen zorgen dat de vrouwen gezond en vruchtbaar blijven. Na een paar dagen van voorbereidingen waarin de mannen twijgen snijden en versieren en de vrouwen cake bakken en eieren versieren (welke eveneens symbool staan voor vruchtbaarheid), breekt de grote dag uiteindelijk aan.

Groepen jongens en jongemannen, veelal gehuld in traditionele kledij, stropen de straten af op zoek naar een meisje om een pak slaag te geven. Ze gaan ook her en der op bezoek, waar ze door de ouderen onthaald worden met tafels vol met Paaslekkernijen. Ook al betekent buiten zijn dat ze nat wordt en een pak slaag krijgt, meisjes kunnen dit niet voorkomen door thuis te blijven. Maar natuurlijk willen de meeste meiden juist een pak slaag krijgen. Het zijn immers pubers en zullen zich verwaarloosd en beledigd voelen als ze de dans ontspringen. In Polen wordt ze dan als

“beznadziejna”, hopeloos (voor het huwelijk) beschouwd. Wanneer een meisje gepakt wordt, wordt ze eerst gedoucht (om haar te reinigen voor het nieuwe seizoen); als ze thuis is door haar onder dwang onder de douche te zetten; buiten door haar met een tuinslang nat te spuiten of haar met een emmer nat te gooien. Vervolgens krijgt ze een pak slaag met de pomlazka. Wanneer ze nat is en een pak slaag heeft gehad geeft het meisje haar belagers versierde eieren (“kraslice”), terwijl ze ervoor zorgt dat de jongen van haar voorkeur de mooiste krijgt (die, als de interesse wederzijds is, het hardst geslagen heeft). Ze binden ook gekleurde linten aan de twijg. Hoe meer linten aan de twijg, hoe trotser de jongen!

In Neumark (toen het nog op Duits grondgebied lag), bestond met Pasen een ritueel wat inmiddels verdwenen is, waarin het mannelijke huispersoneel de dienstbodes een pak slaag met een zwiepende twijg te geven. De dienstbodes kochten zich vervolgens vrij met paaseieren.

Andere tradities die niet specifiek iets met Paasmaandag te maken hebben, bestaan uit het geven van een pak slaag aan vrouwen. Op de Horn markt in Charlton, in de buurt van Londen in Engeland werd vroeger een optocht gehouden door mensen die hoorns droegen. Deze optocht liep drie rondjes om de kerk. Er waren allerlei wilde rituelen zoals het uitdelen van een pak slaag aan de vrouwen.

De Hamer stam, die uit het zuidwesten van Ethiopië, in Afrika afkomstig is, kennen een bepaalde ceremonie om het man worden van een jongeman te markeren. Tijdens de ceremonie krijgen de ongetrouwde vrouwelijke vrienden en kennissen van de jongeman een pak slaag. De meisjes bewegen en dansen en dagen de vrijgezelle jonge mannen uit om hen te slaan met een soepele twijg. Als de jongen weigert haar te slaan en de twijg op de grond gooit, dan pakt het meisje deze op en loopt achter de jongen aan terwijl ze hem smeekt haar een pak slaag te geven totdat hij haar uiteindelijk een flinke striem over haar rug geeft. Een twijg wordt maar een keer gebruikt en wordt daarna ritueel verbrand.

Het meisje, laat na deze striem niet merken dat ze pijn heeft en gaat een nieuwe twijg halen om dezelfde jongeman om nog een striem te vragen of gaat op zoek naar een andere jongen. De striemen worden door de meiden in ontvangst genomen om hun vriendschap en verwantschap aan het feestvarken te tonen. Het zijn echte striemen, geen zachte tikjes.

De striemen zijn ook een soort flirtgedrag. In bepaalde dansen en andere sociale gebruiken zal een jong meisje de man waar ze voor valt uitdagen haar een pak slaag te geven. Hamar vrouwen zien er geen kwaad in als ze geslagen worden.

Een soepele berkentwijg wordt ook wel voor getrouwde vrouwen gebruikt. Het is sociaal geaccepteerd en mannen worden zelfs aangemoedigd een twijg op hun vrouw te gebruiken. Vaak daagt een vrouw haar man uit door hem ongehoorzaam te zijn of zich niet aan de afspraken te houden. Dit heeft uiteraard een pak slaag ten gevolg. Deze vrouwen geven de voorkeur aan een dominante man als echtgenoot en vinden het geen probleem als hij uiting geeft aan die dominantie door af en toe een twijg te hanteren. Een man die zijn vrouw geen pak slaag geeft als ze dit verdient, wordt niet als een echte man gezien.

Andere informatiebronnen omtrent huiselijke discipline en het pak op de bips voor vrouwen vinden we terug in verschillende traditionele huwelijksceremonies. De meeste van deze tradities zijn in onbruik geraakt, maar velen werden door de vorige generatie nog gebruikt.

In het voormalige Joegoslavië werd het eerste huwelijkscadeau aan de bruidegom gegeven. De vader van de bruid gaf hem de leren riem die hij gebruikt had om zijn dochter een lesje te leren als dit nodig was. Het cadeau was niet symbolisch; het werd hem gegeven op voorwaarde dat hij het tijdens de eerste huwelijksnacht zou gebruiken en dat hij het daarna gedurende hun huwelijk zou gebruiken om zijn vrouw te straffen. De gemiddelde vrouw ging op die manier over van de tucht van haar vader over naar die van haar echtgenoot. Veel vrouwen in deze cultuur zijn ervan overtuigd dat de publieke verwijzing van het publieke ritueel van het overhandigen van de riem nooit verloren mag gaan.

In Rusland bestond een vergelijkbare traditie. Het belangrijkste huwelijkscadeau was een zweep die de vader van de bruid aan de bruidegom gaf. Volgens de traditie sloeg de vader zijn dochter ermee terwijl hij zei, “Door deze klappen, ken je de macht van de vader. Deze macht gaat nu over in de handen van een ander. In mijn plaats zal je echtgenoot je voortaan met deze zweep tot de orde roepen”. Sommige overleveringen zeggen dat het hierna aan de nieuwe echtgenoot was om de zweep te hanteren om zijn jonge echtgenote zijn macht te laten voelen.

Een andere 19e eeuwse Russische verklaring legt het anders uit:

“Vroeger gaf een jonge vrouw die het huwelijksbootje instapte, haar heer een eigengemaakte zweep om haar absolute onderdanigheid kenbaar te maken. Hij gaf haar vervolgens een zacht tikje op haar schouder om haar te laten weten dat hij de rol van heer des huizes op zich wilde nemen. Een ander gebruik, dat niet nader benoemd werd, had dezelfde functie; na de huwelijksceremonie raakte de bruid met haar voorhoofd de schoen van haar echtgenoot aan om haar volledige overgave kenbaar te maken, terwijl hij zijn mantel om haar heensloeg om haar te laten weten dat hij voor haar zal zorgen en haar zal beschermen. Tegenwoordig bestaat alleen nog het ritueel dat zij zichzelf aan zijn voeten posteert.  

In een oude Kroatische huwelijkstraditie gebeurt het dat de bruid een parelsnoer draagt, die door haar vader op haar hoofd gelegd wordt terwijl hij haar tegelijkertijd een tik op haar wang geeft. Dit is de laatste keer dat ze een klap van haar vader krijgt. Vervolgens mag de bruidegom haar een hardere tik op haar wang geven, ten teken dat hij voortaan het gezag heeft. De vader heeft de bruid aan haar echtgenoot overgedragen die vanaf dat moment verantwoordelijk is voor haar discipline en welzijn.

Sommige tradities die op huiselijke discipline wijze duiden komen voor in songteksten. In een Slavisch liedje zingt een jonge vrouw, “Wat ben je nu voor een beschermheer, wat ben je nu voor een echtgenoot? Je pakt me niet bij mijn haar en je slaat me niet!” Ze geeft uiting aan haar teleurstelling dat hij haar niet voor haar eigen bestwil onder handen neemt, omdat ze weet dat ze af en toe een pak slaag nodig heeft om haar gedrag bij te sturen.

Vrouwen kregen ook voor bepaalde misdaden een pak slaag. Er zijn nog archieven waaruit blijkt hoe vrouwen voor hun misdaden bestraft werden. Hoewel deze misdragingen niet te vergelijken staan met gewone huis- tuin- en keukenmisdragingen, geeft het pak slag wat daarop volgde wel een indruk hoe vrouwen in die tijden een lesje geleerd kregen. In veel gevallen werd het instrument wat thuis door haar echtgenoot gebruikt werd, gebruikt door de autoriteiten om haar te bestraffen.

In 1735 kregen twee vrouwen uit Blakewell in Engeland in het openbaar een pak slaag met de zweep terwijl ze tot het middel ontbloot werden. In de 18e eeuw was een pak slaag een gebruikelijke straf, maar vrouwen werden over het algemeen achter gesloten deuren bestraft. In de 1820  werd definitief een einde gemaakt aan een pak slaag met de zweep voor vrouwen.

De eerste keer dat gerefereerd werd aan het gebruik van de paddle dateert van 1816, hoewel deze ook daarvoor waarschijnlijk wel in gebruik geweest is. Tijdens de strijd tussen katholieken en protestanten in het Franse Nimes, werden de protestante vrouwen op hun blote billen geslagen met een zogenaamde “battoir”, een plat gebruiksvoorwerp, wat gebruikt werd om de natte was mee droog te slaan. Dit instrument werd breed verbreid gebruikt voor huiselijke discipline.

Een van de belangrijkste dingen die je moet beseffen in relatie tot de geschiedenis van huiselijke discipline is dat het overgrote deel van de mensen analfabeet was. Het is pas van de laatste eeuw dat het merendeel van de mensheid heeft leren lezen en schrijven. Er is dus in die tijd weinig over huiselijke discipline geschreven om de eenvoudige reden dat de meeste mensen niet konden schrijven.   

Daarnaast was het zo, dat de mensen die wel konden schrijven niet de moeite namen om dingen op te schrijven waarvan ze (terecht) aannamen dat iedereen ze wel wist. Mensen schreven in die tijd ook geen boeken over naaien of aardappelen verbouwen, omdat iedereen kon naaien en kon tuinieren. Mensen schreven geen boeken over hoe ze stoffen moesten weven, hoe ze moesten spinnen of weven. Niemand schreef boeken over het baren van kinderen omdat alle vrouwen wisten hoe ze kinderen moesten krijgen. Men zag het niet zitten om boeken te schrijven over dingen die iedereen al wist.

Vergelijkbare processen speelden zich in het geheim af bij bijvoorbeeld zaken als kruidengeneeskunde. Kennis van geneeskrachtige kruiden was in een bepaalde tijd gevaarlijk en de betreffende persoon liep het risico als heks verbrand te worden. Deze kennis werd dus bij voorkeur mondeling in plaats van schriftelijk doorgegeven. Het is nog niet zolang dat er boeken over kruidengeneeskunde bestaan. Dit kwam niet omdat het eerder niet beoefend werd, maar omdat het in eerste instantie belastende kennis was en in latere instantie botste met de traditionele medische wetenschap.

Het bestraffen van de vrouw was iets wat in de meeste relaties voorkwam. Net als tegenwoordig, gebeurde dit in privacy achter gesloten deuren. Het privacy aspect van de huiselijke discipline maakte het niet waarschijnlijk dat er over geschreven werd. Het bestraffen van de vrouw was al even gewoon als seks tussen man en vrouw. Tot de twintigste eeuw werd er ook niet geschreven over seks binnen het huwelijk. Maar dat niemand er over schreef betekende natuurlijk niet dat het voorkwam. Hetzelfde was het geval bij huiselijke discipline.

De komst van het internet heeft mensen een ideale gelegenheid geboden om veilig over huiselijke discipline te praten. Mensen kunnen er anoniem zijn, wat het mogelijk maakt er zonder schaamte over van gedachten te wisselen. Informatie kan wereldwijd worden uitgewisseld waardoor mensen hun kennis en ervaring met elkaar kunnen delen.

Hoe ziet de meer recente geschiedenis van huiselijke discipline eruit? Ook hier kent Nederland niet een uitgebreide traditie. In de negentiger jaren zijn met name Wulfram en Bernie actief geweest op spankinggebied op internet. In het Engelstalige gebied was het met name een vrouw die luistert naar de naam Vicky Blue die het voortouw nam en de discussie over huiselijke discipline (domestic discipline) heeft aangewakkerd. In het nieuwe millennium konden mensen met name bij fondlyandfirmly en Taken In Hand terecht voor informatie over huiselijke discipline en vrouwelijke onderdanigheid.

De uitvinding van de blog (of weblog) heeft het voor iedere sterveling mogelijk gemaakt om een eigen website over huiselijke discipline in elkaar te zetten zonder dat men, zoals in het verleden, over veel technische kennis diende te beschikken. Veel (Engelstalige) sites over huiselijke discipline zijn persoonlijke blogs geschreven door mensen (meestal vrouwen) die hun ervaringen, gevoelens en overtuigingen over HD delen. Ze dienen als persoonlijke getuigenissen, dagboeken en bronnen van informatie voor nieuwkomers.

Discussiegroepen en forums van verschillende aard zijn al zo oud als het internet zelf. In de negentiger jaren waren het oorspronkelijk mailinglijsten, maar zijn gaandeweg de tijd getransformeerd naar de msn en yahoo groepen die we tegenwoordig kennen.  Deze groepen waren uitermate geschikt voor mensen die informatie en ideeëngoed rondom HD met elkaar uit wilden wisselen. Ze bestaan nog steeds en zijn nog steeds interessant voor mensen die op zoek zijn naar informatie. Voor absolute nieuwkomers zijn ze misschien wat minder geschikt omdat de informatie verspreid staat over letterlijk honderdduizenden berichtjes. Het doorbladeren van al deze berichtjes is een tijdrovende klus en vereist af en toe kennis en achtergrondinformatie waar een nieuwkomer nog niet over beschikt.

Deze site is opgezet om een informatiebron met betrekking tot huiselijke discipline te zijn. Het is geen verzameling van hyperlinks die naar andere sites verwijzen en het is ook geen dagboek dat dagelijks of wekelijks over de lotgevallen van de auteur handelt. De HD site is bedoeld om nieuwkomers kennis te laten nemen van de intrigerende wereld van de huiselijke discipline en daarnaast meer ervaren stellen in de gelegenheid te stellen hun blikveld te verruimen.

Toen dit artikel geschreven werd, kende de HD site gemiddeld meer dan 120 bezoekers per dag en werd de site in zijn totaliteit ruim 50.000 keer bezocht.

De meeste mensen die op het internet op zoek zijn naar huiselijke discipline zijn vrouwen. Als je kijkt naar de artikelen die over dit onderwerp op internet te vinden zijn en naar de berichten die op de fora gepost worden, dan zijn veruit de meeste door vrouwen geschreven. Vrouwen praten en schrijven het meest over dit onderwerp. En zij geven hun partner het vaakst te kennen dat ze HD in hun relatie willen integreren.

Dit zal voor sceptici die denken dat HD een achterhaalde uiting is van vooringenomen, gewelddadige mannen met patriarchale waarden en normen een grote verrassing zijn om te horen. Het is zelfs zo dat de meeste belangstelling en inbreng ten aanzien van huiselijke discipline van vrouwen afkomstig is. Er zijn veel vrouwen die graag een HD relatie zouden willen hebben, maar er niet in slagen dit te realiseren. Discussiegroepen staan bol van de berichten in de trant van, “Hoe kan ik mijn man ervan overtuigen dat ik wil dat hij mij eens op mijn plek zet?” of “Hoe vind ik een partner die de rol van heer des huizes op zich zou willen nemen?” of “Hoe krijg ik mijn man zo ver dat hij me zo hard op mijn billen geeft dat ik moet huilen?” De toenemende belangstelling voor huiselijke discipline is ontegenzeggelijk een vrouwelijk verschijnsel. Omdat vrouwen momenteel druk bezig zijn om hun positie te herdefiniëren en te onderzoeken wat ware vrouwelijkheid inhoudt, zijn ze ontzettend geïnteresseerd in de levensstijl van de huiselijke discipline.

Hoe dien je billenkoek toe?

Dit hoofdstuk gaat over hoe je een vrouw een pak op haar billen moet geven. Het gaat niet over hoe je haar straft. Bij straf gaat het om veel meer dingen: een preek geven, in de hoek laten staan, verzoening en andere technieken. Samen vormen ze een opeenvolging van gebeurtenissen. Deze opeenvolging van gebeurtenissen wordt een straf genoemd, of discipline en is bedoeld om haar gedrag en houding te corrigeren.

Als je een vrouw een pak op haar billen geeft, zijn er twee zaken heel belangrijk: veiligheid en effectiviteit. Hoewel het belangrijkste doel is om haar een paar zere billen te bezorgen, is het niet de bedoeling haar te blesseren of verwonden, het gaat per slot van rekening om straf, niet om geweld. Bovendien hebben we het hier over een relatie met liefdevolle huiselijke discipline, niet over één waar de man zijn vrouw haat of minacht. Dus moet een man zijn vrouw natuurlijk wel zo straffen, dat hij niet het risico loop haar te blesseren of verwonden. Daarom veiligheid boven alles.


Ten tweede moet billenkoek effectief zijn. Natuurlijk kunnen andere technieken zoals een standje of in de hoek staan, helpen om het effect van de bestraffing te verhogen, maar een pak op haar billen is het doeltreffendste onderdeel van huiselijke discipline. Zorg er dus voor dat als je je vrouw over de knie legt, het pak slaag ook daadwerkelijk effectief is! Waarom zou je anders al die moeite doen? Hiermee wil ik maar zeggen, dat het helemaal geen zin heeft een vrouw een paar halfzachte tikken op haar broek te geven: daardoor zal haar gedrag heus niet veranderen.


De eenvoudigste en veiligste manier om een vrouw op haar billen te geven, is met de vlakke hand. Het gebruik van een instrument als een plak, riem of soepele berkentak, mag dan meer effect hebben, de hand is het eenvoudigste en veiligste middel om met een ongehoorzame vrouw af te rekenen. Voor beginners is het gebruik van de hand zeer aan te bevelen, omdat het daarmee praktisch onmogelijk is haar per ongeluk te verwonden (afgezien van de pijn die een pak op haar billen nu eenmaal veroorzaakt).


Wanneer je een vrouw een pak op haar billen gaat geven, begin je ermee haar een daartoe geschikte houding te laten aannemen. Traditioneel is dat over de knie, waarbij de man op een stoel, bank of bed zit. Voor andere houdingen moet de vrouw meer meewerken, waardoor ze minder geschikt zijn voor beginners. Andere houdingen zijn bijvoorbeeld houdingen waarbij de vrouw plat op haar buik op bed ligt, over de leuning van een bank leunt of met haar handen achter haar hoofd gevouwen recht opstaat. Bij die houdingen is het, afhankelijk van hoe lang beide partners zijn, lastiger om goed bij haar billen te kunnen, waardoor ze minder doelmatig kunnen zijn dan de traditionele over de knie positie.


Dus is het zowel voor de veiligheid als effectiviteit goed om een vrouw over de knie te leggen. Daarbij kan hij haar tijdens de billenkoek ook gemakkelijker in bedwang houden, wat belangrijk is om te voorkomen dat zij (of hij) per ongeluk geblesseerd raakt, omdat ze zich te veel verzet. Hij kan de bewegingsvrijheid van haar benen verkleinen door zijn been over de hare te plaatsen, om op die manier te voorkomen dat ze hem schopt. Hij kan ook zijn vrije hand gebruiken om haar handen op haar rug te drukken en zo te voorkomen dat ze haar billen met haar handen kan beschermen. Als ze tijdens een pak slaag onverwachts haar handen voor haar billen houdt, dan zou hij op haar vingers kunnen slaan, wat vervelende gevolgen kan hebben. Het is dus van belang dat haar handen en voeten uit de buurt van haar billen te houden tijdens een pak slaag. Dit is het gemakkelijkst te bereiken als ze over de knie ligt, wat dan ook de reden is dat deze zo vaak wordt toegepast.


Een vrouw moet altijd op haar blote billen worden gestraft en niet over haar kleding. De reden hiervoor is dat de man dan goed kan zien welk effect de klappen op haar billen hebben. Als je een pak op haar broek geeft, zouden je klappen per ongeluk grotere gevolgen –bijvoorbeeld blauwe plekken- kunnen hebben dan je bedoeling is. Een andere voordeel van een pak op haar blote billen is dat haar schaamte groter is.


De man kan de billen van vrouw bloot maken voor hij haar over de knie legt of erna. Het hangt van de medewerking van de vrouw af, wat het gemakkelijkst is. Als ze flink tegenwerkt en niet gehoorzaamt, kan het eenvoudiger zijn om haar broek en onderbroek omlaag te doen als ze over de knie ligt. Anders is het eenvoudiger dit van te voren te doen. Of de man haar billen bloot maakt of dat ze dit zelf moet doet, hangt af van de beslissing van de man en van de bereidheid van de vrouw om mee te werken. Hij kan van haar verlangen dat ze zelf haar billen bloot maakt, om haar te laten blijken dat hij gehoorzaamheid verwacht. Maar hij kan het ook prettiger vinden het zelf te doen, omdat dit hem meer het gevoel geeft de touwtjes in handen te hebben.

Waar moet hij haar slaan? Natuurlijk zou hij zich in het algemeen tot haar billen moeten beperken. Hij kan ook op de achterkant van haar dijen slaan, maar het is eenvoudiger en gemakkelijker om op haar billen te slaan. Vrouwelijke billen zijn van nature beschermd door een vetlaagje. Ze kunnen heel wat straf verdragen, veel meer dan andere plekken van haar lichaam. Daarom is haar een pak op haar billen zo eenvoudig, veilig en effectief.


Je moet een vrouw nooit boven haar billen slaan, want dan kom je in de buurt van de nieren en dat is gevaarlijk. Sla nooit hoger dan de bovenkant van de bilnaad en ook niet in de buurt van haar stuitje. Stelregel is dus: niet hoger dan de bovenkant van de bilnaad. Je kunt een vrouw ook slaan op de plek waar billen en bovenbenen samenkomen. Dat is een erg gevoelige plek – veel gevoeliger dan andere plekken van haar billen. In het Engels wordt het de “sit spot” genoemd. Deze plek is door zijn gevoeligheid één van de effectiefste plekken om haar te slaan. Het is daarentegen niet gebruikelijk alleen daar te slaan; voor het beste resultaat worden de klappen gewoonlijk over de hele billen verspreid.


Hoe begin je een pak slaag? Er zijn ruwweg twee manieren: de ene is om haar vanaf het begin af hard te slaan, de andere is om rustiger te beginnen en gaandeweg steeds harder te slaan. De keuze hangt af van de zwaarte van de overtreding waarvoor een vrouw op haar billen krijgt en van haar geestelijke en lichamelijke toestand van dat moment. Veel mensen geven er de voorkeur aan om relatief rustig te beginnen. Dit wordt ook aanbevolen voor beginners. Rustig beginnen en niet te hard slaan in het begin, zorgt ervoor dat er niet zo snel blauwe plekken ontstaan. Het betekent ook dat er langer en uiteindelijk harder geslagen kan worden, omdat er gaandeweg toegewerkt wordt naar de harde klappen. En dat is alleen maar gunstig, want één van de slechtste manieren om een vrouw te straffen, is haar niet hard of lang genoeg te slaan. Dan heeft huiselijke discipline totaal geen gunstig effect op een vrouw: ze kan dan boos of gebelgd over het pak slaag zijn, terwijl ze in feite boos is, omdat ze niet voldoende gestraft is door haar man. Een flink pak slaag helpt haar bij het kwijtraken van schuldgevoelens over haar gedrag.


De beste manier om een vrouw een stevig en langdurig pak op haar billen te geven is door het voorzichtig op te bouwen. Neem de tijd voor het pak slaag en ga geleidelijk steeds harder slaan. Het kan dan in het begin lijken of er weinig vooruitgang wordt geboekt, maar haar billen zullen geleidelijk steeds meer pijn gaan doen, naarmate je harder (of sneller) gaat slaan, waarbij de vrouw zich zowel geestelijk als lichamelijk steeds ongemakkelijker zal gaan voelen. Dankzij dit ongemakkelijke gevoel heeft een gedegen uitgevoerd pak billenkoek zo’n goede uitwerking.


Als de man zijn hand vlak houdt tijdens het neerkomen op haar billen, zal het meer pijn doen dan wanneer hij zijn hand ontspannen houdt. Dus zal hij over het algemeen in het begin zijn hand ontspannen houden. Als dit nodig is, kan hij naarmate de afstraffing langer duurt, zijn hand meer vlak houden, maar hij moet er voor waken niet te snel blauwe plekken te veroorzaken door in een te vroeg stadium met een vlakke hand te slaan. Sommige mannen houden tijdens het gehele pak slaag een tamelijk ontspannen hand omdat het wel degelijk mogelijk is haar een pijnlijk en effectief pak op haar billen te geven zonder dat hij ook maar een moment met de vlakke hand slaat.


Een andere techniek bij het uitdelen van billenkoek is het afwisselen van het neer laten komen van de hand met het accent op de vingers of juist op de handpalm. De handpalm van een man zal veel harder aankomen dan zijn vingers. Sommige mannen zullen bewust of onbewust van de ene op de andere techniek overschakelen, wanneer ze van een licht naar een zwaarder pak billenkoek over willen gaan. Het is belangrijk om je hiervan bewust te zijn, omdat het moeilijk is om rustig te beginnen als je je handpalm vol op haar billen laat neerkomen, in plaats van dat je haar meer met je vingers raakt. Zodra een vrouw er meer aan gewend raakt om een pak op haar billen te krijgen, wordt dit verschil echter steeds onbelangrijker. Billenkoek wordt doorgaans gegeven door de combinatie van handpalm en vingers op haar billen, niet het een of het ander.


Aangezien bij huiselijke discipline het psychische aspect en lichamelijk ongemak een pak op de blote billen doelmatig maken, is het erg belangrijk dat de billenkoek niet te vroeg stopt. Houd niet op met slaan zodra de eerste tekenen van een positief effect zich openbaren. Als een vrouw begint te jammeren of te huilen is dat een teken dat een pak slaag zijn werk begint te doen. Het is een teken dat het pak op haar billen het gewenste resultaat begint te krijgen. Zowel bij de man als bij de vrouw kan de neiging bestaan, dat ze willen stoppen voordat het pak slaag echt zijn beoogde effect heeft, maar dan is de uitwerking juist minder dan dat wanneer er helemaal geen pak slaag gegeven wordt. Daarom is een zekere mentale hardheid en intense liefde van de man nodig om het pak op haar billen vol te houden totdat ze goed en volledig gestraft is en ze haar lesje beslist geleerd heeft. Als de billenkoek te vroeg stopt, zullen ze daar later beiden spijt van krijgen.


Sommige stellen geven de voorkeur aan een pak slaag dat uit een constante regen van klappen bestaat. Anderen aan billenkoek waarbij na een paar minuten slaag een pauze wordt ingelast, waarna de vrouw opnieuw voor haar billen krijgt. Als een vrouw zo met tussenpozen billenkoek krijgt, kan het nodig zijn steeds weer rustig te beginnen, afhankelijk van hoeveel tijd ertussen zit. Als dat bijvoorbeeld maar een minuutje is, dan zijn haar billen nog warm van de vorige keer en is een rustige opbouw niet nodig. Ze kan dan meteen krachtig op haar billen geslagen worden. Als er al verschillende minuten verstreken zijn sinds de vorige keer, is het waarschijnlijk nodig weer even rustig op te bouwen, zodat blauwe plekken vermeden worden en de sessie lang genoeg kan duren om haar afdoende te straffen.


Wanneer de man besluit dat ze genoeg gestraft is, zal ze zich waarschijnlijk ellendig voelen. Dit kan blijken uit luide snikken of zacht gehuil, of gejammer over de pijn in haar billen. Ideaal gesproken toont ze spijt van haar gedrag. Dat kan doordat ze in tranen is, hetgeen een uitermate bevredigend resultaat van een pak op haar billen is. Ze kan ook zeggen dat ze spijt heeft van haar gedrag of van haar brutale houding. Als ze nog steeds verzet vertoont, heeft ze waarschijnlijk nog niet genoeg op haar billen gehad. Ze dient dan opnieuw gestraft te worden, net zo lang tot de man ervan overtuigd is, dat het pak slaag zijn beoogde effect heeft.


Als het pak slaag voorbij is, kan ze in de hoek gezet worden om het lesje dat hij haar via haar billen geleerd heeft, nog eens goed te overdenken. Deze stap kan natuurlijk ook worden weggelaten. Maar wat er ook gebeurt, het is essentieel dat er verzoening en vergeving plaatsvindt. Een vrouw die net gestraft is, zal in een berouwvolle stemming zijn. Dit oprechte gevoel van spijt over haar gedrag mag nooit door haar partner worden weggewuifd of genegeerd. Hij moet haar altijd vergeven en troosten nadat ze is gestraft of in de hoek heeft gestaan. Hij mag haar niet huilend aan haar lot overlaten. De berouwvolle en onderdanige stemming van de vrouw na een pak slaag moet altijd beantwoord worden door vergeving en zorgzaamheid van de man.


De meeste mannen vinden deze vergeving- en tederheidfase helemaal niet moeilijk, omdat ze van nature liefde en medeleven voelen voor de belangrijkste vrouw in hun leven die ze net voor haar eigen bestwil een pak op haar billen hebben gegeven. Zelfs de mannen die het leuk vinden hun vrouw af en toe billenkoek te geven, vinden het helemaal niet gemakkelijk haar flink te straffen, omdat ze zien dat ze zich daar erg ellendig onder voelt. Dus vergeving en troost na het pak slaag is iets wat veel mannen instinctief en van nature willen geven. Als de man dit essentiële onderdeel van huiselijke discipline overslaat, komt dit dikwijls omdat hij (ten onrechte) denkt dat hij streng tegen haar moet blijven doen, zelfs tegen beter weten in. Maar zolang het pak op haar billen effectief wordt uitgevoerd, moet hij haar zo snel mogelijk vergeven en haar troosten.