‘Weet je nog wat jij vandaag gaat oefenen?’ vraagt hij.
Ik knik.
‘Wat dan?’
Ik zucht en rol met mijn ogen. Waarom vraagt hij toch altijd naar de bekende weg?
‘Ben je dat nu al vergeten?’ vraag ik.
Hij trekt me aan mijn arm mee naar de bank en met een ruk lig ik over de knie. Ik ben te overrompeld om tegen te stribbelen. Eenmaal op de bank probeer ik nog omhoog te komen, maar hij duwt mijn rug naar beneden en zijn andere hand komt hard en snel op mijn achterste neer.
‘Als ik een vraag stel verwacht ik een antwoord en geen brutaal gezucht.’
‘Maar je weet het antwoord toch al,’ protesteer ik.
Hij trekt mijn broek en onderbroek naar beneden. Ik probeer hem tegen te houden, maar kan weinig beginnen in mijn positie.
‘Het gaat er niet om dat ik het antwoord weet, maar dat jij het antwoord weet. Misschien kan je wel antwoorden nadat je op je blote billen hebt gehad.’
‘Ik weet het wel,’ zeg ik snel, als de slagen toenemen in tempo.
‘Te laat.’ Hij slaat hard op mijn onopgewarmde billen. Als hij eindelijk stopt laat hij zijn hand op mijn huid liggen. ‘Nou, vertel maar.’
‘Ik moet leren luisteren,’ mompel ik.
‘Precies en het is in die paar minuten dat ik hier ben alweer gebleken hoe hard dat nodig is. Kom maar staan.’
Ik kom voorzichtig van zijn knie af. Ik wil mijn broek omhoog doen, maar weet wel beter, dus blijf verlegen staan.
‘Je pakt nu het kokosmatje, legt dat in de hoek neer, doet je broek uit en gaat op je knietjes op het strafmatje zitten.’
Ik onderdruk een zucht terwijl ik zijn bevelen opvolg. Ik leg mijn handen in mijn nek en kijk naar de saaie hoek vlak voor mijn neus. Mijn knieën willen weg van die akelige mat, maar ik weet dat ik hier moet blijven totdat hij zegt dat het genoeg is geweest.
Na een paar minuten loopt hij naar me toe. Mijn hartslag versnelt en ik doe mijn best om niet te reageren. Vlak achter me blijft hij staan. ‘Jij gaat dadelijk de paddle pakken zodat ik je goed kan laten voelen hoe belangrijk het is om te leren luisteren. Dan geef ik je strafregels en misschien nog wat opdrachten zodat jij kan gaan oefenen met luisteren. En om te zorgen dat je spijt hebt van al die keren dat je niet geluisterd hebt ga ik je een ongenadig pak op je blote billen geven met de riem.’ Ik krimp ineen, hij weet hoeveel angst de riem mij aanjaagt. ‘Heb je goed geluisterd?’
Ik knik.
‘Dus wat gaat er gebeuren?’
‘Ik ga de paddle pakken en oefenen en straf krijgen,’ vat ik snel samen.
Hij pakt mijn vlecht vast en trekt mijn hoofd naar achteren. Mijn knieën doen pijn door het gewicht dat ik noodgedwongen moet verplaatsen.
‘Ik wil het horen zoals ik het zei meisje, zodat ik zeker weet dat je goed geluisterd hebt.’
Weerstand golft door me heen, ik wil het niet herhalen, ik wil het echt niet.
Hij lijkt me aan te voelen. ‘Of moet ik de riem nu al pakken?’ zegt hij dreigend.
Ik wil mijn hoofd schudden, maar hij heeft mijn haar te stevig vast.
‘Ik ga de paddle pakken, jij gaat me daarmee straffen. Dan ga ik oefenen met luisteren door strafregels te schrijven en…’ ik slik. Hij geeft een rukje aan mijn vlecht. ‘En dan krijg ik voor straf met de riem op mijn blote billen,’ piep ik.
‘Goed zo meisje. Was dat nou zo moeilijk?’ Hij laat me weer los.
‘Ja,’ piep ik klagerig.
‘Dat is niet zo mooi, want het wordt nog veel moeilijker. Hup, sta op en ga de paddle pakken.’
Ik kom haastig overeind. Terwijl ik naar de slaapkamer loop tintelen mijn billen van verwachting. Ik wil dit, ik wil de pijn voelen, me overgeven aan hem, me laten leiden. En ik wil dit niet, niet mijn eigen wil opgeven, niet volgen en zeker niet de riem voelen. Niet dat het ertoe doet wat ik wil.
Met de paddle in mijn handen loop ik terug naar de woonkamer, waar ik hem deze zwijgend aanreik. Hij wijst naar de leuning van de bank en ik buig me er overheen. Hij slaat me op mijn linkerbil, mijn rechterbil, dan in het midden op beide billen. Hij slaat stevig, maar niet te hard, ik kan het tot mijn opluchting goed hebben.
Dan stopt hij, trekt me aan mijn bovenarm overeind en draait me richting de eettafel. Nu pas zie ik dat daar een schrift en een pen liggen en dat het kokosmatje op de stoel neergelegd is. Ik slik en ga op het matje zitten. Hij legt zijn handen op mijn schouders en duwt me nog wat steviger naar beneden waardoor ik de stugge, harde haren van de mat goed voel.
‘Pak de pen en schrijf op…’
Ik pak de pen en zet deze op het papier.
‘Ik ben stout geweest en heb straf verdient op mijn blote billen.’
Ik bijt op mijn lip. Hij weet hoe naar ik het vind om te moeten horen, schrijven of zeggen dat ik op mijn blote billen krijg.
‘Ga maar door tot deze pagina vol is.’
Ik schrijf door, in het begin schrijf ik nog langzaam omdat ik netjes wil schrijven. Halverwege de pagina begint mijn zitvlak pijn te doen. Ik wil mijn gewicht verplaatsen, maar weet uit ervaring dat het daar alleen maar erger van wordt. Ik blijf stil zitten en ga sneller schrijven.
‘Klaar.’ Ik leg de pen neer.
Hij loopt naar me toe en pakt het schrift op. Hij kijkt er even naar en knikt dan. ‘Goed, sta maar op en buig je over de tafel.’ Hij schuift het schrift onder mijn neus. ‘En nu ga je netjes elke zin voorlezen, na elke zin krijg je een klap met de paddle. Jij bent immers zo’n meisje dat niet hoort met haar oren maar met haar billen.’
‘Die kunnen helemaal niet horen.’ Het is eruit voordat ik er erg in heb.
‘Oh, dan moet ik misschien wat harder praten.’ Een regen van klappen daalt neer op mijn billen en bovenbenen. ‘Moet het harder denk je?’
‘Nee, dat hoeft niet!’
‘Oh, kan je nu wel horen met je billen?’
‘Ja!’
‘Mooi zo. Lees maar voor.’
Ik haal diep adem, probeer mijn gedachten uit te schakelen en lees voor. De houten paddle knalt na elke zin op mijn billen neer. Het is alsof ik met elke klap iets meer ontspan in het voorlezen, alsof elke zin me minder moeite kost. Als we eindelijk aan het eind van de pagina zijn legt hij de paddle weer op tafel.
‘Ga maar weer zitten.’
Ik klem mijn kaken op elkaar en ga op het kokosmatje zitten.
‘Op de volgende pagina schrijf je: ik zal goed naar Alex luisteren en doen wat hij zegt.’
Nog meer strafregels? Ik open mijn mond om het te zeggen, maar sluit deze weer. Geen goed idee. In plaats daarvan trek ik het schrift naar me toe en begin ik te schrijven. De pijn in mijn billen is heftiger dan hiervoor. Ik wil weg, ik wil opstaan, maar weet dat ik dat niet moet doen. Ik kan alleen zorgen dat ik zo snel mogelijk klaar ben met schrijven.
Als ik op mag staan voel ik elk haartje afzonderlijk mijn huid loslaten. Ik kan een kreun van pijn niet onderdrukken. Alex glimlacht. Hij geniet hiervan. En ik? Geniet ik hiervan? Nee. Een beetje. Misschien. Geen tijd om na te denken. Ik moet opnieuw voorlezen. Deze zin gaat me makkelijker af dan de eerste.
‘Ga maar weer zitten,’ zegt hij na de laatste klap.
Ik zal toch niet nog een pagina vol moeten schrijven? Ik durf het niet te vragen en ga gehoorzaam zitten. Hij loopt zwijgend een rondje door de kamer en blijft dan naast mij weer staan.
‘Sta op.’
Ik sta op en bijt op mijn lip om geen geluid uit te brengen.
‘En ga maar weer zitten.’
Met een zucht van irritatie laat ik me weer zakken.
Hij pakt meteen stevig mijn oor vast. ‘Wat heb je nou net dertig keer gezegd?’
‘Ik zal goed naar Alex luisteren en doen wat hij zegt. Dat doe ik toch ook?’
Hij knijpt harder in mijn oor. ‘Ik verwacht dat je luistert zonder te protesteren of brutaal te doen. Gaat dat lukken of moet je dat ook dertig keer opschrijven?’
‘Nee, ik onthoud het wel,’ zeg ik snel.
‘Goed zo.’ Hij laat mij oor weer los, wacht een paar minuten en laat me dan opstaan. En weer gaan zitten. Ik zeg niets en houd mijn gezicht vlak. Dit keer laat hij me binnen een paar seconden alweer opstaan.
‘Draai een rondje voor me.’
Wat is dit voor stomme, zinloze opdracht? Ik kijk fronsend naar Alex.
Hij maakt zijn riem los. Ik draai snel een rondje, maar toch hoor ik hem de riem uit zijn broek trekken. Hij duwt me over de tafel en laat de riem hard en snel op mijn billen neerkomen. Ik gooi mijn hoofd in mijn nek en span mijn rug, oh wat heb ik een hekel aan de riem.
Als hij stopt en me vraagt een rondje te draaien, doe ik dat meteen. Als hij me vraagt voor hem te knielen doe ik dat. Hij aait me teder over mijn hoofd. Ik voel vlinders in mijn buik. Ik doe het goed! Hij is blij met mij. Een glimlach ontstaat op mijn gezicht.
Hij laat me een rondje door de kamer lopen en nog een keer voor hem knielen en wanneer ik dat zonder enig teken van verzet doe is hij tevreden. Hij neemt me in zijn armen en ik smelt weg tegen zijn warme lichaam.
‘Je doet het goed meisje,’ zegt hij in mijn oor. ‘Maar we zijn nog niet klaar. Je weet wat er nog komt he?’
Er komt niet meer dan een piepend geluid uit mijn keel.
Hij leidt me naar de slaapkamer en legt me op mijn buik op bed met een kussen onder mijn heupen. Hij legt de riem over mijn billen en laat deze los.
‘Blijf maar even op me wachten.’ Zijn voetstappen verdwijnen de kamer uit.
Het leer is koel op mijn warme huid. Ik wiebel wat met mijn billen en voel het leer wat verschuiven. Ik stop weer, als hij ziet dat de riem verschoven is zwaait er wat. Ik weet niet of hij een minuut weg is, een kwartier of een half uur. Het ene moment lig ik ontspannen op bed, gedachteloos en tevreden. Het andere moment tril ik van angst voor wat er komen gaat. Het gaat pijn doen, veel pijn doen, dat weet ik.
Eindelijk komt hij weer binnen. ‘Ben je er klaar voor meisje?’
‘Ja Alex,’ fluister ik.
Hij pakt de riem op en even later komt deze weer neer. Ik houd mijn adem in, het doet nog meer pijn dan ik al dacht. Hij bouwt op, eerst zitten er nog pauzes tussen de klappen, maar uiteindelijk komt elke slag direct na de volgende. Ik klem mijn armen onder mijn bovenlichaam om te voorkomen dat mijn handen naar mijn billen gaan. Ik wil niet laten merken hoeveel pijn het doet, maar ik kan niet meer anders. Ik kreun, krom mijn rug en trap soms naar achteren als er een klap gemeen neerkomt.
Eindelijk stopt hij. Direct ontspan ik. Het is voorbij.
‘Je bent er bijna meisje.’
Wat?!?
‘Nog vijftig.’
‘Dat kan ik niet,’ zeg ik paniekerig.
Hij legt zijn hand in mijn nek, stevig en zacht tegelijk. ‘Jawel meisje, jij kan dat.’ Hij laat zijn hand even liggen tot ik weer rustig ben. Als hij zegt dat ik het kan, dan is dat zo. Hij kan me lezen als geen ander. Ik zucht en ontspan.
Alex richt zich op zijn missie om mijn billen rood en blauw te slaan. Ik probeer mee te tellen, maar ben na vier klappen al de tel kwijt. Alex herinnert me er na elke tien aan hoe ver ik ben. Bij dertig waarschuwt hij me dat als ik teveel beweeg hij opnieuw begint. Ik doe mijn best stil te blijven liggen, maar het doet zoveel pijn. Gelukkig staat hij wel wat beweging toe wanneer hij weet dat ik het zwaar heb, maar ook daar zitten grenzen aan.
Ik weet niet hoe, maar ik houd het vol. Na de vijftigste klap begint mijn lichaam onbeheerst te schokken en te trillen. Alex komt naast me liggen, hij kent dit van mij, deze manier van ontladen. Wanneer hij door mijn haar aait begin ik te huilen. Dit gebaar van liefde en zachtheid na alle pijn breekt door mijn allerlaatste muur heen.
De snikken gaan door mijn hele lichaam en warme tranen lopen over mijn wangen.
Hij houdt me vast totdat alles eruit is. Dit is de enige plek waar ik kan huilen, bij hem, na een reis door weerstand, pijn, verzet, overgave en kwetsbaarheid. Het is mijn favoriete, meest veilige plek.